mmmm
Kost en Inwoning
Zeer Nette Gesteendrukte
Baltenlandscb Overzicht.
PETROLKUM-NOTEEMNGEN
APVERTENTIÈN.
A. BRINKMAN en Zn.
Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam
Burgerlijke Stand.
worden GELEVERD door
de billijkheid brengt mede, dat tot hunne bewaking
de militaire macht medewerke.
Het schynt echter dat de heer Seyffardt deze over
wegingen van ge|n belang acht en de opheffing van
de posten bij de gevangenissen begrepen blyft in zijn
plan om den wachtdienst der militairen zooveel moge
lijk te beperken.
Er zijn echter wel wachtposten, welke men ge
makkelijker kon missen, dan die by de gevangenissen,
zouden wij zoo zeggen.
Men schrijft aan de A. Ct.
„Werd in een vorig nummer een voorbeeld vermeld
boe volgens het Utr. Dagbldank zy de verbeterde
controle, iemand zonder plaatskaartje van Den Haag
naar Amsterdam en terug reisde, thans kan omtren
die controle nog het volgende worden medegedeeld
Sedert de groote uitbreiding het vorige jaar op de
lijnen der H. S. M. aan de abonnementen gegeven,
zijn ook de zoogenaamde smokkelreizen daarop zeer
toegenomen, vooral tusschen de stations Amsterdam:
en Haarlem, waar het aantal abonné's zeer groot is
wordt van de wellicht minder goede inrichting der
kaarten veel misbruik gemaakt.
Wat toch is het geval
De abonneraentskaaiten, hetzij le, 2e of^3e klasse,
rijn natnurlijk ook persoonlyk, doch op die kaarten,
geldig op een zeker traject, ontbreek- het portret van
den houder, waardoor de gelegeuheid is opengesteld,
dat ook andere huisgenooten van datzelfde abonne
ment gebruik maken. Immers nog conducteur, noch
controleur kunnen zien of weien, dat de voornamen
van den houder niet overeenstemmen met de voor
letters op de abonnementskaart vermeld, en mcermalon
gebeuit het dan ook, dat twee of drie personen van
eenzelfde kaart gebruik maken, de houder en eigenaar
dagelijks, de broeder of broeders eenmaal per week
des avonds. Andere „smokkelrei(sjes*, minder ingrij
pend, doch op groote schaal gedaaan, zijn vooral des
Zondags aau het station Haar!en op te merken bij
de avondtreinec naar Amsterdam, waarbij door de
eouducteurs zeer zelden en, indien de trein te Iaat
is, nooit wordt gecoutroleerd. Reizigers voorzien
van plantsbiljetten 3e klasse stappen heel gerust in
de 2e, 2e klasse reizigets in de le klasse.
Heeft men plaats genomen en wordt er gecontro
leerd, welnu, dan is het nog de tijd, de vergissing*
te merken or zich door den beambte een plaats in
minder rang te doen aanwijzen, welke klasse volgens
hunne meening vol was.
In den regel, vooral bij de treiDen 40, 122 en 46,
worden de portieren met den uitroep/rallen voor
Amsterdam" en «Halfweg" dichtgeworpen eu onge
stoord bereikt men de hoofdstad, waar, bij de ver
beterde controle, aldaar deze overtreding natuur
lijk niet kan worden waargenomen.
«Het school-rapport van een koning. Naar men
aan het „Neue Wiener Tagblatt uit Belgrado schrijft,
hebben de onderwijzers van koning Alexander van
8ervië na afloop van het examen onder het presidi
um van den gouverneur een vergadering gehouden,
waariu het volgende rapport omtrent Jen koninklij
ken leerling werd uitgebracht„Z. Majesteit Ko
ning Alexander heeft het examen in de studiovakken
als volgt afgelegd 1. Moraat-theologie, voorgedragen
door den rector Firmilian, wekelijks een uur, uitmun
tend 2. Fransche taal, professor Magroch, wekelijks
een uur, uitmuntend3. Stereometrie en trigonome-
beiden
«Zelfs voor Miss Dickson?"
„Waarom noemt gij Miss Dickson
„Omdat iedereen over haar spreekt!.... O, zij is
zoo mooiDoor haar zou Trouville zijn vorigen glans
terugkrijgen. Het is waaraan den eenen kant
Trouville, aan den anderen kant Miss Dickson, dan
wed ik op Miss Dickson. Zij is prachtig! Laatst zag
ik haar te paard aan het strand. Zy was ora te
schilderen! Een portret van Carolus
„Van portretten gesproken, mijnheer de Bernière,"
vroeg de Amerikaan, „kunt gij, die zulk een fijnen
smaak hebt, mij ook een schilder aanbevelen voor
den aanstaanden Salon. Maar het moet een uitman- 1
tend schilder zijn, die mevrouw Montgomery zou
kunnen treffen!"
„Die mevrouw Montgomery zou kuDnen treffen?"
herhaah'e Bernière.
Door zijn monocle keek hij het dikke mannetje
aan, die zeer in zijn schik scheen te zijn met zijn
vraag; hij zag hem eenigszins spottend aan en dacht
„die mannen!"
„Die mevrouw Montgomery zou kunnen treffen?
Maar, mijn beste heer, er is juist een landgenoot
van u, een Amerikaansch schilder, zeer in de mode,
sedert zijn beroemd vrouwenportret in het genre van
Whistier.... de schilder der Vrouw in het Zwart....
Eduard Harrison
Het kalme, goedige gezicht van Montgomery was
opeens betrokken.
trie, professor Stokovics, wekelyks drie uur,| uitmun
tend 4. Engelsohe taal, professer Nedics, wekelyks
een uur, uttmuntend5. Logica, professor Schlivics,
wekelyks een uur, uitmuntend6. Duitsche taal,
professor Römer, wekelijks twee uur, uitmuutend
7. Algemeene litteratuur-geschiedeuis, professor staats
raad P. Georgevics, twee uur wekelyks, uitmuntend
8. Romeinsch recht, professor staatsraad Gerschics,
vier uur per week, uitmuutend 9. vestingbouw kun
de, professor Majooor Stun kevies, eeu uur per week.
zeer goud 10. Servische litteratuurgeschiedenis, pro
fessor Boskovics, een uur week, uitmuntend; 11.
taktiek, professor majoor Pavlovics, drie uur per
week, uitmuntend12. algemeene wereldgeschiede
nis, professor Couosevics twee uur per week, uit
muntend 13. latynsche taal, professor J. Georgevics,
een uur per week, uitmuntend. Het examen had
in de bovenstaande volgorde plaats en duurde voor-
elk vak eon uur. Het examen werd bygewooud
door de regenten, den aartsbisschop, don president
van den ministerraad, den president en de vice-pre
sidenten der Skoepohtina, den miuister van onderwys
en justitie, den president en den vice-president van
den raad van State, de voogden van Z. M. den Ko
ning en den rector van de hoogeschool. Belgrado,
25 Juni (7 Juli) 1892. De gouverneur van Z. Ma
jesteit den Koningoverste by den generaleu staf
Johau Mischkovics.* „Dus 12 „uitmuntend", eeu
„zeer goed" Flink, Alexander," zegt de Frankfur
ter„nu alleen nog maar een beetje vestingbouw-
kunde bygeblokt, opdat ook de heer majoor Stan-
kovics wat toegeven kan en de vorderingeu van
zyn kweekeling niet alleen „zeer goed" maar „uit
muntend" vindt, en de menschehjke volmaaktheid
nestelt in de schaduw van den Servischen konings
troon
4
In do Hervorming, het orgaan van den Protestan
tenbond, heeft de redacteur J. van Loeneu Martinet,
predikaot te Santpoort, een reeks van artikelen ge
schreven, getiteld „De private grondeigendom voor
de rechtbank van godsdienst en zedelijkheid. De
schrijver verklaart zich daarin een voorstander vau
de landnationalisatie bij noemt den privaten grond
eigendom „een roof", eu schrijft de woorden 4ua van
Henry Georgealle private eigendom is diefstal.
Natuurlijk bedoelt hij dat niet in dien zin, dat
op hen, die thans den grond in eigendom hebben,
al de verachting behoort te worden uitgestort, die
in onze maatschappij gewoonlijk aan dieven ten deel
valt, maar de iusteilt^g, de private grondeigendom
in zijn geheel, het feit', dat enkelen gerechtigd zijn
om do woonplaats der menscheu, de voorraadschuur,
de bron van allen rijkdom in beslag to nemen, kan
hij voor zijn godsdienstig-zedelyke overtuiging niet
billijken; meent hij, dat door allen uitgodsdienstig-
zedelijk oogpunt ten sterkste moet worden bestreden.
De redacteur van de Hervorming hoopt daarom,
dat de Protestantenbond de afschaffing van den pri
vaten grondeigendom op zijn programma zal plaatsen
edoch, Gelria merkt hierbij op, dat hy waarschijnlijk
in sociaal-politieke quaesties nog te weiuig in de
practijk is geweest, om te gevoelen, dat tusschen het
uitspreken van dien wonsch en de vervulling ervan
nog een geweldige afstand ligteen afstaud die mis
schien nooit overbrugd zal worden. Maar, zegt ge
noemd blad verder, niettemin is het openlijk getui
gen van dezen predikant voor de landnationalisatie
een merkwaardig verschijnsel.
I „Harrison," zeide hij, „dat gaat niet!"
„Waarom?"
„Omdat hij de eerste man van mijn vrouw is
j „Is het toch waar?" sprak Bernière.
Hij had lust ora er bij te voegen: „Nu, wat zou
dat? Des te beter kent hij haar!"
Maar dit sceptische woord hield hij binnen.
Hij was alleen, verwonderd dat de mooie mevrouw
Montgomery niet zoo verstandig was geweest om
dadelijk haar tegeuwoordigeu man te kiezen en langs
den kortsten weg tot den heer Montgomery te komen.
Maar, een vrouw kan zich vergissen
„Daarvoor dient de echtscheiding," zeide Montgo-
mery kalm. „Zonder de echtscheiding is het huwelijk
een gevangenis."
„En met de echtscheiding, een gevangenis, waaruit
ontsnapping mogelyk is!"
„Zoo is het!"
„Nu, beste mijnheer, ik wenscb mevrouw Mont
gomery geluk met hare ontsnapping, en ik wensch
u geluk, dat gij daarvan gebruik gemaakt hebt
Gaat gij eens mee kijken naar de paardjes?"
„Gaarne. Ik amuseer mij altijd met naar'het spelen
te zien."
„En gij zelf?"
„O," zeide de Amerikaan, „ik speel nooit, nooit!
Het geld, dat men bij het spel verliest, is als brood, dat
men wegwerpt; men besteelt hen,die het niet hebben j
Bernière vroeg zich af, of de Amerikaan dit maar
niet zeide, om effect te maken, uit aanstellerij. Maar j
„Merkwaardig, omdat het een der hoofdmannen
in zyn kring is, die hier, en dat is nog altyd noo-
dig, de erkenning uitspreekt van de sociale quaestie,
en tevens het middel meent te kennen om haar op
to lossen.
Merkwaardig ook hierom, omdat ditmaal eens op
zeer sprekende wyze wordt aangetoond, dat moge de
een of audere kerk of kerkelijke party al lyurecht
staan tegenover al wat getykheid, vrijheid en broeder
schap in zijn vaandel schrijft, de godsdienst op zich
zelf daaraan geen schuld heeft.
„Dat is het, waarvan vooral de democraten wel
wat vaster overtuigd mochten zijn
In hot jongste nummer komt de hoor F. Bartelink, te
Steeuwyk, op tegeu de beschouwingen van dei redac
teur. Hy acht het bedenkelijk, dat in het orgaan van den
Ned, Prot. Bond over zulke onderwerpen aldus wordt
geschreven, waarvan het verlies ven vele medestan
ders op godsdienstig gebied het gevolg kan zijn. Hij
gaat verder in enkele punten het betoog van den
heer Van Loenen Martinet ua, om te doen uitkomen,
hoe oenzijdig en onlogisch daarin eeuige voorname
stellingen worden behandeld, en hoe daarin ten oenen-
male wordt gemist alle bewijs, dat de toestanden
beter zullen worden door de opheffing van het privaat
bezit, en elke wederlegging van do bezwaren, door
mannen van wetenschap tegen de landnationalisatie
aangevoerd.
De Haagsche correspondent der N. Gr. Ct. weet
nog mode te doelen, dat èn de kieswet èn de leger-
wet voor het nieuwe parlementaire jaar, dus in
Augustus bij de Kamer zulleu inkomen.
De correspondent zou het betreuren, „als de wensch
van enkelen om de belasting-hervorming in de helft
te staken en eerst het kiesrecht ter hand te nemen,
ingang vond. Er bestaat nog altijd eenige vrees
daarvoor. Dezer dagen werd in welonderrichte kringen
verzekerd, dat de minister Tak van Poortvliet nog
altoos vóór zulk een orde van werkeu gestemd is en
dat deswege in den boezem van bet ministerie geen
volkomen eenstemmigheid heerscht. Vandaar, dat
er als 't ware tusschen de heeren Pierson en Tak een
soort van wedloop plaats heeft. Ik heb zelfs
maar ik sta daarvoor niet in hooron verzekeren,
dat de poging, van liberale zijde beproefd om de
invoering der vermogensbelasting een jaar te verdagen,
niet zoo geheel vreemd wus aau den wensch van den
heer Tak oin bij een algemeene verkiezing bet lokaas-
van de vrijziooige belastinghervorming aan de natie
te kunnen voorhouden.
Indien echter de bedrijfsbelasting en de peraequatie
der grondbelasting nog iu Augustus bij de Kamer
inkomen en, nu de vermogensbelasting met Mei 1898
in werking komt, vóór dien tyd kunuen worden afge
daan, dan zal het weinig gevaar opleveren dat ook
de kieswet reeds is aangeboden. Deze kau dan ook
wol worden onderzocht, maar de afdoening daarvan
vóór Mei e. k. is toch niet zeer waarschijnlijk. Hat
ligt meer voor de hand dat dan na de tweede serie
der belnsting-ontwerpen eenige rust genomen en de
kiesrecht-hervorming weer in een zoraerzitting van
het volgend jaar ter hand genomen wordt. De nieuwe
kieswet zou dan in 1894 kunnen in werking treden*.
Zooals wij dezer dagen mededeelden, gaf het Haag
sche Dagblad in overweging, met het oog op de cholera
iu Rusland, het Spoorwegcongres te 8t. Petersburg
uit te stellen.
neen, volstrekt niet, de door arbeid ryk geworden
man meende het eerlyk, hy wilde het met werken
verdiende geld slechts nuttig besteed zien.
Langzaam wandelden zy naar het Casino, de zee
schitterde ver weg in den zonneschijndo jonge man
zettte bet gesprek voort.
Denk niet, dat ik gierig ben," antwoordde Mont
gomery. „Ik geef toe, dat men het goud uit het
raam werpt, maar dat men het laat weghalen door
het schopje van den croupier, dat vind ik al te dwaas
„Kom! het spel is even goed als ieder andere
hartstocht," sprak Bernière. „En die zijn er toch
al zoo weinig!"
„Vindt' gij dat?.... Gij zijt wel gelukkig!"....
„Volstrekt niet; ik verveel mij verschrikkelijk.
„Trouw dan."
„Waartoe?"
„Wat drommel!" riep de Amorikaan. „Al was
het maar ora kinderen te krijgen!"
„Alsof het leven de moeite waard is, om het hun
te schenken!.... Eu dan men is wel zeker, een
vrouw te hebben, maar niet zeker, kinderen te zullen
krijgen. Gy hebt ze ook niet!"
„Pardon," zeide Montgomery lachend, „ik heb een
vrouw eu die is mijn bedorven kindje!"
„Wij begrijpen elkander niet, waarde heer," zeide
Bernière, toen zy vlak bij het Casino waren. ?Gij
zijt een man van de daad, ik ben een man van den
twijfel.... Dat zijn wij allen op liet einde der negen
tiende eeuw!" (Wordt vervolgd.)
Thans zijn de uitnoodigingen door het „Comité
de direction" van de „Commission internationale du
Congres des Chemins de for" to Brussel tot bijwoning
van het congres te Peteisburg verzonden. Daarin
wordt het gevaar, aan het bezoeken van dit congres
verbonden, zeer goring voorgesteld en gezegd, dat
de vreemde afgeraardigdon niets van do cholera te
vreezen hebben.
Het Dagbl. hoopt echter, dat men hier te lande
zoo voorzichtig zal wozen onze spoor- en tramweg-
ambtenaren niet naar Petersburg te zenden en hen
aldus bloot te stellen aan de gevaarlijke ziekte, daar
gelaten nog dat de verspreiding der epidemie door
zulk een congres bedenkelijk wordt bevorderd.
Frankrijk bekleedt een eersten rang in de pyrotech-
nie. Do Fransche vuurwerkors zijn de leveranciers
van de meeste gekroonde hoofden. Op drio punten
van Parijs zijn ter gelegenheid van het nationale
herinneringsfeest, op 14 Juli (inneming der Bastille),
groote vuurwerken afgestoken. Eén daarvan onder
scheidde zich bijzondor, omdat daarbij, voor de eer
ste maal electrioiteit is aangeweud. In sommige
openbarp vermakelijkheden waren tot heden in dien
geest proeverT op beperkte schaal genomen, die trou
wens voortreffelijk slaagden hier kon, dank zij de
nabijheid der electricitöitsfabriek van het 19de ar
rondissement, de proef in het groot genomen worden
met eeu voldoend aantal lampen. Het electrische
vuurwerk wisselde af met het gewone en maakte
veel effect. Door eene kunstige verscheidenheid van
kleuren wist men eene verwonderlijke uitworking te
verkrijgen. Het Parijache publiek zal dus voor het
eerst van deze uitvinding genoten hebbeu, die wel
dra op de tentoonstelling te Chicago opgang zal ma
ken. Het schijnt, dat het electrische vuurwerk allo
temperatuursveranderingen trotseert en met den re
gen spot.
Het nog niet goheel uitgeroeide vooroordeel tegen
eeuo universitaire opleiding van vrouwen heeft miss
Helen Gladstone, dochter van den staatsman, een
geestig opstel in de pen gegeven. De mannen, schrijft
zij, hebben er nooit iets verkeerds in gevonden wan
neer hooggeplaatste vrouwen de academische studie
gemakkelijker maakten voor mannen. Er bestaan aan
de Engelscho hoogesoholen een aantal beurzen en
inrichtingen voor studie, door vorstiunen en adel
lijke vrouwen gesticht, en de mannen hebben dat
altijd als iets zeer loffelijks aanvaard en geprezen.
Ook hebben zij bet nooii afgekeurd, als beroomde
vrouwen in de klassieke wetenschappen aan mannen
gelijk waren. Van Plutarohus weten wij dat Cleopatra
al de toenmalige beschaafde talen en al do tongvallen
van haar rijk meester was; lady Jane Gray was eene
geleerde vrouw; koningin Elisabeth pronkte met hare
taalkennis; Catharina van Rusland redetwistte, als
gelyke, met de Fransche philosofenvele middel-
eeuwsche burchtvrouwen en abdissen bezaten meer dan
gewone bedrevenheid in de genees- en heelkunst van
haar tyd. Voor die talenten zijn de mannen ten allen
tijde vol bewondering geweest, en de eerste moet nog
gehoord worden, die er iets „onvrouwelijks" in vindt.
De tegenwerping, dat vrouwelijke hersenen in het
algemeen minder voor ontwikkeling vatbaar zouden
zijn dan mannelijke, verwaardigt miss Gladstone zich
niet te beantwoorden. Het is voldoende, zegt zij, te
weten dat er vrouwen zijn, wier verstand de moeste
eener universitaire opleiding loouen zou. Maar dit is
het opmerkelijke: terwijl de mannen, iu beginsel, niets
aanvoeren tegen het bezitten van wetenschappelijk e
kennis door vrouwen, hebben zij eenen stroom van
tegenwerpingen bij de hand, zoodra er sprake van
is ora vrouwen in de gelegenheid te stellen die kennis
te verwerven langs dezelfde wegen als mannen. Eeue
geleerde vrouw: besteene vrouwelyke student: foei
Hier komt miss Gladstone op grond harer per
soonlijke ervaring tegen op. Een meisje van meer dan
gewonen aanleg, zegt zij, is in het ouderlijke huis bijna
nooit in de omgeving die haar het beste past. Zij wordt
of als een woniler aangezien, over het paard getild
en verwaand gemaakt; of zij wordt uilgelachen, af
gesnauwd, ontmoedigd en bedorven voor alles. Aan
eene hoogeschool zou zij in aanraking komen met een
aantal andere personen die in aanleg en kunde haar
gelijken of bare meerderen waren, en zoo doende zou
alle dwaze inbeelding haar afgeleerd worden. Geen
inrichting is in dit opzicht, zoowel om nederigheid te
leeren als om moed te geven en tot inspanning te
prikkelen, met eene hoogeschool te vergelijkenmaar
het is alsof deze waarheid, die eenparig erkend wordt
ten aanzien van jonge mannen, ophoudt eene waar
heid te zijn, zoodra er sprake is van jonge vrouwen.
Miss Gladstone geeft eene aantrekkelijke beschrijving
van het leven dat een meisje, als student, leidt; hoe
vroolijk, opgewekt en leerzaam het is; hoe ontwik
kelend in alle richtiugen, zoowel door de leiding der
studiën, als door de aanrakiug met verschillende
personen, inrichtingen en gezelschappen. Zij is daarom
van meening, dat het voorrecht eener universitaire
opleiding geenszins bepaald behoort te blijven tot
meisjes van geheel buiteugewonen aanleg, of tot de
zoodanige die zich voor een geleerd beroep wenschen
te benwamen. Deze eisch wordt ook aan mannen
niet gesteld, en toch zal niemand de voordeelen ont
kennen, die er voor de maatschappij in het algemeen
uit voortvloeien dat een aantal mannen, van niet meer
dan gewone geestesgaven en die geen wetenschappelijk
beroep uitoefenen, in hunne jónge jaren de intellec
tuele atmosfeer eener hoogeschool ingeademd hebben.
Ditzelfde is op vrouwen vau toepassing. Een meisje,
dat niet noodig heeft haar brood te verdienen, loopt
groot gevaar in haar volgend leven geheel op te
gann in beuzelarij, in toiletmaken, in onbeduidende
liefhebberijen en ten slotte iu verveling, met al de
kwade gevolgen daarvan. Eenige jaren doorgebracht
in de prikkelende en versterkende omgeving eener
hoogeschool, in eenen kring van vrouwelijke studen
ten, zou in staat zijn die gevaren vau haar af te
wenden. „Want aan elke andere inrichting van on
derwijs wordt een meisje alleen maar onderwezen
aan eene hoogeschool wordt zij ontwikkeld."
Zondagavond waren te Rotterdam duizenden en
duizenden getuige van een hevigen brand, welke
omstreeks 10 uur was uitgebioken iu een pand,
uitkomend iu den Hang en aan de Keizerstraat en
achter in het water van den Steiger, en waarin aau
de zijde van den Hang een manufactuurwinkel en
aan de zijde van de Keizerstraat het raanufactuur-
en pelterijenmagazijn van A. A. den Arend is gevestigd.
Het vuur greep met zulk een geweld om zich
heen, dat iu een half uur tijd de twee bovenverdie
pingen van voor tot achter als 't ware een vuurzee
geleien eu het zeer zeker voor hel krachtdadig op
treden der brandweer pleit, dat de verwoesting niet
veel grooter is geweest.
Het was een prachtig schouwspel, zooals de ver
schrikkelijke vlammen om zich heen grepen en den
verreu omtrek verlichtten. Vooral zij die op de Groote-
markt hadden post gevat, hadden een schoone gele
genheid daarvan te genieten.
In een paar uren tijds was de brandweer het vuur
meester en wist zij het tot de beide bovenverdiepingen
van dat eene pand te bepalen.
Indien het werkelijk het plan van Salisbury is
geweest om zooals men uit het artikel van de
Morning Post moest opmakeu -p den 4n Augustus
een motie van wantrouwen door de nieuwe zooge
naamde meerderheid aan te nemen en dan het Par
lement te verdagen tot hot volgend jaar, dan kan
men gerust aannemen, dat daar niets van komen zal.
„Waarom aftreden?" vroeg het blad, de houding
van lord Salisbury besprekende, en het gaf der re-
geering den raad, niet af te treden, zelfs al wordt
zij do volgende maund bij een motie van wantrouwen
geslagen.
Zelfs de tories in Engeland hopen, dat lord Salis
bury dien raad niet zal opvolgen. „Van Engelscho
miuisters, zegt de St. JamtH Gazette, mag niet gezegd
worden, dat zij zich moeten vastklampen aan hun
post en hun salaris, ook dan nog als zij het vertrou
wen van de natie niet langer bezitten.
Het is niet fair voor een ministerie, aan te blij
ven op grond dat de oppositie toch wel uiteen zal
spattenof dat de leider van de oppositie te
oud, of zwak zal worden om de teugels te blyveu
houden.
„En bovendien zou het dom zyn. Het bitter
verzet der tegenpartij tegen de tory clubsdie met
alle goweld hun ambten willen blijven houden, zou
de Gladstonianen sterker maken. Bij de Gladstonia-
nen zou door die oppositie de verdeeldheid verdwij
nen en de geheele party zou een homogeen lichaam
worden het eenige juist wat Gladstone noodig heeft.
Die kans mag lord Salisbury zyn tegenstanders
niet geven. Hij moet Gladstone dwingen zoo spoe
dig mogelijk te toouen. wat hy in het vat heeft".
Het bosluit van den Franschen Minister van Bin-
nenlandsche Zaken, om de uitgaaf voor de uitbrei
ding en verhooging der salarissen van de politie
agenten op de begrooting der stad Parys te doen
iuschrijven, heeft een botsing doen ontstaan tusschen
den Gemeeuteraad en de Regeering. In de jongste
raadszitting heerschte onder de leden groote veront
waardiging. Een deel wilde, dat de geheele raad
zijn ontslag zou indienen anderen daarentegen wil
den aanblijven, maar tot het uiterste oppositie voe
ren. Er werd zelfs een voorstel ingediend, om een
voudig het geld op te maken door andere uitgaven,
zoodat er niets meer over zou blijven voor de ver-
hoogirg der salarisseu. Dit wijze denkbeeld vond
nog 27 voorstanders; er wareu er slechts 38 tegen.
Het Journal dts Debate vraagt naar aanleiding van
deze zaak, of het nu toch niet tijd wordt, dat ein
delijk do wet tot stand komt, welke verbetering
moet brengen in de onmogelyke verhouding van den
Gemeenteraad.
De nieuwe wet op de Zondagsrust in Pruisen ver
oorzaakt veel ontevredenheid. De bepaling is daarbij
gemaakt dat leerlingen en bedienden in wiukels op
dien dag slechts vijf uren mogen werken, maar bo
vendien dat gedurende den overigen tijd de werk
zaamheden niet zonder leerlingen of bedienden mogen
geschieden, m. a. w. geheel moeten worden gestaakt.
Dit is natuurlijk hoogst nadeelig voor den kleinen
burgerstand, die anaers juist op Zondagen, wanneer
het platteland naar de steden trekt, de beste zaken
maakt.
Toch zouden zy zich hierin zeer goed kunnen
schikken, indien ook de hotelhouders door de wet
getroffen werden. Dit is evenwel niet het geval en
zij vreezen nu dat de hotelhouders niet alleen op
Zondagen vele zaken zulleu doen die anders de klein
handelaars in groenten, melkvruchtenenz.
voor zich zouden houden, maar dat ook de klanten
uit kracht der gewoonte, in 't vervolg meer en meer
naar de hotelhouders zullen gaan. Vooral de kleine
kooplieden, die met karretjes rondrijden en zoodoende
op Zondag goede zaken maken, worden door deze
ongelijkheid getroffen.
In eene vergadering verklaarde men zich dan ook
wel voor Zondagrust, mits deze gelijkelijk toegepast
werd.
De reis van den koning van Italië naar Genua is
thans in den ministerraad vastgesteld. De koning
wordt den 4den Augustus te Genua verwacht. Het
vaste eskader zal den 3 'e te Genua binnenkomen.
Do koning zal waarschijnlijk vergezeld worden door
den kroonprins.
De Courier de Naples verzekert, dat Fransche go-
zant Billot voor zijn vertrek bezoeken heeft gebracht
aau de gezanten der andere mogendheden en hun
heeft kennis gegeveu, dat de Fransche regeoring een
eskader naar Genua zou zenden. De hoer Billot
heeft ook den Italiaauschen minister-president van
do komst van het eskader verwittigd.
Er loopt ook een gerucht, dat de Duitsche eu
Oostenrijksche eskaders eveuzoo naar Genua zouden
komen, maar dit gerucht vereischt nog bevestiging.
De Secoio is zeer ingenomen met het aangekondigde
bezoek. Het blad maakt de opmerking, dat er se
dert 1859 geen Fraosche vloot is verschenen. Toen
bracht zij troepen die kwamen strijden voor Italië's
onafhankelijkheid.
van de Makelaars
De markt was heden onveranderd.
Loco Tankfust 6,50.
Augustus-levering f 6,45, September-, October-,
November- en December-levering 6.60.
GEBOREN21 Juli. Arie, ouders A. de Jong
en A. Hogenjoorn. 23. Adrian», ouders W. F.
Blok en N. Kramer. 24. Antonius Adriauus,
ouders J. van Dijk en M. A. van der Vlist.
Catharina Johanna, ouders W. van Vliet en C. J.
van der Pool. Johanna Catharina, ouders R. van
Scbaik en G. Isarin. Wilhelmus, ouders H. Agten
en J. M. Bouwman.
OVERLEDEN: 25 Juli. A. van der Kley, 16 j.
11 m. A. Roedolf, huisvr. van D. *an Havezaad,
61 j. J. de Borst, wed. J. van Dam, 76 j.
Er wordt tegen SEPTEMBER a.s. gelegen
heid tot
gevraagd voor een JONGMJS2ÏSCH,
die 't GYMNASIUM bezoeken zal.
Zg die toezicht op zpn Werk kunnen hou
den hebben de voorkeur. Verzoeke opgave
van conditiën onder No. 2206 aan 't Bureau
van dit Blad.