Biiitenlandsch Overzicht.
VERSLAG
Vereeniging „HULPBETOON"
ildus werd hg aangesproken door de eerste juf-
w, zijn hospita, die do opene hand uitgestrekt
hem voor den nens hield.
i^En ik/ aldus sprak zijn waschvrouw, «krijg nou
al veertien weken waschgeld van je. Wcu je met
mijn bloedige geld er vau door, om het daar in
Amerika op te maken, en denk je nou dat ik dat
mahr voor zoeten koek zal opeten. Neen, vontje,
mijn centen moet ik hebben/
fIk ook/ liet een derde zich hooren, «je heut
van mijn man nou al zes paar halve zolen en ach
terlappen versleten, maar nou zal je niet langer op
mijd man zijn leer loopen, voor je betaalt. Als je
niet gauw me die acht en een halven gulden be
taalt, trek ik je de laarzen van je voeten. Versta
je, leelijke afzetter
«Maar, lieve menschen/ begon onze reiziger, «ik
ga niet naar Amerika. Ik ga maar alleen naar Wee-
nen voor een pleizierreisje, anders niet. Over veer
tien dagen, drie weken ben ik terug, en dan krgg
je je geld. 't Is meer dan schande, me om die paar
centen hier lastig te komen vallen. Je moest je
schamen, me zoo'n gek figuur te laten slaan tegen
over mjjii vriend.
'h Paar centenReisje naar Weenen. Ja wel,
mijnheer gaat voor onze duiten op reis. Dat za!
niet gebeuren. Eerst betalen, of we laten jo niet
los. Hier met je portemonnaie
I)e reiziger was wel verplicht zijn verschillende
huishoudelijke schulden af te doen, waardoor zijn
reisgeld aanmerkelijk was verminderd.
Intusschen was de trein met den anderen reiziger,
een meer geposeerd man, die net land had aan der
gelijke standjes en daarom zijn vriend maar in den
steek had gelaten, reeds tien minuten geleden ver
trokken, zoodat de geplunderde schuldenaar hem voor
het nakijken had.
Mistroostig begaf hij zich naar de wachtkamer, zat
daar een poosje, scheen na te denken en verwijderde
zich daarna snel. Wij zagen hem de stad weer in
gaan. Het zou ons niets verwonderen, als bij zijn
ronqreisbiljet met schade was gaan verkoopen aan
het eene of andere touristen-bureau.
De oudere reiziger zal per slot van rekening
misschien blijde zijn, dat hij zijn vriendje kwijt is.
Dat het zoo'n lichtzinnig klantje was, had hij mis
schien niet geweten. {Echo.)
De heer Max Rooses heeft voor De Gids van Juli
eene studie geschreven over Hélène Swarth. Men
verneemt uit dit opstel, dat hare liederen van treuren
en zielelijden de eigen treurige levenservaring tot
grondslag hebben. «Zij aanbad een jongen, bloudeu,
bee^dschoonen dichter, hii zwoer haar wederliefde,
werd haar ontrouw eu stierf. Zij leed omdat hij
haar niet liefhad, zij leed omdat bij stierf. Hare
liederen zijn zoovele verzuchtingen, zoovele mijme
ringen of zoovele smartkreten op den langeu kruisweg,
dien zij bewandelde".
Hare eerste gedichten schreef zij, ongeveer 17
jaar oud, in het Fransch («Fleurs de rêve" eu „ies
Printanières"). Daarna verschenen in den tijd van
acht jaren de zes bundels «Eenzame bloemen",
«Blauwe bloemen", «Sneeuwvlokken", «Beelden en
Stemmen", «Rouwviolen" en «Passiebloemen".
«Treffend mag het inderdaad heeteu", zoo schrijft
de heer Rooses, «dat terwijl De Nieuwe Gids Hélène
Swarth uitroept tot de eerste dichteres der nieuwe
richting, de oude Gids haar erkent als de rijkst
begaafde der Nederlandsche dichters van onzen tijd."
De commissie tot bestrijding der kanker, «Ligue
contra le cancer", heeft zich thans geconstitueerd en
bestaat uit de heerenprof. Duplay, voorzitter, en
de hoogleeraren Trasbot, Straus, Metchnikoff, Reclus
Richard en de hospitaal-doctoren Brault, Carin, lta-
chard, benevens de heer Massou als penningmeester.
Deze commissie, te Purijs gevestigd, heeft hare werk
zaamheden thans aangevangen met verzeuding oener
circulaire aan de geneesheercti, waarin gewezen wordt
op het toenemen van de kanker sinds de laatste 30
a 40 jaren, op de vooruitgang der wetenschap wat
het operatief ingrijpen betreft, maar ook op de duis
ternis die uog altijd hoorscht ter zake van de oorza-
kenleer, de ziektekunde en de. aard en het wezen
dezer vreeselijke ziekte.
Het doel der «Ligue contre le cancer" is op alle
wijzen het onderzoek daarnaar te bevorderen, hun die
daartoe roeping gevoelen de middelen tot bestudeeroa
dezer ziekte te verschaffen eu op die wijze de gena
zing door alle ten dienste staande middelen te helpen
bevorderen.
Daartoe wordt de hulp der ontleedkundigen, ziek-
tekundigen, clinische leeraren en histologen, bacte
riologen en veeartsen ingeroepen.
Ook wordt een beroep gedaan op de ontdekkings
reizigers om bet comité in verbund met het voor
komen der ziekte bij de verschillende rassen en volken
voor tc lichten.
Ook op den plaUolandsheelmeester wordt eeu beroep
gedaan om van zijne ervaring te getuigen.
Zoodra «p die wijze de noodige bouwstoffen bijeen
gebracht zullen ziju zal een cungres worden belegd,
terwijl intusschen een tijdschrift aan het ondorworp
gewijd, onder redactie van den secretaris-generaal
van liet comité prof. Reclus te Parijs op geregelde
tyden het licht zal zieu. Ook zullen prijsvragen
uitgeschreven worden.
Nadere regeling omtrent de organisatie en werking
der «Ligue" worden bij afzonderlijke statuten mode-
gedeeld, terwijl zij die zich bij de «Ligue" willen
aansluiten zich daarvoor bij don heer Massau, 120
boulevard St. Germaiu, te Parijs, kunnen aanmelden.
Het geeuwen, volgens onze begrippen van Fatsoen
zoo ergerlijk en ongemanierd, wordt doer Dr. O.
Naegeli in het Korresjjondenzblatt jür Schweizer Aerzte
als geneesmiddel aanbevolen.
«Het geeuwen is" zegt hg, «als physiologisch
diep ademhalen, de natuurlijkste longeugymnastiek.
Wij, dokters, rnoeteu iodereen raden, zonder zich
om zoogenaamd fatsoen te bekommeren, iedereo
morgen en iederen avond zoo dikwijls mogelijk te
geeuwen en te rekken, en daardoor zijn longen lucht
te geven en de ademhalingsspieren te oefenen. Daar
door zal misschien menige longziekte worden voor
komen."
Vele lgders aan keel- en oorpijn, waaronder ook
hijzelf, heeft hij door een geeuwkuur genezen.
Het geneesmiddel is gemakkelijk genoeg, altijd
bij de hand. De meeste menschen behoeven maar
van geeuwen te hooren om hunne longen al aan
het gymnastisoeren te brengen, on gaat het niet op
die manier, dau zijn er boeken, gesprekken, preeken
en voordrachten te over, die voor het dool kunnen
dienen.
Alleen hopen we, dat de liefhebbers de kuur
zullen doen in hun eentje en op dit gebied geen
«Kur-Orte" zullen gaan aanleggen.
Een Berlgnsoh professor en in zijne stad invloed
rijk paedagoog, dr. W&tzoldt, heeft een strenge ver
oordeeling uitgesproken over de danslessen voor meis
jes, niet op moreelen of religiousen grond, maar als
verderfelgk voor de gezondheid. Men weet, dat er
eene dergelijke beweging is tegen het touwtjesprin
gen. Een ander paedagoog wijdt nu opstellen aau
het lezen van drama's en romans, véordat de opvoe
ding afgeloopen is, het zien van tooneelstukken, het
piano- en vioolstudoerendit alles moet volgens
deze autoriteiten tot na het achttiende jaar uitge
steld worden. Maar nog iets anders ii ontdekt.
«Voor de jeugd wordt, om geest en lickaam frisch
en krachtig te houden, verblijf en beweging in fris-
8che, zuivere lucht aanbevolen. Architecten, dokters
en sokoolautoriteiten werken mede om de lokalen
ruim en goed geventileerd te hebben, en terecht.
Wat moet men dan er van zeggen, dat er in den
laarsten tijd nauwelijks een «höhore Tochter" ge
vonden wordt, die het niet voor mooi eu fashionable
houdt, zich mot dien doordringenden muskusgeur
te omhullen, die zelfs de minder fijne reukzenuwen
allerpijnlijkst treft? Deze gewoonte is, zooals men
weet, uit Frankrijk tot ons gekomen" (het zou jam
mer z|jn ais Frankrijk niet weer de schuld was) «en
bij bet binnentreden in de hoogste klassen der meis
jesscholen zou men zich bijna onder de dameswereld
der Parijsche café's of van een deel der drukbezochte
boulevards verplaatst wanen. Of die scherpe geur
werkelijks iets aangenaams heeft, is te betwijfelen;
het is een kwestie van smaak af liever van reuk.
Maar zooveel staat vast, dat h|j alle voorzorgen
voor frisscbe lucht in oen schoollokaal nutteloos maakt,
nog afgezien van de onbeleefdheid jegens degenen,
wie het op den duur de zenuwen prikkelt en hoofd
pijn eu misselijkheid bezorgt. De school is in deze
machteloos. Zij kan het medebrengen van luchtver
ontreinigende voorwerpen, als sommige eetwaren,
verbieden, maar in dit geval is het meuigmaal on
doenlijk of onvoegzaam de schuldigen uittevorschen,
en, naar do wijze van aanwending der parfumerieën
kon de familie in zulk een onderzoek of verbod een
ingrijpen in haar rechten zien."
Een Franschman zou in dit artikel van den pae
dagoog wellicht stof voor eene operette vinden.
Eene vindingrijke familie. Een correspondent van
het Berliner Intelligenzbldtt verhaalt: Wij maakten
buiten de gaswerken kennis met eene familie, wier
hoofd den post van waker op eeu der stadspleinen
bekleedt. Als woning dient hem eene oude, wan
kelende houten hut. Daar huist hij met z|jue vrouw
en zes kinderen. De lieden hebben dagelijks vluesch
op latei, nauwelijks geloofbaar, zal menigeen zeggen,
maar de zaak is toch zeer eenvoudig. De beide
jongsten, tusscheu den leeftijd van 10 tot 12 jaar,
moeten voor het gebraad zorgen, en zij kwgten zich
uitmuntend van hunne opdracht. Zoodra de school
gesloten is, gaan de kleine kereltjes op de jacht;
geen hond zonder penning en halsband ontgaat den
slimuien Nimrods. Overigens versmaden zij ook de
katten niet, die volgens de verzekering der huisvrouw
een buitengewoon fijn eten moeten z|jn.
Een mooie bijverdienste heeft de moeder zich
van Carlo Gozzi had gevonden, welke een leerling
voor haar eigen werk had laten doorgaan. Zij was
de schrik van de school De vroolijkheid was eene
mooie, levendige Napolitaansche met schitterend witte
tanden en booge sopraanstem, die zich menige terecht
wijzing van de directrice op den bals baalde, door
een toonladder, die haar zelfs op school ontsnapte,
èn door de gewoonte, welke zij bad, de trap met
groote sprongen op te vliegen, zonder er zich om
te bekommeren wat zij liet zien, «hetgeen niet paste
voor de waardigheid eener leerares."
Haar lijnrecht tegenover stond eene kleine persoon,
niet oud en niet jong, die, heel godsdienstig zijnde,
naar verteld werd, zich van haren man had laten
scheiden, omdat hij eens, bij ongeluk, een crucifix
had gobroken, en aan bare leerlingen tegen hot
examen prentjes van Heiligen gaf om 's nachts op
hun hart te leggen, ten einde goed hun werk te
kunnen makenwaarna dezelfde kinderen haar kwel
den door met voorgewende onnoozelheid vragen te
doen, welke haar als eene schuldige deden blozsn
er. in groote verlegenheid brachten.
Maar de merkwaardigste van allen was de zooge
naamde Geheimzinnige, eene lange, zonderlinge figuur,
die altijd in het zwart gekleed was en hare klasse
in het halfduister hield, met eene grafstem sprak,
terwijl zij roet een liniaal hare woorden onderschrapte
en altijd sombere onderwerpen voor hare opstellen
uitkoos.
Zij was de secretaris van hot «Begrafenisfonds
voor onderwijzers" en men vertelde, dat zij aan geesten
geloofde en eene zwart-bebangen kamer er op na
hield waarin geene barer leerlingen ooit een voet
had gezet. Zoodra de school uit was, verdween zij
gelijk een schaduw, en niemand wist waar en hoe
zij leefde.
Ten slotte had men de kleine, dikke Frossetti,
vijf-en-twintig jaar oud, eon-rond-al-rond, met een
gezicht als eene rooskleurige volle maau, die eene
eigenaardige manier had de handen in de lucht te
bewogen, alsof zij voortdurend rondom zich naar
Dallen tastte.
Zij bezat een opmerkelijk talent om bet gelaat,
de stem, de "gebaren van iedereen na te bootsen,
zoodat de andere onderwijzeressen, zoo vaak zich de
gelegenheid voordeed, een kring om haar vormden
dan deed zij de directrice, de huishoudster, de mama's
van sommige leerlingen zoo volmaakt na, dat de au-
deren schaterden van het lachen.
Dit waren de eigenaardigste typen der onderwij
zeressen on ieder harer liet, zooals immer gaat, iets
van haren eigen stenjpel bij hare leerlingen achter.
Die van Dorini helden allen een beetje over tot
eerzucht en behaagziekheid; in tfe klasse van de
«Geheimzinnige" heerschte droefgeestigheidde on
derwijzeres «van den ouden stempel" vormde stijve
letterknechtjes; de klasse van Dechiari was eene
verzameling kleine wijsneuzen; de kinderen van de
vrome dame waren met een fijn tintje overgoten, en
die van Frosetti waren kleine deugnieten, die met
alles den draak staken.
Er wachtte Faustina Gallig weldra eene groote
teleurstelling, toen zij tot de ontdekking kwam, dat
de stads-kinderen minder gehoorzaam zijn dan die
op het platte land. Deze laatsten beschouwden haar
bovendien als eene dame, die ver boven hen stond,
terwijl de kinderen in de stad haar als hun gelijke
behandelden, zoo zij zich niet ver boven haar ver
heven waanden. Zij vond hen ook minder oprecht,
meer gevat om altijd verontschuldigingen voor hunne
onoplettendheid te vinden; meer bedreven in de
kunst om ongemerkt b|j het opzeggen der lessen in
hunne boeken te kijken, stijfhoofdiger ora hunne
fouten te erkennen, ongeduldiger ouder de beris
pingen, scherper en sarcastischer in hunne antwoor
den. Zij trof er fijngeslepen meisjos onder aan, die
haar listig vloiden met het oogmerk goede punten
te krijgen; hoogmoedige, die zich liever door de
huishoudster naar huis Heten brengen, dan de opge
legde strafte ondergaan; driftbollen, die bare schriften
bekladden, de naalden uit hare breikous trokken,
pennen en potlooden doorbraken, onder de banken
kropen en elkaar in de beenen beten.
Zij waren ook minder oplettend dan de kindereu
in de dorpsscholen.
{Wordt vervolgd.)
Versohaft, door het verkoopen van kleine potjes honden-
;et en katten vet, dat bij verschillende ziekten,
volgens bewering van wijze oude vrouwen wonder
baar moet werken. Een der oudste zoons is bij een
schoenmaker in de leer en vervaardigt uit de honden
en kattenvellen voor de familie pantoffels eu schoenen
een audere broeder, die kleermaker is, maakt uit
oude z&kken de huiskieeren voor de familieleden.
De beruchte Wilson is tegen den 9e dezer voor
de correotioneele rechtbank van Loches gedaagd. Ook
de secretaris van zijn prppaganda-comité zal met hem
terechtstaan.
Zooals men weet, is Wilson beschuldigd van ge
knoei b|j zijne laatste verkiezing tot burgemeester
van Loches. Wanneer het wuar is wat men van hem
vertelt en van den kwanselaar in ridderorden
verwucht men natnurl|jk nieuwe knoeierijen dan
heeft de geachte schoonzoon van wijlen Grévy inder
daad eene merkwaardige brutaliteit aan den dag ge-
legd.
Omkooperijer. van allerlei soort heeft hij voor zijn
doel gebezigd, Kolossale bestellingen werden bij
winkeliers gedaan, aan de geestelijkheid beloofde hij
eene nieuwe kerk eu hoeveel schulde hij betaalde,
hoeveel personen eene kleiue surprise van hem kregen,
dat is waarlijk niet licht nit te maken. Om zijne
kiezors te vleien, zond hij hun dit laatste staaltje
is misschien wel het mooiste eene beleefde ken
nisgeving van den dood zijne schoonvaders, Grévy
Beter laat dan nooit.
Woensdag heeft liet Nederlandsche koor, onder
leiding van Dan. do Lange, zijn tweede uitvoering
op de tooneel- en muziektentoonstelling te Weenen
gegeven.
De zaal, aldus schrijft men was mooi gevuld. De
directeur werd bij zijn verschijnen warm toegejuicht
en na bet «Wilhelmus" daverde de zaal van hot
applaus. Het meest in den smaak vielen Swoelinck's
Psalm 118, «O Crux benedicta," van Clemens non
papa, «Petite Camusette, van Josquin des Plics en
«Lo berger et lu bergère," vau Nic. Gombert, welke
gebisseerd werden.
De Nederlandsche gezant, de intendant van het
hoftheater en een der kamerheeren hebben zich aan
den heer De Lange laten voorstellen om hem en
ziju koor hulde te brengen voor het booge kunstgenot.
De heer De Lange hoeft eene uituoodigiug ont
vangen ora den dienst in eeu der kerkeu door de
uitvoering van enkele nummers door zijn koor te
doen opluisteren.
Van Zaterdag seint men aan het Handelsblad nog
uit Weenen: «Gisteren heeft het koor voor een volle
zaal zijn afscheidsuitvoering gegeven eu nog meer
toejuichingen geoogst dan op de beide voorgaande
concerten. De heer De Lange ontving als bl|jk van
hulde een met goud versierden dirigeerstok en een
lauwerkrans, aan de dames werden ruikers vereerd.
Tot afscheid zong het Amsterdamsche koor het Oosten-
rijksche volkslied en ontving natuurlijk ook daarvoor
luide bewijzen van waardeering."
Het eeuwfeest van het Gas (1 92 1892).Het
was in 1792, dat William Murdoch op de geduchte
kwam zijn nederig huis te Redruth, in Cornwallis,
to verlichten door gas, hetwelk uit een buis stroomde,
verbondeu met een ijzeren ketel, waarin sterk ver
warmde steonkolen gasdampeu ontwikkelden. In 1798
werkte Mnrdooh aan de vermaarde «Soho Iron
Foundry" der heeren Boulton en Watt te Birmingham.
De heer Boulton had hem opgedragen zijn ontdekking
voor de practijk geschikt te maken. In 1803 kwam
een Fransch ingenieur, Lebou, op de gedachte gas
te verkrijgen door de verwarming van zacht hout
en het opvangen der ontsnapte dampen. De dampen
moest men, na zo door eeu zekere geleiding te
hebben doen gaan, laten ontbranden. Eeu Engelscb-
man, Winsor, liep boog weg met de ontdekking van
Lebon.
Hij wist te bewerken, dat in 1803 bet Lyceum
Theatre volgens het systeem-Lebon verlicht werd.
Op den len Januari van 1807 baadde zich, zooals
o. a. blijkt uit Planche's werk, «Herinneringen en
terugblikken", Piccadilly des avonds in een zoe van
verblindend licht. Dit licht ontstond door hot doen
ontvlammen van gassen, die uit pijpjes kwamen
stroomen. In 1810 werd de eerste «Gas Light and
Coke Company" opgericht.
De Westminster Bridge werd in 1813 door gas-
lantarens verlicht en in 1816 vond men b|jna door
geheel Londen reeds gas. Sommige detti/e, behou
dende lieden hebben de verspreiding van het gas
trachten^ tegen te houden. Van hen ging eeu jvis
inertiae" uit, of liever «niet" uit; die kracht berustte
bij hen.
Dank zij die kracht, moesten Grosvenor-, Berke
ley- on Portman-plein tot 1830 en 1831 zich met
spattende olielampen beholpen.
Werd het gas in Engeland met vreugd o verwel
komd, nog hartelijker ontving men het in Amerika, I
en voornamelijk te New-York.
Volgens de Amerikanen heeft David Melville, van
Newport, het eerst gas uit steenkolen gestookt en
wel in 1806. In 1817 gebruikte h|j gas tot ver
lichting van den Beaver Tail-vuurtoren en sedert
dien t|jd worden tal van Amerikaansche vuurtorens
door gas verlicht.
Onlangs hield professor Lewes een lezing te Green
wich, waarin hij herinnerde, dat het juist honderd
jaar geleden was, dat Murdoch zijn huiskamer door
gas verlichtte.
Het zou echter een vermetel profeet wezen, die
durfde beweren dat het gaslicht ook de volgende
honderd jaren zijn «eerste-rang"-plaats zal weten
te handhaven. De jongere zuster electriciteit zal
haar oudere zuster wel langzamerhand meer en meer
op den achtergrond dringen.
dor
aan eerlijke en vlijtige armoede te Gouda
over 1891/92.
Bij oen' terugblik op het atgeloopen jaar, het
47ste van het bestaan «Hulpbetoon" wenschen Be
stuurderessen volgens gewoonte eenige mededeeling
te geven barer werkzaamheden.
De strekking dezer niet meer jeugdige Vereeniging
mag men alzoo genoegzaam bekend achten, en hoe
zij door het verschaffen van naai- en breiwerk aan
behoeftige huisgezinnen en eenige bedeeling des
winters van levensmiddelen en brandstoffen deze
tracht te ondersteunen. Do gang der werkzaamhe
den even als hot aantal gezinnen aan «Hulpbetoon"
vorbonden, bleef onveranderd dezelfde Wél heeft
men te spreken van een zeer treffend verlies, door
bet overigden van Mevrouw Haverkamp Begemann
geb. Calderaeijer in Januari dezes jaars.
Reeds io 1850 lot Bestuurslid gekozen, maakte
zij zich 42 jaren hoogst verdienstelijk door eone
trouwe en ijverige toewijding aan deze nuttige in
stelling, die hare voile sympathie bezat.
Groot is dorhalve het gemis dezer waardige vrouw,
in den kring der Bestuurderessen, en nooit zal
vergeten worden hoezeer zij tot den bloei van
«Hulpbetoon" heeft medegewerkt. In de vacature
moest natuurlijk voorzien worden. Mejuffrouw D.
Braat nam do op haar uitgebrachte benoeming tot
Bestuurslid welwillend aan, bereid zijnde met lust
ed ijver zich mede aan deze zaak te wijden.
Andermaal i-chter is er eeuë plaats te vervullen
aangezien van Mejuffrouw M. Luijten kennisgeving
ontvangen werd dat zij als Bestuurslid bedankte
om, voor haar, overwegende redenen, die men te
eerbiedigen beeft. Haar zij intusschen de beste
dank verzekerd voor hare bemoeienissen in het
belang der Vereeniging, die baar beleefdelijk aanbe
volen blijft. De jaarlijksche Loterij van gemaakte
kleedingst ukken schonk eene verblijdende uitkomst.
Het getal geplaatste loten was ditmaal 840, door
de opbrengst dezer kon aan de vrouwen gedurende
den winter veel naaiwerk gegeven worden. Verras
send was ook dit jaar opnieuw het fraaie handwerk
ten bate der verloting aangeboden, door eene hoog
geachte bejaarde stadgenoote, die ook hierin toont
hoe zij als oud Bestuurslid aan «Hulpbetoon" bare
sympathie blijft schenken, die dankbaar gewaardeerd
wordt. Het Depot bij Jue, Westhaveu B 142 levert
bijna niets op, koopers blijven steeds ontbreken, als
gelukkige tegenhanger levert bet Depot te IJasel-
monde aardig wat op. De uitgaven wareu als
volgt: naailoon aan de vaste naaisters 275,90;
extra naaisters 58,81 voor bizondere bedeeling
24 aan eetwaren en brandstoffen 66,82 on-
dersteuuing aan zieken en zwakken 18. Ontvan
gen aan verkocht en besteld werk 491.73. De
gezellige avond der belooningen had wederom plaats,
aan acht jongelieden bohoorende tot de gezinnen
aan de Vereeniging verbonden en die eeq jaar of
langer, in dezelfde betrekking werkzaam bleven,
werd een gewenscht kleedingstuk uitgereikt, als be
wijs hoe inen ijver on goede trouw op pry's stelt,
tevens tot aanmoediging voor vlijtig en goed gedrag.
Bij het einde van het Verslag eene beleefde dank
betuiging aan allen die «Hulpbetoon" steundeu
maar tevens ook eene dringende aanbeveling.
Het getal contribuanten neemt helaas niet toe
wie geen lid nog is. wordt vriondelijk verzocht zulks
te willen worden de vraag isgaat de oudemaar
altijd zoo goede en nuttige zaak niet onverschillig
voorbijlaat haar in gunst mogen komen bij velen
die zulks tot beden misschien niet deden. Laat zij
voor U werken, geachte stadgenooten verblijdt Bo-
stuurderessen met Bestelwerkdat zij staan er U
borg voor in korten tijd alles netjes en keurig
genaaid, gereed is% Dit zijn buitenkansjes welke
hoog noodig zijn, zullen de gezinnen blijvend onder
steund kunnen wordon.
Moge de nieuwe jaarkring de gewensebte ervaring
schenken dat «Hulpbetoon" niet vergeten wordt.
Namens het Bestuur,
A. WERNINK-yan RAVESTEIJN,
Voorzitster.
G. W. de JONG,
Secretaresse.
Uit\ Madrid komen berichten van ontevredenheid
van tweeërlei aard. De effectenmakelaars ziju ont
stemd over eene nieuwe beursbelasting en hebben
het werk gestaakt, doch volgens de laatste berichten
heeft eene conferentie met den minister althans dit
goede gevolg gehad, dat de zaken zullen worden
hervat. Dan zijn er ongeregeldheden op straat voor
gevallen naar aanleiding van eene nieuwe heffing van
tnarktgeld op de centrale marktde marktvrouwen
zijn te hoop geloopeu en ernstige oploopen hebben
plaats gehad, tengevolge waarvan zelfs dooden vielen.
De autoriteiten schijnen het raadzaam geacht te
hebben voorloopig de nieuwe heffing in te trekken.
Staatkundige beteekenis hebben den voorvallen niet.
Het besluit der Londensche effectenbeurs, den
handel in Portugeesche obligatiëu buitenlandsche
schuld toe te staan ook na afknipping der coupons,
wordt te Lissabon druk bosproken. Dit besluit wordt
hier beschouwd als een teleurstelling voor de bui
tenlandsche beurzen, die tot' represaille-maatregelen
togen Portugal haddbn besloten, Hoewelde open
bare meening aan de Stock exchange hot verlangen
toeschrijft oen overwegende rol in de Portugeesche
zaken te willen spelen, is men het eens, dat deze
maatregel grooten invloed zal oefenen. De avond-
bladeu weerspreken het gerucht van ontvangst eener
officieelo dépêche, dat het Amsterdamsche beursco
mité zou getracht hebben do Stock exchange terug te
doen komen op haar bovengenoemd besluit. Enge
land was hfer nooit zoo populair als thans.
De Italiaansche en de Spaansohe regeering zijn
het eens geworden over een voorloopigen modus vi-
vendi op grondslag van het Spaansche minimumta
rief. Italië zal op Spaansche producten dezelfde
tarieven toepassen welke voor Oostenrijk, Zwitserland
eu Duitschland gelden.
De Fransche Kamer van Afgevaardigden heeft mot
389 tegen 20 stemmen de wet aangenomen, waarbij
vergoeding wordt toegekend aan hen, die schade heb
ben geleden tengevolge van ontploffingen, door de
anarchisten veroorzaakt.
De hoop van de Fransche bladen op de overwin
ning van Gladstone bij de verkiezingen is bijna in
onverschilligheid veranderd sedert de eventueele
Minister van Buitenlandsche Zaken, Rosebery, in het
eventueele Kabinet Gladstone, heeft beloofd aan de
kiezers, dat er geen verandering zou worden ge
bracht in de buitenlandsche politiek. De République
Franchise vindt de verkiezingen in Engeland nu niet
belangwekkend meer wel verre van Egypte te ont
ruimen, zou Rosebery, meent het blad, lord Salisbu
ry's beleid op dit punt wel eens kunnen verscherpen.
Ook de Temps is van gevoelen, dat Rosebery's
uitingen duidelijk genoeg zijn om aan alle illusién
ten aanzien van de buiten 1 au dscho - politiek der
Gladstonianen een einde te maken, maar ter wille
van het liberalisme en van een onderdrukt volk hoopt
zij niettemin, dat Gladstone moge zegevieren.
De berichten uit Parijs omtrent hetgeen aldaar
word gedaan om er in het jaar 1900 weder eene
wereldtentoonstelling te houden, zijn natuurlijk niet
naar den zin der Duitschers, die er voor gverden
om zulk eene tentoonstelling in 1896 te Berlijn te
zien openen. Gelijk bekend is heeft het denkbeeld
eener tentoonstelling te Berlijn geene oudersteuning
bij den rijkskanselier gevonden althans er bestonden
bij hem te veel bedenkingen om er mede in te stem
men, zoolang hij niet de overtuiging had, dat daar
omtrent eene voldoende oplossing kon worden gege
ven. Daarna is er in Duitschland een nieuwe be-
weging begonnen om zoodanige oplossing te verkrijgen,
terwijl de Vereeniging van Berlijnsche kooplieden
en industrieelen aan den rijkskanselier verklaarde
«Onze wenschen komen hierop neder, dat de Duitsche
natie en hare hoofdstad in eene zaak van zoo hooge
beteekenis niet door concurrentie van andere landen
worden verdrongen, maar in tijds waarborg verkrij
gen dat Duitschlanda recht op eene wereldtentoon
stelling, nog in deze eeuw te houden, onherroepelijk
worde vastgesteld Reeds werden er ook giften voor
een waarborgfonds ingezonden maar wegens het iu-
raiddels begonnen reisseizoen en met het oog op de
houding van den rijkskanselier werd het bijeenbren
gen *au zoodanig fonds tot het najaar uitgesteld.
«Eu nu?" zegt eeu der Berlijnsche bladen
«hebben de Franschen met alle kracht van nationa-
len ijver zich vau het denkbeeld eener wereldtentoon
stelling meester gemaakt. Het streven om Duitschland
den loef af te stekende zekerheid dat Duitschland