Buitenlandse!) Overzicht.
"~M~A R&TBER1 ÖlË T ER
Gouda, 2 Juni 1892.
Eindelijk snorden eenige steenen en troffen een
ruit. De ruiten volgden elkander op en bleken niet
bestand tegen dien forschen aanval.
Iutusschen was do politie versterkt. De vergade
ring, die sedert lang in een ;/dolce far nieute" was
ontaard men kon elkander toch door het gejoel
niet verstaan werd opgeheven en stuk voor stuk
trachtte men te ontkomen.
Dat er klappen vielen behoeft geen betoog, mo-
nigeen beliep een blauw oog.
Te 9 uur was de vergadering geëindigd, doch
trokken nog raassa's menscheu, vaderlandsche liederen
zingende, door de Oranjobnurt.
Vooral op dit oogenblik, nu de Oranjeklanten ziob
op de ontvangst van HH. MM. voorbereiden, was
bet een gewaagd stuk eene socialistische vergadering
te beleggen in de onmiddellijke nabijheid van hen,
die een ieder, die slechts het woord socialistisch"
in den mond neemt, voor oen gezworen vgand ver
klaren.
Dat vau de vergadering zelf niets te molden valt,
behoeft geen nader betoog.
Gisteren werd te Amsterdam de algemeene ver
gadering der Remonstrantsche Broederschap voort
gezet.
Aun de orde kwam een belangrijk voorstel van
Haarlem, reeds ten vorigen jare ingediend, doch toen
als ongenoegzaam voorbereid niet in behandeling ge
nomen, strekkende om het beroepen van predikanten
die niet tot do broederschap beboorcn, voor de ge
meenten gemakkelijker te maken. Men wilde na*
molijk het artikel van het Algemeen Reglement,
waarin bepaald wordt dat, indien bij het ontstaau
eener vacature het aantal predikantsplaaten dat der
dienstdoende predikanten, proponenten en studenten
aan het seminarium overtreft, een predikant van
buiten de Broederschap raag worden beroepen, zoo
danig wijzigen, dat de woorden „studeuteu aan het
seminarium" kwamen te vervallen.
Dit voorstel, verdedigd door mr. Dalcourt van
Krimpen, werd met warmte bestreden door den hoog
leeraar van bet seminarium en door anderen. Ken
voorstel van den heer dr. M. Snellen om de zaak als
ontijdig niet in behandeling te nemen, werd, ook met
medewerking van de bestrijders van het voorstel Haar
lem, die eeno beslissing wenschten, afgewezen. Ara
sterdam stelde een amendement voor, nam. om de woor
den studenten aan het seminarium niet te schrap
pen, maar te vervangen door de woorden candidaten
in de godgeleerdheid. Het alzoo geamendeerde voor
stel, want Haarlem had het amendement overgenomen,
wordt ten slotte met meerderheid van stemmen goed
gekeurd, met bepaling dat het voor de thans aan het
seminarium studeerenden geen terugwerkende kracht
zal hebben.
Dinsdag namiddag stonden voor de 4e kamer der
Amsterdamsche rechtbank terecht Klaas Kat en Arie
Goud Azn., beiden van beroep letterzetters. Hun
wordt ten laste gelegd dat zij te Amsterdam op 22
April gedrukte geschriften hebben verspreid, belee-
digend voor de Regentesse en voor de Koningin. De
verspreiding geschiedde door strooibiljetten uit te
deelen, waarin een toespraak stond vermeld, die de
Regentesse tot de natie had behooren te houden en
welke het Openbaar Ministerie ten hoogste kwetsend
en beloedigeud vindt. De bekl. erkennen de ver
spreiding der biljetten, welke bekentenis bevostigd
vrouw de Back, „laat je vernuft je nu geen parten
spelen Hier, als dochter van huis kun je mij wel
van wat moeite ontlasten, door je vader een boter
ham to maken. Zie dan ook eens om naar mijn koffie
als je zoo goed wilt zijnik geloof ook dat Belle
mij wel gezelschap wil houden of drink je liever
theo Belle?"
„O neen tante, liefst een enkel kopje koffie."
„Papa!" riep Clare, „u doel toch met het jong
volkje mee 'en drinkt thee, als u geen wijn meer
drinkt?"
„Dan krijg ik natuurlijk dok thee," sprak lachend
van Braem, toen mijnheer de Back toestemmend bad
geantwoord.
„Als de voorraad water voldoende is, dan ja,"
antwoordde zij ondeugend en keek hem met hare
lieve geestige oogen, zoo rond, zoo open aan.
„Kom Clare," antwoordde hij, bekoord door haar
lieftalligheid, „laat het vrede tusschen ons zijn, ik
wil dien wel ten koste van alles
„Zoo houd je je nu maar; doch om je te toonen,
dat ik ook vredelievend gezind ben, wiJ ik wel eens
met je klinken. Papa mag ik uw glas wijn wel
even ter leen?"
„Heb je zelf geen glas lieve? Bel er dan even
ommaar hier heb je vooreerst hot mijne."
Bell3 vertrouwde hare oogen en ooren niet recht
en geloofde ter goeder trouw, dat Claro zeer losziii>
nig was geworden. //En dat in zoo'n paar dagen;
waar had ze 't wei geleerd
wordt door de verklaringen van een brievenbesteller
en een diender. Het O. M. requireerde tegen ieder
dor beklaagden drie maanden gevangenisstraf.
Do beklaagden, twoe jeugdige personen, voerden
zelf hunne verdediging. Beidon namen eene onge
paste houding aan, bij het onbeschofte af, en trachtton
voeling met do publieke tribune te houden. Ieder
las tot zijn verdediging eene soort memorie voor,
waarin zoo ongeveer alle maatschappelijke eu staat
kundige vraagstukken worden besproken, o. a. kies
recht, duinwater, tirades van Multatuli's Koningin
Louise, de commissie der armen te Beets, de mili-
tiewet, de verhouding van den werkman tot den
patroon, eeno parabel tusschen eene moeder eu eene
koe, benevens tusschen een kind en een kalf, eene
vergelyking tusschen de koninklijke civiele lijst en
het loon i[an eon werkman enz. enz. enz.
(N. R. Ct.)
Het Fad. geeft een uitvoerig overzicht van de
voorgestelde wyziging in de geneoskundige wetgeving.
In de eerste plaats bospreekt het Fad. do vrijstelling
van de examens, die aun het arts-examen voorafgaan,
voor de bezitters van diploma's van bepaalde bui-
tenlandsche inrichtingen. Hot blad herinnert hoevoel
beweging dit voorstel heeft te weeg gebracht en haalt
nog eens het oordeel van do Mij. van geneeskunde
aan, waaruit men echter, volgens het blad, niet de
gevolgtrekking mag maken, dat onze geneesheeren
over 't algemeen vreemde concurrentie totaal willen
buitensluiten. Hoofdzakelijk schyut men dan ook
afkeeng van deze wijziging te zgn, omdat men het
unfair acht voor de Nederlandsche vakgenooten, als
men vreemdelingen toelaat, terwijl de vaderlanders
zelf elders mot de grootste moeilijkheden te kampen
hebben om het gewenschte diploma machtig te wor
den. Dit behoeft echter den doorslag niet te geven.
Waarom vreemdelingen te bemoeilykeu, vooral daar
de vrees voor het toestroomen van een vreemd we
tenschappelijk proletariaat vrij hersenschimmig is, nu
toch het afleggen van ons arts-examen in elk geval
voor de toelating wordt geeischt. Het algemeen be
lang vordert het lokken, niet het afschrikken van
specialiteiten. Ook de vrees, dat de Nederlanders in
het buitenland zullen gaan studoeren, behoeft niet
zwaar te wegen, nu de regeering kan bepakn, welke
inrichtingeu met de onze in dit opzicht zullen wor
den gelijkgesteld, en dus de studenten in hot buiten
land ongeveer gelijkwaardige examens zullen moeteo
afleggen.
Vervolgens goeft hot Fad. een overzicht van do
voorgedragen wijziging in de bevoegdheid tot bet
afleggen der vorsoliillonde geneeskundige examens.
De quaestio of aan de studenten, die het eindexa
men van de hoogere burgerschool hebben gedaan,
ook het recht tot promotie moet worden gegeven,
kan hierbij blijven rusten. Uit het regeeringsvoor-
stel blijkt, dat de Eerste Kamor in 1878 gelijk had,
toen zij van oordeel was, dat de jongelieden, dio
van de 5de klasse van een gymnasium of van de
hoogste klasse van een progymuasium naar de uni
versiteit gingeo, een onvoldoende kennis der wis
kundige vakken zouden hebben.
De derde belangrijke wijziging in de wetgeving
betreft de tandheelkundige examens. Ook deze ver-
audering wordt door do ervaring geboden. De eisch
van enkele Kamerloden om ook bet 2do natuurkundig
examen verplichtend te stellen, gaat volgens het blad
wat te ver.
Ze hadden nog geen uur aan tafel gezeten, toen
Belle dan ook reeds opstond, werkelijk begaan met
Clare, dat zo zoo alle stijfheid zij noemde 't def
tigheid zooals 'teen christenmeisje betaamt te zijn
had afgelegd. Bij zich zelve overlegde ze reeds met
welk bedenkelijk hoofdschudden cn op hoo bezorgden
toon ze hare gedaDe ondervinding bij mama te berde
zon brengen.
Menigeen zou denken, dat do vrije handelwijze
van Clare met dien luitenant Belle zou bekoipmerd
hebben, of wol dat ze dit als de grootste aanklacht
tegen Clare zou indienen. Dat was echter volstrekt
niet het geval. De mooio jonkman had op de juffer
van rijperen leeftijd een zeer gunstigen indruk ge-
ra »akt, door zijn hoogst beleefden toon niet alleen,
maar de wijze waarop hij tot haar als oudere en
meerdere sprak. Men moest trouwens in eene afzon
dering als Belle hebben geleefd, om zich zoodanige
hulde te laten welgevallen, maar onze Adonis had te
veel ondervinding bij de sekse opgedaan om iemand
als Belle niet dadelijk te doorgronden. Toen hij ter
stond na haar opstond en aanbood haar to geleiden,
kwam dat haar echter al te verschrikkelijk voor.
Wel had ze vaak, getrouw aan 't geen zo als haar
roeping betrachtte, zonder geleide laat in de achter
buurten rondgeloopen, om de kinderen van arme
lieden, die ze wel deed en die haar achter den rug
uitlachten, na dat zo uit de avondschool waren ge
komen, heel lange psalmen te verhooren, die ze van
buiten moesten loeren. Dan had ze niet geschroomd
Het Vod. eindigt met de verklaring: „In het
algemoen lijdt het wel geen tegenspraak, dat de
voorgestelde veranderingen verbeteringen kunnen wor
den geacht, die door do practyk en de ervaring
gebleken zgn."
Bij het afdeelingsonderzoek over het wetsontwerp
omtrent den accijns op het zout bleek, dat deze voor
dracht mot ingenomenheid werd ontvangen, doon dat
verscheidene leden deze voordracht liefst niet in ver
band wilden zien gebracht met de overige belasting,
ontwerpen, omdat men vreesde dat de zoo gewensobte
verlaging van den accijns daardoor we er op de lange
baan zou worden geschoven. Van verschillende zy.
den word nog eens bepleit, dat het de voorkour
verdiende den accijns af te schaffen, met behoud van
accijns op zeep als aequivalent.
Op de afschaffing vau het premiestelsel werd aan
gedrongen, omdat dit in hoogo mate demoraliseorend
werkt.
Het stelsel van afloopend crediet, bij dat ontwerp
anngenomen, hoezeer door de zoutziederijen toegejuicht,
bracht volgens sommigen voer don handel in zout,
en de daarmede nauw in verband staande belangryke
takkon onzer nijverheid, dio vrijdom van accgns zou
den blijven genieten, ernstige bezwaren met zioh.
Het zou oen ware ramp zijn voor de zeevisschorijen
en den invoer van Frausche, Schotsohe en Noorsche
haring slechts kunnen bevorderen. Tegen handhaving
van den bostaandon toestand zou, meende men, te
minder bezwaar bestaan, omdat voor <le zeevisschery,
de visobzoutterijen en huidenzoutergen met vrijdom
van accijns bijna uitsluitend gebruik gemaakt wordt
vau zout, aangevoerd uit Portugal, terwijl de zout
ziederijen Engelsch klipzout en Duitsch bergzout ge
bruiken.
Tegen dozo beschouwingen werd opgemerkt, dat
de Regeering toch zeker niet bedoeld beeft aan
den handel in zout' on by gevolg aan de visscbe-
rijen zulke grooto bezwareu in den weg te loggen,
als door sommigen worden voorgespiegeld, en dat zij
daarom eon ruim gebruik zal maken van de bevoegd
heid tot het verleenen van langere termijnen, dan by
art. 82 bepaald, die zij zich in het slot van art. 74
voorbehoudt. Hierop zou men een bepaald antwoord
wenschon.
Voor den eerstvolgenden pooltocht, dion dr. Frith-
jof Nansen gaat ondernemen, wordt op de werf van
Collin Archer te Laurwig een stoomboot van bijzon
deren vorm gebouwd. Zoowel voor- als achterste
ven loopun spits toe en do kiel ia betrekkelijk zoer
vlak. Het roer komt hg vollen diepgang geheel
onder water en kan evenals de schroef binnen het
vaartuig gehaald worden. Het dek krijgt een lengte
van 39 meter bg een grootste breedte van 11 meter,
met het oog op de ervaring dat bg grootore lengte
het govaar voor beschadiging door het ijs toeneemt.
De stoommachine zal 169 paardekrachton hebben.
De inwendige betimmering bestaat uit Italiaansch
eikenhout, dat grootendoels moer dan 30 jaar gele
gen heeft Het schip krygt een zware ijzeren huid,
zoodat de wanden 70 a 80 centimeter dik worden,
terwijl zij van binnen nog gesteund worden door
balken en andere versterkingen. De boeg en het
achtersteven worden eveneens met gzer bekleed. Het
tuig is ongeveer als van een driemast schoenor. Het
roer wordt bestuurd van het bovendek tussch9n
groote mast en schoorsteen.
alleen te gaan, de arme, (lie geloofde zoo'n goed werk
te verrichter.. Maar nu 's avonds laat alleen te willen
gaan en dat als dame in oen gezelschap te verklaren,
streed tegen allo etiket teen te zeggen dat ze 't
geleide aannam van een luitenant van de kavalerie
Hoe vreeselijk zouden de broÖrs er haar mee plagen,
en oom de Ba^k, ja, dion verschrikkelijke oom de
Back beschouwde ze in staat haar er levenslang raeê te
tergen. Ook zou zij dan al was 't nog zoo gering
voedsel geven aan meerder verkeer tusschen zoo'n we-
reldschen jonkman en Clare, die toch.reeds de gdelheid
zoo lief begon te krijgenZe talmde nog wat zon
der te kunnen besluiten, want een bo or, een toch
uiterlijk fatsoenlijk heer, bovendien eeó neef van oom
de Back te beleedigeu, ging dat wel aan?....
„Ik moet u beleefd bedanken voor uw geleide
mijnheer, want" en nu rodde ze zich met een
klein jokkentje, waarover ze echter behoorlijk van
schaamte kleurde „oom heeft mij beloofd dat,
zoo vaak ik bleef soupeeren, zou ik met het rijtuig
naar huis wordon gebracht. Dus behoeft u ook niet
zoo ver door dit natie gure weer te loopen. Da gi]
even meó Clare, om me mijn mantel om te helpen,
ik wou je ook nog wel gaarne even spreken."
„Kindlief, Bellehoor eens even," sprak oom de
Back tamelijk verlegen met de zaak, dat do paarden
en 't rytuig nog zoo laat moesten worden ingespannen,
wijl bovendien de koetsier reeds te bed was gegaan,
„Belle luister eens even!"....
{JFordt vervolgd
De afmetingen en vorm maken dat het schip geen
goede zeiler zal wezen, maar alles is er op inge
richt om de stoomboot bestand te maken tegen den
aandrang van het ijs, daar er zoo weinig raogelyk
loodreohte vlakken aan zullen komen. Mon ver
wacht, dat wegens de schuine richting der zijden,
het schip veel eer door het ijs zal worden gelicht
dan verbrijzold.
Het schip wordt van 7 of 8 booten voorzien,
waarvan de twee grootste zoo wordon ingeriolit, dat
zg de geheele bemauning met ^voorraad voor vele
maanden kunnen opnemen, voor 't geval dat men
genoodzaakt mocht zijn de stoomboot te verlaten.
Zij krijgeu een tentbedekking van een warme stof
ter beschutting tegen weer en wind.
Het volgonde is, volgens (le Java-Bode, waar ge
beurd bg eene in 't Maleisoh gehouden theorie.
Korpl. (Een bajonet aan do soldaten voorhou
dende).
Wat is dit, Wongso?
W. Een bajonet.
K. Neen 1 Ainat
A. Eeu bajonet.
K. Neen. Als jelui 'tdan niet weet, zal ik't je
eens zeggen. Dit heet Baai-joe-net. En van
waar komt die naam, Wongso
W. Dat weet ik niet.
K. Dit heet Baaijoenet, omdat die gemrtakt wordt
door toean Baaoeij. Eu waar woont die toean
Baaoeij, Wongso
W. Dat weet ik niet.
K. Toean Baaijoe woont tq Soerabaja. Onthoudt
bet nu.
Aan de Deli Ort. wordt uit Atjeh geschrevon van
d. d. Kota Radja 22 April
De vorige week was bier eene groote drukte. Ge
heimzinnig werd er gefluisterd van uitrukken, doch
waar er geageerd zou worden, wist men niot. Ein
delijk werd in den ochtend van den 14den dezer,
omstreeks 3 uur, het geheim ontsluierd.
Op dat uur rukten alle beschikbare bataljons
cavallerie, artillerie, mineurs en dwangarbeiders met
tandoee uit hunne kwartieren, en omstreeks 4 uur
gingen de troepen op marsc'a, in de richting van
Lamdjamoe. Niet om te vechten, maar ter opsporing
van smokkelwaren. Hiertoe werden de beruchte
kampongs Betal, Ampenoe eu Lamtemin afgezet door
troepen en daarna doorzocht. Geen schot is er ge
vallen. Bij het doorzoeken der kaïppons vond men
pakkon, goederen, verborgen in do boomon en in
het struikgewas. Alles werd buit verkluard en de
troepen keerdeu in den namiddag van dien dag,
omstreeks 3 uur, in Kota Radja terug, een buit me
debrengende van pl. m. 1000 dollars, die ouder heu
zal worden vordeeld.
Den volgendon morgen werden door een paar
bataljons eenige andere, zuidelijker gelegene kam
pongs doorzocht, doch zonder gunstige resultaten.
Die kampongbewoners waren pinterder, zij hadden
de barang-barang begraven.
In den namiddag van dion dag werden, onder
dekking van twee compagniën van het 12e bataljon,
de mortieren uit het arsenaal met de noodige muni
tie naur Lamreng vervoerd; ook do bergbattory toog
dorwaarts met den gewestolijken artillerie-comman
dant, om de kampongs bezuiden onze versteikiugen
te tuchtigen.
Hot weder zeer regenachtig deed de executie
uitstellon, zoodat op Goeden Vrydag slechts enkele
schoten derwaarts werden gedaan.
Het doel dier tuchtiging is niet bekend. Vermoe
delijk zal het wezen omdat Toekoe Pantei Dalema,
die door Mahomed's waanzin gedreven, zich in een
der heilige grotten bij Daroe ophoudt, zich in zijne
stille godsdienstige afzoudering liet bewaken door
eeno grootq bende van Tengkoe Mat Amin die des
nachts door onze liniën sluipt, om ons afbreuk te
doen.
Het was ook deze bende, die in het begin dezer
week gotracht heeft om de brug tusscheu Boekit
Karang en Lamjong in brand to steken, en door
salvo's uit'ouze versterkingen verdreven werd.
De maréchaussees en ook de politie maakten in
de laatste dagen veel buit. De schout van Oleh-leh
had het geluk eene aanhaling te doen van pl. m.
1500 lire.
Eene hinderlaag van maréchaussees, tusschen Lam-
tih en het blokhuis Sebang, heeft in den avond van
den 20ste eene kleine bende smokkelaars op een
paar salvo's onthaald, met het/gelukkig gevolg, dat
twee smokkelaars (lood bleven liggenhoeveel er
gewond wer'en, is niet bekend.
Bij het openkappei van het voorterrein bij Lam
reng heeft de vijand ons beschoten, waardoor op dien
dag (20 dezer) gewond werden eeu Europ. en een
inlandsch fuselier.
Gisteren is den namiddag is de gouverneur met
den vestingurtillerie-commaudant, Loke, per trein naar
Lamreng vertrokken. Ook van Lambaroe rukte een
officier en 50 man uit naar Lamrengmet welk doel
is tot heden niet bekend. Dat er echter iets op til
is, is zeker.
Dat onze) soldaten bij hinderlagen slecht schieton
is laatst weder bewezen.
Eene hinderlaag van Blang, die zich tussohen dien
post en Ketapnn Doea bevond, zag een troep naderen
(een hinderlaag uit de benting Ketapan Doea). De
eerste gaf op pl. m. 10 meters vuur. De andere
troep beantwoordde de salvo's. De officier, die de
hinderlaag van Ketapan Doea commandeeronde, merkte
uit de salvo's, dat hg een andere hinderlaag van ons
voor zich had en liet ophouden met vuuren, terwijl
do andere troep nog een salvo gaf, waarna eveneens
werd opgehouden. Bij later onderzoek bleek, dat
van beide parlijen niemand werd gewond.
Wat zegt u van zulke scherpschutters?....
Dat onze posten nog steeds door den vijand be
schoten worden, behoef ik u niet to melden, want
dat is eene dagelijksche zaak.
Ook Segli verheugt zich nog altyd beschoten te
worden.
Vandaar kwam het bericht, dat Tenkoe Sjech Dala
o>k wel genaamd Tengkoe Di Kroeng, naar Maho
med's paradijs is verkast. Ook, dat de protendent-
sultan zeer oorlogzuchtig is en oen inval zal doen in
de thans bloeiende Passei-streek, en vandaar andere
rijke streken zal bezoeken, om te fourugeeren.
Edi is nog steeds rustig.
Derwaarts is op den 19den dezer vertrokken de
gouveruement8stroomer Havik, met orders, en tot
heden nog niet terug.
Op Melaboe is het niet zeer rustig. Vau. tijd tot
tijd werd de versterking en ook de passar door den
vyand beschoten.
De gezondheidstoestand is niet gunstig. Cholera
gevallen doen ziob voor. Hedenmiddag werd nog
een Europ. sergeant, die pas van Padang was ge
arriveerd, door die ziekte aangetast, aan de gevol
gen waarvan hij is overleden.
De eigenaar van een café op de Korte Hoogstraat
te Rotterdam bad om biljart, waarvan het laken moest
gerepareerd. De chof-kellner recommandeerde daar
voor oen kleedermaker. De koffiehuishouder nam
met die recommandatie genoegen en droeg den chef-
kollner op, met den kleedormaker een dag te be
palen, waarop deze zou komen voor de reparatie van
het biljart.
De kleedermaker zond, in plaats van te komen
ten huize van den koffiehuishouder het volgende
curieuzo briefjes
„Rottra., 23. 5. '92.
„Mijnheer"
„Hoewel ik den Heer (hier stond de naam van
den ehef-kellner) beloofd heb bij u aan te komen
om met UEe over de rapatie's van de Billardlakeus
te spreken heb ik besloten na wijs overleg om van
deze zaak af te zien de rede is deze
„Mijn leven is door de genade Gods gerigt vol
gens de Bijbel.
„Deze Bijbel daar dit het Eeuwig blijvend en
waarachtige Woord is leert mij (lat ik de werken
cl03 duivels niet mag voorstaan om dal dit in strijd
is met Gods woord, en om dat allo Herbergen, koffie
huizen, drankhuizen, waar gevloekt en gespeeld wordt
raag en kan en wil ik die godiUlooze plaatsen niet
betreden, omdat mijn God mij dat verbiedt, dat is
niet myu woord maar Gods woord, dus Mijnheer
als u ook u godsdienst voorstaat en doet niet zoo
als ik mag doen dan is ten eerste u godsdienst en
kel gdelheid en niets waardt ton tweede vertoornt
gg een heilig God en ten derde als gy u niet be
keerd, gaat regelrecht naard de verd en nu
myn heer heeft gij mij niet te gelooven maar on
derzoekt den Bijbel en gij zult dit alles vinden wat
ik u in deze regelen schrijf hoopende dat gij dit ter
harte moogt nemen noem ik mij
„UEd. dw. dr.
kleermaker."
Reuter seint uit Potsdam, dat de keizer gisteren
morgen het garnizoen van die stad eene parade deed
houden. Tegenwoordig waren ook Koningin Wil-
helmina, de Koningin-Regentes, de Keizerin van
Duitsohland en de hertogin van Edinburg, die de
parade in een open rijtuig,' met vier paarden bespan
nen, bgwoonden.
De Keizer commandeerde de paradede Krooa-
prius en de zonen van prins Albreoht stonden in t
gelid. De troep werd gepreseuteerd terwijl de mu
ziek hot „Wien Neerlands Bloed" speelde. Er werd
tweemaal gedefileerd, waarbij de keizer aan de spits
reed van het regiment der lijfwacht.
Na de parade werd in 'hot „Neue Palast" een
parade-diner gegeven.
De keizer, de keizerin on de booge gasten werden
door het publiek met geestdrift toegejuicht.
Gistermiddag begaven de vorstelijke personen zich
naar het jachtslot Glienicko, het verblijf van prins
en prinses Leopold, ten einde daar de maaltijd te
gebruiken. Tot do gasten behoorden de regentes,
de keizer en do keizerin, bonevens de andere vorsten
in het geheel 30 personen.
Het vertrek der koninginnon zou op heden 10 uur
bepaald zijn. De koninginnen begeven zich naar
Honnef, teneinde de koningin van Zweden te be
zoeken.
Men verneemt dat de ontmoeting van keizer Wil
helm met den ozaar te Kiel thans bepaald is op 7
dezer. Op zijn terugreis gaat do czaar ook naar
Kopenhagen.
Ten aanzien der begrafenis van den opper-burge-
meester Von Forckonbeck, hebben de ultramontanen
zich ook onverdraagzaam mogelijk getoond De ter
aardebestelling op de roomsch-katholieke begraafplaats
kon niet geweigerd worden, maar er werd bij bepaald
dat er geen kerkelijke inzegening plaats mocht heb
ben. Hiermede verkoos de familie geen genoegen
te nemen, eii nu is er bij de plechtigheid op het
Luthersche korkhof niet één lid van de centrum
partij aanwezig geweest, terwijl bg de begrafenis van
Windthorst alle partijen zonder onderscheid zich heb
ben doen vertegenwoordigen. Fn dat alles omdat
Forckenbeck tijdens den Culturkampf lid geweest is
van het gerechtshof, dat oyer onwettige handelingen
van Roomsche geestelijken rechtspreken moest.
De predikant, dr. Hossbach, sprak de volgende
woorden, toen de kist in de groeve was nedergedaald
„Zoo rust de zoon der Katholieke Kerk op het Pro-
testantsche kerkhof: wij nemen afscheid van den
man, in wien, ai behoorde hij niet tot onze kerk, een
Protestantsch hart klopte; want tot hot wezen vau
het Protestantisms behoort voor alles het onvoor
waardelijk vasthouden aan het geweten de overledene
hield datgene wat het geweten hem voorschreef, voor
zijn heiligen plicht zonder te vragen naar volks- of
vorstengunst".
De Reichsanzeiger-deelt thans de cijfers mede over
het eerste jaar, waarin de nieuwe regeling der in
komstenbelasting in Pruisen heeft gewerkt. Op tweo
belangrijke onderdeelen is do vroegere wet gewijzigd.
In plaats van aanslag van overheidswege is eigen
aangifte gesteld, en er is een progressie ingevoerd,
volgens welke de laatste klasse (950 mark inkomen)
slechts 2/3 pCt. betaalt, en dan allengs een stijging
intreedt tot 4 pCt. toe voor inkomens boven 100,000
mark.
De cijfers toonen dat de belasting volgens de wet
van Juni 1^91 ongeveer 228/4 millioeu mark zal
opbrengen, tegen nog geen 15' 9 millioen iu het
vorig jaar. Die vermeerdering komt geheel ten
laste van de meervermogenden. De inkomsten onder
10,000 mark droogen nog kort geleden 51 pCt. vau
het geheele bedragthans is hun deel gedaald tot
36 pCt. Het voordeel komt vooral ten goede aan
de laagste klassen tot 6000 mark inkomende toe,
d. i. aan de groote massa der belastingschuldigen.
De zwaardere last komt, gelijk billijk is, voor het
overgroot gedeelte neder op de hoogste inkomens.
Zoo zijn de inkomsten van 30,000 tot 100,000 mark
te zaraen voor ruim 2 millioen meer dan vroeger
aangeslageu en die boven 100,000 mark dragen te
zamen 2,372,000 mark meer bij dan voorheen. De
eigen aangifte heeft reeds in het eerste jaar zeer
gunstig gewerkt.
De werkstaking der mijnwerkers in Durham is af-
geloopen, nadat zij twaalf weken had geduurd. De
mijneigenaars hebben de loonsvermindering van 131/#
op 10 pCf. teruggebracht. De arbeid zal onmid
dellijk hervat wordon.
In een telegram van Reuter is medegedeeld, dat
geruststellende verzekeringon van den Keizer van
Oostenrijk over het behond van den vrede zeer de
aandacht hebben getrokken. Bedoeld wordt vermoe
delijk 't geen door hot telegraafbureau van Herold
is gemeld over een gehoor, dat de super-intendaut
van Silezië, dr. Haase, hij den keizer gehad heeft,
om de hulp van Z. M. in te roepen tot het bouwen
van een hospitaal te Teschen.
Dr. Haase maakte daarbij de opmerking, dat het
hospitaal ie tijd van oorlog 100 bedden voorgewon
den ter beschikking van het leger zou kunnen stel
len.
De keizer antwoordde:
I/Wij hebben geen reden te denken, dat wy oen
grooten oorlog beleven zullen niettemin is het ne
men van voorzorgen met het oog op gewonden altijd
góed te keuren."
Granen heden met voldoenden aanvoer voor de
kleine vraag. Prijzen waren flauw onveranderd.
Tarwe: Zoeuwsche 8.25 a 9.Mindere
dito 7.50 a 8.—. Afwykende 5.25 a 5.75.