Baitenlandscb Overzicht. y natuurlijk geld noodigzij doet een beroep op do meer gegoeden en verspreidt inteekenlijsten, terwijl in verschillende plaatsen collecten zullen worden ge houden. Volgens de Tribune van Chicago zal deze stad weldra het middelpunt van de electrische industrie der Vereenigde Staten en misschien van de geheele wereld worden. Andere voorzeggen echter dezelfde toexomst aan Buffalo. De nabijheid der Niagara- vallen, waarvan Buffalo 120,000 paardenkrachten denkt te verkrijgen, schijnt, inderdaad, buitengewoon gunstig voor de ontwikkeling der electriciteit. Indien de onderneming van de overbrenging van beweeg kracht slaagt, zullen alle machines van Buffalo door de electriciteit draaien en alle huizen zullen daardoor verlicht en verwarmd worden. Men denkt dat de steenkool en do stoemmachine zullen verbannen wor den en dat de electrische motors, gevoed door de hydraulische kracht der Niagara, spaarzaam genoeg zullen zijn om Buffalo het groote fabrieksmiddel- puut der Vereenigde Staten te doen worden. De heer G. Emants vestigt in het Soc. Weekbl. nog eens weder de aandacht op de dikwerf besproken bezwaren, welke aan den arbeid in gevangenis sen zijn verbonden. Hij beveelt den minister van justitie overweging aan van den wenk, dien mr. Kor- dijk als Kamerlid gaf, om zich moor toe te leggen op het vervaardigen van artikelen zooals b v. kinderspeelgoed die bijna geheel uit het buiten land worden betrokken. Zou men niet een proef kunnen nemen met één gevangenis, en daarheen dan, mot wijziging van de tegenwoordige regeling, de veroordeelden kunnen zenden, die om eeuigerlei reden vooral in de termen vallen om zich voor zulk een tak van nijverheid te bekwamen Door in iedere gevangenis een of twee vakken te doen be oefenen en daarheen dan de voor dat werk geschik- ten te zenden, zou men er tevens beter voor kunnen zorgen en zou het ook meer loonen, bewaarders aan te stellen, die van een vak behoorlijk op de hoogte zijn, wat thans dikwijls nog maar al te veel te wen- schen overlaat. Het mogelijke bezwaar dat zulk een verandering meer geld zou kosten behoeft hier eens geen belet sel te zijn, daar de minister zich dat geul kan ver schaffen, door oen op zich zelf toch reeds bepaald noodige verandering te brengen in de wijze, waarop in sommige gestichten het loon der gevangenen wordt berekend. Er bestaat namelijk tusschen dc onder scheiden colleges van regenten der strafgevangenissen verschil vin opvatting omtrent de uitlegging van het voorschrift, dat gevangenen van het loon van den arbeid voor particulieren in geen geval meer mogen genieten, dan 25 cent per dag. In de eene gevan genis toch laat men hen 25 cent verdienen, om daarna het overschietende ten bate van het rijk te brengenin de andere daarentegen deelt het rijk met de gevangenen gelijk op, met dit gevolg, dat deze laatsten het minder gemakkelijk tot 25 cent bren gen, terwijl daarentegen het rijk meer ontvangt. Dit heeft teu gevolge, dat de baten voor het rijk in de verschillende gevangenissen zeer sterk uiteen loopen. Terwijl zij to Rotterdam, Arasterdam en Utrecht ongeveer gelijk zijn aan de uitgekeerde loonen, bedra gen zijVlaarvan te Arnhem ongeveer 64 pet. te Breda 47 pet. to 'sGravenbage 11 pet. en te Groningen nog niet 3 pet. Indien in de gestichten te Gronin gen, Breda en 'sGravenhage het ryk gelyk op met de gevangenen deelde, zou de schatkist in plaats van (zooals in 1890) 2356, ontvangen 7074 dat is 4718 meer. Bepaald noodig sohijnt mij'zegt de Schr. die voor do gevangene gunstige uitlegging van het 25 cent voorschrift niet. Tot een zekere grens wordt de gevangene tot werkön evenzeor geprikkeld met wat minder als met wat meer loongaat hij voor, totdat de volle 25 cent zyn bereikt, dan zal zelfs, dunkt my, wanneer dit bedrag is verdieud.de y ver al zeer verflauwen. En anderzijds komt het ryk wel eenige vergoeding toe voor do vele kosten, die het ton behoove van den arbeid gevangenissen maakt. Een bijzonder vertegenwoordiger van Reuter's Agent schap, die de geteisterde disticten van Rusland rond reisde, om zich van de uitgestrektheid van den hon gersnood aldaar te overtuigen, geeft van den toestand het volgend overzicht Overal ziet men dezelfde roekelooze -verkwisting de bosschen zyn lichtvaardig gehakt, de rivieren wor den verwaarloosd, het klimaat is verstoord, de boer die gemiddeld f 48 's jaars aan belasting betaalt, wordt eenvoudig beschouwd als een voortbrenger van inkomsten. Zyn wolvaart, zijn toekotant, zyn geest en zijn lichaam zijn zaken, waarom men zich niet be kommert. Hot land schijnt den ondergang naby. De grond is uitgeput, het klimaat veranderd, het bestaande landbouwstelsel hopeloos mislukt. De boer en de landheer begrypen elkander niet en staan zoo ver van elkander af alsof zij tot verschillende natiën behoorden. In plants van voordeel te trekken uit zijn emancipatie, is de boer armer geworden. In menig district is hy den hongerdood nabij. De tegen woordige ellende heeft de crisis versneld, en overal erkent men, dat er iets gedaan moet. Maar wat? Dat is de vraag. Ongetwijfeld hebben de Nihilisten veel partij ge trokken van de ontevredenheid, die de ellend^-ver wekte. Practische hervormers zijn daarentegen in hunne raeeningen verdeeld. Eenigen geléoven nog in hel vaderlijk toezicht der dorpsbesturen^ Menigeen gelooft, dat het eenige redmiddel ligt in Henry George's landstelse!. An<|eron willon den „Mir" of gemeente raad afschaffen, terwyl eenige weinigen oen eerst geboorterecht willen invoeren, om verdere onder verdeeling van het laud'te voorkomen. Zij die Henry George's leerstellingen voorstaan, beweren dat de edellieden meer land hebben dan zij mot voordeel kunnen bebouwen, en dat de Regeering uitgestrekte stukken land heeft die absoluut braak liggen. „En daarom", zeggen zij, is de Heer George onze man; laat ons het land uationaliseeren en den landheereu hun eigendom ontnemen.» Onder deze met elkander strijdende theoriën is er een algemeen gevoelen, dat de hongersnood tot zegen zal strekken. Hij wordt beschouwd als een dier rampen, die onvermijdelijk door harvormingen ge volgd moeten worden. De ellende is ongetwijfeld het middel geweest om op velerlei treffende wijzen te bewijzen, dat het geheele Regeeringsstelsel rot is. Een op groote schaal heerschende omkoopbaarheid is op de kaak gesteld en wordt thans tegenge werkt, eu do regeerende klassen zijn tet een begrip van hare plichten jegens de verarmde boeren geko men. Dit zijn belangrijke resultaten, die door velen I beschouwd worden als de zilveren rami van de don kere wolk, die thans over het Russische Rijk hangt. Men schrijft aan Het Fad.: Aan 's Rijks Munt wordt tegenwoordig druk ge werkt. Op de begrooting van Financiën is, zooals men weet, den minister een krediet geopend voor aanmunting van guldens, waaraan in veel streken des Lands gebrek is. Zooals de minister bij de toelichting zijuer aanvraag deed uitkomen, moest dit daar van vermeerdering der hoeveelheid zilveren standpenningen, natunrlijk geen sprake mag zyn, door versmelting van andere standpenningen geschieden.' Even natuurlijk moet deze operatie een kleine ver- rainderiug van het geheele bedrag ten gevolge heb ben, daar de te versmelten rijksdaalders door slytage aan gewicht verloren hebbeu en dus kleiner bedrag aan guldons opleveren dan met de nominale waardo overeenkomt. Men berekent de slijtage op 2 pCt., makende over de ltyg millioen te vervaardigen gul-' dens een verschil van 30,000. Nu, daar algemeen erkend wordt, en niemand beter dan de heer Pierson weet, dat wij te veel zilver hebben, zou elke ver mindering van den voorraad welkom zyn. Wat geschiedt nu echter? De Regeering koopt zilver aan, ton einde in het deficit te voorzion. Een voor de schatkist zeker voordeelige operatie, al loopt zij over een botrokkelyk klein bedrag, want nooit noteerdo hot zilver lager dan thans, zoodat men voor ongeveer 65 cent een gulden kau maken. Maar is zij te rechtvaardigen? Wy achten het een gevaarlijk antecedent, al blijft voor 't oogenblik do operatie binnen onze grenzen beperkt. In beginsel doet de Regeering niets anders dan wat do munt- verzwakkers van vroegere tijden dedeneen min waardig betaalmiddel aanmaken en 't voordeelige saldo opstrijken. Men zegt dat de hoogleeraar Pier son gebloosd heeft, toen de minister Pierson dit besluit nam. De commissie, door de Nederlandsche Maatschappy tot bevordering der nijverheid en de vereeniging Arti et Industriaete 's-Gravenhage, benoemd in het belang der voredeling van het ambacht, heeft de opgaven publiek gemaakt van de vereischten tot het verkrijgen van een bewijs van bekwaamheid als «meester" en als //gezel" in het timmeren, het huis- schilderen, het huissmeden, het meubel mallen en het koperwerken. Vroeger werd reeds bericfi, dat in het laatst der maand December to 's-Gravenhage <lo gelegenheid zal worden gegeven tot hot afleggen van proeven ter verkrijging van deze bowijzen van be kwaamheid. De candidaten moeten minstens vier jareu in het vak huuuer keuze werkzaam geweest zijn; zij moeten zich schriftelijk voor 1 November aanmelden aan het adres van den socretaris der com missie, den heer J. J. van Nieukorkon, architect, Elandstraat 48 te 's-Gravenhage. Om do eischen te doon kennen, die worden ge steld, laten wij hier het programma volgen »oor de examens in het timmeren. Voor het bewijs van bekwaamheid als //meester" in dat vak luidt het programma aldus: A. Theoretische vakkonnis en foekenen. 1. Ken nis van de meest gebruikelijke houtsoorten, hare deugden en gebreken, eu bekendheid met de voor naamste materialen, bij het timmeren en metselen in gebruik. 2 Kennis van de samenstelling en be handeling der meest voorkomende gereedschappen, dat het wel tusschen tien en elf uur zou zijn, al vorens hij komen kon. Om iets te doen te hebben, nam zij een boek; maar de letters dansten haar voor do oogen, en zy begreep niets van hetgeen zij las. Indien zij hier mede bleef voortgaan, zouden de minuten eeuwig duren. Zij wikkelde zich in een sjaal en ging op het balkon, om naar de bewegHng der zee te zien. 't Was eb, en er gebeurde niets op de rivior, die onstuimig voortstroomde tusschen de n^^lijk te onderscheiden oevers; 'twas eon donl^niets op het wa ter, niets op het l(M^ffii^QEj|iiet hemelgewelf, dat haar geest kon besnghouden em*naaT voeren kon naar dat rijk der droomen, waar de tijd voortspoedt, zonder dat men weet hoe. Eon oogenblik later nam zy haar boek weder op, ruilde het voor een ander, dat misschien boeiender zou wezen, legde het weldra uit handen, zooals zij met hot andere had gedaan, ging weder op het balkon staan, trachtte te begrijpen, wat zij niet kon onderscheiden, kwam weer in haar kamer terug, ging naar beneden om een kastje uit te stoffen, dat opeens noodzakelijk schoon gemaakt scheen te moeten worden, brak t»vee snuisterijen, werd boos over baar eigen onhandigheid en keerde weer^ naar baar kamer terug, om daar in oen leunstoel neer te vallen, waar zij tot tien uur bleef zitten. Wordt tervolgd.) X. Hij had haastig geschreven, zonder to aarzelen toen zijn brief af was, las hij hem nog eens over en zal een oogenblik als verpletterd daameder. Hoe Jwf had hij haar! en tich door zijn eigen schuld, 4 gedachteloos en dwaas, stortte hij haar in het ver derf, terwijl het slechts aan hem had gestaan, haar leven kalm en gelukkig te laten voorbijgaan. Ellen deling, waanzinnige, die hij was! De verontwaardiging over zijn eigen handelwijze gaf hem zijn wilskracht weder; hij nam de beide handen van voor het gelaat weg, deed den brief in een enveloppe, schreef er den naam /,Anie" op en legde hem onder het eerste blad van zijn vloeiboek. Zachtens draaide hij het slot open van een lade in zijn schrijftafel en zocht, zonder met de zich daarin bevindende papieren te ritselen, het testament van mijnheer de Saint-Christeauvervolgens hield hij dit bij de kaars, zoodat het vuur ratte, en wierp het in den haard, waar hot opbrandde mot een groote vlam, die bet kabinet helder verlichte van 1 den vloer tot aan do zoldering. Nu hud hij zijn voornemen vol voord 'tzou wel- dra v<ér uur slaan; nog drie uur mocht hij in Auie's bijziju\ doorleren. V j «Zoodra hmdo kamer binnenkwam, richtte zij het hoofd op. Ben je daar vroeg «3* Hij trad_ op het bedroe, boog zich over haar heen en drukte haar een vurigen kus op de lippen. Je moet niet boos zijn; ik werd opge.ioudeo ik zal het je wel uitleggen. Maar ik ben niet boos op je. Ware hij zelf kalmer geweest, dan zou bijhebben opgemerkt, dat Anie's stem voor iemand, die zoo juist ontwaakt, zonderling onvast klonkmaar zijn eigen aandoening belette hem, hierop acht te slaan. Anie had dan ook,'sedert zij zich op het gewone uur ter rusto had begeven, geen oogenblik geslapen. Bij het ontvangen van Sixte's telegram, terwijl zij hem voor het middagmaal zat te wachten, had zij een schok geroeid, volstrekt niet in verhouding, naar het scheen, van een zoo eenvoudige gebeurtenis. Waarom bleef hij bij den baron Waardoor ver gat hij de belofte, die hij haar gedaan had, om da delijk terug te komen En, wat nog erger was, hoe dacht hij er niet aan^ dat dit telegram haar, na de vrees, die zij hem bad getoond, bezorgd en angstig moest maken 't Was de eerste maal, dat hij zijn belofte tegen over haar niet hield, de tweede maal, dat hij haar aan den maaltijd alleen lieten altijd voor den ba- r n. Wat trok hem toch aan in die vriendschaps betrekking, die haar zoo verontrustte Zij kon niets eten en ging vroeg naar haar ka mer, raeeneurle, dat zij daar gezelliger zat dan ergens anders, om op hem te wachten. Toen stelde zij het waarschijnlijke uur van zijn terugkomst steeds verder uit en berekende eindelijk, nrktuigen en toestellen, welke in de burgerlijke jjuwkunde gebruikt worden. 3. Kennis en oordeel nogaande houtverbindingen en hare toepassingen bij touwwerken. 4. Kennis van al het timmerwerk, g algemeene bekendheid met de ondordeelen, die lot een gebouw en zijne omgeving behoorou. 5. Vaardigheid in het teekeuen van samenstellingen, tet timmerwerk betreffende. Het uitslaan en afschrij- «n van alle werkstukken, daartoe behoorende. 6. Hardigheid in het opmeten en teekeneu van ver diende onderdeelen van een geitouw. 7. Vaar- ffboid in het outwepeu van houten lijsten en eenig tegrip van houtversiering. B. Theorie. Rekenen. De vier hoofd be werkin- pm met geheele getallen, tiendeeligo en gewone kreuken. Bekendheid met het metrieke stelsel en pet andere in het ambacht van den candidaat nog doorkomende maten en gewichten, alsmede met daarop betrekking hebbende eenvoudige berekeningen en herleidingen Practische meetkunde. Vaardigheid in het teeke- ■en van meetkundige construction en in het maken ran berekeningen, die het vak van den candidaat eischt ter bepaling van oppervlakte, inhoud en ge wicht. Het maken van eene begrooting voor eenig timmerwerk, waarbij het maken van eene juiste om schrijving, het bepalen dor boeveelheden en het schatten van den arbeidsduur hoofdzaak is. Boekhouden. Kennis van practisch boekhouden overeenkomstig de eischen, die men stellen raag voor het geregelde en juiste beheer van eene ambachtszaak. C. Practijk. Het makeu van een of meer werk stukken of gedeelten daarvan, waaruit moet blijken, dat de candidaat op hot werk zoowel als in den winkel bedreven is in: het maken vaD pennen en gaten, het vlak schaven, het schaven en kornissen vau lijstwerken, het uitzagen en uitsteken van figuren volgens rechte en gebogen lijnen, het togeD, spijke ren, boren, enz. Do vereischten tot het verkrijgen van een bewijs van bekwaamheid als //gezel" in het timmeren zijn: A. Theoretische vakkennis en teekenen. 1. Ken nis van de meest gebruikelijke houtsoorten, hare deugden eu gebreken; en bekendheid met de voor naamste materialen bij het timmervak in gebruik. 2. Kennis van de samenstelling en behandeling der meest voorkomende gereedschappen en werktuigen. 3. Kennis van de eenvoudige houtvorbindingen, van haar nut en hare toepassingen in de bouw'kunde. 4. Vaardigheid in het uitslaan en afschrijven van werkstukken, zooals bij kappen, trappen, deuren, ramen, blinden, enz. voorkomen. 5. Eenige bekend heid met de vaardigheid in hot teekenen, en het noodige begrip van plattegronden, doorsneden en opstanden van timmerwerken. B. Theorie. Rekenen. De vier hoofdbewerkingen met geheele getallen, tiendeeligo en eenvoudige ge wone breuken. Bekendheid met het metrieke stelsel en met andere in het ambacht van den candidaat nog gebruikelijke maten en gewichten, alsmede met daarop betrekkelijke eeuvoudige berekeningen en herleidingen. Practische meetkunde. Eenige vaardigheid in het teekenen van meetkuudige constructiën en in het maken van berekeningen, die het vak van den can didaat eischt ter bepaling van oppervlakte, inhoud en gewicht. C. Pracktijk. Hetzelfde als voor den //meester." De deskundigen, belast met hut onderzoek, zijn In het timmervak C. H. Peters, rijksbouwmees ter, 11. L. Boersraa, directeur der ambachtschool te 's-Gravenhage, J. P. Lorrie, mr. timmerman en aan nemer, H. Fles, onderwijzer aan de ambachtschool in de theorieH. L. Boorsma, E. F. Ehiile, archi tect, voorzitter der vereeniging Architectura, C. Moinat leeraar aan do ambachtschool te 's-Gravenbage. In het huisschilderen Joh. Stortenbeker, W. A. Kramer, J. ter Maten Sr., G. H. Bauer Jr., M. Nooyeu, huis- en decoratieschilders in de theorie dr. L. 31eekrode, leeraar aan de hooger burger school met driejarigen cujsus, H. L. Bodrsma, E. Ehnle en P C. Moinat. In het hui8smedenC.H. Peters, rijksbouw meester; J. H. A. Mialaret, hoofdleeraar aan de academie van beeldende kunstenL. C. Franses en J. F. Kl.erkx, mrs. smedenM. van Eldik, onder wijzer in het smeden aan (Ie ambachtsschoolin do theorieH. L. Boersraa, E. F. Ehnle en P. C Moinat. Mutters jr., T. Amia meubelfabrikanten E."W. de Academie van beel dende kunsten, afd. nijverheid J. J. van Ni -ukerken architectin de theorie H. L. Boersma, E. F. Ehnle en P. C. Moinat. In het kopervak C. A. Peters, E. W- E. Kerling X. B. Logher, H. B. van Wijk en J. B. Caron, (le drie laatstgenoemde koperwerkers; in de theorie dr. L. Bleekroode, H. L. Boersma, E. F. Ehnle en P. C, Moinat. bel F u, u. xiuursiuu, j [oinat. In het meubelvak H. P. el jije., W. Cj van Eest, meu Kerling, hofcfdleeraar aan d W oensdagavond te ruim 9 uren zagen eenige voor bijgangers in de Warmoesstraat te Amsterdam tegen over „Krasnapolsky" vonken over de daken vliegen eu rook omhoog stijgen. Het bleek, dat brand was onstaan in de stoomdrukkerij voorheen Gebrs. Bin- ger, in welk gebouw ook de bureaux van „de Ned. Financier" en eenige andere kantoren en pakkamers gevestigd zijn. Het gebouw, dat van de Warmoes- straat tot aan het Damrak doorloopt, wordt door een kloine binnenplaats in tweeën gescheiden. Aan de zijde van de Warmoesstraat bevonden zich de genoemde bureelen en magazijnen, terwijl het ge deelte aan den kant van het Damrak wordt inge nomen door do kantoren van de wijnhandelaars firma J. Brusse en Zn. Door het midden van al de verdiepingen loopt een ruime lift, welke boven de machine-kamer be gint eu op den zolder eindigt. De brand schijnt in deze inachine-kamer te zijn ontstaan en in de aanwezigheid vau de lift, die als een schoorsteen werkt, een geschikt middel gevon den te hebben om zich in een oogwenk aan de eerste drie verdiepingen mede t deelen. Zekerheid hieromtrent echter bestaat niet, daar op het oogenblik der ontdekking van den brand nie mand in het gebouw was, zelfs de concierge niet, in wiens bezit zich de sleutels van de verschillende vertrekken bevonden. Deze omstandigheid en de eigenaardige inwendige inrichting van het gebouw, met zijn vele gangen, trappen en lokalen, maakten de taak van de spoedig aanwezige brandweer alles behalve gemakkelijk. Overal op de verdiepingen zag zij de vlammen door de ruiten spelen, maar 't was in het eerst niet mogelijk de bron van het vuur te genaken. Deuren werden opengebroken en van alle zijden slangen aangevoerd, en woldra was in het midden van het gebouw een zee van water ge worpen. Onder de goede'leiding van den onder-commandant, den Heer Meijer, mocht het gelukken met één stoom spuit en een groot aantal Yechtkranen den brand binnen een half uur te overmeesteren. Het bleek, dat de machinekamer betrekkelijk wei nig, doch a.' de om do lift heen gelegen vertrekken groote schade geleden hadden. Die vertrekken op de eerste en tweede verdiepingen zijn geheel uitgebrand, terwijl ook de verwoosting op de derde verdieping aanzienlijk was. Vooral de drukkerij en do binderij hebben erg geleden. Het gedeelte aan de Damrak zijde is geheel vrijgebleven. De waterschade is na tuurlijk mede aanmerkelijk. Hiervan heeft ook de naastgelegen sigarenwinkel vap (lep Heer Walters zijn deel gehad. Men zal zich herinneren,' dat den 15en Februari 1879 hetzelfde gebouw tot den grond toe afbrandde. De 22e algemeene vergadering van het Nederlandsch Tooneelverbond zal Donderdag 12 Mei te 's Graven hage worden gehouden. Behalve do gewone verslagen staat op do punten van beschrijving eene mededee- ling van het'Hoofdbestuur over de oprichting van het Leescomité en een voorstel om ter beschikking van dit Comité te stellen f 150 tot aanmoediging van de nationale tooneelletterkunde. Voorts oen voor stel van het Hoofdbestuur, om den Heer Mr. J. Kalff Jr. ook voor het jaar 1892-93 tot redacteur van het tijdschrift aan te wyzen. Uit de toelichting tot de rekening blijkt, dat, niet tegenstaande het besluit van den Amsterdamschen Gemeenteraad, om het subsidie aan de Tooneelschool niet meer te verleeuen, een verlies van »000 be rokkende, en enkele afdeelingen hun ledental niet onbelaugrijk zagen verminderen, de rekening vermoe delijk zal sluiten zonder nadeelig saldo, wellicht zelfs met een voordeelig saldo. Dit is te danken aan den krachtigen steun van het Utréohtsch Studonten-Too- neel, van het Tivoli-gezelschap te Rotterdam, (di rectie De Vos en Van Korlaar), van de afdeelingen Amsterdam, Rotterdam, Gent en Middelburg, alsmede van eenige kunstvrienden. De extra giften aaff de school beloopen 2080,34, terwijl van de afd. 's Giavenhage binnenkort eene bijdrage mag worden tegemoet gezien. In den voortdurenden steun der Koningin mag de school zich nog steeds verheugen. Door het Hoofdbestuur van de Maatschappy tot Nut van t Algemeen zal op hare aanstaande algemeene verga dering worden voorgesteld gedurende drie jaren een subsidie te geven van f 1000, f 750 en 500. Bij een totaal bebrag van/11,072,80 aan uitgaven, is voor do schoql gerekend op eene bijdrage uit de algemeene kas van 5000. In het bureau van den postpakkettendienst te Londen zit opgescheept met een zonderling onbestelbaar pakket, namelijk een kist met vier jonge Egyptische I alligrtors. Onlangs werd voorgesteld krokodillen* in te voeren in Londen, om de Theems en de riolen te laten zuiveren door' deze dieren, die groote liefheb- 1 bers «au modder en onreimgheden «zijn. Misschien zijn deze alligators afgezonden door iemand in Egypte voor het nemen van een dergelijke proef. Maar hei seizoen is daarvoor te koud, en voorloopig blijven de dieren in het kantoor van oPbestelbare pakketten. De post-beambten dachten eerst, toen ey in de kist zonderlinge beweging en geluiden hoorden, aan een helscho machine, totdat bij opening bleek dat er maar alligators in waren. In den ministerraad deelde de Franscho minister van justitie mede, dat hij besloten had den aarts bisschop van Avignou en de bisschoppen van Mont- pellier, Nimos, Valence en Vivier voor den raad van state te dagen, opdat zij zich zouden verantwoorden over hun mandementen. Do Franscbe Vereeniging van spoorweg-werklieden en beambten, die verleden jaar de werkstaking op touw zette en thans onder den naam van «Algemeene Boud van arbeiders der ijzeren wegen» 30,000 leden telt, had van 21 tot 23 dezer een congres belegd te Parijs. De maatschappijen echter hebben den werk lieden en beambten der verschillende afdeelingen kennis gegeven, dat zij, in verband met de Paasch- week, van 13 tot 29 dezer geeu verlof konden krijgen. De Bond heeft nu aan de dagbladen^ een nota ge zonden, verklarende, dat de maatschappijen aldus «rebellie» plegen tegen de wet van 1884 op de werkliedenvereenigingen en «dat by de Regeering daarf gen zal worden geprotesteerd. Voor zoover de handelsovereenkomst tusschen Ita lië en Zwitserland bekend is, maakt zij te Rome een goeden indruk en beschouwt men haar als voordee- liger dan de Duitsche eu Oostenrijk gesloten tracta- ten. Het is waarschijnlijk, dat de overeenkomst met Zwitserland in de Kamer slechts een kleine oppositie zal vinden. De ministorieele crisis in Italië, die veroorzaakt is door de weigering van don minister-president om opnieuw kredieteu voer het leger toe te staan, ves tigt weer de aandacht op den finaucieelen toestand «*an dat land. In do kroniek van de Ned. Economist worden eenige beschouwingen daarover weergegeven, waaraan de volgende cijfors zijn ontleend De iuvoer bedroeg in 1890 slechts 1317 millioen en de uitvoer 876 ram. tegen 4423 en 3720 mm. wat Frankrijk betreft, terwijl de bevolking van beide landen is als 4: 5. Het bedrag'der nalatenschappen was nauwelijks 1/5 van dat iu Frankrijk, en toch is de begrooting half zoo groot als de Franscbe. Uit alles blijkt de geringe draagkracht der Italiaansche bevolking; ook uit de loonen, want dagloonen van 4 en 5 francs zijn grooto uitzondering. Ook met do exploitatie der staatsspoorwegen is Italië niet gelukkig. Het rijk bezit 14,000 KM. spoorweg. Wat doze gekost hebben en nog kosten, kan men uit het volgende staaije opmakeu Bruto ontvangsten per K.M. 1886 1889 Italië 30,283 frs. 19,500 frs. Frankrijk 33,317 34,400 Duitschiand 33,720 36,020 Engeland 53,513 67,427 De Statist, die deze cijfers mededeelt, betwijfelt dan ook of de de opbrengst der Staatsspoorwegen, die ongeveer 300,000 frs. per mijl hebben gekost, ooit de jaarlijksche uitgaven der schuld zullen dekken, die voor den bouw dier lijnen is qpngegaan. Over het beleid van het thans afgetreden ministerie wordt gezegd, dat het zich heeft gekenmerktNdoor een «zeer bedenkelijk optimisme». Terwijl de minister van de schatkist Luzzati bijv in April van het vo rige jaar een saldo voorspiegelde van 5 mm. consta teerde de begrotingscommissie over de eerste zeven maanden van dat boekjaar reeds eeu tekort van 15 turn,, en volgens de Statist zal dit tekort nog wel tot 50 a 60 mm, stijgen. Do slotsom dezer beschouwingen moot dan oök zijn dat de nieuwe rogeering heel wat krachtiger maatregelen moet nemen dan de door den vorigen minister van de sdhatki9t voorgestelde, om Italië voor j een ernstige crisis te behoeden. Zal Rusland veranderen van tuktiek en eene wen- j king maken naar Duitschiand j Ziedaar do vraag die op dit oogenblik in Engeland menig politicus en journalist bezig houdt. En geen wonder. Enkele verandering in Rusland staatkundj heeft I gewichtige gevolgen 'voor de algemeene Eui^pecsohe politiek; en waar het gevaar voor den vrede juist sphuil(£iin de verhouding tusschen Rusland en DuitsctManil, wordt eene dergelyke quaestie door veleu met belangstelling nagegaan. En or is wel reden om dit vraagstuk weêr eens ter sprake teVengen. Inzake do Boefgaarsche quaestie loopt het gerucht van een overeenkomst tusschen de

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2