Bulteolamlscii Overzicht.
POST.T3BIJ BUST.
1891 werden 5 mannen en 2 vrouwen opgenomen,
terwijl 2 mannen en 3 vrouwen zijn overleden. Op
31 December bevonden zich in het Bestedelingenhuis
26 verpleegden, namelijk 16 mannen on 10 vrouwen.
De gezondheidstoestand was over het algemeen
bevredigend. In de maand December deed do in
fluenza ook in dit gestioht haren iuvloed gelden zonder
evenwel offers te eisohen. De sterfgevallen, die er
voorkwamen, waren hoofdzakelijk het gevolg van
hoogen ouderdom.
Over de verpleging en de behandeling was men
tevreden, terwyl Regenten tevens met lof gewagen
van de goede zorgen door het porsoneel aan de ver
pleegden gewijd.
Onder de suppoosten kwam oeuigo wijziging, door
dien de assistente of naaijuffrouw W. Moon, wegens
voortdurende ongesteldheid genoodzaakt was hare
betrekking neder te leggen. Zij werd vervangen
door Maria Catharina Bruinisse.
Het gebouw werd naar eisch onderhouden.
De Collegiën van Regenten en Regentessen onder
gingen geene verandering.
4o. Het St. Elisabeths-Gasthuis of Oude-Vrouwenhuis.
Op den len Januari bestond het getal verpleegden
uit 17 kostkoopsters en 13 preuvebezitsters, te zamen
30 porsonen. In (len loop van het jaar werden 2
kostkoopsters opgenomen, terwijl 1 kostk^opster en
1 preuvebezitster zijn overleden, zoodat de bevolking
van het gesticht op 31 December wederom uit 30
vrouwen bestond, van welke 18 haar kost hadden
gekocht eu 12 op preuves waren gezeten.
De gezondheidstoestand was over het algemeen vrij
goed. In de maand December was die echter minder
gunstig.
De genees- en heelkundige hulp werd met zorg
en toewijding verleend.
Over de plichtsbetrachting van het personeel met
den dienst belast wordt door Regenten eeu gunstig
getuigenis afgelegd.
De gebouwen vorkeeren iu goeden staat van onderhoud.
Het Oude-Vrouwenhuis is onder hetzelfde bestuur
als het St. Cathariua-Gasthuis.
5o. Het Israëlitisch Armbestuurdat ook het be
heer voert over het Oude Mannen- en Vrouwenhuis
voor Israëlieten.
Deze instelling wordt door de Gemeente gesubsi-
diëerd.
Het armbestuur verleende ouderstand onafgebroken
aan 6 huisgezinnen en 3 afzonderlijk levende personen
en tijdelijk aan 8 huisgezinnen en 7 afzonderlijk
levende personen.
Iu het gesticht werdeD op den ln Januari ver
pleegd: 5 mannen en 9 vrouwen. In den loop van
het jaar werden 1 man en 1 vrouw daarin opgenomen,
terwijl 1 man bet gesticht verliet en 1 vrouw overleed,
zoodat op den 3len December jl. het aantal ver
pleegden wederom 14 bedroeg, namelijk 5 mannen
en 9 vrouwen.
Op den 15 Februari werd het 50-jarig bestaan
van het Gesticht iu oene feestelijke bijeenkomst, die
door vele belangstc-1 lenden werd bijgewoond, herdacht.
De raad der gemeente Zevenhuizen heeft op het
verzoek door eenige ingezetenen ingediend, om de
kermis weder van 2 op 3 dagen te brengen afwij
zend beschikt. Voorts werd besloten 100 uit do
gemeente-kas beschikbaar te stellen tot verlevendi
ging der paardenmarkt.
ging het kind van den sjouwer voort met huilen,
torwijl Giulia zat te beven en Maria met haar mooi,
bleek gezicht daar zat, alsof er niets was gebeurd.
Doch onder die uiterlijke bedaardheid beraamde zij
hoe zij zich wreken zou.
Een uur later meende Galli, die haar in het oog
hield, te zien, dat zij in het geheim iets schreef.
Dit gedaan hebbende, giog zij met grooten ijver met
naaien voort; doch de leerares, die in al de kleine
school-veeten was ingewijd, liet haar oog over de
acht of tien meisjes glijden, door wier handen een
briefje had moeten gaan, om aan het adres der kleine
Orveggi te belandeu. Zij zag echter niets. Zij had
met iemand te doen die haar te slim was en den
noodigen tijd tusschen het schrijven en in zee zenden
wist te laten verloopen.
Na haar een half uur gewaakt te hebben, ontgaf
zij het zich iuderdaad.
Het sloeg vier uur cp de groote hangklok in het
voorhuis toer. een gil door de school weerklonk,
welke allen deed opschrikken en men Giulia Orveggi
van hare plaats zag opspringen, maar om onmiddellijk
weer, voorover, snikkende, met hare handen voor
het aangezicht als bewusteloos op hare bank neer
te vallen. Al de leerlingen stonden op, de juffrouw
snelde op het kind loe en beuide het op. Terwijl
zij dit deed, zag zij uit hare hand een papiertje
vallen. Giulia boog zich schielijk om het op te rapen,
maar Galli had het reeds gegrepen, en terwijl het
kind wanhopig snikte en haar eigen voorhoofd zich
Zondag is Geel t6 's Hage ontvangen hij werd
aan het siatioi opgewacht door ven groote massa
partijgenooten, die hem onder groot gejuich naar
Walhalla voerden. Daar werd hy door don heer
Domela Nieuwenhuis welkom geheeten en toegespro
ken. Het kinderkoor zong voor en na do toespraak
eenige liederen. Des avonds was er eene gezellige
bijeenkomst iu Walhalla.
In de haven van Ouchy aan het meer van Geuève
is Zaterdag de ketel gesprongen van de stoomboot
Montblanc. Het sluitstuk van den ketel vernielde
oen deel van den salon eerste klasse en baande zich
een weg door het schip. Men zegt dat 22 perso
nen zijn gedood en 30 ernstig gewond, die echter
op een na reeds allen aan de gevolgen zijn bezwe
ken. De slachtoffers zijn meest vreemde toeristen.
De heete stoom, die in den salon drong, verbrandde
de daar aanwezige personen op vreeselyke wijze.
Onder de slachtoffers zijn tweo Hollanders, n.l.
mevr. de wed. Brumacd, geb. Kuijper van Harpen
en haar zoon, de heer J. de Vries Brumund.
De minister van Financiën heeft enkele wyzingen
gebracht in het ontwerp Vermogenbelasting. De voor
naamste zijn die, waarbij
lo. in art. 9 wordt bepaald, dat het geschatte be
drag van oen vermogen, dat in ondernemingen steekt,
waarvan geen verhandelbare aandeelbewijzen zijn,
wordt vermeerderd of verminderd met de kapitalen,
welke daaraan sedert het tijdstip der balans (die als
grondslag van schatting heeft godiend) zijn toegevoegd
of onttrokken
2o. aan art. 47 eeu nieuwe alliuea wordt toege
voegd, houdende dat, in afwachting van de herzie
ning der belastbare opbrengst van de gebouwde ei
gendommen, het bedrag der verminderingen wegens
uitkeeringen, welk«? gebouwde en ongebouwde eigen
dommen gezamenlijk betreffen, voor elke soort wordt
berekend in vorhouding van de belastbare opbrengst
der eigendommen.
Verschenen is «Het Nederlaudsch Onderwijzers
genootschap en zijne instellingen,* 1842—1892
gedenkschrift bij het vijftigjarig bestaan van het
Genootschap, 6 Februari 1692, door H. F. de Boer
en A. Heiusius, leden van het hoofdbestuur.
Achtereenvolgens worden in dit belangryk geschift
behandeld de stichting van het Genootschap en wat
daaraan voorafging, tot de koninklijke erkenning op
den 15deu Maart 1844. Het Genootschap onder
leiding van de hoofdvereeniging het hoofdbestuur)
te Groningen, of ouder de schoolwetgeving van 1806
de voorbereiding, aanneming en invoering der wet
vaD 1857 (1844 tot 1858).
Het genootschap onder de leiding van het hoofd
bestuur te Amsterdam of onder de schoolwetgeving
van 1857, de vcorberoiding, aanneming eu in voering
der wetten van 1878 en 1889 (1859 tot 1891).
De gewesten en afdeelingen, de instellingen, nl. de
spaarbank, de levensverzekeringmaatschappij, de pae-
dagogische bibliotheek, het Nederlandsch schoolmu
seum, het ondersteuningsfonds, de tentoonstelling
van I860.
kleurde, las zij: Houd jy je maar stil; we weten
alleu wie je moeder is.
Trillend van verontwaardiging zocht zij met de
oogen Maria Vioini, die evenals de andore meisjes
was opgestaan en nieuwsgierigheid voorwendde, maar
wat bleeker scheen dan gewoonlijk.
Hebt gij die schandelijke woorden geschre
den? vroeg zij, met den vinger haar aanwijzende.
Lfskoud klonk haar antwoord: Neen, dat heb
ik niet gedaan.
Galli zocht in allerijl op tafel het laatste opstel
van Maria en het schrift vergolijkenend, glimlachte
zij bitter.
Allen, die het papier doorgaven, moeten op
staan riep zij.
Niemand stond op. Doch ouder de meisjes, die
zij te voren had gadegeslagen, zag zij verscheidene
ontroerde gezichten.
Zij ondervroeg ze, de eene na do andere.
Naar het gelaat der onderwijzeres oordeelende dat
het een ernstig geval was en dat do zaak streng
onderzocht zou worden, bekenden allen en het meisje,
dat naast Maria gezeten was, verklaarde van haar
het briefje gekregen te hebben. Allen gaven de
verzekering het niet gelezen te hebben.
Maria Vinini! sprak de onderwijzeres met
trillende stem wat antwoordt gij hierop?
Dat ik het niet gedaan heb antwoordde zy
onverschillig.
Eeu kreet van verbazing weerklonk door het school-
Met kracht heeft het genootschap medegewerkt om
de school in Nederland te doen blij ven de plaats,
waar al de kinderen van ons vol c in onderlinge ver
draagzaamheid kunnen worden opgeleid tot de toe
komstige burgers van eenzelfde vaderland. Het heeft
blijven ijveren voor eene nationale volksopvoeding.
Zyne geschriften, memories, adressen, vertoogeu, al-
lerwege verspreid, gebracht onder het oog van re
geering en volksvertegenwoordiging' van schoolauto-
riteiten en onderwijzers, van deskundigen en leeken,
kunnen daarvan gotuigen.
De Meidericher Zeitungamtliches Kreisblatt für
den Kreis Ruhrort van 4 Juli bevat het volgende
«nieuwste telegram uit Amsterdam" van denzelfden
datum
«Gestcrn fanden ernste socialistische Ruhestörun-
gen statt. Mehrere Tausond Socialisten versuchten
das Haus des Bürgermeisters zu stiirmen Die Poli
zei hieb mit blanker Waffe ein and verhuftete 50
Personen, unter denen sich auch sogar einige Kinder
befanden."
Een pijnlijk incidentdat voor een der partijen zeer
onaangename gevolgen had kunnen na zich slepen,
had volgens de «Post* eenige dagen geleden ter
gelegenheid van een groot diner in een deftig huis
te Berlyu plaats. De gastheur, eon hartstochtelijk
verzamelaar van antiquiteiten, had onder andere schat
ten vau zyne collectie ook een buitengewoon kost
baar muntstuk voor den dag gehaald, dat, zooals
hij beweerde, nog slechts in drie oxeraplaren op de
gansche aarde voorhanden was. Het muntstuk ging
van gast tot gast de lange tafel rond, maar keerde
tot algemeene verwondering niot tot zijn eigenaar
terug. De beminnelijke gastheer zocht met de op
merking dat het muntstuk by het opruimen wel
weer zou gevondeu worden, het gezelschap gerust
te stellen. De stemming echter, die in den beginne
zeer geanimeerd was geweest, wilde ondanks de ry-
kelyk geschonken champagne niet terugkeeren. Steeds
eu steeds weder werd er gezocht, totdat een der
aanwezigen voorstolde, dat al de gasten elkaar twee
aan twee zouden fouilleereu, daar het muntstuk licht
in een prooi der kleedingstukken was blijven steken
of in een zak gegleden kon zijn. Dit voorstel vond
algemeenen bijval en reeds was iner. van plan met
de uitvoering te beginnen, toen een heer doodsbleek
opstond, om voor zijn persoou tegen een onderzoek
te protesteeren. De werking van dit protest kan
men zich voorstellen. De gastheer wilde nu ook
van visitatie niets weten, en beproefde op alle ma
nieren de opmerkzaamheid zijner gasten van de pijn
lijke zaak af te wenden. Maar als eene onweer»-
zwodte bleef op het gezelschap rusten, de gerechten,
die door de bedielden werden opgedragen, bleven
onaangeroerd, onopgemerkt stood de wyn in de
glazen, en de blikken van allen waren schuw op
den heer gericht, die tegen het onderzoek had ge
protesteerd. Eiudelyk, nadat reeds van verschillende
zijden de wensch was geuit, dat er van tafel zou
opgestaau worden, trad een bediende het vertrek bin-
uen, in de hand het noodlottige muntstuk, dat
tusschen twee borden liggend, in de keuken was
gevonden. Als van een zwaren druk bevrijd, haalde
iedereen weder adem. Het muntstuk was gevonden,
en wel op een manier, waardoor iedere argwaan
scheen uitgesloten te zijn. Wat echter kon den hoer
lokaal. Men kende hare verregaande onbeschaamd
heid, maar dit was te veel. De leerares haalde
minachtend de schouders op en verliet haastig het
schoolvertrek.
De meisjes keken allen stilzwijgend Maria aan,
die er zich niets van scheen aan te trekken. Toen
Galli met de directrice terugkwam duurde de stilte
nog voort, alleen afgobroken door het snikken der
arme Giulia.
De directrice trad met haar gelegenheidsgezicht,
het papier in de hand, statig voorwaarts; met een
strengen blik zag zij beurtelings de beide meisjes
aan, vergeleek het schrift, liet allen, die het briefje
hadden doorgegevenhare bekentenis herhalen en
zich ten slotte tot Maria Vinini wendende, sprak
zij op gebiedenden toon
Beken uwe schuld!
Het meisje aarzelde een oogenblik, toen, met een
vreemden trek om de lippen, welke een glimlach
geleek, zeide zij: Ik heb het niet gedaan.
De leerares, de directrice eu de loerlingeu zagen
elkander aan als om te vragen of Vinini krankzinnig was.
Daarop sprak de directrice, alle meisjes die in do
zaak betrokken waren aanwijzende, oj gebiedenden
toonNaar het bureau
Maria Vinini was de eerste, die uit hare bank
sprong en de school verliet; de leerares nam Giulia
bij de hand en geleidde het suikkende kind, dat het
gelaat met hare handen bedektede anderen volgden.
Wordt vervolgd.)
aanleiding gegeven hebben, tegen het onderzoek te
proiesteereu
Het raadsel werd weldra opgelost. Nadat de eer
ste agitatie Voorbij was, tikte do bedoelde persoon
tegen zijn glas, haalde zijn beurs uit den zak en
na in daar hetzelfde muntstuk uit, dat de gastheer
vooraf als zoo buitengewoon zeldzaam had aangepre
zen. Uit beleefdheid had hij verzwegen, dat hy er
ook zoo eeu bezatwanneer men het dus bij eene
visitatie in zijn zak gevonden had, zou hij zonder
twijfel de verdenking hebben opgewekt, het ontvreemd
te hebben. «Gij kunt begrijpen*, voegde de gast er
bij, die bijna door een ongelukkig toeval zijn goeden
naam had verloren, «dat het juist verloopen kwartier
het verschrikkelijkste van mijn leven geweest is. En
stelt u nu eens voor, wat er van mij geworden zou
zijn, wanneer hot verloren muntstuk niet terugge
vonden was
De Haagsche correspondent van de N. Gron. Ct.
maakt de opmerking, dat de aanneming van artikel
1 der belastingwet den toestand tuekent. Niemand
durft zich ipeer tegen het beginsel eoner belasting
op 't vermogen verzettuii. Dat is zooveel gewonnen
les idéés raarchent. Ook bij de rechterzijde open
baart zich een zucht om toe te geven de heer M.
Mackay heeft de oogen aan zijne verblinde partijge-
nooteu geopend en menigeen zul van die zijde nog
wel meewerken om de vermogensbelasting tot stflnd
te doen komen.
«Tot hiertoe heeft de raiuister Pierson alle geva
ren door zijn eenvoudig maar krachtig optreden
bezworen. Het is zeer de vraag of hij daartoe in
staat zal zijn, wanneer de groote quaesties der in
voering op zich zelf of to zamen met de be
drijfsbelasting en de vraag van de progressie, ook
in verband met de al of niet verhooging van
het gedistilleerd, aan de orde komen. Dan zal het,
vrees ik zeer spannen. Eu toch geloof ik, dat al
leen een moedig vasthouden aan zijn stelsel den mi
nister ten slotte do zege kan verschaffen. Over (le
progressie en 't gedistilleerd laat zich des noods nog
oor. concessie doen, maar op het punt van de invoe
ring der vermogensbelasting op zichzelf zal de heer
Pierson, wil hij zijne hervorming niet in gevaar bren
gen, pal moeten staan. Ik hoor dan ook, dat hy
en terecht, na zijn stellige verklaringen ten deze, in
de aanneming van het onveranderde invoerings-artikel
(50) een quaestie van vertrouwen ziet en deze, als
hot zijn moot, ook stellen zal. A{an daar, dat eerst
bij het einde der discussie over dit ontwerp, dat over
een week wordt verwacht, de groote slag zal worden
geleverd. Het slot-artikel beslist over het lot der
belastinghervorming. Daarop is dan ook aller oog
gericht.*
Van een welingelichte zijde deelt men aan do
Amst. Ct. mede dat de commissie^ welke zich ten
doel heeft gesteld om dr. Schaepraan, ter gelegenheid
van diens zilvereu priesterjubilé, oen huldeblijk aan
te bieden en daarvoor onder de katholieken geldelijke
bijdragen inzamelt, heeft besloten den jubilaris op
diens feestdag, den 15 Aug. a. b., voer do ingeza
melde bijdragen geen souvenir te doen vervaardigen
maar het bedrag der bijdragen hem ter hand te stel
len. Een album bovattende de namen der schenkers
van bijdragen, zal daarbij gevoegd worden.
Miss Madge Rijskamp, te New-York, was verloofd
met Mr. Charles Pulcher aldaar en met blijde ver
wachting zagen zoowel zij zeiven als hunne familie
betrekkingen en vrienden den tijd tegemoet, waarop
het huwelijk zou voltrokken worden. Plotseling
echter word de betrekking afgebroken, en op de vraag
van eene der vriendinueu van de bruid wat daarvan
toch wel de reden mocht zijn, ontstond het volgende
gesprek
CarolinaIndertijd dacht ik, (lat ge zeer dwaas
waart om een cursus op de handelsschool te door-
loopen en al uwen tijd te besteden aan het leeren
van boekhouden, handelscorrespondentie en die soort
van dingen, maar nu ik verneem, dat ge niet gaat
trouwen, zie ik, dat het toch het beste voor u was.
Madge Jawel, lieve, vader wordt oud en kan
niet voel werk doen, en (lus kan ik hem niet langer
tot last zijn. Als het niet was, dat ik Chalie mis,
zou ik het gelukkigste meisje in de wereld zijn,
er is geen grooter genoegen dan te weten, dat iemand
haar eigen brood verdient.
CarolinaMaar wat is dat toch met Charlie
Hebt ge twist gehad P
Madge O, neeu, wij houden nog veel van elkan
der. Maar, ziet ge, hij verloor zijne betrekking, en
daar hij nu geene vrouw onderhouden kan, moest
onze verloving wel worden verbroken. Indien ilc
niet voor een betrekking geleerd ha l, dan zou ik
niet weten wat te doen. Het is mij onbegrijpelijk
hoe meisjes in dergelijke omstandigheden konden
leven iu vroeger tijd, toen er niet zoo vele betrek
kingen open waren voor vrouwen. Eene vrouw, die
in dezen tijd leeft, heeft meer reden om dankbaar
te zijn dan zo wel weet.
Carolina Maar ge hebt mij nog niet gezegd,
waarom Charlie zijne betrekking verloor.
Madge: Wel, ziet ge, zijn patroon was een zeer
zuinig man, en toen hy zag, dat hij mij hetzelfdo
werk kon laten do«n voor 't halve geld, wel, natuur
lijk, toen liet hij Charlie gaan.
Volgons don Scientific American is het plan voor
benuttiging van de Niagara goedgekeurd, en zijn de
werkzaamheden reeds aangevangen. De inrichting
zal 100,000 paardenkrachten sterk zijn en slechts
3 pet. der beschikbare krachten gebruiken, welke op
3 raillioou paardenkracht zijn berekend.
Thans wordt eene tunnel gemaakt van 6,38 M.
hoogte eu 5,78 breedte, met eene helling van onge
veer 0,5 pet. op de 2 kilometer lengte. Dit is een
afvoerkanaal dat in de Niagara moet uitkomen op
een punt beneden den waterval.
Er zullen twee centrale stations komen, door een
hoofdkanaal gevoed, terwijl zijkanalen het waier naar I
geïsoleerd gelegen werkplaatsen zullen voeren.
Een groot centraalstation is bestemd vooi ver
lichting en om beweegkracht aan te voeren in de
nabijgelegen steden, in het bijzonder Buffalo.
Onlangs gaf do leeuwentemmer Veltran te Verona
voorstellingen met zijn vijf gedresseerde leeuwen.
Twee journalisten, de heeren Biasoli en Poggiani
hadden zich bereid verklaard, iu het leeuwenhok te
gaan, als de heer Veltran de opbrengst der voorstel
ling wilde bestemmer, voor liefdadige doeleinden.
Veltran nam dit voorstel aan. De arena was op
den bepaalden dag stampvol met menschen. Onver
schrokken en met vasten tred gingen de beide jour
nalisten het hok binnen, waar zij op twee stoelen
plaats namen. Doodscbe stilte onder het publiek.
Aller oogen waren gevestigd op de leeuwen, die
van het bezoek niet de minste notitie schenen te
nemen. Veltran ontkurkte eeu flesch champagne en
dronk met de beide journalisten op de gezondheid
der toeschouwers. Luide toejuichingen. Toen stond
een der leeuwen op. Groote onrust onder het publiek,
vele dames werden bleek, maar do angst was onge
grond. De leeuwen stonden onder den invloed van
het oog van hun meester en waagde het niet, de
indringers iets te doen. Toen de beide raaunen het
hok verlieten, werden zij met stormachtigeu bijval
begroet.
De oude mr. Jacob van Lennep kon verbazend
vlug werken. Iemand, die een jaar of dertig gele
den met hem iu aanraking kwam, deelt daarvan het
volgende staaltje mede
Onze rederijkerskamer zou haar 25jarig bestaan
vieren, en bij die gelegenheid werd een prijsvraag
uitgeschrevendriehonderd gulden voor het beste
tooneelstuk. Als leden van de jury fungeerden,
behalve J. J. L. Ten Kate en W. J. Hofdijk, ook
onze Van Lennep.
Acht werken kwamen in, lijvige stukken slecht
geschreven meest, en ruim twee dagen had ikMdie
secretaris der feestcommissie was, werk om er door te
komen. Zelf bracht ik ze toen bij Van Lennep, het
oudste jury-lid.
Uiterst hupsch en vriendelijk was de ontvangst in
Van Lennep's studeerkamor. We praatten lang en
veel, en bij het afscheid vroeg ik bescheiden wan
neer het hem ongoveer schikken zou, dat ik de
stukken terughaalde.
«Kom morgen-middag, als ge hier voorbijgaat,
maar even aan was het antwoord.
Nu, ik verwachtte niets anders dan een vergeef-
sche reis, maar toen ik mij den volgenden dag aan
meldde, bleek mij waarlijk dat hij met alles al ge
reed was. Vier vellen folio-papier legde hij voor
my neer, aan alle kanten volgeschreven, zestien pa-
ginaas critiek dus over de acht stukkeu, di# ik hem
een dag te voren gebracht had. «Ik heb er maar
wat haast mee gemaakt*, zeide hy, «want ik moet
van avond naar Den Haag in de Loge sproken, en
daarvoor nog het een en ander nazien".
Ik was een en al verbazing, en onwillekeurig ont
snapte mij een«Hoe is het mogelijkMaar
thuis gekomen, steeg mijn verbazing tot bewonde
ring, toen ik de critiek las, die duidelijk toonde
dat alles was gelezen en uitstekend overdacht. Het
was een leerrijke, onderhoudende, ja soms vermake
lijke lectuur, nu en dan afgewisseld door kleine vers
jes, waarvan ik ïfrij er, helaas nog maar één her
inner. 't Was in de^ rritiok over een stuk, mot het
motto Wij zullen zien wt}ke, alles behalve malsch,
aldus eindigde:
Ga en keer weder naar uw kame?a
Eu oefen u een jaar of tien
En zyt gij dan wellicht bekwipaer, V v
Kom dan eens weer! Wij zuVen zien
Jammer, dat al het werk voor niets was geweest,
want de prijs van drie honderd gulden kon niet
worden toegewezen.
Het gerucht loopt te Berlijn, dat ten gevolge
van het openbaar maken der bescheiden tegen Bis
marck, zijn zoon Wilhelm, de regeeringspresident
van Hanover en zijn schoonzoon graaf Rantzau, de
Duitsche gezant in den Haag, zouden aftreden.
De Keizer heeft zijn vast besluit uitgesproken,
geen vrijziuuige te bevestigen als burgemeester van
Berlijn. Daar Berlijn zeer radicaal is, dreigt dien
tengevolge een ernstig conflict met de stad.
Bij de discussie over Dahomey in de Fransche
Kamer richtte de heet Pourquéry tót de regeering
eene vraag, welke hij later in eene interpellatte ver
anderde eu waarover de onmiddellijke discussie werd
gelast. Hij wenschte namelijk nadere inlichtingen
over het gebruik v»n het krediet van 3 millioen.
Tevens vraagt de heer Delaunay ophelderingen omtrent
de kolonialo politiek in Dahomey.
Do minister Cavaignac antwoordt, dat de bevel
hebbers dor land- en zeemacht iu last hebben elk
ander bij te staan en brengt bewijzen bij, ten oetooge
dat dit werkelijk geschiedt.
Hij (minister) neemt de verantwoordelijkheid op
zich van de weigering tot ontscheping, welke nood
lottige gevolgen zou gehad hebben. Men behoort
hulde te brengen aan den officier, die in deze het
initiatief nam Rumoer links).
De heer Pourquéry stelt daarop een motie voor,
waarin de regeering wordt uitgenoodigd aan een
enkel hoofdofficier het bevel over de land- eu zee
macht in Dahomey op te dragen.
De minister Cavaignac verzet zich tegen deze
motie, welke evenwel met 287 tegen 150 stemmen
wordt aangenomen.
Na deze stemming verlaten Cavaignac en de an
dere ministers de vergaderzaal.
In de couloirs wordt verhaald, dat Cavaignac zyn
ontslag bij den heer Carnot heelt ingediend.
De andere ministers zijn in een van de bureaux
der Kamer bijeengekomen, om over hunne houding
te beraadslagen. Cavaignac dringt er bij den mi-
nister-president op aan, dat het geheele kabinet zich
niet verantwoordelijk stelle.
Het einde der gedachtenwisseling zou zijn, dat de
ministers hebben besloten aan te blijven, met uit
zondering van Cavaignac.
De correctioneele Rechtbank te Rijeel heeft ai de
leden van het syndicaat «Notre Dame de l'Usine"
tot 35 fr. boete veroordeeld. Het syndicaat is ont
bonden. De vervolging werd, zooals men zich wel
licht herinnerd, ingesteld op grond „dan in het syn
dicaat waren opgenomen personen die buiten de ny-
vorheid stonden: Katholieke geestelijken, en verder
omdat het syndicaat zich in de jongste algemeene
vergadering met godsdienstige en maatschappelijke
vragen had beziggehouden, voornamelijk met propa
ganda in Katholieken zin.
Ravachol is gisterenochtond te Montbrison geguil
lotineerd. Hij werd in een rijtuig vervoerd en slaakte
de gewone uitroepen. Hij wilde nog spreker.maar
kon alleen «Leve de Anarchie" roepen.
De Pall Mall Gazette bevat 3 kaartjes in zwart
en wit van het kiesdistrict Londen iu 1885, 1886
en 1892. Wit «lelt voor het gebied der liberalen,
zwart dat der tories. «Natuurlijk zwart", zegt het
radicale blad onbeleefd. In oen oogwenk ziet men
dat een groote witte plek in 't noorden en in 't
zuidwesten, in 1886 toen Gladstone op grond van
zijn Home Rule plan verslagen werd, byna geheel
door 't zwart was ingeslokt, terwijl het in 1892 byna
iu dezelfde grootte terug is gekeerd. Het aantal
der Ubende vertegenwoordigers van het «bolwerk
der tories" dat in 1885 26 en in 1886 11 bedroeg,
is thans tot 25 teruggekeerd. Een kleine hoek was
in 1886 afgezonderd voor de liberaal-uniouisten in
het noordwesten. Dit hoekje, dat «bij gebreke aan
iets dat zwarter is dan zwart," met streepjes wordt
aangegeven, is thans zeer ingekrompen.
In 't algemeen zijn echter de liberaal-unionisten,
die zich tegen Home Rule verzetten en daarom met
de conservatieven samengaan, niet achteruitgegaan,
zooals hun door de partij van welke zy zich af
scheurden, was voorspeld. Integendeel hebben zij
7 zetels gewonnen. De zuivere winst der Gladstoni-
anen bedroeg 28.
Koning Oscar van Zweden schijnt in zyn conflict
met het radicale ministerie, dat door de meerderheid
van het Noorsche volk gesteund wordt, zyn wil te
zullen doordrijven. Door Dalziel wordt gemeld.dat
naar alle waarschijnlijkheid een ministerie zal worden
gevormd uit de rechterzijde.
LIJST van brieven, geadresseerd aan oubekenden
gedurende de 2e helft der maand Juui 1892 en