BINNENLAND.
Bulténlanüsct) Overzicht.
gM
verliezen, zoolang zij in functie bleven. Maar
voor toekomstige onderwijzeressen achten wij
afzonderlijke betaling niet noodig, mits na
tuurlijk dit vak binnen het gewone kader valle.
Het is niet de eerste maal, dat wij aan deze
plaats de aandacht vestigen op deze quaestie
tot dusver zonder succes. Maar thans klemt het
bezwaar te meer, nu voor meisjes uit den be
schaafden stand de uitweg naar de 2e school
gesloten wordt. Voor haar is het uur van
tot 5 bijzonder lastig, omdat de etenstijd er
mede gemoeid is, terwijl daarenboven een zoo
Strenge cursus in de handwerken met nog
huistaak op den koop toe niet noodig is
voor meisjes, die nog eenige jaren voor de
borst hebben om zich op de school ook in dit
vak te oefenen. Naar wij meenen, wordt aan
dt le burgerschool zopveel prijs gesteld op
grondig haudwerkonderwijs, omdat de meeste
meisjes, die daar gaan, tot den burgerstand be
lmoren, waar de kinderen de school op 12 a
13-jarigen leeftijd vaarwel zeggen om zich bij
moeder in de huishouding te oefenen. De zaak
verandert echter, nu er zoovele meisjes ook zullen
zijn, die tot li, a 18 jarigen leeftijd op de
schoolbanken moeten doorbrengen en voor wie
het dus zeker niet noodig is, dat zij op 9 ja
rigen leeftijd daar reeds 6 uur per dag ver
blijven. Er zal wel een mouw aan te pas
sen zijn, hetzij door het bedoelde onderwijs
geheel binnen den gewonen schooltijd te bren
gen, hetzij dit vak te geven gedeeltelijk in
verplichte door alle te volgen lessen binnen
de schooluren en voor wie meer verlangen nog
facultatieve lessen na schooltijd.
Hier reeds begint de moeilijkheid, waarop
in de discussie van 1 Maart is gewezen en
die zich wel meer zal voordoen. Het bezwaar
namelijk van twee dingen te gelijk te willen.
De school Van Cittert zal eeue inrichting
moeten zijn voor eindonderwijs aan meisjes
die op 13-jarigen leeftijd volleerd zijn en dan
genoeg teerkost moeten hebben opgedaan voor
den levensweg, ook in practische handwerken,
en tevens van voorbereidend onderwijs voor
kinderen uit den beschaafden stand, die het
voorrecht genieten zich tot 17, 18 jaar aan
haar ontwikkeling te kunnen wijden en op
jeugdigen leeftijd nog niet in handwerken be
hoeven afgeëxeri^erd te zijn. Bij jongensscho
len bestaat dit bezwaar althans niet.
Wij onderwerpen deze opmerking aan het
oordeel der bevoegde schoolmannen. Ook aan
de aandacht van Dr. IJssel de Schepper, die
blijkens bl 30 van het Verslag zich niet kan
denken, dat wijziging van het leerplan-Cittert
een gevolg van zijn voorstel zijn zal en die
desnoods de onveranderlijkheid van dat leer
plan wel als voorwaarde zou willen aanvaar
den. Wij zijn stellig van oordeel, dat voortaan
bij het vaststellen van het leerplan der le bur-
„hij deze opdracht wel zal willen aanvaarden.
„Zoo is mijn testament, waarvan ik do uit
voering verkiaar als overeenkomstig mijn uiter
sten wil.
„Opgesteld te Ourteau, op Maandag elf No-
vember achttienhonderd-vier-en-zestig.
„Na lezing geteekend:
„Gaston Barinc."
VIII.
Hij had gelezen zinder op te houden, zonder adem
te halen, en zijn blik vloog van regel lot regel
maar weldra, zoodra hij begon to begrijpen, was hij
genoodzaakt geweest het blad papier op de schrijf
tafel te laten rusten, zoozeer beefde het tusschen
zijn vingers.
Dat was een verpletterende slag.
Na eenige oogenblikken van wezenloosheid begon
hij andermaal te lezen, nu lugzaam, woord voor
woordV
„Ik schenk en legateer aan Valentin Sixte.... het
„bezit van alle roerende en onroerende goederen,
„die ik zal bezitten op den dag van mijn overlijden."
Klaarblijkelijk was dit het testament, dat zijn
broeder aan don notaris Kébénac had in" be waf UIL'
gegeven en later terug genomen de dalnm bewees
dit zonder mogelijke ^tegenspraak.
Geen aarzeling, geen twijfel op dit punt; op oen
zeker oogenblik, dat hetwelk do datum van het
gerschool voor meisjes zal moeten gelet worden
ook op de behoeften en omstandigheden der
meisjes die later nog bij Mej. Bender moeten
komen anders kan de meerderheid in den raad
het verwijt niet ontgaan, dat zij geen rekening
houdt met de wenschen en rechten van het
meer gegoede deel der burgerij. Er is ech
ter ook een vraag van hygiene bjj betrok
ken. Van den medicus in den raad, die met
het plan-Schepper medeging zouden wjj gaarne
advies hooren of de bestaande regeling is in
het belang der jonge meisjes. Het komt ons
voor, dat bij deze gelegenheid aan eene jaren
lang bestaande fout eeu einde kan gemaakt
wordeu. Daarmede zal der jeugd een dienst
worden gedaan, terwijl het zeker de sympathie
van vele ouders voor de overigens voortreffe
lijke le Burgerschool, voor meisjes zal ver-
hoogen.
"GOUDA, 21 Maart 1892
De heer Oscar Carré is gisteren met zijn rechts
geleerden raadsman, mr. W. K. van der Breggeu,
naar Hannover vertrokken, om eene laatste poging
te doen tot minnelijke schikking der zaak betreffende
het ongeval te Kircblangern. Mocht die poging mis
lukken, dan vertrekken die heeren naar Berlijn, ten
einde een audiëntie bij den Keizer van Duitschland
voor te bereiden, om Z. M. op do hoogte te stellen
van de houding en de handelwijze van het spoorweg-
bestuur en in deze tusschenkorast van Z. M. in te
roepen.
Het spreekt van zelt, dat de invoering van -de
nieuwe tijdbepaling niet zonder verzet zal plaats heb
ben. In de Haarl. Ct. wordt, thans zelfs door een
inzender betwijfeld of de Regeering wel het recht
heeft om op 1 Mei alle klokken 20 minuton achter
te laten gaan. In verband hiormede herinnert hij,
dat Napoleon III den Parijschen tijd voor alle ge
meenten heeft willen invoeren, en er is van geko
men, dat men op de torenklokken twee minuutwij
zers heeft, den eenen met den uurwijzer den plaat
selijken middelbaren tijd aangevend, den anderen
(zwaar verguld) den Parijschen tijd wijzend. Althans
zoo was het twintig jaar geleden. Men kon alzoo
op het torenuurwerk den Napoleontischon tijd zien
maar men richtte zich er in het burgerlijke leven
niet naar. Wij mogen wel aannemen, concludeert
schrijver, dat irf het vrije Nederland een bestuur»
maatregel nj^ zal doorgaan, die onder bet despotisme
van den gewezen Franschen Koizer zelfs iu Frankrijk
geen ingang heeft kunnen, vinden.
Te Amsterdam woont, naar het D. v. N. mede
deelt, in de Nieuwe^.wgk, de Pijp genaamd, „eene
dame-* welke zmli betast met het afgeven vau gun
stige getuilefnosen a^n dienstmeisjes. Deze betalen
haar daarveor 2.§0, wat aan de dame een zeef"
aahzienlijk cinkojnen bezorgt.
't Is zeer verkeerd en mogelijk wel strafbaar,
hoewel niet zeker, dit hangt van den vorm afmaar
testament aangaf, had zijn broeder verlangd, dat de
kaptoin zijn universe?le erfgenaam zou zijn, en hij
had dien wil met eigen hand op het papier gebracht.
Maar verlangde hij dit nog eenige maanden later?
bewees het feit alleen, dat hij het testament van
den notaris had teruggevraagd, niet reeds, dat er
verandering was gekomen in zijn wensch?
Hij had een doel met het terugnemen van het
testament.
Welk doel?
Om het te verpietigen?
Om het te wijzigen?
Nog een derde geval aan te nemen scheen on-
noodig; een van beiden moest het ware zijn; maar
welke van de twee zoozeer de,|waar8cliijnlijkheid,
de billijkheid on de vereeniging van verschillende
voorwaarden voor zich had, dat hieruit een getuige
nis of oen bewijs kon worden ^fgeleid, was door
hem in den toestand van verwarring en ontsteltenis,
waarin hij zich op het oogenblik bevond, niet uit
te maken.
En werktuigelijk, zonder eigenlijk goed te weten
wat hij deed, beschouwde hij het testament en las
er hier en d «ar gedeelten van over, alsof het schrift
of derwijze van stellen hem een aanwijzing moest
geven, die hij volgen kon.
Maar geen licht ging. hem op zijn gedachten
dwaalden van de eene veronderstelling op de andere,
en steeds keerden zij terug op hot punt van uit
gang waaröm had zijn broeder het testament, na
als men in aaumorking neemt hoevele dames het met
do getuigenissen die zij geven zoo nauw niet nemen,
doet deze bewoneres van de Pijp slechts in 't groot,
wat vele andoren in 't klein doen.
Te Drachten woont de millioer.en-juffrouw Trijntje
de Jong, die gevangenisstraf onderging wegens op
lichterij, in het buitenland, o. a. te Keulen eo Bonn
gepleegd.
Trijntje laat in den laatston tijd weer van zich
spreien en is de last van de buren, straatmuzikan
ten geven des nachts in tare woning op haar ver
zoek concerten men brast en zingt zooveel men kan.
Thans begint de vroolijko juffrouw uitstapjes te 4
maken en steekt zich bij die gelegenheden in een
dracht, die de aandacht trekken moet.
Hare lievelingskleeding is een stemmig, zwart
gewaad witte voile en witte klompen
Zij offert dan veel aan //vergunning#, niet zelden
te veel, en is dan het voorwerp van bespotting der
dorpelingen en schooljeugd. Dinsdag jl. was zij te
Gorredijk zoo beschonken, dat twee mannon hanr
naar het tramstation moesten geleiden. Wat de
financieele aangelegenheden van do millioenen-juf-
frouw aangaat, deze zijn niet die van eene millionaire,
want in do laatste dagen maakt zij alles te geide.
Haar huisraad is bijna geheel verkocht, het geld
besteedt zij voor brasserij. Niet lang zal het meer
duren, of Trijntje zal op zijn, en dan opent Veen-
hnizen wellicht voor haar zijne poorten.
De onthutste Parijzonaars zien na de laatste aan
slagen overal dynarnietbomraen en helsche werktui
gen. Zoo bespeurde eergisteren zekere Duraud, bij
een architect in dienst, bij den muur van een wascb-
huis in de avenue des Ternes een kegelvormig me-
talon cylindertje dat hem hoogst verdacht toescheen.
Hij begaf zich naar een wapensraid en beiden namen
mot de uiterste behoedzaamheid het dood en verderf
dreigend voorwerp op en brachten het naar het naast
bijzij nde bureau van politie, den commissaris ver
zoekende het naar het Gemeentelijk Laboratorium
ten onderzoek te willen zenden. De commissaris
bekeek het en draaide het om en' om, schroefde het
open en vond een pijp kosmetiek.
Een aardig geval had dezer dagen te Parijs met
den rekenaar Inandi plaats. Hem was gevraagd
welke dag het den 8sten November 1836 was ge
weest en hij antwoorddeDinsdag. De vrager
echter verklaarde, dat hij zich vergiste en verwedde
er 100 fres. onder. Onmiddellijk werd de redactie
der Debats door middel van de telephoon verzocht
den datum te vergelijken en tot zijne verrassing en
teleurstelling moest de wedder vernemen, dat Inandi
volkomen gelijk had.
„De l'audaco et encoro de 1'audaoo," noemde
Danton het middel om te komen waar men wezen
wil. Eene toepassing van dat beginsel [zag men
dezer dagen voor een Fransch gerechtshof.
Dezer dagen werd voor het hof van assises te
Parijs de zaak behandeld van zekeren Chrétien, die
getracht had een reiziger iu den spoortrein te ver
moorden. Bij zijne verdediging beweerde Chrétien,
dat hij slechts gehandeld had in een oogenblik van
waanzin en $en ijverig werkman was. Ten bewijze
daarvan beriep hij zich bij herhaling op zijn kistje
het aan notaris Rébénrc in bewaring te hebben ge
geven, weder teruggenome? en waarom had bij het
toen niet vernietigd of gewijzigd
De tijd verliep en de bei voor het middagmaal
kwam hem verrassen, alvorens hij eon antwoord had
gevonden, op de vragen, die in zijn hoofd door
elkander warden.
Barinc ging naar beneden hij trachtte zich gQod
te houden, opdat zijn vrouw en dochter niets van
zijn bekommering zouden gewaar worden, want on
danks de verwarring in zijn denkbeelden, had hij
er een duidelijk besef van, dat hij beter zou doen,
met er niet over te spreken, alvorens hij>e«B ver
klaring gevonden had.
Hij legde dus het testament weder in do lade, nu
echter tusschen de bladen van een notarieele acte
verborgenen begaf zich naar de eetzaal, waar zijn
vrouw en dochter verwonderd op hem zaten te wach
ten hij had dan ook anders de gewoonte, altijd het
eerste binnen te zijn, zoowel omdat*, sinds hun vesti
ging te Ourteau, zijn ferme eetlust van vroeger we
der was teruggokeerd, alsook omdat de uren van het
middagmaal voor hem de aangenaamste en de ge-
zelligète van den geheelen dag waren.
Ik was juist van plan om u te halen, zeide Anie.
Heb je vandaag geen honger? vroeg mevrouw
Barinc.
Waarom zou ik geen eetlust hebben
Dat kon ik dan .vragen.
{Wordt vervolgd.)
met gereedschappen, dat verzegeld op do tafel in do
gerechtszaal stond. De president kwam op het
denkbeeld om dit kistje, dat' voor de onschuld
ran den beklaagde getuigen moest, te doen openen.
Mon vond er iuallerlei voorwerpen, die in-
brekers bij hun bedrijf plegen te gebruiken. De
verklaring, die Crétien gaf van de diensten die ze
hem, don ijverigen werkman bewezen, werd door
den rechter niet aangenomen.
Het Openbaar Ministerie eischte de doodstraf; de
rechter veroordeolde hem tot twintig jaar dwangarbeid.
De lijkschouwing ingevolge de Engelsche wet over
de lichamen der vermoorde vrouw en kinderen te
Rainhill bij Liverpool gehouden, bracht het volgende
aan het licht.
De moordenaar heet niet Williams, maar Frederick
Bailey Deeming. Hij is geboren te Birkenhead,
waar nog twee broeders van hem wonen, beide ma
chinisten. De een is gehuwd met eene zuster der
vermoorde vrouw, de wettige echtgenoot van Deeming,
die thans in Australië in hechtenis is. In Februari
van 1881 waren zjj gehuwd. Kort daarna vertrokken
zij naar Melbourne en keerden in April van verlo-
den jaar ic Engeland terug met vier kinderen.
De vrouw had voor eene Engelsche buitengewoon
zwart 'naar en en donker uitzicht, varulnar dat vreem
den haar voor eene mulattin hielden. Zij was 39
jaren toen zij vermoord werd en de vier kinderen:
negen, zeveD, vijf jaren en achttien maanden. De
twee oudste en de jongste waren meisjes, de vijfja-
rige een jongen.
De twee broeders van den moordenaar kwamen
f te Rainhill, toen zij uit de nieuwsbladen vau de
j ontdekking in de villa vernomen hadden. Zij her
kenden de lijken. Voor de jury van den lijkschou
wer vertelde de oudste al schreiend, dat hij reeds
zeven maanden geleden van de misdaad had ge
droomd. Toen hij op weg ging wist hij wat hij in
de villa zien zou. //Wat meent gij daarmede
vroeg een dor gezworenen. «Ik zag het alles in
mijno droomen," was het antwoord.
Uit alles blijkt, dat de moorden lang to voren
beraamd waren, maar de meening, dat de moordenaar
Jack the Ripper zou zijn, is raindor waarschijnlijk
geworden, daar men thans weet waar Deeming in
dertijd van Zaterdag tot Maandag vertoefde, nl. niet
te Londeir zooals hij zeide, maar bij zijne vrouw,
die toen met hare kinderen te Birkonhead was.
Uit Australië wordt bericht dat Doeming gisteren
te Perth, in Westelijk Australië zou aankomen, n.aar
dat het door den grooten afstand nog wel
veertien dagen zou duren, alvorens hij to Melbourne
zou ziin .gebracht.
Met het oog op do aanhangige quaestie van hot
liaagsche Krankzinnigengesticht verdient lezing
de volgende advertentie in het „Zondagsblad"
De ondergeteekende, gedurende bijna l'/g jaar
Opzichteres in het Krankzinnigengesticht te 's-Gra-
venhage, is door H. H. Regenten plotseling ontsla
gen, nadat zij in zake de handelingen, die in dat
Gesticht voorvallen, in haar verhoor voor den In
specteur voor het Staatstoezicht op Krankzinnigen,
de gaarheid en niets dan de waarheid heeft ver
klaard.
Bij haar vertrek werden haar door den Directeur
de woorden toegevoegd «Wie een kuil graaft voor
haar superiouren, valt er zelf in.#
Zij verzoekt thans ten spoedigste plaatsing, hetzij
in eene Inrichting of wel ter particuliere verpleging
bij eene Dame.
Als aanbeveling moge dienen Bare werkzaamheid
als Hoofdoppasseres gedurende acht jaren in het
Gesticht te Meerenberg.
Voorts zijn vele achtenswaardige en geloofwaardige
persouen (buiten het Gesticht te 's-Gravenhage)
gaarne bereid inlichtingen te geven omtrent karakter
en geschiktheid tot Verpleging.
Wed. J. BERTEL,
geb. DE ROOS.
Adtes voor Amsterdam bij ALBRACHT Co.,
Boekhandelaars, Kalverstraat.
In de laatste zitting der Frai^che Academie van
Wetenschappen besprak de Heer Gustavo Trouvé
een nieuw systeem van 'zeevaart van zijne vinding,
waarbij de voortstuwende kracht enkel en alleen
Derust op eene eloctrische drijvende batterij, welke
met het schip verbogden is, terwijl de wijze, waarop
die kracht het schip voortbeweegt, geheel willekeurig
kan zyiK
Volgens een-bèriebt van het patent- en technisch
bureau van Richard Liiders, te Görlitz, deed Trouvé
hij eene eerste proef in 't klein de verrassende ont
dekking, dat zinken en koperen platen, in zeewater
godompeid, een veel sterkeren stroom opleveren, dan
bij indompeling in kunstmatige zout-oplossingon.
Zelfs vertoonden de wateren van verschillende zeeën
eene verschillende electrischo energie (arbeidsverino-
gen,) b. v. de Middellandsche Zee eene hoogere dan
de Atlantische Oceaan. Zoo gelukte het hem bij
indompeling van platen 60 Watt (6 Volt X 10
Ampère) per M2 te verkrijgen. Bij eene drijvende
batterij van 100 M. lengte, 16 M. breedte en 4 M.
diopgang had hij, volgens zijne berekening, een
werkzaam oppervlak beschikbaar van 64,000 M2,
waarmee hij dus 64,000 X ®0 Watt. of 64,000
X 60 740 =2 5000 paardekrachton kon verkrijgen.
Dergelijke [drijvende batterijen van vorschillende
paardekraoht konden in de havens beschikbaar worden
gesteld. In 't vervolg zouden dan de schepen slechts
.door geleidingskabels en trossen met de verlangde
batterij behoeven verbonden te wordep, terwijl de
snelheid der schepen aanzienlijk zou worden ver
hoogd.
Van den allertreurig sten toestand, waarin het on
derwijs zich in de Zuid-Afrikaausche Republiek be
vindt hebben wij reeds herhaaldelijk verschillende
staaltjes medegedeeld. Prof. Mansvelt, de nieuwe
superintendant van onderwijs, is thans krachtig
werkzaam om bestaande misbruiken op te heffen en
allerlei nieuwe maatregelen in te voeron. Aan ver
schillende scholen heeft hij Staatssubsidie ontnomen,
omdat zij Diet behoorlijk de voorwaarden nakwamen,
waaronder haar dat was verleend. Ook is het Prof.
Mansvelt gelukt om gedaan te krijgen, dat in stre
ken, waar de groote meerderheid der bevolking
Engelsch spreekt, deD kinderen voortaan schoolon
derwijs in het Hollandsch wordt gegeven, zoodra zij
de laagste klasse hebben verlaten. Eindelijk heeft
hij nog weten te bewerken, dat de gelden, voor een
Transvaalsche Universiteit bestemd, aangewend zullen
worden voor eene reeds bestaande inrichting van
onderwijs, die op dozelfde leest zal worden geschoeid
als het indertijd door Prof. Mansvelt bestuurde
//College# te Bloemfontein.
Sterke levenskracht van een plant. Den 10 Juni
1882 zond de diereuhandelaar Reiche te Alfeld, aan
hot museum van natuurlijke historie te Brunswijk
een uitwendig volkomen levenloos en verdroogd exem
plaar van de „olifautsvoetplant# Testudinaria elepan-
tipes), die uit Zuid-Afrika medegebracht was en,
naar men beweerde, nog levensvatbaar zou zijn. Van
de plaut waren, het op de wijze van een schilpad
pantser met dikke borstschubben bedekte onderste
stengelgedeelte en eenige geknikte en aan do punten
beschadigde wortelen behouden gebleven.
Daar het den directeur dor inrichting, prof. Blasius
zeer onwaarschijnlijk voorkwam, dat de plant nog zou
leven, doch aan den andereu kant het exemplaar voor
het museum waarde had we£Éket in de botanische
afdeeling van het museum goplaatst. In oen aauhou
dend aan het licht blootgesteld en verwarmd vertrek
bleef het tot aan het eind van September 1883 ge
heel onveranderd. Maar den 10 Oct. ontdekte men
er aan een wel is waar zwak ontwikkelde en zeer
gewonde, maar toch volkomen gevormde loot, die
meer dan 50 cent. lang was. Dit is geschied, nadat
de plant onder de ongunstige omstandigheden 16
maanden lang in een glazen kast had gelegen en
zonder dat zij ten laatste onder gunstiger omstan-
digheden gebracht was geworden. Daar de plant
droog uit Zuid-Afrika aankwam, kan men aanne
men dat zij vóór haar nieuwen wasdom ten minste
anderhalf jaar aan hare natuurlijke levensvoorwaarden
onttrokken is geweest. f
In Eugelsche bladen worden weer klachten van
een teleurgestelden landverhuizer naar Brazilië be
sproken. Ongoveer 140 personen, zoo verhaalt de
emigrant, vertrokken, verlokt door fraaie beloften van
grondbezit en werk, uit Liverpool naar Rio de Janeiro
maar alleqjA om te ervaren, dat men hen schandelijk
bedrogen Md. Het schijnt, dat zij erger dan beesten
behandeld zijn. Zij kregen voedsel, dat haast niet
te eten was, werden op elkaar gepakt in vuile ver
vallen schuren of moesten hier en daar in het open
veld slapen, on zij werden onder de treurigste omstan
digheden van hot eene eind des lands naar het andere
gedreven.
Ziekten en ontberingen richtten groote slachting
aan onder de ongelukkigen en niet meer dan zeventig
koerden huiswaarts- om hunne droeve geschiedenis
mee te deelen, wellw voor andere laudverhuizers een
aansporing tot voorzichtigheid en grondig onderzoek
moge zijn.
Uit het schrijven, door don heer A. baron van
Dedenvtot de Standaard gericht, leidt de ff agenin-
ger af, dat er iu den boezem der anti-revolutionaire
club scheuring dreigt.
Het^ blad wijst op het uitblijven van eeu ant
woord vau de zijde der Kamerclub op de vraag van
den voorzitter vaiT het centtaal-comité ovor de te
volg'-n gedragslijn in deze nieuwe parlementaire
periode. Dat de beide deelen der c'ub verschillend
denken in gedragslijn, is iö het oog van het blad
waarlijk niet te verwonderen. Reeds een half jaar
is men bezig, om een antwoord te vinden op de
vraag van het centraal-comité, en nog is men er
niet mede gereed gekomen. Om de verdeeldheid
niet aan het licht te doen komen, zwijgt meu maar
op de gedane vraag.
Waarom niet liever openlyk er voor uitgekomen,
dat men het op vele punten niet eens kan worden?
Het zou medewerken tot zuivering van den politie-
ken dampkring. Laat wat niet bij elkander behoort
dan uiteengaan en laat dit een begin zijn van een
nieuwe partijformatie.
Tegenover de opmerking van den heer van De-
dem, «dat .de club het een ramp zon achten, als
geostverwauten elkander op staatkundig gebied gin
gen bestrijden," plaatst het blad de meening, dat
men in menig opzicht geen geestverwant van elkaar
is.^ En wat baat het nu, om een uitwendige een
heid te bewaren, terwijl men toch innerlijk ver
deeld is
//Waarom, aldus vervolgt het blad, inaakt de droits
zich niet los van de gauche en waarom voegen de
heeren Roijaards van den Ham, De Beaufort (Wijk
bij Duurstede) en nog enkele andere liberalen zich
niet bij hen die thans do droito uitmaken der anti
revolutionaire partij
z/Het zou zoo wen8cholijk wezen en het gevolg
daarvan zou zijn, dat de fractie—Bronsveld, zooals
wij haar nu maar noemen zullen, of wil men liever
de partij van de Vaderlanderdie thans de liberalen
9teunen, dit niet langer doeu zouden. Wij zijn er
zedelijk van overtuigd, dat zij dan voortaan de man
nen dier nieuwe partij zou aanbevelen.
«Dat vele christenen zich aansluiten (doch or.zes
inziens ten onrechte) bij de liberale partij, geschiedt
alleen uit reactie tegen de anti-revolutionairen. Dat
ziet men duidelijk uit hetgeen dezer dagen te Amers
foort heeft -plaats gehad bij de verkiezing van een
lid voor de Prov. Staten. Daar is nota bene de
heer A. J. de Beaufoj-t (wonende te Leusden aan
den Boom) de candidaat der liberalen. Wij' weten
zeker, dat deze heer een afkeer heeft van de begin
selen der revolutie on dat hij ook op politiek ge-
bied rekening wil houden met (Je» HeereGod. Om
dat deze heer zich een candidatuur liet welgevallen
van de liberalen, daarom is hij zelf nog niet liberaal.
Maar dit komt, omdat hij en andereu er niet toe
kunnen besluiten om zich te voegen bij de anti-
revol. partij.
wUit gebrek aan een partij, waarmede men geheel
sympatiseert on uit antipathie tegen de anti-rev.
partij sluit meD zich dan maar aan bij de liberale,
die zoovele tegeustrijdigo elementen in zich bevat.
„Het zal de vraag zijn, of men in de club voort
durend elke scheuring verhinderen kan. Wij hopen
dit niet, maar zullen den dag zegenen, waarop een
nieuwe partij tot stand komt, die ook op staatkun
dig gebied Godo de eer wil geven, die hem toekomt
en welke toch ook rekening houdt mot de eischen,
die do tegenwoordige tijd aan het maatschappelijk
leven stelt."
Een tragisch-komisch document vormt do cataloges
van de nalatenschap van Boulauger, die dezer dagen
te Brussel verkocht zal wordenhet naspel van de
Boulanger-verdwaasdheid.
Als men uit de omgeving mag besluiten tot den
man, is de held al zeer onbeduidend geweester zijn
in de nalatenschap geen tien kunstvoorwerpen en
eigenlijk niets merkwaardigs. Zeventien portretten
van den generaal, geteekend, geschilderd, aquarel
een achttal bouquetton roode anjelieren een dubbel
raam met gedroogde anjelieren er tusschen eon
eeresabel, een aantal eerediploma's dau wat wandel
stokken en 'sigarenkokers, zakboekjes, portretstand
aards, zever, dasspelden, een koffiekan, een revolver-
etui, blakertjes voetstukken zonder beelden, enkel
voddegoed. Als litteratuurBoulangers eigen bio
graphie, de Prisons van Silvio Pellico, een bundel
tje poëzie ']Les Tubereuses, de catalogus der kroondi-
amanten, Frpnqais et Allemands van Dick de Lonlay,
en wat kranten. „Kön onderofficiers- huishouden"
zegt Darcourt in Figaro, en dit, met Boulanger's
grafsc rift„Georges. 30 September 1891," is eigen
lijk alles wat er van het Boulanger epos overblijft.
De Duitsche Keizer komt waarschijnlijk reeds mor
gen te Berlijn terug en dan zal de bestaande crisis
kunnen opgelost worden.
Algemeen wordt geloofd, dat'de minister eere-
dienst werkelijk zal aftreden, want hij weigSt elke
schikking, toaar dat de rijkskanselier Yori Capriri,
op het dringend verzoek des keizers, zal afzien van
zijn aanvraag ora ontslag, welke feitelijk ingediend
en ook oprecht gemeend is. 'Na het langdurig on
derhoud dat Prins Hendrik met den rijks
kanselier had, is eerstgenoemde naar Hubertusstock
vertrokken, ora don Keizer verslag te doen. Ook
l