Buitenlandse!) Overzicht. delijke verantwoording van de compagniën, cscadrons en batterijen mogen worden opgenomen, zullen aan een door voornoemd hoofdbestuur in elk garnizoen aan te wijzen persoon behooren te worden afgedragon De schrijfster van het veelbesproken boekje over het krankzinnigengesticht te 's Gravenhago, Mevrouw StutenTe Gempt, heeft thans een tweede brochure in het licht gegeven, waarin een aantal brieven en verklaringen zyn opgonomen van oud-patiënten, fami lieleden van oud-patiënten, oudgeëmployeorden en anderen, welke hare vroegere medodeelingen in ver schillende opzichten volkomen bevestigen. In do voorrede deelt de schrijfster mede voorna melijk tot de openbaarmaking te zijn overgegaan, omdat men haar hetzij van overdrijving beschuldigde of uitstrooide dat zy niet geheel //normaal" was. Behalve de in dit boekje verzamelde bescheiden, ontving de schrijfster er nog een aantal, waarbij de namen moesten worden verzwegen of waarin de feiten werden vei meld «van zoo afschuwelijken aard", dat xy niet in druk konden worden gebracht. Vele dezer stukken liggen echter voor belangstellenden in origi- nalt bij Mevrouw Stuten ter inzage. Te Londen deed zich dezer dagen het merkwaar dige geval voor, dat een der politie-rechtbanken op eene aanklacht van mishandeling moest beslissen, in gesteld door eene dochter tegen hare moeder. Deze, kostuumnaaister van beroep, hod hare 18-jarige doch ter eene geduchte kastijding toegediend, omdat zij een paar uren van huis was gegaan zonder afscheid te nemen en te vertellen waar zij heenging. De straf had eigenlijk groote overeenkomst gehad met mishan deling, daar er te veel en te harde klappen bij waren gevallen en te veel haren bij waren uitgetrokken. De advocaat der beschuldigde hield staande, dat eene moeder hare dochter, ingeval van ernstige ongehoor zaamheid, lichamelijk mocht straffen, zoolang deze bij haar in huis woonde. De rechter besliste even wel, dat, welke straf in dit 'geval ook te pas had kunnen komen, de toegediende mishandeling evenwel noch doeltreffend noch geoorloofd washij veroor deelde de moeder aan hare dochter de gerechtskosten, ten bedrage van f 18,90, terug te betalen en oischte van haar een borgtocht van 5 pond (ƒ60), dat zy zich in de eerstvolgende drie maanden vreedzaam zou gedragen. De gewoonte bij zekere plechtigheden precies 101 kanonschoten te lossen, is afkomstig uit Frankrijk en wel uit de tijd van Lodowijk XIV. In Frankrijk was het gebruik op deo verjaardag van den vorst 100 schoten (waarschijnlijk als rond getal willekeu rig aangenomen) te lossen. Bij ongeluk werden echter eenmaal niet 100 maar slechts 99 kardoezen mede genomen. De kommandeerende officier kreeg nu een strenge straf. Om voortaan een dergelijk geval te ver mijden, werd bepaald, dat altijd 101 kardoezen moesten worden medegenomen. Een ongelukkig toeval echter wilde eens, dat alle 101 kardoezen werden afgescho ten. Do officier werd voor den koning geroepenen antwoordde dezen, dat hy, als hij nog eens zooveel kardoezen had gehad, ook die zou hebben afgevuurd in zijn geestdrift en vreugdo over het feest van den koning. Lodewijk was met deze vleierij zeer inge nomen, hij gaf den officier een belooning en gelastte de voorkeur zou geven. En je zal ook begrijpen, dat Sixte je dochter boven deze twee meisjes verkiest; bovendien zal je daaromtrent weldra zekerheid krijgenik ga morgen naar Bayonne. XIII. Toen de kaptein na een kwartier van ingewikkelde redeneering begreep, waar het gesprek van den no taris op neerkwam, begon hij zich te verschansen achter het antwoord, dat Anie reeds had voorzien. Ik kan geen mededinger worden van een vriend. Hebt ge andere tegenwerpingen te maken op hetgeen ik u voorstelde? Neen. Bevalt juffrouw Barinc u? - Ik vind haar in alle opzichteu aderliefst. Maak het u dan niet lastig met gemoedsbe zwaren, die geen reden van bestaan hebben ge zult geen mededinger worden van mijnheer D'Avignac want Anie heeft bem afgeschreven. Zoo! afgeschreven! Wijst zij D'Avignac af? Hoe komt dat? Waarom? De levendigheid, waarmede dit werd gezegd, trof j den notaris; blijkbaar liet dit ouderworp Sixte niet! onverschillig. Anie heeft mij niet in vertrouwen genomen 't spreekt van zelf, dat zij van dezen stap niet9 nf weet. Ik kan u daarop dus geen afdoend antwoord geven. Maar, volgens den vader, bevalt de baron dat van (lezen tyd af altijd 101 schoten zouden moeten worden gelost. Daar het Franscho hof in dien tijd het voorbeeld van alle andere hoven was, breidde deze gewoonte zich over heel Europa uit en is zy tot heden blijven bestaan. Onder de afdeeling tot wering der bedelary uit het verslag van Liefdadigheid naar Vermogen te Arasterdam lezen wy «De kamer waar letterlijk niets is dan een paar kapotte stoelen en een stroozuk, misleidt onze arm bezoekers niet; deze //ontvangkamer", als meu het zoo noemen mag, met de werkelijke, niet toeganke lijke, goed voorziene woonkamer daarnaast, is een der vole middelen tot opwekking van medelyden. Moeielijker is het waar, zooals bij e«n zeker gezin (regi8iernumraer C. 13914) do man gebrekkig is, en dus de mogelijke oorzaak vuu armoede, aanwezig. Bij ons bezoek aldaar op zeer ongelegen tijd, zat de vrouw aan de koffietafel; de schoonmaakster deed het werk, doch bevestigde dadelijk de groote armoede van haar //juffrouw", ofschoon drie klokken eu eenig Delftsch aardewerk, benevens voorraad van brandstof voor den ganschen winter het tegendeel bewezen." «Een onzer bezoekers vond groote armoede, de kinderen op bloote vooten, in zeker gezin (C. 10243) toch bleek bij goed onderzoek dat het vragen om ondersteuning hier zouder eenige noodzaak geschiedde, aangezieu er eene verdienste van f oü per week was." z/B. B. No. 1*020 is «los man" zonder werk volgens zijn bedelbrief, ou de vrouw verklaart, mon deling het zelfde; onze arrabvzoeker vraagt nog eens wat voor vak de man dan vroeger geleerd heeft z/ja zoowut meubelmakerop dit magere spoor af gaande, vindt hij de man in geregelde verdienste by een der groote magazijnen te dezer stede mot 12 a 16 weekloon; terecht was ook de patroon ver ontwaardigd eu uitte dit behoorlijk. Afgeluisterde bedelaarsgesprekken 's Morgens om 11 uur: //Heeft uwee een goeie dag, juffrouw," een daarop vertoonde, geopende band met eenige kwartjes en dubbeltjes, is het stilzwijgeud antwoord. Bij de Halvemaansbrug,/inijn man is zoo gek op saucysjes met doperwtjes," //ja, maar dan met peter selie klaar gemaakt," was het wederantwoord. Gelooft ons, zegt het verslag, voor do echte bede laars is de vorst eu ys een kostelijke tyd dan slaan zij hun slag, liefst met eigen of gehuurde kindoren om het medelyden op te wekken. Die stumperds betalen hit gelag desnoods met bun leven, en nêemt de dood hen niet weg, dun met het verlies van kan zedelijk leven geoefend in het vragen, is bedeten kun bestemming ea daarna die van hunne kinderen. Feiten spreken het 8 jarig jongetje, de oudste uit het gezin C 14143, krijgt slaag van moeder als het niet genoeg bedelcenten thuis brengt en van den vader, als die dronken thuis komt. Soms zwerft het kind nachten rond, omdat het niet thuis durft komen; dan geven medelijdende buren hem een 9tuk brood. In de „Prov. Nbrab. Ct." lezen we het volgende: i/In de laatste zitting van den gezondheidsraad te Weenen werd door professor Benedikt een ver- handeling gehouden over eeu geval van zenuwtoe vallen, dat door hem behandeld en geheel genezen was. Du patiënt was een 40-jarige man, die reeds om een of andere reden niet, en de familie vindt het nu geschikt de betrekking af te breken, die de wereld misschien verkeerd zou uitleggen. Bovendien is deze overeenkomst slechts voorwaardelijk aange gaan. Toen de baron mijn vriend Barinc zijn ver langen te kennen beeft gegeven om Aide tot vrouw te nemen, heeft het meisje geantwoord, dat mynheer D'Avignac haar voor het oogenblik volkomen onver schillig was, en dat zij geen dadelijke verbintenis wenschte aan te gaan, omdat zij hem, die haar werd voorgesteld, niet kende; maar dat zij, om haar ouders, die veel voordooien zagen in dit huwelyk, niet on aangenaam te zijn, genegen was D'Avignac van tijd tot tijd, met haar ouders, te Biarritz te ontmoeten, zooals hij dat verzocht had. Veranderden haar ge voelens bij nadere kennismaking, dan zou zy in het huwelijk met den baron toestemmen, en anders hem afwijzen. Hot schijnt, dat haar gevoelens niet zijn veranderd Is dat niet volkomeu duidelijk Dat is waar. En nu: hoe komt het dat mijnheer D'Avignac haar liefde niet heeft weten te winnen? Ik weet het niet. Gij zijt zijn vriend en kunt die vraag dus beter hoantwoorden dan ik. Weet men waarom men bemint? Juist omdat ik een vriend van D'Avignac ben, vind ik dat hij alles in zich vereenigt om te behagen. Daar hij hinr niet kon behagen, blijkt het, dat het jonge mei3j« niet gevoelig kon zijn voor zijn hofmakerij. Waarom niet? Dat is andermaal eon sinds jaren aan toevallen leed. Uit de eigenaardige verschijnselen, waarmede deze toevallen gepaard gingen zij begonnen altyd met een samontrekken van de rechterhelft van 's mans gezicht besloot de beroemde geneeskundige, dat de ziekte moest zetelen in do hersens, en wel dicht bij de plaats, waar do gezichtszenuwen beginnen. In de Billroth- sehe kliniek werd nu de schedel van den lijder geopend. Door een elektrischen stroom werd nauw- keurig de plaats bepaald, waar de hersens waren aangedaan, waarna dat gedeelte der hersens werd vorwyderd. Do operatie slaagde in alle opzichteu gelukkig. De wond heelde goed; en deden zich geen complicaties voor, en in geen maanden heeft de patiënt meer last van toevallen gehad. //Dergelijke operatie» toonen aan, op welk een liooge trap in onze dogen de heelkunde staat. «Ook onze chirurgie kan op zulk een resultaat bogen. «Een Indisch militair, sedert 1889 aan toevallen lijdende, zocht bij prof. Van Iterson te Leiden hulp. De dagelijks komende toevallen werden voorafgegaan door trekkingen in de vingers. Dit verschynsel kon hij dan ook als voorbode van een epileptischen aan val aangeven. Door deze dagelijksche plagen in hooge mate gekweld, drong bij ten zeerste op een operatie aan, teneinde van dit euvel verlost te wor den. Prof. Van Iterson zwichtte voor dien aandrang, hoewel een volkomen bevredigend resultaat, in aan merking genomen den duur van het lyden, terwijl geen verwonding als directe oorzaak kon worden aangegeven, den patiënt niet kon voorspeld worden. De operatie werd op de reed» beschreven wijze: opening van den schedel op een bijzondere wijze, waardoor snelle genezing mogelijk zou zijn, en weg- name van dat deel der horsenen wat aan de bewe ging der vingers beantwoordt, waarna de schedel weer gesloten werd, in Dec. '91 verricht. Nadat de op dezen ingreep in de hersensubs'antie noodzakelijkerwijze volgende complicaties verdweuen waren, volgde een ongestoorde genezing, zonder dat een nieuw optredende epileptische aanval (toeval) deze stoorde. De patiënt kon dan ook oenige weken geleden, na door prof. v. Iterson op de kliniek te zijn voor gesteld, genezen het academisch Ziekenhuis ver laten, ten hoogste dankbaar, aldus van zyn lijden verlost te zyn. De heeren E. Brandsma, L. A. Beau sar en Perry Co. hebben aan de winkeliers in Nederland een schrijven gericht, waarin zij deze uitnoodigen zich aan te sluiten bij de beweging, door prof. A. A. W. Hubrecht te Utrecht in het loven geroepen, //welke, zoo deze slaagt, de nadoelen, te duohten uit het aan nemen van den We9t-Europeeschen tijd, in voordee- len zal doen veranderen." Men zal dan, in plaats van den West-Europeeschen (Engelschen), den Mid- den-Europeeschen (l)uitschen) gordeltijd invoeren. In dit geval zullen //Op 1 Mei de klokken 40 mi nuten worden vooruit gezet, dau zal alles wat op vaste uren plaats heeft, feitelijk 40 minuten vroeger gebeuren. De winkelier zal dan 's avonds 40 minu ten korter kunstlicht gebruiken, wat voor den win kelier, diu 's avonds om 10 uur sluit, een verschil van ongeveer 30 proc. in de kosten voor licht geeft.1 De justitie (zoo meldt het Handelsblad^ zet haar vraag, waarop ik liever niet antwoord. Ik, als een voudig notaris, heb mij slechts te bepalen bij de feiten. Dezen uu zijn samen te vatten in de drie volgende puntenlo. Barinc heeft voor u evenveel genegenheid als achting; 2o. hij vraagt by zijn schoon zoon naar geen fortuin; 8o. hij beschouwt zich als de opvolger van zijn oudsten broeder, en in deze hoedanigheid meent hij, dat het zijn plicht is, de bedoelingen van Gaston na te komen. Ik heb hier 5 niets meer bij te voegen en laat u over aan uwe overdenkingen. Zijt gij het met uzelven eens, schrijf mij dan of kom bij mij dejeuneeren dat laatste it nog beter omdat ik dan dadelijk uwe bedenkingen kan weerleggen. Ik was de vriend, en raadsman van Gaston, ik ben dat ook vaa Bariuc en koester voor u dezelfde vriendschap; oordeelt ge, dat in deze omstandigheid mijn raadgevingen u van nut kuunen zijn, dan stel ik ze tot uwe beschikking. Rébénac stond op en vertrok. Voor een eerste onderhandeling was het ditmaal genoeg. Hoe een- voudig notaris hij ook was, wist hij toch zeer goed, dat hij, door te spreken over Anie's onverschillig heid voor D'Avignac, aan Sixte groote stof tot na- 1 donken had gegeven, en dat het nu maar het beste was, hem met zijn gedachten alleen te laten. Op de aldus gestelde vraag kon slechts één antwoord worden gegeven. Haar hart wa9 door een ander ingenomen. Door wiei.? Voor een knap officier vau de dragonders was dat zoo moeilijk niet te raden.. {Wordt vervolgd.) onderzoek tot opsporing van den moordenaar, die te Amsterdam op den avond van den 29sten dezer Anna Vorhoeven, de dienstbode der familie Viotta, op zoo ifschuwelijke wijze om het leven bracht, met den meeaten ijver voort. De twualf wonden moeten het meisje met een lang mus of oen dolk zijn toegebracht, waarvan het loramet aan beide zijden scherp was. -J5oo vond aan de linkerzijde van het slachtoffer het 'moordwerktuig zijn weg door de kleederen, door het geheele lichaam en zelfs door het schouderblad heen, joodat bet in den rug weder uitkwam. Verder doen het bloed en de wonden aan de handen vermoeden, dat de ongelukkige zich wanhopig verwefrd inoet hebben. Men vond haar in eeu grooten plas bloed liggen. Het cylinder'ouruau van den heer Viotta bood weer stand aari de pogiugen van den misdadiger, die daar geld dacht te vinden. Aan de bovenzyde der linker lade boven den cylinder en dor rechterlade onder het schrijfblad werd een splinter afgestoken om het slot to dooii terugspringen. Beide splinters lagen voor het bureau op den grond. Later bleek bij opeuing dat de inhoud van hut bureau uiet wa9 aan- roerd. Alles lag nog in dezelfde orde als toen de j heer Viotta het bureau het laatst gesloten had. De I secretaire op de kamer zijner zuster werd met beter f gevolg beproefd. Met eeu beitel of ander scherp voorwerp stuk de misdadiger eerst een splinter aan de bovenzyde van het neerslaande blad af en wist toen door wringen de kap zoover omhoog te werken, dat het blad viel. Daar vond hij oen geldzakje met twee bankbiljetten (100 en 60). Het geldzakje, dat hij dus aangeraakt inoet hebben, vertoont niet het minste spoor van bloed. Nergens in het geheele huis dan juist alleen op de plek waar de misdaad werd gepleegd, werden bloedvlekken gevonden. Zoo ook uiet iu het waschwater op de waschtafel9. De kamer van het vermoorde meisje was gesloten eu ook daar was geen de minstu aanwijzing te vinden. Zoodra men des morgens wist, dat het meisje in betrekking stond tot een zeker persoon te 's-Herto- genbosch, vertrok eeu der rechercheurs per eerste gelegenheid daarheen, met een portret gewapend, dat men iu het album van de verslagene gevondeu had. De bewuste persoon werd jdaar gevonden, doch alles beweos dat hij zyn wponplaats in de laatste dagen niet verlaten heeft. Thans is voorloopig een schilderskneclit aange houden, met wieu Anna in den laatsten tijd ver keerde. Hy deelde ouder meer mede, dat ook een ander man, een schoenmaker, dikwijls in haar ge zelschap was dat zij beiden zelfs wel eens gezamen lijk haar een bezoek gebracht. Het gereedschap van den schilderknecht is uit diens woning gehaaldzijne messen toonden niets bijzonders en schenen weggelegd te zyn zooals hij ze het laatst gebruikt had. Bovendien waren zij te kort, dau dat al de wonden daarmede zouden kun nen zyn toegebracht en ook waren die werktuigen slechts aan één zijde scherp. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! Hoewel van nature eenigszins beschroomd om te gen de beweringen van de Koningin der Aarde op to komen, overtuigd al» ik ben dat de beeren vau de Pers gewoonlyk over zulke welversneden pennen bescbikken als ik er geen op mijn inktkoker heb liggen, voel ik mij toch gedrongen bij deze gele genheid al mijn moed te verzamelen en met allen eerbied enkele aauteekoningen te maken op het in uw nummer vun 30 Maart voorkomende hoofdartikel z/de nieuwe tyd". Na lezing van dit artikel rees de vraag bij mij op, welke toch eigenlijk de portée van het goschrevene was. Ik stel me voor dat hy, die zich neerzet om een hoofdartikel te gaan schrij ven, bezield is met do begeerte, die Horatius den dichters toeschrijft, om nl. te willen nuttig zijn, of te willen vermaken. Tot het laatste leent zich de door u gekozen stof niet bijzonder, eu meen ik dus \te mogen aannemen dat het «nuttig willen zijn" u haar do pen heelt doen gryipen. Uit uw schrijven meen ik te moeten opmaken dat het uw weusch is, dat het voorstel van prof. Hubrecht niet wordt aan genomen. We mochten dus nu verwaohten een plei dooi, waaruit bleek dat hot nuttiger is in den eer sten dan iu den tweeden tijdgordul te wordun opgenomen, of zooals we het ook zouden kunnen noemen, den Engelschen dan den Duitschen tijd aan te nemeu. En nu mort ik u eerlijk bekennen dat ik dit bewijs in uw stuk, hoo ik het ook lees en herlees, niet heb kunnen vinden. Ik lees o.a. in uw stuk//Wij hebben gemeend daaraan (n.l. het teekenen van het adres oin steun te geven aar» het streven van prof. Hubrecht) niet mede te moeten doen, omdat het ons voorkomt, dat al de drukte, welke er gemaakt wordt over een eenvoudig ver- zetteu van do klok 20 rainutcu naar achteren, uiet bevorderlijk is aan het verkrijgen van wat als hoofd zaak is te beschouwenéén tijd voor het geheele land, zoowel bij sporen en posterijen als in het da- gelijksch leven." Maar prof. Hubrecht wil ook im mers één tijd voor het geheele land en is 't in dat opzicht volkomen met u eens; ook in 't an res wordt dit streven naar éénen tijd het eerst genoemd, 't Is m. i. dan ook niet recht helder hoo //al de drukte", zooals u de bedoelde adresbeweging noemt, niet- bevorderlijk zou zijn aan het verkrijgen van één tijd. Wat de uitdrukking betreft /.«oen eenvoudig verzet ten van de klok 20 min. naar achteren", ben ik zoo vrij op te merken, dat het arbeidsvermogen, hetwelk vereischt wordt om de klok 20 min. naar achteren te zetten zoo uiterst gering is, dat we gerust mogen stellen dat het tweemaal zoo groote arbeidsvermo gen, dat voreischt wordt om de klok 40 min. voor uit te zetten nog uiterst gering is, zoodat u er zeker niet op tegen zult hebben, wanneer we zeggen dat prof. H. wenscht ,.eeu eeuvoudig verzotten van de klok 40 min. vooruit." Verder lezen we «wanneer we onze klokken en horloges 20 min. doen stilstaan en geleidelijk de maatschappelijke instellingen en bezigheden een half uur vervroegen, zal de nieuwe tijdsbepaling geeue moeielijkbeid baren en integendeel der maatschappij ten goede komen." Maar in hoeverre zal dit der maatschappij ten goede komen Zal dan het winneu van 10 min. //der maatschappij ten goede komen," en is het winnen van 40 min. een «spelen mot woorden" zooals later gezegd wordt Ik zou in mijn eenvoudigheid denkendat dit slechts een quantitatief verschil was. Ook uwe verzuchting dat «wanneer de Regeering of eene administratie met een nieuwen maatregel aaukomt, rijpelijk overdacht en voor uitvoering go- sohikt gemaakt, t-r op het laatste oogenblik anderen hunne betere denkbeelden komen aandragen," vind ik hier niet bijzonder op hare plaats. Niet gaarne wensch ik voor u ond?r te doen in 't aanprijzen van eerbied voor het gezag, maar dal neemt niet weg dat het geval z«ch kan voordoen, dat iemand, die buiten de Regeering staat een gelukkigen inval, een gelukkig idéé kan krijgen, waar de Regeerings- pereonen nu toevallig niet op kwamen. Ja, 't zou me niet verwonderen, indien we uit den mond der Regeering zelve nog zouden vernemen, dat ook zij dit werkelijk eene gelukkige oplossing van de kwes tie vond, en van die zijde niet gesproken zal wor den van tuinen, waarin nestjes met Columbus- of andere soorten van eieren zijh gevonden. Waar u het winnen van 40 rcin. bespreekt, en dit eeu spelen met woorden noemt, zegt u «ieder begrijpt toch, dat wat na den middag aan daglicht gewonneu wordt, verloren gaat voor den middag." Itiderdaail ben ik 't met u eens dat ieder deze on- omstoo.elijke waarheid inziet. Eveneens schaar ik me gaarne aan uwe zijde om geen kwaad te willen spreken van de gezellige avonduren. Maar zouden zo nog niet lang genoeg blijven, ook al werden ze volgens de klok eeu 40 min. korter? Dat de mensch «zich zal blijven richten naar het daglicht, niet naar de klok", geloof ik nog niet direct. Wèl, wanneer 'tde gewoonte der menschen was mot 't aanbreken van den dag op te staan, en met zonsondergang naar bed te gaan. Doch indien we werkelijk overtuigd zijn juist hierin wat te veel van de natuur te zijn afgeweken, zou het dan niet goed zijn juist deze gelegenheid aan te grijpen om, door ons aan de klok te houden, alles een weinig te vervroegen En, ook al gaven we uwe stelling wel toe, dan zie ik nog steeds niet in, hoe hieruit volgt dat het beter is de klok 20 min. achteruit, dan 40 min. vóóruit te zetten. Om niet al te veel van uw geduld en plaats ruimte te vergen, wil ik het hierbij laten, den wensch uitsprekende, dat het menigeen mag gaan als onilergeteekende, n.l. dat hij door uw stuk niet is aan 't wankelen gebracht in zijne overtuiging dat prof. H. werkelijk een nuttige zaak heeft aangevat. Moge menigeen, die het nog niet heeft gedaan, nog kunnen bestuiten zijne handteekening te plaatsen op 't adres ter betuiging van adbaesie aan prof. H.'s wen&chen, waarioe de gelegenheid bestaat bij den heer Edanw, boekhandelaar hier ter stede. Hoogachtend, uw dw.dr. en tróuwe lezer, A. v. IJ. {Gaarne verleenen wij een plaats aan de opmerkin gen van den eersttn ond^rteekenaar van het adres waarop toij in ons hoofdartikel het oog hadden. Het spijt onsdat de strekking van ons schrijven zoo moeie- lijk te vatten schijnt geweest te zijn. Ons doel was nuttig te zijn, door te wijzen op het gevaar, dat eene adresbeweging ten slotte ten gevolge hebben zal dat de gewenschte eenheid niet verkregen wordt. Hoe meer personen zich voor dergelijke quaesties warm maken, hoe minder kans er op eenstemmigheid bestaat. Welke tijd er aangenomen wordtis ons volmaakt onverschil lig alleen komt het ons voor dat, nu de spoorwegen bij overeenkomst verplicht zijn den West-Europee when tijd in te voeren en daartoe alle voorbereidende maat regelen zijn genomen, de meest practische weg is zich daarbij aan te sluiten. Red.) Een paar dagen geleden gingen geruchten van «persoonlijke quaesties en verkoelingen", ontstaan in liet Pruisisch ministerie, tengevolge van de jongste wisselingen. l)e Freisinnige Zeitung wist ul. mede te deelen dat Von Bötticher, de staatssecretaris en vice-president van den ministerraad, werkelijk zyn ontslag gevraagd had en het blad voegde er zelfs bij dat Von Bötticher den keizer verzocht heeft hem tot opper-president van Kassei te benoemen. Volgens dit blad heeft de keizer eerst don heer Von Bötticher persoonlijk gezegd, dat hij zijn verzoek om ontslag niet wilde aannemen en in de Rijksdagzit ting van Woensdagmiddag, ontving Von Bötticher een schrijven van het keizerlijk kabinet, waarbij zyn verzoek om ontslag vau de hand werd gewezen. De Kölnische Zeitung weet nu niede te deelen, dat de keizer 's middags bij een gehoor, dat hij Von Böt ticher verleende, herhaaldelijk zijne tevredenheid be tuigde over den steeds met goed gevolg bekroonden arbeid des ministers en hem dank zeide voor het besluit, in zijne tegenwoordige betrekking te willen werkzaam blijven. Het zou voor het Pruisische ministerie werkelijk een slag geweest zijn, zoo deze hoogst bekwame staatsman zijne portefeuille had uedergelegd. Het Pruisische Huis van afgevaardigden heeft in tweede lezing de wetsvoordraebt betreffende het Welftnfonds aangenomen overeenkomstig hut voorstel der commis sie, zoodat de inbeslagneming ingetrokken zal wor den. Een voorstel van Richter om overlegging van de overeenkomst met den hertog van Cumberland te verlangen, waartoe de minister van financiën de bevo'gdheicl van den landdag bestreed, werd ver worpen. De Rijksdag nam in de derde lezing het wetsont werp omtrent den staat vau beleg in Elzas-Lotha- riugen aan, alsmede de suppletoire begrooting voor de strategische spoorwegen. Daarne werd de zitting door den staatssecretaris Von Boetticher gesloten verklaard. Ravachol, de beruchte Parijsche anarchist, die men voor den dader der bekende aapslagen houdt is ge vangen genomen. Nu is de groote vraag, of hot ook uit zal zyn met de dynamiet-aauslagen. De Parijzenaars mogen en kunnen dat hopen, zeker is bet niet. De Regee ring heeft nu wel alle anarchisten, zooals zij meent, op een plaa's gebracht, waar het dynamiet buiten huu bereik ligt, maar wie zal er voor instaan, dat de politie alle anarchisten kont. De gevaarlijkste lieden zijn gewoonlijk die welke verzwijgen wat zij zijn, zooals die menschen dikwijls het vurigst be- geeren wat zij in openbaar het minst schijnen te achten. Wij hebban reeds mot een enkel woord hot be richt medegedeeld, dat de senaat der Vor. Staten zich met het denkbeeld vereenigd heeft om het ge schil over de robbenvangst in de Behriugzee door eeu scheidsgerecht te doen uitmaken. In Amerika is men zeer ingenomen met deze oplossing, waardoor het geschil feitelijk van de baan is. Dit blijkt o.a. ook uit de eenstemmigheid van den Senaat. Met algemeene stemmen werd de overeenkomst goedge keurd, uadat nog besloten was, dat de scheidsrech ters zich in huu vergaderingen van de Engelsche taal zullen bedienen eu binnen vier maanden na afioop der beraadslagingen hun besluit zullen mededeelen. De zeven leden van het scheidsgerecht zullen te Parijs byeenkomen. Groot-Brittannië en de Vereenigde Staten kiezen ieder twee ledende overigen wor den aangewezen (door den president der republiek en de koningen van Italië en Zweden en Noorwegen. Volgens d n correspondent van de Times deze heeren zijn niet altijd geheel betrouwbaar heeft de nieuwe premier Constantopoulos weinig kans op het krijgen van een meerderheid in de nieuwe Kamer, die meer leden zal tellen dan de thans ont- bondene. De correspondent acht het een misgreep van deu Koning, dat hij, toen hij een anderen pre mier eu eeu ander Kabinet wilde hebben dan Delyan- nis en zijn Ministerie, zijn toevlucht nam tot de weinig talrijke en in de Kamer slechts door zes l«-den vertegenwoordigde zoogenaamde derde partij. De Koning verkeerde echter in een moeielijk geval, daar de oud-Ministor Tricoupis, de groote autagonist van Delyannis, bezwaar maakte een Ka binet to vormen, omdat het Kabinot-Delyanuis een groote roeerderhoid in de Kamer had. Dat de Ko ning den Minister Delyannis wilde verwijderen, acht de correspondent volkomen te billijkeu, daar deze weigerachtig bleef de dringend noodige maatregelen ora den fiuanciedeu toestand te verbeteren, op den voorgrond te stellen. <v

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2