’S
ros
BAK
1892.
K° 4791.
BINNENLAND.
.drukte
uis,
Woensdag 23 Maart.
en
FEUILLETON
TTit Ixet Leven.
i en Zn.
jnderwijs.
.TER,
ndergoed,
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
1
SM
I
t
aal.
0 door
edailles
k.
.Vana, enz.
ij kleine hoe-
Mr. J. G. N. de Hoop Scheffer.
C. Petri.
C, G. Reijnders.
De Inzending van advertentiön kan geschieden tot een »ur des namiddags van den dag der uitgave.
Alz-iaderlyke Nommere VIJF CENTEN.
i
somber maakt.
{Naar het Fr.ansch.)
TWEEDE GEDEELTE.
VIII.
.digde Tabak.
1KMAN &ZOON.
De prjja f"r drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
;er eene school
de toegelaten,
het hoofd der
Bovendien worden alle Advertentiën gratie
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
'twelk des Maandags verschijnt.
loemde School
met 1 APRIL
kunnen ge-
3,
'ESTONS.
ij kin-
irrhée,
aar in
lorzien
van de
1ATRA puik
OMBLAD en
Bureau dezer
wat je hindert, zeide
heruam mevrouw, als
mendaal I. 19.
BESTUUR.
GOUDSCHE COURANT.
In liet Hoog Heemraadschap Schieland zullen op
den Isti n April a. s. te Moordrecht on te Overschie
verkiezingen plaats hebben van een Hoofd-Ingeland
en een Hoofd-Ingeland-plaatsvervanger ter vervulling
der vacatures ontstaan door het overlijden van de
heeren J. J. Snel en G. Barendrecht N.Rz.
ADVERTENTIEN worden geplaatst
-van 1 5 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
A bh. de Haan Antz.
J. M. van Bosse.
M. J. IJZERMAN.
J. H. HiNsq.
A. L. Roest.
Mod verzoekt plaatsing voor de volgende raede-
deeling
Bij de loopende geruchten omtrent de verliezen,
die de onderwijzersspaarbank door de handelingen
van den notaris Bonnerman zou hebben geleden, zagen
de deelhebbers zeker reeds naar eenig geruststellend
bericht van de directie en hoeren commissarissen uit.
Dat dit tot dusver achtywege bleef werd veroor
zaakt, doordien men zich eerst zooveel mogelijk op de
hoogte wilde stellen van den aard en den omvang dier
handelingen. Thans geven zij als hunne vaste, ook op
ingewonnen rechtskundig advies berustende overtuiging voor.
te kennen, dat niet de «paarbank maar eenige harer I bekende
debiteuren de slachtoffers zijn géworden van ge
noemden notaris en dat het kapitaal der spaarbank
daardoor niet wordt getroffen. Een hernieuwd on
derzoek, door deskundigen ingesteld naar de waarde
der onderpanden in verband met de daarop te onzen
behoeve rustende hypotheken, gaf een geheel bevre
digend resultaat.
Zij vertrouwen ondertusschon 'b’t de deelhebbers
niet, door ongegronde vrees gedt/.en, door te tal
rijke of te groote opvragen in deze de taak der
directie zullen bemoeilijken en haar daardoor in de
noodzakelijkheid brengen om gebruik te maken van
de vrijheid, baar toegekend bij art. 4 van het regle
ment
GOUDA, 22 Maart 1892.
Vrijdag 25 Maart e. k. zal ic de Sociëteit Z/Ons
Genoegen” weder eene tooneelvoorstelling plaats
hebben van het Hollandsch Tooneelgezelschap van
Gebr. van Lier te Amsterdam.
Opgevoerd wordt Hans Jubgen of het Parelsnoer
Drama in 3 afd uit het Hoogduitsch van Carl von
Holtei. De hoofdrol wordt vervuld door den heer
Frits Bouwmeester. Voorts treden op de hh. Bigot,
Chrispijn, v. Sprinkhuijsen, Koster, Jurgens en de
dames Kleij, André, Cohen enz. enz
Daar de voorstelling van verleden week blijkbaar
nogal in den smaak is gevallen van het Goudsche
toubliek, zal zeker met genoegen worden vernomen
dat dezelfde artisten opnieuw hier zullen optreden.
terug.
Zult ge nu eindelijk eens iets zeggen? niemand
kan ons hier beluisteren.
Wat moet ik zeggen?
Wat je zoo afgetrokken en
Ik heb niets wat mij hiudert.
Waarom ben je dan niet zooals gewQonlijk
Ik weet niet, wat je voor bijzonders aan
mij ziet.
Och wat 1 Je hebt niets gegeten, en er wa
ren ©ogenblikken, waarin je doelloos voor je* uit zat
te starendat beteekent toch wel iets. Wanneer
men ruim twintig jaar met elkander heeft doorge
maakt,, dan begint men 'elkaar te kennen, en de
oogen hebben loeren zien. Terwijl ik je daarstraks
aan tafel gadesloeg, las ik op je gelaat diezelfde
uitdrukking van onrust, die ik er zoo dikwijls op
heb gezien, in de eersts jaren van ons huwelijk,
toen je strijd voerdet tegen SauvnP en niet wist of
hij je den volgenden dag misschien niet heelemaal
zou hebben ten onder gebracht.
Deukje, dat ik, uu over Sauval zit te peinzen
Neen, maar dat jujemt niet weg, dat ik van
daag op je gelaat deWfde angstige uitdrukking
heb gelezen, als toen je begreep verloren te zijn en
mij je vrees trachtte te verbergen. Daarom wil \k
weten, wat er is.
Barinc kort evenwel niet ronduit de waarheid I
zeggen. i
Indien je goed hebt gezien, antwoordde hij, scheelt
Over de 6e soirée voor Kamermuziek, Zaterdag
avond in hot Concertgebouw te Amsterdam gegeven,
waar een nieuw werk van onzen vroegeren stadge
noot, den heer 8. van Milligen, werd ten gehoore
gebracht schrijft men aan de N. Rott. Ct. het vol
gende
Het programma was wat het vocale deel betreft,
zeer verscheiden. Eerst hoorden wij een negental
Roemeensche liederen voor mezzo-sopraan, baryton en
piano door 8. van Milligen, woorden van Fiore della
Nevedaarna Beethoven’s Liederkreis An die terne
Geliebte on ten slotte Brahm's duetten (op. 28) voor
mezzo-sopraan eu baryton. Wat de Roemeensche 1
liederen betreft, de tekst komt mij niet gelukkig
Een gedicht als het volgende maakt zelfs het
j ce que l on ne dit pas-on le chante te schande,
want zelfs de mooiste zang kan het niet redden
Moeder heeft mij naar ’t bosch gezonden,
Dat jk haar versche kruiden bracht,
Kruiden heb ik er niet gevonden.
Aan kruiden heb ik niet gedacht.
Want ik heb er mijn lief gevonden
Die er mij ird’ren dag nu wacht
’k Heb de mand er bij verloren
’k Zal wat hooron 1
Zij zal mij slaan maar geen verdriet
Ik heb een Jjief en zij weet het niet
O zeker, dit rijm is duidelijk en klaar maar zoo
hopeloos banaal, dat het hoogstens geschikt is om
de inspiratie van den toonkunstenaar te dooden. De
heer Vau Milligen heeft nochtans de zaak aange
durfd, maar hij deed het niet ongestraft. Wie deze
rijmelarij neemt voor hetgeen zij is, zou eene een
voudige, landelijke melodie verwachten. Doch blijk
baar heeft de componist het banale van het portret
hopen te redden door het te steken in een met
allerlei roelismen versierd gewaad, met het go volg
dat het lied geforceerd en in den mond van een
landmeisje zoo gekunsteld mogelijk ^klinkt. Hoewel
wij te doen hebben met een cyclus van veertien lie
deren, is het verband tusschen de nommers niet altoos
gemakkelijk te volgen en ontvouwen zy allerminst
een voorval, waarvan men het beloop met belang
stelling volgt. Duidelijk blijkt de gedwongenheid,
waarmede de heer Fiore zich gelijk van zelf
spreekt bewogen moet hebben in eene hem ge
heel vreemde omgeving; in een landstreek, die hij
Vrancea doopt, aan den oever eener rivier, die Olto
heet, onder menschen die namen dragen als Sandu
eli Ileana. En nog minder dan de dichter zelf, zul
len zijne lezers zich eene voorstelling kunnen vor
men van hetgeen hij eigenlijk met ./Rumeensche lie
deren" bedoeld heeft. Deze Ileana, deze Sandu in-
erosseeren ons niet, zij leven niet voor ons, zij ry-
dan was de uitdrukking van mijn gelaat be-
driegelijk.
Als jij het mij dan niet wilt vertellen, zal ik
je zeggen wat je zorg veroorzaakt, en wij zullen
eens zien of je dan nog niet wilt spreken je bent
ongerust, omdat je veranderingen niet opbrengen,
wat je er van verwachtte, en dat je vrees koestert
weer al je geld kwijt te raken. Ik heb dat al lang
zien aankomen. Is het dat niet
Och, wel neen.
Verlies je niet
Het lijkt er niet naarde opbrengst overtreft
mijn boste verwachtingen de staat1 van mijn kas
zou dat kunnen uitmaken. Het is eerst iu het be
gin, en toch zou ik, met de bewijzen in handen,
kunnen aantoonen, dat de cijfers, die ik je heb op
gegeven, namelijk een opbrengst van houderdvijftig
duizend gulden per jaar, gemakkelyk zullen bereikt
worden, wanneer alle weilanden gereed zijn Wat
ik tot heden heb tot stand gebracht, gaf er de on
wrikbare en opomslooteiijke getuigenissen van. door
cijfers, zoo «Velaar ijls de dag, niet in theorie, maar
in praktijk. Daarvoor heb (ik* niet meer noodig dan
drie jaar. als ik die had.*
Wat, als, ik die had riep mevrouw Barinc uit.
Hij wilde die onhandige uitdrukking, hem in zijn
afgetrokkenheid ontglipt, verbeteren, verklaren.
Wie kan staat maken op den dag van morgen
Ben je ziek? vroeg zij. Wat heb je? Wat
‘t er aan? Waarom heb je doktor laten
37)
Juist omdat hij zijn best deed om rustig le schij
nen en te doen alsof er niets buitengewoons was,
verried hij meer dan eens zijn onrust en afgetrok
kenheid.
Je hebt bepaald iets
mevrouw Barinc.
Waaruit leid je dat af?
Is het niet waar, Anie?
gewoonlyk de getuigenis van haar dochter inroepende.
In plaats van te antwoorden, wierp Anie een zy-
delingschen blik op den knecht, die hen bediende,
en mevrouw begreep, dat, al had haar man iels
byzonders, zooals zij geloofde, hij in elk^geval niet
spreken in diens tegenwoordigheid.
Maar toen zij na tafel zooals gewoonlijk in het
prieel plaats namen, om te genieten van cie onder
gaande zon, met al heur lichteffecten op de btrg-
°ppen in het verschiet, kwam zij op haar denkbeeld