ILEN.
!0UDA.
at het Exa.
wenschen te
lelft der vol-
Aanmelding
ctor Dr. A.
I
BINNENLAND.
VBRB81VI6D.
louda.
i
pr
Ceisje,
I
N° 4861.
Donderdag 16 Juni.
1892.
Nieuws-
en
r
FEUILLETON.
reken.
RVERD
scherij
Honing
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
terdam.
S£
J. I
>r
hr
I g
1
Afzonderlijke Nommere VIJF CENTEN.
advertentien kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave.
De inzending van
rekening gedronken
u
{Echo.)
een
{Uit het Franach.)
1 hart
VII.
odt,
t-
schijnbaar bedaard, „ik ben
ze
Z.
No. 73.
Bovendien worden alle Advertentien gratie
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
’twelk des Maandags verschijnt.
i is
maak je
Bhalte.
icieuse
nks.
S cent.
Cacao,
akkers
In de zitting der Kotterdamsobe Arr. Rechtbank
van gisteren werd veroordeeld:
L. v. d. W., ketellapper te Gouda, bekl. van ver
nieling, tot 7 dagen gev.
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, tranco
per post 1.70.
DERMEID
n het Bu-
ADVERTENT1EN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10 Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Gisterenmiddag is hot zevenjarig zoontje van Krijn-
berg op de Karnemelksloot voor de ouderlijke woning
te water geraakt en spoedig op het drooge gebaald
door eene buurvrouw.
z/Wat" zegt de diender, „dien heeft imffl&rs de
venter betaald van morgen."
„Wel neen," zegt de waard, „hij heeft er een voor
uw rekening gedronken en gezegd dat gij dien zoudt
betalen.
Ik heb het
geknikt.
GOUDA., 15 Juni 1892.
Naar wij vernemen, is het veelbesproken besluit
van den gemeenteraad ter reorganisatie der Tweede
Burgerschool voor meisjes, waartoe indertijd op voor
stel des heeren IJssel de Schepper besloten werd,
door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland niet
goedgekeurd.
De gronden, waarop deze afwijzing berust, zullen
zeker iq de eerstvolgende raadszitting worden mede
gedeeld.
In verband daarmede en met het oog op de ken
nisgeving der Schoolcommissie, dat den 21 dezer
inschrijving zal gehouden worden voor verschillende
scholen, herinneren wij belanghebbenden, dat dit jaar
als naar gewoonte meisjes worden aangenomen ook
voor de laagste klasse van de school van Juffr. Bender.
W
Q.
dit verslag is toegevoegd de imamlyst van het Bestuur
en de leden der kamer en het verslag omtrent het
door de kamer ingestelde onderzoek betreffende den
fruit en groentenhandel tusschen Nederland en Groot-
Brittannië.
De dames L. C. Arends, M. C. Bokhoven en.
TL. van der Kleijn, hebben met goed gevolg examen
gedaan voor de acte van onderwijzeres.
een borrel voor niets te drinken,
Wij ontvingen het eerste jaarverslag van de Neder-
landsche Kamer van Koophandel te Londen. Aan
van
•noest hij er nu twee voor een betalen.
Onder leiding van jhr. mr. W. K. J. Quarles van
Ufford werd gisteren te Amsterdam de jaarvergade
ring gehouden van afgevaardigden der afdeelingen
van de Maatschappij van. Weldadigheid. Aan het
jaarverslag van den directeur is bet volgende ont
leend
Het jaar 1891 kan zeker niet als een gelukkig jaar
voor den landbouw gerekend worden, daar het natte
weder voor de ontwikkeling der landbouwproducten
zeer nadeelig was. Door een der laatste uitvindingen
de besproeiing nl. der aardappelvelden met de bekende
„bouillie bordelaise", gaven deze een uitstekend be-
sohéty^ terwijl de aardappelziekte elders zeer groote
verwensingen aanrichtte.
'Kwudimest werd weder met goed succes gebruikt,
eenrjjj/oi voordeel bij de hooge prijzen van den stal
mest? Alles te zanten was de uitkomst met den
landbouw niet ongunstig. Er werd een gezamenlijke
winst behaald van 7636.
Do fabrieksarbeid leverde 2207 verlies op we
gens de concurrentie van manden en stoelenmaken.
In de mandenmakerij werd voor 20,133 ver
kocht. Aan arbeidsloon werd bij de onderscheidene
industrieën 11,147 uitgegeven.
Ook de fabriek tot het drogen van groenten was
door het natte weder zeer gedrukt.
toen gevraagd, en gij hebt „ja"
Er schoot den agent niets anders over dan te
betalen.
In plaats
vermoeid en ’t is reeds laat, Goeden nacht vader!”
en ze reikte hem even hare hand.
„Marie, mijn kind,” sprak de hooghartige man,
„niet waar, jo zult je vader geen verdriet willen
aandoen, door een jong mensch aan te moedigen,
die nooit uw echtgenoot 'kan en mag zijn.”
„Papa, we nebben niet do geringste zekerheid,
dat hij daarnaar streeft maar u heeft niet noodig
mij te beleedtgen. Ik speel niet de kokette
„Je neemt mij het nooge woord uit den mond,
Marie; maar wat was het anders dan gevaarlijke
koketteriezooals jij dezen avond handeldet
„Papa,” sprak ze langzaam en werd bloedrood,
„koketterie was dat niet.”
„Marie!” en zijne hand beefde, „begrijp je dan
niet, dat je je nooit of nimmer moogt bloot geven
in de ongelukkige passie, die je voor dier, jongman
voedt.”
„Pa u is onbarmhartig, ik heb geen passiën en
zoo al, dan zal ik trachten die te overwinnen.” /-
„Maar Marie, als nu eens die van Tholen niet
van u hield, als hij hooren zal wat ik weet, dan
het zeker wordt gij diep teleurgesteld, en i
r iu ’t oog der wereld.”
"k „En wat weet u dan weer papa?”
„Wel, wat de oude heer de Back me zelf vertelde
^nij en zijne vrouw adopteeren Clare, en is dat het
s van hen, en dan is Clare, in
vergelijking met u, eene veel rijkere party. En de
Back steekt het onder geen stoelen of banken, zoo
GOUDSCHE COURANT.
Een agent van politie te Amsterdam is er eonige
dagen geleden leelijk ingeloopen, maar heeft eigenlijk
zijn verdiende loon gekregen. Deze dienaar der
stedelijke politie betrapte een venter op een dier
overtredingen, welke nogal dikwijls plaats hebben en
met een kleine geldboete worden gestraft.
Hij bracht den venter diens misdaad onder het
oog en eindigde zijn barsche toespraak met de ver
schrikkelijke madedeeliug dat hij tegen hem, overtreder
derpolitie-verordeningen proces-verbaal zou opmaken.
Onze venter lachte hem oolyk toe, k nipoogde eens
in de richting van een tappery en wist het perslot
van rekening zoo ver te brengen, dat de agent van
het prooes-verbaal opmaken afzag, nadat hij, de ven
ter, plechtig beloofd had, daar een borrel voor hem
to zullen betalen,dien de agoot dan» na afloop van
zijn diensttijd, op de gezondheid van den venter zou
drinkep. Hij zou er nu zelf evén heengaan, om er
eentje te nemen, en dan meteen den waard den agent
aan wijzen, die straks op zijn gezondheid „een pie
ren verschrikkertje" zou komen gebruiken.
Nu, dat gebeurde dan ook. De venter en de
waard kwamen op de stoep, en de eerste wees in de
richting van den agent, waarna de waard een vra-
gendeu blik op den diender richtte, dien deze met
een goedkeurend knikje beantwoordde.
De dienst is afgeloopen, en de diender begeeft
zich naar de herberg, om daar „het graantje" te
pikken, dat reeds voor hem betaald is.
Hij drinkt den ingeschonken borrel ledig en wil
zich verwijderen, waarop de waard hem attent maakt
dat hij nog niet betaald heeft.
verven ven
ikkenook
jjnen, Tafel-
len geperst,
’olies, Kan-
ir b!y ven en
eid bewerk^Bt
afgeleverd'
39)
Men zegt zelfs, dat hij ook veel fortuin tq wachten
heeft, maar dat beteekent niets, ik heb immers da
delijk genorg, en bovendien zooveel te wachten.
Men noemt mij immers „de rijke partij”: en dat
zegt u zelf vaak genoeg,” sprak ze niet zonder
bitterheid.
„Begrijp je dan niet Marie, dat hij jo alleen om
je geld vraagt. Weet je dan niet wat wereldkun
dig is?”
„Ik ben vrij wel op de hoogte van het dagelijksch
nieuws papa, maar neen, iets bizonders omtrent van
Tholen weet ik niet, want dat zal u toch wel be
doelen; ik ben zelfs verlangend bet te weten.”
„Halstarrig kind! Wel hij had veel liever die
«.mooie jufvrouw van Breughelen genomen, maar die
verwaande jongen, die veel te veel wordt gevierd,
was slim genoeg om te begrijpen, dat men van een
lief gezichtje alleen niet kan leven.”
Mijnheer de Valter dacht mmr al te wel de kennis
te bezitten, hoe hij moest spreken om Marie te ge
nezen, van eene, naar hij meende, verkeerd geplaatste
liefde. Clare van Breughelen, een nufje, dat pas in
de wereld was verschenen, maar een nufje dat een
heel mooi gezichtje had, veel mooier dan zij, zou
haar dus verdringenDe angelsteek was scherp
voor de te veel gevleide, de om haar rijkdom
te zeer gevierde Marie de Valter, en een oogenblik
moest ze zich bezinnen, wat daarop te antwoorden
viel. Wel kon ze haar vader misleiden door een los
gezegde cf als ’t moest door list, maar eens
moest het toch zoover komen, dat hij het weten zou.
Maar wat zou hij dan te weten komen? Was het
wol zoo zeker, dat Izaak van Tholen nm haar hand
zou komen vragen; welk bewijs had zij daarvoor?
Geen bewijs, geen enkel; maar Marie had hem lief,
en haar karakter, dat door geene liefhebbende moeder
was gevormd, was juist van dien aard, om alles aan
te wenden dat ze zijne liefde toch mocht verwerven,
juist nn die werd tegengewerkt. Haar vader bad
haar gewezen op een grooten hinderpaal, op Clare
van Breughelen, die in deze hare dagen van geluk,,
als ’t ware steeds schooner, immer beminnelijker
werd. Dan Clare was, had haar vader daareven een ongelukkig figuur
gezegd, een kind van het negental, dat mpvrouWJj' ”r“‘‘ ',o
van Breughelen haddus, was Clare schooner 'lanftj
zij, zij, ze was immers zooveel rijker! -n
Eu Marie wist wat dat in onze maatschappij te geval dau erft zij alles
zeggen heeft.
Papa sprak