Buitenlandse!) Overzicht. INGEZONDEN. had, werd bek), boos en bracht haar eenige slagen toe. Vervolgens ging hij met haar naar eene andere kamor, roepende de moeder nog: //Leen, je moet dat kind zoo niet slaan, schoi toch uit," waarop be klaagde had geantwoord het haar wel te zullen atleeren. In die kamer bad hij haar met den krommeu scherpen kant van een pook een stuk of 3 slagen toegebracht, welke pijn veroorzaakten, daar het kind schreeuwde. Het kind was daarna gevallen met het hoofdje op een steenen vloer, waarna hg het had opgenomeu en gebracht bij zijne vrouw te bed, zijnde het toen geheel bewusteloos. In dien mor^eu had hg toon een goneesheer ontboden. Beklaagde zegt nog, desgevraagd, zich geen rekenschap gegeven te hebben van de ernstige gevolgen die zoodanige mis handeling kon hebben. Ieder kind toch, dat stout is, wordt geslagen. Aan bek), wordt opgemerkt, dat eene mishandeling, zooals hg dat gedaan heeft, alleen geschiedt door een ontaarden vader. Als lo getuige wordt gehoord de moeder van het overleden kind, die (uiet onder eede gehoord) ver klaart dat bokl. niet kwaad voor hot kind was. In bedoeldeD morgen had zg haren man bovengenoemde woorden toegeroepen, die daarna met het kind was gegaan in eene andere kamer. Zg bad daar het kind niet hooren schreeuwen, schiijvende zg dit toe aan de pgn die zij zelve den geheelen nacht en toen nog in de lendenen had. Een oogenblik daarna had hg het kind bij haar te bed gebracht, goheel bewuste loos. Blauwe plekjes had zij daarna waargenomen aan den linkerkant van het hoofd. Haar kind, bij hetwelk zij den geheelen dag had vertoefd, is niet meer tot bewustzijn gekomen en den volgenden mor gen om 9 uur overleden. De 2e getuige, eene buurvrouw, was in genoemden ochtend op verzoek van bekl. bij diens vrouw geko men en had toen gezien dat het kiodje niet wel was, het was erg benauwd en had aandrang om te braken. Getuige had blauwe pUkken op den rug waargeno men. Van eene oudergane mishandeling bad men haar niet gesproken. De 3e getuige, de veldwachter, legt verklaring af omtrent de overbrenging van het kindje naar het raadhuis en de bewaking en overhandiging aan de deskundigen. De beide deskundigen, boven genoemd, hun uit gebracht rapport nader uiteenzettende, bleven bij de reeds genoemde conoiusio volharden. Het O. M. zeide, dat men zich moeilijk kan voor stellen een lafhartiger en menschonteerender misdrijf dan bec hier gepleegdo. Een man toch in de kracht van zijne jaren, het kind dat bij hem in huis is en waarvoor hij de zedelijke verplichting draagt als vader te zorgen, zon ergerlijk te mishandelen. Bekl. heeft dan ook den dood van bet kind op zijn geweten. Men behoeft toch niet medisch ontwikkeld te zgn om te kannen aannemen dat dergelijke mishandeling den dood teu gevolge moet hebben. Het O. M was van gevoelen, dat bekl. moest worden schuldig ver klaard aan mishandeling, den dood tengevolge heb bende gehad. Mocht de rechtbank dit echter niet aanoemen, dan bleef in ieder geval over mishande ling, met zwaar lichamelijk letsel. De eisch luidtzes jaar gevangenisstraf. Mr. G. Blokhuis, ambtshalve het woord voerende, zeide dat hot voor hem een moeilijke en onaangename taak was op te treden in eene zaak, waarvoor twee z/Hoor eens," mengde zich mijnheer de Back in hun gesprek, „dat gaat nog maar al jofvrouw en mijnheer tusschen u, dat mag zoo niet langer. Weet je wat, neef? Clare is hier kind aan hnis, niet waar Clare?" „Ja papa, hoe meent u dat?" „Dat zal je zoo metoen vernemen meisje. Deze dappere krijgsman is mijn volle neef, hij moet oom tegen mij zeggen, dus jullie zijn volle neef en nicht en moeten elkaar bij den doopnaam noemen. Vertol baar nu maar eens hoe je heet, Karei." z/U hoort het reeds jufvrouw Clare.... nicht wilde ik zeggen, boe mijn naam ismogen we 't dus voor afgesproken honden, dat we elka&r bij den voornaam maar noemen." „Heel gaarne, Karei, vooral onder familie haat ik alle stijfheid. „Kinderen," sprak mevrouw de Back, //daarginds in den hoek stoat een bijna ongebruikte piano; wie zou ik mogen verzoeken om eens wat te spelen. Niet allen tegelijk antwoorden," eindigde ze glim lachende, toen niemand zich aanbood. „Dan wil ik u gaarne eens wat voorspelen," antwoord de van Braem, „als u maar vrede met mijn spel kan hebben, en hij zette zich voor de pianino, zocht tus- sohen de muziekbladen en koos er een stuk uit, de Favorite van Donizetti. Vlug stond Claro op en ging zonder dralen voor de piano staan, om hem de mu ziekbladen om te slaan. Verrast zag hg op, als had hij niet geloofd dat ze zoo moedig zou zgn, en keek gekozen verdedigers hebben bedankt. Pleiter sluit zich aan bij de miaaohting door het O. M. uitge sproken over de mishandeling van een weerlcos kind. Na nog nagegaan te hebben of er ook mogelijkheid bestaat om eene andere oorzaak van den dood aan te nemen, en nan welk misdrijf bekl. zou moeten worden schuldig verklaard, en wgzende op het be rouw, dal bekl. aan den dag legt over het door hem gepleegdo, refereerde pleiter zich aan hel oordeel der rechtbank. Uitspraak over 8 dagen. Voorts werd veroordeold T. v. d. B., oud 14 jaar, fabriekarbeidster to Gouda, bekl. van diefstal, tot opvoeding in een verbeterhuis tot 17 Febr. 1896. Uit Bodegraven schrgft men ons: Op de tentoonstelling van Ken- en Tweejarigo Kgstieren waren aangevoerd tezamen 15 stuks. Van de hieronder volgende personen werden stieren be kroond. Tweejarige. Ie prijs Afdeeling Alfen-Oudshoorn- Aarlanderveon, v/d H. M. v. L. 2e prgs. I. Bunuik Jz., Bodegraven (Meye.)- 3e prijs. N. Hommels, Bodegraven (Meye.) Eenjarige. Ie prgs. A. D. Husson Heenk, Wou- brugge. 2o prijs. J. H. van Dieijen, Bodegraven. 3e prijs. A. Paauw, Kromwijk. Aan het postkantoor Gouda en de, daaronder ressorteereudehulpkantoren werd gedurende de maand Mei 1892 in de Rijkspostspaarbank ingelegd f 5223.30 terugbetaald 2422.89. Het laatste, door dat kantoor uitgegeveu, boekje draagt het nummer 3121. Heden, 1 Juni, begint te 's Hage in het Volken huis het examen voor adelborst. Een zeer groot aantal jongelieden heeft zich aangemeld. Ook bij de onderwijzers, hoofden van bijzondere scholon, is vanwege de Regeering een vraag inge komen, om hun gevoelen over den leerplicht te leeron kennen. Aan belanghebbenden wordt medegedeeld, dat de door den boekhandel en tal van particulieren in om loop gebrachte briefkaart-formulieren, waarop een wapen, fabrieks- of goederenmerk is afgedrukt, als zoodanig nog tot 30 November 1892 ter verzending uitsluitend in het binnenlandsch verkeer zullen wor den toegelaten. Een eigenaardig proces is aanhangig voor het kan tongerecht te Hilverrum. Eene vervolging is ingesteld tegen drie heugelaars, beschuldigd van in de geraeeute Naarden geloopen te hebben over de taluds en borstbeweringeu der in eigendom aan het rgk, althans niet aan hen, toebe- hoorendo vestingwerken, na zich daartoe toegang te hebben verschaft door een roeibootje, door de daar heen leidende vestinggracht, die met het zichtbare opschrift Verboden vaarwater* voorzien was. De beklaagden beweren dat dit opsehrift er niet was aangeslagen, doch beroepen zich in hoofdzaak op hunne rechten, verkregen door de wet op de jacht en visscherij van 1857 (Staatsblad 87) die gedecre teerd heeft dat ieder burger in alle staatswaters mag met zijne groote oogen zoo doordringend aan, maar gaf haar tegelijkertijd zulk een zachten liefde vollen blik, dat ze niet wist of ze de oogen zou neerslaan of quasi op de muziek zou blijven turen, als ze nu deed om zich eerie houding te geven. Toch was ze vast besloten hare contenance te bewaren, en zoo bedaard als haar mogelijk was, bleef zo moedig bij de piano staan, en sloeg hem steeds ter juister tijd het bla(| om. „Dat is mis," zeide zo op eens, als wilde ze daar door bewijzen dat ze alle attentie voor de muziek had, „je bleef eea paar tellen achter, cousin!" A qui la faute?" zeide hij, en keek haar weer zoo doordringend aan, dat ze zich geweid moest aan doen om hare oogen niet neer te slaan. Maar Clare had vast besloten bij zich zelve, dat geen zotte ver legenheid of te groote terughoudend haar immer de minste partij zou doen zijn, tegenover den neef die als huisgenoot met haar zou omgaan. Kalm lachende gaf ze hem dan ook na ten antwoord „Wel, die schuld kan aan niemaud liggen dan aan den speler zelf." „Maar als ik nu eens durfde beweren," sprak hij halfluid, „dat uw schoone oogen daaraan schuld hadden." z/Dan," antwoordde zij moedig, „mdet ik om mama's bril vragen of mij verwijderen. Dus, wat heb je 't liefst Je weet niet hoe onbarmhartig gez^t, doch voor alles blijf hier." hengelen, waarbij speciaal genoemd zijn de graohten der vestingwerken. De wet die het recht geeft te hengelen moet m se ook do eenigo middelen willen toelaten, om het hecgelwater to genaken, hetzg door varen of door loopen langs hot water. De bedoeling van den wet gever kan niet geweest zijn om uit luchtballons J doen hengeleu. Hot schijnt dat hot O. M. to Hilversum door dit jtvocètt dó tendance wil boslooht zien of bg het maken van verordeningen de rijkswetten dienen in het ooï te worden gehouden. Een drievoudige moord hoeft dezer dagen te Hii. da's Point, Fort Worth, in Texas, plaats gehad. Al- bert Stearings en zgn vrouw gaven oen buitenpartij" waaraan ook zekere Allis met zijn zoontje deelnam.' Na een veelte van jaren was er eenigo dagen te vo- ren tusschon Stearings en Allis een soort van verzon ning tot stand gekomen. Toen nu de pret op het hoogst was, stelde laatstgenoemde voor, dat Stearings twoe dochtertjos on zgti eigen zoontje eens mus* zouden schommelenhij stapte mot de kinderen io den bak, en in weinige oogonblikken zwierden zjj tot oen groote hoogte af en aan. Daar zag men plot*, ling een der meisjes den kleinen jongen een klap geven. Met een kreet van woede vloog do,vader op greep de meisjes in den nek en smakte ze uit dea bak op eenig grotwerk, zoodat zg torstond dood w». ren. Stoarings schreeuwde, dat men den schommel aan den gang zou houden, mikte bedaard met een pistool en schoot den moordenaar door het hoofd, zoodat hg voor de voeten der wanhopige moeder nederviel, Stearing is dusver niet in Hechtenis. Al gemeen billgkt men zgn haudelwgze. De gemeenteraad van Arnhem behandelde Zaterdag het voorstel-Everts om van den hoer Lüps van Biljoen aau te xoopeu 18 hectaren grond op Klarenbetk voor 50.000. Dit voorstel was van wgdere strek king dan het voorstel van B. en W., dat den aankoop niet wilde, omdat het plan te duur was, nam. is verband ook met de kosten van aanleg, die nog mm 50,000 zullen eischen. Er werd door de tegel stemmers krachtig verzet aangeteekend tegon koop plannen als het nu aan de orde zijnde voorstel, omdat er nog zooveel bouwterrein, met getraceerde etrstea ongebruikt ligt. Hiertegen werd terecht aangevoerd dat men een terrein aan den Velporweg, waar de bouwlust wel bestaat, niet op eeu lijn kan stelles met terreinen, die blijkbaar nog niet in trek zjji. De wethouder Cordes had ook bezwaar met het oog op de vele duizenden ja, een half millioeo dis zouden moeten worden geleend voor andere nood zakelijke uitgaven. Toch werd ten slotto met M tegen 10 stemmen ingenomenheid betuigd met bet plan Evertsmaar B. en W. werden tevons uitge nood igd, van den heer Lüps eene andere bepaling te verwerveu, wat betreft het bebouwen van hst terrein. Neemt de heer L. genoegen met de bepw* kende bepaling, dan is de gemeente koopster. Nederlandêch Rundveestamboek. In de Zaterdag te Dordrecht gehouden vergadering bleek uit de mede- deelingen van den secretaris, dat hel aantal ledan 1336 bedraagt. De rekening over 18 fl, sluitende met een voordeelig saldo van 866,18ty| goedgekeurd, evenals de begrooting voor 1^92, ge raamd in ontvang en uitgaaf op 4546.187t- „Met genoegen, maar houd u dan alleen met ds muziek bezig, anders krijgt zoo meteen mijn neos of mond nog de schuld als je weer flaters maakt" „Dus mijn spel amuzeert je niet; je houdt me verdacht van nog meer fouten te zullen begaan?" Wat is dat nu sprak op eens oom, daar mea al te lang met spelen ophield. „Scheid je zoo op eens in 't midden van 't stuk uit? Enfin! ik hui gaarne ieder vrij, maar als je praten wilt, kom dia weer hier zitten, dan hebben we ook iets aan jt gezelschap." „Als je toch niot meer musiceeren wilt," sprak mevrouw, „gaat dan met ons naar de andere kamer heel huiselijk soupeeren. Jullie zullen hoop ik m|j wel verschoonen, dat ik daarmeê zoo vroeg begin, maar je weet ook, ik kan slecht tegen laat opblgveo." Allen stenHen daarin gaarne toe, en voor dat te gingen opstaan, had van Braem nog eens ruimschoot! gelegenheid over Clare na te denken. Hij was het eenzame, niet zelden woeste leven moede dat hij leidde, en geloofde dat hij verliefd was op CUw- Reeds meermalen was hij haar genaderd met dog* «vone complimenten en enkele vleierijen. Ras zag hjj echter in dat zoo iois bij haai^men opgang maakte; zij als meisje,^ rekende zich*flHR^g te staan alt ieder mannelijk wezen, dat nrei haar in aanraking kwam. Wordt vervolgd Een voorstel van Groningen luidende „Welke middelen kunnon worden aangewend om de Nederlandsohe veefokkers (leden van het stamboek) in directe verbinding te brengen met buitenlandsche koopors var, Nederlandsch fok vee, opdat deze laat- sten, zonder tusschenkomst van beroepshandelaren, hun fokvee van de eersten kunnen koopen?" werd na oenige discussie ingetrokken. Op voorstel van Zeeland werd besloten in de af- deelingen de wenscholijkbeid te bespreken om aun de regcering subeidie voor de veefokkerij te vragen. Besloten werd de volgende vergadering te Zwolle te houden. Door den kantonrechter te Groningen is vonnis ge wezen in de zaak van den heer H. Soeter, gymnas- tiok-or.derwijzer aldaar, die vóór 14 dagen terecht stond ter zake dat hij, zonder daartoe bevoegd te zijn, op verschillende tijdstippen gedurende de jaren 1891 en 1892 te Groningen in do Provinciale Gro ninger Courant drie verschillende advertenties geplaatst had, door welke advertentios hij in het opeubaar had aangekondigd, dat hij de raassage uitoefende. Het feit wordt in het vonnis gequalificeerd als daartoe nietbevoegd in het openbaar annkond'gen, dat de aaukondiger geneeskunst uitoefent. Wegens dat feit, als strafbaar gesteld bij de geneeskundige wet, is de gedaagdo veroordeeld tot eone geldboete van 10, subsidiair 3 dagen hechtenis, en in de kosten tan het rechtsgeding. Het nationaal congres voor bouwkunst, dat bg gelegenheid der viering van het vijftigjarig bestaan dor Maatschappij tot bevordering dor bouwkunst op 27 en 28 Mei gehouden werd, was verdeeld in drie sectiën, namolijk: 1. sectie (kunst), 2. sectie (con structie), 3. sectie (sociale vraagstukken). Iu de 8. sectie, uit een oogpunt van algemeen belang de meest belangrijke, werd de vraag der „arbeiderswoningen# behandeld. Uit tweeërlei oogpunt werd deze vraag beschouwd. Dr. E. Wintgecs (Maastricht) ging na, wat gedaan kan worden tot bevordering van goede woningen voor den arbeider. Hij achtte een rijkswet op do arbeiderswoningen noodzakelijk voor duurzame bestrijding van den wo- ningsnood der arbeidende klasse. Naast bepalingen, welke in bepaalde [gevallen verbetering of afbraak, na onteigening, van bestaando arbeiderswoningen voorschrijven, moeten tevens minimuraeischen zoo noodig naar plaatselijke gesteldheid te regelen omtrent bodem en fundeering, hoogte der gebouwen toevoer van lucht, licht en goed drink water, afvoer van faecaliën en ander vuil, kubieken inhoud en toestand van muren, daken, rookgeleidingen, omgeving enz., worden vastgesteld, waaraan nieuw te bouwen woningen dienen te beantwoorden. Het toezicht op de huisvesting der arbeidonde klasse worde gehouden vanwege den Staat, die zich tot taak stelt, den bouw van arbeiderswoningen indiroct te bevorderen. In verband hiermede stond de door den heer G. E. V. L. van Zuylou (Deu Haag) behandelde vraag: wettelijke bepalingen tot het opruimen van oude en niet aan de maatschappelijke eischen voldoende wo ningen. Deze spreker kwam tot de volgende con clusie: Nederland dient mede den weg te volgen, reeds door andere natiën ingeslagen, en wettelijke bepalingen in het. leven to roepen, warrdoor het af breken en opruimen van niet aan de hygiënische en maatschappelijke eischen voldoende buurten of ge bouwen zonder sloornis voor het algemeen belang mogelijk en verplichtend wordt. Aan het debat namou de heer Heldt, de werkman afgevaardigde, en onderscheidene werklieden deeL De conclosiën van de heerou Wintgens en Van Zuylen werden aangenomen, nadat verschillende voorstellen tot aanvulling van deze conclusiën ingetrokken waren. De vraag der wenschelgkheid eener wettelijke bepaling omtrent den „duur vau den arbeidsdag# werd namens een twintigtal timmerliedenvereenigingen ter sprako gebracht door den heer P. Smit. Hij betoogde, dat hot particulier initiatief ten deze on machtig is. Aan de bespreking van deze vraag werd vastge knoopt die van het ondertferp„Het opnemen van bepalingen omtrent arbeidsduur en loon in bestekken", waarvan mr. M. W. F. Treüb de inleiding op zich nam. Het langdurig debat eindigde met terzijde stelling van de voorgestelde conclusiën, in plaats waarvan werd aangenomen eene motie, waarin de weuschelijkheid wordt uitget proken, dat de arbeids duur wettelijk geregeld worde eu dat die regeling io do ambachtsnijverheid door ingenieur (architect) en werkman zelfstandig voorbereid worde. In de tweede algemeene vergadering levorde de heer F. H. van Malsen ('s Gravenhage) eenige be schouwingen over arbeidsraden en scheidsgerechten, die hg wil in 'leven roepen door het particulier ini tiatief en niet door wettelgke regeling. Hij kon zich niet begrijpen, flat in ons land, waar de gilden steeds hunne zelfstandigheid wisten te bewaren, voor deze zaak de hulp dor regeering moest worden ingeroepen; eerst wanneer het beginsel zal zijn doorgedrongen in de zeden des volks, zal de tijd tot een wettelijke regeling gekomen zijn. Aan bet einde van het congres betuigde de heer Heldt dank voor de gelegenheid, die hier den werk lieden gegeven was o.n voor hunne belangen op te komen; hij &prak de hoop uit, dat „Brawkunst" op den weg der bespreking van sociale toestanden zal voortgaan, tot bereiking van het dool de ver- ecniging van kapitaal en arbeid. Mogelijk zal de tijd dan spoedig aanbreken, dat men zich in het buitenland zal afvragenHoe is men er in het kleine Nederland zoo uitnemend in geslaagd, langs den weg vaii vrede, den strijd tusschen kapitaal en orde te beslechten. Ouze koninginnen werden te Potsdam en te Berlijn ontvangen met de gewone praal bij dergelijke bezoe- kon, hoofdzakelijk bestaande in militair vertoon. Onze groote bladen, vooral de N. R. Ct. sloven zich uit bijzonderheden te laten seinen, die soms aan het kleingeestige en belachelijke grenzen. De Norddeuteche Algmeine Zeitung bevat naar aan leiding van de komst der Nederlandsohe Koninginnen een artrkel, dat door de plaats aao het hoofd van het blad, die het inuoemt, door den zwaren kanse larij-stijl en door don toon waarin het geschreven is, duidelijk zijno oflicieuse bron verraadt. Het luidt als volgt .Met levendige sympathie heeft liet Duitsche volk ten vorigen jare het bezoek van onzen Keizer aan het bevriende hof in den Haag gevolgd, en met on verdeelde vreugde ziet de Duitsche natie in deze dagen de jeugdige Nederlandsohe Koningin met hare hooge moedor als gaston van onzen Keizer en onze Keizerin op het grondgebied var, de Mark ver- loeven. De Germaansche stamverwantschap heeft, zoowel iu de betrekkingen der beide aan elkaar grenzende landen, als in die der wederzijdsche vor stenhuizen van Hobenzolleru en Oranje, te allen tijde oen groot gewicht in de schaal gelegd. Het sedert de wedorgeboortc van bet Duitsche rijk hij de twee volken steeds krachtiger geworden be sef, dat hunne belangen iuuig aan eikaar verbonden zijn, behoort gegrond te zgn op de overtuiging dat Nederland evenals Duitschland zijne bestemming in de wereldgeschiedenis zooveel te beter vervullen zal. naarm ,te beide volken vreedzamer met elkander ver- keeren, en naarmate ieder hunner zorgvuldiger zich ontwikkelt naur de eigenaardigheid van zijn karakter, welke bij de twee, ondanks alle stamverwantschap, in niet geringe mate verschilt. Geen van de twee landen begoeit iets van het andere te nemen, maar beide kunnen elkaar, onder zekere omstandigheden, gewichtige diensten bewijzen. In het bijzonder wordt ook in Duitschland in den loop der jaren met meer waardeering gadegeslagen, door welke krachtsinspan ning Nederland zioh verheven heeft tot den rang van een der eerste handeldrijvende volken en dien rang weet te behouden. Maar wij bewonderen in de ontwikkeling van Nederland niet alleen den bloeien- den handel en den zegen der nationale welvaart ook op het gebied der kunst en in andere verdien sten staat deze natie in vele opzichten als een na volgenswaardig voorbeeld voor onze oogen. Niet in de laatste plaats is het zijne vaderlandsliefde en zijne veelmalen beproefde dapperheid, door welke een volk. onze achting afdwingt, dat in het geslaoht zijner vorsten in alle eeuwen zoovele van de beroemdste krijgshelden kan aanwijzen als in het Oranjehuis. „Hoe meer de Nederlanders tot do erkentenis ko men dat ook de üuitschers.' naarmate zij sterker go- worden zijn, met te grooter standvastizheid streven naar het bevortleren van de werken des vredes eu naar het besteden hunner krachten aan de vermeer dering van do welvaart en de goede zeden in hun vaderland, zooveel, te meer zullen zij eiken zweem van wantrouwen ten opzichte van hunne stamgenoo- len verliezen. Zooveel te meer ook zullen jzij geneigd zijn het woord van onzen Keizer te beamen, dat onze tijd vooral gokenmerkt wordt door het onderlinge verkeer der volken en der menschen. „Dat de hieruit voortvloeiende verplichtingen en voorrechten zoowel in Duitschland als in Nederland steeds met meer juistheid ingezien en op den rechten prijs gesteld mogen worden, is do wensch dien wg uit willen spreken op den dag nu de koninklijke vrouwen uit Nederland haar bezoek komen brengen in 's Keizers woonstede aan den Havel, teneinde daar de bg uitnemendheid edele gastvrijheid beant woord te vinden, welke onze Keizer aan het Neder landsohe hof ondervonden heeft en die voor hen onvergetelijk zal zijn." In de Italiaanscbe Kamer is gisteren de aanvrage van «/li op verzoek van don premier Giolitti naar de begrootingsoommissie verzonden. Er moeeten drie nieuwe ledeu voor die commissie worden be- noemd. Er werden met een kloine meerderheid leden van de oppositie gekozen, een slecht voor uitzicht voor het Ministerie. Het congres der Belgische werkliedenpartij be raadslaagde gisteren te Nameu over het tweekamers telsel. De Gentenaren stelden voor den Senaat op te heffen, maar hot congres besloot alleen een her vorming in de samenstelling te vragen. Voor dit lichaam zou de evenredige vertegenwoordiging wor den toegepast. Het congres, voorgezeten door De- feet, bepaalde, dat de volgende bijeenkomst in 1893 te Geut zal worden gehouden en (lat intusschen ijverig propaganda zal werden gomaakt voor het al gemeen kiesrecht. De afgevaardigde Demblon zeide, dat alle middelen in het werk zullen worden ge steld om dat recht te verkrijgen en dat voorts de Constituante haar werkzaamheden binnen zes maanden behoort te eindigen. Alles spreekt en handelt thans in de Vereenigde Staten met het oog op de aanstaande presidentsver kiezing. Twoe candidaten treden op den voorgrond. Hot zijn dezelfde personen van 1884 t. w. Blaine en Cleveland. Met grooto geslepenheid hoeft de heer Blaine tot heden zijn rol bij de voorbereiding der verkieziug gespeeld. Hij heeft in het openbaar niet tegon Harrison in het strijdperk willen tredenmaar onderhands heeft hij togen hem gewerkt, opdat de eene republi- keinsche groep na de andore in hem, Blaine den eenig mogelijken candidaat zou mogen zien. Komt het in de nationale conventie tot eene stemming, dan zal hij waarschijnlijk, zooogenaamd plotseling, zijn teruggetrokken houding laten varen en met een paar frazen over zijne onderwerping aan den wil van het volk en zijn gehoorzaamheid aan de verlangens zijner partij, de candidatuur aannemen. De kansen van Harrison stonden trouwens niet best. Van de negenhonderd gedelegoerden, waaruit de republikein- sche conventie, die een candidaat moet stellen, be staat, hebben or maar driehonderd de bepaalde op dracht gekregen voor Harrison te stemmen, en wij moeten niet vergeten dat die opdracht gegeven werd, voor dat er zoo sterk over een candidatuur-Blaine gedacht werd, als men thans doet. De worsteling om het presidentschap zal tusschen Blaine en Cleveland plaats hebben. De gouverneur van New-York, de heer Hill, verliest aanhoudend terrein bij de democraten, zijn kansen staan slecht. Van de 900 steramen der democratische conventie zijn er dan ook reeds 500 stemmen voor Cleveland. Hg hoopt de andere 101 steramen ook nog te ver- weroen. Men weet, dat s/8 der stemmen noodig zijn om iemand de candidaat der convootie te doen zijn. Blaine en Cleveland vertegenwoordigen met het oog op Europa twee uitersten. Blaine is de man van het Panamerikanisme. Hij is sterk van protectie eu wil den handel met Europa zooveel mogelijk belemmeren. Cleveland heeft steeds naar een goede verstandhouding met Europa gestreefd. Hij is volstrekt geen vijand van een verlaging der tarieven. Doch wat het zwaarste weegt, Cleveland is door karakter en smetteloos verleden, volstrekt de meerdere van den al te slimme en behendige Blaine wiens verkiezing een ramp zou zgn. Mijnheer de ■Redacteur Schoon ik begrijp, dat U na de gevallen beslis sing bg de stembus niet veel lust gevoelt terug te komen op de ver'vieziugsdrukten, Zal U mij toch wel veïoorloven tot den heer Dercjcten, de Standaard en de Tergoutcsche de vraag te richten, met welk recht zij den flauweu „dreigbrief" waar over zooveel onnoodige drukte gemaakt wordt, toeschrijven aan een liberaal. Terecht is door U gozegd, dat het waarschijnlijk een afkeurenswaardige jongensaardig- hoid is, die niet de eer verdiende gedrukt te worden. Een ernstig liberaal man zou niet spreken van ons heilig, dierbaar gymnasiumdergelijke inrichtingen worden in stand gehouden, omdat wg ze achten iu het belang van het algemeen en van de stad, maar zijn voor ons volstrekt geen heilige huisjes, waaraan men niet raken mag. De onderteekening bewgst niets, daar een anarchist evenmin liberaal als anti revolutionair is. De schrijver geeft duidelgke blg- ken, dat hij zich niet bewust is van de beteekenis der woorden, die hg gebruikt. De opzettelijke bij voeging van liberaal bij anarchisi zou veeleer doeu vermoeden, dat het een manoeuvre was van een anti-liberaal, die een klad wilde werpen op zijne staatkundige tegenpartij en zijn eigen geestverwan ten eene welkome golegenheid wilde geven om uit te pakken tegen de verdorvenheid der liberalen, gelijk thans werkelijk geschiedt in de antirevolutio naire bladen en den raooieu brief van den „be dreigde". Wij boweren niet, dat zulks het geval is; ons doel is alleen te doen uitkomen, dat de brief

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2