Buitenlandse!) Overzicht.
INGEZONDEN.
had, werd bek), boos en bracht haar eenige slagen
toe. Vervolgens ging hij met haar naar eene andere
kamor, roepende de moeder nog: //Leen, je moet
dat kind zoo niet slaan, schoi toch uit," waarop be
klaagde had geantwoord het haar wel te zullen
atleeren.
In die kamer bad hij haar met den krommeu
scherpen kant van een pook een stuk of 3 slagen
toegebracht, welke pijn veroorzaakten, daar het kind
schreeuwde. Het kind was daarna gevallen met het
hoofdje op een steenen vloer, waarna hg het had
opgenomeu en gebracht bij zijne vrouw te bed, zijnde
het toen geheel bewusteloos. In dien mor^eu had
hg toon een goneesheer ontboden. Beklaagde zegt
nog, desgevraagd, zich geen rekenschap gegeven te
hebben van de ernstige gevolgen die zoodanige mis
handeling kon hebben. Ieder kind toch, dat stout
is, wordt geslagen.
Aan bek), wordt opgemerkt, dat eene mishandeling,
zooals hg dat gedaan heeft, alleen geschiedt door
een ontaarden vader.
Als lo getuige wordt gehoord de moeder van het
overleden kind, die (uiet onder eede gehoord) ver
klaart dat bokl. niet kwaad voor hot kind was. In
bedoeldeD morgen had zg haren man bovengenoemde
woorden toegeroepen, die daarna met het kind was
gegaan in eene andere kamer. Zg bad daar het kind
niet hooren schreeuwen, schiijvende zg dit toe aan
de pgn die zij zelve den geheelen nacht en toen nog
in de lendenen had. Een oogenblik daarna had hg
het kind bij haar te bed gebracht, goheel bewuste
loos. Blauwe plekjes had zij daarna waargenomen
aan den linkerkant van het hoofd. Haar kind, bij
hetwelk zij den geheelen dag had vertoefd, is niet
meer tot bewustzijn gekomen en den volgenden mor
gen om 9 uur overleden.
De 2e getuige, eene buurvrouw, was in genoemden
ochtend op verzoek van bekl. bij diens vrouw geko
men en had toen gezien dat het kiodje niet wel was,
het was erg benauwd en had aandrang om te braken.
Getuige had blauwe pUkken op den rug waargeno
men. Van eene oudergane mishandeling bad men
haar niet gesproken.
De 3e getuige, de veldwachter, legt verklaring af
omtrent de overbrenging van het kindje naar het
raadhuis en de bewaking en overhandiging aan de
deskundigen.
De beide deskundigen, boven genoemd, hun uit
gebracht rapport nader uiteenzettende, bleven bij de
reeds genoemde conoiusio volharden.
Het O. M. zeide, dat men zich moeilijk kan voor
stellen een lafhartiger en menschonteerender misdrijf
dan bec hier gepleegdo. Een man toch in de kracht
van zijne jaren, het kind dat bij hem in huis is en
waarvoor hij de zedelijke verplichting draagt als
vader te zorgen, zon ergerlijk te mishandelen. Bekl.
heeft dan ook den dood van bet kind op zijn geweten.
Men behoeft toch niet medisch ontwikkeld te zgn
om te kannen aannemen dat dergelijke mishandeling
den dood teu gevolge moet hebben. Het O. M was
van gevoelen, dat bekl. moest worden schuldig ver
klaard aan mishandeling, den dood tengevolge heb
bende gehad. Mocht de rechtbank dit echter niet
aanoemen, dan bleef in ieder geval over mishande
ling, met zwaar lichamelijk letsel.
De eisch luidtzes jaar gevangenisstraf.
Mr. G. Blokhuis, ambtshalve het woord voerende,
zeide dat hot voor hem een moeilijke en onaangename
taak was op te treden in eene zaak, waarvoor twee
z/Hoor eens," mengde zich mijnheer de Back in
hun gesprek, „dat gaat nog maar al jofvrouw en
mijnheer tusschen u, dat mag zoo niet langer. Weet
je wat, neef? Clare is hier kind aan hnis, niet waar
Clare?"
„Ja papa, hoe meent u dat?"
„Dat zal je zoo metoen vernemen meisje. Deze
dappere krijgsman is mijn volle neef, hij moet oom
tegen mij zeggen, dus jullie zijn volle neef en nicht
en moeten elkaar bij den doopnaam noemen. Vertol
baar nu maar eens hoe je heet, Karei."
z/U hoort het reeds jufvrouw Clare.... nicht wilde
ik zeggen, boe mijn naam ismogen we 't dus voor
afgesproken honden, dat we elka&r bij den voornaam
maar noemen."
„Heel gaarne, Karei, vooral onder familie haat ik
alle stijfheid.
„Kinderen," sprak mevrouw de Back, //daarginds
in den hoek stoat een bijna ongebruikte piano; wie
zou ik mogen verzoeken om eens wat te spelen.
Niet allen tegelijk antwoorden," eindigde ze glim
lachende, toen niemand zich aanbood.
„Dan wil ik u gaarne eens wat voorspelen," antwoord
de van Braem, „als u maar vrede met mijn spel kan
hebben, en hij zette zich voor de pianino, zocht tus-
sohen de muziekbladen en koos er een stuk uit, de
Favorite van Donizetti. Vlug stond Claro op en ging
zonder dralen voor de piano staan, om hem de mu
ziekbladen om te slaan. Verrast zag hg op, als had
hij niet geloofd dat ze zoo moedig zou zgn, en keek
gekozen verdedigers hebben bedankt. Pleiter sluit
zich aan bij de miaaohting door het O. M. uitge
sproken over de mishandeling van een weerlcos kind.
Na nog nagegaan te hebben of er ook mogelijkheid
bestaat om eene andere oorzaak van den dood aan
te nemen, en nan welk misdrijf bekl. zou moeten
worden schuldig verklaard, en wgzende op het be
rouw, dal bekl. aan den dag legt over het door hem
gepleegdo, refereerde pleiter zich aan hel oordeel der
rechtbank.
Uitspraak over 8 dagen.
Voorts werd veroordeold T. v. d. B., oud 14 jaar,
fabriekarbeidster to Gouda, bekl. van diefstal, tot
opvoeding in een verbeterhuis tot 17 Febr. 1896.
Uit Bodegraven schrgft men ons:
Op de tentoonstelling van Ken- en Tweejarigo
Kgstieren waren aangevoerd tezamen 15 stuks. Van
de hieronder volgende personen werden stieren be
kroond.
Tweejarige. Ie prijs Afdeeling Alfen-Oudshoorn-
Aarlanderveon, v/d H. M. v. L.
2e prgs. I. Bunuik Jz., Bodegraven (Meye.)-
3e prijs. N. Hommels, Bodegraven (Meye.)
Eenjarige. Ie prgs. A. D. Husson Heenk, Wou-
brugge.
2o prijs. J. H. van Dieijen, Bodegraven.
3e prijs. A. Paauw, Kromwijk.
Aan het postkantoor Gouda en de, daaronder
ressorteereudehulpkantoren werd gedurende de
maand Mei 1892 in de Rijkspostspaarbank ingelegd
f 5223.30 terugbetaald 2422.89.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeveu, boekje
draagt het nummer 3121.
Heden, 1 Juni, begint te 's Hage in het Volken
huis het examen voor adelborst. Een zeer groot
aantal jongelieden heeft zich aangemeld.
Ook bij de onderwijzers, hoofden van bijzondere
scholon, is vanwege de Regeering een vraag inge
komen, om hun gevoelen over den leerplicht te leeron
kennen.
Aan belanghebbenden wordt medegedeeld, dat de
door den boekhandel en tal van particulieren in om
loop gebrachte briefkaart-formulieren, waarop een
wapen, fabrieks- of goederenmerk is afgedrukt, als
zoodanig nog tot 30 November 1892 ter verzending
uitsluitend in het binnenlandsch verkeer zullen wor
den toegelaten.
Een eigenaardig proces is aanhangig voor het kan
tongerecht te Hilverrum.
Eene vervolging is ingesteld tegen drie heugelaars,
beschuldigd van in de geraeeute Naarden geloopen
te hebben over de taluds en borstbeweringeu der in
eigendom aan het rgk, althans niet aan hen, toebe-
hoorendo vestingwerken, na zich daartoe toegang te
hebben verschaft door een roeibootje, door de daar
heen leidende vestinggracht, die met het zichtbare
opschrift Verboden vaarwater* voorzien was.
De beklaagden beweren dat dit opsehrift er niet
was aangeslagen, doch beroepen zich in hoofdzaak op
hunne rechten, verkregen door de wet op de jacht
en visscherij van 1857 (Staatsblad 87) die gedecre
teerd heeft dat ieder burger in alle staatswaters mag
met zijne groote oogen zoo doordringend aan, maar
gaf haar tegelijkertijd zulk een zachten liefde vollen
blik, dat ze niet wist of ze de oogen zou neerslaan
of quasi op de muziek zou blijven turen, als ze nu
deed om zich eerie houding te geven. Toch was ze
vast besloten hare contenance te bewaren, en zoo
bedaard als haar mogelijk was, bleef zo moedig bij
de piano staan, en sloeg hem steeds ter juister tijd
het bla(| om.
„Dat is mis," zeide zo op eens, als wilde ze daar
door bewijzen dat ze alle attentie voor de muziek
had, „je bleef eea paar tellen achter, cousin!"
A qui la faute?" zeide hij, en keek haar weer
zoo doordringend aan, dat ze zich geweid moest aan
doen om hare oogen niet neer te slaan. Maar Clare
had vast besloten bij zich zelve, dat geen zotte ver
legenheid of te groote terughoudend haar immer
de minste partij zou doen zijn, tegenover den neef
die als huisgenoot met haar zou omgaan. Kalm
lachende gaf ze hem dan ook na ten antwoord
„Wel, die schuld kan aan niemaud liggen dan aan
den speler zelf."
„Maar als ik nu eens durfde beweren," sprak hij
halfluid, „dat uw schoone oogen daaraan schuld
hadden."
z/Dan," antwoordde zij moedig, „mdet ik om mama's
bril vragen of mij verwijderen. Dus, wat heb je 't
liefst
Je weet niet hoe onbarmhartig gez^t, doch voor
alles blijf hier."
hengelen, waarbij speciaal genoemd zijn de graohten
der vestingwerken.
De wet die het recht geeft te hengelen moet m
se ook do eenigo middelen willen toelaten, om het
hecgelwater to genaken, hetzg door varen of door
loopen langs hot water. De bedoeling van den wet
gever kan niet geweest zijn om uit luchtballons J
doen hengeleu.
Hot schijnt dat hot O. M. to Hilversum door dit
jtvocètt dó tendance wil boslooht zien of bg het maken
van verordeningen de rijkswetten dienen in het ooï
te worden gehouden.
Een drievoudige moord hoeft dezer dagen te Hii.
da's Point, Fort Worth, in Texas, plaats gehad. Al-
bert Stearings en zgn vrouw gaven oen buitenpartij"
waaraan ook zekere Allis met zijn zoontje deelnam.'
Na een veelte van jaren was er eenigo dagen te vo-
ren tusschon Stearings en Allis een soort van verzon
ning tot stand gekomen. Toen nu de pret op het
hoogst was, stelde laatstgenoemde voor, dat Stearings
twoe dochtertjos on zgti eigen zoontje eens mus*
zouden schommelenhij stapte mot de kinderen io
den bak, en in weinige oogonblikken zwierden zjj tot
oen groote hoogte af en aan. Daar zag men plot*,
ling een der meisjes den kleinen jongen een klap
geven. Met een kreet van woede vloog do,vader op
greep de meisjes in den nek en smakte ze uit dea
bak op eenig grotwerk, zoodat zg torstond dood w».
ren. Stoarings schreeuwde, dat men den schommel
aan den gang zou houden, mikte bedaard met een
pistool en schoot den moordenaar door het hoofd,
zoodat hg voor de voeten der wanhopige moeder
nederviel, Stearing is dusver niet in Hechtenis. Al
gemeen billgkt men zgn haudelwgze.
De gemeenteraad van Arnhem behandelde Zaterdag
het voorstel-Everts om van den hoer Lüps van Biljoen
aau te xoopeu 18 hectaren grond op Klarenbetk
voor 50.000. Dit voorstel was van wgdere strek
king dan het voorstel van B. en W., dat den aankoop
niet wilde, omdat het plan te duur was, nam. is
verband ook met de kosten van aanleg, die nog mm
50,000 zullen eischen. Er werd door de tegel
stemmers krachtig verzet aangeteekend tegon koop
plannen als het nu aan de orde zijnde voorstel, omdat
er nog zooveel bouwterrein, met getraceerde etrstea
ongebruikt ligt. Hiertegen werd terecht aangevoerd
dat men een terrein aan den Velporweg, waar de
bouwlust wel bestaat, niet op eeu lijn kan stelles
met terreinen, die blijkbaar nog niet in trek zjji.
De wethouder Cordes had ook bezwaar met het oog
op de vele duizenden ja, een half millioeo dis
zouden moeten worden geleend voor andere nood
zakelijke uitgaven. Toch werd ten slotto met M
tegen 10 stemmen ingenomenheid betuigd met bet
plan Evertsmaar B. en W. werden tevons uitge
nood igd, van den heer Lüps eene andere bepaling
te verwerveu, wat betreft het bebouwen van hst
terrein. Neemt de heer L. genoegen met de bepw*
kende bepaling, dan is de gemeente koopster.
Nederlandêch Rundveestamboek. In de Zaterdag te
Dordrecht gehouden vergadering bleek uit de mede-
deelingen van den secretaris, dat hel aantal ledan
1336 bedraagt. De rekening over 18 fl, sluitende
met een voordeelig saldo van 866,18ty|
goedgekeurd, evenals de begrooting voor 1^92, ge
raamd in ontvang en uitgaaf op 4546.187t-
„Met genoegen, maar houd u dan alleen met ds
muziek bezig, anders krijgt zoo meteen mijn neos
of mond nog de schuld als je weer flaters maakt"
„Dus mijn spel amuzeert je niet; je houdt me
verdacht van nog meer fouten te zullen begaan?"
Wat is dat nu sprak op eens oom, daar mea
al te lang met spelen ophield. „Scheid je zoo op
eens in 't midden van 't stuk uit? Enfin! ik hui
gaarne ieder vrij, maar als je praten wilt, kom dia
weer hier zitten, dan hebben we ook iets aan jt
gezelschap."
„Als je toch niot meer musiceeren wilt," sprak
mevrouw, „gaat dan met ons naar de andere kamer
heel huiselijk soupeeren. Jullie zullen hoop ik m|j
wel verschoonen, dat ik daarmeê zoo vroeg begin,
maar je weet ook, ik kan slecht tegen laat opblgveo."
Allen stenHen daarin gaarne toe, en voor dat te
gingen opstaan, had van Braem nog eens ruimschoot!
gelegenheid over Clare na te denken. Hij was het
eenzame, niet zelden woeste leven moede dat hij
leidde, en geloofde dat hij verliefd was op CUw-
Reeds meermalen was hij haar genaderd met dog*
«vone complimenten en enkele vleierijen. Ras zag hjj
echter in dat zoo iois bij haai^men opgang maakte;
zij als meisje,^ rekende zich*flHR^g te staan alt
ieder mannelijk wezen, dat nrei haar in aanraking
kwam.
Wordt vervolgd
Een voorstel van Groningen luidende
„Welke middelen kunnon worden aangewend om
de Nederlandsohe veefokkers (leden van het stamboek)
in directe verbinding te brengen met buitenlandsche
koopors var, Nederlandsch fok vee, opdat deze laat-
sten, zonder tusschenkomst van beroepshandelaren,
hun fokvee van de eersten kunnen koopen?" werd
na oenige discussie ingetrokken.
Op voorstel van Zeeland werd besloten in de af-
deelingen de wenscholijkbeid te bespreken om aun de
regcering subeidie voor de veefokkerij te vragen.
Besloten werd de volgende vergadering te Zwolle
te houden.
Door den kantonrechter te Groningen is vonnis ge
wezen in de zaak van den heer H. Soeter, gymnas-
tiok-or.derwijzer aldaar, die vóór 14 dagen terecht
stond ter zake dat hij, zonder daartoe bevoegd te
zijn, op verschillende tijdstippen gedurende de jaren
1891 en 1892 te Groningen in do Provinciale Gro
ninger Courant drie verschillende advertenties geplaatst
had, door welke advertentios hij in het opeubaar had
aangekondigd, dat hij de raassage uitoefende.
Het feit wordt in het vonnis gequalificeerd als
daartoe nietbevoegd in het openbaar annkond'gen,
dat de aaukondiger geneeskunst uitoefent. Wegens
dat feit, als strafbaar gesteld bij de geneeskundige
wet, is de gedaagdo veroordeeld tot eone geldboete
van 10, subsidiair 3 dagen hechtenis, en in de
kosten tan het rechtsgeding.
Het nationaal congres voor bouwkunst, dat bg
gelegenheid der viering van het vijftigjarig bestaan
dor Maatschappij tot bevordering dor bouwkunst op
27 en 28 Mei gehouden werd, was verdeeld in drie
sectiën, namolijk: 1. sectie (kunst), 2. sectie (con
structie), 3. sectie (sociale vraagstukken).
Iu de 8. sectie, uit een oogpunt van algemeen
belang de meest belangrijke, werd de vraag der
„arbeiderswoningen# behandeld. Uit tweeërlei oogpunt
werd deze vraag beschouwd. Dr. E. Wintgecs
(Maastricht) ging na, wat gedaan kan worden tot
bevordering van goede woningen voor den arbeider.
Hij achtte een rijkswet op do arbeiderswoningen
noodzakelijk voor duurzame bestrijding van den wo-
ningsnood der arbeidende klasse. Naast bepalingen,
welke in bepaalde [gevallen verbetering of afbraak,
na onteigening, van bestaando arbeiderswoningen
voorschrijven, moeten tevens minimuraeischen zoo
noodig naar plaatselijke gesteldheid te regelen
omtrent bodem en fundeering, hoogte der gebouwen
toevoer van lucht, licht en goed drink water, afvoer
van faecaliën en ander vuil, kubieken inhoud en
toestand van muren, daken, rookgeleidingen, omgeving
enz., worden vastgesteld, waaraan nieuw te bouwen
woningen dienen te beantwoorden. Het toezicht op
de huisvesting der arbeidonde klasse worde gehouden
vanwege den Staat, die zich tot taak stelt, den bouw
van arbeiderswoningen indiroct te bevorderen.
In verband hiermede stond de door den heer G.
E. V. L. van Zuylou (Deu Haag) behandelde vraag:
wettelijke bepalingen tot het opruimen van oude en
niet aan de maatschappelijke eischen voldoende wo
ningen. Deze spreker kwam tot de volgende con
clusie: Nederland dient mede den weg te volgen,
reeds door andere natiën ingeslagen, en wettelijke
bepalingen in het. leven to roepen, warrdoor het af
breken en opruimen van niet aan de hygiënische en
maatschappelijke eischen voldoende buurten of ge
bouwen zonder sloornis voor het algemeen belang
mogelijk en verplichtend wordt.
Aan het debat namou de heer Heldt, de werkman
afgevaardigde, en onderscheidene werklieden deeL
De conclosiën van de heerou Wintgens en Van Zuylen
werden aangenomen, nadat verschillende voorstellen
tot aanvulling van deze conclusiën ingetrokken waren.
De vraag der wenschelgkheid eener wettelijke
bepaling omtrent den „duur vau den arbeidsdag#
werd namens een twintigtal timmerliedenvereenigingen
ter sprako gebracht door den heer P. Smit. Hij
betoogde, dat hot particulier initiatief ten deze on
machtig is.
Aan de bespreking van deze vraag werd vastge
knoopt die van het ondertferp„Het opnemen van
bepalingen omtrent arbeidsduur en loon in bestekken",
waarvan mr. M. W. F. Treüb de inleiding op zich
nam. Het langdurig debat eindigde met terzijde
stelling van de voorgestelde conclusiën, in plaats
waarvan werd aangenomen eene motie, waarin de
weuschelijkheid wordt uitget proken, dat de arbeids
duur wettelijk geregeld worde eu dat die regeling
io do ambachtsnijverheid door ingenieur (architect)
en werkman zelfstandig voorbereid worde.
In de tweede algemeene vergadering levorde de
heer F. H. van Malsen ('s Gravenhage) eenige be
schouwingen over arbeidsraden en scheidsgerechten,
die hg wil in 'leven roepen door het particulier ini
tiatief en niet door wettelgke regeling. Hij kon zich
niet begrijpen, flat in ons land, waar de gilden steeds
hunne zelfstandigheid wisten te bewaren, voor deze
zaak de hulp dor regeering moest worden ingeroepen;
eerst wanneer het beginsel zal zijn doorgedrongen
in de zeden des volks, zal de tijd tot een wettelijke
regeling gekomen zijn.
Aan bet einde van het congres betuigde de heer
Heldt dank voor de gelegenheid, die hier den werk
lieden gegeven was o.n voor hunne belangen op te
komen; hij &prak de hoop uit, dat „Brawkunst"
op den weg der bespreking van sociale toestanden
zal voortgaan, tot bereiking van het dool de ver-
ecniging van kapitaal en arbeid. Mogelijk zal de
tijd dan spoedig aanbreken, dat men zich in het
buitenland zal afvragenHoe is men er in het
kleine Nederland zoo uitnemend in geslaagd, langs
den weg vaii vrede, den strijd tusschen kapitaal en
orde te beslechten.
Ouze koninginnen werden te Potsdam en te Berlijn
ontvangen met de gewone praal bij dergelijke bezoe-
kon, hoofdzakelijk bestaande in militair vertoon.
Onze groote bladen, vooral de N. R. Ct. sloven zich
uit bijzonderheden te laten seinen, die soms aan het
kleingeestige en belachelijke grenzen.
De Norddeuteche Algmeine Zeitung bevat naar aan
leiding van de komst der Nederlandsohe Koninginnen
een artrkel, dat door de plaats aao het hoofd van
het blad, die het inuoemt, door den zwaren kanse
larij-stijl en door don toon waarin het geschreven
is, duidelijk zijno oflicieuse bron verraadt. Het luidt
als volgt
.Met levendige sympathie heeft liet Duitsche volk
ten vorigen jare het bezoek van onzen Keizer aan
het bevriende hof in den Haag gevolgd, en met on
verdeelde vreugde ziet de Duitsche natie in deze
dagen de jeugdige Nederlandsohe Koningin met
hare hooge moedor als gaston van onzen Keizer en
onze Keizerin op het grondgebied var, de Mark ver-
loeven. De Germaansche stamverwantschap heeft,
zoowel iu de betrekkingen der beide aan elkaar
grenzende landen, als in die der wederzijdsche vor
stenhuizen van Hobenzolleru en Oranje, te allen tijde
oen groot gewicht in de schaal gelegd.
Het sedert de wedorgeboortc van bet Duitsche rijk
hij de twee volken steeds krachtiger geworden be
sef, dat hunne belangen iuuig aan eikaar verbonden
zijn, behoort gegrond te zgn op de overtuiging dat
Nederland evenals Duitschland zijne bestemming in
de wereldgeschiedenis zooveel te beter vervullen zal.
naarm ,te beide volken vreedzamer met elkander ver-
keeren, en naarmate ieder hunner zorgvuldiger zich
ontwikkelt naur de eigenaardigheid van zijn karakter,
welke bij de twee, ondanks alle stamverwantschap,
in niet geringe mate verschilt. Geen van de twee
landen begoeit iets van het andere te nemen, maar
beide kunnen elkaar, onder zekere omstandigheden,
gewichtige diensten bewijzen. In het bijzonder wordt
ook in Duitschland in den loop der jaren met meer
waardeering gadegeslagen, door welke krachtsinspan
ning Nederland zioh verheven heeft tot den rang
van een der eerste handeldrijvende volken en dien
rang weet te behouden. Maar wij bewonderen in de
ontwikkeling van Nederland niet alleen den bloeien-
den handel en den zegen der nationale welvaart
ook op het gebied der kunst en in andere verdien
sten staat deze natie in vele opzichten als een na
volgenswaardig voorbeeld voor onze oogen. Niet in
de laatste plaats is het zijne vaderlandsliefde en zijne
veelmalen beproefde dapperheid, door welke een volk.
onze achting afdwingt, dat in het geslaoht zijner
vorsten in alle eeuwen zoovele van de beroemdste
krijgshelden kan aanwijzen als in het Oranjehuis.
„Hoe meer de Nederlanders tot do erkentenis ko
men dat ook de üuitschers.' naarmate zij sterker go-
worden zijn, met te grooter standvastizheid streven
naar het bevortleren van de werken des vredes eu
naar het besteden hunner krachten aan de vermeer
dering van do welvaart en de goede zeden in hun
vaderland, zooveel, te meer zullen zij eiken zweem
van wantrouwen ten opzichte van hunne stamgenoo-
len verliezen. Zooveel te meer ook zullen jzij geneigd
zijn het woord van onzen Keizer te beamen, dat onze
tijd vooral gokenmerkt wordt door het onderlinge
verkeer der volken en der menschen.
„Dat de hieruit voortvloeiende verplichtingen en
voorrechten zoowel in Duitschland als in Nederland
steeds met meer juistheid ingezien en op den rechten
prijs gesteld mogen worden, is do wensch dien wg
uit willen spreken op den dag nu de koninklijke
vrouwen uit Nederland haar bezoek komen brengen
in 's Keizers woonstede aan den Havel, teneinde
daar de bg uitnemendheid edele gastvrijheid beant
woord te vinden, welke onze Keizer aan het Neder
landsohe hof ondervonden heeft en die voor hen
onvergetelijk zal zijn."
In de Italiaanscbe Kamer is gisteren de aanvrage
van «/li op verzoek van don premier Giolitti naar
de begrootingsoommissie verzonden. Er moeeten
drie nieuwe ledeu voor die commissie worden be-
noemd. Er werden met een kloine meerderheid
leden van de oppositie gekozen, een slecht voor
uitzicht voor het Ministerie.
Het congres der Belgische werkliedenpartij be
raadslaagde gisteren te Nameu over het tweekamers
telsel. De Gentenaren stelden voor den Senaat op
te heffen, maar hot congres besloot alleen een her
vorming in de samenstelling te vragen. Voor dit
lichaam zou de evenredige vertegenwoordiging wor
den toegepast. Het congres, voorgezeten door De-
feet, bepaalde, dat de volgende bijeenkomst in 1893
te Geut zal worden gehouden en (lat intusschen
ijverig propaganda zal werden gomaakt voor het al
gemeen kiesrecht. De afgevaardigde Demblon zeide,
dat alle middelen in het werk zullen worden ge
steld om dat recht te verkrijgen en dat voorts de
Constituante haar werkzaamheden binnen zes maanden
behoort te eindigen.
Alles spreekt en handelt thans in de Vereenigde
Staten met het oog op de aanstaande presidentsver
kiezing.
Twoe candidaten treden op den voorgrond. Hot
zijn dezelfde personen van 1884 t. w. Blaine en
Cleveland.
Met grooto geslepenheid hoeft de heer Blaine tot
heden zijn rol bij de voorbereiding der verkieziug
gespeeld.
Hij heeft in het openbaar niet tegon Harrison in
het strijdperk willen tredenmaar onderhands
heeft hij togen hem gewerkt, opdat de eene republi-
keinsche groep na de andore in hem, Blaine den
eenig mogelijken candidaat zou mogen zien. Komt
het in de nationale conventie tot eene stemming,
dan zal hij waarschijnlijk, zooogenaamd plotseling,
zijn teruggetrokken houding laten varen en met een
paar frazen over zijne onderwerping aan den wil van
het volk en zijn gehoorzaamheid aan de verlangens
zijner partij, de candidatuur aannemen. De kansen
van Harrison stonden trouwens niet best. Van de
negenhonderd gedelegoerden, waaruit de republikein-
sche conventie, die een candidaat moet stellen, be
staat, hebben or maar driehonderd de bepaalde op
dracht gekregen voor Harrison te stemmen, en wij
moeten niet vergeten dat die opdracht gegeven werd,
voor dat er zoo sterk over een candidatuur-Blaine
gedacht werd, als men thans doet.
De worsteling om het presidentschap zal tusschen
Blaine en Cleveland plaats hebben. De gouverneur
van New-York, de heer Hill, verliest aanhoudend
terrein bij de democraten, zijn kansen staan slecht.
Van de 900 steramen der democratische conventie
zijn er dan ook reeds 500 stemmen voor Cleveland.
Hg hoopt de andere 101 steramen ook nog te ver-
weroen. Men weet, dat s/8 der stemmen noodig zijn
om iemand de candidaat der convootie te doen zijn.
Blaine en Cleveland vertegenwoordigen met het
oog op Europa twee uitersten.
Blaine is de man van het Panamerikanisme. Hij
is sterk van protectie eu wil den handel met Europa
zooveel mogelijk belemmeren. Cleveland heeft steeds
naar een goede verstandhouding met Europa gestreefd.
Hij is volstrekt geen vijand van een verlaging der
tarieven. Doch wat het zwaarste weegt, Cleveland
is door karakter en smetteloos verleden, volstrekt de
meerdere van den al te slimme en behendige Blaine
wiens verkiezing een ramp zou zgn.
Mijnheer de ■Redacteur
Schoon ik begrijp, dat U na de gevallen beslis
sing bg de stembus niet veel lust gevoelt terug te
komen op de ver'vieziugsdrukten, Zal U mij toch
wel veïoorloven tot den heer Dercjcten, de Standaard
en de Tergoutcsche de vraag te richten, met welk
recht zij den flauweu „dreigbrief" waar over zooveel
onnoodige drukte gemaakt wordt, toeschrijven aan
een liberaal. Terecht is door U gozegd, dat het
waarschijnlijk een afkeurenswaardige jongensaardig-
hoid is, die niet de eer verdiende gedrukt te worden.
Een ernstig liberaal man zou niet spreken van ons
heilig, dierbaar gymnasiumdergelijke inrichtingen
worden in stand gehouden, omdat wg ze achten iu
het belang van het algemeen en van de stad, maar
zijn voor ons volstrekt geen heilige huisjes, waaraan
men niet raken mag. De onderteekening bewgst
niets, daar een anarchist evenmin liberaal als anti
revolutionair is. De schrijver geeft duidelgke blg-
ken, dat hij zich niet bewust is van de beteekenis
der woorden, die hg gebruikt. De opzettelijke bij
voeging van liberaal bij anarchisi zou veeleer doeu
vermoeden, dat het een manoeuvre was van een
anti-liberaal, die een klad wilde werpen op zijne
staatkundige tegenpartij en zijn eigen geestverwan
ten eene welkome golegenheid wilde geven om uit
te pakken tegen de verdorvenheid der liberalen,
gelijk thans werkelijk geschiedt in de antirevolutio
naire bladen en den raooieu brief van den „be
dreigde". Wij boweren niet, dat zulks het geval is;
ons doel is alleen te doen uitkomen, dat de brief