Bultenlandsch Overzicht.
Oproeping onder de wapenen
Milicien-V erlofgangers
echter eene groote teleurstelling, daar die perronkaart-
jes een practisoh nut hebben.
Hy gelooft dat door vervolging van eeno overtre
ding dezer bepaling en veroordeeling van hen, die ze
plegen, aan de voorstanders daarvan en aan de maat-
tchappy een gewichtige dienst zal bewezen worden.
Daarna trachtte de ambtenaar van het O. M. aan
te toonen, dat de veroordeeling mogelijk is als men,
in plaats van uit art. 4, uit art. 3 van het meerge
noemd reglement ageert. Hij meende dat de direc
ties het recht hebben, den toegang tot de perrons
to weigeren aan hen, die niet in het bezit zijn eener
kaart. Hij stelde hiertoe in het licht, dat het per
ron een gereserveerd deel is van het stationeen
gedeelte, dat niet voortdurend of tijdelijk voor het
publiek toegankelijk is, en uitte verder, op grond
van al het aangevoerde, de meening dat de gedag
vaarde personen strafbaar zijn. Hij vorderde ten
slotte tegen elk der beklaagden eene geldboete van
5 of 3 dagen hechtonis. De kantonrechter zal
uitspraak doen over 14 dagen.
Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting
van Donderdag 5 Mei.
De heer Keuchenius, bijgestaan door een vijftal
andere anti-revolutionaire leden, is er in geslaagd
eene geheele zitting zoek te brengen met de quaestie
of h«t deelnemen aan de middernachtzending ligt
op den weg der officieren van het Ned.-leger. Prac-
tisch resultaat had de zitting niet daar de minister
bovengenoemde vraag ontkennend bleef beantwoorden
en de heeren geen steekhoudende argumenten aan
voerden maar de discussie op allerlei zypaden
brachten b.v. op de quaestie of de moraliteit in
't leger toeneemt, en of de meerderen het kwaad
tegengaan enz.
Het eindeloos herhaieu van dezelfde grieven door
de heeren interpellauten dwong den Minister tot een
herhaalde verdediging van de ten opzichte van ka
pitein Roelants gevolgdo haudelwijze, en zoo het na
den schijn bad, dat op de andere zijde van bet
vraagstuk niet de volle nadruk viel, dan was dat
minder te wijten aan den Ministerdaa aan de
heeren, die van deze quaestie zoo'n ontzaggelijk mis
baar hebben gemaakt. De vraag, op welke wijze
de moralitoit in het leger kan worden aangekweekt,
was toch eigenlijk niet aan de orde. De anti
revolutionairen, die hei de liberale partij schenen
kwalijk te nemen, dat zij daarover niet een woordje
meesprak, vergeten, dat de liberale partij niet ver
plicht is te spreken over alles wat de tegenpartij
te pas of te onpas aan de orde gelieft te stellen.
Over de zaak zelve van kapitein Koelants, die aan
de orde was, kon zij gevoeglijk zwijgen. Intusschen
deed het ons le,ed, dat de Miuister niet of ontwij
kend heeft geantwoord op een paar ragen, die van
de overzijde werden gesteld, bepaaldelijk deze, of
ook een officier, die bordeelen bezocht, evenzeer ge-,
signaleerd wordt als niet voor bevordering in aan
merking te komen, als hij, die 't bezoek van bordee
len op straat tegengaat. Door zich over dergelijke
punten beslist uit te laten, had hij de iuterpellanten
hun wapenen beter uit de handen kunnen slaan.
Men schrijft aan de Arnh. Ct. uit een Geldersche
grensplaats
De le Mei zal ons m^t den nieuwen tijd mooie
parten spelen, [k heb al verschillende lieden gezien
die sinds Zondag drio horloges op zak dragen. Na
tuurlijk moeten deze uurwerken ,ran verschillende
grootte of vorm zijn, daar men anders toch in de war
komt. De meeste lieden moeten hier rekening hou
den met den Duitschen tijd, wegens hun arbeid op
Duitsch grondgebied of wegens het Duitscho post
kantoor. De tyd is 15 miuuten later dan de Am-
sterdamsche en deze weer 20 minuten later dan de
Greenwichtijd, naar wolken tijd zich het Hollaudsche
postkantoor regelt. Daar de ingang daarvan tegelijk
die van de woning der brievongaardster is, moet
het goedo mensch zioh telkens afsloovea om de te
vroeg of laat komende menschen de nieuwe tydreke-
ning uit te leggen. Zy is met, al den last dien l
Mei haar bracht nog verwonderd, dat de verwarring
onder de menschen, die volgens drie tijden moeten
rekenen, niet nog grooter is.
Pastoor Kneipp, de apostel van het koude water,
was jl. Woensdag, op verzoek ran zijn talrijke aan
hangers, naar Weenou gegaan, om een voordracht
over zijn geneeswijze te houden. In de groote con
certzaal, waar de pastoor sprak, was het stampvol.
De pastoor gelijkt sprekend op het portret, dat overal
op de bekende reclameplaten te zien is. Pastoor
Kneipp begon zijn voordracht met de openhartige
verklaring, dat hij nooit eenige studie van medicijnen
gemaakt heeft, dati hij geen geneeskundige werken
heeft gelezen, en zich ook nooit voor oen genees
kundige heeft uitgegeven. Maar op 25jarigen leeftijd
gevaarlijk ziek geworden, had hij, na het lezen van
een brochure over do geneeskracht van het water,
koude baden in den Donau gonomen, en aan die
kuur dankte hij het herstel zijner gezondheid. Se
dert is hij een vurig voorstander van de geneeswijze
door water geworden en heeft hij voor de versprei
ding dier methode geijverd. Natuurlijk kwam hij
daardoor iu conflict met de doctoren, die hem aan
klaagden; maar hij kon don rechter verzekeren, dat
hij nooit zieken behandeld had, die niet vroeger
tevergeefs bij doctoren hulp gezocht hadden, wat den
rechter aanleiding had gegeven, te antwoorden dat
hij op zulk een onbaatzuchtige handelwijze niets had
aan te merken. De pastoor zeide voorts dat hy,
hoewol hij nooit patheologio had gestudeerd, toch
met de verschillende ziekten van het menscheiijk
lichaam bekend is, ten gevolge van de behandeling
zijner patiënten. De door doctoren voorgeschreven
medicijnen achtte hy grootendeels vergift, welks gé
bruik onmogelijk de resultaten kon hebben van zijn
genees-methode, namelijk bestaande in het in- en
uitwendig 'gebruik van water en in het aanwenden
van kruiden. Vooral prees hij de zegenrijke uitwer
king der kruiden. Het water moest echter met
oordeel gebruikt worden, en men moest een dikken
Herkules uiot op dezelfde wij/.e behandelen als een
tenngachtigen kleedermaker. Dit werd in de in
richtingen voor koudwaterkuren in het algemeen te
veel uit het oóg verloren. De tegenwoordige opvoe
ding der kinderen leidt er toe, hen tot nerveuze
menschen te maken.
Elk warm bad verzwakt den mensch, en daarom
behoorde men zelfs zuigelingen koud te laten baden.
Maar zulk een koud bad en dit is ook voor vol
wassenen waar zou slechts een paar minuten mogen
duren. Hij verklaarde zich zeer stellig tegen* het ge
bruik van thee, koffie, bier en wijn door kinderen,
en zeide dat de voeding der kiudereu van welge
stelde familiën gewoonlijk zeer verkeerd is. Ook de
moeders moesten, als voorbehoedmiddel tegen het
grootbrengen van zenuwachtige kinderen, nooit thee
en koffie drinken, en verstandige ouders behoorden
te zorgen, dat hun kinderen eiken dag voor een korte
poos iu het water rondsprongen.
Vervolgens leverde de pastoor breedvoerigo ver
halen omtrent de vele gelukkige kuren, welke hij
door water zoide verricht te hebbeuj zoo heeft hij
blinden ziende gemaakt en kreupelen en lammen het
gebruik van hun ledematen hergeven. Ten slotte sprak
pastoor Kneipp over tal van zaken, die men niet
moet doen, wil men gezond blyvou, en daarby kwam
hij ook over het dames-korset te spreken, dat hyin
strenge bewoordingen afkeurde, eu waarin de vrouwen
er, zooals hy zeide, als windhonden uitzien; welke
vergelijking een daverend gelach uitlokte. Ook hield
de pastoor een vurig pleidooi voor het blootsvoets
loopon, dat hij het beste geneesmiddel tegen nerveuze
hoofdpijn noemde, daar de aandrang van het bloed
naar het hoofd daardoor naar de voeten wordt afge
leid. Spreker eindigde zijn met de grootste aandacht
aangehoorde rede met de verzekering, dat hij «net
ziju geneeswijze geenszins naar rijkdom, roem of eer
haakte, maar alleen geleid werd door het streven om
de' men8chheid van nut te zijn en zich-zelven daar
door tot een zaligen dood voor te bereiden. Dat hij
inderdaad veel meuscheu geholpen heeft, bewezen de
talrijke personen ouder zyn toehoorders, die na afloop
zijner rede, als genezen patiënten, hem dankbaar de
hand kwamen drukken.
Hot Schoolverslag 1890/91 bevat over het Land
bouwonderwijs het volgende:
De rijkslandbouwschool te Wageningan met de
daaraan verbonden hoogere burgerschool werd by
het begin van den cilrsus 1890/91 geopend met 135
leerlingen voor volledig onderwijs en 6 toehoorders
daarvan behoorden er 44 tot de hoogere burger
school, 50 eu l toehoorder tot do afdeeling A
en 41 en 5 toehoorders tot de afdeeling B der
rijks) and bou w school.
Van de 22 leerlingen op het einde van don cur
sus 1889/90 aanwezig in de beide laagste klassea*
der hoogere burgerschool, werden 14 tot eene hoo-
gpro klasse bevorderd, terwijl alle leorlingen der 3e
klasse, ten getale van 14, aan het eind-examen
deelnamen en het getuigschrift verkregen.
Van dezen werden er 6 leerlingen eu 2 toehoor
ders in B1, één werd leerling in de 4e klasse der
hoogere burgerschool te Utrecht, één in dezelfde
klasse te Delft, één ging naar hot instructie-batal
jon te Kampen, één werd geplaatst als klerk by de
Hollaudsche Spoorwegmaatschappij, één kwarft op
een kantoor vau registratie en één werd- industrieel.
De afdeeling A had bij het einde van den cursus
1889/90 in hare beide laatste klassën 31 leerlingen,
waarvan er 22 tot eene hoogere klasse konden over-
gaan. De 12 leerlingen der 3e klasse legden alle
het eindexamen af. Aau elf van hen kon het ge
tuigschrift worden uitgereikt.
De bestemming der geslaagden i9 de volgende
6 beoefenen de practijk, waarvan 3 in Amerika
en 3 in Indië, 2 gaan weldra in de practijk bui
tenslands en 3 beoefenen (ie practijk hier te lande.
Uit de afdeeling B legden 23 van de 24 leerlin-
gon der beide laagste klasse het overgangsexamen
af en werden er 21 tot eene hoogere klasse bevor
derd. Een leerling der le klasse kon tfegeris ziekte
niet aan dit examen deelnemen, maar onderwierp
sprak mevrouw op luimigou toon, //je yerpt je maar
op als gestelde machten, je keurt ons doen en laten
af, als 't onderworpen is aan uwe hoogere wysheid,
en anders stuur je ons met je taaie verstand, dat
«altijd op zaken en feiten gespitst is, maar met een
kluitje iu 't riet. Daar heb je nu ook mijn aaus taande
gezelschapsjufvrouw heelemaal verslagen gemaakt."
//Zoo Marie, wel zoo, is het er' doorkrijgen we
Clare hier aan huis; weet je 't zeker? Je waart daar
straks zoo ijsebjk geheimzinnig, hoe'kom je r.u zoo
openhartig?' plaagde haar mijnheer.
„Och booze man, dat doe ik nu alleen om baar
niet af to schrikken om hier te komen't zou haar
waarlijk ook afschrikken als ze eiken dag zoo strijden
moest als jullie met haar vechten. Denk je dan
luie mannen, die buiten kantoortijd, behalve met een
pijp in den mond, met de armen over elkaar zit,
donk je dan dat wij vrouwen die den ganschen dag
zoo drujc bezig moeten zijn, dat we ons hoofd niet
te> vol hebben, om bespiegelingen te houden over
't nut der tegenspoedpn, of zoo iets?"
«Hoort mijn wijfje eeus groote woorden spreken,"
zei mijnheer en voortgaande tot zijn ander nichtje,
«komaan Cateau, jij zit maar'al te luisteren, en wordt
niet aangevallon of bijt van je af; worp ook eeüs
een loodje in zakjeje zus zit daar heelemaal
vórslagen."
[Wordt vervolgd.)
1
speelpartijenwat in 's hemels naam kan jij hebben
tegen een eerbaar ombertje, of'een spelletje quadrille
Je speelt natuurlijk zelf niet of bedroevend slecht
wik heb er volstrekt niet op tegen oom en
mijn opinie heeft zeker al weinig te beteokenen in
dit geval dat u op de sociëteit, of bejaarde hee
ren onder elkaar te huis, een robber whist maken
of iets dergelijks. Maar ik vind het gruwelijk ver
velend als men nog eeps ergens gevraagd wordt en
er gaat, om dan dadelijk op een bepaalde plaats, in
de hoeken der kamer, aan een speeitatel te worden
geprest. Alle diskoers houdt dan dirëct op, want
het halfbakken spel is bij mij het akeligste spel
van alle spelen, en je verbeuzelt een avond door je
aandacht te vestigen op een paar stuivers winst of
verlies."
„Pardon jufvrouw l" sprak van Tholen, „ik moet
u tegenvallen, al ben ik geen groot minnaar van
kaartspelen. Maar slel u een gezelschap voor van de
meost verschillende of beter gezegd, opposante be-
standdeelenwaardoor bewaart ge nu beter een goede
verstandhouding tusschen allen, dan door een spelletje
kaart? Denk u eens aan mevrouw D. komt op visite
met mevrouw E.de eerste is zeer liberaal en de
andere zeer behoudend op 't punt van kerkelijke
zaken; mijnheer F. verschilt in politieke richting
hemelsbreed van mijnheer G., en zoo zullen al do
leden verschillende denkwijze hebben. Zoodra ze komen
meet ieder zijne krachten en kiest partij, en nu komt
et een openlijke kibbelpartij, of indien het beschaafde
menschen zijn, wat we maar liefst willen aannemen,
dan zwijgt men om des lieven vredes willede gast
heer en vrouw bemerken dat hunne partij in 't water
vie|, niettegenstaande de officieele verzekeringen van
„ijselijk veel g^poegen te hebben gehad," die de
gasten bij 't heengaan opdreunden. Eu door wat
kaartspelen had u al die vervelingen kunnen voor
komen, want op een gomengde partij wil het kwaad
spreken in den regel ook niet vlotten."
„Nu heb ik een lans te breken voor ons vrouwen,"
sprak mevrtfUw, „alsof wij dames niet bij elka&r
kunnon zijn zonder ons met de afwezigen te bemoeien
en die te bedillen, of wat efgey is te belasteren
Foei, van Tholen dat vind ik niet galant van je."
„Ik beken mijn sehuld mevrouw," was het ant
woord, „u weet trouwens dat mij nog veel galanterie
ontbreekt. Zonder thans u of uw liefste vriendinnen
te bedoelen, kent u damespriés waar men niet zoo
af en toe, natuurlijk „onder ons," de zusters of broo
ders der schepping gaat beoordeelen?"
«Ik kan je bepaald verklaren van Tholen, dat op
dëTneeste mijner gezelschappen, als er to zeer van
elkaar verschillende elementen zijn, altijd do speel
tafels gereed staan."
„O Marie," riep lachend haarman, „nu loopje er
potsierlijk injo bevestigt daar juist wat van Tholen
straks zeide. Ge zijt een baas in 't redeneeren, hoor
mon am?!" ging mijnbeer de Back tot van Tholen I
voort, en klopte hem op den ^schouder.
„Tqgeu jullie heeren valt* nooit te redeneeren,"
zioh in September met gunstig gevolg aan het toe
latingsexamen voor de 2e klasse.
Van de 8 leerlingen der 3e klasse, legden er 7
het eindexamen afallen verkregen het diploma.
Twee der gediplomeerden worden opgeleid voor
technische ambtenaren bij het boschwezen in Noder-
landsch-Indië, een zet zijne studiën te Halle voort,
een studeert te Delft om als ambtenaar naar Indië
te vertrekken, één oefent zich in de practijk, één
beoofent de practijk hier to lande en één is bestemd
voor de practyk in Indië.
In het afgeloopen jaar werd de eerste stap gedaan
ten einde de rijkslandbouwschool te doen dienen tot
vorming ran jonge lieden voor den kolonialon land
en bo8chbouw en dezen in ruimer kring dan tot
dusver nuttig te doeu zijn.
Dienovereenkomstig lag dan ook reeds eon nieuw
ontwerp gereed, volgens hetwelk voortaan de voorbe
reidende studiën naar Wageniugen zouden worden
overgebracht, toen er opnieuw twee jongeliedeu, in
het bezit van het eind-diploma der rijkslandbouw
school door het departemeut van koloniën werden
aangevraagd en na vergelijkend examen in opleiding
genomen. In afwachting van ds vaststelling der
nieuwe regeling werd voor deze beide kweekelingen
eene speciale voorziening getroffen, waarbij bepaald
is, dat zy van 1 October 1890 tot 15 Maart 1891
een cursus aan de rijkslandbouwschool te Wagenin-
gen zouden volgen. Aan dezen cursus werd onder
wijs gegeven in het landmeten, de houtteelt, de
kennis van voor de houtteelt nuttige en schadelijke
dieren, plantenkunde, de eerste beginselen der La-
tijnsobe en der Maleischo taal en van de kennis der
Indische woudbooraen. Bovendien werden practische
oefeningen in het landmeten en wetenschappelijke
excursiën gehouden.
Deze overgangsmaatregel tot (le nieuwe regeling,
welke bij koninklijk besluit van 9 Januari 1891 tot
stand kwam, hoeft aan de verwachting beantwoord.
De beide jongelieden werden in Maart naar de
Kon. Sachs. Forstacademie te Tharand bevorderd en
zetten er thans hunne studiën voort. Daar evenals
later o te Leiden zullen zij de speciale kennis van
de tropische planten, gewassen en hoornen opdoen,
welke zy voor» den dienst hij hst boschwezen in
Nederlatidsch-Indië behooven.
yin de gisteren door de ItaliaaDsche Kamer van
Afgevaardigden gehouden zitting, waar twaalf' leden
zióh hadtien .ingeschreven om tegen de eergisteren
voergelezen ministerieele verklaring het woord te
voeren, bestreed o. a. Giolette bet financieel pogram-
ma der Regeering.
Dé Kamer was zeer woelig en er waren niet min
der dan elf motiën van orde aangekondigd.
Luzzati verdedigde de financieëlo politiek.
Du Rudini vroeg een duidelijk votum.
Een motie-Griraaldi, waarmede de Regeering zich
vereenigd had, en waarin hare verklaringen werden
goedgekeurd, werd verworpen met 193 tegen 185
stemmen (8 leden onthielden zich.)
Üi Rudini verklaarde daarop dat hij de bevelen
des Koning8 zou afwachten.
Men spreekt van een kabinet-Gioletti Saracco.
De Fransche Raad van State heeft verklaard, dat de
aartsbis «chop van Lyon, zoomede de bisschoppen van
Nimes, Viviers, Valence en Montpellier, zich aan
machtsoverschrijding hebben schuldig gemaakt.
De conservatieve bladeu in Frankrijk bekennen,
dat hunne party een nederlaag geleden hoeft bij de
gemeenteraadsverkiezingen. Zij schrijven die neder
laag toe aan de verdeeldheid, die er onder de con
servatieven in Frankrijk heerscht. Hot Orleanistische
blad de Gazette de Francedat zich steeds heftig
verzet heeft tegen aansluiting bij de republiek, werpt
de schuld op de onafhankelijke republikeinen of katho
lieken. Zij hebben niets gewonnen, deze oude mo
narchisten, die zich tegenwoordig bij de republiek
aansluiten,, zegt het blad. De verkiezing Bewijst
maar al te zeer, hoeveel zij verloren hebben.
Zij hebben zich bij de republiek aangesloten en
de krachten der conservatieven verzwakt en niet een
republikein heeft zich verwaardigd hun daik te zeg
gen voor hun politieke wondiug. Wat de socialis
ten betreft, ook dezen hebben weinig reden zich in
den uitslag der verkiezingen te verheugen. Zij heb
ben zich met moeite staande gehouden in eenige
uijverh^idsdistricten, maar zij hebben niet één depar-
temontshoofifylaats kunnen veroveren. De eenige
plaats, die zij van dien aard innamen, Saint-Etienne,
hebben zij zelfs moeten verliezen!
De candidaten der revolutionairen hebben schip
breuk geleden te Amiens, Calais, Avesnes, ïtouaau,
Bordeaux, Dijon en Barège. Zij haddeu te Marseille
een zwakke meerderheid, een derde der stemmen,
en te Four mies, in weerwil van allo pogingen der
'Parij8che leiders, werd de burger Hiuine niet verko
zen. Zoo het kiezerskorps niet gunstig gestemd was
voor de conservatieven, het was dit evenmin voor de
socialisten.
De le Mei is voor de republikeinen eene goede
dag geweest en de bladen der redering hebben geen
ongelyk, als zij juichen in den uitslag der verkie
zingen
In de Belgische Kamer van Afgevaardigden heeft
de heer Smet de Naeyer de redevoering van den
heer De Graux beantwoord.
De conservatieve party, zei de heer Smet, houdt
geer» rekening met de manifestatiën in de straten,
nooh met revolutionnaire bedreigingen. Zij doet met
kalmte datgene wat zij besloten heeft te doen en in
eenen conservatieven zin. Men zal haar niet van
deze gedragslijn kunnen doeu afwijken.
Heeft de heer Graux gezegd, dat de conservatieven
wel concessiën zullen doen, dan antwoordt hijalle
pogingen daartoe zullen vergeefs wezenwij zullen
onze overtuiging geen geweld laten aandoen. Ons
programma is evenzeer democratisch als conservatief.
Hot komt te gemoet aan de rechtvaardige oiachen
der werklieden, maar het staat niets toe aan wan
orde en revolutie.
De heer Janson sprak na de heer Smet en ant
woordde op een verwijt, dat hem gedaau was, als
zou hij onwelwillend wezen voor de bourgeoisie.
Neen, hij was zelf uit de burgerklasse voortgesproten
en door burgers verkozen, maar volgens zijue over
tuiging had het censusstemrecht bewezen, dat het
niet in staat was drie groote vragen te doen oplossen,
t. w. verplicht onderwijs, invoerrechten en nationale
verdediging. Hij verweet aan het oude régime het
stelsel van laisser-passer en laisser-faire. Hij stelde
tegenover het oude stelsel hot algemeen stemrecht,
dat hij beschouwde als een middel tot instandhouding
der maatschappij. Do heer Janson eindigde zijn redo
met zijn innige gehechtheid te betuigen aan de mo
derne monarchie, die hij als eene openbaring be
schouwde van de souvereiuiteit des volks. De rede
van den heer Janson werd door do geheele linkerzijde
zeer toegejuicht.
Te midden der nog zeer vage geruchten omtrent
plannen voor eene legerhervorming in Duitschland
iu verband met belastingplannen heeft de Dueseldor-
fer Zeitung gezegd, dat de bondsregeeringen ten stel
ligste aan eene legerhervorming vasthouden, uit volle
overtuiging dat de verdedigingskrafehten des rijks
thans niet toereikend zyn tegen aanvallen vau de
oost- eu westzijdezoodat zij in den strijd tusschen
de financieele en de vaderlandsche overwegingen eene
beslissing ten gunste der laatstgenoemde zullen trach
ten te verkreigen, op het gevaar af dat hiertoe zou
moeten worden overgegaan tot eene ontbinding van
den Rijksdag en den Pruisischen Landdag. Hierop
antwoordt thans de Norddeutsche Allgetneine Zeitung:
De legerplancen hebben nog geen bepaalden vorm
verkregen zij bevinden zich nog slechts in het stadium
vau voorbereidende overwegingen, die niet eerst thans
zijn begonnen en nog vooreerst niet zullen zijn afge
loopen. Doch mocht de regeering eene zeer uitge
strekte hervorming onvermijdelijk noodig achten, dan
zal zij, op zakelijke motieven gegrond, een beroep
doeD op het vaderlandsch gevoel en het inzicht der
volksvertegenwoordiging, maar niet aankomen met
bedreigingen, waartoe geeue aanleiding wordt gegeven
en die voor de zaak slechts hoogst nadeelig zouden
kunnen zijn.
Sir Wilfrid Lawson heeft by het Engelsche Parle
ment oen wetsontwerp ingediend, bepalende, dat zij
die betaald worden voor werk, verricht voor armbe
sturen, hun stemrecht niet zullen verliezen.
In hot Lagerhuis vroeg een der leden uit Durham
den Minister Ritchie (president van het bestuur voor
plaatselijke aangelegenheden), of hy, met het oog op
de werkstaking, niet genegen zou zijn een wetsvoor
stel in te (lijnen, om te zorgen dat degenen, die
door de werkstaking in Durham armlastig worden eu
thans hun stemrecht verloren, dit konden behouden.
De Minister antwoordde echter, dat 't onmogelyk
was in deze bijzondere omstandigheden door een wet
te voorzien, daar men dan telkens een uitzondering
zou moeten maken voor allen, dio buiten hun schuld
genoodzaakt waren tijdelijken onderstand te vragen.
De 10,000 ipau die in mijnen werkten, waarvan
de eigenaars niet tot den Bond der mijneigenaren
behooren, en die niet om loonsverlaging maar uit
sympathie voor hun kameradeu het werk staakten,
wilden thans het werk op do oude voorwaarden
hervatten. De mijneigenaars willen echter v geen
hooger loon geven, dan de verbonden mijneigenaren
betalen.
Verder wordt bericht, dat de Bond der mijneige
naren thans niet meer met een vermindering van
tien percent tevreden is, maar door de blijvende
daling der stoenkolenprijzen dertien en een half pCt.
loonsvermindering noodig acht, om zonder verlies
kolen te laten delven. Onder deze omstandigheden
wordt het waarschijnlijk, dat de Durh^msche werk
staking nog verscheideno weken zal duren.
Reeds zijn eenige duizenden fabriekarbeiders ook
werkeloos, daar vele fabrieken en werkplaatsen uit
gebrek aan kolen werden gesloten.
VAN
der lichtingen 1888, 1889 eu 1890.
De BURGEMEESTER der Gemeente Gouda brerigt
ter kennis van de in deze Gemeente gevestigde Mi
liciens-Verlofgangers, dat iugevdlge Koninklijk Besluit
van den 9n April 1892 no. 23, krachtens art. 125
der Militrcwet, tot den werkelijken dienst worden
opgeroepen
Lichting 1889.
Het Regiment Grenadiers en Jagers van 22 Augustus
tot» 24 September.
Het 3e en 4e Regiment Infantciie van 22 Augustus
tot 24 September.
Het le, 2e, 5e, 6e, 7e en 8e Regiment Infanterie
van 5 Augustus tot 8 September.
Het le en 2e Regiment Huzaren van 22 Augustus
tot 24 September.
Lichting 1888.
Het lste Regiment Veld-Artillerie, le, 2e, 3e en 4e
Batterij, van 16 Juli tot 19 Augustus.
Lichting 1889.
Het le Regiment Veld-Artillerie le, 2e, 3e, 4e, 5e
en 6e Batterij van 22 Aug. tot 24 Sept.
Het 2e Regimeut Veld-Artillerie le eu 3e Batterij
van 1 Juli tot 4 Augustus.
Het 2e Regiment Veld-Artillerie 5o en 6e Batterij
vau 6 Augustus tot 9 September.
Het 2e Regiment Veld-Artillerie 2e en 4e Batterij
van 24 Augustus tot 27 September.
Het 3e Regiment Veld-Artillerie le, 2e, 3e, 4e, 5e
en 6e 'Batterij van 20 Juli tot 20 Aug.
Het Korps Rijdende Artillerie van 8 Augustus tot
10 September.
Het Korps Pontonniers 2e Compagnie van 8 Juli tot
11 Augustus.
Het Korps Pontonniers le Compagnie van 3 Aug.
tot 6 September.
Lichting 1890.
Het le Regiment Vesting-Artillerie 10e compagnie
van 3 Juni tot 7 Juli.
Het le Regiment Vesting-Artillerie le, 2e, 3e en 4e
compagnie vau 5 Augustus tot 8 September.
Het Ie Regiment Vesting-Artillerie 5e, 6e, 7e, 8e
en 9e compagnie van 9 September tot 13 October.
Het 2e Regiment Vesting-Artillerie le, 3e, 5e, 8e
en 9e compagnie van 3 Juni tot 7 Juli.
Het 2« Regiment Vesting-Artillerie 2e, 4e, 6e, 7e
en 10e compagnie van 17 Aug. tot 20 Sept.
Het 3e Regiment Vesting-Artillerie le, 2e, 3o, 4e
en 5e compagnie van 20 Mei tot 23 Juni.
Het 3e Regiment Vesting-Artillerie 6e, 7e, 8e, 9e
en 10e compagnie van 25 Aug. tot 28 Sept.
Het 4e Regiment Vesting-Artillerie 2e en 8e com
pagnie van 11 Mei tot 14 Juni.
Het Regiment Vesting-Artillerie 13e compagnie van
8 Juni tot 12 Juli.
Het 4e Regiment Vesting-Artillerie 4e compagnie
van 22 Juni tot 26 Juli.
Het 4e Regiment .Vesting-Artillerie 6e, 7e en 12e
compagnie van 4 Aug. tot 7 Sept.
Het 4e Regimeut Vesting-Artillerie 11e compignie
van 17 Augustus tot 20 September.
Het 4e Regiment Vesting-Artillerie le, 3e, 5e, 9e
en 10 compagnie van 14 Sept. tot 18 Oct.
Lichting 1889.
Het Korp3 Torpedisten le compagnie van 31 Mei
tot 29 Juni.
(Plaats van opkomst Hellevoetsluis.)
Het Korps Torpedisten 2e compagnie van 17 Augus
tus tot 15 September.
(Plaats van opkomst den Helder.)
Lichtin# 1889 korps Geuietroepen (uitgezonderd de
vesting-telegrafisten die hebben voldaan aan het
bepaalde in den eersten volzin vau art. 6 van het
Koninklijk besluit van 29 Februari 1884 no. 13/
van 4 Augustus tot 7 September.
Lichlfng 1890 Korps Genietroepen (uitgezonderd als
voren) van 1 Juli tot 4 Aug.
Lichting 1890 Korps Genietroepen de Vestingtele
grafisten van 11 Juli tot 20 Juli.
Lichting 1889 le compagnie Hospitaalsoldaten van
22 Augustus tot 24 September.
Lichtiug 1889 2e en 3e comp. Hospitaalsoldaten
van 5 Augustus tot 8 September.
Voormelde Verlofgangers worden bij deze opge
roepen om op den bepaalden dag voor des namid
dags 4 ure bij hunne corpsen tegenwoordig te zijn,
gekleed in Uniform en voorzien van de kleedinir en
uitrusting hun bij vertrek met groot verlof mede
gegeven alsmede ilan verlofpas eu zakboekje.
De Verlofgangers» voor wie de opkomst op eenen
Maandag is gesteld zullen indieu zij gevestigd zijn