Baltenlandscb Overzicbt.
100 K,M. per uur niet bereiken. Door de electri-
citeit te gebruiken verdwijnt het doode gewicht van
den tender, van den stoomketol en van de brand
stof. De electrische motors kunnen rechtstreeks de
assen in beweging brengen, en men hoopt op de
ontworpen lijn eene snelheid van 250 K.M. per uur
te kunnen bereiken. Men zal iedere 10 minuten
eenen treiu laten vertrekken, die samengesteld is uit
een rytnig voor 40 personen. Het gewicht van dit
rijtuig zou 60 ton bedragen. Het zou eene totale
kracht van 800 paarden vereischen, waarvan 250
om den weerstand van de lucht te overwinnen en
100 voor de wrijving in de krommingen. Ieder
rijtuig zal van 4 electrische motors voorzien zyn.
Een patriarch. Het lid van den Tweeden Trans-
vaalschen Volksraad de heer D. P. Taljaard, vierde
onlangs zijn één-en-tachtigsten verjaardag. Hij be
woont met zijne tweede vrouw, met wie hij al 53
jaren gehuwd is, on met zijne vijftig kinderen en
kleinkinderen de plaats Klipport in het district van
Stauderton. Hoe groot zijne woning is, vermeld de
Volksstem niet, waaraan wij dit bericht ontleenen.
Gisteren kwam voor het tweede kantongerecht te
Amsterdam, de strafzaak voor van het Openbaar
Ministerie tegen den „Arabischen oogarts" Goolam
Kader.
Het gebouw was reeds uren te voren bezet met
een groote menigte volks, waaronder tal van blinden
en balf-blinden met hunne geleiders.
Als kantonrechter fungeerde de kantonrechter
plaats vervanger Mr. Kappeyne van de Coppello het
Openbaar Ministerie werd waargenomen door den
ambtenaar Mr. Cohen Tervaert.
De inspecteur van het geneeskundig Staatstoezicht,
Dr. J. P. Dozy, op wiens aanklacht deze zaak iD be
handeling kwam, had verklaard, dat de beklaagde
geen bewijs had kunnen overleggen vau bevoegdheid
tot het uitoefenen der geneeskunde.
Goolam Kader, wiens verklaringen door den Heer
T. H. de Beer uit het Fransch werden vertaald,
deelde mede dat hij een bewijs van bevoegdheid
had van een school te Shikarpur, maar erkende dat
hij hier te lande geen bevoegdheid bezat.
Verschillende getuigen deeldon mede, dat zij eenige
beterschap hadden gevonden sedert zij bij den be
klaagde in behandeling waren gekomen. Zij betaalden
daarvoor 8, 12, 15 of 20 guldens per week, en kregen
de toezegging dat zij op den lacgen duur zouden
worden genezen.
Eene juffrouw was na enkele dagen weggegaan
toen zij de zekerheid kreeg dat vele patiënten met
eenzelfde penseel in de oogen werden gestreken.
Beklaagde beweerde echter voor elke ziekte en
eiken zieke tevens een ander penseel te gebruiken.
De raadsman van den beklaagde, Mr. Th". Heems
kerk, stelde telkens de vraag of de getuigen bij
andere ooghoelkundigen geweest waren. Zij erkenden
dit, zeggende dat zij daarbij geen baat hadden ge
vonden bij den vreemden dokter althans eenige be
terschap.
Dr. C. H. A. Westhoff, oogarts te Amsterdam, als
getuige en tevens als deskundige gedagvaard, deelde
mode, dat hij een séance van den beklaagde had bij
gewoond en een tien- of twaalftal patiënten had zien
behandelen.
Daarby waren patiënten onder andere van drie
hoofdtypenlydeïs aan trachoom, aar. cataract en
aan ziekten van do oogzenuw. Die allen werden
behandeld, hetzy met eon kleurloos vocht, hetzij met
een soort zalf.
Getuige verklaarde, dat deze behandeling hoogst
besmettelijk was en dat de wyze van cataract-ope
ratie door Goolam Kader uitgeoefend zeer veroudord
en zeer gevaarlijk is. Spr. kon zich verklaren, dat
de geopereerden van cataract eenige tijdelijke beter
schap ondervondeu.
De getuige J. P. Anema, arts, bleek by het ver
hoor een ander te zijn, dan zyn uaamgenoot, die den
Arabier by zyn consulten ter zijde stond.
Een aantal andere» getuigen staafden de vroegere
verklaringen omtrent de behandelingswijze.
Beklaagde erkende dat hy in België tweemaal was
veroordeeld tot geldboete, wegens het onbevoegd
uitoefenen vau de geneeskunde, en dal er een bevel
tot uitzetting was gegeven dat niet ten uitvoer be
hoefde te wordeu gelegd omdat hij toen reeds
weg was.
Het Openbaar Ministerie achtto de feiten volkomen
bewezen, en wel dat de beklaagde zooals deze
trouwens bekende niet bevoegd was, en dat hij
zijn behandeling had gedaan buiten uoodzaak. We
gens het onbevoegd uitoefenen der geneeskunst, zes
maal gepleegd buiten noodzaak, en in verband met
de overige feiten mocht niet worden geaarzeld het
maximum te eischen voor de overtrediugeu en dus
zes boeten van 300, te vervangen door 60 dagen
hechtenis, en boete van 200, te vervangen door 40
dagen hechtenis, op grond vau artt. 3 en 19 der ge
neeskundige wet van 1865, in verband met de wet
van 1878 en het Wetboek van Strafrecht.
Spreker voegde er by het te betreuren, dat de
wet niet toeliet eeu inhechtenisneming te kunnen
gelasten.
Mr. Th. Heemskerk meende zijn diepe verontwaar
diging te moeten uitspreken over dit requisitoir,
omdat de feiten hier z-er betwistbaur waren en daar
tegenover een aantal verklaringen stonden van patiën
ten die beter waren geworden. Spreker las een lange
reeks van verklaringen voor van personeu, die in
behandeling waren geweest en door spr. zelf waren
ondervraagd. Al die leden waren bij verschillende
doctoren geweest, maar opgegeven." Thans giugeu
zij vooruit.
De uitspraak is bepaald op Donderdag e.k.
Staten-Generaal. Tweede K*mer. Zitting
van Dinsdag 26 Juli 1892.
De kamer heeft in korten tyd de nog overgeble
ven werkzaamheden afgedaan. Tal van kleine ont
werpen werden aangenomen en conclusiën goedge
keurd.
Ook met het voorstel tot iustelliug oener centrale
commissie voor de statistiek heeft de Kamer zich
bij acclamatie vereenigd. Wol bracht de heer
T. Mackay nog eenige bezwaren in het midden, maar
nadat de Minister zijn plan nader had toegelicht en
uitdrukkelijk had te keunen gegeven, dat de Commis
sie zich ook zonder tusscheukornst van den Minister
met openbare besturen en particulieren in betrekking
zou mogen stellen, was blykbaar ook die afgevaardigde
bevredigd. Zonder eenige oppositie werd ook aangeno
men 's Ministers voorstel om f 250.000 te besteden
voor uitbreiding van de lokalen der Polytechnische
school, zoo ten behoeve van de triangulatie als van het
onderwys in de geodesie, het landmeten en het water
passen. Ongetwyfeld zal daardoor aan een reeds lang
bestaande behoefte worden voldaan.
Het wetsontwerp tot verlaging van den Zoutaccijns
ging door zonder hoofdolijke stemming en nadat de
kamer de huishoudelijke begrooting in coraité-geueral
had afgedaan, ging zij tot nadere bijeenroepiug d. i.
tot do nieuwe zitting in September uiteen.
Nnar aanleiding van de volksoploopen te Bergen
op Zoom, welke oploopen door de marechaussee,
naar men zegt, wat hardhandig zijn uiteengedreven,
werd in de gemeenteraadzitting van Vrijdag aldaar
van gedachte gewisseld. Het publiek was daarbij
zeer ontstuimig. De commissaris moest ook geroe
pen worden, en deze werd door het publiek in d»
zaal aanwezig uitgejouwd en door een wethoudera£
gesnauwd. Ook de burgemeester werd enkele malen
door het publiek uitgelachen.
Aan het verslag van de Zoom over de behandeling
dezer zaak is het volgende ontleend
Ar. Vorlinde. Ik zeg, dat het maar niet opgaat
om zoo eigenmachtig te handelen.
Voorz. Ik houel mij aan de wet eu in do eerste
plaats aan de Grondwet, die zegt dat iedereen kan
wonen, waar hij wil en den godsdienst kan uitoefenen
dien hij verkiest
De wauordelykhedeu zijn onderdrukt, zoo zacht
mogelyk. Geen enkele ernstige verwonding is ge
constateerd. Er zijn er wat gevallen eu aan de knieën
of aan hot gezicht gekneusd, en ook enkele neuzen
gekwetst. Over ernstige verwondingen kwam geen
enkele aanklacht in. Er zijn er die hun voet hebben
verstuikt. Zoo weet ik van deu adjudant van het
garnizoen, die zijn voet heeft verstuiktvan kapt.
Groeneveld, die gevallen is en vuti Grietje van 't
kerkhof, of hoe heet ze Eerst zoide men dat zij een
slag op het hoofd had ont\angen. Dat is een leugen.
Zij kreeg slechts een scbampscheutjeGeen enkele
ernstige verwonding heeft plaats gehad (Afkeurend
geroep op de tribune).
V. d. Boom. Ik begrijp niet hoe men er toe komt
om de schutterij op te roepen, want het heeft den
schijn dat men het er op aanlegt ora opnieuw volks
oploopen uit te lokken. (Applaus).
Voorz. Als u daar maar eens gronden voor aan
geeftDenkt gij, dat de schuttors het voor bun
ploizier doen
V. d. Boom. Neen, de boel wordt er juist heeie-
maal door in in war gestuurd De schutterij mop
pert genoeg
Voorz. Denkt ge dan, dat de burgemeester het
voor zijn pleizier doet? misschien zou men willen,
dat ik de lieden van 't Heilsleger aan de deur zette,
maar daartoe heb ik het recht nietdat recht heeft
niemand, zelfs niet de Koningin
V. d. Boom. (Met de vuist op tafel slaande).
De politie is de schuld, zij maakt het volk woe
dend
Voorz. U vergeet zeker wat er gebeurd is met het
ingooien van ruiten Maar als ge reden meent te
hebben, dan moet ge u maar beklagen aan hooger
hand t
II y a encore des jnges a Berlin
v. d. Boom. Fransch versta ik niet.
Appelboom. Mh. de voorz. Tot mijn verwondering
heb ik vernomen, dat er zoo weinig geslagen is. Ik
neem daar gaarne nota vau, omdat er nit blijkt, dat
u niet beter weet. U zult ray ten goede houden,
vrij, ongehuwd, reiziger uit liefhebberij en sinds
een paar jaren uit een soort van lichamelijke en
zedelijke behoefte, alsof hij door koortsachtige rus
teloosheid iets zocht af te schudden, wat hem ver
moeide en drukte; bij bad weinig menschen ontmoet,
die hem beter bevielen dan Norton en die, in één
woord, zoozeer man waren, als de Amerikaen.
En de ironie van het noodlot deed hem in dien
vereerden man, in den vriend, aan wien hij zijn geheele
leven do herinnering behield, juist den raaD om moeten,
die met onbeschaamd geluk hem, zonder het te weten,
de vrouw ontuara, die hij liefhad. Een geheel onaf
gewerkte roman, die vrijwillig onafgewerkt bleef en
de smart van bet offer, en een wereld van geëindigde,
verjaagde droomen, kwam De Solis plotseling voor
den gees't, toen de dokter liera vertelde, dat Richard
Norton en zij, die hij mistress Norton noemde, te
Trouville waren.
„Mevrouw NortonZij droeg een anderen naam,
toen hij haar, nu reeds vier jaren geleden, te New-
York, bij haar vader, den heer Harley ontmoet had,
en totfc hij ia de gesprekken van djra jougen man
met het jonge meisje, in de onwillekeurige hertrouwe-
lijkheid, die iederen dag grooter werd, bijna zoover
was gegaan om aan Sylvia Sylvia! do echo van
dien naam was al wat hom was overgebleven een
steeds aangroeiende liefde te bekennen, de eenige
ware liefde, die hij in zyn leven had gevoeld. En
scheen Sylvia hem niet wederkeerig te beminnen?
Bleek dat niet uit haar zachten blik, uit haar langen
handdruk, en zelfs uit de woorden van den lachenden
en toch erustigen kindermond? Hoe lief had hij
haar gehad, mei haar fierheid, met die eenigszins
trotscbe kalmte in haar oogen, die beider waren als
een zonnestraal, die zij op hem richtte als om in
j zijn binnenste te lezen en die ouder de bloude wenk-
brauwen, de rosachtige harenhet peiuzende voor-
hoofd, met bijzonderen glans schitterden. Hij was
besloten, haar tot zijn vrouw te maken, als zij wilde,
jen als mijnheer flarley, de bankier, er in toestemde,
I om zijn dochier aan een Franschman te geven. Van
i Sylvia was De Solis zeker. Hij behoefde slechts te
j spreken, hij wilde spreken, toen een verontrustend,
J dringend bericht van mevrouw De Solis, den markies
eensklaps naar Frankrijk riep. Haar zoon moest
terugkomen om de fortuin der Solis aan de hebzucht
der schuldeischers te ontrukken.
De markies keerde terug naar zijn land, deed wat
hij kon en ootrukto aan de klauwen van roofzieke
schurken, wat er na de ongelukkige speculaties van
zijn vader nog overgebleven was. Maar hoewel dit
weinige voldoende was voor zijn moederen voor hem,
was het niet genoeg voor de dochter van den bankier
Harley en de markies durfde do bekentenis en de
vraag niet doen cfie hom op de lippen zweefden. Hij
wachtte en hoopte op een gelukkig toeval en de tijd
ging voorbij, en daar ginds waande Sylvia zich ver
geten en vergat zelf ook, en op den dag toen Solis
vernam dat miss rlarley de vrouw van een ander
werd, vertrok hij en ging op reis om aan zijn eigen
gedachten te ontsnappen, als een gekwetst dier dat
de vlucht neemt, in de hoop om al loopendo de pijn
van zijn wonde af te schudden. Maar in dien woesten
loop schudt men slechts druppels bloed af. De
markies ha/1 op zijn reizen zijn treurigheid medege
voerd en zijn nieuwsgierigheid verzadigd; hij had
geleerde zendingen volbracht of vrijwillig verblijf
gehouden ver in het Oosten; hij had ziju tijd en
zijn levon geofferd, maar zijn wonden waren niet
geheeldDe vorgetelheid was niet gekomen, en toen
do dokter over Nortoo sprak, was de markies verbleekt.
Want om hft verlies van Sylvia nog smartelijker
te maken, moest de man, wiens vrouw zij was ge
worden, juist, als om hem te bespotten, iemand zijn,
dien hij innig bad liefgehad, een dergenen, die men
bij den eersten blik, bij den eersten handdruk kent
en waardeert.
Solis herinnerde zich niet dat Norton hem ooit
over mis3 Harley gesproken had, en toch haddon de
beide mannen, nauw aan elkander verbonden, vroeger
dikwijls vertrouwelijk samen gesproken. Solis was
aan Richard Norton aanbevolen door den gezant der
Vereenigde Staten te Parijs, een vruegtren compag
non van Norton, en hij was Richards gast geweest
in de mijninrichtingen, die de Franschman wild»
bestudeeren. Hunno toevallige kennismaking was
als ijzer dat in het vuur verstaalt door het ge
meenschappelijk gevaar, een volkomen, hechte vriend
schap geworden.
{Wordt vervolgd.)
s>
wanneer ik zeg, dat uw physieke gesteldheid niet
toelaat te zien wat er gebeurt.
(Toejuiching van het publiek).
Appelboom (tot het publiek) hou je mond
Voorz. Ik heb het gezien
Appelboom. Misschien in uw rijtuig, maar u hebt
feitelijk niets gezien. U moet dus afgaan op rappor
ten, en uit uwe mededeelingen blijkt, dat die rap
porten niet deugen. Wat daar op dien avond in de
Liovevrouwestraat is gebeurd, is eene misdaad Men
heeft het volk niet uit- maar op elkaar gedrongen
ora vervolgens een klopjacht er ooder te houden.
De marechaussei s maakten daar charges, terwijl het
volk werd tegengehouden en ware het niet, dat de
deftige burgerij deureu en vensters openzette om vele
vluchtelingen binnen te laten, dau zou da/ir een
bloedbad zijn aangerichtAls lid van don Raad kom
ik daartegen op Uit alles blijkt dat het plan van
dezen aauval vooraf is geregeld. Ik zelf heb het niet
gaan zien, maar weet het van ooggetuigen.
v. d. Boom. 't Is van te voren beraamd! Waar
om moesten de lantaarns worden uitgedraaid in het
Londenstraatje Om verwarri'ig te maken
Voorz. U weet het van hooren zeggen en van
booren zeggen hoort men veel liegen. Ik heb geen
klop gekregen en u ook niet. Er is zoo gehandeld,
om de munscheu van de kaai af te houden, want
daar zou het verschrikkelijk zijn geweest. En 't
•preekt, men kan de maréschaussees geen zakje cho-
coloadjes geven, wel een kling. Ik zelf hebt gelast,
zoo eens te slaan tr.et het plat van de sabel en zoo
eens uver de keien te krassen om wat bombarie te
maken, om de menschen bang te maken, dat ze eruit
zouden trekken
V. d. Boom. Ik zog u, dat het heele plan van
te voren beraamd is. 's Morgens hebben de agenten
tegen menschen in de poorten zelfs gezegd ga van
avond niet naar de stad, want er zal vreeselijk ge
kapt en geslagen worden.
Voorz. Dan haddeu zij thuis moeten blyveu
V. d. Boorax (heftig)Ge hebt uls een tiran uw
bevelen gegeven
Voorz. (naar zijn iusigue grijpend)Zeg eens, ik
waarschuw u, my niet te beleedigeu 1
V. d. Boom ^heftiger)Wat beleedigen Ik
zeg maar, dat een persoon die zulke bevelen geeft,
een tiran isDie ze uitvoeren zijn onmenscbelijke
menschen, beulen
Voorz. (driftig)Wou u dan baas ziju Om de
orde te bandhavea daar „beu ik voor
V. d. Boom. Ik moet zeggen het te betreuren,
voor den Raad eu voor ouze gemeente, geregeerd te
worden door een burgemeester, die totaal onbekwaam
is voor zijn betrokking. (Daverend applaus van de
tribune).
Wij ontvingen het programma van den „Velddag"
dm eersten in Nederland dien het Leger des
Heiis op Donderdag 4 Augustus denkt te houden
op het welbekende laüdgoed „Vogelenzang" vanjhr.
R. A. E. Baruaurt. Het programma is geheel inge
richt in den trant van dat der Zendiugsfeesten, maar
gesteld in de eigenaardige taal van het Leger. Om
onzen lezers eenig denkbeeld te geven van den aard
dezer feestelijke bijeenkomst, laten wij hier den be-
knopten inhoud van het „Plan voor den Veldtocht"
volgen.
Ora acht uur precies zal het eerste schot vallen,
en kolonel Oliphant („officier iu bevel voor do regeling
van het geheel") vergezeld vau al de officieren en
cadetten in het kamp, die op dat oogenblik geen
andere plichten te vervullen hebben, zal het-feest
openen in Park I door hot ophijschen van de leger-
vlag, hetwelk gepaard zal gaan met gezang en gebed
voor het welslagen van den dag en voor zegen van
het Leger in alle landen.
Ora 9 uur zal het muziekcorps van de maatschap
pelijke afdeeling zich opstellen op platform I, eu zal
speleu tot de aankomst van den stoet met generaal
Booth. Om 8.57 komt bet internationaal staf-muziek
corps uit Londen aan van Rotterdam, en stelt zich
op in de laan niet ver van het station, en de geheele
staf van officieren en cadetten, die op geen andere
wijze verbonden zijn, stellen z ch onder leidiög van
staf-kapitein Palstni in het gelid achter het muziek
corps om den generaal in zijn rijtuig te ontvangen
en daarna met heto naar het terrein te marcheeren.
Om 9.45 verschijnt de generaal, vergezeld van den
geheelen aanwezigen internationalen staf op het plat
form onder de daverende salvo's van (luizende mur.sche-
lijke stemmen. Do kolonels roepen den generaal,
het muziekcorps en den vreomdeu rfficiereu eenige
woorden van welkom toe. De gent-raai geeft daarna
een kort overzicht over de tegenwoordige positie van
het Leger in alle landen, om vervolgens over te gaan
lot de „inzwering" van Ensign Tjaden, deu halleluja-
schipper, br. Wagenaar en de heils-matrozen. Deze
jongens zullen met hm» vaartuig het geheele land
doorgaan en aan de dorpen de boodschap vau ver
lossing brengen.
Ora 10.30 zal de generaal een groote lieiligings-
byeankomst openen, bijgestaan door het internationaal
stafmuziekcorps, vergezeld van stafkapt. Fry, den
leider van de strijdkrachten in dit land.
Tegelijkertijd zal op het platform II een bijeenkomst
zijn, gelmd door vrouwen alleen. Alles wat do
mannen in deze bijeenkomst hebben te doen, is: te
luisteren, te doen wat hun gezegd wordt en een
zegen te ontvangen!
Op hetzelfde uur op platform I: Eene oproeping
ten strijde, geleid door stafkapt. en mev. Schoch
van België, die weder iu Nederland gevestigd zijn
als attachés van het iuternatiouale hoofdkwartier
voor bijzondere zendingen naar audore landen op het
vasteland van Europa.
Om 12.30 precies zal door een schot hei sein
worden gegeven en over het geheele terrein zullen
mannen eu vrouwen zich iu groepen verzamelep,
knielen, zingen eu bidden.
Vervolgens andere bijeenkomsten, waaronder te 3
uren eene groote plechtige, onder leiding van den
generaal.
Om 5 uren zal weder een schot vallen, en alle
soldaten, rekruten en bekeerlingen, geen enkele uit
gezonderd, verzamelen zich in Park I, w aar zij korps-
gewijs zullen worden opgesteld in gelederen, ten einde
te defileeren voor den generaal.
Vervolgens zullen de soldaten zich begeven naar
het platform in Park III, waar zij de voorste zit
plaatsen kunnen innemen, om deel te nemen aan de
laatste groote gebeurtenis van den dag, ul. de groote
muzikale en dankzeggingsbijeenkomst om 6 uren.
Eeu landbouwer te Tourtoirac (Dordogne), Cha-
rninade, in golduood verkeerende, bedacht er op,
zijne boerderij ie verzekeren en te doen afbraudeu.
Om alle achterdocht of te wenden, haalde hij een
buurman, Jounideau, over om den brand te stichten
daarvoor zonde hij, onder instemming van zijne vrouw,
(moeder vau twee kinderen), hem deze laatste, wie
Jounideau het hof maakte, als belooning afstaan.
Zoo gezegd, zoo gedaau. Iu deu nacht van i9 op
20 Maart 11. brandde de boerderij, nadat vooraf al
wat waarde had ei uit was genomen, behoorlijk af.
Ongelukkig voor het edel drietal, kreeg het gerecht
evenwel achterdocht, en Zaterdag is nu Chaminade
tot acht, Jouuideau tot vijf jaar opsluiting veroor
deeld. Mme. Chaminade is vrijgesproken.
Postduiven voor de Pers. Verscheidene bladen
in Eugeland hebben reads hunne duivenvluchten, om
nu en dan tijdingen over te brengen van afgelegen
plaatsen. Bij gelegenheid vatf de jongste verkiezingen
zag men meermalen verslaggevers vergezeld vau een
man met eenige korven met duiven het land inrijden
naar de eene of andere plaats waar oene kiezers-
bijeenkomst zou worden gehouden.
Bij de verkiezings-campagne des heeren Gladstone
in Midlothian bewezen de postduiven goede diensten
aau de Edinburgsche pers. Telkens als de heer
Gladstone naar het een of andere dorp in Midlothian
reed om er de kiezers te gaan toespreken, werd hij
gevolgd door eenige rijtuigen met verslaggevers en
een met korven met duiven. Gaandeweg maakten
de verslaggevers hunne aanteekeuingen van hetgeen
er op de reis gebeurde, hoo de ontvaugst iu een
dorp was, enz. Als een blaadje was volgeschreven
ging het naar den „duivenman", die een duif uit
een korf nam, op deu rug legde eu het bericht aan
een der beeneu bevestigde. Het was merkwaardig,
zegt een berichtgever, hoe gewoon de duiven al aan
deze behandeling waren, zich nauwelijks bewegend
als het papiertje werd aangebonden.
Opgelaten vlogen zij hoog de lucht in, eeuige
malen in een kriug ora zich van de richting, die zij
volgen moeste», te vergewissen en dan ging het
regelrecht met den meesten spoed naar Edinburg.
1 Het gevolg was, dat de avondbladen een geregeld
I verhaal hadden van hetgeen deu heer Gladstone was
wedervaren en wat hij zoooal gezegd had.
De Tijd wijst op het gevaar der brievenbussen.
Niet alleen kunnen de straatjongens er vuiligheden
in werpeu of zelfs zooals wel eens gebeurd is, den
boel in brand steken, maar aan nog erger gevaren
stelt hot de bewoners van eon huis bloot.
Men kan er couranten en vlugschriften in laten
glijden, waarvan d» inhoud strijdt met de overtuiging
der bewoners van het huis. Kinderen eu dienstbo-
deu kunuen op die wijz* in kennis worden gesteld
mot denkbeelden, die de hoofden van het gezin nood
lottig oordeelen.
Er is bijna geen zaak ter wereld, waarvan geen-
raisbiuik kan worden gemaakt, zoo ook van brie
venbussen. Gelukkig bestaat er een vrij eenvoudig
middel om dat kwaad to voorkomen het hoofd des
huizes late op zijn brievenbus een slotje maken,
waarvan de sleutel onder zijue berusting blyft.
Maar hy wake dan ook, dat nooit de deur by
hem blijft aanstaan en do ramen aan den straatkant
niet geopend worden, want het ziel verwoestend gift
kan ook langs dien weg in huis gebracht worden.
{Ank. Ct.)
Het tot stand komen van de Berlijnsche wereldten
toonstelling is meer dan ooit onzeker geworden, om
dat verschillende bondsregeeriugen, waaronder eene
der grootste, tegen het plan zijn opgekomen.
Het Engelsche ministerie zal morgen voor 't eerst
na de verkiezingen officieel vergaderen. Men weet
echter al wat daar besloten zal worden. Van blijven
zitten, ook indien Gladstone, hetzy bij een amende
ment op hot adres van antwoord op de trooniede
hetzij bij een gewone motie van vertrouwen, de meer
derheid krijgt met zijn I >ren, is geen sprake meer.
Men kan dan ook zeggen, dat de partijen in de af
keuring van zulk een handelwijze eenstemming zijn.
Er zal dus morgen door de heeren ministers be
sloten worden om geduldig het lot af te waohten en,
wanneer er een meerderheid, hoe ook samengesteld,
zich tegen hen verklaart, heen te gaan. In het voor
uitzicht wees als premier te mogen optreden is Glad
stone iutusschen te liawarden druk bezig aan het
boomen omhakken daarbij maakt hij eiken dag groote
tochten te voet, zoodat hij voor een man vau 83
zoldzaarn gezond en krachtig is.
Gladstone wordt door sommige staatkundige par
tijen in Europa als de beschermer der verdrukten
beschouwd.
Eerst hebbe» de bewoners van A gram, de hoofd-
sta I van Croatië,, Ixkende Panslavisten, hem met
zijue overwinning bij de verkiezingen geluk gewenscht.
Toen volgden de jong-Czechen, een vau wier leiders
nog den vorigen dag een heftige rede in den Oosten-
rijkschen rijksraad hield, waarin hij de vrijheid zooals
die in Rusland bestaat, prees. Ook de radicalen van
Servië hebben hem eeu telegram gezonden waarin zij
den wensch uitdrukten, dat de „ster van Gr.-Brit-
tannië helderder dan ooit zou schijnen over de volken
van Zuid-Oost Europa op hunnen weg naar vrijheid."
Zoo volgen langzamerhand al do vijanden van het
Drievoudig verbond, de bovengenoemde Rumeensche
Culturliga inbegrepen.
Zij besloot een „artistiek adres" tot deu liberalen
leider in het Ver. Koninkrijk te richten.
Tevens wordt een brief openbaar gemaakt, waarin
Gladstone eeuigeu tijd geleden aan de studenten
van Bucharest zijne belangstelling in het welzyn der
Rumeniërs uitdrukte.
Die brief vervult de Rumeensche heethoofden met
hoop, nu de heer Gladstone weder aan 't bewind zal
komen.
De Belgische Kamer is weer bijeen ora de behan
deling van de Grondwetsherziening voort te zetten.
Mon weet, dat in de laatste zitting met meerderheid
van stemmen een commissie werd benoemd om het
reglement van orde met het oog op de Grondwets
herziening te herzien. Met vijf stemmen, terwijl een
dtr leden, de heer Janson, afwezig was en een an
der, de heer Anspach van Puissant, zich onthield,
heeft die commissie acht artikelen, vastgesteld, waar
voor de voornaamsto aldus luiden „Wahneer de
wetgevende macht verklaard heeft, dat er termen be
staan om bepalingen der Constitutie te herzien, wor
den die verklaringen bij den aanvang der nieuwe
zitting door de Kamer ten onderzoek verwezen naar
een commissie van 21 leden, waaronder de voorzitter
der Kamer. Deze leden worden bij scrutin de liste
benoemd.
„Alle voorstellen tot wijziging of redactieveran
deringen van de ie herziene artikelen worden aan
de commissie voorgelegd zonder dat de Kamer
vooraf machtiging behoeft te verleenen om die te
lezen, in overweging te nemen of in de afdeelingen
te onderzoeken. Ook bij gesloten zitting kan de
commissie vergaderen en rechtstreeks voorstellen
van de Regeering of de Afgevaardigden in ontvangst
Deraen."
De beer Anspach heeft, ook in naam van den
afwezigen Janson,-schriftelijk zijn bezwaren uiteen
gezet, betoogeude, dat de nieuwe bepalingen ten
deele overbodig zijn, ten deele den gewenschten
waarborg der openbaarheid wegnemen.
Aan het slot der Kamerzitting van gisteren werden
door den voorzitter de ontwerpen voorgelezeu, welke
met betrekking tot de grondwetsherziening door do
uitersto linkerzijde zijn voorgesteld, meer bepaaldelijk
wat de verkiesbaarheid van den Senaat, de vertegen
woordiging der belangen en het referendum aangaat.
Dit laatste zou verplichtend zijn wanneer het werft
geëischt door 100.000 kiezers, door de provinciale
en gemeenteraden, vertegenwoordigende minst geno
men 1 millioen inwoners.
Buitendien zou do koning het recht hebben een
beroep te doen op het kiezerskorps ten opzichte van
elke door de Kamers aangenomen wet, of ingeval van
een conflict tusschen beide takken der wetgevende
macht. Me# zou hebben -. een gekombineerd konink
lijk referendum, eu een volksreteremlum.