Buitenlandse!) Overzicht.
delijke verantwoording van de compagniën, cscadrons
en batterijen mogen worden opgenomen, zullen aan
een door voornoemd hoofdbestuur in elk garnizoen
aan te wijzen persoon behooren te worden afgedragon
De schrijfster van het veelbesproken boekje over
het krankzinnigengesticht te 's Gravenhago, Mevrouw
StutenTe Gempt, heeft thans een tweede brochure
in het licht gegeven, waarin een aantal brieven en
verklaringen zyn opgonomen van oud-patiënten, fami
lieleden van oud-patiënten, oudgeëmployeorden en
anderen, welke hare vroegere medodeelingen in ver
schillende opzichten volkomen bevestigen.
In do voorrede deelt de schrijfster mede voorna
melijk tot de openbaarmaking te zijn overgegaan,
omdat men haar hetzij van overdrijving beschuldigde
of uitstrooide dat zy niet geheel //normaal" was.
Behalve de in dit boekje verzamelde bescheiden,
ontving de schrijfster er nog een aantal, waarbij de
namen moesten worden verzwegen of waarin de feiten
werden vei meld «van zoo afschuwelijken aard", dat
xy niet in druk konden worden gebracht. Vele dezer
stukken liggen echter voor belangstellenden in origi-
nalt bij Mevrouw Stuten ter inzage.
Te Londen deed zich dezer dagen het merkwaar
dige geval voor, dat een der politie-rechtbanken op
eene aanklacht van mishandeling moest beslissen, in
gesteld door eene dochter tegen hare moeder. Deze,
kostuumnaaister van beroep, hod hare 18-jarige doch
ter eene geduchte kastijding toegediend, omdat zij een
paar uren van huis was gegaan zonder afscheid te
nemen en te vertellen waar zij heenging. De straf
had eigenlijk groote overeenkomst gehad met mishan
deling, daar er te veel en te harde klappen bij waren
gevallen en te veel haren bij waren uitgetrokken.
De advocaat der beschuldigde hield staande, dat eene
moeder hare dochter, ingeval van ernstige ongehoor
zaamheid, lichamelijk mocht straffen, zoolang deze
bij haar in huis woonde. De rechter besliste even
wel, dat, welke straf in dit 'geval ook te pas had
kunnen komen, de toegediende mishandeling evenwel
noch doeltreffend noch geoorloofd washij veroor
deelde de moeder aan hare dochter de gerechtskosten,
ten bedrage van f 18,90, terug te betalen en oischte
van haar een borgtocht van 5 pond (ƒ60), dat zy
zich in de eerstvolgende drie maanden vreedzaam
zou gedragen.
De gewoonte bij zekere plechtigheden precies 101
kanonschoten te lossen, is afkomstig uit Frankrijk
en wel uit de tijd van Lodowijk XIV. In Frankrijk
was het gebruik op deo verjaardag van den vorst
100 schoten (waarschijnlijk als rond getal willekeu
rig aangenomen) te lossen. Bij ongeluk werden echter
eenmaal niet 100 maar slechts 99 kardoezen mede
genomen. De kommandeerende officier kreeg nu een
strenge straf. Om voortaan een dergelijk geval te ver
mijden, werd bepaald, dat altijd 101 kardoezen moesten
worden medegenomen. Een ongelukkig toeval echter
wilde eens, dat alle 101 kardoezen werden afgescho
ten. Do officier werd voor den koning geroepenen
antwoordde dezen, dat hy, als hij nog eens zooveel
kardoezen had gehad, ook die zou hebben afgevuurd
in zijn geestdrift en vreugdo over het feest van den
koning. Lodewijk was met deze vleierij zeer inge
nomen, hij gaf den officier een belooning en gelastte
de voorkeur zou geven.
En je zal ook begrijpen, dat Sixte je dochter
boven deze twee meisjes verkiest; bovendien zal je
daaromtrent weldra zekerheid krijgenik ga morgen
naar Bayonne.
XIII.
Toen de kaptein na een kwartier van ingewikkelde
redeneering begreep, waar het gesprek van den no
taris op neerkwam, begon hij zich te verschansen
achter het antwoord, dat Anie reeds had voorzien.
Ik kan geen mededinger worden van een vriend.
Hebt ge andere tegenwerpingen te maken op
hetgeen ik u voorstelde?
Neen.
Bevalt juffrouw Barinc u?
- Ik vind haar in alle opzichteu aderliefst.
Maak het u dan niet lastig met gemoedsbe
zwaren, die geen reden van bestaan hebben ge zult
geen mededinger worden van mijnheer D'Avignac
want Anie heeft bem afgeschreven.
Zoo! afgeschreven! Wijst zij D'Avignac af?
Hoe komt dat? Waarom?
De levendigheid, waarmede dit werd gezegd, trof j
den notaris; blijkbaar liet dit ouderworp Sixte niet!
onverschillig.
Anie heeft mij niet in vertrouwen genomen
't spreekt van zelf, dat zij van dezen stap niet9 nf
weet. Ik kan u daarop dus geen afdoend antwoord
geven. Maar, volgens den vader, bevalt de baron
dat van (lezen tyd af altijd 101 schoten zouden
moeten worden gelost. Daar het Franscho hof in
dien tijd het voorbeeld van alle andere hoven was,
breidde deze gewoonte zich over heel Europa uit en
is zy tot heden blijven bestaan.
Onder de afdeeling tot wering der bedelary uit
het verslag van Liefdadigheid naar Vermogen te
Arasterdam lezen wy
«De kamer waar letterlijk niets is dan een paar
kapotte stoelen en een stroozuk, misleidt onze arm
bezoekers niet; deze //ontvangkamer", als meu het
zoo noemen mag, met de werkelijke, niet toeganke
lijke, goed voorziene woonkamer daarnaast, is een
der vole middelen tot opwekking van medelyden.
Moeielijker is het waar, zooals bij e«n zeker gezin
(regi8iernumraer C. 13914) do man gebrekkig is, en
dus de mogelijke oorzaak vuu armoede, aanwezig.
Bij ons bezoek aldaar op zeer ongelegen tijd, zat
de vrouw aan de koffietafel; de schoonmaakster deed
het werk, doch bevestigde dadelijk de groote armoede
van haar //juffrouw", ofschoon drie klokken eu eenig
Delftsch aardewerk, benevens voorraad van brandstof
voor den ganschen winter het tegendeel bewezen."
«Een onzer bezoekers vond groote armoede, de
kinderen op bloote vooten, in zeker gezin (C. 10243)
toch bleek bij goed onderzoek dat het vragen om
ondersteuning hier zouder eenige noodzaak geschiedde,
aangezieu er eene verdienste van f oü per week was."
z/B. B. No. 1*020 is «los man" zonder werk
volgens zijn bedelbrief, ou de vrouw verklaart, mon
deling het zelfde; onze arrabvzoeker vraagt nog eens
wat voor vak de man dan vroeger geleerd heeft
z/ja zoowut meubelmakerop dit magere spoor af
gaande, vindt hij de man in geregelde verdienste by
een der groote magazijnen te dezer stede mot 12
a 16 weekloon; terecht was ook de patroon ver
ontwaardigd eu uitte dit behoorlijk.
Afgeluisterde bedelaarsgesprekken
's Morgens om 11 uur:
//Heeft uwee een goeie dag, juffrouw," een daarop
vertoonde, geopende band met eenige kwartjes en
dubbeltjes, is het stilzwijgeud antwoord.
Bij de Halvemaansbrug,/inijn man is zoo gek op
saucysjes met doperwtjes," //ja, maar dan met peter
selie klaar gemaakt," was het wederantwoord.
Gelooft ons, zegt het verslag, voor do echte bede
laars is de vorst eu ys een kostelijke tyd dan slaan
zij hun slag, liefst met eigen of gehuurde kindoren
om het medelyden op te wekken.
Die stumperds betalen hit gelag desnoods met
bun leven, en nêemt de dood hen niet weg, dun
met het verlies van kan zedelijk leven geoefend in
het vragen, is bedeten kun bestemming ea daarna
die van hunne kinderen.
Feiten spreken het 8 jarig jongetje, de oudste uit
het gezin C 14143, krijgt slaag van moeder als het
niet genoeg bedelcenten thuis brengt en van den
vader, als die dronken thuis komt.
Soms zwerft het kind nachten rond, omdat het
niet thuis durft komen; dan geven medelijdende buren
hem een 9tuk brood.
In de „Prov. Nbrab. Ct." lezen we het volgende:
i/In de laatste zitting van den gezondheidsraad
te Weenen werd door professor Benedikt een ver-
handeling gehouden over eeu geval van zenuwtoe
vallen, dat door hem behandeld en geheel genezen
was. Du patiënt was een 40-jarige man, die reeds
om een of andere reden niet, en de familie vindt
het nu geschikt de betrekking af te breken, die de
wereld misschien verkeerd zou uitleggen. Bovendien
is deze overeenkomst slechts voorwaardelijk aange
gaan. Toen de baron mijn vriend Barinc zijn ver
langen te kennen beeft gegeven om Aide tot vrouw
te nemen, heeft het meisje geantwoord, dat mynheer
D'Avignac haar voor het oogenblik volkomen onver
schillig was, en dat zij geen dadelijke verbintenis
wenschte aan te gaan, omdat zij hem, die haar werd
voorgesteld, niet kende; maar dat zij, om haar ouders,
die veel voordooien zagen in dit huwelyk, niet on
aangenaam te zijn, genegen was D'Avignac van tijd
tot tijd, met haar ouders, te Biarritz te ontmoeten,
zooals hij dat verzocht had. Veranderden haar ge
voelens bij nadere kennismaking, dan zou zy in het
huwelijk met den baron toestemmen, en anders hem
afwijzen. Hot schijnt, dat haar gevoelens niet zijn
veranderd Is dat niet volkomeu duidelijk
Dat is waar.
En nu: hoe komt het dat mijnheer D'Avignac
haar liefde niet heeft weten te winnen? Ik weet
het niet. Gij zijt zijn vriend en kunt die vraag dus
beter hoantwoorden dan ik.
Weet men waarom men bemint? Juist omdat
ik een vriend van D'Avignac ben, vind ik dat hij
alles in zich vereenigt om te behagen.
Daar hij hinr niet kon behagen, blijkt het,
dat het jonge mei3j« niet gevoelig kon zijn voor zijn
hofmakerij. Waarom niet? Dat is andermaal eon
sinds jaren aan toevallen leed. Uit de eigenaardige
verschijnselen, waarmede deze toevallen gepaard
gingen zij begonnen altyd met een samontrekken
van de rechterhelft van 's mans gezicht besloot
de beroemde geneeskundige, dat de ziekte moest
zetelen in do hersens, en wel dicht bij de plaats,
waar do gezichtszenuwen beginnen. In de Billroth-
sehe kliniek werd nu de schedel van den lijder
geopend. Door een elektrischen stroom werd nauw-
keurig de plaats bepaald, waar de hersens waren
aangedaan, waarna dat gedeelte der hersens werd
vorwyderd. Do operatie slaagde in alle opzichteu
gelukkig. De wond heelde goed; en deden zich
geen complicaties voor, en in geen maanden heeft
de patiënt meer last van toevallen gehad.
//Dergelijke operatie» toonen aan, op welk een
liooge trap in onze dogen de heelkunde staat.
«Ook onze chirurgie kan op zulk een resultaat
bogen.
«Een Indisch militair, sedert 1889 aan toevallen
lijdende, zocht bij prof. Van Iterson te Leiden hulp.
De dagelijks komende toevallen werden voorafgegaan
door trekkingen in de vingers. Dit verschynsel kon
hij dan ook als voorbode van een epileptischen aan
val aangeven. Door deze dagelijksche plagen in
hooge mate gekweld, drong bij ten zeerste op een
operatie aan, teneinde van dit euvel verlost te wor
den. Prof. Van Iterson zwichtte voor dien aandrang,
hoewel een volkomen bevredigend resultaat, in aan
merking genomen den duur van het lyden, terwijl
geen verwonding als directe oorzaak kon worden
aangegeven, den patiënt niet kon voorspeld worden.
De operatie werd op de reed» beschreven wijze:
opening van den schedel op een bijzondere wijze,
waardoor snelle genezing mogelijk zou zijn, en weg-
name van dat deel der horsenen wat aan de bewe
ging der vingers beantwoordt, waarna de schedel
weer gesloten werd, in Dec. '91 verricht.
Nadat de op dezen ingreep in de hersensubs'antie
noodzakelijkerwijze volgende complicaties verdweuen
waren, volgde een ongestoorde genezing, zonder dat
een nieuw optredende epileptische aanval (toeval)
deze stoorde.
De patiënt kon dan ook oenige weken geleden,
na door prof. v. Iterson op de kliniek te zijn voor
gesteld, genezen het academisch Ziekenhuis ver
laten, ten hoogste dankbaar, aldus van zyn lijden
verlost te zyn.
De heeren E. Brandsma, L. A. Beau sar en Perry
Co. hebben aan de winkeliers in Nederland een
schrijven gericht, waarin zij deze uitnoodigen zich
aan te sluiten bij de beweging, door prof. A. A. W.
Hubrecht te Utrecht in het loven geroepen, //welke,
zoo deze slaagt, de nadoelen, te duohten uit het aan
nemen van den We9t-Europeeschen tijd, in voordee-
len zal doen veranderen." Men zal dan, in plaats
van den West-Europeeschen (Engelschen), den Mid-
den-Europeeschen (l)uitschen) gordeltijd invoeren.
In dit geval zullen //Op 1 Mei de klokken 40 mi
nuten worden vooruit gezet, dau zal alles wat op
vaste uren plaats heeft, feitelijk 40 minuten vroeger
gebeuren. De winkelier zal dan 's avonds 40 minu
ten korter kunstlicht gebruiken, wat voor den win
kelier, diu 's avonds om 10 uur sluit, een verschil
van ongeveer 30 proc. in de kosten voor licht geeft.1
De justitie (zoo meldt het Handelsblad^ zet haar
vraag, waarop ik liever niet antwoord. Ik, als een
voudig notaris, heb mij slechts te bepalen bij de
feiten. Dezen uu zijn samen te vatten in de drie
volgende puntenlo. Barinc heeft voor u evenveel
genegenheid als achting; 2o. hij vraagt by zijn schoon
zoon naar geen fortuin; 8o. hij beschouwt zich als
de opvolger van zijn oudsten broeder, en in deze
hoedanigheid meent hij, dat het zijn plicht is, de
bedoelingen van Gaston na te komen. Ik heb hier 5
niets meer bij te voegen en laat u over aan uwe
overdenkingen. Zijt gij het met uzelven eens, schrijf
mij dan of kom bij mij dejeuneeren dat laatste it
nog beter omdat ik dan dadelijk uwe bedenkingen
kan weerleggen. Ik was de vriend, en raadsman van
Gaston, ik ben dat ook vaa Bariuc en koester voor
u dezelfde vriendschap; oordeelt ge, dat in deze
omstandigheid mijn raadgevingen u van nut kuunen
zijn, dan stel ik ze tot uwe beschikking.
Rébénac stond op en vertrok. Voor een eerste
onderhandeling was het ditmaal genoeg. Hoe een-
voudig notaris hij ook was, wist hij toch zeer goed,
dat hij, door te spreken over Anie's onverschillig
heid voor D'Avignac, aan Sixte groote stof tot na- 1
donken had gegeven, en dat het nu maar het beste
was, hem met zijn gedachten alleen te laten. Op
de aldus gestelde vraag kon slechts één antwoord
worden gegeven. Haar hart wa9 door een ander
ingenomen. Door wiei.? Voor een knap officier vau
de dragonders was dat zoo moeilijk niet te raden..
{Wordt vervolgd.)
onderzoek tot opsporing van den moordenaar, die te
Amsterdam op den avond van den 29sten dezer Anna
Vorhoeven, de dienstbode der familie Viotta, op zoo
ifschuwelijke wijze om het leven bracht, met den
meeaten ijver voort. De twualf wonden moeten het
meisje met een lang mus of oen dolk zijn toegebracht,
waarvan het loramet aan beide zijden scherp was.
-J5oo vond aan de linkerzijde van het slachtoffer het
'moordwerktuig zijn weg door de kleederen, door het
geheele lichaam en zelfs door het schouderblad heen,
joodat bet in den rug weder uitkwam. Verder doen
het bloed en de wonden aan de handen vermoeden,
dat de ongelukkige zich wanhopig verwefrd inoet
hebben. Men vond haar in eeu grooten plas bloed
liggen.
Het cylinder'ouruau van den heer Viotta bood weer
stand aari de pogiugen van den misdadiger, die daar
geld dacht te vinden. Aan de bovenzyde der linker
lade boven den cylinder en dor rechterlade onder
het schrijfblad werd een splinter afgestoken om het
slot to dooii terugspringen. Beide splinters lagen
voor het bureau op den grond. Later bleek bij
opeuing dat de inhoud van hut bureau uiet wa9 aan-
roerd. Alles lag nog in dezelfde orde als toen de
j heer Viotta het bureau het laatst gesloten had. De
I secretaire op de kamer zijner zuster werd met beter
f gevolg beproefd. Met eeu beitel of ander scherp
voorwerp stuk de misdadiger eerst een splinter aan
de bovenzyde van het neerslaande blad af en wist
toen door wringen de kap zoover omhoog te werken,
dat het blad viel. Daar vond hij oen geldzakje met
twee bankbiljetten (100 en 60). Het geldzakje,
dat hij dus aangeraakt inoet hebben, vertoont niet het
minste spoor van bloed. Nergens in het geheele
huis dan juist alleen op de plek waar de misdaad
werd gepleegd, werden bloedvlekken gevonden. Zoo
ook uiet iu het waschwater op de waschtafel9. De
kamer van het vermoorde meisje was gesloten eu
ook daar was geen de minstu aanwijzing te vinden.
Zoodra men des morgens wist, dat het meisje in
betrekking stond tot een zeker persoon te 's-Herto-
genbosch, vertrok eeu der rechercheurs per eerste
gelegenheid daarheen, met een portret gewapend,
dat men iu het album van de verslagene gevondeu
had. De bewuste persoon werd jdaar gevonden,
doch alles beweos dat hij zyn wponplaats in de
laatste dagen niet verlaten heeft.
Thans is voorloopig een schilderskneclit aange
houden, met wieu Anna in den laatsten tijd ver
keerde. Hy deelde ouder meer mede, dat ook een
ander man, een schoenmaker, dikwijls in haar ge
zelschap was dat zij beiden zelfs wel eens gezamen
lijk haar een bezoek gebracht.
Het gereedschap van den schilderknecht is uit
diens woning gehaaldzijne messen toonden niets
bijzonders en schenen weggelegd te zyn zooals hij
ze het laatst gebruikt had. Bovendien waren zij te
kort, dau dat al de wonden daarmede zouden kun
nen zyn toegebracht en ook waren die werktuigen
slechts aan één zijde scherp.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Hoewel van nature eenigszins beschroomd om te
gen de beweringen van de Koningin der Aarde op
to komen, overtuigd al» ik ben dat de beeren vau
de Pers gewoonlyk over zulke welversneden pennen
bescbikken als ik er geen op mijn inktkoker heb
liggen, voel ik mij toch gedrongen bij deze gele
genheid al mijn moed te verzamelen en met allen
eerbied enkele aauteekoningen te maken op het in
uw nummer vun 30 Maart voorkomende hoofdartikel
z/de nieuwe tyd". Na lezing van dit artikel rees
de vraag bij mij op, welke toch eigenlijk de portée
van het goschrevene was. Ik stel me voor dat hy,
die zich neerzet om een hoofdartikel te gaan schrij
ven, bezield is met do begeerte, die Horatius den
dichters toeschrijft, om nl. te willen nuttig zijn, of
te willen vermaken. Tot het laatste leent zich de
door u gekozen stof niet bijzonder, eu meen ik dus
\te mogen aannemen dat het «nuttig willen zijn" u
haar do pen heelt doen gryipen. Uit uw schrijven
meen ik te moeten opmaken dat het uw weusch is,
dat het voorstel van prof. Hubrecht niet wordt aan
genomen. We mochten dus nu verwaohten een plei
dooi, waaruit bleek dat hot nuttiger is in den eer
sten dan iu den tweeden tijdgordul te wordun
opgenomen, of zooals we het ook zouden kunnen
noemen, den Engelschen dan den Duitschen tijd aan
te nemeu. En nu mort ik u eerlijk bekennen dat
ik dit bewijs in uw stuk, hoo ik het ook lees en
herlees, niet heb kunnen vinden. Ik lees o.a. in
uw stuk//Wij hebben gemeend daaraan (n.l. het
teekenen van het adres oin steun te geven aar» het
streven van prof. Hubrecht) niet mede te moeten
doen, omdat het ons voorkomt, dat al de drukte,
welke er gemaakt wordt over een eenvoudig ver-
zetteu van do klok 20 rainutcu naar achteren, uiet
bevorderlijk is aan het verkrijgen van wat als hoofd
zaak is te beschouwenéén tijd voor het geheele
land, zoowel bij sporen en posterijen als in het da-
gelijksch leven." Maar prof. Hubrecht wil ook im
mers één tijd voor het geheele land en is 't in dat
opzicht volkomen met u eens; ook in 't an res wordt
dit streven naar éénen tijd het eerst genoemd, 't Is
m. i. dan ook niet recht helder hoo //al de drukte",
zooals u de bedoelde adresbeweging noemt, niet-
bevorderlijk zou zijn aan het verkrijgen van één tijd.
Wat de uitdrukking betreft /.«oen eenvoudig verzet
ten van de klok 20 min. naar achteren", ben ik zoo
vrij op te merken, dat het arbeidsvermogen, hetwelk
vereischt wordt om de klok 20 min. naar achteren
te zetten zoo uiterst gering is, dat we gerust mogen
stellen dat het tweemaal zoo groote arbeidsvermo
gen, dat voreischt wordt om de klok 40 min. voor
uit te zetten nog uiterst gering is, zoodat u er zeker
niet op tegen zult hebben, wanneer we zeggen dat
prof. H. wenscht ,.eeu eeuvoudig verzotten van de
klok 40 min. vooruit."
Verder lezen we «wanneer we onze klokken en
horloges 20 min. doen stilstaan en geleidelijk de
maatschappelijke instellingen en bezigheden een half
uur vervroegen, zal de nieuwe tijdsbepaling geeue
moeielijkbeid baren en integendeel der maatschappij
ten goede komen." Maar in hoeverre zal dit der
maatschappij ten goede komen Zal dan het winneu
van 10 min. //der maatschappij ten goede komen,"
en is het winnen van 40 min. een «spelen mot
woorden" zooals later gezegd wordt Ik zou in
mijn eenvoudigheid denkendat dit slechts een
quantitatief verschil was.
Ook uwe verzuchting dat «wanneer de Regeering
of eene administratie met een nieuwen maatregel
aaukomt, rijpelijk overdacht en voor uitvoering go-
sohikt gemaakt, t-r op het laatste oogenblik anderen
hunne betere denkbeelden komen aandragen," vind
ik hier niet bijzonder op hare plaats. Niet gaarne
wensch ik voor u ond?r te doen in 't aanprijzen
van eerbied voor het gezag, maar dal neemt niet
weg dat het geval z«ch kan voordoen, dat iemand,
die buiten de Regeering staat een gelukkigen inval,
een gelukkig idéé kan krijgen, waar de Regeerings-
pereonen nu toevallig niet op kwamen. Ja, 't zou
me niet verwonderen, indien we uit den mond der
Regeering zelve nog zouden vernemen, dat ook zij
dit werkelijk eene gelukkige oplossing van de kwes
tie vond, en van die zijde niet gesproken zal wor
den van tuinen, waarin nestjes met Columbus- of
andere soorten van eieren zijh gevonden.
Waar u het winnen van 40 rcin. bespreekt, en
dit eeu spelen met woorden noemt, zegt u «ieder
begrijpt toch, dat wat na den middag aan daglicht
gewonneu wordt, verloren gaat voor den middag."
Itiderdaail ben ik 't met u eens dat ieder deze on-
omstoo.elijke waarheid inziet. Eveneens schaar ik
me gaarne aan uwe zijde om geen kwaad te willen
spreken van de gezellige avonduren. Maar zouden
zo nog niet lang genoeg blijven, ook al werden ze
volgens de klok eeu 40 min. korter?
Dat de mensch «zich zal blijven richten naar het
daglicht, niet naar de klok", geloof ik nog niet
direct. Wèl, wanneer 'tde gewoonte der menschen
was mot 't aanbreken van den dag op te staan, en
met zonsondergang naar bed te gaan. Doch indien
we werkelijk overtuigd zijn juist hierin wat te veel
van de natuur te zijn afgeweken, zou het dan niet
goed zijn juist deze gelegenheid aan te grijpen om,
door ons aan de klok te houden, alles een weinig
te vervroegen En, ook al gaven we uwe stelling
wel toe, dan zie ik nog steeds niet in, hoe hieruit
volgt dat het beter is de klok 20 min. achteruit,
dan 40 min. vóóruit te zetten.
Om niet al te veel van uw geduld en plaats
ruimte te vergen, wil ik het hierbij laten, den
wensch uitsprekende, dat het menigeen mag gaan
als onilergeteekende, n.l. dat hij door uw stuk niet
is aan 't wankelen gebracht in zijne overtuiging dat
prof. H. werkelijk een nuttige zaak heeft aangevat.
Moge menigeen, die het nog niet heeft gedaan, nog
kunnen bestuiten zijne handteekening te plaatsen op
't adres ter betuiging van adbaesie aan prof. H.'s
wen&chen, waarioe de gelegenheid bestaat bij den
heer Edanw, boekhandelaar hier ter stede.
Hoogachtend,
uw dw.dr. en tróuwe lezer,
A. v. IJ.
{Gaarne verleenen wij een plaats aan de opmerkin
gen van den eersttn ond^rteekenaar van het adres
waarop toij in ons hoofdartikel het oog hadden. Het
spijt onsdat de strekking van ons schrijven zoo moeie-
lijk te vatten schijnt geweest te zijn. Ons doel was
nuttig te zijn, door te wijzen op het gevaar, dat eene
adresbeweging ten slotte ten gevolge hebben zal dat de
gewenschte eenheid niet verkregen wordt. Hoe meer
personen zich voor dergelijke quaesties warm maken,
hoe minder kans er op eenstemmigheid bestaat. Welke
tijd er aangenomen wordtis ons volmaakt onverschil
lig alleen komt het ons voor dat, nu de spoorwegen
bij overeenkomst verplicht zijn den West-Europee when
tijd in te voeren en daartoe alle voorbereidende maat
regelen zijn genomen, de meest practische weg is zich
daarbij aan te sluiten.
Red.)
Een paar dagen geleden gingen geruchten van
«persoonlijke quaesties en verkoelingen", ontstaan in
liet Pruisisch ministerie, tengevolge van de jongste
wisselingen. l)e Freisinnige Zeitung wist ul. mede
te deelen dat Von Bötticher, de staatssecretaris en
vice-president van den ministerraad, werkelijk zyn
ontslag gevraagd had en het blad voegde er zelfs
bij dat Von Bötticher den keizer verzocht heeft hem
tot opper-president van Kassei te benoemen.
Volgens dit blad heeft de keizer eerst don heer Von
Bötticher persoonlijk gezegd, dat hij zijn verzoek om
ontslag niet wilde aannemen en in de Rijksdagzit
ting van Woensdagmiddag, ontving Von Bötticher
een schrijven van het keizerlijk kabinet, waarbij zyn
verzoek om ontslag vau de hand werd gewezen. De
Kölnische Zeitung weet nu niede te deelen, dat de
keizer 's middags bij een gehoor, dat hij Von Böt
ticher verleende, herhaaldelijk zijne tevredenheid be
tuigde over den steeds met goed gevolg bekroonden
arbeid des ministers en hem dank zeide voor het
besluit, in zijne tegenwoordige betrekking te willen
werkzaam blijven.
Het zou voor het Pruisische ministerie werkelijk
een slag geweest zijn, zoo deze hoogst bekwame
staatsman zijne portefeuille had uedergelegd.
Het Pruisische Huis van afgevaardigden heeft in tweede
lezing de wetsvoordraebt betreffende het Welftnfonds
aangenomen overeenkomstig hut voorstel der commis
sie, zoodat de inbeslagneming ingetrokken zal wor
den. Een voorstel van Richter om overlegging van
de overeenkomst met den hertog van Cumberland
te verlangen, waartoe de minister van financiën de
bevo'gdheicl van den landdag bestreed, werd ver
worpen.
De Rijksdag nam in de derde lezing het wetsont
werp omtrent den staat vau beleg in Elzas-Lotha-
riugen aan, alsmede de suppletoire begrooting voor
de strategische spoorwegen. Daarne werd de zitting
door den staatssecretaris Von Boetticher gesloten
verklaard.
Ravachol, de beruchte Parijsche anarchist, die men
voor den dader der bekende aapslagen houdt is ge
vangen genomen.
Nu is de groote vraag, of hot ook uit zal zyn
met de dynamiet-aauslagen. De Parijzenaars mogen
en kunnen dat hopen, zeker is bet niet. De Regee
ring heeft nu wel alle anarchisten, zooals zij meent,
op een plaa's gebracht, waar het dynamiet buiten
huu bereik ligt, maar wie zal er voor instaan, dat
de politie alle anarchisten kont. De gevaarlijkste
lieden zijn gewoonlijk die welke verzwijgen wat zij
zijn, zooals die menschen dikwijls het vurigst be-
geeren wat zij in openbaar het minst schijnen te
achten.
Wij hebban reeds mot een enkel woord hot be
richt medegedeeld, dat de senaat der Vor. Staten
zich met het denkbeeld vereenigd heeft om het ge
schil over de robbenvangst in de Behriugzee door
eeu scheidsgerecht te doen uitmaken. In Amerika
is men zeer ingenomen met deze oplossing, waardoor
het geschil feitelijk van de baan is. Dit blijkt o.a.
ook uit de eenstemmigheid van den Senaat. Met
algemeene stemmen werd de overeenkomst goedge
keurd, uadat nog besloten was, dat de scheidsrech
ters zich in huu vergaderingen van de Engelsche taal
zullen bedienen eu binnen vier maanden na afioop
der beraadslagingen hun besluit zullen mededeelen.
De zeven leden van het scheidsgerecht zullen te
Parijs byeenkomen. Groot-Brittannië en de Vereenigde
Staten kiezen ieder twee ledende overigen wor
den aangewezen (door den president der republiek
en de koningen van Italië en Zweden en Noorwegen.
Volgens d n correspondent van de Times deze
heeren zijn niet altijd geheel betrouwbaar heeft
de nieuwe premier Constantopoulos weinig kans
op het krijgen van een meerderheid in de nieuwe
Kamer, die meer leden zal tellen dan de thans ont-
bondene. De correspondent acht het een misgreep
van deu Koning, dat hij, toen hij een anderen pre
mier eu eeu ander Kabinet wilde hebben dan Delyan-
nis en zijn Ministerie, zijn toevlucht nam tot de
weinig talrijke en in de Kamer slechts door zes
l«-den vertegenwoordigde zoogenaamde derde partij.
De Koning verkeerde echter in een moeielijk
geval, daar de oud-Ministor Tricoupis, de groote
autagonist van Delyannis, bezwaar maakte een Ka
binet to vormen, omdat het Kabinot-Delyanuis een
groote roeerderhoid in de Kamer had. Dat de Ko
ning den Minister Delyannis wilde verwijderen, acht
de correspondent volkomen te billijkeu, daar deze
weigerachtig bleef de dringend noodige maatregelen
ora den fiuanciedeu toestand te verbeteren, op den
voorgrond te stellen.
<v