BuHenlandsch Overzicht. PAX HUMANITATE. hem onbekend dier voor de ohais een zóó kostbaren schat te vorvoeren. Hierom en omdat hel al laat werd, is aau bet verlangen van de jonge Koningin geen gevolg gege ven. Ware het geschied, dan zou zeer zeker aan het gejubel der Friezen, schier geen einde zyn gekomen. Lomboksche zaken. De Soer. Ct. deelt mee, dat de thans in de wato- ren van Lombok en Bali vertoevendo schepen „Java", „Atjeh" ou „Reiger" den kaptein van don generalen staf Granpré Molière aau boord hebben gehad en de geheime instructie hebben gekregen om er tegen te waken, dal de Karang-Assamsche troepen van den vorst van Lombok door eeu daarvoor gecharterd Engelsch stoomschip van Bali naar Lombok worden overgebracht. Kaptein Grauprv Molière is sedert eenige dagen te Soorabuja terugS, Van Boeleleng werd 14 Mei aau dat blad ge schreven „Het stoomschip „Ban Pok Suau" kwam zooeveu van Makassar via Atnpunan hier binnen, en bracht van laatstgenoemde plaats de volgende tijdingen. „Het schijnt dat de kapitein Bruce heet de man van het stoomschip „Sri Mataram" eeuigen tijd geleden namens den koinmandeereuden officier van de „Atjeh" do officieel© aanzegging bekwam, dat zijn schip niet meer dan 100 man troepen van Karang-As8am naar Ampenan mocht overbrengen. Met het oog op deze kennisgeving word de „Sri Mataram" scherp in het oog gehouden, en eeuige dagen later werd zij waargenomen met eel meer dan het toegestaan getal troepen aan boord. Haar word gelast te stoppen, met de duidelijke bedoeling van een onderzoek tot opheldering of zoo iets. „Kaptein Bruce was brutaal genoeg om van dit bevel geen notitie te nemen; uil speed stoomde hij door, en voordat de „Atjeh" het schip kon in halen, was hij zoo gelukkig, den wal te bereiken en zijn passagiers te ontschepen. Het is niet heel vleiend voor den Nederlaüdschen oorlogs-kruiser, maar eeu feit is het, dat hij werd geklopt N iu snelheid althans door een eenvou- digen particulieren strooraer. Tegenover deze brutaliteit van den Engelschen kapitein kon de „Atjeh" wel niet'adders doen dan de hand leggen op de „Sri Mataram". Een officier van het oorlogsschip ging dus naar boord van dezen stroomer, om bom in bezit te nemende kaptein, bemerkend dat er aan geen tegenstaud te denken viel, beleedigde, naar 'hei schijnt, den officier nog en verliet zijn schip, dat thans, naar ik hoor, be waakt wordt door een detachement van de „Atjeh". „Algemeen is hier thans de wenech, dat dit inci dent moge leiden tot een eindelijke en daadwerke lijke inlijving van Lombok bij Nederlandsch-Indië''. Een vijftigtal jaren geleden was het opstijgen met een luchtballon niet eeu zoo gewoon iets als tegen woordig, zoodat eeu dergelijk schouwspel vroeger als iets zeer bijzanders werd beschouwd. Bij de feesten ter gelegenheid van do vorloving van den kroonprins van Sardinië iu 1842 te Turijn, vormde de opstijging van een ballon dan ook een doel van liet programma. Een talrijke menigte woonde de opstijging van den luchtreiziger Comaschi bij. Alles ging goed bij de opstijging, maar minder aangenaam was de noderda- ling voor den reiziger. De ballon daalde nl. neer op een plaats waar een detachement Savoysche sol daten in garnizoen lag, die zich meer door bijgeloof en dweepzucht dan door ontwikkeling onderscheid den. Deze domme lieden, die nooit van een lucht ballon hadden geboord en den luchtreiziger misschien hielden voor eeu uit den hemel verdreven engel, ylden toe en wilden zich van den bullpn meester maken. Comaschi wilde echter zyu eigendom niet goedschiks overgeven en de soldaten vielen hem dus aan en gaven hem een pak slaag, dat hij voordood bleef Itggen. De ballon, -tie een waardo van 18000 francs vertegenwoordigde, werd geheel vernield. Huu heldendaad bleef echter niet ongestraft. De koniug van Sardinië was zeer vertoornd, liet de schuldigen streng straffen en verklaarde het regi ment uausprakelyk voor de schade. Op deze wyze kreeg Comaschi tenminste de waarde van zijn eigen dom terug, de mishaudoliug' echter ku| niemand vau hem overnemen. Mevrouw Bardet, de 19—jaiige vrouw die, ua 3 maanden getrouwd te zijn, eeu poging deed om haren man te vergiftigen, teneinde van hem te erven, is door het gerechtshof te Mans veroordeeld tot vyf jaren dwangarbeid. Ouder de verhoorde getuigen was ook de som nambule, die de jonge vrouw aangaf by de politie. Zij was, zoo verklaarde zij, door de beschuldigde viermaleu geraadpleegd over de vraag of de Hoer Bardet zou sterveu en of zijn vrouw van hem ervou zou, en toen er by tie vrageu ook sprake was van „vergif dat de zieke verlangde om ziju lyden te verkorten" kreeg zij kwaad vermoeden eu waarschuwde de politie. Nog een paar andeie somnambules werdeu gehoord. Eeu ouderzoek van getroffen bliksemafleiders. Teu vorigeu jare heeft Dr. llesz, te Fraueuufeld, IU door den bliksem getroffen spitsen vau afleiders on derzocht. De vorm van deze was bij 8 die vau eer. peperhuis (dütenförmig,) bij 5 vierhoekig piramidaal bij 3 die van eeu langen (flauw verioopeuden) kegel bij 2 lancetvormig eu bij 1 driehoekig piramidaal. Bij 6 was de puul van platina. Bij verscbeidcue spitsen was de puut slechts op pervlakkig gesmolten geweest, maar tij de sterk be schadigde waren do (weder gesiolleu) smeltdruppels te zien. Bij spitsen met afgeroude kanten zijn de bescha- digingen slechts aau de eigenlijke punt, bij die met scherpe icauten (ribben) zijn ook deze aangetast. Bij kegelvormige spitsen was alleeu de punt aan getast, teuzij het kegeloppervlak geribt was, iu welk geval deze ook beschadigd waren. De gelijkmatig toeloopende gladde spitsen schenen kdoor een straal te zijn getroffeu terwijl bij de aanwezigheid van scherpe kanten, of van een knop aau hot uiteinde, een bundel straleu deu afleider schijnt te hebben getroffen. Het onderzoek gaf geen aanleiding om aan platina boven koper de voorkeur te geven. De hevigheid, waarmede de afleiders getroffen waren, was zeer verschillend. De sterkste werking werd waargenomen bij de scherpste spits, die tot op eene doorsnede (oppervlak) van 36 ra. M*. was weg gesmolten en tot op eene doorsnede van 41 m. M2. gloeiend was geweest. Volgens Dr. Hesz kan aaugenomou worden, dat Dadelijk toen hij terng was maakte, hij eene'visite bij de familie de Back, en vond allen te huis. Waren ze in den laatsten tijd soms een boeltje koel tegen hem geweest, thans scheen dat geheel \qranderd te zijn, want allen waren hartelijk togen hem, hoewel Clare niet zoo levendig als ze gewoonlijk was. Hg sprak met haar over de aanstaande partij, en ver klaarde dat hij hoofdzakelijk gekomen was, om eenige dansen van haar te mogen verkrijgen, wijl ze op den avond van het feest wellicht er geene meer beschik baar zou hebben. „Ik durf het baast niet te zeggen," antwoordde zij, „maar de dansen, die ik van plan ben mee te makeu, heb ik reeds alle besproken. Er schijnt gebrek aan dames te zijn, want de heeren hebben me letterlijk gedwongen om dansen." „Ik wil het er liever voor houden," sprak hij, „dat u de waarheid niet recht durf' zeggen in dit geval. Laat ik dan maar zeggen hoe ik er over denk. Ik geloof de meeste heeren zullen u gevraagd hebben, omdat ze u de voorkeur gaven boven vele andere. Maar ontferm u nu ook over mij, en beloof mij 1 eenige dansen." Ze was gisteren nog vast besloten zoodanig verzoek niet iu te willigenze wilde de altijd nog zoo hard nekkige begeerte niet opnieuw voedsel geven, want ze achtte het haar plicht, hem nooit of nimmer te laten raden welken indruk hij eens op haar had ge maakt. En toch wie kan het vrouwelijk hart door gronden toch had ze gehoopt, innig gehoopt, dat hij haar zon komen vragen om die gunst. Ook nu bleek het' haar niet mogelijk te zijn, nu hij zoo dringend bij haar aanhield, hem zijn verzoek te weigeren ze noemde daarom zich zelve laf, ze j was er later zelfs boos om op haar zelf, maar ze had I niet van zich kunnen verkrijgen om neen te zeggen. „Als ik nu je mama was van Tholen," sprak me vrouw, die eerst binnenkwam toon hij zijne dansen had vorkregen, „dan zou ik niet willen hebben dat jij morgen avond ging dansen. Foei, wat heb je nog een leelijke, drooge kuch Als je niet dadelijk den dokter gaat raadplegen, schrijven de Back of ik aan je vader hoor!" „Och mevrouw, dat zou toch al te hardvochtig zyn. Hoewel ik waardeer teu zeerste uw belangstelling in mij, eu laat ik u gerust stellen, dat ik te buis reeds medicijnen heb gekregen. O, als u naar huis schrijft, jaagt u vader een doodschrik aan." „Nu vriendje, jij moet het weten, maar dans vooral niet veel, want het slaat je als een vuist in je oog." i Toch danste hij den avond van het bal druk, drukker zelfs dan een der aanwezigen. En weer was hij de gevierde, de algemeen bewonderdezelfs het bruidspaar ging hem opzoeken om hem te bodanken, voor de uitstekende wijze, waarop hij de amuzemen- ten had geleid en bezorgd. Niemand liet zich te dien opzichte aan hem onbetuigd zooals gezegd iswas het dan wel wonder, dat bij zijn prikkelbaar, zenuw achtig gestel, de opgewondenheid steeg, naarmate hij meer genoot. t een messingen stang (een alligo van rood koper en zink) van 7,2 ra. M. middellgn door den felsten bliksemstraal wol gloeiend kan worden, maar niet smelt, en de bliksemstraal daar langs toch afgeleid wordt. De „burgorlgke doop" in tegenstelling van de kerkelijke is onlangs door deu GaraeenUraad van Saint Dénis ingesteld. Gisteren zou do eerste doop plechtigheid in het Raadhuis gevierd worden eu er waren al verscheidene kinderen ingeschreven, om „in naam van de grooto beginselen der Fransche omwenteling",zoo luidt bet formulier gesteld te worden onder voogdg vun hunne peter en meter. Dezen nemen dan de verplichting op zich voor hen te zorgen als zy, nog minder jarig, wees worden. Maar de Prefect der Seiue heeft het Raadsbesluit betreffende den doop niet goedgekeurd, en zoo kon die doop niet hot offioioel karakter dragon, dat men er aan wilde geven. Nu is de plechtigheid uitge steld tot later, als de te stichten „Societë du Bap- tèrne civil," waarvan verschoideue Raadsleden deel zullen uitmaken, goed eu wel gevestigd is. Onder de belangwekkende en heilryke instellingen van liefdadigheid in Nederland bekleedt voorzeker oeue voorname plaats de hier tor stede gevestigde Christelijke Vereeniging voor de verpleging van lijders aan vallende ziekte, welke sinds ruim tieu jaren zij werd 29 December 1881 opgericht steedi voortgaat, om tot zegen vau vele ongelukkige eloptioi, van welke godsdienstige gezindheid ook, te arbeiden, in deze hare gewichtige taak gesteund door bijdragen of giften van belangstellenden. De gestichten, voor bedoelde verpleegden bestemd en door gemelde Vereeniging bestuurd, zijn ten eerste dat opgericht te Heemstede op „Meer en Bosch" voor mannelijke personen, en die in de Meesterlotte» laan alhier, gcuaumd „Betbesda" en „Sarepta", aan gewezen voor de lgderessen. Het ligt voor de hand, dat voor de huisvesting, het toezicht eu de verpleging van de in die gestich ten geplaatste personen belangrijke uitgaveu worden gevorderd, welke onmogelijk kunnen worden gekweten uit de ontvangen wordende vrijwillige bydrageu, noch uit de gelden, welke door belanghebbenden of fami liebetrekkingen worden vergoed. Hoezeer met groote daukbaarheid door het bestuur van deze Vereeniging worden erkend de milde gaven, die haar mochten toevloeien, en het vertrouwen met innige erkentelijk heid op die weidadigen gevestigd blijft, heeft bet bestuur zioh toch genoopt gevouden om naar meer deren steun rond te zien, waardoor het mogelijk zal zijn in de dringende behoeften van de aan de in stelling toevertrouwde ongelukkigen te voorzien en huu lijdeu zooveel mogelijk te verlichten. De Vereeniging meent het middel tot dis ouder- steuning gevonden te hebben, doordien door H. M. do Koningin-Regentes, op haar verzoek, goedgunstig H. D. inwilliging is verleend, om voor de instand houding van de gestichten overal in den lande eene openbare inzameling van gifteu te doen houden. Het schijnt haast overbodig toe, aan onze lezsri het groote gewicht voor oogen te stellen, van hst welslagen dezer collecte. Immers, hierdoor zullen onie arine uatuurgenooten wier droevig lot. in do maat schappij zelve zoo hoogst moeielijk kan worden ver- zacht, ten zeerste wordengebaat, kan de hun betoond I „Denk toch om de waarschuwing vau tante de i Back," èprak op eens Clare, toen hij, juist na eene dolzinnige wals Marie de Valter naar hare plaats had gebracht, en nu met gloeiende wangen en hij- I genden adem naar haar toeging, om haar af te halen voor den tweeden dans, dien hij mot haar had. „Och," sprak hij, „het doet mij juist goed als ik eens tor deeg warm word, ik kan je niet zeggen, hoe gemakkelijk en ligt mij nu de borst is, alleen ben ik wat kortademig maar dat komt alleen van het dansen." „Neen van Tholen, laten we niet dansen, bljjjf liever wat bij me zitten praten, want ik ben ook vermoeid." „Zooals je dan verkiest," sprak hij, „maar ik zou anders gaarne nog eens meëdoenik kan je niet zeggen "hoeveel ik er van houd." Op eens echter begon hij te hoesten, hij tastte in zijn rokzak naar zynen zakdoek en hield dien voor den mond. Tot bare groote ontsteltenis zag Clare, toen hij dien doek wegnam, dat hij met groote bloedvlekken was bedekt. Ook van Tholen zelf scheen wat ontroerd, maar hij herstelde zich en zeide een glas water te willen gaan drinken, dan zoude het wel weer overgaan. „Neen van Tholen, blijf," sprak zij met beslissende stem, „of liever geleid mij naar een andere kamer, ik bon hier aan huis-bekend, je hebt allereerst be hoefte aan ru9t." Wordt vervolgd.) wordende liefdadigheid hun meer en meer ten goede komen en zul het mogelijk zijn, om hen in eon be trekkelijk gelukkigen toestand te doen voortleven. Desniettegenstaande raoenen wij een woord van aau- beveling niet te mogen achterwege houden eu ge- looven wij, met bescheiden aandrang, allen ernstig te mogen opwekken, om bij de eerstdaags te houden collecte met milde hand te geven, ten einde hierdoor de nuttige Vereeniging in haar edel pogen te schragen. Men houde hierbij in het oog, dat het bestuur steeds bereidwillig gevolg geeft aan verzoeken van gemeen tebesturen of diacbniën, om behoeftige lijders ot lijderessen tor verzorging in de gestichten op te nemen. Bovendien worden thans door de Vereeniging, Broeders eu Zusters opgeleid en uitgezonden in Zie kenverpleging, zoowel in Gestichten al# bij Parti culieren. Evenals Dinsdag bij een winkelier in de Jonkor- fransstraat le Rotterdam een valsch gouden tientje werd uitgegeven, vorvoegdo zich ook dien zelfden avond 7Vs uur in den instrumentenwinkel van den heer P. Röraor, aan de Oostmolenstraat te Rotterdam een man, zeer net gekleed, die, evenals in de Jonker- fransstraat het geval was, door gebaren te kennen gaf een oliesteentje te willen hebben. Door de dochter van den heer Romer werd hom dit verstrekt, waarop door den vreeradeliug mot een goudtientje werd be taald en hij na 9.50 terug ontvangen te hebben den winkel verliet. Spoedig werd echter bemerkt dat het muntstuk valsch was, waarop de beide dochters vau den heer Bomer onmiddellijk de straat opliepen. Zij zagen den kooper in den Houttuin gaan, en terwijl beiden hem volgden tot aan de Zevenhuizeusteeg, riep oeno van haar aldaar de hulp van eene agent in, terwijl de ander hem bleef volgen. Op de Nieuwehaven gelukte het hein in te haler., eu hij giug toen daartoe aangezocht, vrijwillig met den politieman naar het bureau aau de Kaasmarkt, echter niet zonder eerst getracht te hebben het valsche tientje tegen een ocht dat hij aanbood, te verruilen. Nabij de Kaasmarkt gekomen, zagen twee jongens dat door hem iets weggeworpen werd, hetgeen bleek te zijn een rolletje gouden tientjes, hetwolk die jon gens daarna aau liet politiebureau aldaar deponeerden Bij het vervolgons doof de politie ingestelde onder zoek bleek de arrestant dezelfde te zijn, die in de Jonkerfransstraat gelijk feit pleegde, terwijl men voorts verneemt, dat hetzelfde door hem ook in een winkel aan de Van der Takstraat moot zijn herhaald. Het bleek, volgens legitimatiepapieren in zijn bezit ge vonden, dat men te doen heeft met een geboroa Italiaan, die slecht Frausch spreekt on zich van deze taal bedient om zich hier verstaanbaar te maken. De vreemdeling heeft bekend het feit gepleegd te hebbeu met de wetenschap dat de gouden tientjes, die alle zeer juist nagemaakt zgn, valsch waren. In zijn bezit werden nog honderd negentien, alle even keurig bewerkte vulsche gouden tientjes, gevonden, welke de politie ia beslag nam. De man wordt voorloopig aan het bureau Kaas markt gehouden, tot nader over zijn lot beslist zal zijn. De geestdrift, waarmede Bismarck door alle Duit- schers wordt begroet, strekt hun tot eer, doch moet op den keizer geen aangenameu indruk makeu, daar het eene indirecte afkeuring is van zijne handelwijze. Men vreest, dat do zeer sympathieke ontvangst, welke overal aan Bismarck ten deel valt, de zooge naamde verzoening nog onmogelijker heeft gemaakt. De. Hamb. Nachr., die tot nog toe van de verzoening gezwegen had, gaf tegen de reis van Bismarck een artikel, waarin herhaald werd wat vroeger reeds ge zegd was, namelijk dat lo. hier van geen verzoening sprake kon zijn, oindat de verhouding van dc partijen te ongelyk was, 2o, dat, indien iets moest geschie den, wat men verzoening wilde noemen, de eerste stap daartoe van den kant van Berlijn diende te ge- •chiodenBismarck toch was zich niet bewust iets verkeerds te hebben gedaan of ooit te kort gskeraen aau den verplichten eerbied tegenover den Keizer de Keizer daarentegen h id hem tot ontslag genoopt op een wijze, die het voor hem onmogelijk maakte de eerste te zgn om een stap te doen, die tot eeu andere verhouding zou kunnen leiden. Nog duidelijker wordt die verhouding uiteengezet in de Allg. Zeit, het vanouds bekende, te Mun- chen verschijnende blad. „Bismarckdus las men dezer dagen in dit blad wijst het denkboeld eener verzoening tusschen Vorst en onderdaan evenzeer j van zich af als de onderstelling van radicale en clericale bladen, dat hij beziold zou ziju door eeni- j gerlei wensch van herstel in zijn voormalig ambt. 1 Alleen de groote onbekendheid met zijn persoon eu karaktor of of de groote kwaadwilligheid kan tot die onderstelling komen. Bismarck is plotseling en in ongenade uit zijn ambt ontslagen, om redenen, die hem zelfs heden nog onbekend zgn. Nadat was afgesproken, dat hij als Rijkskanselier blijven en de leiding der buitenlandsche zaken behouden, generaal Caprivi daarentegen het Pruisische Minister-presi dentschap aanvaarden zou, is hij plotseling gedrongen geworden zgn ontslag te vragen eu hem i9 toen ziju afscheid gegeven met eenig uiterlijk Eerbetoon, dat de plotselinge breuk niet dan zeer gebrekkig bedekt heeft. Onder die omstandigheden is het moeilijk te begrijpen, hoe hier en daar verwacht kan worden dat Bismarck den eersten stap zou doen tot een j toenadering, waaraau bij hem geenerlei behoefte be- staat en die naar deu aard der omstandigheden alleen formeel eu uiterlijk zou kunnen zijn. Kan en zal in dat opzicht ooit iets gebeuren, dan ligt bot initiatief uitsluitend bij den Souverein, den Keizer. Heeft deze nog eeus de behoefte den meao» stichter des Rijks werkelijk wederom nader te treden, dan zal het juist om bovenstaande redeu ook des te gemakkelijker en eenvoudiger ziju den vorm daar voor te vindon. Aan die onomstootelijke feitou moge, men zich houden, wat er ook in de dagbladen up- duike. Is het aan den eeneu kant volkomen juist, dat in de hoogste kringen van ens staatsleven de tegenwoordige toestand beschouwd wordt noch met het belang des lands noch mot dat der dynastie overeen te stemmen, dan is hot van den anderen kant zeker, dat het hier niet geldt de Regeering tot eon handeling te brengen, maar dat in deze zaak eeu besluit des Keizers geheel en alleen van zijn persoonlijk gevoel moet afhankelijk zijn". De Ftausche bladen zijn natuurlijk uiet ingenomen met hot bezoek van koning Humbert te Berlijn. De Temps gelooft, dat het den koning van Italië te doen is om de hand van een Hobeuzollernsche priuses voor ziju zoon. De Débats viudt het bezoek van Bismarck aan Weenen heel wat belangrijker dan dat van koning Humbert aan Berlijn. De vrede is volgens dat blad verzekerd door het Russisch-Fransch verbond, hetwelk het Europeesch evenwicht hersteld heeft. Die vreiie, zegt de Débatsis een gewapende vrede, welke zwaar te dragen valt voor ieder land, maar in het bijzonder voor Italië, dat met zijn bewapening, die voor het land zelve nutteloos is, andere natiën bedreigt. In de Fransche Kamer wenschte de afgevaar digde Hubbard van den minister van financier., Bou vier, te weten, in boeverre hot gouvernement be trokken was bij de wijzigingen die het Credit Foncier zal ondergaan. De afgevaardigde verlangde van don minister de verklaring, dat er geen stap pen door de regeering buiten medeweten van de Kamer gedaan zijn in deze zaak. „Het gouverne ment moest zich er niet mede bemoeien en het Crédit Foncier zijn conversieplannen geheel alleen zelf laten uitvoeren. Het gouvernement kan zich mot belasten met het verschaffen van eene bijzon dere cliënteole aan deze bankinstelling." De minister verklaarde, dat de regeoring in dit opzicht voor niets verantwoordelijk was. De gouverneur van het Crédit Foncier overwoog de middelen, welke zouden kunnen dienen om in de tegeuwoordige moeilijke omstandigheden het best aan alle medsdiuging het hoofd te bieden. De minister dacht ook over -die middelen. Tot dusver had men echter nog geen oplossing der quaestie knnnen vinden. De plicht van den minister was, door hot bewerken van oen modus vivendi een crisis te vermijden, die noodlottig op de algemeene geldmarkt zou kunnen werken. Wat betreft hot aanspreken der resorven, waarover het Crédit Foncier dachtkou de minister alleen tus- schonbeiden treden met het geven van raad. De Kamer ging ua deze verklaring over tot de behandeling van het landbouwkrediet. INGEZONDEN. De lezer» der Goudiche Courant »an Donderdag 16 Juni, hebben keunis kunnen nemen van eeu stuk van het'Internationaal Bureau van deu Vrede, waarin gesproken wordt voor eeu hervorming in opvoeding on onderwijs. Tot nadere inlichting wordt men ver wezen naar het hoofdbestuur der vereeniging Pax Humanitate. Lang geleden is deze vereeniging in dit blad wel eens ter sprake gekomenik meen daarom, dat velen de vereeniging niet helder meer voor den geest zal staanmen meent wellicht, dat zij in direct verband met do vredebonden staat, wat het geval niet is. Ik denk daarom geen overbodig werk te doen, met nog eens de aandacht op haar to vestigen. Het denkbeeld, dat aan de vereeniging ten grond slag ligt, is, dat in onze opvoeding en ons onderwijs iets ligt, dat 'in tegenspraak is met de ouder ons heerschende opvattingen omtrent humaniteit en soli dariteit der mensehelijke belangen. Hiermede is namelijk in strijd de aankweeking van sympathie voor al wat op het militaire betrekking heeft en van bewondering voor krijgshelden en krijgsdaden, de aaukweeking ook vau een vaderlandsliefde, die dien naam niet verdient,, omdat zij veeleer is eer bied voor krijgsroem en afkeer van vreemde natiën, wier belangen min of meer met de onze kruisen. Die verkeerde richtiug in de opvoeding begint met het kinderspeelgoed eindigt met het onderwijs, vooral dat in de geschiedenis, eu is verder nog uit vele dingen blykbaar. Wij willen deu boozen geest uitdrijven, maar niet alleen afbrekend, ook opbouwend werken. Wg waar- deeren de goede bedoeling, althans van sommige opvoeders, wanneer zij tot bewondering van krijgs daden opwekken. Zij willen bun leerlingen bezielen voor moed iu gevaar eu voor zelfverloochening. Dit juichen wij natuurlijk toe, maar ons streven is, eer bied te wekken voor moed en zelfverloochening, die niet tra koste van andereu, maar om het geluk on zer raedemenschen to bevorderen worden aau .den dag gelegd. Naar deze opvatting moet een en ander veranderd worden in de kinderspspolen, de kinderboeken, in het ouderwijs in geschiedenis en aardrijkskunde. Onze beweging moet iuternatiouaal zijn, omdat wij verwachten dat een hervorming in onzen geest gun stig zal werken op de verhoudingen der volken tot elkander, al brengt zij dau ook juist niet den eeuwi gen vrede aan eu al was ook onze yerwachting te vergeefs, da:i nog. willen wij, dat opvoeders en on derwijzers bij de monschenslachterijen, die ons wel licht nog te wachten staan, een rein geweten heb ben, wat nu veelal niet het geval is. Wij vragen de sympathie van ouders en onderwij zers, maar ook hun toetreding en stoffelijken steun, want ook van onzen onhloedigen oorlog is het geld de zenuw. Wie meer van onze denkbeelden en van onze vereeniging wil weton, leze de brochure „De permanente internationale raad van opvoeding," on langs verschenen bij Wiersjna te Amsterdam (prijs 0.30.) Behalve door het hoofdbestuur te Amster dam (Wijttenbachstr. 72) zullen ook gaarne inlich tingen worden gegeven door den ondergeteekeride (Gouda, Oosthaven, B 18). Dr. R. STAVENISSE de BRAUW, P ice-Pres. der Vereenigïtuj M A R K TB ERICHTEN. Gouda, 23 Juni 1892. De aanvoer vaii Granen was heden niet groot. Do stemming over do markt was onveran lerd. Tarwe: Zoeuwscbe f 8.50 a 9.10. Mindere dito 7.50 a 8.10. Afwijkende 5.25 a 5.75. Polder 6.25 a 7.75. Roodo 6.50 a 7.25. Rogge: Zeeuwsche 6.50 a 7.40 Polder 5.50 a 6.GerstWinter 3.90 a J 4.50. Zomer 3.SO a 44.0. Chevalier 5.25 a 6.—. Haver per hect. 3.40 a 4 25, per 100 kilo 7.50 a 8.Hennepzaad. Inlandsch f 9.60 a 9.75. Buitenlandsch 7.a 7.25. Kana riezaad: 7.50. a 8.50. BoonenBruine boo- nen 7.a i0.Witte boonen 7. a 8.50. Duivenboonen 6.75 a 7.25. Paar- deuboonen 6.10 a 6.50. Erwten: Buitenlandsche voererwten per 80 KG. f 6.40 a/ 6 60. Maïs per 100 kilo: Bonte Amorikftansche f 6.35 a 6.45. Cinquantine 7.25 a 7.7o. Veemarkt. Melkvee, weinig aanvoer, handel traag. Vette varkens, goede aanvoer, handel vlug, 21 a 24 ct. per half K.G. Biggen voor Engeland, red. aan voer, handel traag 20 a 20 '/a ct. per half K.G. Ma gere Biggen, goede aanvoer, handel red. 0.85 a, 1.25 per week. Vette schapen, weinig aanvoer, handel traag 14 a 22. Lammeren, goede aanvoer, handel traag, f 4.'a 9.Nuchtere kalveren, goede aanvoer, handel traag 3.a 7.Fokkalveren 8.a 11. Aangevoerd 92 partijen kaas. lsto Qual 27 a 28.50. 2de Qual. 22.a 26. Zwaardere f 30. Noord-Hollandsohe 26. Boter, goede aanvoer, handel flauw. Goeboter f 1.30 a f 1.40 per kilo. Weiboter 1.10 a 1.20 per kilo. Burgerlijke Stand. GEBOREN 21 Juni. Thomas Nicolaas, ouders A. Verbree en J. van der Kley. 22. Jacobus, ouders J. Donk en W. Slobbe. OVERLEDEN: 21 Juni. J. Glas, 72 j. 11 m. 22. H. Starre, wed. van C. van Willigen 62 j. GEHUWD 22 Jnni. C. Baars en C. Vergeer J. van Leeuwen eu P. J. Nieuwenhuijzen. Zevenhuizen: GEHUWD H. Hoogoveen en W. Vastenhout. A. van der Hilt eu A. vau der Meer.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2