Buitenlandscb Overzicht.
3. Schietvereeniging „Prins Hendrik* Maassluis.
4. Vereeniging voor hh. Officieren der dd. Schut
terij Gouda.
B. Weerbaarheids - Vereeniging „Burgerplicht"
Gouda.
6 Scherpschutters - Vereeniging „Botterdam* Bot
terdam.
7. Het Bataljon der dd. Sshuttery Gouda.
8. Scherpsohutters-Vereeniging „Oranje Naosaü"
den Haag.
In den nacht vau Zaterdag op Zondag is by den
spekslager H. B. op den Tieudeweg een ruit verbrij
zeld. l)e peli tie doet onderzoek.
Zaterdag nacht is by den heer G. H. op de Markt
een brandende petroleumlamp gesprongen. De dienst
bode bracht de brandende stukken op straat, zoodat
geen verder onheil plaats had.
Heden nacht ten 1 ure werd een agent van politie
gewaarschuwd, dat bij den boekhandelaar J. L. van der
W. op de Westhaven rook uit de woning kwam.
Aanstonds belde hy genoemden heer op en bevond dat
in dieus binnenkamer een lampje 't welk werd ge
bruikt om eieren kunstmatig uit te broeden in brand
was geraakt en de tafel eveneens brandende was,
welk een en ander spoedig gebluscht werd.
Van de goedkoope reisgelegenheid des Zondags om
voor verminderd tarief naar den Haag te gaan, maak
ten gisteren 283 personen gebruik.
Benoemd tot onderwijzeres aau de openbare schooi
aan den Bijndijk te Hazerswoude, mej. C. Kramers,
thans nog als zoodanig werkzaam te Bodegraven,
school B.
De Botterdamsche rechtbank deed onlangs uitspraak
in de volgende zaak, die nit een processueel oogpunt
niet onmerkwaardig is. Eischer toch was de heer
jhr. v. S., in zijne qualiteit van burgemet-ster van
Bergambacht, en als zóódanig de gemeente in rech
ten vertegenwoordigende, en de gedaagde was de
zelfde persoon, maar ditmaal iu privé.
De feiten, waarover de gemeenteraad van Berg
ambacht het met zijn burgemeester te kwaad had
gekregen, kwamen hierop neer: de gemeente was
eigenaar van den kerktoren en de zich daarin be
vindende klok. Beide waren geassureerd voor de
ronde som van 6000 bij eene maatsohappij, in
wier reglement o. a. bepaald was, dat indien de
schade, door frand aan de verzekerde gebouwen
toegebracht, meer bedroeg dan 50 pCt. der verze
kerde waarde, door partijen deskundigen zouden be
noemd worden om de overblijfselen te taxeeren,
terwijl alsdan het verschil tusschen de verzekerde
en de getaxeerde waarde aan den belanghebbende
zou worden uitbetaald. Toen nu èn toren èn klok
door brand vernield waren, werd de aangewezen weg
gevolgd deskundigen benoemd, de ruïne getaxeerd
op f 50, en mitsdien 5950 door de assurantie
maatschappij aan de gemeente uitbetaald. Eq de
ruïne. Die zou natuurlijk eigendom der gemeente
gebleven zijn. Over dat gemeente-eigendom nu was
de strijd ontbrand. De gemeenteraad toch beweerde,
dat volgens de eigen mededeelingen des burgemees
ters door hèm die ruïne voor f 50 (de getaxeerde
laten we vooral geen stijve houding aannemen, want
als dat gebeurt, ligt de schuld geheel aan u. leis
tot aanmoediging onthoud dat wel kan en
wil ik je niet zeggen, maar 't zal me onuitsprekelijk
veel genoegen doen als jij je gedrag wat betert, want
ik ben scherpziende genoeg om te weten dat daar
iets aan hapert. Geloof echter het zal me epn ware
vreugde zijn als ik te eeniger tijd u hoor zeggen
Clare ik heb elders mijne keuze gevestigd, ik beu
gelukkig. En nu zijt ge niet meer boos op Clare,
niot waar?" eu te gelijk legde zij haar arm in den
zijnen en leidde hem vriendelijk weg
„Hemel, welk karakter heb jijsprak hy opge
togen van bewondering, „o, nu zie ik zeer duidelijk
in dat mij nog te veel ontbreekt. Vergeef mij Clare,
maar ik ben veel te /roeg gekomen met mijn voor
stel, maar vleierijen en ook de voorspoed hebben
my wat erg bedorven. Ziedaar mijn hand, vooreerst
vriendschap tot in don dood."
„Ge zijt altijd een opgewonden mannetje, behcersch
nu je zelf, want papa de Back ziet wat heel scherp,
't Is raiju plicht dat ik de ouwelui er kennis van
geef; je stemt daarin toe, niet waar?"
„Dat is maar noode Clare, want dan wordt be
paald onze onderlinge verhouding heel stijf."
„Daarvoor zijn lante en oom veel te verstandig
Karei, en laat het gerust aan mij over om de zaak
behoorlijk voor te dragen. Verwijdering behoeft er
nooit tusschen ons te komen, want de oudelui hou-
den wat veel van jedaar kun je op aan."
waarde) aan do taxateurs was overgodaan,* hetgeen
in strijd was met artikel 137 der gemeentewet en
daarenboven in strijd met de belangeu der gemeente.
Immers de ruïne was meer waard, niet uit een
aesthetisch oogpunt maar om eeno degelijke mate-
rioele reden. Onder haar puin toch log een schat
bedolven, namelijk do klok van Bergambacht, zij het
dan ook in versmolten toestand. Dat klokkumetaal
uu was volgens beweren der eischende gemeente voor
pl. m. 400 door de taxateurs weder vau de hand
gezet.
Zoowel dit laatste feit, zijnde aan gedaagde onbe
kend, als het feit der overdracht van de ruïne aan
de taxateurs, werden door gedaagde ontkend, waarna
omtrent dit laatste punt door jhr. v. S. in qualiteit
aan jhr. v. S. in privé de beslissende eed werd op
gedragen, terwijl voor het eerste getuigpnbewys was
aangebodeu. Het verweer tegen dayftctie. die ge
baseerd was op art. 1401 Burgerlyk Wetboek
onrechtmatige daad des burgemeesters op grond van
art. 187 der gemeeutewet was by na geheel van
feitelijken aard ontkentenis der gestelde feiten. De
opgedragen eed werd subsidiair aangenomen, maar
primair door gedaagde niet litisdeeisoir geacht. Im
mers, al werd de eed geweigerd, dan had eischer
zijn pleit nog niet gewonnen, daar alsdan de sohade
nog niet gebleken was en een beslissende eed zóó
moesc zijn ingekleed, dat daaraan ai of niet de ge-
heele beslissing der zaak afhaukelyk weyd. De schade,
gelyk gezegd, werd mede ontkend, op grond dat de
gemeente nooit ineer kon bekomen dun 6000, en
dat, zoo inderdaad de ruïne meer waard was geweest
dan 50, in elk geval door de assurantie-maat
schappij te veel was betaald.
De rechtbank besliste, dat tegen het opdragen
van den eed van den burgemeester q.q. op zichzelf
in privé goen bezwaar was, dat het niet noodig
was dat de beslissende eed alle feiten omvatte eu
dat, aangezien mede de schade ontkend was, eischer
eerstens door getuigen zou hebben te bewijzen, dat
inderdaad bet klokkemetaal door de taxateurs voor
meer dan f 50 was verkocht geworden, waarna
alsnog de beslissende eod omtrent den verkoop zelf
vau de ruïne aan den taxateur al of niet kou wor
den afgelegd, waarvan alsdan de beslissing der zaak
zou afhaDgen.
Zaterdag j. 1. werd onder leiding van den arron-
dissements-Schoolopziener, den heer Dr. D. Terpstra,
de vergadering gehouden vau de vereeniging van
Onderwijzers in bet Arrondissement Gouda.
Tdt bestuursleden werden herkozen de heeren Dr.
Terpstra en Emeis en gekozen de heer de Koning.
Op voorstel vau het Bestuur werd besloten hel
reglement niet te wijzigen, zoo als verlangd was
was door de Afd. Waddmgsveen van den bond van
Ned. Ond.
De heer van Dongen sprak over „het schrijven"
en de heer Veenitra maakte „eenige opmerkingen
over verkeerde uitspraak iu eu builen de school".
Langs de spoorlijn Bergen-op-ZoomBoozendaal
heeft men Vrijdagmiddag bet lijk gevonden van den
heer B. van der V., notaris te Bergen-op-Zoom.
Men vermoedt, dat hij onder weg uit den trein is
gevallen. Hy laat een weduwe en vijf kinderen
achter' Het lijk ii naar Bozendaal vervoerd.
„Doe dan zooals je goedvindt," èprak hy moede
loos, en zwijgend gingen ze verder.
Clare hield zich dien avond voortreffelijk, ze schertste
en lachte met van Braem geheel op denzelfden voet
als voorheen. Hij ook deed zijn best om te schijnen
wat hy eigenlijk niet was. Toch bJeek het voor
beiden iets verlichtende te zyn, toen professor van
Lingen met Belle, schoon wel wat laat, kwamen.
De professor was niet wat men een schoon of knap
man kon noemenzijn gelaat was in zijne jeugd
wat door de pokken geschonden, maar hy had een
eerlijk open uiterlijk, en mooie, sprekende oogeo.
Hij sprak niet druk, hij was geen man die men
juist geestig kon noemen, maar toch, toen hij eenigs-
zins op zijn gemak kwam, bleek het dat hy ze#*
goed een gezond onderhoudend gesprek kon voeren.
Belle scheen recht gelukkig, ze was zoo vers'andig
gewDrden, dat ze hare kerkelijke richting niet op den
voorgrond stelde, en oom de Bock was zoo minzaam
en hartelijk tegen beiden, als hij het maar kon wezen.,
Tusschen Belle en oom scheen zelfs eene toenadering'
te zijn ontstaan, want hij was geen oogenblik scherp
of zelfs terecht wij/.end tegen haar; cn tante, och die,
was altijd lief, altijd even voorkomend. Daar werd
op eens aan de deur geklopt en mijnheer riep:
„binnen."
„Mijnheer," sprak de oude Beinier, „mijnheer van
Tholen vraagt of er ook een oogenblikje belet voor
mijnheer is?"
Mijnheer de Back zag eens even mevrouw aan,
De tijd schynt to komen, dat geon welingericht
redactiebureau meer een posiduivenhok zal kuunen
inisien. De Pall Malle Gazette komt ten minste tot
deze overtuiging door de beschryving van don post-
duivendienst, die door den heer Jeans, den uitgever
van Liverpool Daily Post is georganiseerd. De be
langstelling in wedstrijden is in het noorden van
Engeland tegenwoordig zoo bijzonder groot, dat een
blad door bet openbaar maken van do eerste er.
nieuwste berichten over den afloop van deze wedstry-
den, zeker is verbazend (te zullen worden gekocht
Dit bracht den hoer Jeans op het denkbeeld post
duiven te gebruiken voor het overzenden van bench,
ten. Bij het verzonden van telegrammen tooh meest
de correspondent zijn beurt afwachten, terwijl boven-
dien veel tijd verloreu ging met de bezorging van
de dépêche aan het telegraafkantoor. Deze bezwaren
bestondeu niet bij eeu postdruivendienst. De heer
Jeans schafte zich eenige druiven aan, hield ze 8 a
9 weken in het hok, maar toen zij in vrijheid kwa
men, vlogen zij weg. Hy nam daarom andere vogels
en liet deze broeden, weldra had hij dan ook eenige
dozijnen jongen. De jonge vogels werden langzaam
aan de vryheid gewend en tot groote blijdschap van
den proefnemer kwamen de druiven geregeld in het
hok terug. Do dieren werden niet verder gebracht
dan op een afstand is het gebruik der duiven beter
dan dat van de telegraaf. De heor Jeans deelde aau
den correspondent van de Palle Malle Gezette mede,
dat o. a. de uitslag van den .wedstrijd om den Wa-
terloo-cup, op een afstand van ongeveer 10 mylen
gehouden, aan de Daily Poet door eeu postduif werd
overgebracht, bet bericht werd gedrukt in het avond
blad, de Ec/w, binnen 9 minuten na afloop van des
besiissenden loop.
De resultaten van wedstrijden iu Cheater werdan
oulvangeu binnen 20 a 22 minuten. De dieren vlie*
gen op korte afstanden met een snelheid van eea
myl per minuut.
Soms echter blijven de vogels wel eens weg, of
komen zij een dag te laat. Het was wel eeu eenigi-
zins uitdagend gezicht, vertelde de heer Jeans, tl
zien, hoe eens een van onzo duiven, met bet zoo
vurig verbeide nievws, ging zitien op den schootga
van onze concurrent do Courier en rustig zijn veereu
begon te strijken, zich niet storende aen onzeonrüst
en onze pogingen om haar te lokken, met minachting
beantwoordende.
Het bericht wordt met kleine letter geschreven op
zeer dun papier en door een dunnen indiarubberbsnd
aau de pooten van het dier bevestigd. Do vogelt
krijgen eenige uren voor zy worden gebruikt geea
voedselbet vooruitzicht voedsel te ontvangen
aansporing voor ben naar het hok te keeren. Zy
kunnen hier zelf binnen komen, maar niet naar buiten
gaan.
Door dichte bosschen omringd, en ongeveer een
halfuur iu den omtrek van alle gemeenschap met
een andere woning verwijderd, ligt het huil van
Vliegen, een herbergier te Neeroetoren, in Belgitoli
Limburg.
Verleden Zondag begaf zich Vliegen met zyn echt*
genoote om 10 uur 's ochtends naar de Hoogmis te
Neeroeteren, te huis achterlatende hun 14jarige dochter
mot 7 kleine kinderen, onderwelke een lOjarige knaap
genaamd Jan Janssen, waarover Vliegeu voogd i»,
en die op kosten van het Gemeentebestuur by hem
was bus toed.
maar zij zeidé zeer bedaard, dat mijnheer mocht
binnen komen. Eonige oogenblikken daarna trad 4*
jongman iu de kamer waar het gezelschap was, groette
beleefd eu zeide dat hij wel wat laat kwam, maar
dat bij nog even wilde komeo om afscheid te nemen,
wijl bij voor een paar dagen naar buis dacht te gaan.
„Wel de Back," sprak mevrouw, „hoe komt het
dat je me-daar niets van te voren van hebt gezegd?
Maar wat hoest je van Tholen," ging ze als in eeuen
adem voort, „je hebt stellig kou gevat."
„Ik geloof het ook mevrouw, want laatst, na het
partijtje bij mijnheer de Valter l>en ik zonder overjtt
of mantel door de nachtlucht gegaan, en daar kan
ik niet al te «vel tegen."
„Heb je laatst op die partij wat genoegen gehad
jufvrouw?" vroeg van Tholen aan Clare.
„Och wat zal ik je zeggenzoo, zoo," antwoordde
zij. „Ik heb me we! eens meer geamuseerd, schoon
ik moet eerlijk bekennen de schuld lag aan mij; er
heerschte anders een prettige toon."
„Zoo hoorde ik de jufvrouw en mynheer do Valter
er gistereu avond ook over; beiden waren heel goed
tevreden over den afloop van het feest."
„U biyftrJÉjM^^ker niet lang weg, niet waar
vroeg opniei^P^W, „we hebben u immers volstrekt
noodig op de bruidsparty bij de familie van Maeren.
„O zeker jufvrouw, ik houd altijd gaarne mijne
belofte, en vooral deze kom ik willig na."
TVordt vervolgd.)
Deze jongen was lam en zat met een ander kind
van Vliegen vóór de woning in het lommer van een
boom in zijn stoel.
Nadat de ouders eenige minuten van huis waren
kwam een vreemdeling op de woning aan en vroeg
aan het aldaar spelend kindwaar moedor was
Naar do kerk was het antwoord der kleine.
En uw vader dan
Wel, ook naar de kerkl
Hierop trad de vreemdeling de herberg binueii en
bestelde een glas bier. Na van de 14jarige dochter
het verlangde bekomen te hebben, vroeg hij aan deze
iilsgelyks, waar haar moeder was?
Naar de kerx luidde nogmaals het antwoord.
Eu uw vader?
Vuder is niet ver van hier, in het bosoh! ant
woordde het meisje, iets kwaads vermoedende.
Gij liegt, was het antwoord van den onbe
kenden kerel. Zegt mij spoedig waar het geld ligt.
Wij hebben geen geld in huis; vader heeft
alles bij zich, antwoordde het meisje bevreesd.
Nu liep de kerel de opkamer in en doorsnuffelde
alles doch niets kunnende vinden, kwam hij met
een geladen geweer, dat hij daar van den muur had
genomen, weder do herbergkamer binnen, zeggonde:
„Zoo gij mij niet toont waar het geld ligt, sla ik u
allen dood."
De arme kinderen verborgen zich-onder tafels en
achter kasten.
De vreemdeling ging met het geweer naar buiten,
zeker om te zien of er iemand in de uabybeicl was,
waarna de oudste dochter van Vliegen de tegen
woordigheid van geest had om de deur toe te wer
pen en to sluiteu. Do kinderen verdrongen zich
allen achter de deur, weenden en riepen om hulp
doch niets beautwoordde hun hulpgeschreeuw dan
de barsche stem van den vreemdeling, die hun de
volgende woorden toesnauwde
„Zoo gij niet onmiildeliyk de deur opent, dan zal
ik het kind, dat daar onder dien boom zit, dood
schieten."
De kinderen geven geen antwoord, maar hoorden
eensklaps eeu schot en een gekerm.
Het oudste kind opende de deur en snelde naar
den knaap, die, door het schot getroffen, iu het zand
uitgestrekt lag.
De knaap had de geheele lading in het hart ge
kregen. Terwijl de kinderen van Vliegen hem op
namen eu naar het bed droegen, sprak het slachtoffer
nog met zwakke stem: „Een vreemde man heeft
my geschoten." Kort daarna stierf de jongen.
Het geweer lag niet ver van het huis in het gras,
er. was geen spoor van den vreemdeling meer te
zien.
De veldwachter van Neeroeleren verwittigde de
gendarmerie van Maeseyck, welke aanstonds 'er heen
ging en van het voorval kennis gaf aan hot gerecht
van Tongeren. Maandag-namiddag 5 uren kwam
het parket van Tongeren te Neeroeteren aan, stelde
een onderzoek in en begaf zich Dinsdag nogmaals
ter plaatse.
Men verbeelde zich den toestand der ontroostbare
familie Vliegen.
In de Amsterdammer leest men het volgende:
Verleden week werd in ons blad gemeld, dat hier ter
stede een Arabisch dokter is afgestapt, die beweert
blinden het gezicht te kunnen weergeven.
Daar het nu zeker van zeer groot belang is
te weten, of men in deze te doen heeft met een
gewonen kwakzalver of met iemand, die werkelijk de
maobt heeft een blinde ziende te maken, stelde een
onzer een onderzoek in. Ziehier wat hij aangaande
zijn wedervaren mededeelt:
„Na eenig vragen vernam ik, dat do Arabische oog
arts zich heeft gevestigd op den Biunen-Amstcl bij
de Wagenstraat. Ik ging daar been, liet mij aandie
nen en al spoedig weid ik toegelaten by den „oculist
Indien-Arabe." Hij zat in een groote, druk gemeu
bileerde kamer. Voor hem op de tafel stond eeu zil
veren pyp, en door een slang zoog (1e Arabier daaruit
den rook, die eerst verkoeld was in het waterreser
voir. Dikke wolken blies hij uit, die een bedwel
menden geur verspreidden in het vertrek.
By mijn binnentreden stond Goolam Kader op.
•Het is oen schoon Oostersch type, met schitterend
bruine oogen in het geel-bruine gelaat. Zijn fijn be
sneden, donker roode lippen, stoeds tot een vrien
delijken, ietwat spotachtigeu glimlach opgetrokken,
laten twee rijen ivoor-witte tanden zien. Op het git
zwart haar draagt de dokter eon fez, ryk met goud
draad bestikt, en de goed gevormde gestalte is nauw
omsloten door een vest, bezaaid met veelkleurige
edelsteenen. Van de schouders hangt hem oen mantel
eveneens ryk getooid met gouden stiksel, diamanten
en smaragden.
Met een elegante buiging kwam de geneesheer
naar mij toe. „Assöiez-vous si vö pl&", met deze
woorden, waaruit mij bleek, dat de Arabier Fransch
sprak maar vrij gebrekkig wees hij mij een
plaats aan op de sofa. Hierna ging hij tegenover mij
zitten, rustig doorrookencle uit zijn reusachtige pijp,
waarin met de tabak een pilletje opium opbrandde.
Mijn eerste vraag was, waar de dokter vandaan
kwam. Hij antwoordde mij, dat hij de laatste twee
jarep in Brussel bad doorgebracht, waar hij vele gene
zingen deed. Het volk liep daar hoog met hem weg
en eiken morgen was de groote danszaal, waarin hij
kosteloos zitting hield voor rain-vermogenden, over
vol met blinden en ooglijders. Vele bladen wijdden
artikelen vol lof aan hem en dikwijls werden hem
op straat ovaties gebracht door genezenen.
Intusschen had de dokier een grooten stappl oou-
'rantCn te voorschijn gehaald, waarin zijn roem werd
verkondigd. Er waren Belgische, Frausohe, Duitsche
en ltaliaansche dagbladen en bij het doorzien hiervan
bleek mij dat Kader niet te veel had verteld. Men
noemde hom den „Messias der Blinden," den „Ooster-
echon wouderdoener," den „weldoener der mensch-
heid," „en gij, ondankbare Hollanders," zoo voegde
de Arabier hier spijtig aan toe, „gij noemt mij spot
tend den tweeden Sequah. Doch dit ontmoedigt mij
niet; ik ben zeker van mijn resultaten en binnenkort
zal men mij hier evenzeer eeren als iu de andere
landen, waar ik verblijf hield."
„Gij noemt u doktor, vroeg ik, maar hobt gij wer
kelijk gestudeerd aan een universiteit?"
„Wel zeker, hier is mijn „diploma."
Hij hield mij een stuk voor, waarin wordt verklaard
dat Goolam Kader aan de hoogeschool te Singapore
zijne opleiding hoeft gonoten ea zijn (loktorsgraad
heeft gehaald.
„Na mijn studietijd, practiseerde ik eouigen tijd
in Arabië," zoo ging de dol ter voort. „Hier leerde ik
zeer veel, omdat iu dit Oostersche land oogziekten
bijna algemeen heerschon, door onreinheid, groote
hitte, stuilzand enz. Het geluk diende mij. Ik vond
de middelen om blinden te genezen, en hiermede
kwam ik naar Europa."
„Waarom zijt gij eigenlijk in het Westelijk wereld
deel gekomen?" vroeg ik.
De dokter prevelde iets, waarvan ik alleen het
woord „humani verslond.
„Wat rekent ge voor een consult?"
„Ik help iedereen. Armen betalen niets, menschen
uit den burgerstand weinig en rijken veel."
„Zou ik eens eece zitting van u mogen bijwonen?"
„Dolgraag. Kom morgenochtend om negen uur
weer hier, dan zult gij mij zien werken en tevens
zult gij de patiëuien kunnen ondervragen."
Ik stemde toe, nam afscheid van don „oculist" en
den volgeuden morgen was ik bp den bepaalden tijd
op den Binnen-Amstei. mor"
Van de Wagenstraat tot aan hel huis waar de dok
ter zitting houdt, en op de trappen van de stoep, die
daairheen leidt, stond een dichte ry van blindenclubjes
mannen en vrouwen, elkander vasthoudende bij de
handen en voortgeleid door een ziende, of door een
ooglijder die nog zonder gevaar op straat kan loopen.
Een treurig gezicht, zoovele menschen bijeen, die
het heerlijk zonlioht niet kunnen bewonderen, die de
natuur nochf de beeldende kunsten kunnen genieten
die u aanstaren met hun doffe, strakke oogen, zonder
uw gelaat te kunnen zien. Meest allen spraken op
gewekt, vol hoop over de genezing die zij verwachtten
van den vreemdeling, eene genezing, die do geleerd
ste professoren hun, na jarenlange behandeling, niet
haddeu kunnen geven. De ongelukkigen wenschten
elkander geluk, zij drukten elkander de hand en met
pon dankbaren trek, zoo sterk sjsrekende op het ge
laat vau een blinde, gingen zy binnen, wanneer de
beurt aan hen was gekomen.
Bij groepen van twaalf werden zij toegelaten in
het vertrekje, grenzende aau dat, waar ik den dokter
den vorigen dag sprak. Allon namen plaats op de
stoelen, fauteuils'en canapé's, die tegen de wanden
waren gezet. Spoedig daarop kwam Goolam Kader
binnen. De tolk deelde diens komst met luider stem
mede en van aller lippen klonk een eerbiedige mor
gengroet.
Nu nam de dokter twee penseeltjes in de hand.
Het eene doopte hij iu een groeuachtige zalf, het
andere in eeu sterk, uaar terpentijn riekende vloeistof.
De ronde begonEen voor een lichtte de geneesheer
de oogleden zijner patiënten op, suieerde het zalfjó
of het vocht in het oog of daaronder ende
behandeling was afgeloopen.
Zij is kort doch blijkbaar zeer pijnlijk, want al de
lijders bleven nog eeuigen tijd zitten, kreunende van
de pijn, de oogleden stijf toegeknepen on angstig
zochten de meeston naar een doek om die te drukken
tegen de schroeiende oogen. Vooral zy, wier oogleden
ontstoken zijn, schoneu veel te lijden. De dokter
troostte hen echter met de verklaring door den
tolk in het Hollandsch overgebracht dat deze pijn
slechts eenige minuten duurt.
Nadat ik zoo ongeveer honderd personen had zien
behandelen voornamelijk uit de werkinrichting
voor blinden op de Heorengracht ging ik de pa
tiënten ondervragen en bijna allen verklaarden mij, na
eenige behandeling verbetering te hebben bespeurd.
„Ik ben nu al 36 jaar blind, zoo vertelde eeu man
mij, ik ben onder behandeling geweest van Prof.
Donders en ik beu eenigen tijd verpleegd in de in
richting in de Spinozastraat, doch alles bleef donker
om mij heen.
Nu heeft deze dokter mij een keer of zes behandeld
en gisteren zag ik duidelijk het schijnsel van de
lampvan morgen zag ik zelfs het zonnetje. En ik
zei van morgen tegen een kennis, die ik tegen kwam,
„jij hebt een pakje onder je arm, dat ziet wit,en
het was ook zoo. Vier jaren lang kon ik geen hand
voor oogen zienvoegde een ander Yerrukt er aan toe."
„Ik zag gisteren voor bet eerst me kleinkinderen,"
vertelde eeu vrouw, terwijl haar de tranen in de
oogen sprongen.
Het moedertje liep zeker hard naar de tachtig en
vele jaren was zij blind..
Ik zie ook verbetering, zoi een jeugdige, krachtige
man. Sedert 25 jaar kou ik niets zienal de profes
soren hebben mij opgegoven. Als het nu maar zoo
blijven mag
„Dat geve God, klonk zachtjes uit den mond van
een jong meisje. „Aan mij kan de dokter niets doen,
heeft hij gezegd." Het kind stond op en geheel ont
moedigd ging zij weg aau de hand van haar schreiende
moeder.
We«r een ander vertelde, dat by goed kon zien,
dadelijk nadat de dokter hem had ingesmeerd, doch
langzamerhand verduisterde alles weer, maar toch
bleef hij het verschil opmerken tusschen licht en don
ker, waartoe hij vroeger niot in staat was.
Met voldoening keek dr. Kader zijne patiënten aan
bij hunne verhalen en hoewel hij ze niet verstond,
lachte hij triomfantelijk, want aan het gelaat der
blinden zag hij, dat ze hem prezen.
„Pien, pien," „90 vó mieux," „niet frijfen," der-_ r
gelijke uitroepen ontsnappen hem telkens.
„Ik heb altijd zoo'n hoofdpijn mijnheerklaagde
velen.
Dan haalde de dokter een poedertje te voorschijn
en met een levendig gebaar wees hij dep leidsman
of de leidsvrouw dat de blinde dit moest opsnuiven.
Al de patiënten moeten dagelijks terugkomen.
Wanneer zij een bewijs van onvermogen medebrengen
worden zij kosteloos behandeld en zij die dit niet
hebben, botalen naar hun vermogen tot 50 per
week. Dit verteldo de tolk mij en vervolgens liet
de dokter ray een lijst zien van 26 patiënten, die
allen verklaren verbetering iu hunne oogen waar te
nemen.
Na eenige uren te hebben vertoefd in het ver
trekje, kreeg ik behoefte aan frissche lucht. Het was
er langzamerhand benauwd geworden.
Ik groette dus den geneesheer en verliet het hui»,
waarvoor nog steeds vele lijders stonden te wachten.
In deu Zaterdag te Brussel onder voorzitterschap
van Beernaert gehouden kabinetsraad is besloten, de
bijeenroeping van Senaat en Kamer te bepalen tus
schen 12 en 19 Juli a. s. Met betrekking totde be
noeming van een minister van buitenlandsche zaken
is nog geon besluit genomen. Aanstaanden Woens
dag komt de Baad opnieuw bijeen.
Langzamerhand beginnen de partijen in België,
nu de koortsachtige opgewondheid, waarmede een
kamp om de stembus bij onze Zuidelyke naburen
gepaard gaat, tot bedaren is gekomen, zich beter
rekenschap te geven van de beteekenis en de moge
lijke gevolgen van den uitslag der verkiezingen. Van
welken kant men het resultaat ook bekyktde uit
slag dor stemming te Brussel blijft onbetwistbaar het
glanspunt van de verkiezingen op 14 Juni. Door
de overwinning der liberalen in de hoofdstad is het
onmogelijk geworden, dat de rechterzijde alleen de
herziening kan bewerkstelligen, gelyk de heer Woeste
wenschte. De olericalen hebben thans bij de rege
ling van het kiesrecht rekening te houden met de
liberale minderheid.
Op eeu minder verblijdend verschijnsel vestigt
een correspondent van een Fransch blad de aandacht.
Op het feit nl. dat de clericalen bij deze verkie
zingen torrcin hebben gewonnen in de liberale Waal-
sche provinciën. Zoo te Nyvel, waar een herstem
ming voor de kamer en twee herstemmingen voor
den senaat moeten plaats vindeu tusschen liberalen
en clericalenzoo in het liberale Charleroi, waar de
katholieken het slechts waagden op 12 zetels drie
candidaten te stellen, waarvan de eene dadelijk zege
vierde en de beide andere in herstemming komen.
Te Bergen, te Doornik, eveneens goed liberaal, be
haalden de katholieken overwinningenook te Ath
en te Hoei verloren de liberalen een zetel en te
Verviers komen ze in herstemming.
Prins Bismarck is, op zijne reis naar Weenen, te
5 uur aan het Aan halt-station aangekomen, waar hij
door oen duizendtal peronen, onder wie vele dames
eu studenten, met hoera's eu het zingen van I et
lied: Deutschland, Deutschland über alles," werd