Buitenlandse!) Overzicht. "~M~A R&TBER1 ÖlË T ER Gouda, 2 Juni 1892. Eindelijk snorden eenige steenen en troffen een ruit. De ruiten volgden elkander op en bleken niet bestand tegen dien forschen aanval. Iutusschen was do politie versterkt. De vergade ring, die sedert lang in een ;/dolce far nieute" was ontaard men kon elkander toch door het gejoel niet verstaan werd opgeheven en stuk voor stuk trachtte men te ontkomen. Dat er klappen vielen behoeft geen betoog, mo- nigeen beliep een blauw oog. Te 9 uur was de vergadering geëindigd, doch trokken nog raassa's menscheu, vaderlandsche liederen zingende, door de Oranjobnurt. Vooral op dit oogenblik, nu de Oranjeklanten ziob op de ontvangst van HH. MM. voorbereiden, was bet een gewaagd stuk eene socialistische vergadering te beleggen in de onmiddellijke nabijheid van hen, die een ieder, die slechts het woord socialistisch" in den mond neemt, voor oen gezworen vgand ver klaren. Dat vau de vergadering zelf niets te molden valt, behoeft geen nader betoog. Gisteren werd te Amsterdam de algemeene ver gadering der Remonstrantsche Broederschap voort gezet. Aun de orde kwam een belangrijk voorstel van Haarlem, reeds ten vorigen jare ingediend, doch toen als ongenoegzaam voorbereid niet in behandeling ge nomen, strekkende om het beroepen van predikanten die niet tot do broederschap beboorcn, voor de ge meenten gemakkelijker te maken. Men wilde na* molijk het artikel van het Algemeen Reglement, waarin bepaald wordt dat, indien bij het ontstaau eener vacature het aantal predikantsplaaten dat der dienstdoende predikanten, proponenten en studenten aan het seminarium overtreft, een predikant van buiten de Broederschap raag worden beroepen, zoo danig wijzigen, dat de woorden „studeuteu aan het seminarium" kwamen te vervallen. Dit voorstel, verdedigd door mr. Dalcourt van Krimpen, werd met warmte bestreden door den hoog leeraar van bet seminarium en door anderen. Ken voorstel van den heer dr. M. Snellen om de zaak als ontijdig niet in behandeling te nemen, werd, ook met medewerking van de bestrijders van het voorstel Haar lem, die eeno beslissing wenschten, afgewezen. Ara sterdam stelde een amendement voor, nam. om de woor den studenten aan het seminarium niet te schrap pen, maar te vervangen door de woorden candidaten in de godgeleerdheid. Het alzoo geamendeerde voor stel, want Haarlem had het amendement overgenomen, wordt ten slotte met meerderheid van stemmen goed gekeurd, met bepaling dat het voor de thans aan het seminarium studeerenden geen terugwerkende kracht zal hebben. Dinsdag namiddag stonden voor de 4e kamer der Amsterdamsche rechtbank terecht Klaas Kat en Arie Goud Azn., beiden van beroep letterzetters. Hun wordt ten laste gelegd dat zij te Amsterdam op 22 April gedrukte geschriften hebben verspreid, belee- digend voor de Regentesse en voor de Koningin. De verspreiding geschiedde door strooibiljetten uit te deelen, waarin een toespraak stond vermeld, die de Regentesse tot de natie had behooren te houden en welke het Openbaar Ministerie ten hoogste kwetsend en beloedigeud vindt. De bekl. erkennen de ver spreiding der biljetten, welke bekentenis bevostigd vrouw de Back, „laat je vernuft je nu geen parten spelen Hier, als dochter van huis kun je mij wel van wat moeite ontlasten, door je vader een boter ham to maken. Zie dan ook eens om naar mijn koffie als je zoo goed wilt zijnik geloof ook dat Belle mij wel gezelschap wil houden of drink je liever theo Belle?" „O neen tante, liefst een enkel kopje koffie." „Papa!" riep Clare, „u doel toch met het jong volkje mee 'en drinkt thee, als u geen wijn meer drinkt?" „Dan krijg ik natuurlijk dok thee," sprak lachend van Braem, toen mijnheer de Back toestemmend bad geantwoord. „Als de voorraad water voldoende is, dan ja," antwoordde zij ondeugend en keek hem met hare lieve geestige oogen, zoo rond, zoo open aan. „Kom Clare," antwoordde hij, bekoord door haar lieftalligheid, „laat het vrede tusschen ons zijn, ik wil dien wel ten koste van alles „Zoo houd je je nu maar; doch om je te toonen, dat ik ook vredelievend gezind ben, wiJ ik wel eens met je klinken. Papa mag ik uw glas wijn wel even ter leen?" „Heb je zelf geen glas lieve? Bel er dan even ommaar hier heb je vooreerst hot mijne." Bell3 vertrouwde hare oogen en ooren niet recht en geloofde ter goeder trouw, dat Claro zeer losziii> nig was geworden. //En dat in zoo'n paar dagen; waar had ze 't wei geleerd wordt door de verklaringen van een brievenbesteller en een diender. Het O. M. requireerde tegen ieder dor beklaagden drie maanden gevangenisstraf. Do beklaagden, twoe jeugdige personen, voerden zelf hunne verdediging. Beidon namen eene onge paste houding aan, bij het onbeschofte af, en trachtton voeling met do publieke tribune te houden. Ieder las tot zijn verdediging eene soort memorie voor, waarin zoo ongeveer alle maatschappelijke eu staat kundige vraagstukken worden besproken, o. a. kies recht, duinwater, tirades van Multatuli's Koningin Louise, de commissie der armen te Beets, de mili- tiewet, de verhouding van den werkman tot den patroon, eeno parabel tusschen eene moeder eu eene koe, benevens tusschen een kind en een kalf, eene vergelyking tusschen de koninklijke civiele lijst en het loon i[an eon werkman enz. enz. enz. (N. R. Ct.) Het Fad. geeft een uitvoerig overzicht van de voorgestelde wyziging in de geneoskundige wetgeving. In de eerste plaats bospreekt het Fad. do vrijstelling van de examens, die aun het arts-examen voorafgaan, voor de bezitters van diploma's van bepaalde bui- tenlandsche inrichtingen. Hot blad herinnert hoevoel beweging dit voorstel heeft te weeg gebracht en haalt nog eens het oordeel van do Mij. van geneeskunde aan, waaruit men echter, volgens het blad, niet de gevolgtrekking mag maken, dat onze geneesheeren over 't algemeen vreemde concurrentie totaal willen buitensluiten. Hoofdzakelijk schyut men dan ook afkeeng van deze wijziging te zgn, omdat men het unfair acht voor de Nederlandsche vakgenooten, als men vreemdelingen toelaat, terwijl de vaderlanders zelf elders mot de grootste moeilijkheden te kampen hebben om het gewenschte diploma machtig te wor den. Dit behoeft echter den doorslag niet te geven. Waarom vreemdelingen te bemoeilykeu, vooral daar de vrees voor het toestroomen van een vreemd we tenschappelijk proletariaat vrij hersenschimmig is, nu toch het afleggen van ons arts-examen in elk geval voor de toelating wordt geeischt. Het algemeen be lang vordert het lokken, niet het afschrikken van specialiteiten. Ook de vrees, dat de Nederlanders in het buitenland zullen gaan studoeren, behoeft niet zwaar te wegen, nu de regeering kan bepakn, welke inrichtingeu met de onze in dit opzicht zullen wor den gelijkgesteld, en dus de studenten in hot buiten land ongeveer gelijkwaardige examens zullen moeteo afleggen. Vervolgens goeft hot Fad. een overzicht van do voorgedragen wijziging in de bevoegdheid tot bet afleggen der vorsoliillonde geneeskundige examens. De quaestio of aan de studenten, die het eindexa men van de hoogere burgerschool hebben gedaan, ook het recht tot promotie moet worden gegeven, kan hierbij blijven rusten. Uit het regeeringsvoor- stel blijkt, dat de Eerste Kamor in 1878 gelijk had, toen zij van oordeel was, dat de jongelieden, dio van de 5de klasse van een gymnasium of van de hoogste klasse van een progymuasium naar de uni versiteit gingeo, een onvoldoende kennis der wis kundige vakken zouden hebben. De derde belangrijke wijziging in de wetgeving betreft de tandheelkundige examens. Ook deze ver- audering wordt door do ervaring geboden. De eisch van enkele Kamerloden om ook bet 2do natuurkundig examen verplichtend te stellen, gaat volgens het blad wat te ver. Ze hadden nog geen uur aan tafel gezeten, toen Belle dan ook reeds opstond, werkelijk begaan met Clare, dat zo zoo alle stijfheid zij noemde 't def tigheid zooals 'teen christenmeisje betaamt te zijn had afgelegd. Bij zich zelve overlegde ze reeds met welk bedenkelijk hoofdschudden cn op hoo bezorgden toon ze hare gedaDe ondervinding bij mama te berde zon brengen. Menigeen zou denken, dat do vrije handelwijze van Clare met dien luitenant Belle zou bekoipmerd hebben, of wol dat ze dit als de grootste aanklacht tegen Clare zou indienen. Dat was echter volstrekt niet het geval. De mooio jonkman had op de juffer van rijperen leeftijd een zeer gunstigen indruk ge- ra »akt, door zijn hoogst beleefden toon niet alleen, maar de wijze waarop hij tot haar als oudere en meerdere sprak. Men moest trouwens in eene afzon dering als Belle hebben geleefd, om zich zoodanige hulde te laten welgevallen, maar onze Adonis had te veel ondervinding bij de sekse opgedaan om iemand als Belle niet dadelijk te doorgronden. Toen hij ter stond na haar opstond en aanbood haar to geleiden, kwam dat haar echter al te verschrikkelijk voor. Wel had ze vaak, getrouw aan 't geen zo als haar roeping betrachtte, zonder geleide laat in de achter buurten rondgeloopen, om de kinderen van arme lieden, die ze wel deed en die haar achter den rug uitlachten, na dat zo uit de avondschool waren ge komen, heel lange psalmen te verhooren, die ze van buiten moesten loeren. Dan had ze niet geschroomd Het Vod. eindigt met de verklaring: „In het algemoen lijdt het wel geen tegenspraak, dat de voorgestelde veranderingen verbeteringen kunnen wor den geacht, die door do practyk en de ervaring gebleken zgn." Bij het afdeelingsonderzoek over het wetsontwerp omtrent den accijns op het zout bleek, dat deze voor dracht mot ingenomenheid werd ontvangen, doon dat verscheidene leden deze voordracht liefst niet in ver band wilden zien gebracht met de overige belasting, ontwerpen, omdat men vreesde dat de zoo gewensobte verlaging van den accijns daardoor we er op de lange baan zou worden geschoven. Van verschillende zy. den word nog eens bepleit, dat het de voorkour verdiende den accijns af te schaffen, met behoud van accijns op zeep als aequivalent. Op de afschaffing vau het premiestelsel werd aan gedrongen, omdat dit in hoogo mate demoraliseorend werkt. Het stelsel van afloopend crediet, bij dat ontwerp anngenomen, hoezeer door de zoutziederijen toegejuicht, bracht volgens sommigen voer don handel in zout, en de daarmede nauw in verband staande belangryke takkon onzer nijverheid, dio vrijdom van accgns zou den blijven genieten, ernstige bezwaren met zioh. Het zou oen ware ramp zijn voor de zeevisschorijen en den invoer van Frausche, Schotsohe en Noorsche haring slechts kunnen bevorderen. Tegen handhaving van den bostaandon toestand zou, meende men, te minder bezwaar bestaan, omdat voor <le zeevisschery, de visobzoutterijen en huidenzoutergen met vrijdom van accijns bijna uitsluitend gebruik gemaakt wordt vau zout, aangevoerd uit Portugal, terwijl de zout ziederijen Engelsch klipzout en Duitsch bergzout ge bruiken. Tegen dozo beschouwingen werd opgemerkt, dat de Regeering toch zeker niet bedoeld beeft aan den handel in zout' on by gevolg aan de visscbe- rijen zulke grooto bezwareu in den weg te loggen, als door sommigen worden voorgespiegeld, en dat zij daarom eon ruim gebruik zal maken van de bevoegd heid tot het verleenen van langere termijnen, dan by art. 82 bepaald, die zij zich in het slot van art. 74 voorbehoudt. Hierop zou men een bepaald antwoord wenschon. Voor den eerstvolgenden pooltocht, dion dr. Frith- jof Nansen gaat ondernemen, wordt op de werf van Collin Archer te Laurwig een stoomboot van bijzon deren vorm gebouwd. Zoowel voor- als achterste ven loopun spits toe en do kiel ia betrekkelijk zoer vlak. Het roer komt hg vollen diepgang geheel onder water en kan evenals de schroef binnen het vaartuig gehaald worden. Het dek krijgt een lengte van 39 meter bg een grootste breedte van 11 meter, met het oog op de ervaring dat bg grootore lengte het govaar voor beschadiging door het ijs toeneemt. De stoommachine zal 169 paardekrachton hebben. De inwendige betimmering bestaat uit Italiaansch eikenhout, dat grootendoels moer dan 30 jaar gele gen heeft Het schip krygt een zware ijzeren huid, zoodat de wanden 70 a 80 centimeter dik worden, terwijl zij van binnen nog gesteund worden door balken en andere versterkingen. De boeg en het achtersteven worden eveneens met gzer bekleed. Het tuig is ongeveer als van een driemast schoenor. Het roer wordt bestuurd van het bovendek tussch9n groote mast en schoorsteen. alleen te gaan, de arme, (lie geloofde zoo'n goed werk te verrichter.. Maar nu 's avonds laat alleen te willen gaan en dat als dame in oen gezelschap te verklaren, streed tegen allo etiket teen te zeggen dat ze 't geleide aannam van een luitenant van de kavalerie Hoe vreeselijk zouden de broÖrs er haar mee plagen, en oom de Ba^k, ja, dion verschrikkelijke oom de Back beschouwde ze in staat haar er levenslang raeê te tergen. Ook zou zij dan al was 't nog zoo gering voedsel geven aan meerder verkeer tusschen zoo'n we- reldschen jonkman en Clare, die toch.reeds de gdelheid zoo lief begon te krijgenZe talmde nog wat zon der te kunnen besluiten, want een bo or, een toch uiterlijk fatsoenlijk heer, bovendien eeó neef van oom de Back te beleedigeu, ging dat wel aan?.... „Ik moet u beleefd bedanken voor uw geleide mijnheer, want" en nu rodde ze zich met een klein jokkentje, waarover ze echter behoorlijk van schaamte kleurde „oom heeft mij beloofd dat, zoo vaak ik bleef soupeeren, zou ik met het rijtuig naar huis wordon gebracht. Dus behoeft u ook niet zoo ver door dit natie gure weer te loopen. Da gi] even meó Clare, om me mijn mantel om te helpen, ik wou je ook nog wel gaarne even spreken." „Kindlief, Bellehoor eens even," sprak oom de Back tamelijk verlegen met de zaak, dat do paarden en 't rytuig nog zoo laat moesten worden ingespannen, wijl bovendien de koetsier reeds te bed was gegaan, „Belle luister eens even!".... {JFordt vervolgd De afmetingen en vorm maken dat het schip geen goede zeiler zal wezen, maar alles is er op inge richt om de stoomboot bestand te maken tegen den aandrang van het ijs, daar er zoo weinig raogelyk loodreohte vlakken aan zullen komen. Mon ver wacht, dat wegens de schuine richting der zijden, het schip veel eer door het ijs zal worden gelicht dan verbrijzold. Het schip wordt van 7 of 8 booten voorzien, waarvan de twee grootste zoo wordon ingeriolit, dat zg de geheele bemauning met ^voorraad voor vele maanden kunnen opnemen, voor 't geval dat men genoodzaakt mocht zijn de stoomboot te verlaten. Zij krijgeu een tentbedekking van een warme stof ter beschutting tegen weer en wind. Het volgonde is, volgens (le Java-Bode, waar ge beurd bg eene in 't Maleisoh gehouden theorie. Korpl. (Een bajonet aan do soldaten voorhou dende). Wat is dit, Wongso? W. Een bajonet. K. Neen 1 Ainat A. Eeu bajonet. K. Neen. Als jelui 'tdan niet weet, zal ik't je eens zeggen. Dit heet Baai-joe-net. En van waar komt die naam, Wongso W. Dat weet ik niet. K. Dit heet Baaijoenet, omdat die gemrtakt wordt door toean Baaoeij. Eu waar woont die toean Baaoeij, Wongso W. Dat weet ik niet. K. Toean Baaijoe woont tq Soerabaja. Onthoudt bet nu. Aan de Deli Ort. wordt uit Atjeh geschrevon van d. d. Kota Radja 22 April De vorige week was bier eene groote drukte. Ge heimzinnig werd er gefluisterd van uitrukken, doch waar er geageerd zou worden, wist men niot. Ein delijk werd in den ochtend van den 14den dezer, omstreeks 3 uur, het geheim ontsluierd. Op dat uur rukten alle beschikbare bataljons cavallerie, artillerie, mineurs en dwangarbeiders met tandoee uit hunne kwartieren, en omstreeks 4 uur gingen de troepen op marsc'a, in de richting van Lamdjamoe. Niet om te vechten, maar ter opsporing van smokkelwaren. Hiertoe werden de beruchte kampongs Betal, Ampenoe eu Lamtemin afgezet door troepen en daarna doorzocht. Geen schot is er ge vallen. Bij het doorzoeken der kaïppons vond men pakkon, goederen, verborgen in do boomon en in het struikgewas. Alles werd buit verkluard en de troepen keerdeu in den namiddag van dien dag, omstreeks 3 uur, in Kota Radja terug, een buit me debrengende van pl. m. 1000 dollars, die ouder heu zal worden vordeeld. Den volgendon morgen werden door een paar bataljons eenige andere, zuidelijker gelegene kam pongs doorzocht, doch zonder gunstige resultaten. Die kampongbewoners waren pinterder, zij hadden de barang-barang begraven. In den namiddag van dion dag werden, onder dekking van twee compagniën van het 12e bataljon, de mortieren uit het arsenaal met de noodige muni tie naur Lamreng vervoerd; ook do bergbattory toog dorwaarts met den gewestolijken artillerie-comman dant, om de kampongs bezuiden onze versteikiugen te tuchtigen. Hot weder zeer regenachtig deed de executie uitstellon, zoodat op Goeden Vrydag slechts enkele schoten derwaarts werden gedaan. Het doel dier tuchtiging is niet bekend. Vermoe delijk zal het wezen omdat Toekoe Pantei Dalema, die door Mahomed's waanzin gedreven, zich in een der heilige grotten bij Daroe ophoudt, zich in zijne stille godsdienstige afzoudering liet bewaken door eeno grootq bende van Tengkoe Mat Amin die des nachts door onze liniën sluipt, om ons afbreuk te doen. Het was ook deze bende, die in het begin dezer week gotracht heeft om de brug tusscheu Boekit Karang en Lamjong in brand to steken, en door salvo's uit'ouze versterkingen verdreven werd. De maréchaussees en ook de politie maakten in de laatste dagen veel buit. De schout van Oleh-leh had het geluk eene aanhaling te doen van pl. m. 1500 lire. Eene hinderlaag van maréchaussees, tusschen Lam- tih en het blokhuis Sebang, heeft in den avond van den 20ste eene kleine bende smokkelaars op een paar salvo's onthaald, met het/gelukkig gevolg, dat twee smokkelaars (lood bleven liggenhoeveel er gewond wer'en, is niet bekend. Bij het openkappei van het voorterrein bij Lam reng heeft de vijand ons beschoten, waardoor op dien dag (20 dezer) gewond werden eeu Europ. en een inlandsch fuselier. Gisteren is den namiddag is de gouverneur met den vestingurtillerie-commaudant, Loke, per trein naar Lamreng vertrokken. Ook van Lambaroe rukte een officier en 50 man uit naar Lamrengmet welk doel is tot heden niet bekend. Dat er echter iets op til is, is zeker. Dat onze) soldaten bij hinderlagen slecht schieton is laatst weder bewezen. Eene hinderlaag van Blang, die zich tussohen dien post en Ketapnn Doea bevond, zag een troep naderen (een hinderlaag uit de benting Ketapan Doea). De eerste gaf op pl. m. 10 meters vuur. De andere troep beantwoordde de salvo's. De officier, die de hinderlaag van Ketapan Doea commandeeronde, merkte uit de salvo's, dat hg een andere hinderlaag van ons voor zich had en liet ophouden met vuuren, terwijl do andere troep nog een salvo gaf, waarna eveneens werd opgehouden. Bij later onderzoek bleek, dat van beide parlijen niemand werd gewond. Wat zegt u van zulke scherpschutters?.... Dat onze posten nog steeds door den vijand be schoten worden, behoef ik u niet to melden, want dat is eene dagelijksche zaak. Ook Segli verheugt zich nog altyd beschoten te worden. Vandaar kwam het bericht, dat Tenkoe Sjech Dala o>k wel genaamd Tengkoe Di Kroeng, naar Maho med's paradijs is verkast. Ook, dat de protendent- sultan zeer oorlogzuchtig is en oen inval zal doen in de thans bloeiende Passei-streek, en vandaar andere rijke streken zal bezoeken, om te fourugeeren. Edi is nog steeds rustig. Derwaarts is op den 19den dezer vertrokken de gouveruement8stroomer Havik, met orders, en tot heden nog niet terug. Op Melaboe is het niet zeer rustig. Vau. tijd tot tijd werd de versterking en ook de passar door den vyand beschoten. De gezondheidstoestand is niet gunstig. Cholera gevallen doen ziob voor. Hedenmiddag werd nog een Europ. sergeant, die pas van Padang was ge arriveerd, door die ziekte aangetast, aan de gevol gen waarvan hij is overleden. De eigenaar van een café op de Korte Hoogstraat te Rotterdam bad om biljart, waarvan het laken moest gerepareerd. De chof-kellner recommandeerde daar voor oen kleedermaker. De koffiehuishouder nam met die recommandatie genoegen en droeg den chef- kollner op, met den kleedormaker een dag te be palen, waarop deze zou komen voor de reparatie van het biljart. De kleedermaker zond, in plaats van te komen ten huize van den koffiehuishouder het volgende curieuzo briefjes „Rottra., 23. 5. '92. „Mijnheer" „Hoewel ik den Heer (hier stond de naam van den ehef-kellner) beloofd heb bij u aan te komen om met UEe over de rapatie's van de Billardlakeus te spreken heb ik besloten na wijs overleg om van deze zaak af te zien de rede is deze „Mijn leven is door de genade Gods gerigt vol gens de Bijbel. „Deze Bijbel daar dit het Eeuwig blijvend en waarachtige Woord is leert mij (lat ik de werken cl03 duivels niet mag voorstaan om dal dit in strijd is met Gods woord, en om dat allo Herbergen, koffie huizen, drankhuizen, waar gevloekt en gespeeld wordt raag en kan en wil ik die godiUlooze plaatsen niet betreden, omdat mijn God mij dat verbiedt, dat is niet myu woord maar Gods woord, dus Mijnheer als u ook u godsdienst voorstaat en doet niet zoo als ik mag doen dan is ten eerste u godsdienst en kel gdelheid en niets waardt ton tweede vertoornt gg een heilig God en ten derde als gy u niet be keerd, gaat regelrecht naard de verd en nu myn heer heeft gij mij niet te gelooven maar on derzoekt den Bijbel en gij zult dit alles vinden wat ik u in deze regelen schrijf hoopende dat gij dit ter harte moogt nemen noem ik mij „UEd. dw. dr. kleermaker." Reuter seint uit Potsdam, dat de keizer gisteren morgen het garnizoen van die stad eene parade deed houden. Tegenwoordig waren ook Koningin Wil- helmina, de Koningin-Regentes, de Keizerin van Duitsohland en de hertogin van Edinburg, die de parade in een open rijtuig,' met vier paarden bespan nen, bgwoonden. De Keizer commandeerde de paradede Krooa- prius en de zonen van prins Albreoht stonden in t gelid. De troep werd gepreseuteerd terwijl de mu ziek hot „Wien Neerlands Bloed" speelde. Er werd tweemaal gedefileerd, waarbij de keizer aan de spits reed van het regiment der lijfwacht. Na de parade werd in 'hot „Neue Palast" een parade-diner gegeven. De keizer, de keizerin on de booge gasten werden door het publiek met geestdrift toegejuicht. Gistermiddag begaven de vorstelijke personen zich naar het jachtslot Glienicko, het verblijf van prins en prinses Leopold, ten einde daar de maaltijd te gebruiken. Tot do gasten behoorden de regentes, de keizer en do keizerin, bonevens de andere vorsten in het geheel 30 personen. Het vertrek der koninginnon zou op heden 10 uur bepaald zijn. De koninginnen begeven zich naar Honnef, teneinde de koningin van Zweden te be zoeken. Men verneemt dat de ontmoeting van keizer Wil helm met den ozaar te Kiel thans bepaald is op 7 dezer. Op zijn terugreis gaat do czaar ook naar Kopenhagen. Ten aanzien der begrafenis van den opper-burge- meester Von Forckonbeck, hebben de ultramontanen zich ook onverdraagzaam mogelijk getoond De ter aardebestelling op de roomsch-katholieke begraafplaats kon niet geweigerd worden, maar er werd bij bepaald dat er geen kerkelijke inzegening plaats mocht heb ben. Hiermede verkoos de familie geen genoegen te nemen, eii nu is er bij de plechtigheid op het Luthersche korkhof niet één lid van de centrum partij aanwezig geweest, terwijl bg de begrafenis van Windthorst alle partijen zonder onderscheid zich heb ben doen vertegenwoordigen. Fn dat alles omdat Forckenbeck tijdens den Culturkampf lid geweest is van het gerechtshof, dat oyer onwettige handelingen van Roomsche geestelijken rechtspreken moest. De predikant, dr. Hossbach, sprak de volgende woorden, toen de kist in de groeve was nedergedaald „Zoo rust de zoon der Katholieke Kerk op het Pro- testantsche kerkhof: wij nemen afscheid van den man, in wien, ai behoorde hij niet tot onze kerk, een Protestantsch hart klopte; want tot hot wezen vau het Protestantisms behoort voor alles het onvoor waardelijk vasthouden aan het geweten de overledene hield datgene wat het geweten hem voorschreef, voor zijn heiligen plicht zonder te vragen naar volks- of vorstengunst". De Reichsanzeiger-deelt thans de cijfers mede over het eerste jaar, waarin de nieuwe regeling der in komstenbelasting in Pruisen heeft gewerkt. Op tweo belangrijke onderdeelen is do vroegere wet gewijzigd. In plaats van aanslag van overheidswege is eigen aangifte gesteld, en er is een progressie ingevoerd, volgens welke de laatste klasse (950 mark inkomen) slechts 2/3 pCt. betaalt, en dan allengs een stijging intreedt tot 4 pCt. toe voor inkomens boven 100,000 mark. De cijfers toonen dat de belasting volgens de wet van Juni 1^91 ongeveer 228/4 millioeu mark zal opbrengen, tegen nog geen 15' 9 millioen iu het vorig jaar. Die vermeerdering komt geheel ten laste van de meervermogenden. De inkomsten onder 10,000 mark droogen nog kort geleden 51 pCt. vau het geheele bedragthans is hun deel gedaald tot 36 pCt. Het voordeel komt vooral ten goede aan de laagste klassen tot 6000 mark inkomende toe, d. i. aan de groote massa der belastingschuldigen. De zwaardere last komt, gelijk billijk is, voor het overgroot gedeelte neder op de hoogste inkomens. Zoo zijn de inkomsten van 30,000 tot 100,000 mark te zaraen voor ruim 2 millioen meer dan vroeger aangeslageu en die boven 100,000 mark dragen te zamen 2,372,000 mark meer bij dan voorheen. De eigen aangifte heeft reeds in het eerste jaar zeer gunstig gewerkt. De werkstaking der mijnwerkers in Durham is af- geloopen, nadat zij twaalf weken had geduurd. De mijneigenaars hebben de loonsvermindering van 131/# op 10 pCf. teruggebracht. De arbeid zal onmid dellijk hervat wordon. In een telegram van Reuter is medegedeeld, dat geruststellende verzekeringon van den Keizer van Oostenrijk over het behond van den vrede zeer de aandacht hebben getrokken. Bedoeld wordt vermoe delijk 't geen door hot telegraafbureau van Herold is gemeld over een gehoor, dat de super-intendaut van Silezië, dr. Haase, hij den keizer gehad heeft, om de hulp van Z. M. in te roepen tot het bouwen van een hospitaal te Teschen. Dr. Haase maakte daarbij de opmerking, dat het hospitaal ie tijd van oorlog 100 bedden voorgewon den ter beschikking van het leger zou kunnen stel len. De keizer antwoordde: I/Wij hebben geen reden te denken, dat wy oen grooten oorlog beleven zullen niettemin is het ne men van voorzorgen met het oog op gewonden altijd góed te keuren." Granen heden met voldoenden aanvoer voor de kleine vraag. Prijzen waren flauw onveranderd. Tarwe: Zoeuwsche 8.25 a 9.Mindere dito 7.50 a 8.—. Afwykende 5.25 a 5.75.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2