BINNENLAND. 1802. N° 4819. ping boedel, els, Schrjjf. Brandkast, sn, Karpet I I 7 Dinsdag 26 April. rkooping FEUILLETON TTït Ixet XjSTrezx- loedel, sMEUBE- gewerkt PER, HOUDERS, .ND. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 189’. h I De Insending van advertentiön kan geschieden tot 0én uur des namiddags van den dag der uitgave. 3. C. FOK- aftands), Ier te kooj icao. EN B ii Afeoaderlgke Nommer» VIJF CENTEN. PRUIJT. lalte. (Naar het fraiuch.) DEBDE GEDEELTE. XI. deden hem hart van lN zoon. 2 des mor- -gk K. No. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelgki met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. 's morgens van 2 tot at, GOÜDSCHE COURANT. ieuse cent. ikers iet huis be J. J. VA', 9 Goudera •che Cou- en door het KMAN en ADVERTENT1EN worden geplaatst van 15 regels h 50 Centen; iedere regel meer 10Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. Goud- ei ;"1 Bovendien worden alle Advertentiën gratis opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD ’twelk des Maandags verschjjnt. W O K w Naar wij vernemen moet het bedrag, waarvoor tot duiver in het geheele land bij de verwhiliende comité's voor het huldeblijk san H. K. H. de Groothertogin van Saksen, Prinaea Sophie der Nederlanden aan te bieden bij haar gouden huwelijksfeest is ingeschreven, f 35,000 beloopen. In aanmerking genomen, dat deze heuglijke ge beurtenis eerst in October aanbreekt on het tijdstip dus nog ver verwijderd is van de sluiting der in schrijving, zal dit reeds niet onaanzienlijk bedrag ongetwijfeld nog hooger worden. (19.) iichelijkheid is gebleken, 3 van het bij de bo- GOUDA, 23 April 1822. Mevr. Davenport had Zaterdagmiddag, toen rij met haar echtgenoot een ritje te paard maakte; het ongeluk dat op den Haastrechtschen dijk haar paard struikelde, ten gevolge waarvan zij zelf ook op den grond viel, gelukkig zonder letsel te bekomen. De maaltyd aan 100 behoeftige kinderen had Zaterdagmiddag een talrijk publiek naar „Ons Ge noegen” gelokt en het kleinen te zien genieten hun verschaft. 1 Bij die woorden haalde Anie diep adem en her leefde haar moed. Aangezien hij de toekomst inzag, bleek het dat haar woorden doel hadden getroffen. Is ooit iemand onteerd geworden door een speelschuld, die betaald word? Als de eer slechts gered is, wat komt er dan de rest op aan. Indien wij slechts bij elkander kunnen blijven, is het ons toch onverschillig, in welk land wij wonen. De tijd dronger moest haastig besloten worden, hetgeen niet mogelijk was met een onzeker en weife lend geweten, tenzy Anie de regeling op zich nam. Ik ga naar Ourteau, sprak zijjij gaat als gewoonlijk naar je bureau en begint met aan den generaal de geheele waarheid te zeggenbinnen een paar uur zal de geheele zaak in de stad bekend zijn het is dus beter, dat het uit je eigen mond hoort, hoe moeilijk die bekentenis je ook vallen moge. Maar voor dat ik vertrek, zal je mij zweren, met onze lippen op elkander gedrukt, dat ik ver trouwen in je kan hebben. Gerustgesteld door dien eed, evenzeer door de omhelzing, zoo vol innige dankbaarheid, belofte en berouw, waarmede hij afscheid van haar nam, ver trok zij naar Ourteau, op hetzelfde oogenblik, dat hij naar bureau ging. Nauwelijks was hij aangekomen, of de generaal het hem roepenhij had een slechten nacht door gebracht en, om een weinig op zijn verhaal te ko men, gevoelde hij behoefte iemand bij zich te heb- was een aardig gezicht de van de heerlijke spijzen De heer en Mevrouw Davenport waren tegenwoordig. Laatstgenoemde werd bij haar binnenkomen door een drietal hoeren een bouquet overhandigd. De maaltijd werd door muziek opge- vroolykt. er wel iets op vinden Het is nooit zijn eigendom geweest. Je grootmoedigheid, je opoffering zouden mij den ellendigsten aller menschen maken Het Staatsblad bevat een kon. besluit van den 9n .April 1892, tot aanvulling van art. 23 van het bij koninklijk besluit van 30 Augustus 1864 (Staatsblad no. 91) vastgesteld reglement voor de rijks hoogere burgerscholen. Overwegende, dat de wem om door aanvulling van art. 23 Is er iets dat ons van meer waarde kan j zou 65) Maar dat fortuin, alles wat wij bezitten, be hoort je- immers geheel toe. Ik heb het testament verbrand. Het is immers hetzelfde, of jij de schuld be taalt of wy. Je vader is niets schuldig. Je kent hem niet; mijn vader zsl betalen,zoo goed als jy het doen zoudt; je dood zou daaraan niets afdoen, en zelfs al zou die dood je van de schuld ontheffen, denk je dan, dat ik tot dien prijs ons fortuin zou willen behouden? Ik wil je vader niet ruïneeren en je zelve erbij. Maar begrijp dan toch, dat wij betalen zullen; jy hebt schuld; dus wij hebben schulden; het-ka pitaal ia van jou, niet van ons, en dan zou het nog hetzelfde blijven. Je beweert alles overdacht te hebben. Maar dat is niet zoo; je hebt niet nage- ■dacht* In een vlaag van wanhoop heb je het hoofd vengemelde besluiten vastgesteld reglement voor de ryks hoogere burgerscholen, onvermogende jongelie den, zonder betaling van schoolgeld, tot het volgen der lessen op de rijks hoogere burgerscholen te kunnen toelaten; wordt genoemd artikel als volgt gowyzigd. «Het bedrag van het schoolgeld zoowel voor hen die het geheele onderwys volgen, als voor hen, die slechts enkele lessen by wonen, wordt door den mi nister voor elke hoogere burgerschool afzonderlijk vastgesteld. Zij, die zich door bijzonderen aanleg onderschei den, doch onvermogend zijn schoolgeld te betalen, kunnen daarvan door den minister op de bij dit reglement gevoegde voorwaarden worden vrijgesteld. Aan hen, te wier behoeve vrijstelling van de be taling van schoolgeld is verleend, kunnen boeken en leermiddelen kosteloos van rijkswege worden ver strekt.” De voorwaarden betreffende de kostelooze toelating van leerlingen op do rijk» hoogere burgerscholen, bedoeld in art. 23 van het reglement voor de rijks hoogere burgerscholen, zyn de volgende: Zy, die hetzij tot het volledig onderwys, hetzij tot het volgen van enkele lessen, zonder betaling van schoolgeld, op eene ryks hoogere burgerschool wenschen te worden toegelaten, kunnen zich daartoe in de maand Juni van elk jaar aanmelden bij den directeur. Om vrijstelling van de betaling van schoolgeld te erlangen, wordt vereischt, dat a. de ouders van den leerling doen blijken van hun eigen onvermogen, zoowel als van dat van hun kind, en de voogd van het onvermogen van zijnen PuPil b. uit een onderzoek bly’ke, dat de leerling van goed gedrag is, door aanleg uitmunt, en door zijne ontwikkeling en positieve kennis in allen deele in staat is het onderwijs te volgen. De minister van binnenlandsche zaken staat, be houdens de bepaling van art. 8, de vrystelling toe voor hen, die aan deze voorwaarden voldoen. Mocht in verband met het aantal betalende leer lingen, dat tot de school toegang heeft erlangd, en met de beschikbare plaatsruimte en de beschikbare leerkrachten bezwaar bestaan tegen de toelating van alle bij het sub. art. 2 bedoelde onderzoek geschikt bevonden candidaten, dan wordt door den minister van binnenlandsche zaken bepaald, tot welk maximum zij zullen worden toegelaten. De uitkomst van het onderzoek beslist in dit ge val omtrent de volgorde der plaatsing. De directeur doet iedere drie maanden aan den inspecteur van het middelbaar onderwijs een staat toekomen van de cijfers, die aan de leerlingen, te wier behoeve vrijstelling van de betaling van school geld is verleend, voor ieder vak of voor het enkele vak, dat zij volgen, zijn toegekend. Deze opgave doet hij vergezeld gaan van een verslag omtrent den ijver en het gedrag dier leerlingen. De inspec teur zendt deze opgaven met de opmerkingen, waar toe zij hem aanleiding geven, aan den minister van binnenlandsche zaken. Vrijstelling van de betaling van schoolgeld wordt ingetrokken a. zoo de ouders van den leerling of deze zelf ophouden onvermogend te zyn b. zoo het blijkt, dat hy, die kosteloos onder wijs ontvangt, zich aan wangedrag schuldig maakt. Zij kan bovendien worden ingetrokken, wanneer de driemaandelijksche rapporten over de vorderingen den aanleg en de vlyt van den leerling daartoe aan leiding geven. Wanneer aan het einde van den cursus de vorde ringen van eenen leerling te wiens behoeve vrijstel ling van de betaling van schoolgeld is verleend, niet van dien aard zijn, dat hy tot eene hoogere klasse kan worden bevorderd, mag hij slechts met vergun- verloren. zyn dan je leven? Denk je dan, dat ik het overleven, als je stierf, mijn innig geliefde. En zoo, met verwilderde heftigheid sprekende, drukte zij hem in haar armen en zweeg slechts om hem nog sterker, met nog grooter hartstocht te om knellen. Je zegt dat je mij bemintmaar is dat lief hebben, als je mij wilt verlaten? Is niet alles te verkiezen boven een scheiding, de armoede, de el lende zelfs Wat geef ik om armoede 1 Ken ik haar dan niet reeds? Wat zou die rust beteeke- nen, waarvan je spreekt? Je zegt, dat je niet wilt, dat ik vernederd zal worden door den daad van een sciuldigen echtgenoot. Waardoor zou ik ver nederd worden, als wij voldoen wat je verloren hebt Haar woorden ontroerden hem en deden hem wankelen. Ik kan niets aan je vader vragen, sprak hij. Jij, neen, maar ik wel. Ik ga naar Ourteau. Binnen vijf uur ben ik met mijn vader terug. De zen avond betaal je. Waar wil je, dat je vader die som vandaan zal halen Dat weet ik niethij zal bij zal beleenen of verkoopen. Den grond, die hem zoo dierbaar is TJ -Ja. „loAnrlniri rrnmnaol

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 1