BuHenlandsch Overzicht.
PAX HUMANITATE.
hem onbekend dier voor de ohais een zóó kostbaren
schat te vorvoeren.
Hierom en omdat hel al laat werd, is aau bet
verlangen van de jonge Koningin geen gevolg gege
ven.
Ware het geschied, dan zou zeer zeker aan het
gejubel der Friezen, schier geen einde zyn gekomen.
Lomboksche zaken.
De Soer. Ct. deelt mee, dat de thans in de wato-
ren van Lombok en Bali vertoevendo schepen „Java",
„Atjeh" ou „Reiger" den kaptein van don generalen
staf Granpré Molière aau boord hebben gehad en de
geheime instructie hebben gekregen om er tegen te
waken, dal de Karang-Assamsche troepen van den
vorst van Lombok door eeu daarvoor gecharterd
Engelsch stoomschip van Bali naar Lombok worden
overgebracht. Kaptein Grauprv Molière is sedert
eenige dagen te Soorabuja terugS,
Van Boeleleng werd 14 Mei aau dat blad ge
schreven
„Het stoomschip „Ban Pok Suau" kwam zooeveu
van Makassar via Atnpunan hier binnen, en bracht
van laatstgenoemde plaats de volgende tijdingen.
„Het schijnt dat de kapitein Bruce heet de
man van het stoomschip „Sri Mataram" eeuigen
tijd geleden namens den koinmandeereuden officier
van de „Atjeh" do officieel© aanzegging bekwam,
dat zijn schip niet meer dan 100 man troepen van
Karang-As8am naar Ampenan mocht overbrengen.
Met het oog op deze kennisgeving word de „Sri
Mataram" scherp in het oog gehouden, en eeuige
dagen later werd zij waargenomen met eel meer dan
het toegestaan getal troepen aan boord. Haar word
gelast te stoppen, met de duidelijke bedoeling van
een onderzoek tot opheldering of zoo iets.
„Kaptein Bruce was brutaal genoeg om van dit
bevel geen notitie te nemen; uil speed stoomde
hij door, en voordat de „Atjeh" het schip kon in
halen, was hij zoo gelukkig, den wal te bereiken en
zijn passagiers te ontschepen.
Het is niet heel vleiend voor den Nederlaüdschen
oorlogs-kruiser, maar eeu feit is het, dat hij werd
geklopt N iu snelheid althans door een eenvou-
digen particulieren strooraer.
Tegenover deze brutaliteit van den Engelschen
kapitein kon de „Atjeh" wel niet'adders doen dan
de hand leggen op de „Sri Mataram". Een officier
van het oorlogsschip ging dus naar boord van dezen
stroomer, om bom in bezit te nemende kaptein,
bemerkend dat er aan geen tegenstaud te denken
viel, beleedigde, naar 'hei schijnt, den officier nog
en verliet zijn schip, dat thans, naar ik hoor, be
waakt wordt door een detachement van de „Atjeh".
„Algemeen is hier thans de wenech, dat dit inci
dent moge leiden tot een eindelijke en daadwerke
lijke inlijving van Lombok bij Nederlandsch-Indië''.
Een vijftigtal jaren geleden was het opstijgen met
een luchtballon niet eeu zoo gewoon iets als tegen
woordig, zoodat eeu dergelijk schouwspel vroeger als
iets zeer bijzanders werd beschouwd. Bij de feesten
ter gelegenheid van do vorloving van den kroonprins
van Sardinië iu 1842 te Turijn, vormde de opstijging
van een ballon dan ook een doel van liet programma.
Een talrijke menigte woonde de opstijging van den
luchtreiziger Comaschi bij. Alles ging goed bij de
opstijging, maar minder aangenaam was de noderda-
ling voor den reiziger. De ballon daalde nl. neer
op een plaats waar een detachement Savoysche sol
daten in garnizoen lag, die zich meer door bijgeloof
en dweepzucht dan door ontwikkeling onderscheid
den. Deze domme lieden, die nooit van een lucht
ballon hadden geboord en den luchtreiziger misschien
hielden voor eeu uit den hemel verdreven engel,
ylden toe en wilden zich van den bullpn meester
maken. Comaschi wilde echter zyu eigendom niet
goedschiks overgeven en de soldaten vielen hem dus
aan en gaven hem een pak slaag, dat hij voordood
bleef Itggen. De ballon, -tie een waardo van 18000
francs vertegenwoordigde, werd geheel vernield. Huu
heldendaad bleef echter niet ongestraft.
De koniug van Sardinië was zeer vertoornd, liet
de schuldigen streng straffen en verklaarde het regi
ment uausprakelyk voor de schade. Op deze wyze
kreeg Comaschi tenminste de waarde van zijn eigen
dom terug, de mishaudoliug' echter ku| niemand vau
hem overnemen.
Mevrouw Bardet, de 19—jaiige vrouw die, ua 3
maanden getrouwd te zijn, eeu poging deed om haren
man te vergiftigen, teneinde van hem te erven, is
door het gerechtshof te Mans veroordeeld tot vyf
jaren dwangarbeid.
Ouder de verhoorde getuigen was ook de som
nambule, die de jonge vrouw aangaf by de politie.
Zij was, zoo verklaarde zij, door de beschuldigde
viermaleu geraadpleegd over de vraag of de Hoer
Bardet zou sterveu en of zijn vrouw van hem ervou
zou, en toen er by tie vrageu ook sprake was van
„vergif dat de zieke verlangde om ziju lyden te
verkorten" kreeg zij kwaad vermoeden eu waarschuwde
de politie. Nog een paar andeie somnambules werdeu
gehoord.
Eeu ouderzoek van getroffen bliksemafleiders.
Teu vorigeu jare heeft Dr. llesz, te Fraueuufeld, IU
door den bliksem getroffen spitsen vau afleiders on
derzocht. De vorm van deze was bij 8 die vau eer.
peperhuis (dütenförmig,) bij 5 vierhoekig piramidaal
bij 3 die van eeu langen (flauw verioopeuden) kegel
bij 2 lancetvormig eu bij 1 driehoekig piramidaal.
Bij 6 was de puul van platina.
Bij verscbeidcue spitsen was de puut slechts op
pervlakkig gesmolten geweest, maar tij de sterk be
schadigde waren do (weder gesiolleu) smeltdruppels
te zien.
Bij spitsen met afgeroude kanten zijn de bescha-
digingen slechts aau de eigenlijke punt, bij die met
scherpe icauten (ribben) zijn ook deze aangetast.
Bij kegelvormige spitsen was alleeu de punt aan
getast, teuzij het kegeloppervlak geribt was, iu welk
geval deze ook beschadigd waren. De gelijkmatig
toeloopende gladde spitsen schenen kdoor een straal
te zijn getroffeu terwijl bij de aanwezigheid van
scherpe kanten, of van een knop aau hot uiteinde,
een bundel straleu deu afleider schijnt te hebben
getroffen. Het onderzoek gaf geen aanleiding om
aan platina boven koper de voorkeur te geven.
De hevigheid, waarmede de afleiders getroffen
waren, was zeer verschillend. De sterkste werking
werd waargenomen bij de scherpste spits, die tot op
eene doorsnede (oppervlak) van 36 ra. M*. was weg
gesmolten en tot op eene doorsnede van 41 m. M2.
gloeiend was geweest.
Volgens Dr. Hesz kan aaugenomou worden, dat
Dadelijk toen hij terng was maakte, hij eene'visite
bij de familie de Back, en vond allen te huis. Waren
ze in den laatsten tijd soms een boeltje koel tegen
hem geweest, thans scheen dat geheel \qranderd te
zijn, want allen waren hartelijk togen hem, hoewel
Clare niet zoo levendig als ze gewoonlijk was. Hg
sprak met haar over de aanstaande partij, en ver
klaarde dat hij hoofdzakelijk gekomen was, om eenige
dansen van haar te mogen verkrijgen, wijl ze op den
avond van het feest wellicht er geene meer beschik
baar zou hebben.
„Ik durf het baast niet te zeggen," antwoordde
zij, „maar de dansen, die ik van plan ben mee te
makeu, heb ik reeds alle besproken. Er schijnt
gebrek aan dames te zijn, want de heeren hebben
me letterlijk gedwongen om dansen."
„Ik wil het er liever voor houden," sprak hij, „dat
u de waarheid niet recht durf' zeggen in dit geval.
Laat ik dan maar zeggen hoe ik er over denk. Ik
geloof de meeste heeren zullen u gevraagd hebben,
omdat ze u de voorkeur gaven boven vele andere.
Maar ontferm u nu ook over mij, en beloof mij 1
eenige dansen."
Ze was gisteren nog vast besloten zoodanig verzoek
niet iu te willigenze wilde de altijd nog zoo hard
nekkige begeerte niet opnieuw voedsel geven, want
ze achtte het haar plicht, hem nooit of nimmer te
laten raden welken indruk hij eens op haar had ge
maakt. En toch wie kan het vrouwelijk hart door
gronden toch had ze gehoopt, innig gehoopt,
dat hij haar zon komen vragen om die gunst.
Ook nu bleek het' haar niet mogelijk te zijn, nu
hij zoo dringend bij haar aanhield, hem zijn verzoek
te weigeren ze noemde daarom zich zelve laf, ze j
was er later zelfs boos om op haar zelf, maar ze had I
niet van zich kunnen verkrijgen om neen te zeggen.
„Als ik nu je mama was van Tholen," sprak me
vrouw, die eerst binnenkwam toon hij zijne dansen
had vorkregen, „dan zou ik niet willen hebben dat
jij morgen avond ging dansen. Foei, wat heb je nog
een leelijke, drooge kuch Als je niet dadelijk den
dokter gaat raadplegen, schrijven de Back of ik aan
je vader hoor!"
„Och mevrouw, dat zou toch al te hardvochtig zyn.
Hoewel ik waardeer teu zeerste uw belangstelling in
mij, eu laat ik u gerust stellen, dat ik te buis reeds
medicijnen heb gekregen. O, als u naar huis schrijft,
jaagt u vader een doodschrik aan."
„Nu vriendje, jij moet het weten, maar dans vooral
niet veel, want het slaat je als een vuist in je oog."
i Toch danste hij den avond van het bal druk,
drukker zelfs dan een der aanwezigen. En weer was
hij de gevierde, de algemeen bewonderdezelfs het
bruidspaar ging hem opzoeken om hem te bodanken,
voor de uitstekende wijze, waarop hij de amuzemen-
ten had geleid en bezorgd. Niemand liet zich te dien
opzichte aan hem onbetuigd zooals gezegd iswas
het dan wel wonder, dat bij zijn prikkelbaar, zenuw
achtig gestel, de opgewondenheid steeg, naarmate hij
meer genoot. t
een messingen stang (een alligo van rood koper en
zink) van 7,2 ra. M. middellgn door den felsten
bliksemstraal wol gloeiend kan worden, maar niet
smelt, en de bliksemstraal daar langs toch afgeleid
wordt.
De „burgorlgke doop" in tegenstelling van de
kerkelijke is onlangs door deu GaraeenUraad van
Saint Dénis ingesteld. Gisteren zou do eerste doop
plechtigheid in het Raadhuis gevierd worden eu er
waren al verscheidene kinderen ingeschreven, om
„in naam van de grooto beginselen der Fransche
omwenteling",zoo luidt bet formulier gesteld
te worden onder voogdg vun hunne peter en meter.
Dezen nemen dan de verplichting op zich voor hen
te zorgen als zy, nog minder jarig, wees worden.
Maar de Prefect der Seiue heeft het Raadsbesluit
betreffende den doop niet goedgekeurd, en zoo kon
die doop niet hot offioioel karakter dragon, dat men
er aan wilde geven. Nu is de plechtigheid uitge
steld tot later, als de te stichten „Societë du Bap-
tèrne civil," waarvan verschoideue Raadsleden deel
zullen uitmaken, goed eu wel gevestigd is.
Onder de belangwekkende en heilryke instellingen
van liefdadigheid in Nederland bekleedt voorzeker
oeue voorname plaats de hier tor stede gevestigde
Christelijke Vereeniging voor de verpleging van lijders
aan vallende ziekte, welke sinds ruim tieu jaren
zij werd 29 December 1881 opgericht steedi
voortgaat, om tot zegen vau vele ongelukkige eloptioi,
van welke godsdienstige gezindheid ook, te arbeiden,
in deze hare gewichtige taak gesteund door bijdragen
of giften van belangstellenden.
De gestichten, voor bedoelde verpleegden bestemd
en door gemelde Vereeniging bestuurd, zijn ten eerste
dat opgericht te Heemstede op „Meer en Bosch"
voor mannelijke personen, en die in de Meesterlotte»
laan alhier, gcuaumd „Betbesda" en „Sarepta", aan
gewezen voor de lgderessen.
Het ligt voor de hand, dat voor de huisvesting,
het toezicht eu de verpleging van de in die gestich
ten geplaatste personen belangrijke uitgaveu worden
gevorderd, welke onmogelijk kunnen worden gekweten
uit de ontvangen wordende vrijwillige bydrageu, noch
uit de gelden, welke door belanghebbenden of fami
liebetrekkingen worden vergoed. Hoezeer met groote
daukbaarheid door het bestuur van deze Vereeniging
worden erkend de milde gaven, die haar mochten
toevloeien, en het vertrouwen met innige erkentelijk
heid op die weidadigen gevestigd blijft, heeft bet
bestuur zioh toch genoopt gevouden om naar meer
deren steun rond te zien, waardoor het mogelijk zal
zijn in de dringende behoeften van de aan de in
stelling toevertrouwde ongelukkigen te voorzien en
huu lijdeu zooveel mogelijk te verlichten.
De Vereeniging meent het middel tot dis ouder-
steuning gevonden te hebben, doordien door H. M.
do Koningin-Regentes, op haar verzoek, goedgunstig
H. D. inwilliging is verleend, om voor de instand
houding van de gestichten overal in den lande eene
openbare inzameling van gifteu te doen houden.
Het schijnt haast overbodig toe, aan onze lezsri
het groote gewicht voor oogen te stellen, van hst
welslagen dezer collecte. Immers, hierdoor zullen onie
arine uatuurgenooten wier droevig lot. in do maat
schappij zelve zoo hoogst moeielijk kan worden ver-
zacht, ten zeerste wordengebaat, kan de hun betoond
I „Denk toch om de waarschuwing vau tante de
i Back," èprak op eens Clare, toen hij, juist na eene
dolzinnige wals Marie de Valter naar hare plaats
had gebracht, en nu met gloeiende wangen en hij-
I genden adem naar haar toeging, om haar af te halen
voor den tweeden dans, dien hij mot haar had.
„Och," sprak hij, „het doet mij juist goed als ik
eens tor deeg warm word, ik kan je niet zeggen,
hoe gemakkelijk en ligt mij nu de borst is, alleen
ben ik wat kortademig maar dat komt alleen van het
dansen."
„Neen van Tholen, laten we niet dansen, bljjjf
liever wat bij me zitten praten, want ik ben ook
vermoeid."
„Zooals je dan verkiest," sprak hij, „maar ik zou
anders gaarne nog eens meëdoenik kan je niet
zeggen "hoeveel ik er van houd."
Op eens echter begon hij te hoesten, hij tastte in
zijn rokzak naar zynen zakdoek en hield dien voor
den mond. Tot bare groote ontsteltenis zag Clare,
toen hij dien doek wegnam, dat hij met groote
bloedvlekken was bedekt. Ook van Tholen zelf scheen
wat ontroerd, maar hij herstelde zich en zeide een
glas water te willen gaan drinken, dan zoude het
wel weer overgaan.
„Neen van Tholen, blijf," sprak zij met beslissende
stem, „of liever geleid mij naar een andere kamer,
ik bon hier aan huis-bekend, je hebt allereerst be
hoefte aan ru9t."
Wordt vervolgd.)
wordende liefdadigheid hun meer en meer ten goede
komen en zul het mogelijk zijn, om hen in eon be
trekkelijk gelukkigen toestand te doen voortleven.
Desniettegenstaande raoenen wij een woord van aau-
beveling niet te mogen achterwege houden eu ge-
looven wij, met bescheiden aandrang, allen ernstig
te mogen opwekken, om bij de eerstdaags te houden
collecte met milde hand te geven, ten einde hierdoor
de nuttige Vereeniging in haar edel pogen te schragen.
Men houde hierbij in het oog, dat het bestuur steeds
bereidwillig gevolg geeft aan verzoeken van gemeen
tebesturen of diacbniën, om behoeftige lijders ot
lijderessen tor verzorging in de gestichten op te nemen.
Bovendien worden thans door de Vereeniging,
Broeders eu Zusters opgeleid en uitgezonden in Zie
kenverpleging, zoowel in Gestichten al# bij Parti
culieren.
Evenals Dinsdag bij een winkelier in de Jonkor-
fransstraat le Rotterdam een valsch gouden tientje
werd uitgegeven, vorvoegdo zich ook dien zelfden
avond 7Vs uur in den instrumentenwinkel van den
heer P. Röraor, aan de Oostmolenstraat te Rotterdam
een man, zeer net gekleed, die, evenals in de Jonker-
fransstraat het geval was, door gebaren te kennen
gaf een oliesteentje te willen hebben. Door de dochter
van den heer Romer werd hom dit verstrekt, waarop
door den vreeradeliug mot een goudtientje werd be
taald en hij na 9.50 terug ontvangen te hebben den
winkel verliet.
Spoedig werd echter bemerkt dat het muntstuk
valsch was, waarop de beide dochters vau den heer
Bomer onmiddellijk de straat opliepen. Zij zagen
den kooper in den Houttuin gaan, en terwijl beiden
hem volgden tot aan de Zevenhuizeusteeg, riep oeno
van haar aldaar de hulp van eene agent in, terwijl
de ander hem bleef volgen. Op de Nieuwehaven
gelukte het hein in te haler., eu hij giug toen daartoe
aangezocht, vrijwillig met den politieman naar het
bureau aau de Kaasmarkt, echter niet zonder eerst
getracht te hebben het valsche tientje tegen een ocht
dat hij aanbood, te verruilen.
Nabij de Kaasmarkt gekomen, zagen twee jongens
dat door hem iets weggeworpen werd, hetgeen bleek
te zijn een rolletje gouden tientjes, hetwolk die jon
gens daarna aau liet politiebureau aldaar deponeerden
Bij het vervolgons doof de politie ingestelde onder
zoek bleek de arrestant dezelfde te zijn, die in de
Jonkerfransstraat gelijk feit pleegde, terwijl men voorts
verneemt, dat hetzelfde door hem ook in een winkel
aan de Van der Takstraat moot zijn herhaald. Het
bleek, volgens legitimatiepapieren in zijn bezit ge
vonden, dat men te doen heeft met een geboroa
Italiaan, die slecht Frausch spreekt on zich van deze
taal bedient om zich hier verstaanbaar te maken.
De vreemdeling heeft bekend het feit gepleegd te
hebbeu met de wetenschap dat de gouden tientjes,
die alle zeer juist nagemaakt zgn, valsch waren. In
zijn bezit werden nog honderd negentien, alle even
keurig bewerkte vulsche gouden tientjes, gevonden,
welke de politie ia beslag nam.
De man wordt voorloopig aan het bureau Kaas
markt gehouden, tot nader over zijn lot beslist zal
zijn.
De geestdrift, waarmede Bismarck door alle Duit-
schers wordt begroet, strekt hun tot eer, doch moet
op den keizer geen aangenameu indruk makeu, daar
het eene indirecte afkeuring is van zijne handelwijze.
Men vreest, dat do zeer sympathieke ontvangst,
welke overal aan Bismarck ten deel valt, de zooge
naamde verzoening nog onmogelijker heeft gemaakt.
De. Hamb. Nachr., die tot nog toe van de verzoening
gezwegen had, gaf tegen de reis van Bismarck een
artikel, waarin herhaald werd wat vroeger reeds ge
zegd was, namelijk dat lo. hier van geen verzoening
sprake kon zijn, oindat de verhouding van dc partijen
te ongelyk was, 2o, dat, indien iets moest geschie
den, wat men verzoening wilde noemen, de eerste
stap daartoe van den kant van Berlijn diende te ge-
•chiodenBismarck toch was zich niet bewust iets
verkeerds te hebben gedaan of ooit te kort gskeraen
aau den verplichten eerbied tegenover den Keizer
de Keizer daarentegen h id hem tot ontslag genoopt
op een wijze, die het voor hem onmogelijk maakte
de eerste te zgn om een stap te doen, die tot eeu
andere verhouding zou kunnen leiden.
Nog duidelijker wordt die verhouding uiteengezet
in de Allg. Zeit, het vanouds bekende, te Mun-
chen verschijnende blad. „Bismarckdus las men
dezer dagen in dit blad wijst het denkboeld eener
verzoening tusschen Vorst en onderdaan evenzeer j
van zich af als de onderstelling van radicale en
clericale bladen, dat hij beziold zou ziju door eeni- j
gerlei wensch van herstel in zijn voormalig ambt. 1
Alleen de groote onbekendheid met zijn persoon eu
karaktor of of de groote kwaadwilligheid kan tot die
onderstelling komen. Bismarck is plotseling en in
ongenade uit zijn ambt ontslagen, om redenen, die
hem zelfs heden nog onbekend zgn. Nadat was
afgesproken, dat hij als Rijkskanselier blijven en de
leiding der buitenlandsche zaken behouden, generaal
Caprivi daarentegen het Pruisische Minister-presi
dentschap aanvaarden zou, is hij plotseling gedrongen
geworden zgn ontslag te vragen eu hem i9 toen ziju
afscheid gegeven met eenig uiterlijk Eerbetoon, dat
de plotselinge breuk niet dan zeer gebrekkig bedekt
heeft. Onder die omstandigheden is het moeilijk
te begrijpen, hoe hier en daar verwacht kan worden
dat Bismarck den eersten stap zou doen tot een j
toenadering, waaraau bij hem geenerlei behoefte be-
staat en die naar deu aard der omstandigheden alleen
formeel eu uiterlijk zou kunnen zijn.
Kan en zal in dat opzicht ooit iets gebeuren, dan
ligt bot initiatief uitsluitend bij den Souverein, den
Keizer. Heeft deze nog eeus de behoefte den meao»
stichter des Rijks werkelijk wederom nader te treden,
dan zal het juist om bovenstaande redeu ook des
te gemakkelijker en eenvoudiger ziju den vorm daar
voor te vindon. Aan die onomstootelijke feitou moge,
men zich houden, wat er ook in de dagbladen up-
duike. Is het aan den eeneu kant volkomen juist,
dat in de hoogste kringen van ens staatsleven de
tegenwoordige toestand beschouwd wordt noch met
het belang des lands noch mot dat der dynastie
overeen te stemmen, dan is hot van den anderen
kant zeker, dat het hier niet geldt de Regeering tot
eon handeling te brengen, maar dat in deze zaak
eeu besluit des Keizers geheel en alleen van zijn
persoonlijk gevoel moet afhankelijk zijn".
De Ftausche bladen zijn natuurlijk uiet ingenomen
met hot bezoek van koning Humbert te Berlijn.
De Temps gelooft, dat het den koning van Italië
te doen is om de hand van een Hobeuzollernsche
priuses voor ziju zoon.
De Débats viudt het bezoek van Bismarck aan
Weenen heel wat belangrijker dan dat van koning
Humbert aan Berlijn. De vrede is volgens dat
blad verzekerd door het Russisch-Fransch verbond,
hetwelk het Europeesch evenwicht hersteld heeft.
Die vreiie, zegt de Débatsis een gewapende vrede,
welke zwaar te dragen valt voor ieder land, maar
in het bijzonder voor Italië, dat met zijn bewapening,
die voor het land zelve nutteloos is, andere natiën
bedreigt.
In de Fransche Kamer wenschte de afgevaar
digde Hubbard van den minister van financier., Bou
vier, te weten, in boeverre hot gouvernement be
trokken was bij de wijzigingen die het Credit
Foncier zal ondergaan. De afgevaardigde verlangde
van don minister de verklaring, dat er geen stap
pen door de regeering buiten medeweten van de
Kamer gedaan zijn in deze zaak. „Het gouverne
ment moest zich er niet mede bemoeien en het
Crédit Foncier zijn conversieplannen geheel alleen
zelf laten uitvoeren. Het gouvernement kan zich
mot belasten met het verschaffen van eene bijzon
dere cliënteole aan deze bankinstelling." De minister
verklaarde, dat de regeoring in dit opzicht voor
niets verantwoordelijk was. De gouverneur van het
Crédit Foncier overwoog de middelen, welke zouden
kunnen dienen om in de tegeuwoordige moeilijke
omstandigheden het best aan alle medsdiuging
het hoofd te bieden. De minister dacht ook over
-die middelen.
Tot dusver had men echter nog geen oplossing
der quaestie knnnen vinden. De plicht van den
minister was, door hot bewerken van oen modus
vivendi een crisis te vermijden, die noodlottig op de
algemeene geldmarkt zou kunnen werken. Wat
betreft hot aanspreken der resorven, waarover het
Crédit Foncier dachtkou de minister alleen tus-
schonbeiden treden met het geven van raad. De
Kamer ging ua deze verklaring over tot de behandeling
van het landbouwkrediet.
INGEZONDEN.
De lezer» der Goudiche Courant »an Donderdag
16 Juni, hebben keunis kunnen nemen van eeu stuk
van het'Internationaal Bureau van deu Vrede, waarin
gesproken wordt voor eeu hervorming in opvoeding
on onderwijs. Tot nadere inlichting wordt men ver
wezen naar het hoofdbestuur der vereeniging Pax
Humanitate. Lang geleden is deze vereeniging in
dit blad wel eens ter sprake gekomenik meen
daarom, dat velen de vereeniging niet helder meer
voor den geest zal staanmen meent wellicht, dat
zij in direct verband met do vredebonden staat, wat
het geval niet is. Ik denk daarom geen overbodig
werk te doen, met nog eens de aandacht op haar to
vestigen.
Het denkbeeld, dat aan de vereeniging ten grond
slag ligt, is, dat in onze opvoeding en ons onderwijs
iets ligt, dat 'in tegenspraak is met de ouder ons
heerschende opvattingen omtrent humaniteit en soli
dariteit der mensehelijke belangen. Hiermede is
namelijk in strijd de aankweeking van sympathie
voor al wat op het militaire betrekking heeft en
van bewondering voor krijgshelden en krijgsdaden,
de aaukweeking ook vau een vaderlandsliefde, die
dien naam niet verdient,, omdat zij veeleer is eer
bied voor krijgsroem en afkeer van vreemde natiën,
wier belangen min of meer met de onze kruisen.
Die verkeerde richtiug in de opvoeding begint met
het kinderspeelgoed eindigt met het onderwijs,
vooral dat in de geschiedenis, eu is verder nog uit
vele dingen blykbaar.
Wij willen deu boozen geest uitdrijven, maar niet
alleen afbrekend, ook opbouwend werken. Wg waar-
deeren de goede bedoeling, althans van sommige
opvoeders, wanneer zij tot bewondering van krijgs
daden opwekken. Zij willen bun leerlingen bezielen
voor moed iu gevaar eu voor zelfverloochening. Dit
juichen wij natuurlijk toe, maar ons streven is, eer
bied te wekken voor moed en zelfverloochening, die
niet tra koste van andereu, maar om het geluk on
zer raedemenschen to bevorderen worden aau .den
dag gelegd.
Naar deze opvatting moet een en ander veranderd
worden in de kinderspspolen, de kinderboeken, in
het ouderwijs in geschiedenis en aardrijkskunde.
Onze beweging moet iuternatiouaal zijn, omdat wij
verwachten dat een hervorming in onzen geest gun
stig zal werken op de verhoudingen der volken tot
elkander, al brengt zij dau ook juist niet den eeuwi
gen vrede aan eu al was ook onze yerwachting te
vergeefs, da:i nog. willen wij, dat opvoeders en on
derwijzers bij de monschenslachterijen, die ons wel
licht nog te wachten staan, een rein geweten heb
ben, wat nu veelal niet het geval is.
Wij vragen de sympathie van ouders en onderwij
zers, maar ook hun toetreding en stoffelijken steun,
want ook van onzen onhloedigen oorlog is het geld
de zenuw. Wie meer van onze denkbeelden en van
onze vereeniging wil weton, leze de brochure „De
permanente internationale raad van opvoeding," on
langs verschenen bij Wiersjna te Amsterdam (prijs
0.30.) Behalve door het hoofdbestuur te Amster
dam (Wijttenbachstr. 72) zullen ook gaarne inlich
tingen worden gegeven door den ondergeteekeride
(Gouda, Oosthaven, B 18).
Dr. R. STAVENISSE de BRAUW,
P ice-Pres. der Vereenigïtuj
M A R K TB ERICHTEN.
Gouda, 23 Juni 1892.
De aanvoer vaii Granen was heden niet groot.
Do stemming over do markt was onveran lerd.
Tarwe: Zoeuwscbe f 8.50 a 9.10. Mindere
dito 7.50 a 8.10. Afwijkende 5.25 a 5.75.
Polder 6.25 a 7.75. Roodo 6.50 a 7.25.
Rogge: Zeeuwsche 6.50 a 7.40 Polder 5.50
a 6.GerstWinter 3.90 a J 4.50. Zomer
3.SO a 44.0. Chevalier 5.25 a 6.—.
Haver per hect. 3.40 a 4 25, per 100 kilo
7.50 a 8.Hennepzaad. Inlandsch f 9.60
a 9.75. Buitenlandsch 7.a 7.25. Kana
riezaad: 7.50. a 8.50. BoonenBruine boo-
nen 7.a i0.Witte boonen 7.
a 8.50. Duivenboonen 6.75 a 7.25. Paar-
deuboonen 6.10 a 6.50. Erwten: Buitenlandsche
voererwten per 80 KG. f 6.40 a/ 6 60. Maïs
per 100 kilo: Bonte Amorikftansche f 6.35 a 6.45.
Cinquantine 7.25 a 7.7o.
Veemarkt. Melkvee, weinig aanvoer, handel traag.
Vette varkens, goede aanvoer, handel vlug, 21 a 24
ct. per half K.G. Biggen voor Engeland, red. aan
voer, handel traag 20 a 20 '/a ct. per half K.G. Ma
gere Biggen, goede aanvoer, handel red. 0.85
a, 1.25 per week. Vette schapen, weinig aanvoer,
handel traag 14 a 22. Lammeren, goede
aanvoer, handel traag, f 4.'a 9.Nuchtere
kalveren, goede aanvoer, handel traag 3.a
7.Fokkalveren 8.a 11.
Aangevoerd 92 partijen kaas. lsto Qual 27
a 28.50. 2de Qual. 22.a 26. Zwaardere
f 30. Noord-Hollandsohe 26.
Boter, goede aanvoer, handel flauw.
Goeboter f 1.30 a f 1.40 per kilo.
Weiboter 1.10 a 1.20 per kilo.
Burgerlijke Stand.
GEBOREN 21 Juni. Thomas Nicolaas, ouders
A. Verbree en J. van der Kley. 22. Jacobus,
ouders J. Donk en W. Slobbe.
OVERLEDEN: 21 Juni. J. Glas, 72 j. 11 m.
22. H. Starre, wed. van C. van Willigen 62 j.
GEHUWD 22 Jnni. C. Baars en C. Vergeer
J. van Leeuwen eu P. J. Nieuwenhuijzen.
Zevenhuizen:
GEHUWD H. Hoogoveen en W. Vastenhout.
A. van der Hilt eu A. vau der Meer.