Buttenlamlsch Overzicht. KEJXJMtSGEEIMG. Kruis naar verdiensten. Toen bij oeno geïmprovi seerde revue, tegenover den vyana te Regensburg gehouden, Napoleon voor het eerst aan gewone sol daten groote belooningen schonk en hen tot ridders van t keizerrijk en leden van het Legioen van eer benoemde, kwam een oude grenadier, die de veld- van en Egypte had medegemaakt, toen hij zijn naam niet hoorde oproepen, naar voren en vroeg op kalmen toon om het eerekruis. «Maar," zeide Napoleon, „wat heb je gedaan om het te verdienen?" „Ik was het, Sire, die in de woestyn van Joppe, toen het zoo verschrikkelijk heet was, u een watermeloen gaf." „Ik dank je er nogmaals voor maar het geven van eene vrucht is nauwelijks het Kruis van het Legioen van eer waard." Toen geraakte de greiadier, die tot nog toe zoo koel als ijs geweo&t was, in woede, en schreeuwde //Zoo, en rekent ge ook niet mijne zeven wonden, hier en daar opgedaan op de brug van Areola, te Lodi, te Castiglione, bij de Pyramiden, te Acca, Austerlitz, Friedland, mijne elf veldtochten in Italië, Egypte, Oostenrijk, Pruisen, Polen, Maar de keizer viel hem nu lachend in de r de, en terwijl hij zijne opgewonden manieren nabootste, riep hij „Daar, daar, wat word je opgewonden, nu je tot het ware punt komtDaarmede had je imraors moeten beginnen dat is toch heel wat meer waard dan je meloen. Ik maak je ridder van het Keizer rijk met een jaargeld van 1200 fr." Éen geval van //ingetrokken dankbaarheid" wordt uit Naumburg gemeld. Reeds eenigen tijd geleden stierf daar zekere Bielstich, verdienstelijk als apothe ker en als lid van den gemeenteraad verdiensten, die hem zoo hoog aangerekend werden, dat de stad besloot een gedenkteeken te zijner oer te stichten. Dit monument is nu gereed. Maar zijne weduwe heeft intusschen zich voor een veel hooger inkomen aangegeven dan wijlen Bielstich ooit deed, en nu is de gemeenteraad niet langer gezind, een gedenktee ken te plaatsen voor iemand, dia de stad feitelijk jarenlang bestolen heeft. Men zal hot monument nu maar in eene bergplaats van ouden rommel, in het stadhuis aanwezig, onder dak brengen. De Fransche teekonaar Willette heeft in een Fransch tijdschrift de volgende karakterschets van de anar chisten gegeven. In een donkeren hoek van een trap plaatst een gluiperd een helsch toestel, dat slachtoffers zal maken, tot welke hij zelf niet zal be- hooren. Achter hem een werkman, ook een op standeling, maar een uit '48, met bloote borst en armen, een vuurwapen in de rechterhand, die hem de linkerhand op den schouder legt, en dit enkele woord zegtk Lafaard". Het wetsvoorstel van den heer Pyttersen, tot in stelling van Kamers van arbeid en nijverheid, moet, volgens den voorsteller, niet beschouwd worden als een verwijt tot de Regeering, die het verslag der arbeids-enquête wenscht af te wachten. Met do instelling van de arbeidskamers wordt beoogd de goede verstandhouding tusschen werkgevers en werklieden te bevorderen,, door het houden van ge regelde bijeenkomsten, waarop beider gemeenschap pelijke belangen worden besproken; dat ik mijn kind geen genoegen gun. O, wat heeft eene moeder als ik een zware taak op hare schouders." z/Neen mamaatje, stel u gerust, ik zal tante schrij ven, dat ik niet besluiten kan het ouderlijk huis te verlaten, wijl liet mij te veel moeite kost van u allen te scheideD." Op een anderen tijd zou mevrouw van Breughelen die, wanneer de noodzakelijkheid het niet gebood, bepaald tegen liegon was, eene verdraaiiug van de waarheid, als Clare voorhad, streng hebben berispt. Voor 'toogenblik meende ze echter genoeg te hebben gedaan, en mot de hare eigene wilskracht maakte ze zich ten leste diets, dat Clare als ze 't zelve schreef, en dan uit eigene beweging dat ze liever te huis bleef, dan immers kon zij hare handen in onschuld wasschen Mevrouw had voorloopig geen geringe zegepraal behaald op zuster de Back, die ze niet kon uitstaan, al geboden zekere omstandigheden haar met //zuster" op den besten voet te zijn. Reeds bij 't leven van haar man was zij in de huishoudelijke regeering nooit de minste partij geweest, en na zijnen dood had zo de teugels van dat bewind immer, wel niet met fierheid, maar toch door slim beleid alleen in handen gehouden. Hare zoons die op hunne wijze vroom waren als de moeder op de hare, waren dan ook, getrouw aan den stam waaruit zij sproten, streng konservatief in alles, 't Waren geen domooren maar i ook geen hoogvliegers, hoewel slim genoeg om ijve rig te letten, dat ze ooms en neven, die in hooge I van den arbeid de middelen te verschaffen om van zijne belangen, grieven en wenschen op loyale wyze te doen blyken, en deze in overweging te doen nemen een college van advies in het leven te roopnn, dat de. besturen van Rijk, provincie en gemeente desgevraagd, of op eigen initiatief, kan voorlichten omtrent de belangen van arbeid en nyverheid en statistische gegevens kan verzamelenen dat geschil len tusschen patroons en werklieden tracht te voor komen en deze, zoo mogelyk in der minne, of door eene scheidsrechterlijke uitspraak, helpt beslechten. Het hoofdbeginsel van het ontwerp is, dat de in te stellen kamers het beoogde doel moeten verwe zenlijken door overtuiging, samenwerking en zedelij ken drang, zonder toepassing van dwangmaatregelen. In navolging van hetgeen elders wenschelijk is gebleken, worden de kamers saamgesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de werkgevers en de werkliedenafzonderlijke afdeelingeu voor beiden acht de voorsteller niet gewenscht. In iedere gemeente kan by Kon. besluit zoodanige kamer worden' ingesteld. Om lid van de kanjer te kunnen ziju, moet men 25 jaar oud zyn, de laatste 2 jaren woonplaats bianen het ressort der kamer hebbon gehad eu gedurende dien tijd in hetzelfde bedrijf, deuzelfden tak van nyvorheid, of eenig on derdeel daarvan, werkzaam geweest zijn; voor de werkgevers golden de twee laatste bepalingen niet. De kiezers voor de kamors van arbeid moeten den leeftijd van S3 jaren hebben vervuld. Voor elke afdeeling worden twee afzonderlijke kiezerslijsten opgemaakt, een de namen bevattende der werkgevers, de andere' die der werklieden. Iedere afdeeling vergadert jaarlijks minstens 3 malon en benoemt uit haar midden een voorzitter en een secretaris. Het bestuur der kamer vergadert jaarlijks minstens een maal en benoemt uit zijn midden een voorzitter, terwijl tot secretaris benoemd kan worden iemand, geen lid der kamer zijnde. Wanneer in een bedrijf of tak van nijverheid, door een afdoeling vertegenwoordigd, een geschil dreigt te ontstaan of ontstaan is tusschen werkgevers en werklieden, geven partijen daarvan schriftelijk kennis aan den secretaris der betrokken afdeeling. Laten partijen dit na, dan onderzoekt do secretaris de aanleiding tot het geschil en stelt daarvan een beknopt verslag op. De afdeeling wordt nu onverwijld bijeengeroepen, onderzoekt het geschil en tracht dit, zoo noodig na verhoor der partijen, in der minne te beslechten. Gelukt dit niet, zoo benoemt zij uit haar midden een commissie, bestaande uit een gelijk aantal werkgevers en werkliedeu, die onder voorzit terschap van een door elke afdeeling aangewezen scheidsman een schikking beproeft; gelukt dit niet, zoo wordt een nauwkeurig verslag opgemaakt en door tusschenkomst van den eecretaris der afdeeling in handen gesteld van het bestuur der kamer, dat na ontvangst van 't verslag onverwijld wordt hijeen- geroepen. Indien na hernieuwd onderzoek in den boezem van het bestuur geen overeenstemming wordt verkregen of de genomen beslissing niet de goedkeu ring van beide partijen erlangt, wordt de beslissing opgedragen aan een scheidsman. De kosten worden, desverlaugd, vergoed door de betrokken partijen, de werkgevers voor 2/3, de werk lieden voor 1/3. Gisteren hebben hier te lande in Amsterdam, Rotterdam, 's Hage en tal van andere plaatsen ver gaderingen plaats gehad, waarop de noodzakelijkheid werd betoogd van de invoering van den arbeidsdag van 8 uur. De orde werd bjjna nergens verstoord alleen te Leeuwarden hadden na afloop der vergade' ring eenige ongeregeldheden plaats. Aan de W. Jt. Ct. meldt men daaromtrent het volgende De meeting zelve is te ruim 4 uur ordelyk afge- loopen. Omstreeks 40 vereenigingen, naar raming met 1500 leden, doch honderden nieuwsgierigen waren op het terrein. Bij het vertrek werd eender vaandels, in strijd met het bevel, ontrold en omhoog gehouden. Er volgde een oploop waarbij een rijks veldwachter mishandeld werd, de bajonet afgerukt werd en getracht werd hem in de vensterruiton te duwen, maar hij werd door do politie ontzet. Eene zingende volksmassa begaf zich naar het Hofplein, waar zij onwillig aas uiteen te gaan; het plein werd mot behulp van huzaren, infanterie eu politie ont ruimd vier personen werden gearresteerd, waarvan oen in het bezit van een dolkmes. Hierna hadden er volksoploopen ook op andere punten plaats, waarby enkele steenworpen naar de politie werden godaan, die echter weldra de orde herstelde. Hier en daar zijn vensterruiten ingeworpen. Den geheelen avond bloef hot in de stad woelig. De huzaren patrouillee ren de hoofdwacht is bezet door 50 man, zoo ook enkele andore militaire posten. De troepen waren den geheelen dag geconsigneerd. Overal elders in de provincie ziju de meetings ordelijk afgeloopen. Sebastian Kneipp werd den 17en Mei 1821 geboren te Stefansried, een uurtje van Ottobeuren in Beieren, Hij wilde priester worden, doch zijn ouders waren arme lieden, wien de noodige middelen ontbraken ora hun zoon te laten studeeren de knaap moest van zijn prilste jeugd af tot het onderhoud van het gezin het zij no bijdragen en daartoe reeds op elfjarigen leeftijd hot wevershand werk, dat ook zijn vader be oefende, leeren. Toen hij dertien jaar oud was, maakte hij reeds dagelijks vijf tot zeven ellen lin nen Met de jaren nam echter de zucht naar weten schap bij hem toe. Zooals hij zelf mededeelt, ver zocht hij toenmaals meer dan twintig geestelijken om hulp en raad, ten einde het begeerde doel te bereiken. Ten slotte, op 17-jarigen leeftijd, vond hij steun bij den kapelaan Math. Merkle in |Grönen- bach (later professor in do theologie te Dillingen.) Door zijn oppassend gedrag, wist hij zich genoeg zaam vrijen tijd te verschaffen, ora zich met de hulp van den genoemden geestelijke voor te bereiden op het toelatingsexamen voor het gymnasium te Dillin gen. Hier studeerde hij tot 1848 en bezocht daarna to München do universiteit. Ten gevolge zijnor ingespannen studiën verzwakte zijn gestel in die mate, dat de doktoren hem als ongeneeslijk opgaven. In die dagen nu vond hij in de universiteits bibliotheek het werkje //Beginselen der watergenees kunde van Hahn' hij las het door en begon in den vacantietijd de daarin voorgeschreven kuur. De uitslag was boven verwachting gunstig. Een medestudent, die eveneens doodziek was, vond ook genezing door Kaeipp's voorbeeld te volgen en deze beide gevallen verwekten in den kring van studenten en professoren algomeen opzien. Tot priester gewijd, bekleedde Kneipp vele kape- regeeringsposten zaten, in begrippen t.«n naastenbij gelijkvormig werden, opdat ze in de wereld vooruit kwamen, zooals velen hunner familie vroeger, ten na- deele van bekwamer en ijveriger menschen, onver diend waren voortgeholpen. Ze konden dan ook als als het te pas kwam gemoedelijk meepraten over wereldverachting en dorst naar het eene goede en ware, in de stellige overtuiging dat juist diezelfde minachting, voor aardsche zaken, hen onchristelijk en onrechtvaardig zou vooruithelpen. Niet dat zij zeiven het helpen konden dat ze zoo dachten en de den zóó waren ze opgevoed en zóó begrepen zij de toekomst, die hun óók zoo werd voorgespiegeld, en het viel voor 's hands voor hen niet te hopen, dat de groote omVeering van zaken daar was, dat ware ver diensten erkend, en alle geknoei werd uitgeroeid. De zoons en do moeder voeren dus onder eene vlag, eu deze mannen hadden er nog niet aange dacht ten minste ze gaven het niet openlijk te kennen het soms wel wat willekeurig gezag der weduwe te beperken. En nu zou een jong meisje tegen deze, wel is waar zonder gedruisch, maar desniettemiu drukkend heorschende moeder, zich ver zetten Ontegenzeggelijk was Clare de sterkste partij ge- woestze was meerderjarig en kon dus betrek kelijk doen en laten wat ze verkoos. Van baar krachtig karakter kon men verwacbteD, dat, werkte men haar bepaald tegen, dan zou juist dat een prikkel voor haar zijn, baar wil te doen zegevieren. Daarbij kwam nog, wanneer tante de Back haar niet roet ongenoegen bij zich wilde hebben, dan wist zij heel goed, kon zij van haar vaderlijk erfdeel wel zóóveel krijgen, om 't is waar zuinig, maar torfh fat soenlijk te leven. En dat vermogen uit te keeren, daarvan had mevrouw van Breughelen een geduchten afkeer Wie niet sterk of niet de sterkste is, moet slim zijn, en door behendigheid had mevrouw hare dochter, of wel hare zaak dan ook weten te winnen. Ze begreep echter nu ook dat ze niet te overmoedig op hare zegepraal mocht zijn, en op nog altijd raee- warigen toon zeide ze z/Clare, ik hoorde van tante de Back dat je zoo gaarne naar de receptie bij van Maerens zoudt gaan. Geloof niet mijn kind dat ik je dat misgunde, en ook, ik denk te weinig om zulke wereldsche zaken, dat ik begreep dat je leeftijd meebracht dat je er moest gaan feliciteeren. We zijo nu eenmaal aan onzen stand verplicht die aardsche gebruiken en wet ten der hoogere samenleving te eerbiedigenen als je lust hebt, kun je met mij er heen gaan." z/Heel gaarne mama, maar gaan Cateau en Edzar- dine niet mee?" „Cateau kan dan voor die eene keer ook raeê gaan, ze is toch nog wat heel bloode en teruggetrokken, het is noodig dat ze wat meer goede vormen krijgt. Maar van Edzardine is geen sprake." Wordt vervolgd.) a lainsfuncties en bracht velen, die hem aan het ziek- I bed riepen om godsdienstig door hem bediend te I worden, lichamelijke genezing vooral in hetcholera- I jwr 1854 redde hij vele lijders door zijn eenvoudige I middelen van den dood. I Ofschoon herhaalde malen wegens kwakzalverij voor het gerecht gedaagd, moest hij toch telkens I worden vrijgesproken, omdat men hem niets strafs- baars ten laste kon leggen. In het jaar 1855 tverd I hjj naar Wörishofeu overgeplaatst, waar hij gelegen heid vond ziju watergeneesmethode in practijk te brengen, daar in die plaats en ook in den omtrek geen geneesheer zich gevestigd had. Daarbij kwam hg jpt de overtuiging, dat van allo manieren om water aan te wenden voor hët lichamelijk welzijn, de stortbaden den suelstwerkendeu, duurzaarasten en gunstigsten invloed op het gestel oefenen en ook, dat het gebruik van eenvoudige en weinig prikkelende kost een eerste voorwaarde is, wil de mensch gezond blijven. Hij zelf houdt zich streng aan zijn levens regelen. „In geen vijf-en-twintig jaar ben ik ziek geweest*, verzekert hij en dat is wel het bewijs voor de gezondheid ziiner hygiënische beginselen. Op aandringen \an hooggeplaatste geestelijken heeft hij eindelijk besloten zijn ervaringen te boek te stellen en hiervan zijn de beide werken Meine Wasserkur en So sollt ihr leben de vrucht. Van het eerste, dat in 1886 het licht zag, is thans een 34e herzionedruk verschenen het laatstgenoemde beleefde sedert zijn eerste verschijnen in 1889 reeds 14 her nieuwde uitgaven. Van zijn hand zijn dezer dagep nog verschenen Kinderpjlege in kranken und gesun- den TagenRathgeber für Gesunde und Kranke. Reeds sedert lange jaren wordt hij' door zieken van alle rangen eu standen om raad gevraagd, doch in de laatste 3 tot 4 jaar is de toeloop naar Wörisho- fen zoozeer toegenomen, dat des zomers gemiddeld 10002000 vreemdelingen in het plaatsje vertoeven, Het aantal van hen, die jaarlijks bij den pastoor van het kleine boerendorp genezing komen zoeken, zal tusschen 30 en 50000 bedragen. Alle landen en natiën zijn daar vertegenwoordigd. Duizenden, die overal te vergeefs hulp zochten, danken „pastoor Kneipp de herkregen gezondheid. Het werk, dat hij zich op de schouders laadt, is dikwerf een reuzenarbeid, niettegenstaande hem, be halve, de eigenlijke baddokters, ook andere practi- seerdo geneesheeren ter zijde staan, die zich vaak in grooten getale te Wörishofen ophoudeD, om zijn ge neesmethode te bostudeeren. Natuurlijk is deze niet gehoel die van Hahn zy berust alleen op denzolfden grondslag, maar overigeus zijn haar toepassingen veel veelvuldiger on veel minder ruw. Het jubileum van de Marseillaise. Uit Parijs wordt van 25 April geschreven Bijna 25,000 men schen hebben gisteren een bedevaart naar Choisy-le- Roi gedaan, om in de stad, waar Rouget de l'Isle begraven ligt, het eeuwfeest van de Marseillaise bij te wonen. Om negen uur des morgens zette de fees telijk gestemdo menigte zich in beweging ora het graf te bezoeken, waarin de dichter-coraponist van het volkslied der Fransche Republiek rust. Het is met eon eenvoudigen steen gedekt, waarop onder den naam van den doode de woorden te lezen zijn „Toen de Fransche Revolutie in het jaar 1792 togen "de koningen te strijden had, gaf hij haar, om te overwinnen, het lied der Marseillaise". Een aantal kransen werd op het graf uedergelegd, o. a. eon, door de vrijmetselaars gewijd, omdat Rouget de l'Isle lid van de loge was geweest, 's Middags trokken de vertegenwoordigers van de bonds- en stadsoverheden gevolgd door talrijke vereenigingen, in foestelijken stoot het standbeeld van Rouget de l'Isle voorbij. De hoer René Goblet, de gewezen minister, hield de feesttoespraak. Hij gaf een historisch overzicht van do lotgevallen van het lied. „De Conventie", zeide hij, „had in hare zitting van 26 Messidor van het jaar III besloten, dat do Marseillaise voortaan het nationale lied vaft Frankrijk zou zijn. Het lied ver stomde toen de vrijheid bezweek. Onder het kei zerrijk en de monarchale regeeringen vergeten en verboden, leefde de Marseillaise in de herinnering van het volk voort, en brak als van zelf weder te voorschijn bij iedere krachtige terugkeer der vrijheid. Men heeft haar in het jaar 1830 gehoord; velen van ons hebben haar in het jaar 1848 gehoord; Telkenmale bracht zij ware stormen van geestdrift te voorschijn. Als de Revolutie overwonnen was, verviel zij weder in de vergetelheid. Eens echter onder het Tweede Keizerrijk (het was gedurende de wereldtentoonstelling van 1867) werd zij door een Oostenrijkscht kapel gespeeld, om ons eer te bewij zen dat was, zeiden de oog- en oorgetuigen, als eene opstanding. Drie jaar later ontwaakte zij op nieuw tegen de invasie, ora den moed der natie te vermeerderen en haren wanhopigen tegenstand te versterken. Eerst in het jaar 1872, tengevolge vau een voorstel in de Kamer om het decreet van Messi dor van het jaar III weder van kracht te verklaren verklaarde de minister van oorlog, dat hij dit decreet weer zou laten toepassen. Maar ook deze opwekking was niet zonder mooilijkheden mogelijk goweest. Zelfs onder de Republiek wilde men niet gaarne de Marseillaise als hymne. Men wilde de melodie wel behouden, maar er een anderen tekst boven schrijven. Maar men heeft tekst en melodie bij elkaar moéten nemen, omdat beide oen onafscheidbaar geheel uitma ken." Na Globeth*8 rede werd de Marseillaise ge- zongon door een koor uit dertig mannen-zangvereeni- gingen samengesteld, dat door Massenet meesterlijk geleid werd. 't Is dikwijls wenschelijk geacht, dat er een of ander toestel werd uitgevonden, om spoorwegreizi gers den naam van het eerstvolgende station, waar de trein stopt, aan te wijzen. Zoo iets is eindelijk uitgevonden en onlangs in Londen tentoongesteld. De aanwijzer is vastgemaakt in het schot tusschen de corapartimeuten en wordt in werking gebracht door eene roede, die onder de loopplank van den conducteurswaggon doorloopt. Zooals het toestel op een model-trein wordt ver toond, werkt hot uitmuntend door.de beweging van een hefboom in den conducteurswaggon, waardoor do naam van het station gelijktijdig in elk compar timent opspringt. Als zulk eene uitvinding werd ingevoerd, zou het een gemak zijn, dat zeker door de reizigers gewaardeerd zou worden, inzonderheid als zij op een lijn zijn, die hun niet bekend is. Uitvoerige berichten zijn ons toegekomen oratront de betoogingen van gisteren in alle deelen van Europa. Over hel geheel is do dag niet door bijzondere voorvallen gekenmerkt. Eene uitzondering maakt de stad Luik, waar de anarchisten in den loop van den avond drie ontploffingen deden plaats hebben; twee bij de familie de Selijs-Lonchamp, één in een kerk waar voor 100 000 franken aan gekleurde kerk ramen werden vernield. Het is niet mogelijk de berichten uit alle oorden, die eenige kolommen vullen der N. R. Ct. en van het Handelsbladwelke beide een extra nummer uitgaven, hier te vermel den. Bijna alle komen neer op byeenkomsten in de open lucht of binnenshuis, toespraken en verma kelijkheden, waaraan het slechte weder (regen en sneeuw op vele plaatseu) groote afbreuk hebben gedaan. De eerste Mei is dus over het geheel rustig voorbij gegaan. Maar toch zal zeker bij menigeen de ern stige vraag opkomen is het niet onverantwoord dat door de schuld van eenige heethoofden de gansche wereld bijna in rep en roer wordt gebracht op dien heerlijken Meidag en er ontzaglijke onkosten, voor troepenvervoer en buitengewoon toezicht, moeten gemaakt worden om de rust en veiligheid op dien dag te verzekeren Zouden zij van wie de beweging op i Mei uitgaat niet verstandig doen om zich in andere richting te bewegenzouden zij, lettende op de teekenen des tijds, ook hunnerzijds n/et kunnen medewerken om het misbruik, dat van die beweging wordt gemaakt, tegen te gaan en te bevorderen dat kalmte en rust op den eersten Meidag in het ver volg weerkeeren De anarchisten en revolutionaire sociaaldemocra ten vermenigvuldigen in Frankrijk, Italië en Berlijn hun aanslagen met dynamiet. Ze bobben in Italië een bom laten ontploffen in het gebouw van de pre fectuur in Faenza, en het stadhuis van Tarento in de lucht laten springen, en een geheele reeks van aanslagen op huizen en openbare gebouwen heeft plaats gehad. In Parijs worden de woningen der ambassadeurs alle beschermd en de politie moet eiken ochtend de aanplakbiljetten afscheuren waarin aan „goede pa triotten" wordt aangeraden de huizen der bourgeois in de lucht te laten springen. Het Parijsche volk is een zenuwachtig volk en de opwinding waarin het verkeert, is juist wat de anarchisten begeerden. L'Hérot is door de politie in veiligheid gebracht, daar hij geen oogenblik zeker van zijn leven was en zoo groot is de paniek, dat de geweermaker Mor- trange, openlijk bekend maakt, dat het onwaar is dat "L'Hérot bij hem het middagmaal gebruik heeft! Ter wille van zijn vrouw en kinderen deelt de ge weermaker dit mede. Buitengewoon moedig dit niet. De wijze waarop de bom geplaatst is in het restaurant van den heer Véry is thans bekend ge worden. De heer Véry was eergisteren wel genoeg om de vermoeienis van een voorloopig verhoor door den rechter van instructie te kunnen verdragen. Hij denkt, dat do bom, die zijn café vernield, binnengebracht was door een jonge, blonde vrouw, klein van gestalte en gekleed met een wit en rood gestreept jakje. Zij droeg een zwarte mand, voor zien van twee handvatten en een klep. Zij vroeg verlof die mand voor tien minuten onder de toonbank te mogen zetten, daar zij in de buurt een bezoek moest brengen. Drie of vier minuten later, had de ontploffing plaats en de heer Véry gelooft, dat hij werkelijk de vlam het eerst gezien heeft, op de plaats, waar do mand neergezet was. Een huurkoetsier zegt, dat hfl bij Saint-Mandé een blonde vrouw opgenomen heeft, die gekleed was op do boven beschreven manier. Zy was in gezelschap van drie mannen en de koetsier liei hen uit op de Place de la République. De mannen bloven daar staan, maar de vrouw liep naar den boulevard Magenta. De zitting der Belgische Kamer van Vrijdag is bijna geheel ingenomen geweest door eone redevoering van den heer Graux, minister van financiën in het laatste kabinet-Frère en afgevaardigde voor Brussel die zonder direct den heer Frère te bestrijden, maar door met groote warmte de eendracht der liberalen te pleiten, een tegenwicht schonk aan de uitdagende redevoering tegen de radicalen van den ouden leider der liberalen, den heer Frère-Orban. Op eene interruptie van de heoren Beernaert en Woeste antwoordde de heer Graux „Ja, wij willen ons niet door u laten ten onder brengen, dat is het waarom gij onze eendracht bespot. Gij zoudt wel eene meerderheid van 2/3 der stemmen in de Con stituante willen hebben, om de herziening geheel in uwen geest te bewerkstelligen en er ons voorgoed ouder te brengen. Ziet, dat is' juist de reden van ons verbond te Brussel. Ook ik roep tot samenwerking op alle li beralen, maar tegen de clericale herziening; de heer Frèro-Orban had tot de samenwerking genoodigd tot bestrijding van het algemeen kiesrecht. En het ver bond, door ons te Brussel gesloten, zou ik wenschen dat overal elders navolging vond. Dat is eene vraag van het hoog9le algemeen welzijn, want zonder dat komt er slechts een zeer klein aantal liberalen in de Kamer. En in het belang toch van het land moet de grondwet tot stand komen gelijk de eerstewij moeten er zoo talrijk zijn, dat gij met ons te rekenen hebt, want anders loopen de orde en openbare vrede gevaar verstoord te worden." AFKONDIGING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda doen te weten, dat door den Raad dier Ge meente in zijne vergadering vau den 25 Maart 1892 is vastgesteld de volgende verordening tot wyziging der verordening op de Brandweer te Gouda. Eenig Artikel. Art. 56 der Verordening op de Brandweer te Gouda, vastgesteld den 1 Maart 1889 wordt gewij zigd als volgt: De agenten van Politie in wier wijk brand ont staat, geven daarvan dadelijk kennis of doen daarvan dadelijk kennis geven aan den Opperbranameester en aan de in hunne wijk wonende Brandmeester, beurtelings op de signaalhoorn blazende en „Brand!" roepende met vermelding der plaats waar aie wordt bespeurd. De overige agenten moeten dadelijk insgelyks beur telings op den signaalhoorn blazende en „Brand roepende, ieder in zijn wijk, met den meesten spoed waarschuwen den Burgemeester, de Wethouders, den Garnizoens-Commandant, den Commandant der Schut terij, den Kapitein van het brandpiket, den Comman dant der Hoofdwacht, den Commissaris en de beamb ten van Politie, de Adjunct-Opperbrandmeesters, de Brandmeesters, den Directeur van de Gasfabriek, den Directeur van de Waterleiding, den Bewaarder van het Raadhuis en den Luider van den Klok van den grooten Toren. In do artt. 57 en 59 worden de woorden „nacht wakers" verauderd in „agenten. Zijnde deze Verordening aan de Gedeput-erde Staten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den 6/13 April 1892, in afschrift medegedeeld. En is hiervan Afkondiging geschied, waar het be hoort, den 26 April 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. De Voorzitter van den Raad der Gemeente GOUDA Brengt ter openbare kennis dat aan de Kiezers in deze Gemeente zijn toegezonden de oproepingsbrieven en stombiljetten tot het benoe men van drie leden van de Provinciale Staten en dat wanneer eenig Kiezer zijn stembriefje verloren heeft of er geen mocht hebben ontvangen, hij zich tot bekoming daarvan ter Plaatselijke Secretarie zal kunnen vervoegen dat de inlevering der stembriefjes zal aanvangen op den lOdeu Moi aanstaande, des

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2