mmmm Kost en Inwoning Zeer Nette Gesteendrukte Baltenlandscb Overzicht. PETROLKUM-NOTEEMNGEN APVERTENTIÈN. A. BRINKMAN en Zn. Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam Burgerlijke Stand. worden GELEVERD door de billijkheid brengt mede, dat tot hunne bewaking de militaire macht medewerke. Het schynt echter dat de heer Seyffardt deze over wegingen van ge|n belang acht en de opheffing van de posten bij de gevangenissen begrepen blyft in zijn plan om den wachtdienst der militairen zooveel moge lijk te beperken. Er zijn echter wel wachtposten, welke men ge makkelijker kon missen, dan die by de gevangenissen, zouden wij zoo zeggen. Men schrijft aan de A. Ct. „Werd in een vorig nummer een voorbeeld vermeld boe volgens het Utr. Dagbldank zy de verbeterde controle, iemand zonder plaatskaartje van Den Haag naar Amsterdam en terug reisde, thans kan omtren die controle nog het volgende worden medegedeeld Sedert de groote uitbreiding het vorige jaar op de lijnen der H. S. M. aan de abonnementen gegeven, zijn ook de zoogenaamde smokkelreizen daarop zeer toegenomen, vooral tusschen de stations Amsterdam: en Haarlem, waar het aantal abonné's zeer groot is wordt van de wellicht minder goede inrichting der kaarten veel misbruik gemaakt. Wat toch is het geval De abonneraentskaaiten, hetzij le, 2e of^3e klasse, rijn natnurlijk ook persoonlyk, doch op die kaarten, geldig op een zeker traject, ontbreek- het portret van den houder, waardoor de gelegeuheid is opengesteld, dat ook andere huisgenooten van datzelfde abonne ment gebruik maken. Immers nog conducteur, noch controleur kunnen zien of weien, dat de voornamen van den houder niet overeenstemmen met de voor letters op de abonnementskaart vermeld, en mcermalon gebeuit het dan ook, dat twee of drie personen van eenzelfde kaart gebruik maken, de houder en eigenaar dagelijks, de broeder of broeders eenmaal per week des avonds. Andere „smokkelrei(sjes*, minder ingrij pend, doch op groote schaal gedaaan, zijn vooral des Zondags aau het station Haar!en op te merken bij de avondtreinec naar Amsterdam, waarbij door de eouducteurs zeer zelden en, indien de trein te Iaat is, nooit wordt gecoutroleerd. Reizigers voorzien van plantsbiljetten 3e klasse stappen heel gerust in de 2e, 2e klasse reizigets in de le klasse. Heeft men plaats genomen en wordt er gecontro leerd, welnu, dan is het nog de tijd, de vergissing* te merken or zich door den beambte een plaats in minder rang te doen aanwijzen, welke klasse volgens hunne meening vol was. In den regel, vooral bij de treiDen 40, 122 en 46, worden de portieren met den uitroep/rallen voor Amsterdam" en «Halfweg" dichtgeworpen eu onge stoord bereikt men de hoofdstad, waar, bij de ver beterde controle, aldaar deze overtreding natuur lijk niet kan worden waargenomen. «Het school-rapport van een koning. Naar men aan het „Neue Wiener Tagblatt uit Belgrado schrijft, hebben de onderwijzers van koning Alexander van 8ervië na afloop van het examen onder het presidi um van den gouverneur een vergadering gehouden, waariu het volgende rapport omtrent Jen koninklij ken leerling werd uitgebracht„Z. Majesteit Ko ning Alexander heeft het examen in de studiovakken als volgt afgelegd 1. Moraat-theologie, voorgedragen door den rector Firmilian, wekelijks een uur, uitmun tend 2. Fransche taal, professor Magroch, wekelijks een uur, uitmuntend3. Stereometrie en trigonome- beiden «Zelfs voor Miss Dickson?" „Waarom noemt gij Miss Dickson „Omdat iedereen over haar spreekt!.... O, zij is zoo mooiDoor haar zou Trouville zijn vorigen glans terugkrijgen. Het is waaraan den eenen kant Trouville, aan den anderen kant Miss Dickson, dan wed ik op Miss Dickson. Zij is prachtig! Laatst zag ik haar te paard aan het strand. Zy was ora te schilderen! Een portret van Carolus „Van portretten gesproken, mijnheer de Bernière," vroeg de Amerikaan, „kunt gij, die zulk een fijnen smaak hebt, mij ook een schilder aanbevelen voor den aanstaanden Salon. Maar het moet een uitman- 1 tend schilder zijn, die mevrouw Montgomery zou kunnen treffen!" „Die mevrouw Montgomery zou kuDnen treffen?" herhaah'e Bernière. Door zijn monocle keek hij het dikke mannetje aan, die zeer in zijn schik scheen te zijn met zijn vraag; hij zag hem eenigszins spottend aan en dacht „die mannen!" „Die mevrouw Montgomery zou kunnen treffen? Maar, mijn beste heer, er is juist een landgenoot van u, een Amerikaansch schilder, zeer in de mode, sedert zijn beroemd vrouwenportret in het genre van Whistier.... de schilder der Vrouw in het Zwart.... Eduard Harrison Het kalme, goedige gezicht van Montgomery was opeens betrokken. trie, professor Stokovics, wekelyks drie uur,| uitmun tend 4. Engelsohe taal, professer Nedics, wekelyks een uur, uttmuntend5. Logica, professor Schlivics, wekelyks een uur, uitmuntend6. Duitsche taal, professor Römer, wekelijks twee uur, uitmuutend 7. Algemeene litteratuur-geschiedeuis, professor staats raad P. Georgevics, twee uur wekelyks, uitmuntend 8. Romeinsch recht, professor staatsraad Gerschics, vier uur per week, uitmuutend 9. vestingbouw kun de, professor Majooor Stun kevies, eeu uur per week. zeer goud 10. Servische litteratuurgeschiedenis, pro fessor Boskovics, een uur week, uitmuntend; 11. taktiek, professor majoor Pavlovics, drie uur per week, uitmuntend12. algemeene wereldgeschiede nis, professor Couosevics twee uur per week, uit muntend 13. latynsche taal, professor J. Georgevics, een uur per week, uitmuntend. Het examen had in de bovenstaande volgorde plaats en duurde voor- elk vak eon uur. Het examen werd bygewooud door de regenten, den aartsbisschop, don president van den ministerraad, den president en de vice-pre sidenten der Skoepohtina, den miuister van onderwys en justitie, den president en den vice-president van den raad van State, de voogden van Z. M. den Ko ning en den rector van de hoogeschool. Belgrado, 25 Juni (7 Juli) 1892. De gouverneur van Z. Ma jesteit den Koningoverste by den generaleu staf Johau Mischkovics.* „Dus 12 „uitmuntend", eeu „zeer goed" Flink, Alexander," zegt de Frankfur ter„nu alleen nog maar een beetje vestingbouw- kunde bygeblokt, opdat ook de heer majoor Stan- kovics wat toegeven kan en de vorderingeu van zyn kweekeling niet alleen „zeer goed" maar „uit muntend" vindt, en de menschehjke volmaaktheid nestelt in de schaduw van den Servischen konings troon 4 In do Hervorming, het orgaan van den Protestan tenbond, heeft de redacteur J. van Loeneu Martinet, predikaot te Santpoort, een reeks van artikelen ge schreven, getiteld „De private grondeigendom voor de rechtbank van godsdienst en zedelijkheid. De schrijver verklaart zich daarin een voorstander vau de landnationalisatie bij noemt den privaten grond eigendom „een roof", eu schrijft de woorden 4ua van Henry Georgealle private eigendom is diefstal. Natuurlijk bedoelt hij dat niet in dien zin, dat op hen, die thans den grond in eigendom hebben, al de verachting behoort te worden uitgestort, die in onze maatschappij gewoonlijk aan dieven ten deel valt, maar de iusteilt^g, de private grondeigendom in zijn geheel, het feit', dat enkelen gerechtigd zijn om do woonplaats der menscheu, de voorraadschuur, de bron van allen rijkdom in beslag to nemen, kan hij voor zijn godsdienstig-zedelyke overtuiging niet billijken; meent hij, dat door allen uitgodsdienstig- zedelijk oogpunt ten sterkste moet worden bestreden. De redacteur van de Hervorming hoopt daarom, dat de Protestantenbond de afschaffing van den pri vaten grondeigendom op zijn programma zal plaatsen edoch, Gelria merkt hierbij op, dat hy waarschijnlijk in sociaal-politieke quaesties nog te weiuig in de practijk is geweest, om te gevoelen, dat tusschen het uitspreken van dien wonsch en de vervulling ervan nog een geweldige afstand ligteen afstaud die mis schien nooit overbrugd zal worden. Maar, zegt ge noemd blad verder, niettemin is het openlijk getui gen van dezen predikant voor de landnationalisatie een merkwaardig verschijnsel. I „Harrison," zeide hij, „dat gaat niet!" „Waarom?" „Omdat hij de eerste man van mijn vrouw is j „Is het toch waar?" sprak Bernière. Hij had lust ora er bij te voegen: „Nu, wat zou dat? Des te beter kent hij haar!" Maar dit sceptische woord hield hij binnen. Hij was alleen, verwonderd dat de mooie mevrouw Montgomery niet zoo verstandig was geweest om dadelijk haar tegeuwoordigeu man te kiezen en langs den kortsten weg tot den heer Montgomery te komen. Maar, een vrouw kan zich vergissen „Daarvoor dient de echtscheiding," zeide Montgo- mery kalm. „Zonder de echtscheiding is het huwelijk een gevangenis." „En met de echtscheiding, een gevangenis, waaruit ontsnapping mogelyk is!" „Zoo is het!" „Nu, beste mijnheer, ik wenscb mevrouw Mont gomery geluk met hare ontsnapping, en ik wensch u geluk, dat gij daarvan gebruik gemaakt hebt Gaat gij eens mee kijken naar de paardjes?" „Gaarne. Ik amuseer mij altijd met naar'het spelen te zien." „En gij zelf?" „O," zeide de Amerikaan, „ik speel nooit, nooit! Het geld, dat men bij het spel verliest, is als brood, dat men wegwerpt; men besteelt hen,die het niet hebben j Bernière vroeg zich af, of de Amerikaan dit maar niet zeide, om effect te maken, uit aanstellerij. Maar j „Merkwaardig, omdat het een der hoofdmannen in zyn kring is, die hier, en dat is nog altyd noo- dig, de erkenning uitspreekt van de sociale quaestie, en tevens het middel meent te kennen om haar op to lossen. Merkwaardig ook hierom, omdat ditmaal eens op zeer sprekende wyze wordt aangetoond, dat moge de een of audere kerk of kerkelijke party al lyurecht staan tegenover al wat getykheid, vrijheid en broeder schap in zijn vaandel schrijft, de godsdienst op zich zelf daaraan geen schuld heeft. „Dat is het, waarvan vooral de democraten wel wat vaster overtuigd mochten zijn In hot jongste nummer komt de hoor F. Bartelink, te Steeuwyk, op tegeu de beschouwingen van dei redac teur. Hy acht het bedenkelijk, dat in het orgaan van den Ned, Prot. Bond over zulke onderwerpen aldus wordt geschreven, waarvan het verlies ven vele medestan ders op godsdienstig gebied het gevolg kan zijn. Hij gaat verder in enkele punten het betoog van den heer Van Loenen Martinet ua, om te doen uitkomen, hoe oenzijdig en onlogisch daarin eeuige voorname stellingen worden behandeld, en hoe daarin ten oenen- male wordt gemist alle bewijs, dat de toestanden beter zullen worden door de opheffing van het privaat bezit, en elke wederlegging van do bezwaren, door mannen van wetenschap tegen de landnationalisatie aangevoerd. De Haagsche correspondent der N. Gr. Ct. weet nog mode te doelen, dat èn de kieswet èn de leger- wet voor het nieuwe parlementaire jaar, dus in Augustus bij de Kamer zulleu inkomen. De correspondent zou het betreuren, „als de wensch van enkelen om de belasting-hervorming in de helft te staken en eerst het kiesrecht ter hand te nemen, ingang vond. Er bestaat nog altijd eenige vrees daarvoor. Dezer dagen werd in welonderrichte kringen verzekerd, dat de minister Tak van Poortvliet nog altoos vóór zulk een orde van werkeu gestemd is en dat deswege in den boezem van bet ministerie geen volkomen eenstemmigheid heerscht. Vandaar, dat er als 't ware tusschen de heeren Pierson en Tak een soort van wedloop plaats heeft. Ik heb zelfs maar ik sta daarvoor niet in hooron verzekeren, dat de poging, van liberale zijde beproefd om de invoering der vermogensbelasting een jaar te verdagen, niet zoo geheel vreemd wus aau den wensch van den heer Tak oin bij een algemeene verkiezing bet lokaas- van de vrijziooige belastinghervorming aan de natie te kunnen voorhouden. Indien echter de bedrijfsbelasting en de peraequatie der grondbelasting nog iu Augustus bij de Kamer inkomen en, nu de vermogensbelasting met Mei 1898 in werking komt, vóór dien tyd kunuen worden afge daan, dan zal het weinig gevaar opleveren dat ook de kieswet reeds is aangeboden. Deze kau dan ook wol worden onderzocht, maar de afdoening daarvan vóór Mei e. k. is toch niet zeer waarschijnlijk. Hat ligt meer voor de hand dat dan na de tweede serie der belnsting-ontwerpen eenige rust genomen en de kiesrecht-hervorming weer in een zoraerzitting van het volgend jaar ter hand genomen wordt. De nieuwe kieswet zou dan in 1894 kunnen in werking treden*. Zooals wij dezer dagen mededeelden, gaf het Haag sche Dagblad in overweging, met het oog op de cholera iu Rusland, het Spoorwegcongres te 8t. Petersburg uit te stellen. neen, volstrekt niet, de door arbeid ryk geworden man meende het eerlyk, hy wilde het met werken verdiende geld slechts nuttig besteed zien. Langzaam wandelden zy naar het Casino, de zee schitterde ver weg in den zonneschijndo jonge man zettte bet gesprek voort. Denk niet, dat ik gierig ben," antwoordde Mont gomery. „Ik geef toe, dat men het goud uit het raam werpt, maar dat men het laat weghalen door het schopje van den croupier, dat vind ik al te dwaas „Kom! het spel is even goed als ieder andere hartstocht," sprak Bernière. „En die zijn er toch al zoo weinig!" „Vindt' gij dat?.... Gij zijt wel gelukkig!".... „Volstrekt niet; ik verveel mij verschrikkelijk. „Trouw dan." „Waartoe?" „Wat drommel!" riep de Amorikaan. „Al was het maar ora kinderen te krijgen!" „Alsof het leven de moeite waard is, om het hun te schenken!.... Eu dan men is wel zeker, een vrouw te hebben, maar niet zeker, kinderen te zullen krijgen. Gy hebt ze ook niet!" „Pardon," zeide Montgomery lachend, „ik heb een vrouw eu die is mijn bedorven kindje!" „Wij begrijpen elkander niet, waarde heer," zeide Bernière, toen zy vlak bij het Casino waren. ?Gij zijt een man van de daad, ik ben een man van den twijfel.... Dat zijn wij allen op liet einde der negen tiende eeuw!" (Wordt vervolgd.) Thans zijn de uitnoodigingen door het „Comité de direction" van de „Commission internationale du Congres des Chemins de for" to Brussel tot bijwoning van het congres te Peteisburg verzonden. Daarin wordt het gevaar, aan het bezoeken van dit congres verbonden, zeer goring voorgesteld en gezegd, dat de vreemde afgeraardigdon niets van do cholera te vreezen hebben. Het Dagbl. hoopt echter, dat men hier te lande zoo voorzichtig zal wozen onze spoor- en tramweg- ambtenaren niet naar Petersburg te zenden en hen aldus bloot te stellen aan de gevaarlijke ziekte, daar gelaten nog dat de verspreiding der epidemie door zulk een congres bedenkelijk wordt bevorderd. Frankrijk bekleedt een eersten rang in de pyrotech- nie. Do Fransche vuurwerkors zijn de leveranciers van de meeste gekroonde hoofden. Op drio punten van Parijs zijn ter gelegenheid van het nationale herinneringsfeest, op 14 Juli (inneming der Bastille), groote vuurwerken afgestoken. Eén daarvan onder scheidde zich bijzondor, omdat daarbij, voor de eer ste maal electrioiteit is aangeweud. In sommige openbarp vermakelijkheden waren tot heden in dien geest proeverT op beperkte schaal genomen, die trou wens voortreffelijk slaagden hier kon, dank zij de nabijheid der electricitöitsfabriek van het 19de ar rondissement, de proef in het groot genomen worden met eeu voldoend aantal lampen. Het electrische vuurwerk wisselde af met het gewone en maakte veel effect. Door eene kunstige verscheidenheid van kleuren wist men eene verwonderlijke uitworking te verkrijgen. Het Parijache publiek zal dus voor het eerst van deze uitvinding genoten hebbeu, die wel dra op de tentoonstelling te Chicago opgang zal ma ken. Het schijnt, dat het electrische vuurwerk allo temperatuursveranderingen trotseert en met den re gen spot. Het nog niet goheel uitgeroeide vooroordeel tegen eeuo universitaire opleiding van vrouwen heeft miss Helen Gladstone, dochter van den staatsman, een geestig opstel in de pen gegeven. De mannen, schrijft zij, hebben er nooit iets verkeerds in gevonden wan neer hooggeplaatste vrouwen de academische studie gemakkelijker maakten voor mannen. Er bestaan aan de Engelscho hoogesoholen een aantal beurzen en inrichtingen voor studie, door vorstiunen en adel lijke vrouwen gesticht, en de mannen hebben dat altijd als iets zeer loffelijks aanvaard en geprezen. Ook hebben zij bet nooii afgekeurd, als beroomde vrouwen in de klassieke wetenschappen aan mannen gelijk waren. Van Plutarohus weten wij dat Cleopatra al de toenmalige beschaafde talen en al do tongvallen van haar rijk meester was; lady Jane Gray was eene geleerde vrouw; koningin Elisabeth pronkte met hare taalkennis; Catharina van Rusland redetwistte, als gelyke, met de Fransche philosofenvele middel- eeuwsche burchtvrouwen en abdissen bezaten meer dan gewone bedrevenheid in de genees- en heelkunst van haar tyd. Voor die talenten zijn de mannen ten allen tijde vol bewondering geweest, en de eerste moet nog gehoord worden, die er iets „onvrouwelijks" in vindt. De tegenwerping, dat vrouwelijke hersenen in het algemeen minder voor ontwikkeling vatbaar zouden zijn dan mannelijke, verwaardigt miss Gladstone zich niet te beantwoorden. Het is voldoende, zegt zij, te weten dat er vrouwen zijn, wier verstand de moeste eener universitaire opleiding loouen zou. Maar dit is het opmerkelijke: terwijl de mannen, iu beginsel, niets aanvoeren tegen het bezitten van wetenschappelijk e kennis door vrouwen, hebben zij eenen stroom van tegenwerpingen bij de hand, zoodra er sprake van is ora vrouwen in de gelegenheid te stellen die kennis te verwerven langs dezelfde wegen als mannen. Eeue geleerde vrouw: besteene vrouwelyke student: foei Hier komt miss Gladstone op grond harer per soonlijke ervaring tegen op. Een meisje van meer dan gewonen aanleg, zegt zij, is in het ouderlijke huis bijna nooit in de omgeving die haar het beste past. Zij wordt of als een woniler aangezien, over het paard getild en verwaand gemaakt; of zij wordt uilgelachen, af gesnauwd, ontmoedigd en bedorven voor alles. Aan eene hoogeschool zou zij in aanraking komen met een aantal andere personen die in aanleg en kunde haar gelijken of bare meerderen waren, en zoo doende zou alle dwaze inbeelding haar afgeleerd worden. Geen inrichting is in dit opzicht, zoowel om nederigheid te leeren als om moed te geven en tot inspanning te prikkelen, met eene hoogeschool te vergelijkenmaar het is alsof deze waarheid, die eenparig erkend wordt ten aanzien van jonge mannen, ophoudt eene waar heid te zijn, zoodra er sprake is van jonge vrouwen. Miss Gladstone geeft eene aantrekkelijke beschrijving van het leven dat een meisje, als student, leidt; hoe vroolijk, opgewekt en leerzaam het is; hoe ontwik kelend in alle richtiugen, zoowel door de leiding der studiën, als door de aanrakiug met verschillende personen, inrichtingen en gezelschappen. Zij is daarom van meening, dat het voorrecht eener universitaire opleiding geenszins bepaald behoort te blijven tot meisjes van geheel buiteugewonen aanleg, of tot de zoodanige die zich voor een geleerd beroep wenschen te benwamen. Deze eisch wordt ook aan mannen niet gesteld, en toch zal niemand de voordeelen ont kennen, die er voor de maatschappij in het algemeen uit voortvloeien dat een aantal mannen, van niet meer dan gewone geestesgaven en die geen wetenschappelijk beroep uitoefenen, in hunne jónge jaren de intellec tuele atmosfeer eener hoogeschool ingeademd hebben. Ditzelfde is op vrouwen vau toepassing. Een meisje, dat niet noodig heeft haar brood te verdienen, loopt groot gevaar in haar volgend leven geheel op te gann in beuzelarij, in toiletmaken, in onbeduidende liefhebberijen en ten slotte iu verveling, met al de kwade gevolgen daarvan. Eenige jaren doorgebracht in de prikkelende en versterkende omgeving eener hoogeschool, in eenen kring van vrouwelijke studen ten, zou in staat zijn die gevaren vau haar af te wenden. „Want aan elke andere inrichting van on derwijs wordt een meisje alleen maar onderwezen aan eene hoogeschool wordt zij ontwikkeld." Zondagavond waren te Rotterdam duizenden en duizenden getuige van een hevigen brand, welke omstreeks 10 uur was uitgebioken iu een pand, uitkomend iu den Hang en aan de Keizerstraat en achter in het water van den Steiger, en waarin aau de zijde van den Hang een manufactuurwinkel en aan de zijde van de Keizerstraat het raanufactuur- en pelterijenmagazijn van A. A. den Arend is gevestigd. Het vuur greep met zulk een geweld om zich heen, dat iu een half uur tijd de twee bovenverdie pingen van voor tot achter als 't ware een vuurzee geleien eu het zeer zeker voor hel krachtdadig op treden der brandweer pleit, dat de verwoesting niet veel grooter is geweest. Het was een prachtig schouwspel, zooals de ver schrikkelijke vlammen om zich heen grepen en den verreu omtrek verlichtten. Vooral zij die op de Groote- markt hadden post gevat, hadden een schoone gele genheid daarvan te genieten. In een paar uren tijds was de brandweer het vuur meester en wist zij het tot de beide bovenverdiepingen van dat eene pand te bepalen. Indien het werkelijk het plan van Salisbury is geweest om zooals men uit het artikel van de Morning Post moest opmakeu -p den 4n Augustus een motie van wantrouwen door de nieuwe zooge naamde meerderheid aan te nemen en dan het Par lement te verdagen tot hot volgend jaar, dan kan men gerust aannemen, dat daar niets van komen zal. „Waarom aftreden?" vroeg het blad, de houding van lord Salisbury besprekende, en het gaf der re- geering den raad, niet af te treden, zelfs al wordt zij do volgende maund bij een motie van wantrouwen geslagen. Zelfs de tories in Engeland hopen, dat lord Salis bury dien raad niet zal opvolgen. „Van Engelscho miuisters, zegt de St. JamtH Gazette, mag niet gezegd worden, dat zij zich moeten vastklampen aan hun post en hun salaris, ook dan nog als zij het vertrou wen van de natie niet langer bezitten. Het is niet fair voor een ministerie, aan te blij ven op grond dat de oppositie toch wel uiteen zal spattenof dat de leider van de oppositie te oud, of zwak zal worden om de teugels te blyveu houden. „En bovendien zou het dom zyn. Het bitter verzet der tegenpartij tegen de tory clubsdie met alle goweld hun ambten willen blijven houden, zou de Gladstonianen sterker maken. Bij de Gladstonia- nen zou door die oppositie de verdeeldheid verdwij nen en de geheele party zou een homogeen lichaam worden het eenige juist wat Gladstone noodig heeft. Die kans mag lord Salisbury zyn tegenstanders niet geven. Hij moet Gladstone dwingen zoo spoe dig mogelijk te toouen. wat hy in het vat heeft". Het bosluit van den Franschen Minister van Bin- nenlandsche Zaken, om de uitgaaf voor de uitbrei ding en verhooging der salarissen van de politie agenten op de begrooting der stad Parys te doen iuschrijven, heeft een botsing doen ontstaan tusschen den Gemeeuteraad en de Regeering. In de jongste raadszitting heerschte onder de leden groote veront waardiging. Een deel wilde, dat de geheele raad zijn ontslag zou indienen anderen daarentegen wil den aanblijven, maar tot het uiterste oppositie voe ren. Er werd zelfs een voorstel ingediend, om een voudig het geld op te maken door andere uitgaven, zoodat er niets meer over zou blijven voor de ver- hoogirg der salarisseu. Dit wijze denkbeeld vond nog 27 voorstanders; er wareu er slechts 38 tegen. Het Journal dts Debate vraagt naar aanleiding van deze zaak, of het nu toch niet tijd wordt, dat ein delijk do wet tot stand komt, welke verbetering moet brengen in de onmogelyke verhouding van den Gemeenteraad. De nieuwe wet op de Zondagsrust in Pruisen ver oorzaakt veel ontevredenheid. De bepaling is daarbij gemaakt dat leerlingen en bedienden in wiukels op dien dag slechts vijf uren mogen werken, maar bo vendien dat gedurende den overigen tijd de werk zaamheden niet zonder leerlingen of bedienden mogen geschieden, m. a. w. geheel moeten worden gestaakt. Dit is natuurlijk hoogst nadeelig voor den kleinen burgerstand, die anaers juist op Zondagen, wanneer het platteland naar de steden trekt, de beste zaken maakt. Toch zouden zy zich hierin zeer goed kunnen schikken, indien ook de hotelhouders door de wet getroffen werden. Dit is evenwel niet het geval en zij vreezen nu dat de hotelhouders niet alleen op Zondagen vele zaken zulleu doen die anders de klein handelaars in groenten, melkvruchtenenz. voor zich zouden houden, maar dat ook de klanten uit kracht der gewoonte, in 't vervolg meer en meer naar de hotelhouders zullen gaan. Vooral de kleine kooplieden, die met karretjes rondrijden en zoodoende op Zondag goede zaken maken, worden door deze ongelijkheid getroffen. In eene vergadering verklaarde men zich dan ook wel voor Zondagrust, mits deze gelijkelijk toegepast werd. De reis van den koning van Italië naar Genua is thans in den ministerraad vastgesteld. De koning wordt den 4den Augustus te Genua verwacht. Het vaste eskader zal den 3 'e te Genua binnenkomen. Do koning zal waarschijnlijk vergezeld worden door den kroonprins. De Courier de Naples verzekert, dat Fransche go- zant Billot voor zijn vertrek bezoeken heeft gebracht aau de gezanten der andere mogendheden en hun heeft kennis gegeveu, dat de Fransche regeoring een eskader naar Genua zou zenden. De hoer Billot heeft ook den Italiaauschen minister-president van do komst van het eskader verwittigd. Er loopt ook een gerucht, dat de Duitsche eu Oostenrijksche eskaders eveuzoo naar Genua zouden komen, maar dit gerucht vereischt nog bevestiging. De Secoio is zeer ingenomen met het aangekondigde bezoek. Het blad maakt de opmerking, dat er se dert 1859 geen Fraosche vloot is verschenen. Toen bracht zij troepen die kwamen strijden voor Italië's onafhankelijkheid. van de Makelaars De markt was heden onveranderd. Loco Tankfust 6,50. Augustus-levering f 6,45, September-, October-, November- en December-levering 6.60. GEBOREN21 Juli. Arie, ouders A. de Jong en A. Hogenjoorn. 23. Adrian», ouders W. F. Blok en N. Kramer. 24. Antonius Adriauus, ouders J. van Dijk en M. A. van der Vlist. Catharina Johanna, ouders W. van Vliet en C. J. van der Pool. Johanna Catharina, ouders R. van Scbaik en G. Isarin. Wilhelmus, ouders H. Agten en J. M. Bouwman. OVERLEDEN: 25 Juli. A. van der Kley, 16 j. 11 m. A. Roedolf, huisvr. van D. *an Havezaad, 61 j. J. de Borst, wed. J. van Dam, 76 j. Er wordt tegen SEPTEMBER a.s. gelegen heid tot gevraagd voor een JONGMJS2ÏSCH, die 't GYMNASIUM bezoeken zal. Zg die toezicht op zpn Werk kunnen hou den hebben de voorkeur. Verzoeke opgave van conditiën onder No. 2206 aan 't Bureau van dit Blad.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2