Baitenlandscb Overzicht.
y
natuurlijk geld noodigzij doet een beroep op do
meer gegoeden en verspreidt inteekenlijsten, terwijl
in verschillende plaatsen collecten zullen worden ge
houden.
Volgens de Tribune van Chicago zal deze stad
weldra het middelpunt van de electrische industrie
der Vereenigde Staten en misschien van de geheele
wereld worden. Andere voorzeggen echter dezelfde
toexomst aan Buffalo. De nabijheid der Niagara-
vallen, waarvan Buffalo 120,000 paardenkrachten
denkt te verkrijgen, schijnt, inderdaad, buitengewoon
gunstig voor de ontwikkeling der electriciteit. Indien
de onderneming van de overbrenging van beweeg
kracht slaagt, zullen alle machines van Buffalo door
de electriciteit draaien en alle huizen zullen daardoor
verlicht en verwarmd worden. Men denkt dat de
steenkool en do stoemmachine zullen verbannen wor
den en dat de electrische motors, gevoed door de
hydraulische kracht der Niagara, spaarzaam genoeg
zullen zijn om Buffalo het groote fabrieksmiddel-
puut der Vereenigde Staten te doen worden.
De heer G. Emants vestigt in het Soc. Weekbl. nog
eens weder de aandacht op de dikwerf besproken
bezwaren, welke aan den arbeid in gevangenis
sen zijn verbonden. Hij beveelt den minister van
justitie overweging aan van den wenk, dien mr. Kor-
dijk als Kamerlid gaf, om zich moor toe te leggen
op het vervaardigen van artikelen zooals b v.
kinderspeelgoed die bijna geheel uit het buiten
land worden betrokken. Zou men niet een proef
kunnen nemen met één gevangenis, en daarheen
dan, mot wijziging van de tegenwoordige regeling,
de veroordeelden kunnen zenden, die om eeuigerlei
reden vooral in de termen vallen om zich voor
zulk een tak van nijverheid te bekwamen Door in
iedere gevangenis een of twee vakken te doen be
oefenen en daarheen dan de voor dat werk geschik-
ten te zenden, zou men er tevens beter voor kunnen
zorgen en zou het ook meer loonen, bewaarders aan
te stellen, die van een vak behoorlijk op de hoogte
zijn, wat thans dikwijls nog maar al te veel te wen-
schen overlaat.
Het mogelijke bezwaar dat zulk een verandering
meer geld zou kosten behoeft hier eens geen belet
sel te zijn, daar de minister zich dat geul kan ver
schaffen, door oen op zich zelf toch reeds bepaald
noodige verandering te brengen in de wijze, waarop
in sommige gestichten het loon der gevangenen wordt
berekend. Er bestaat namelijk tusschen dc onder
scheiden colleges van regenten der strafgevangenissen
verschil vin opvatting omtrent de uitlegging van
het voorschrift, dat gevangenen van het loon van den
arbeid voor particulieren in geen geval meer mogen
genieten, dan 25 cent per dag. In de eene gevan
genis toch laat men hen 25 cent verdienen, om
daarna het overschietende ten bate van het rijk te
brengenin de andere daarentegen deelt het rijk
met de gevangenen gelijk op, met dit gevolg, dat
deze laatsten het minder gemakkelijk tot 25 cent bren
gen, terwijl daarentegen het rijk meer ontvangt. Dit
heeft teu gevolge, dat de baten voor het rijk in de
verschillende gevangenissen zeer sterk uiteen loopen.
Terwijl zij to Rotterdam, Arasterdam en Utrecht
ongeveer gelijk zijn aan de uitgekeerde loonen, bedra
gen zijVlaarvan te Arnhem ongeveer 64 pet. te Breda
47 pet. to 'sGravenbage 11 pet. en te Groningen
nog niet 3 pet. Indien in de gestichten te Gronin
gen, Breda en 'sGravenhage het ryk gelyk op met
de gevangenen deelde, zou de schatkist in plaats van
(zooals in 1890) 2356, ontvangen 7074 dat is
4718 meer. Bepaald noodig sohijnt mij'zegt de
Schr. die voor do gevangene gunstige uitlegging van
het 25 cent voorschrift niet. Tot een zekere grens
wordt de gevangene tot werkön evenzeor geprikkeld
met wat minder als met wat meer loongaat hij
voor, totdat de volle 25 cent zyn bereikt, dan zal
zelfs, dunkt my, wanneer dit bedrag is verdieud.de
y ver al zeer verflauwen. En anderzijds komt het
ryk wel eenige vergoeding toe voor do vele kosten,
die het ton behoove van den arbeid gevangenissen
maakt.
Een bijzonder vertegenwoordiger van Reuter's Agent
schap, die de geteisterde disticten van Rusland rond
reisde, om zich van de uitgestrektheid van den hon
gersnood aldaar te overtuigen, geeft van den toestand
het volgend overzicht
Overal ziet men dezelfde roekelooze -verkwisting
de bosschen zyn lichtvaardig gehakt, de rivieren wor
den verwaarloosd, het klimaat is verstoord, de boer
die gemiddeld f 48 's jaars aan belasting betaalt,
wordt eenvoudig beschouwd als een voortbrenger van
inkomsten. Zyn wolvaart, zijn toekotant, zyn geest
en zijn lichaam zijn zaken, waarom men zich niet be
kommert. Hot land schijnt den ondergang naby.
De grond is uitgeput, het klimaat veranderd, het
bestaande landbouwstelsel hopeloos mislukt. De boer
en de landheer begrypen elkander niet en staan zoo
ver van elkander af alsof zij tot verschillende natiën
behoorden. In plants van voordeel te trekken uit
zijn emancipatie, is de boer armer geworden. In
menig district is hy den hongerdood nabij. De tegen
woordige ellende heeft de crisis versneld, en overal
erkent men, dat er iets gedaan moet. Maar wat?
Dat is de vraag.
Ongetwijfeld hebben de Nihilisten veel partij ge
trokken van de ontevredenheid, die de ellend^-ver
wekte. Practische hervormers zijn daarentegen in
hunne raeeningen verdeeld. Eenigen geléoven nog
in hel vaderlijk toezicht der dorpsbesturen^ Menigeen
gelooft, dat het eenige redmiddel ligt in Henry George's
landstelse!. An<|eron willon den „Mir" of gemeente
raad afschaffen, terwyl eenige weinigen oen eerst
geboorterecht willen invoeren, om verdere onder
verdeeling van het laud'te voorkomen. Zij die Henry
George's leerstellingen voorstaan, beweren dat de
edellieden meer land hebben dan zij mot voordeel
kunnen bebouwen, en dat de Regeering uitgestrekte
stukken land heeft die absoluut braak liggen. „En
daarom", zeggen zij, is de Heer George onze man;
laat ons het land uationaliseeren en den landheereu
hun eigendom ontnemen.»
Onder deze met elkander strijdende theoriën is er
een algemeen gevoelen, dat de hongersnood tot zegen
zal strekken. Hij wordt beschouwd als een dier
rampen, die onvermijdelijk door harvormingen ge
volgd moeten worden. De ellende is ongetwijfeld het
middel geweest om op velerlei treffende wijzen te
bewijzen, dat het geheele Regeeringsstelsel rot is.
Een op groote schaal heerschende omkoopbaarheid
is op de kaak gesteld en wordt thans tegenge
werkt, eu do regeerende klassen zijn tet een begrip
van hare plichten jegens de verarmde boeren geko
men. Dit zijn belangrijke resultaten, die door velen I
beschouwd worden als de zilveren rami van de don
kere wolk, die thans over het Russische Rijk hangt.
Men schrijft aan Het Fad.:
Aan 's Rijks Munt wordt tegenwoordig druk ge
werkt. Op de begrooting van Financiën is, zooals
men weet, den minister een krediet geopend voor
aanmunting van guldens, waaraan in veel streken
des Lands gebrek is. Zooals de minister bij de
toelichting zijuer aanvraag deed uitkomen, moest dit
daar van vermeerdering der hoeveelheid zilveren
standpenningen, natunrlijk geen sprake mag zyn,
door versmelting van andere standpenningen geschieden.'
Even natuurlijk moet deze operatie een kleine ver-
rainderiug van het geheele bedrag ten gevolge heb
ben, daar de te versmelten rijksdaalders door slytage
aan gewicht verloren hebbeu en dus kleiner bedrag
aan guldons opleveren dan met de nominale waardo
overeenkomt. Men berekent de slijtage op 2 pCt.,
makende over de ltyg millioen te vervaardigen gul-'
dens een verschil van 30,000. Nu, daar algemeen
erkend wordt, en niemand beter dan de heer Pierson
weet, dat wij te veel zilver hebben, zou elke ver
mindering van den voorraad welkom zyn.
Wat geschiedt nu echter? De Regeering koopt
zilver aan, ton einde in het deficit te voorzion.
Een voor de schatkist zeker voordeelige operatie, al
loopt zij over een botrokkelyk klein bedrag, want
nooit noteerdo hot zilver lager dan thans, zoodat
men voor ongeveer 65 cent een gulden kau maken.
Maar is zij te rechtvaardigen? Wy achten het een
gevaarlijk antecedent, al blijft voor 't oogenblik do
operatie binnen onze grenzen beperkt. In beginsel
doet de Regeering niets anders dan wat do munt-
verzwakkers van vroegere tijden dedeneen min
waardig betaalmiddel aanmaken en 't voordeelige
saldo opstrijken. Men zegt dat de hoogleeraar Pier
son gebloosd heeft, toen de minister Pierson dit
besluit nam.
De commissie, door de Nederlandsche Maatschappy
tot bevordering der nijverheid en de vereeniging
Arti et Industriaete 's-Gravenhage, benoemd in het
belang der voredeling van het ambacht, heeft de
opgaven publiek gemaakt van de vereischten tot het
verkrijgen van een bewijs van bekwaamheid als
«meester" en als //gezel" in het timmeren, het huis-
schilderen, het huissmeden, het meubel mallen en het
koperwerken. Vroeger werd reeds bericfi, dat in
het laatst der maand December to 's-Gravenhage <lo
gelegenheid zal worden gegeven tot hot afleggen van
proeven ter verkrijging van deze bowijzen van be
kwaamheid. De candidaten moeten minstens vier
jareu in het vak huuuer keuze werkzaam geweest
zijn; zij moeten zich schriftelijk voor 1 November
aanmelden aan het adres van den socretaris der com
missie, den heer J. J. van Nieukorkon, architect,
Elandstraat 48 te 's-Gravenhage.
Om do eischen te doon kennen, die worden ge
steld, laten wij hier het programma volgen »oor de
examens in het timmeren.
Voor het bewijs van bekwaamheid als //meester"
in dat vak luidt het programma aldus:
A. Theoretische vakkonnis en foekenen. 1. Ken
nis van de meest gebruikelijke houtsoorten, hare
deugden en gebreken, eu bekendheid met de voor
naamste materialen, bij het timmeren en metselen
in gebruik. 2 Kennis van de samenstelling en be
handeling der meest voorkomende gereedschappen,
dat het wel tusschen tien en elf uur zou zijn, al
vorens hij komen kon.
Om iets te doen te hebben, nam zij een boek;
maar de letters dansten haar voor do oogen, en zy
begreep niets van hetgeen zij las. Indien zij hier
mede bleef voortgaan, zouden de minuten eeuwig
duren.
Zij wikkelde zich in een sjaal en ging op het
balkon, om naar de bewegHng der zee te zien. 't Was
eb, en er gebeurde niets op de rivior, die onstuimig
voortstroomde tusschen de n^^lijk te onderscheiden
oevers; 'twas eon donl^niets op het wa
ter, niets op het l(M^ffii^QEj|iiet hemelgewelf,
dat haar geest kon besnghouden em*naaT voeren kon
naar dat rijk der droomen, waar de tijd voortspoedt,
zonder dat men weet hoe.
Eon oogenblik later nam zy haar boek weder op,
ruilde het voor een ander, dat misschien boeiender
zou wezen, legde het weldra uit handen, zooals zij
met hot andere had gedaan, ging weder op het
balkon staan, trachtte te begrijpen, wat zij niet kon
onderscheiden, kwam weer in haar kamer terug,
ging naar beneden om een kastje uit te stoffen,
dat opeens noodzakelijk schoon gemaakt scheen
te moeten worden, brak t»vee snuisterijen, werd
boos over baar eigen onhandigheid en keerde weer^
naar baar kamer terug, om daar in oen leunstoel
neer te vallen, waar zij tot tien uur bleef zitten.
Wordt tervolgd.)
X.
Hij had haastig geschreven, zonder to aarzelen
toen zijn brief af was, las hij hem nog eens over
en zal een oogenblik als verpletterd daameder. Hoe
Jwf had hij haar! en tich door zijn eigen schuld,
4 gedachteloos en dwaas, stortte hij haar in het ver
derf, terwijl het slechts aan hem had gestaan, haar
leven kalm en gelukkig te laten voorbijgaan. Ellen
deling, waanzinnige, die hij was!
De verontwaardiging over zijn eigen handelwijze
gaf hem zijn wilskracht weder; hij nam de beide
handen van voor het gelaat weg, deed den brief in
een enveloppe, schreef er den naam /,Anie" op en
legde hem onder het eerste blad van zijn vloeiboek.
Zachtens draaide hij het slot open van een lade
in zijn schrijftafel en zocht, zonder met de zich
daarin bevindende papieren te ritselen, het testament
van mijnheer de Saint-Christeauvervolgens hield
hij dit bij de kaars, zoodat het vuur ratte, en wierp
het in den haard, waar hot opbrandde mot een
groote vlam, die bet kabinet helder verlichte van 1
den vloer tot aan do zoldering.
Nu hud hij zijn voornemen vol voord 'tzou wel-
dra v<ér uur slaan; nog drie uur mocht hij in Auie's
bijziju\ doorleren. V j
«Zoodra hmdo kamer binnenkwam, richtte zij het
hoofd op.
Ben je daar vroeg «3*
Hij trad_ op het bedroe, boog zich over haar
heen en drukte haar een vurigen kus op de lippen.
Je moet niet boos zijn; ik werd opge.ioudeo
ik zal het je wel uitleggen.
Maar ik ben niet boos op je.
Ware hij zelf kalmer geweest, dan zou bijhebben
opgemerkt, dat Anie's stem voor iemand, die zoo
juist ontwaakt, zonderling onvast klonkmaar zijn
eigen aandoening belette hem, hierop acht te slaan.
Anie had dan ook,'sedert zij zich op het gewone
uur ter rusto had begeven, geen oogenblik geslapen.
Bij het ontvangen van Sixte's telegram, terwijl zij
hem voor het middagmaal zat te wachten, had zij
een schok geroeid, volstrekt niet in verhouding,
naar het scheen, van een zoo eenvoudige gebeurtenis.
Waarom bleef hij bij den baron Waardoor ver
gat hij de belofte, die hij haar gedaan had, om da
delijk terug te komen En, wat nog erger was,
hoe dacht hij er niet aan^ dat dit telegram haar, na
de vrees, die zij hem bad getoond, bezorgd en angstig
moest maken
't Was de eerste maal, dat hij zijn belofte tegen
over haar niet hield, de tweede maal, dat hij haar
aan den maaltijd alleen lieten altijd voor den ba-
r n. Wat trok hem toch aan in die vriendschaps
betrekking, die haar zoo verontrustte
Zij kon niets eten en ging vroeg naar haar ka
mer, raeeneurle, dat zij daar gezelliger zat dan ergens
anders, om op hem te wachten.
Toen stelde zij het waarschijnlijke uur van zijn
terugkomst steeds verder uit en berekende eindelijk,
nrktuigen en toestellen, welke in de burgerlijke
jjuwkunde gebruikt worden. 3. Kennis en oordeel
nogaande houtverbindingen en hare toepassingen bij
touwwerken. 4. Kennis van al het timmerwerk,
g algemeene bekendheid met de ondordeelen, die
lot een gebouw en zijne omgeving behoorou. 5.
Vaardigheid in het teekeuen van samenstellingen,
tet timmerwerk betreffende. Het uitslaan en afschrij-
«n van alle werkstukken, daartoe behoorende. 6.
Hardigheid in het opmeten en teekeneu van ver
diende onderdeelen van een geitouw. 7. Vaar-
ffboid in het outwepeu van houten lijsten en eenig
tegrip van houtversiering.
B. Theorie. Rekenen. De vier hoofd be werkin-
pm met geheele getallen, tiendeeligo en gewone
kreuken. Bekendheid met het metrieke stelsel en
pet andere in het ambacht van den candidaat nog
doorkomende maten en gewichten, alsmede met daarop
betrekking hebbende eenvoudige berekeningen en
herleidingen
Practische meetkunde. Vaardigheid in het teeke-
■en van meetkundige construction en in het maken
ran berekeningen, die het vak van den candidaat
eischt ter bepaling van oppervlakte, inhoud en ge
wicht. Het maken van eene begrooting voor eenig
timmerwerk, waarbij het maken van eene juiste om
schrijving, het bepalen dor boeveelheden en het
schatten van den arbeidsduur hoofdzaak is.
Boekhouden. Kennis van practisch boekhouden
overeenkomstig de eischen, die men stellen raag voor
het geregelde en juiste beheer van eene ambachtszaak.
C. Practijk. Het makeu van een of meer werk
stukken of gedeelten daarvan, waaruit moet blijken,
dat de candidaat op hot werk zoowel als in den
winkel bedreven is in: het maken vaD pennen en
gaten, het vlak schaven, het schaven en kornissen
vau lijstwerken, het uitzagen en uitsteken van figuren
volgens rechte en gebogen lijnen, het togeD, spijke
ren, boren, enz.
Do vereischten tot het verkrijgen van een bewijs
van bekwaamheid als //gezel" in het timmeren zijn:
A. Theoretische vakkennis en teekenen. 1. Ken
nis van de meest gebruikelijke houtsoorten, hare
deugden eu gebreken; en bekendheid met de voor
naamste materialen bij het timmervak in gebruik.
2. Kennis van de samenstelling en behandeling der
meest voorkomende gereedschappen en werktuigen.
3. Kennis van de eenvoudige houtvorbindingen, van
haar nut en hare toepassingen in de bouw'kunde.
4. Vaardigheid in het uitslaan en afschrijven van
werkstukken, zooals bij kappen, trappen, deuren,
ramen, blinden, enz. voorkomen. 5. Eenige bekend
heid met de vaardigheid in hot teekenen, en het
noodige begrip van plattegronden, doorsneden en
opstanden van timmerwerken.
B. Theorie. Rekenen. De vier hoofdbewerkingen
met geheele getallen, tiendeeligo en eenvoudige ge
wone breuken. Bekendheid met het metrieke stelsel
en met andere in het ambacht van den candidaat
nog gebruikelijke maten en gewichten, alsmede met
daarop betrekkelijke eeuvoudige berekeningen en
herleidingen.
Practische meetkunde. Eenige vaardigheid in het
teekenen van meetkuudige constructiën en in het
maken van berekeningen, die het vak van den can
didaat eischt ter bepaling van oppervlakte, inhoud en
gewicht.
C. Pracktijk. Hetzelfde als voor den //meester."
De deskundigen, belast met hut onderzoek, zijn
In het timmervak C. H. Peters, rijksbouwmees
ter, 11. L. Boersraa, directeur der ambachtschool te
's-Gravenhage, J. P. Lorrie, mr. timmerman en aan
nemer, H. Fles, onderwijzer aan de ambachtschool
in de theorieH. L. Boorsma, E. F. Ehiile, archi
tect, voorzitter der vereeniging Architectura, C.
Moinat leeraar aan do ambachtschool te 's-Gravenbage.
In het huisschilderen Joh. Stortenbeker, W. A.
Kramer, J. ter Maten Sr., G. H. Bauer Jr., M.
Nooyeu, huis- en decoratieschilders in de theorie
dr. L. 31eekrode, leeraar aan de hooger burger
school met driejarigen cujsus, H. L. Bodrsma, E.
Ehnle en P C. Moinat.
In het hui8smedenC.H. Peters, rijksbouw
meester; J. H. A. Mialaret, hoofdleeraar aan de
academie van beeldende kunstenL. C. Franses en
J. F. Kl.erkx, mrs. smedenM. van Eldik, onder
wijzer in het smeden aan (Ie ambachtsschoolin
do theorieH. L. Boersraa, E. F. Ehnle en P. C
Moinat.
Mutters jr., T. Amia
meubelfabrikanten E."W.
de Academie van beel
dende kunsten, afd. nijverheid J. J. van Ni -ukerken
architectin de theorie H. L. Boersma, E. F. Ehnle
en P. C. Moinat.
In het kopervak C. A. Peters, E. W- E. Kerling
X. B. Logher, H. B. van Wijk en J. B. Caron, (le
drie laatstgenoemde koperwerkers; in de theorie dr.
L. Bleekroode, H. L. Boersma, E. F. Ehnle en P.
C, Moinat.
bel
F
u, u. xiuursiuu, j
[oinat.
In het meubelvak H. P.
el jije., W. Cj van Eest, meu
Kerling, hofcfdleeraar aan d
W oensdagavond te ruim 9 uren zagen eenige voor
bijgangers in de Warmoesstraat te Amsterdam tegen
over „Krasnapolsky" vonken over de daken vliegen
eu rook omhoog stijgen. Het bleek, dat brand was
onstaan in de stoomdrukkerij voorheen Gebrs. Bin-
ger, in welk gebouw ook de bureaux van „de Ned.
Financier" en eenige andere kantoren en pakkamers
gevestigd zijn. Het gebouw, dat van de Warmoes-
straat tot aan het Damrak doorloopt, wordt door
een kloine binnenplaats in tweeën gescheiden. Aan
de zijde van de Warmoesstraat bevonden zich de
genoemde bureelen en magazijnen, terwijl het ge
deelte aan den kant van het Damrak wordt inge
nomen door do kantoren van de wijnhandelaars
firma J. Brusse en Zn.
Door het midden van al de verdiepingen loopt
een ruime lift, welke boven de machine-kamer be
gint eu op den zolder eindigt.
De brand schijnt in deze inachine-kamer te zijn
ontstaan en in de aanwezigheid vau de lift, die als
een schoorsteen werkt, een geschikt middel gevon
den te hebben om zich in een oogwenk aan de
eerste drie verdiepingen mede t deelen.
Zekerheid hieromtrent echter bestaat niet, daar op
het oogenblik der ontdekking van den brand nie
mand in het gebouw was, zelfs de concierge niet,
in wiens bezit zich de sleutels van de verschillende
vertrekken bevonden. Deze omstandigheid en de
eigenaardige inwendige inrichting van het gebouw,
met zijn vele gangen, trappen en lokalen, maakten
de taak van de spoedig aanwezige brandweer alles
behalve gemakkelijk. Overal op de verdiepingen
zag zij de vlammen door de ruiten spelen, maar 't
was in het eerst niet mogelijk de bron van het vuur
te genaken. Deuren werden opengebroken en van
alle zijden slangen aangevoerd, en woldra was in
het midden van het gebouw een zee van water ge
worpen.
Onder de goede'leiding van den onder-commandant,
den Heer Meijer, mocht het gelukken met één stoom
spuit en een groot aantal Yechtkranen den brand
binnen een half uur te overmeesteren.
Het bleek, dat de machinekamer betrekkelijk wei
nig, doch a.' de om do lift heen gelegen vertrekken
groote schade geleden hadden. Die vertrekken op de
eerste en tweede verdiepingen zijn geheel uitgebrand,
terwijl ook de verwoosting op de derde verdieping
aanzienlijk was. Vooral de drukkerij en do binderij
hebben erg geleden. Het gedeelte aan de Damrak
zijde is geheel vrijgebleven. De waterschade is na
tuurlijk mede aanmerkelijk. Hiervan heeft ook de
naastgelegen sigarenwinkel vap (lep Heer Walters
zijn deel gehad.
Men zal zich herinneren,' dat den 15en Februari
1879 hetzelfde gebouw tot den grond toe afbrandde.
De 22e algemeene vergadering van het Nederlandsch
Tooneelverbond zal Donderdag 12 Mei te 's Graven hage
worden gehouden. Behalve do gewone verslagen
staat op do punten van beschrijving eene mededee-
ling van het'Hoofdbestuur over de oprichting van
het Leescomité en een voorstel om ter beschikking
van dit Comité te stellen f 150 tot aanmoediging
van de nationale tooneelletterkunde. Voorts oen voor
stel van het Hoofdbestuur, om den Heer Mr. J.
Kalff Jr. ook voor het jaar 1892-93 tot redacteur
van het tijdschrift aan te wyzen.
Uit de toelichting tot de rekening blijkt, dat, niet
tegenstaande het besluit van den Amsterdamschen
Gemeenteraad, om het subsidie aan de Tooneelschool
niet meer te verleeuen, een verlies van »000 be
rokkende, en enkele afdeelingen hun ledental niet
onbelaugrijk zagen verminderen, de rekening vermoe
delijk zal sluiten zonder nadeelig saldo, wellicht zelfs
met een voordeelig saldo. Dit is te danken aan den
krachtigen steun van het Utréohtsch Studonten-Too-
neel, van het Tivoli-gezelschap te Rotterdam, (di
rectie De Vos en Van Korlaar), van de afdeelingen
Amsterdam, Rotterdam, Gent en Middelburg, alsmede
van eenige kunstvrienden. De extra giften aaff de
school beloopen 2080,34, terwijl van de afd. 's
Giavenhage binnenkort eene bijdrage mag worden
tegemoet gezien.
In den voortdurenden steun der Koningin mag
de school zich nog steeds verheugen. Door het
Hoofdbestuur van de Maatschappy tot Nut van t
Algemeen zal op hare aanstaande algemeene verga
dering worden voorgesteld gedurende drie jaren een
subsidie te geven van f 1000, f 750 en 500.
Bij een totaal bebrag van/11,072,80 aan uitgaven,
is voor do schoql gerekend op eene bijdrage uit de
algemeene kas van 5000.
In het bureau van den postpakkettendienst te Londen
zit opgescheept met een zonderling onbestelbaar
pakket, namelijk een kist met vier jonge Egyptische
I alligrtors. Onlangs werd voorgesteld krokodillen* in
te voeren in Londen, om de Theems en de riolen te
laten zuiveren door' deze dieren, die groote liefheb-
1 bers «au modder en onreimgheden «zijn. Misschien
zijn deze alligators afgezonden door iemand in Egypte
voor het nemen van een dergelijke proef. Maar hei
seizoen is daarvoor te koud, en voorloopig blijven de
dieren in het kantoor van oPbestelbare pakketten.
De post-beambten dachten eerst, toen ey in de kist
zonderlinge beweging en geluiden hoorden, aan een
helscho machine, totdat bij opening bleek dat er maar
alligators in waren.
In den ministerraad deelde de Franscho minister
van justitie mede, dat hij besloten had den aarts
bisschop van Avignou en de bisschoppen van Mont-
pellier, Nimos, Valence en Vivier voor den raad van
state te dagen, opdat zij zich zouden verantwoorden
over hun mandementen.
Do Franscbe Vereeniging van spoorweg-werklieden
en beambten, die verleden jaar de werkstaking op
touw zette en thans onder den naam van «Algemeene
Boud van arbeiders der ijzeren wegen» 30,000 leden
telt, had van 21 tot 23 dezer een congres belegd te
Parijs. De maatschappijen echter hebben den werk
lieden en beambten der verschillende afdeelingen
kennis gegeven, dat zij, in verband met de Paasch-
week, van 13 tot 29 dezer geeu verlof konden krijgen.
De Bond heeft nu aan de dagbladen^ een nota ge
zonden, verklarende, dat de maatschappijen aldus
«rebellie» plegen tegen de wet van 1884 op de
werkliedenvereenigingen en «dat by de Regeering
daarf gen zal worden geprotesteerd.
Voor zoover de handelsovereenkomst tusschen Ita
lië en Zwitserland bekend is, maakt zij te Rome een
goeden indruk en beschouwt men haar als voordee-
liger dan de Duitsche eu Oostenrijk gesloten tracta-
ten.
Het is waarschijnlijk, dat de overeenkomst met
Zwitserland in de Kamer slechts een kleine oppositie
zal vinden.
De ministorieele crisis in Italië, die veroorzaakt
is door de weigering van don minister-president om
opnieuw kredieteu voer het leger toe te staan, ves
tigt weer de aandacht op den finaucieelen toestand
«*an dat land.
In do kroniek van de Ned. Economist worden eenige
beschouwingen daarover weergegeven, waaraan de
volgende cijfors zijn ontleend
De iuvoer bedroeg in 1890 slechts 1317 millioen
en de uitvoer 876 ram. tegen 4423 en 3720 mm.
wat Frankrijk betreft, terwijl de bevolking van beide
landen is als 4: 5.
Het bedrag'der nalatenschappen was nauwelijks
1/5 van dat iu Frankrijk, en toch is de begrooting
half zoo groot als de Franscbe. Uit alles blijkt de
geringe draagkracht der Italiaansche bevolking; ook
uit de loonen, want dagloonen van 4 en 5 francs
zijn grooto uitzondering.
Ook met do exploitatie der staatsspoorwegen is
Italië niet gelukkig. Het rijk bezit 14,000 KM.
spoorweg. Wat doze gekost hebben en nog kosten,
kan men uit het volgende staaije opmakeu
Bruto ontvangsten per K.M.
1886 1889
Italië 30,283 frs. 19,500 frs.
Frankrijk 33,317 34,400
Duitschiand 33,720 36,020
Engeland 53,513 67,427
De Statist, die deze cijfers mededeelt, betwijfelt dan
ook of de de opbrengst der Staatsspoorwegen, die
ongeveer 300,000 frs. per mijl hebben gekost, ooit
de jaarlijksche uitgaven der schuld zullen dekken,
die voor den bouw dier lijnen is qpngegaan.
Over het beleid van het thans afgetreden ministerie
wordt gezegd, dat het zich heeft gekenmerktNdoor een
«zeer bedenkelijk optimisme». Terwijl de minister
van de schatkist Luzzati bijv in April van het vo
rige jaar een saldo voorspiegelde van 5 mm. consta
teerde de begrotingscommissie over de eerste zeven
maanden van dat boekjaar reeds eeu tekort van 15
turn,, en volgens de Statist zal dit tekort nog wel
tot 50 a 60 mm, stijgen.
Do slotsom dezer beschouwingen moot dan oök
zijn dat de nieuwe rogeering heel wat krachtiger
maatregelen moet nemen dan de door den vorigen
minister van de sdhatki9t voorgestelde, om Italië voor
j een ernstige crisis te behoeden.
Zal Rusland veranderen van tuktiek en eene wen-
j king maken naar Duitschiand
j Ziedaar do vraag die op dit oogenblik in Engeland
menig politicus en journalist bezig houdt.
En geen wonder.
Enkele verandering in Rusland staatkundj heeft
I gewichtige gevolgen 'voor de algemeene Eui^pecsohe
politiek; en waar het gevaar voor den vrede juist
sphuil(£iin de verhouding tusschen Rusland en
DuitsctManil, wordt eene dergelyke quaestie door veleu
met belangstelling nagegaan.
En or is wel reden om dit vraagstuk weêr eens
ter sprake teVengen. Inzake do Boefgaarsche quaestie
loopt het gerucht van een overeenkomst tusschen de