I
I
=1
HAAR VADER.
rij.'
N° 4886,
h
1898.
BINNENLAND.
Zaterdag 16 JatL
2V ieuws-
en
FEUILLETON.
knecht.
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken*
ida.
De inzending van advertentie kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave-
iOsijn,
le
en,
acht.
F
i
f;l
Lf
ikomen by
Eun adres
I.
het recht
(Uit het Fratucl.)
honger,
I
I
de openbare tusschen-
Wordt eervol verleend tegen 1 September
ADVEUTBNT1EN worden geplaatat
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Bovendien worden alle Advertenties gratie
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
’twelk des Maandags verschijnt.
ge-
welke
ironder
gecom-
itereun-
>f post
ille tot
nochten
der 14
aan du
5.80
rvoor u
5 staan.
tte
Persoon
i de Boek-
ndag 18 i
van Loten
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelyk»
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco
per post f 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
GOUDSCHE COURANT.
i zijn
zijne
'I
gevoel overweldigd, over het bed, greep door het
dek heen de voetjes van zyne lieveling, kuste die
herhaalde malen en drukte zijne wang er tegen aan,
met de uitgelatenheid van een kind. De onderwij
zeres staarde met het diepste medelijden op het kale
hoofd en zag het in hare v-erbeelding zóó op de
knieën zijner vrouw rusten, in den tijd toen zij hem
nog door liefde regeerde, voordat zij hem, door
middel van hot kind, tot haren slaaf had gemaakt.
Wanneer het kind vrouw zou zijn geworden en hij
bij haar kracht en troost zou hebbenVevonden, zou
hij een oud, afgeleefd man zijn, naar den geest ver
lamd, wien 'slechts overbleef op zyn post te sterven.
Er werd gescheld^ ei\ alle drie keken verschrikt
op, doch een blik van het kind stelde de anderen
gerust. Neen, dal kan mama nog niet zijn.
Nochtans stond de gader op om zich zelf te overtuigen.
Toen richtte de zieke zich overeind en op den
elleboog leunende, vroeg zy op smeekenden toon, na
een blik op du deur te hebben geworden om^zich
te verzekeren, dat haar vader niet daar was:
Zult ge later dog eens aan mij denken»?
Het was slechts de uitdrukking van eene gedachte,
welke de andere geraden had, maar zy kon het niet
in woorden hooren uitspreken.Wal zegt ge daar?
sprak zij, het hodfdje van de zieke tusschen hare
beide handen nemende. Wat zegt ge daar? liqf,
stout kind’. Hoe komt ge op die gedachte? De
volgende week komt ge weer op schoolik verwacht
myno kleine Giulia; ik reken er vast op. Ik kan
aan schippers in deze gemeente, te antwoordenle
dat het den raad niet bekend ia dat het water ia
de grachten alhier zóó verontreinigd is als die
vereeniging meent en 2e dat de Goudsche Wa-
terleiding-Maatschappij op zeer voordeelige voor
waarden water uit de waterleiding beschikbaar
stelt voor sloom- en zeilschepen, zoodat zoowel voor
schippers als ingezetenen goed water te verkrijgen ia.
In deze zitting kwam voorts eene missive in van
den heer W. Lotsy, kennis gevende dat hij onder
hartelijke dankbetuiging voor de benoeming tot ge-
meeute-ontvangerzijn ontslag neemt als Lid van
den Gemeenteraad en als Ambtenaar van den Bur
gerlijken stand.
De voorzitter spreekt naar aanleiding daarvan tot
den heer Lotsy een woord van dank voor de dien
sten door hem als raadslid aan de gemeente bewe
zen, waarmede de vergadering zich, vereenigt.
Vervolgens legt de heer Lotsy in handen van den
Voorzitter de bij de Wet gevorderde eedeu af
als geineeute-ontvanger. K
De Voorzitter zegt daarop
Mijnheer Lotsy!
Ik wensch u geluk met de aanvaarding van de
betrekking van gemoente-ontvanger en ik hoop dat
die door u lang zal worden waargenomen ten nutte
der gemeente en tot voldoening van u zelf.’
De heer Lotsy vraagt daarop het woord en zegt:
M. de Voorzitter!
Nu het de laatste maal is dat ik als Raadslid
hier zitting heb, wensch ik een enkel woord tot af
scheid tu spreken.
Ik moet erkennen dat ik de betrekking van lid
van den gemeenteraad van Gouda met veel genoegen
heb waargenomen. Zeer zeker had ik meer kunnen
doen, doch mijne beste krachten heb ik aangewend
tot bevordering vau de belangen der ingezetenen en
den bloei der gemeente.
Over eenigen tijd zal mijne plaats in dun Raad
IL-LL—
De vergadering betuigt hare instemming
met die woorden.
2. De rekening der gemeente, dienst 1891.
Wordt gesteld in handen eenei* Commissie, tot leden
waarvan‘worden benoemd de hh. Fortuyn Droogleever,
Straver en van Veen.
3. De rekening van den Kassier der stedelyke
Bank van Leening 1891/92.
Ter visie.
4. Een adres van Mej. E. Óijtsma, verzoekende
ontslag als onderwijzeres aan de openbare tusschen-
school.
Wordt eervol verleend tegen 1 September
e. k. of zooveel vroeger als hare opvolgster zal zijn
benoemd.
5. Eene missive van den Burgemeester dezer ge
meente, médedeelende dat de Commissaris der Konin
gin namens den Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft verzocht intrekking van eenige artikelen der
Verordening op de prostitutie en publieke hui
zen, ten einde te voorkomen dat die (evenals te
Groningen geschiedde) verpiet{gd wordt. De Com
missie voor do Strafverordeningen, wier advies
gevraagd was, stelde voor inlichtingen te vragen aan
den Minister welke wijzigingen bedoeld worden, daar
geheele intrekking dier artikelen door haar niet wen-
schelijk wordt geacht.
Op voorste! van den heer Koning wordt besloten
dit voorstel dadelijk te behandelen, (daar het niet
geldt het nemen van een besluit, maar slechts het
vragen van inlichtingen) waarna het zonder hoofde
lijke stemming wordt goedgekeurd.
6. Eene missive van J. Schoonderwoerd, verzoe
kende benoemd te worden lot sluisknecht.
Ter visie.
De Raad keurt daarop goed de Rekening van de
Exploitatie der Stedelijke Gasfabriek, dienstri.891,
het adres van de Schippersvereoniging
betr. het verstrekken van drinkwater
al moest het langs den weg loopen bedelen, zooals
ik geleden heb. O, mijn arme vaderWat heeft
hij om mijnentwil niet verduurd. En wat heeft het
mij gekost zoolang te doen, alsof ik niets zag> niets
begreep, om hem te sparen wat het grootste leed
voor hem zou zijn geweest. Grooter wordende had
ik dit niet kunnen volhouden daarom is het beter
dat ik heenga. Wanneer ik er niet meer zijn zal,
kan hij, zoodra het eerste verdriet voorbij is, alleen
gaan wonen en althans nog enkele jaren rustig in
de herinnering aan mij leven. Ik ga heen met die
troostende gedachte en naast zijnen naam staat ook
de uwe in mijn hart gegrift, mijne lieve leermees
teres, mijne moederlijke vriendin. Nu sprak zij
overluid, haren vader glimlachend aanziendeIk
ben veel beter, ziet u wel Ik zal gauw weer op
school kunnen komen.
Een koeltje ruischte door de boomen, de jaloezie
woei open en eenflfconnestraal viel in de kamer. Op
dit oogenblik hoorde men op den Corso de muziek
der bursaglieri die voorbij trokken.
De vader herinnerde zich de verrukking, welke
het kind eeuige jaren tu voren had getoond, Wn
zij voor hef eerst, in Je nieuwe woning, do muziek
gehoord had.
Er komen gedurende de ziekte van die ons dier
baar zijn oogenblikken voor, waarin een woord, een
u t eener bloem, de klank van een
lied in de verte de hoop eensklaps als eene vlam
De vader boog zich, door zijn
GOUDA, 15 Juli 1892.
In de hedenmiddag gehouden vergadering van
den gemeenteraad, die door 15 leden werd bijgewoond,
(afwezig waren de heeren Prince en Oudijk, de eerste
wegens verblijf buitenslands, de laatste wegens onge
steldheid) werd door den Voorzitter medegedeeld,
dat Gedeputeerde Staten hadden goedgekeurd het
raadsbesluit van 24 Juni 11. tot het voeren van een
rechtsgeding met het hoogheemraadschap Schieland.
Voorts doelde de Voorzitter mede, dat het adres
van den Gemeenteraad aan de Prov. Staten in zake
de schadeloosstelling wegens het gemis van het recht
tot tolheffing was verzonden.
(Dit adres is op pag. 2 en 3 van deze courant in zijn
geheel opgenomen.)
Deze mededeelingen werden voor kennisge
ving aangenomen.
I^ftvolgende stukken kwamen bij den Raad in
t. Eene missive van den heer J. M. Noothoven
van Goor, mededeolende zijn ontslag te nemen als
Lid der Commissie van Toezicht op het Lager On
derwijs.
De Voorzitter zegt naar aanleiding dier missive
het volgende
Myne Heeren!
Als ik mij niet vergis is de heer Noothoven van
Goor gedurende 18 jaren in die betrekking werkzaam
geweest, eerst als Lid, toen als Secretaris, daarna
als Voorzitter.
Hij heeft die betrekking waargenomen met bui
tengewone bekwaamheid en grooten ijver en de be
langen der gemeente dus zeer gediend. Wij stellen
dat alles voipzeker op hoogen prijs’. Ik stel voor
den heer van Goor hartelijk dank te zeggen voor
hetgeen hij ook in die betrekking voor de Gemeente en besluit op
heeft verricht. I «Schuttevaer
1»)
Mijn arme, zieke vader zou mij over eenige jaren
ontnomen worden en dan zou ik erger dan alleen
zijn in de wereld. Ik ben het lijden ^oo moede.
Ik heb zooveel geleden sedert ik begon te begrijpen
ên ik heb zoo vroeg begrepen. Het is treurig de
liefde van zijne moeder te moeten ontberen, maar
nog veel treuriger is bet om te moeten aanzien hoe
mijn vader door haar gekweld en vernederd wordt,
mijn vader, die alles voor mij is en mij zoo lief
hooft. O, lieve vriendin, hoeveel verdriet, hoeveel
schande heb ik mee aangezien en geraden. Twist,
drift, verwijtenwreede plagerijenafschuwelijke
wdbrden, altijd door, in mijne tegenwoordigheid, aan
tafel, naast mijn bed,’s nachts en overdag. Het sneed
mij door de ziel als ik miinen vader hoorde snikken,
en nog erger dan die uitbundige smart was “i:~
zwijgendat dikwijls dagen lang duurde, en
stille onderwerping der laatste jaren, toen hij nog lichtstraal, de geur
maar alleen voor mij leefde. Neen, nooit heeft een lied ir. de
kind geleden, van honger, van mishandeling geleden, doet opflikkeren. 1