DE NIEUWE TIJD. i -mers Woensdag 30 Maart. 1892. N’° 4797. en a FEUILLETON. terij. Nieuws- en Advertentieblad Voor Gouda en Omstreken. TTït Ixet 1 De inzending van advertentiön kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave. earoche f tal van illles. JU. Apo- EN I IK. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. 18448 /100. nestje het Fransch.) TWEEDE GEDEELTE. XI. zonder te ant- ian Zoon. De prjjs per drie maanden ia 1.25, franco per post 1.70. 28 Maart. even franco aars J. van 43' - Zij indien zij ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. goudsche courant. hot geld te be- omdat hij arm sche Cou- len door bet IKMAN en (Naar 5279 17777 5301 17793 5325 17860 5340 17927 5356 17993 L5534 18144 6540 18161 5553 18192 15560 18218 5570 18231 5589 18262 5592 18308 5613 18408 5714 18418 .5803 18519 5873 18556 5911 18587 5936 18679 5958 18733 5988 18795 .5994 18819 6083 18841 6188 18842 6231 18943 6268 18958 6273 18960 6304 18977 6309 19008 6472 19031 4682 19128 6512 19187 6594 19274 .6620 19287 6631 19315 6682 19405 6821 19421 6841 19447 6930 19495 6963 19508 7026 19527 7057 19601 7069 19607 7008 19642 7113 19649 7241 19677 7260 19711 7305 19815 7319 19852 7352 20085 7360 20253 7376 20434 7401 20453 7574 20527 7591 20535 7599 20667 7610 20692 7666 20746 7686 20763 7690 20771 7695 20832 7731 20888 20936 De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Bovendien worden alle Advertentiën gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD *t welk des Maandags verschjjnt. onze meening, dat wanneer en horloges twintig minuten eu geleidelijk de maatschappe- aannemen Juist omdat, sedert onze erfenis, het geld voor mij van geen belang meer is, wonschte ik een echt genoot to kiezen, zonder mij om kommerenhem niet af te wijzen is, hem niet te nemen, omdat hij rijk is. En de geboorte? Dat is een andere zaak; het is buiten twjjfel dat baron D’Avignac, wiens voorouders aan het hof van koning Hendrik kwamen, een beter figuur in de wereld maakt dan kaptein Sixte. Zoudt 20 hem hebben afgewezen om dien smet? Dat zeg ik niet; ik zou het betreurd hebben, dat de kaptein niet den naam draagt van den baron maar ik betreur hel nog meer, dat de baron in alle andere opzichten niet is zooals de kaptein. Lief, lief kind 1 Ge hebt mij verzocht openhartig te zijn. Mijn beste kleine Anie, mijn dierbaar kind, mijn lieveling Hij had haar in zijn armen genomen en kuste haar. Heeft de kaptein^mij ten huwelijk gevraagd? sprak zij. Neen. O! Maar dat komt er niet op aan. Integendeel. Hoe kunt ge mij nu dergelijke vragen stellen. Ik heb u alleen geantwoord, -omdat ik dacht, dat hij aanzoek had gedaan. Zij maakte zich uit zijn omhelzing los en ging Gisteren is ons hier ter stede een adres ter teekening aangebodenwaarby steun wordt gegeven aan de beweging, die Prof. Hnbrecht in ’t leven heeft geroepen om tegen 1° Mei niet in te voeren West-Europeeschen tijd, die 20 minuten, maar Midden-Europeeschen tijd, die 40 minuten in adderen zin van onzen tegenwoor- digen Amsterdamschen tijd verschilt. Wjj hébben gemeend daaraan niet mede te moeten doen, omdat het ons voorkomt, dat al de drukte, welke er gemaakt wordt over een eenvoudig verzetten van de. klok twintig minuten naar achteren, niet bevorderlijk is aan het verkrij gen van wat als hoofdzaak is te beschouwen één tijd voor het geheele land, zoowel bij spo ren en posterjjen als in het dagelijksch leven. Indien hooggeleerde heeren en enkele dag bladen minder de trom hadden geroerd, zou den wjj geleidelijk, zonder dat het publiek er veel van merkte in den nieuwen toestand zjjn overgegleden, terwjjl er thans allerlei spits vondige bezwaren zjjn opgedolven en wantrou wen bij het minder ontwikkeld publiek ge zaaid is. Terecht zegt de >Arnh. Crt.«: De twintig minuten tijdsverscbuiving hebben het aanzjjn gegeven aan wel twintig verschillende meeningen omtrent de wjjze waarop klok en maatschappelijk leven in overeenstemming zjjn te brengen. Wjj herhalen we onze klokken doen stilstaan lijke instellingen en bezigheden een half uur i vervroegen de nieuwe tijdsbepaling geene moeilijkheden zal baren en integendeel der maatschappij ten goede zal komen. Als het aanvangsuur der kantoren, scholen, maaltjjden, avondbjjeenkomsten enz. een half uur vroeger werden gesteld, zou na eenige jaren niemand er aan denken, dat het voorheen anders was en, zooals de Delfttche courant zeide, het tijdverschil beschouwen zooals men nu de afwjjking van de magneetnaald be schouwt als eene wetenschappelijke zaak waarmede het gros der menschen niets te ma ken heeft. Maar zoo gaat het. De Regeering of eene administratie kan niet een nieuwen maatregel hebben ontworpen, rijpelijk overdacht en voor uitvoering geschikt gemaakt, of op het laatste oogenblik komen anderen met hun betere denkbeelden aandragen. Niet dat wjj, waar het zaken van gewicht en van beginsel betreft, voorstanders zijn van de oude spreuk: Zoo als de Heeren het wjjzen, zullen wjj het prij zen», maar bij eenvoudige zaken van practisch beleid of administratie, bestaat er toch niet steeds aanleiding om te denken, dat juist de autoriteiten, die met de zaak belast zjjn ge weest en de quaestie jarenlang bestudeerd heb ben, niet op de hoogte zijn van hun taak. En toch ziet men voortdurend, bjj alle denkbare nieuwigheden, particulieren voor het voetlicht komen, die in hun tuin toevallig een hebben gevonden met een ei van Columbus er in. Jammer maar dat vaak die denkbeel- Wat deert u? vroeg zij. Hij antwoordde niet en begon met haastigen tred, opgeheven hoofdschitterende oogen en trillende lippen bot vertrek op en neer te loopen. Daar valt mij iets in 1 riep hij plotseling, ter- I wijl hij voor Anie bleef stilstaan; *t is een gedachte, die mij werd ingegeven door je opmerking omtrent den kaptein, on die mij je doet verzoeken, eerlijk I te antwoorden op de vragen, die ik je stollen zal. De vraag schijnt wel van ernstigen aard, det zij u in zulk een staat van opgewondenheid brengt. Zoo ernstig als hij voor jon. voor mij slechts kan wezen. Zeg ’t dan maar dadelijk. Indien ue kaptein je hand had gevraagd, zou dan je antwoord eveneens zijn geweest als nu aan den baron Maarpapa. Ik bid je, ik smeek je, lieveling, 'roes oprecht tegenover je vaderje weet niet, wolk belang je antwoord kan bobben. Ik vermoed wel iets, aan uw ontroering. Spreek dan, spreek I Welnu, ik erken, om uwe eigen woorden te gebruiken, dat ik aan den kaptein verdiensten toe schrijf, die ik niet ontdekte in den baron. En zouden die verdiensten groot genoeg zijn, dat je ondanks zijn geboorte, of liever ondanks de smet die op zijn geboorte kleeft, en ook ondanks zijn gemis aan fortuin, hem als echtgenoot zoudt zouden bepaald vervelend zijn geweest, niet had plaats gehad aan het strand, en daarenboven niet waren opgevroolijktdoor den kaptein. Zoo, de kaptein 1 Deze uitroep werd gedaan op een toon, die Anie trof. Wat voor wonderlijks vindt ge in hetgeen ik zeg? Hij keek haar een oogenblik aan woorden. Ik vraag mijzelven af, hernam bij, of je den kaptein niet de goede hoedanigheden toezchnjft, die je den baron ontzegt. Er is geen vergelijking te maken tnsschen hen. Andermaal bewaarde Barinc het stilzwijgen, en Anie bemerkte tot haar verwondering, dat zijn han den beefden, alsof hij onder den indruk verkeerde van een hevige ontroering. den zoo uiteenloopend zijn, dat het publiek er geheel door verbijsterd wordt. Wat speciaal het denkbeeld-Hubrecht be treft, wij gelooven dat de voorstanders zich veel te groote illusion scheppen van de heil zame gevolgen, die de oplossing der tijdvraag in hun geest hebben zou. Het is of het ge heim gevonden is den dag met 40 minuten te verlengen. 10 minuten winnen of 20 minu ten verliezen, voor die vraag staat Nederland riep dezer dagen een onzer confraters uit. Zelden is er meer met woorden gespeeld dan bij deze gelegenheid. Ieder begrijpt toch, dat wat na den middag aan daglicht gewonnen wordt, verloren gaat vóór den middag. Werklieden die daglicht noodig hebben zullen eenvoudig de begin- en einduren veranderen om even lang te kunnen werken. Op den langen weg komt alles weer in ’t oude spoor, alleen de telling der uren zal veranderd zijn. Een enkele rentenier, die als vader Stastok een man is van de klok, zal een tijdlang beetgenomen kunnen worden, maar ten slotte zal hij ook wel merken, dat er iets is veranderd. De buitenlui zullen met de zon opkomen als vroeger, al wijst hun klok een ander uur en de steelui, die 's avonds laat uit gaan blijven een gat in den dag slapen. De omwenteling, zegt Dr. Hubrecht komt hierop neder, dat de geheele Nederlandsche werkdag, die zich verplaatst heeft in de richting van de avondschemering, een eindweeg teruggeduwd wordt naar het morgenlicht.» Ja, mogelijk voor een korten tijd van overgang, maar niet

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 1