BINNENLAND. Bulténlanüsct) Overzicht. gM verliezen, zoolang zij in functie bleven. Maar voor toekomstige onderwijzeressen achten wij afzonderlijke betaling niet noodig, mits na tuurlijk dit vak binnen het gewone kader valle. Het is niet de eerste maal, dat wij aan deze plaats de aandacht vestigen op deze quaestie tot dusver zonder succes. Maar thans klemt het bezwaar te meer, nu voor meisjes uit den be schaafden stand de uitweg naar de 2e school gesloten wordt. Voor haar is het uur van tot 5 bijzonder lastig, omdat de etenstijd er mede gemoeid is, terwijl daarenboven een zoo Strenge cursus in de handwerken met nog huistaak op den koop toe niet noodig is voor meisjes, die nog eenige jaren voor de borst hebben om zich op de school ook in dit vak te oefenen. Naar wij meenen, wordt aan dt le burgerschool zopveel prijs gesteld op grondig haudwerkonderwijs, omdat de meeste meisjes, die daar gaan, tot den burgerstand be lmoren, waar de kinderen de school op 12 a 13-jarigen leeftijd vaarwel zeggen om zich bij moeder in de huishouding te oefenen. De zaak verandert echter, nu er zoovele meisjes ook zullen zijn, die tot li, a 18 jarigen leeftijd op de schoolbanken moeten doorbrengen en voor wie het dus zeker niet noodig is, dat zij op 9 ja rigen leeftijd daar reeds 6 uur per dag ver blijven. Er zal wel een mouw aan te pas sen zijn, hetzij door het bedoelde onderwijs geheel binnen den gewonen schooltijd te bren gen, hetzij dit vak te geven gedeeltelijk in verplichte door alle te volgen lessen binnen de schooluren en voor wie meer verlangen nog facultatieve lessen na schooltijd. Hier reeds begint de moeilijkheid, waarop in de discussie van 1 Maart is gewezen en die zich wel meer zal voordoen. Het bezwaar namelijk van twee dingen te gelijk te willen. De school Van Cittert zal eeue inrichting moeten zijn voor eindonderwijs aan meisjes die op 13-jarigen leeftijd volleerd zijn en dan genoeg teerkost moeten hebben opgedaan voor den levensweg, ook in practische handwerken, en tevens van voorbereidend onderwijs voor kinderen uit den beschaafden stand, die het voorrecht genieten zich tot 17, 18 jaar aan haar ontwikkeling te kunnen wijden en op jeugdigen leeftijd nog niet in handwerken be hoeven afgeëxeri^erd te zijn. Bij jongensscho len bestaat dit bezwaar althans niet. Wij onderwerpen deze opmerking aan het oordeel der bevoegde schoolmannen. Ook aan de aandacht van Dr. IJssel de Schepper, die blijkens bl 30 van het Verslag zich niet kan denken, dat wijziging van het leerplan-Cittert een gevolg van zijn voorstel zijn zal en die desnoods de onveranderlijkheid van dat leer plan wel als voorwaarde zou willen aanvaar den. Wij zijn stellig van oordeel, dat voortaan bij het vaststellen van het leerplan der le bur- „hij deze opdracht wel zal willen aanvaarden. „Zoo is mijn testament, waarvan ik do uit voering verkiaar als overeenkomstig mijn uiter sten wil. „Opgesteld te Ourteau, op Maandag elf No- vember achttienhonderd-vier-en-zestig. „Na lezing geteekend: „Gaston Barinc." VIII. Hij had gelezen zinder op te houden, zonder adem te halen, en zijn blik vloog van regel lot regel maar weldra, zoodra hij begon to begrijpen, was hij genoodzaakt geweest het blad papier op de schrijf tafel te laten rusten, zoozeer beefde het tusschen zijn vingers. Dat was een verpletterende slag. Na eenige oogenblikken van wezenloosheid begon hij andermaal te lezen, nu lugzaam, woord voor woordV „Ik schenk en legateer aan Valentin Sixte.... het „bezit van alle roerende en onroerende goederen, „die ik zal bezitten op den dag van mijn overlijden." Klaarblijkelijk was dit het testament, dat zijn broeder aan don notaris Kébénac had in" be waf UIL' gegeven en later terug genomen de dalnm bewees dit zonder mogelijke ^tegenspraak. Geen aarzeling, geen twijfel op dit punt; op oen zeker oogenblik, dat hetwelk do datum van het gerschool voor meisjes zal moeten gelet worden ook op de behoeften en omstandigheden der meisjes die later nog bij Mej. Bender moeten komen anders kan de meerderheid in den raad het verwijt niet ontgaan, dat zij geen rekening houdt met de wenschen en rechten van het meer gegoede deel der burgerij. Er is ech ter ook een vraag van hygiene bjj betrok ken. Van den medicus in den raad, die met het plan-Schepper medeging zouden wjj gaarne advies hooren of de bestaande regeling is in het belang der jonge meisjes. Het komt ons voor, dat bij deze gelegenheid aan eene jaren lang bestaande fout eeu einde kan gemaakt wordeu. Daarmede zal der jeugd een dienst worden gedaan, terwijl het zeker de sympathie van vele ouders voor de overigens voortreffe lijke le Burgerschool, voor meisjes zal ver- hoogen. "GOUDA, 21 Maart 1892 De heer Oscar Carré is gisteren met zijn rechts geleerden raadsman, mr. W. K. van der Breggeu, naar Hannover vertrokken, om eene laatste poging te doen tot minnelijke schikking der zaak betreffende het ongeval te Kircblangern. Mocht die poging mis lukken, dan vertrekken die heeren naar Berlijn, ten einde een audiëntie bij den Keizer van Duitschland voor te bereiden, om Z. M. op do hoogte te stellen van de houding en de handelwijze van het spoorweg- bestuur en in deze tusschenkorast van Z. M. in te roepen. Het spreekt van zelt, dat de invoering van -de nieuwe tijdbepaling niet zonder verzet zal plaats heb ben. In de Haarl. Ct. wordt, thans zelfs door een inzender betwijfeld of de Regeering wel het recht heeft om op 1 Mei alle klokken 20 minuton achter te laten gaan. In verband hiormede herinnert hij, dat Napoleon III den Parijschen tijd voor alle ge meenten heeft willen invoeren, en er is van geko men, dat men op de torenklokken twee minuutwij zers heeft, den eenen met den uurwijzer den plaat selijken middelbaren tijd aangevend, den anderen (zwaar verguld) den Parijschen tijd wijzend. Althans zoo was het twintig jaar geleden. Men kon alzoo op het torenuurwerk den Napoleontischon tijd zien maar men richtte zich er in het burgerlijke leven niet naar. Wij mogen wel aannemen, concludeert schrijver, dat irf het vrije Nederland een bestuur» maatregel nj^ zal doorgaan, die onder bet despotisme van den gewezen Franschen Koizer zelfs iu Frankrijk geen ingang heeft kunnen, vinden. Te Amsterdam woont, naar het D. v. N. mede deelt, in de Nieuwe^.wgk, de Pijp genaamd, „eene dame-* welke zmli betast met het afgeven vau gun stige getuilefnosen a^n dienstmeisjes. Deze betalen haar daarveor 2.§0, wat aan de dame een zeef" aahzienlijk cinkojnen bezorgt. 't Is zeer verkeerd en mogelijk wel strafbaar, hoewel niet zeker, dit hangt van den vorm afmaar testament aangaf, had zijn broeder verlangd, dat de kaptoin zijn universe?le erfgenaam zou zijn, en hij had dien wil met eigen hand op het papier gebracht. Maar verlangde hij dit nog eenige maanden later? bewees het feit alleen, dat hij het testament van den notaris had teruggevraagd, niet reeds, dat er verandering was gekomen in zijn wensch? Hij had een doel met het terugnemen van het testament. Welk doel? Om het te verpietigen? Om het te wijzigen? Nog een derde geval aan te nemen scheen on- noodig; een van beiden moest het ware zijn; maar welke van de twee zoozeer de,|waar8cliijnlijkheid, de billijkheid on de vereeniging van verschillende voorwaarden voor zich had, dat hieruit een getuige nis of oen bewijs kon worden ^fgeleid, was door hem in den toestand van verwarring en ontsteltenis, waarin hij zich op het oogenblik bevond, niet uit te maken. En werktuigelijk, zonder eigenlijk goed te weten wat hij deed, beschouwde hij het testament en las er hier en d «ar gedeelten van over, alsof het schrift of derwijze van stellen hem een aanwijzing moest geven, die hij volgen kon. Maar geen licht ging. hem op zijn gedachten dwaalden van de eene veronderstelling op de andere, en steeds keerden zij terug op hot punt van uit gang waaröm had zijn broeder het testament, na als men in aaumorking neemt hoevele dames het met do getuigenissen die zij geven zoo nauw niet nemen, doet deze bewoneres van de Pijp slechts in 't groot, wat vele andoren in 't klein doen. Te Drachten woont de millioer.en-juffrouw Trijntje de Jong, die gevangenisstraf onderging wegens op lichterij, in het buitenland, o. a. te Keulen eo Bonn gepleegd. Trijntje laat in den laatston tijd weer van zich spreien en is de last van de buren, straatmuzikan ten geven des nachts in tare woning op haar ver zoek concerten men brast en zingt zooveel men kan. Thans begint de vroolijko juffrouw uitstapjes te 4 maken en steekt zich bij die gelegenheden in een dracht, die de aandacht trekken moet. Hare lievelingskleeding is een stemmig, zwart gewaad witte voile en witte klompen Zij offert dan veel aan //vergunning#, niet zelden te veel, en is dan het voorwerp van bespotting der dorpelingen en schooljeugd. Dinsdag jl. was zij te Gorredijk zoo beschonken, dat twee mannon hanr naar het tramstation moesten geleiden. Wat de financieele aangelegenheden van do millioenen-juf- frouw aangaat, deze zijn niet die van eene millionaire, want in do laatste dagen maakt zij alles te geide. Haar huisraad is bijna geheel verkocht, het geld besteedt zij voor brasserij. Niet lang zal het meer duren, of Trijntje zal op zijn, en dan opent Veen- hnizen wellicht voor haar zijne poorten. De onthutste Parijzonaars zien na de laatste aan slagen overal dynarnietbomraen en helsche werktui gen. Zoo bespeurde eergisteren zekere Duraud, bij een architect in dienst, bij den muur van een wascb- huis in de avenue des Ternes een kegelvormig me- talon cylindertje dat hem hoogst verdacht toescheen. Hij begaf zich naar een wapensraid en beiden namen mot de uiterste behoedzaamheid het dood en verderf dreigend voorwerp op en brachten het naar het naast bijzij nde bureau van politie, den commissaris ver zoekende het naar het Gemeentelijk Laboratorium ten onderzoek te willen zenden. De commissaris bekeek het en draaide het om en' om, schroefde het open en vond een pijp kosmetiek. Een aardig geval had dezer dagen te Parijs met den rekenaar Inandi plaats. Hem was gevraagd welke dag het den 8sten November 1836 was ge weest en hij antwoorddeDinsdag. De vrager echter verklaarde, dat hij zich vergiste en verwedde er 100 fres. onder. Onmiddellijk werd de redactie der Debats door middel van de telephoon verzocht den datum te vergelijken en tot zijne verrassing en teleurstelling moest de wedder vernemen, dat Inandi volkomen gelijk had. „De l'audaco et encoro de 1'audaoo," noemde Danton het middel om te komen waar men wezen wil. Eene toepassing van dat beginsel [zag men dezer dagen voor een Fransch gerechtshof. Dezer dagen werd voor het hof van assises te Parijs de zaak behandeld van zekeren Chrétien, die getracht had een reiziger iu den spoortrein te ver moorden. Bij zijne verdediging beweerde Chrétien, dat hij slechts gehandeld had in een oogenblik van waanzin en $en ijverig werkman was. Ten bewijze daarvan beriep hij zich bij herhaling op zijn kistje het aan notaris Rébénrc in bewaring te hebben ge geven, weder teruggenome? en waarom had bij het toen niet vernietigd of gewijzigd De tijd verliep en de bei voor het middagmaal kwam hem verrassen, alvorens hij eon antwoord had gevonden, op de vragen, die in zijn hoofd door elkander warden. Barinc ging naar beneden hij trachtte zich gQod te houden, opdat zijn vrouw en dochter niets van zijn bekommering zouden gewaar worden, want on danks de verwarring in zijn denkbeelden, had hij er een duidelijk besef van, dat hij beter zou doen, met er niet over te spreken, alvorens hij>e«B ver klaring gevonden had. Hij legde dus het testament weder in do lade, nu echter tusschen de bladen van een notarieele acte verborgenen begaf zich naar de eetzaal, waar zijn vrouw en dochter verwonderd op hem zaten te wach ten hij had dan ook anders de gewoonte, altijd het eerste binnen te zijn, zoowel omdat*, sinds hun vesti ging te Ourteau, zijn ferme eetlust van vroeger we der was teruggokeerd, alsook omdat de uren van het middagmaal voor hem de aangenaamste en de ge- zelligète van den geheelen dag waren. Ik was juist van plan om u te halen, zeide Anie. Heb je vandaag geen honger? vroeg mevrouw Barinc. Waarom zou ik geen eetlust hebben Dat kon ik dan .vragen. {Wordt vervolgd.) met gereedschappen, dat verzegeld op do tafel in do gerechtszaal stond. De president kwam op het denkbeeld om dit kistje, dat' voor de onschuld ran den beklaagde getuigen moest, te doen openen. Mon vond er iuallerlei voorwerpen, die in- brekers bij hun bedrijf plegen te gebruiken. De verklaring, die Crétien gaf van de diensten die ze hem, don ijverigen werkman bewezen, werd door den rechter niet aangenomen. Het Openbaar Ministerie eischte de doodstraf; de rechter veroordeolde hem tot twintig jaar dwangarbeid. De lijkschouwing ingevolge de Engelsche wet over de lichamen der vermoorde vrouw en kinderen te Rainhill bij Liverpool gehouden, bracht het volgende aan het licht. De moordenaar heet niet Williams, maar Frederick Bailey Deeming. Hij is geboren te Birkenhead, waar nog twee broeders van hem wonen, beide ma chinisten. De een is gehuwd met eene zuster der vermoorde vrouw, de wettige echtgenoot van Deeming, die thans in Australië in hechtenis is. In Februari van 1881 waren zjj gehuwd. Kort daarna vertrokken zij naar Melbourne en keerden in April van verlo- den jaar ic Engeland terug met vier kinderen. De vrouw had voor eene Engelsche buitengewoon zwart 'naar en en donker uitzicht, varulnar dat vreem den haar voor eene mulattin hielden. Zij was 39 jaren toen zij vermoord werd en de vier kinderen: negen, zeveD, vijf jaren en achttien maanden. De twee oudste en de jongste waren meisjes, de vijfja- rige een jongen. De twee broeders van den moordenaar kwamen f te Rainhill, toen zij uit de nieuwsbladen vau de j ontdekking in de villa vernomen hadden. Zij her kenden de lijken. Voor de jury van den lijkschou wer vertelde de oudste al schreiend, dat hij reeds zeven maanden geleden van de misdaad had ge droomd. Toen hij op weg ging wist hij wat hij in de villa zien zou. //Wat meent gij daarmede vroeg een dor gezworenen. «Ik zag het alles in mijno droomen," was het antwoord. Uit alles blijkt, dat de moorden lang to voren beraamd waren, maar de meening, dat de moordenaar Jack the Ripper zou zijn, is raindor waarschijnlijk geworden, daar men thans weet waar Deeming in dertijd van Zaterdag tot Maandag vertoefde, nl. niet te Londeir zooals hij zeide, maar bij zijne vrouw, die toen met hare kinderen te Birkonhead was. Uit Australië wordt bericht dat Doeming gisteren te Perth, in Westelijk Australië zou aankomen, n.aar dat het door den grooten afstand nog wel veertien dagen zou duren, alvorens hij to Melbourne zou ziin .gebracht. Met het oog op do aanhangige quaestie van hot liaagsche Krankzinnigengesticht verdient lezing de volgende advertentie in het „Zondagsblad" De ondergeteekende, gedurende bijna l'/g jaar Opzichteres in het Krankzinnigengesticht te 's-Gra- venhage, is door H. H. Regenten plotseling ontsla gen, nadat zij in zake de handelingen, die in dat Gesticht voorvallen, in haar verhoor voor den In specteur voor het Staatstoezicht op Krankzinnigen, de gaarheid en niets dan de waarheid heeft ver klaard. Bij haar vertrek werden haar door den Directeur de woorden toegevoegd «Wie een kuil graaft voor haar superiouren, valt er zelf in.# Zij verzoekt thans ten spoedigste plaatsing, hetzij in eene Inrichting of wel ter particuliere verpleging bij eene Dame. Als aanbeveling moge dienen Bare werkzaamheid als Hoofdoppasseres gedurende acht jaren in het Gesticht te Meerenberg. Voorts zijn vele achtenswaardige en geloofwaardige persouen (buiten het Gesticht te 's-Gravenhage) gaarne bereid inlichtingen te geven omtrent karakter en geschiktheid tot Verpleging. Wed. J. BERTEL, geb. DE ROOS. Adtes voor Amsterdam bij ALBRACHT Co., Boekhandelaars, Kalverstraat. In de laatste zitting der Frai^che Academie van Wetenschappen besprak de Heer Gustavo Trouvé een nieuw systeem van 'zeevaart van zijne vinding, waarbij de voortstuwende kracht enkel en alleen Derust op eene eloctrische drijvende batterij, welke met het schip verbogden is, terwijl de wijze, waarop die kracht het schip voortbeweegt, geheel willekeurig kan zyiK Volgens een-bèriebt van het patent- en technisch bureau van Richard Liiders, te Görlitz, deed Trouvé hij eene eerste proef in 't klein de verrassende ont dekking, dat zinken en koperen platen, in zeewater godompeid, een veel sterkeren stroom opleveren, dan bij indompeling in kunstmatige zout-oplossingon. Zelfs vertoonden de wateren van verschillende zeeën eene verschillende electrischo energie (arbeidsverino- gen,) b. v. de Middellandsche Zee eene hoogere dan de Atlantische Oceaan. Zoo gelukte het hem bij indompeling van platen 60 Watt (6 Volt X 10 Ampère) per M2 te verkrijgen. Bij eene drijvende batterij van 100 M. lengte, 16 M. breedte en 4 M. diopgang had hij, volgens zijne berekening, een werkzaam oppervlak beschikbaar van 64,000 M2, waarmee hij dus 64,000 X ®0 Watt. of 64,000 X 60 740 =2 5000 paardekrachton kon verkrijgen. Dergelijke [drijvende batterijen van vorschillende paardekraoht konden in de havens beschikbaar worden gesteld. In 't vervolg zouden dan de schepen slechts .door geleidingskabels en trossen met de verlangde batterij behoeven verbonden te wordep, terwijl de snelheid der schepen aanzienlijk zou worden ver hoogd. Van den allertreurig sten toestand, waarin het on derwijs zich in de Zuid-Afrikaausche Republiek be vindt hebben wij reeds herhaaldelijk verschillende staaltjes medegedeeld. Prof. Mansvelt, de nieuwe superintendant van onderwijs, is thans krachtig werkzaam om bestaande misbruiken op te heffen en allerlei nieuwe maatregelen in te voeron. Aan ver schillende scholen heeft hij Staatssubsidie ontnomen, omdat zij Diet behoorlijk de voorwaarden nakwamen, waaronder haar dat was verleend. Ook is het Prof. Mansvelt gelukt om gedaan te krijgen, dat in stre ken, waar de groote meerderheid der bevolking Engelsch spreekt, deD kinderen voortaan schoolon derwijs in het Hollandsch wordt gegeven, zoodra zij de laagste klasse hebben verlaten. Eindelijk heeft hij nog weten te bewerken, dat de gelden, voor een Transvaalsche Universiteit bestemd, aangewend zullen worden voor eene reeds bestaande inrichting van onderwijs, die op dozelfde leest zal worden geschoeid als het indertijd door Prof. Mansvelt bestuurde //College# te Bloemfontein. Sterke levenskracht van een plant. Den 10 Juni 1882 zond de diereuhandelaar Reiche te Alfeld, aan hot museum van natuurlijke historie te Brunswijk een uitwendig volkomen levenloos en verdroogd exem plaar van de „olifautsvoetplant# Testudinaria elepan- tipes), die uit Zuid-Afrika medegebracht was en, naar men beweerde, nog levensvatbaar zou zijn. Van de plaut waren, het op de wijze van een schilpad pantser met dikke borstschubben bedekte onderste stengelgedeelte en eenige geknikte en aan do punten beschadigde wortelen behouden gebleven. Daar het den directeur dor inrichting, prof. Blasius zeer onwaarschijnlijk voorkwam, dat de plant nog zou leven, doch aan den andereu kant het exemplaar voor het museum waarde had we£Éket in de botanische afdeeling van het museum goplaatst. In oen aauhou dend aan het licht blootgesteld en verwarmd vertrek bleef het tot aan het eind van September 1883 ge heel onveranderd. Maar den 10 Oct. ontdekte men er aan een wel is waar zwak ontwikkelde en zeer gewonde, maar toch volkomen gevormde loot, die meer dan 50 cent. lang was. Dit is geschied, nadat de plant onder de ongunstige omstandigheden 16 maanden lang in een glazen kast had gelegen en zonder dat zij ten laatste onder gunstiger omstan- digheden gebracht was geworden. Daar de plant droog uit Zuid-Afrika aankwam, kan men aanne men dat zij vóór haar nieuwen wasdom ten minste anderhalf jaar aan hare natuurlijke levensvoorwaarden onttrokken is geweest. f In Eugelsche bladen worden weer klachten van een teleurgestelden landverhuizer naar Brazilië be sproken. Ongoveer 140 personen, zoo verhaalt de emigrant, vertrokken, verlokt door fraaie beloften van grondbezit en werk, uit Liverpool naar Rio de Janeiro maar alleqjA om te ervaren, dat men hen schandelijk bedrogen Md. Het schijnt, dat zij erger dan beesten behandeld zijn. Zij kregen voedsel, dat haast niet te eten was, werden op elkaar gepakt in vuile ver vallen schuren of moesten hier en daar in het open veld slapen, on zij werden onder de treurigste omstan digheden van hot eene eind des lands naar het andere gedreven. Ziekten en ontberingen richtten groote slachting aan onder de ongelukkigen en niet meer dan zeventig koerden huiswaarts- om hunne droeve geschiedenis mee te deelen, wellw voor andere laudverhuizers een aansporing tot voorzichtigheid en grondig onderzoek moge zijn. Uit het schrijven, door don heer A. baron van Dedenvtot de Standaard gericht, leidt de ff agenin- ger af, dat er iu den boezem der anti-revolutionaire club scheuring dreigt. Het^ blad wijst op het uitblijven van eeu ant woord vau de zijde der Kamerclub op de vraag van den voorzitter vaiT het centtaal-comité ovor de te volg'-n gedragslijn in deze nieuwe parlementaire periode. Dat de beide deelen der c'ub verschillend denken in gedragslijn, is iö het oog van het blad waarlijk niet te verwonderen. Reeds een half jaar is men bezig, om een antwoord te vinden op de vraag van het centraal-comité, en nog is men er niet mede gereed gekomen. Om de verdeeldheid niet aan het licht te doen komen, zwijgt meu maar op de gedane vraag. Waarom niet liever openlyk er voor uitgekomen, dat men het op vele punten niet eens kan worden? Het zou medewerken tot zuivering van den politie- ken dampkring. Laat wat niet bij elkander behoort dan uiteengaan en laat dit een begin zijn van een nieuwe partijformatie. Tegenover de opmerking van den heer van De- dem, «dat .de club het een ramp zon achten, als geostverwauten elkander op staatkundig gebied gin gen bestrijden," plaatst het blad de meening, dat men in menig opzicht geen geestverwant van elkaar is.^ En wat baat het nu, om een uitwendige een heid te bewaren, terwijl men toch innerlijk ver deeld is //Waarom, aldus vervolgt het blad, inaakt de droits zich niet los van de gauche en waarom voegen de heeren Roijaards van den Ham, De Beaufort (Wijk bij Duurstede) en nog enkele andere liberalen zich niet bij hen die thans do droito uitmaken der anti revolutionaire partij z/Het zou zoo wen8cholijk wezen en het gevolg daarvan zou zijn, dat de fractie—Bronsveld, zooals wij haar nu maar noemen zullen, of wil men liever de partij van de Vaderlanderdie thans de liberalen 9teunen, dit niet langer doeu zouden. Wij zijn er zedelijk van overtuigd, dat zij dan voortaan de man nen dier nieuwe partij zou aanbevelen. «Dat vele christenen zich aansluiten (doch or.zes inziens ten onrechte) bij de liberale partij, geschiedt alleen uit reactie tegen de anti-revolutionairen. Dat ziet men duidelijk uit hetgeen dezer dagen te Amers foort heeft -plaats gehad bij de verkiezing van een lid voor de Prov. Staten. Daar is nota bene de heer A. J. de Beaufoj-t (wonende te Leusden aan den Boom) de candidaat der liberalen. Wij' weten zeker, dat deze heer een afkeer heeft van de begin selen der revolutie on dat hij ook op politiek ge- bied rekening wil houden met (Je» HeereGod. Om dat deze heer zich een candidatuur liet welgevallen van de liberalen, daarom is hij zelf nog niet liberaal. Maar dit komt, omdat hij en andereu er niet toe kunnen besluiten om zich te voegen bij de anti- revol. partij. wUit gebrek aan een partij, waarmede men geheel sympatiseert on uit antipathie tegen de anti-rev. partij sluit meD zich dan maar aan bij de liberale, die zoovele tegeustrijdigo elementen in zich bevat. „Het zal de vraag zijn, of men in de club voort durend elke scheuring verhinderen kan. Wij hopen dit niet, maar zullen den dag zegenen, waarop een nieuwe partij tot stand komt, die ook op staatkun dig gebied Godo de eer wil geven, die hem toekomt en welke toch ook rekening houdt mot de eischen, die do tegenwoordige tijd aan het maatschappelijk leven stelt." Een tragisch-komisch document vormt do cataloges van de nalatenschap van Boulauger, die dezer dagen te Brussel verkocht zal wordenhet naspel van de Boulanger-verdwaasdheid. Als men uit de omgeving mag besluiten tot den man, is de held al zeer onbeduidend geweester zijn in de nalatenschap geen tien kunstvoorwerpen en eigenlijk niets merkwaardigs. Zeventien portretten van den generaal, geteekend, geschilderd, aquarel een achttal bouquetton roode anjelieren een dubbel raam met gedroogde anjelieren er tusschen eon eeresabel, een aantal eerediploma's dau wat wandel stokken en 'sigarenkokers, zakboekjes, portretstand aards, zever, dasspelden, een koffiekan, een revolver- etui, blakertjes voetstukken zonder beelden, enkel voddegoed. Als litteratuurBoulangers eigen bio graphie, de Prisons van Silvio Pellico, een bundel tje poëzie ']Les Tubereuses, de catalogus der kroondi- amanten, Frpnqais et Allemands van Dick de Lonlay, en wat kranten. „Kön onderofficiers- huishouden" zegt Darcourt in Figaro, en dit, met Boulanger's grafsc rift„Georges. 30 September 1891," is eigen lijk alles wat er van het Boulanger epos overblijft. De Duitsche Keizer komt waarschijnlijk reeds mor gen te Berlijn terug en dan zal de bestaande crisis kunnen opgelost worden. Algemeen wordt geloofd, dat'de minister eere- dienst werkelijk zal aftreden, want hij weigSt elke schikking, toaar dat de rijkskanselier Yori Capriri, op het dringend verzoek des keizers, zal afzien van zijn aanvraag ora ontslag, welke feitelijk ingediend en ook oprecht gemeend is. 'Na het langdurig on derhoud dat Prins Hendrik met den rijks kanselier had, is eerstgenoemde naar Hubertusstock vertrokken, ora don Keizer verslag te doen. Ook l

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2