Bultenlanüscb Overzicht.
Burgerlijke Stand.
JL Zaterdag 28 Mei heeft te Amsterdam de alge
meens vergadering plaats gehad van de Nederland-
•ehe Pensioenvereeniging voor werklieden.
Uit het door het hoofdbestuur ter tafel gebraohte
jaarverslag blykt, dat er voor het werkliedenfonds
in 1891 aan premiën meer is ontvangen 8297.21
en aan renten 1096.82; het saldo bedraagt
8836.60 meer,jofschoon de uitkeeringen 557.62
hooger waren.
Het geheelo getal polissen ovor 1891 bedraagt 25
meer dan over 1890. Van deze polissen werdeu
gesloten door werkgevers of liefdadige inriohtingen
60, zijnde 32 minder dan in het voorgaande jaar.
Op het hoofd van vrouwon werden 143 polissen
gesloten, zynde 41 meer. Terwijl in 1890 181
polissen moesten worden gewijzigd ten gevolge van
staking der premiebetaling en dat cijfer in 1889 133
bedroeg, was het in '91 toch nog 107. In het af-
geloopeu jaar zijn in bet geheel gesloten 369 polis
sen, hetgeen veel beteekent, vooral met het oog op
den tijd, dat het Nederlandsch Werkliedeofonds
werkzaam is, waarbij de opmerking wordt gemaakt,
dat andere maatschappijen later het voorbeeld van
werkliedenpensioneering volgden. -
Zoo heeft do Pensioenvereeniging het grootc belang
der werkliedonverzekering in Nederland tot zijn recht
doen komen. Uit den aard der zaak is de vooruit
gang langzaam, maar hij is gestadig.
De Vereeniging telde op 31 December 1891 16
afdeeiingen met 1575 leden en 5 correspondentschap
pen met 46 leden. Het aantal afdeelingon is voor
uitbreiding vatbaar, maar hot is niet altijd gemakke
lijk de geschikte personen te vinden, die daarvoor
nuttig werkzaam kunnen zijn.
De contributiën hebben bedragen 1149, het
totaal der uitgaven was met inbegrip van een subsidie
aan het fonds voor administratiekosten 854, zoodat
er een batig saldo over 1891 is van 3686.98'
tegenover 2380.79 in 1890.
Onder dankbetuiging vcor het nauwkeurig en net be
heer werd de rekening en verantwoording goedgekeurd.
De heer dr. J. Th. Mouton werd herkozen als
commissaris van het werkliedenfonds; het aantal dier
commissarissen werd met één vermeerderd en als
zoodanig gekozen de heer J Schuijlenburg en dit
wel om den vorigen directeur van het werklieden
fonds, dat zooveel aan hem verplicht is, blyrend
daaraan te verbinden.
Opnieuw werd een subsidie van 300 toegestaan
aan het bestuur van het werkliedeufonds ter bestrij
ding van de administratiekosten.
Door den directeur van hot werkliedenfonds, den
heer Verstijnen, werd nog medegedeeld, dat het getal
gesloten verzekeringen over de eerste vier maanden
van het jaar dat over gelijke periode van verleden
jaar verre overtreftdat te Naaldwijk eeue lezing
gehouden is over het pensioenverzekeren, waarna eeue
«chippersvereeniging met 33 leden is toegetreden en
een 20-tal andere verzekeringen zijn geslotendat
na eene lezing te Hillegom zich daar eene commissie
gevormd heeft om de zaak te bevorderente Am
sterdam onderhandelingen gaande zijn om eene Ver
eeniging met ruim 100 leden te doen toetreden als
verzekerden.
De voorzitter, de heer W. H. de Beaufort, deelde
mede, dat het hoofdbestuur in overleg met commis
sarissen en directie van het werkliedenfonds iemand
had aangesteld om voor de Vereeniging in den ruim-
sten zin werkzaam te zijn en voor haar de afdeelin-
naar je eigen bestweten moet gaan handelen. Wat
ons aangaat, de Back en mij, wij zullen het ons een
eer rekenen, professor van Lingen met u te mogen
ontvangen."
«Hoe is het," sprak oom binnentredende, «is de
kogel door de kerk nichtje, weet tante nu alles f"
«Ja oom," sprak Belle met een gemaakt lachje,
want ze was wal bang voor oom, «ik heb tante ge
zegd wat ik meende to moeten zeggen."
«Kijk," ging hij voort, «dat zal me pleizier doer,
als 'k je gearmd zie loopen, en in onze gezelschappen
zie verschijnen met dien braven professor, 'k Was
altijd bang dat een dominé van de kleur met je was
gaan strijkenmaar daarvoor moest je mama zich
zeker wat te veel verloochenen, want die heeren zijn
in den regel geen jonkheeren of baronnen."
«Ik geloof oom," sprak Belle zoo bescheiden als
haar maar mogelijk was, «dat u de dingen een wei-
aigje vooruitloopt. Ik heb nog niet eens aan den
heer van Lingen geschreven, laat staan aangenomen
dat zijn voorstel bij mij in bedenking kwam."
«Foei Belle! wat vertoon je daardoor oen vreemd
soortige mengeling van een vrome oude juffer, en
een ergerlijke kokette.... Ja, lieve kind, je moet me
niet kwalijk nomen dat ik een kat, wanneer ze kat-
aohtig is, een kat en niet poesjeliof noem. Je
moest boven de huizen zijn van blijdschap, want ik
kan 't wel aan jo groote, mooie oogen zien, dat je
je veel gelukkiger gevoelt dan vroeger. Kom Belle
en hy bood haar zijn eerlijke, opene rechterhand
gen te bezoeken en te besprekon ter plaatse hoe in
het belang der zaak moet worden opgetreden. Het
bestuur was in de keuze van den persoon daartoe
uitmuntend geslaagd in den heer J. Joekos te Am
sterdam, die reeds met vrucht werkzaam was. Do
hr. Joekes, ter vergadering aanwezig, gaf mondeling nog
eenige mededeelingen omtrent zijr.e werkzaamheden.
De heer jhr. G. de Bosch Kemper, commissaris
van het werkliedeofondsgaf in overweging het
subsidie aan het werkliedenibnds voor administratie
kosten te verhoogen, waarover eene disoussie ontstond,
waarvan de conclusie was, dat men in beginsol niet
tegen verhooging was, maar bet betor achtte daartoe
tot het volgend jaar te wachten.
De hoer mr. M. do Monchy drong er op aan hot
jaarverslag, door den secretaris uitgebracht, te doen
drukken en aan de leden rond te deelen.
Het hoofdbestuur zal, na overweging of de geld
middelen dit toelaten, daartoe gaarne overgaan.
Zooals men weet, is Zürioh de plaats waar het
eerst, en nu nog het meest, de dames-studenten haar
studiën volbracht hebben. Het laatste wintersemester
telde Zürioh 3 studentinneu in de rechten, 43 in de
medicijnen en 21 in de philosophie. In den vreemde,
vooral in Noord-Duitschiand, in het vaderland van
Wilhelmina Buchholz, is men wel zeer nieuwsgierig
geweest naar de sociale positie van die weetgierige
meisjes en heeft er allerlei praatjes over gehouden.
Eene te Zürioh gepromoveerde, Mevr. Dr. phil. Olaire
SohubartFeder, heeft er thans te Berljjn eene voor
lezing over gehouden, dia juist het burgerlijk leven
der dames-studenten (dus hetgeen de niet studeerendo
dames het meest interesseert) tot onderwerp bad.
De eerste dame, die in Zurich kwam studeeren,
was een Russische, in 1864. Haar volgde in 186e'
'een Zwitsorschedeze was de eerste officieele, en wist
door wetsduiding de erkenning als student te ver-
krijgeo. In de wot werd namelijk niet van «studen
ten" gesproken, maar van «studeerenden," en een
welwillend professor maakt daar gebruik van, om te
doen uitmaken dat de vrouwen niet uitgesloten waren.
Tot 1873 bleef de belangstelling gering; in dat jaar
kwam een groote toevloed van Kussiunen, en tevens
een zeer vijandig optreden van de professoren. Maar
ook dit luwde, vooral toen eenige «objectionable"
elementen onder de Russinnen door een zeer streng
toelatings-examen geweerd werden, on de president
der examen-commissie met eene studentin trouwde.
Toch was destijds ook onder Je Züriscbe families,
het wantrouwen tegen de studeerende dames nog groot!
Hoe is nu tegenwoordig de toestand tegenover dé
professoren en tegenover de studenten? De dame,
die ingoschreven is en admissie gedaan heeft, mag
natuurlijk de ooileges bezoeken. Met de professoren
komt zij intusschen weinig in aanrakinghet is ge
woonte geworden dat zij, het een of ander punt
duister vindend, alleen schriftelijk opheldering vroeg
en die schriftelijk ontving. Van aan huis komen bij
professorsfamilies is nog geen sprake geweest. Mevr.
Claire Schubert-Feder schrijft dit toe aan een klein
geestige jalouzie der minder ontwikkelde professors-
wouwen, niet op de schoonheid, maar op de intel
lectuele meerderheid- der dames-studenten.
En de studenten Mevrouw Schubert vond ze eer
veel te weinig galant, dan te veel Toen zij pas kwam,
en de professor met haar binnenkwam en zeide: «so,
mein liebes Fraulein, nehmen Sie nur Plalz," hadden
al de studenten haar als een vreemd wonderdier aan-
aau sla toe, en beloof me dal je hem van avond
nog zult schrijven dat jo zijn aanzoek de verplichte
dagen in bedenking zult houden. Kom sla toe en
ga dan meê naar Clare's kamer om hem te antwoor
den. Ik weet wel niet of Clare papier heeft voor
minnebrieven, maar ik veronderstel dat de professor
ook niet op rose papier zal correspondeereu.Op
I wat mooi soort papier heb ik u ook weer geschreven
j Marie, op rose papier, gesatineerd, of wat ook?"
«Loop heen, malle man, krijg me van avond maar
geen kuren."
«Weet je Belle, hoe wij gedain hobben sprak
mijnheer en ging zitten op den rand van don fauteuil
waarin mevrouw zat, weet je, ik heb haar onder
den arm genomen, en kjjk zoo' sloeg ik den an
deren arm om haar heen en ik zei tegen haar
liefste wjjf, wil je gelukkig met roe zijn? Je kunt
denken wat ze zei, en of het good gegaan is, kijk,
daar ben je straks getuige van geweest, ze was straks
nog jaloerscb op je, toen ik maar even met je stond
te vrijen. Maar kind, schrijf je nu morgen aau
den professor o neen, dezen avond was de af
spraak en word dan een degelyke huisvrouwI
dat naaien van hemdjes voor naakte, jeugdige Hotten-
totten wat je tot nu toe doet, moet je maar gauw
overgeven, die spruiten worden toch van jougsaf ge
wend zich zooveel mogelijk sans gêne te bewegen."
«Oom," sprak Belle, in navolging harer moeder
schijnbaar heel onderworpen, maar ze was inwendig
verbitterd, «is het niet onze plicht mede te werken
gegaapten toen zij bjj het heengaan, verlegon ha»
bood had laten vallen, wareu de studenten die on
haar heen stonden, drie pas achteruit gestapt," maat
niemand had den hoed voor haar opgeraapt. Van
flirtation is bijna geen sprake geweest. Vooreerst
heeft de studentin Biet heel veel tjjd, omdat zn
woonljjk met moeite moet inhalen wat aan hare santé
opleiding ontbroken heeft, maar ook zij komt meestd
ouder op studie, dan de jongelui. En nogbii bat
leven der Zwitsersohe studenten, heeft het matige
nette meisje zoo vaak gelegenheid om 'a morgen, da
knapen met onaangename, bleeke gezichten te zien
ongoschoreu en met vuil linnen, dat de aantrekking»
kracht ontbreekt. Later op den dag, ais de etude»
ten neljes zijn, vinden zij andere dames.
Onder elkaar hebben de studentinnen weinig om
gang. Zy komen uit allerlei landen, zijn van allerlei
leeftijd, hebben ieder hare eigen begrippen omtrent
huiselijkheid eu gepastheid, en verschillen in ver.
mogen. Een rijke Hongaarsche had haar familieachat
meegebracht en vertoonde, als zij collega's op de
thee vroeg, een dressoor vol antiek zilverwerk; een
ander meisje had, gelijk later bleek, weken lang van
droog brood en thee geleefd.
Toch weten vele, ook de armste, haar kamen iets
huiselijks te geven. Zij hebben behalve haar studie,
werk, een klein huishouden, maken of verstellen hu:
eigen kleoren en honden een uitvoerige correapon-
dontie. Opmerkelijk is het dat, terwijl zy niet bij
aanzienlijke families gevraagd worden, da mindere
klasse, die reeds in hospitalen en ziekeukamen Je
jonge doctoressen heeft welen te waardeeren, zemel
eerbied en hartelijkheid behandelt, In dezo waar-
deering van beneden af, ligt voor de jonge vrouwen
der wetenschap de hoop voor de toekomst.
Uit Leeuwarden schrjjft men
Heden had hier de verkoop plaats van het buis
met tuin en voorplein in de Groote Kerkstraat, laatst
als eigenaar bewoond door den heer P. Lycklama I
Njjeholt, thans burgemeester van, Rotterdam. Die
woning is het Oud prinsesso-hof, eertjjds aldus ge
naamd toen prins Johan Willem Friso, na als voogdae
over haren zoon prins Willem Carel Hendrik Friso
te zijnen behoeve in 1781 afstand van het stadhou-
derlyk bewind en van het vorstelijk hof te hebben
gedaan, daarin hare woning had gevestigd. Vddr
dien tijd droeg het eerst den naam van Papingastica,
naar een toen daarachter gelegen stuk land, de Ps-
pinga-fenue geheeten, later van Liauckemahuis, toes
het in eigendom aan het vermaarde geslacht Liase-
kema, ie Soxbierum gevestigd, was overgegaan. Ma-
.ria Louisa liet bet pand, zoowel van binnen als van
buiten, geheel verbouwen en naar haren smaak vors
telijk betimmeren en stoffeeren. Enkele vertrekken
hebben nog het fraaie beschot, schilder- en plafoneer-
werk. Gedurende de overige 34 jaren van baren
weduwlyken staat bleef de vorstin bet prinsesse-hof
bewonen. Na haren dood werd het door den be
zorger harer nalatenschap, den hertog van 3runewyk-
Wolfenbnttel, bij gedeelten verkocht. Daarna ging
het achtereenvolgens in verscheidene handen over.
Voor hot flink onderhouden buis is nog geen
12.000 geboden.
Gelyk men weet, heeft de ryke baron Hirsch in
dertijd een proef genomen met dekolonisatie in Ar
gentinië van uit hun land verjaagde Joden. Slechte
geruchten omtrent die proefneming bleven niet acb-
tot de uitbreiding van het christendom en tol de
verspreiding van zedelijke christelijke gevoelens? Ik
verheug mij er echter altijd in, dat boe de wereld
ons ook bespot, mama door leer en voorbeeld ona
vermaande te trachten dieuaars te worden van het
koninkrijk Gods. En onze godsdienst is niet een die
ons leert koud en ongevoelig te zyn voor onze na-
tuurgenooteu 1 Zij verbiedt ons bovenal de zelfzucht
aan te kweekon."
«Lieve kind, als jij maar eerst getrouwd zijt, eu
een half dozijn kleintjes om je heen hebt,-en daarbij
een man met een humeur want dat hebben alle
mannen, zelfs de beste dan zal dat wel anders
worden. Maar ik wil je toonen dat ik ook ernstig
kan zijn. Je zult hoop ik wel inzien dat de beleefd
heid eischt dat je, op uw leeftijd, den professor reeds
j had mooten antwoorden."
«Maar oom, hoe zal ik antwoorden, terwijl ik nog
niet besloten heb, wat ik zal of mag,"
«Je hebt ons tot vertrouwden genomen Bolle, en
dat geeft ons recht alles te vragen. Dus met alle»
eerbied gezegd heb je hem lief?"
Die vraag was zoo onverwacht, zoo rond, zoo open
en toch zoo vaderlijk goed gedaan het verraste Belle
ten zeerste, want ze was er zoo aan gewoon dat alles
eerst omzichtig word ingekleed, bedacht en overwo
gen, eer men zjjne gedachten uitte.
Getroffen boog ze het hoofd, en tot antwoord rolden
haar groote tranen over de wangen.
Wordt vervolgd.)
terwegeherhaaldelijk werd o. m. verzekerd, hoe j
ook in Argentinië de droeve ervaring was opgedaan,
dat de Jood niet deugt voor een geregeld bedrijf,
«n voor den landbouw ten eenenmale ongeschikt is.
Maor de zaakgelastigde van baron Hirsch deelde de
zer dagen in een uitvoerig relaas aan de buitenland-
sche bladen mede, dat van al deze geruchten niots
aan is. De proefneming heeft tot de even gewich
tige als verblijdende uitkomst geleid, dat de Russi
sche Joden wol terdege voor kolonisatie geschikt
zyn, mits de leiding der zaak aan goede handen is
toevertrouwd. Ziehier wat hij dienuangaande schrijft
Ofschoon in den beginne vooral de bezwaren zeer
groot waren, hebben toch do Russische Joden over
't algemeen goed voldaan. Zij zijn matig, vlijtig eu
leerzaam. Do handwerkslieden, die zich onder hen
bevinden, kennen hun vak en zyn vol ijver. De
werkplaatsen, dio ik in do eerste kolonie heb ingo-
rioht voor smederij, slotenmakerij, bakkerij, schoen
makerij, meubelmakerij en blikslagerij, hebben uit
nemende uitkomsten gegeven. Zoo zijn van half
September tot December 1891 in de hoogst eenvou
dig ingeriohte veldsraedery al de werktuigen vervaar
digd voor de andere werkplaatsen, en alle reparatiën
verricht voor de talrijke landbouwwerktuigen - te
zanten 814 stuks. De blikslagerij levert kook- en
andere gereedschappen voor ongeveer een derdo van
drr. prijs die in Buenos-Ayres betaald wordten het
goed is veel boter afgewerkt.
Maar ook in den landbouwarbeid, die hun geheel
vreemd was, hebben zioh do Joden met lust en spoe
dig ingewerkt. Te Mauricio zelf waren 30 man in
gedeeld bij de landmetingen, 20 bij de veeteelt en
100 bij het oogsten van ongeveer 1600 hectaren tar
we, die door vroegero kolonisten was verbouwd.
Tydens den tarwe oogst in December werkten boven
dien 50 tot 100 als dagloonera op het nabijgelegen
land. Ofschoon de proeftijd zeer kort was, hebben
zij toch overal goed voldaan. Dat getuigt o. a. de
geneesheer van epn gasthuis te Buenos—Ayres, die
op zyn landgoed Settino bij Meuricio 20 zulke ar
beiders in dienst heeft gehad. In zeker nieuwsblad
heeft hij uit eigen beweging verklaard, dat de Rus
sische Joden uitstekende arbeiders zijn en ondor
goede leiding staan.
De zoo vaak geuite meening, dat die ongelukkigo
ballingen te zwak van liohaam zijn voor zwaren arbeid
is eveneens ougegtond gebleken. Zij zwaaien in Mau
ricio den voorhamer mot denzelfden kracht als de
arbeiders van andere nationaliteiten, en toonden by
het afmattende werk aan maai- en dorschmachines,
onder de brandende zon, niet minder taaiheid. Op
grond van mijn waarnemingen als geneesheer, zegt
de leider der kolonisatie, bon ik zelfs tot de over
tuiging gekomen, dat zy over het algemeen tegen
aanhoudende arbeid beter bestand zijn, omdat
bij hen de ouders niet zijn verzwakt en do kinde
ren niet ontaard door de twee grootste t ijanden van
de arbeidersmisbruik van sterken drank en geheime
ziekten. Ofschoon zij een borrel volstrekt niet ver
smaden en bij bruiloften en dergelijke gelogenhe-
den wel eens een roos hebben, is gewoonte van
dronkenschap by de Russische Joden een hooge
zeldzaamheid, en geheime ziekten komen in hel ge
heel niet by hen voor.
Ik heb dan ook onder hen slechts 1 pCt. gevon
den, die voor den arbeid ongeschikt waren wegens
lichaamszwakte, en die vond dan meestal zijn oorzaak
in klierziekte. Daarentegen heb ik in 1889, toen
ik namens de Argentynsohe regeering landverhuizers
van allerlei afkomst onderzocht daaronder 6 tot 8,
soms wel 14 pCt. gevonden, die door allerlei ziekten
ongeschikt waren om te werken. Deze cijfers hebben
zeker voor de beoordeeling van de waarde der Rus
sische Jodm als kolonisten meer beteekenis dan de
algeraeene redeneeringeu van schrijvers, die nooit
eenige kolonie gezion hebben.
Zondag middag circa 12 uur ontstond in de
stoomkatoenspinnerij, op een na de laatste der oude
spinnerijen in Twente, der firma ter Kuile Morsman,
brand, vermoedelijk in de droogkamer boven de
machinekamer, met het noodlottig gevolg, dat bin
nen eenige minuten de geheele spinuery van 14000
spillen, met daarbij behoorende gebouwen in lichte
laaie stondhet daarnaast staande, door brandmu
ren belende nieuwe fabrieksgebouw, waarin- appre-
teerderij, droogmaohine, paskamers enz. is eveneens
geheel vernieldtevens werd door een omvallenden
muur van laatstgemeld gebouw een gedeelte der
daaraan grenzenden nieuwe weverij beschadigd en,
in brand geraakt zynde, echter gebluschtbij het in
storten der muur werd een arbeider gekwetst doch
gelukkig geringde oude machine der spinnerij ia
geheel verbrand. De nieuwe machine voor de we
verij, de ververy, electrische verlichting enz. is door
het water beschadigd. Een ontzaglijke massa men-
8cheu woonden den iudrukwokkendeu brand bij, die
binnen een uur tijds aan een pl. m. 120 tal men-
jChen tijdelijk hun brood ontnam.
Zoowel gebouwen als machinerieën, goederen, enz.
waren verzekerd op beurspolis te Amsterdam.
Bij eenigen anderen wind hadden ongetwijfeld de
fabrieken der firma Van Heek k Co. met annex
pakhuizen groot gevaar geloopeude spuiten waren
aldaar voortdurend in werking, om de daken en eene
loods met balen ruwe katoen zooveel mogelijk bij de
grooto hitte nat te houden.
De brandweer is in verband met de gemeentelijke
waterleiding nog niet goed georganiseerd, waarbij
komt, dat door het tot nog toe ontbreken van elec
trische brandschelinriohting, zij te laat komt om met
meer succes op te tredenwanneer de stoommachines
der fabriek in werking waren geweest, ware msn
door de stoompomp der fabriek zeer zeker in staat
geweest, de ontzettende ramp te voorkomende
waterleiding werkte echter uitmuntend.
De ilaarl. Ct. verwondert zich er over, dat terwijl
de vergadering van 22 Juli 1889 waar de eerste
mededeelingen over de ontdekking der Staalbrou
werden gedaan zoo goed bezocht was en er toen
geestdrift heerschte voor het denkbeeld om die ont
dekking ten bate van Haarlem te exploiteeeren, de
meeting op Woensdag zoo slecht bezocht was. Nau
welijks een 50-tal personen had aan de oproeping
gehoor gegeven. Eu toch was de uiterste krachtsin
spanning noodig om het plan van 1889 werkelijkheid
te toen worden. Ook was van de gevraagde 200.000
slechts voor de helft ingeschreven. Missohien lag
dat aan gegronde bezwaren, die in do vergadering
zoo sleobt bezocht was, kan nauwelijks aan iets anders
worden toegeschreven dan hieraan dat het den Haar
lemmers volmaakt onverschillig is of het staalbad
daar of elders worde opgericht.
De Maarl. Ct. wijst er op, dat het water, volgens
de verklaring van geneeskundigen, geneeskrachtig
zou zijn.
«Daarop en daarop alleen moet hot geloof berusten
waarvan de heer Lieftinck in de vergadering sprak.
Wanneer geld gevraagd wordt voor eene goudmijn
zal men minstens een waarborg aanbieden dat er
goud aanwezig is. Waar wij hier een geneeskrachtige
inyn te ontginnen hebben, had men zoo mogelijk een
.waarborg dienen te geven dat er geneeskracht aan
wezig is. Welke proefnemingen, als bedoeld door de
medische professoren, zijn er genomen? Welke ge
neeskundigen hebben verklaringen afgegeven van de
gunstige working Het is wel jammer, dat de om
standigheden schijnen verhinderd te hebben, dat om
trent dit een en ander in het prospectus het noodige
licht gegoven kon worden.
Doch ook zonder die nadere toelichting werd op
de meeting door eenige heeren hunne inschrijving
verdubbeld, zoodat nog dienzelfden avond de ontbre-
kendo 100,000 tot 80,000 werden teruggebracht.
En bovendien verklaarden alle ainwezigon zich be
reid in hun kring mede te werken tot het plaatsen
van aandeelen, opdat de inschrijving moge slagenen
de staalwaterbron te Haarlem tot stand moge komen.
Onze Koninginnen zijn thans in Potsdam de gas
ten van den Duitschen keizer. Het geldt natuurlijk
een beleefdheidsbezoek in antwoord op des keizers
bezoek aau Amsterdam.
Opmerking verdient wat de National Zeitung aan -
gaande dit bezoek van Holland's Koningin schrijft
z,Nu de jonge Koningin der Nederlanden en hare
moeder de Koningin-Regentes zich te Potsdam aan
het hof van den Duitschen Keizer bevinden, is on
willekeurig ons aller opmerkzaamheid op Holland
gericht.
Wij hebben sedert eeuwen vele betrekkingen met
dat land gehad en de gevoelens, die men elkander
toedroeg, waren nu eens wat meer, dan eons wat
minder hartelijk.
Men kan eigenlijk niet van twee volken spreken,
als men de Nederlanders en Duitschers noemt. De
Hollanders vormen een tak der Nederlandsche stam
men ec eerst sedert den Westfaalscheu vrede zijn de
Nederlanden als staat geheel van Duitschland afge
scheiden.
De Nederlandsche taal wordt zelfs als het zui
verste dialect van het Duitsch aangemerkt. De
Hollandsche schilderschool is nauw met de Duitsche
verwant.
De Groote Keurvorst riep Nederlandsche hand
werkslieden en boeren naar Brandenburg.
De Brandenburgsche schepen werden naar Hol-
landsch model gebouwd.
De gebouwen werdeu opgericht in Hollandschen
stijl en de tuinen aangelegd evenals de Hollandsche
tuiueu. Holland speelde toen een eerste rol in
Europ^.
In de laatste jaren, en vooral sedert 1870, waren
de Hollandsche patriotten wel eenigszins bezorgd dat
Duitschland Nederland zou willen inlij»en.
Misschien sprak uit deze vrees wel het bewustzijn
van eenige schuld. Zy hadden niet altijd een even
vriendschappelijke houding tegenover Pruisen aange
nomen. De grootmoedigheid van onzen heldenkeizer,
de bekwame politiek van den rijkskanselier en de
zucht tot vrede van onze natie hebben die vrees
doen verdwijnen en de Nederlanders hebben thans
weder vertrouwen in hunne naburen.
België, Holland en Zwitserland zouden zonder de
zekerheid, die hun de nabijheid van de Duitsche
strijdmacht geeft, reeds lang, evenals voor honderd
jaar, door de frransche legers overstroomd zijn ge
worden. Zij hebben geen beter beschermer voor
hunne onafhankelijkheid en zelfstandigheid dan
Duitschland. Als deze gedachte door het bezoek van
de jonge Koningin en hare moeder te Potsdam bij de
Hollandsche staatslieden en de natie'wordt opgewekt
en in kracht wint, dan zal het eenig verlangen, dat
Duitschland tegenover Holland koestert, vervuld
worden.
Wij zullen het geluk van do jonge vorstin en
haar volk nimmer benijden. Ja, wij deelen har
telijk in het lief en leod ^an beiden."
De met roem bekende opperburgemeester van
Berlijn Dr. Max von Forckenbeck, een der veteranen
uit den goeden tijd der vrijzinnigen is begraven,
maar op het Protestantsche kerkhof, niet op het Katho
lieke, waar hij volgens zijn geloof tehuis behoorde.
De geestelijkheid te Berlijn wist niet hoo zij in dit
geval moest handelen. Forckenbeck was wol Kat
holiek, maar had zich, zooals duizenden te Berlijn
in de laatste 20 jaren in het goheel niet meer om
de kerk bekommerd en daarbij was hij in ('en tijd
van den Culturkampf lid van het hooge gerechtshof
dat de bisschoppen en andere geestelijken afzette,
die de beruchte Mei-wetten overtraden. De Ber-
lijnsche pastoors wendden zich tot den Prins-bisschop
Kopp om inlichting en deze verbood de geestelijkheid
aan de lijkplechtigheid deel te nemen, omdat de
overledene tijdens den strijd op godsdienstig gebied
tot het kerkelijk gorechtshof behoorde en buitendien
zijn kerkelijke plichten niet nakwam.
De Italiaansche Kamer heeft in de laatste dagen
stormachtige zittingen beleefd. In die van 27 dezer
kondigde de minister-president Giolette aan, dat het
Kabinet zijn ontslag heeft ingediendmaar dat de
koniug geweigerd heeft het aan te nemen. De mi
nisters blijven dus aan, en spreker verzocht der Ka
mer ten spoedigste eeue kredietwet voor zes maanden
aan te nemen.
De rechterzijde ontving deze mededeeling met kre
ten van afkeuring, die veel op gebrul leken. Ken
groot deel der linkerzijde daarentegeu schonk aan
aan de woorden des ministers bijval. De onder-voor
zitter Villa, die het voorzitterschap waarnam (daar
de heer Biancheri zijn ontslag had ingediend, hetwelk
de Kamer echter met bijna eenparige stemmen heeft
geweigerd aan te nemen), vermocht het rumoer niet
te stillen.
Eindelijk toch legde zich de storm, en de heer
Cavalotti verklaarde toen, da* de regeering zijns
inziens niet gerechtigd was eene kredietwet te vra
gen, daar haar het noodige gezag hiervoor ontbrak.
Eene meerderheid had zij in de zitting van den
vorigen dag niet verkregenwant de 38 leden, die
zich bij de stemming onthouden hebben, kunnen ge
acht worden tegen haar gestemd te hobben.
De voorzitter ontzegde aan Cavalotti het recht
om het votum der kamer op zijne manier uit te
leggen.
De heer Cavalotti antwoordde in scherpe termen,
en het tumult dat nu weer ontstond, maakte eene
schorsing der zitting gedurende een kwartier noodza
kelijk.
Toen de zitting hervat werd, begon de storm weer
op te steken, zoodat aan eene eigenlijke beraadslaging
niet gedacht kon worden. De spil draait nu om de
kredietwet, die beschouwd wordt als de voorbode
van de Kamer-ontbinding. Maar de commissie schijnt
niet geneigd eene kredietwet voor zes maanden toe
te staan, hoogstens voor een of twee maanden, om
de ministers op die wijze bare afkeuring te doen
gevoelen. Maar niet de commissie beslist, wel de
Kamer.
Bij de herstemmingen voor de Belgische provinciale
raden hebben de clericalen te Namen hunne aan
vankelijke overwinning der vorige week voltooid.
De drie aftredende liberalen zijn dqor cleticalen ver
vangen met eene meerderheid van 400 a 500 stem
men. De clericalen verwierven 2913, 2896 en 2829,
de liberalen slechts 2447, 2440 en 2319 stemmen.
Voor het overige hebben de 10 herstemmingen,
welke er gisteren plaats hadden, in de wederzijdsche
verhoudingen geen wijziging gebracht.
GEBOREN28 Mei. Theresia Maria Engelina
ouders H. H. Weck en E. J. Rozestraten. 29
Adrian» Wilhelraina, ouders C. P. Duin en A. W.
Tieback. Elizabeth Maria, ouders P. Baks en J.
Holthuysen.