Buitenlandsch Overzicht.
het vaartuig en allen vielen in het water. Zes der
drenkelingen werden gered, doch de zevende, een
twee-en-twintigjarig meisje uit Loenen, werd leven
loos opgehaald.
In het jaarverslag van de Kamer van koophandel
te Rotterdam over 1891 lezen wij:
Wat de algemeene handelsbeweging gedurende het
afgeloopen jaar betreft, hebben wij gelukkig geen aan
leiding tot klagen. Rotterdam bleef zioh handhaven
op het standpunt, in de laatste jaren ingenomen, en
wanneer wij de toename van den tonneninhoud der
hier ingeklaagde zeeschepen zien, te zamen met de
toename van het aantal binnenvaartuigen en van de
Rijnvaart, dan raag onze conclusie gunstig zijn. Al
is het natuurlijk dat, wanneer zooals bij ons gedu
rende eenige jaren eene verbazende vermeerdering
van het scheepvaartverkeer heeft plaats gevonden,
eenmaal een standpunt wordt bereikt dat die toename
niet zoo snol meer gaat, wanneer men nagaat de cij
fers, die wy gelijk gewoonlijk ouder deze rubriek
zullen geven, dan zal men zien, dat, bleef het aantal
ingeklaarde schepen in de laatste twee jaren onge
veer stationnair, de tonnenmaat en ook het handels
verkeer voortdurend zijn toegenomen. Onder anderen
is het aantal tonnen goederen, die van hier per Rijn
schip naar Duitschland gingen, daarvoor een faktor,
die niet kan bedriegen.
In het jaarverslag der „Nederlandsche Algemeene
Maatschappij van Levensverzekering Concordiate
Rotterdam wordt medegedeeld, dat die maatschappij
over 1891 uitdeelt 4 pCt.zij had afgesloten 4677
contraqten. Dooréén was dus elk contract voor eeu
kapitaal, uit te keeren bij overlijden van 80. Het
is dus eene maatschappij, die bij de mingcgoeden
hare cliënteele zoekt, waarvan de raeesten niet in
staat zijn, de soliditeit te beoordeelen.
De hier M. Mees te Rotterdam heeft nu onder
zocht hoe het met do soliditeit dezer maatschappij
gesteld is, en hij schrijft daaromtrent aan de N. R. Ct.:
„De balans van 1891 is nog niet bekond gemaakt
die van 1890 vindt men bij Van Nierop en Baak,
1891 pag. 222.
„Volgens die balans was het kapitaal nominaal
281,000, waarop gestort ƒ51,000.
Reserve7,732.61
Crediteuren etc1,5/7.75
Uitdeeling aan aandeelhouders 1,680.
61.990.3
De baten bestonden uit:
Debiteuren, agenten, kassa 16,359.13
Oprichtingskost, 32,725.15
Onkosten reserve 7,608.93
40,334.08
MeubeleD2,141.60
Materieel en archief. 3,155.55
45,631.23
ƒ61,990.36
„In hat jaar wijst de winst- en verliesrekening
aan, dat aan premiën ontvangen was 9,660, maar
dat daarvan slechts op de reserverekening gebracht
was 3866. Het restant was gebruikt voor uitkee-
ringen, provisiën, salarissen etc.; en voor 1680
voor uitdeeling.
„Een nieuw opgerichte verzekering-maatschappij,
die premie ontvangt om daaruit na eenige jaren bg
overlijdeu der verzekerden do verzekerde som te
betalen, moet uit den aard der zaak een groot gedeelte
dier premie op reserve brengen. Dat dit niet gebeurd
is bij deze Maatschappij, is nog al vreemd.
„Maar wat nog oubegrypelijker is, is het volgende.
Ruim 70 pCt. van het geheele aotief is belegd in
oprichtingskosten, onkosten, reserve, meubelen en
materiaal in archief, bedragende 45,634.
„Dit zyn natuurlyk non-valeurs. Die non-valeurs
klimmen elk jaar, want zij bedroegen volgens de
vroegere balans (zie Van Nierop en Baak 1889 en
1890):
op uit0. Dec. 18886,717
,i 188925,956
h 0 a 189045,634
Een levensverzekoringsraaatschappy, die in één jaar
20,000 premie ontvaugt, wier geheele bezitting
met de reserverekening bedraagt 60,000 waarvan
45,000 belegd is in nou-vaieurs, verklaart de heer
Mees nog nimmer gezien te hebben, en hy spreekt
de verwachting uit, dat de commissie voor de be
grafenisfondsen de zaak wel eens nader zal onder-
zoekeu.
De heer Huffman» verheugt er zich in dat de
effecten belasting, zij het eeuigzins vermomd, als ver
mogensbelasting, er is. Hij was toevallig ée eerste,
die zijn stom moest uitbrengen en zegt hij in zijn
Venl. Weekbl. „het deed den oude goed met een
„voor" te kunnen inzetten."
Hij rekent zich bij do oudere leden der Kamer,
die alle reden hebben den heer Pierson dankbaar te
zijn, dat hij hen op hun ouden dag nog in de ge
legenheid heeft gesteld mede te werken tot opheffing
van het privilege van het roerend goed. „Wat mij
betreft, aldus eindigt hy, grooter dienst kon de mi
nister my niet bewijzen. Want ofschoon ik goede
redenen had om vroeger tegen te stemmen, toch ge
voelde ik mijn geweteu niet heel gerust. Thans is
mij een steen vau het hart gevallon. Dank, harte
lijk dank."
In de N. R. Ct. leest men
De vacantia heeft onmiskenbaar eene zeer nuttige,
zelfs eene poëtische zijde. Die opgewekte levenslust,
dat zoete genot der heerlijke vrijheid, dat stalende
ververschen eu verfrisscheu, dat nieuwe veerkracht,
nieuw weerstaudsvermogen opdoen, is voorzeker schoon
en aantrekkelijk.
Toch wordt van verschillende zijden door practische
menschen, door ouders, die hot druk hebben en niet
rijk ziju, geklaagd over te lange vacanties, over het
leuteren, beuzelen, tfjd dooden door vele kindeven
in die weken, over het ontwennen aau gezetten, ge-
regelaen, degelijken arbeid.
Men wil den leeilingen, vooral hen die niet op
reis gaan, meer vacantiewerk geven. Het denkbeeld
is aan de hand gedaan, aangename vacautie-scholeu,
prettige vacantie-klassec te vormen, zoodanig, dat
op enkele inrichtingen afwisselend, 's morgens en
's middags, eenig universeel onderwys zou worden
gegeven, niet schadend aan het classicale, eene flinke
ontwikkelende repetitie zou worden gehouden, voor
verschillende groepen van kinderen, wier ouders hot
weuschelijk achten, dat hunne zoons en dochters een
gedeelte van den vacautie-tijd toch eenigon bepaal
den, ordelijken arbeid verrichten.
Als by v. dc eene helft der scholen in Juli, de an
dere helft in Augustus als vacautie-scholeu ingericht
werden, dan kouden de ouders, die enkele weken
wenschten uit te gaan, de maand kiezen, waarin zij
dit het liefst wilden, of het best konden doen.
De zeer veleu, die huuue woonplaats niet verlaten,
zoudan dan in de gelegenheid zijn, hunne kinderen
een gedeelte van den dag nuttig bezig te doen hoti-
den, waurdoor zij gewend bleven aan orde, tucht en
studie, en voel meer in den dan overblijvenden vryen
tijd zouden genieten, dan anderen, die den gehoelen
dag leeg loopen, die eigonlyk zioh vaak vervelen en
soms gedemoraliseerd worden.
Verscheiden ouders zijn nu eenmaal, door onver
biddelijke omstandigheden, met den besten wil niet
in de gelegenheid zich met deze paedagogische leiding
naar behooren zelf te belasten. Tegen billyk hono
rarium zouden daarvoor wel geschikte, wakkere
personen zijn te vinden.
Te Maastricht is de gevangenis zoo overbevolkt,
dot men zich verplicht heeft gezien, een deel der*
mannelijke gevungenen naar do vrouwerwifdeeliug
over te brengen. Ook in andere govaugonissen schijnt
het niet beter gesteld te zynalthans de officier van
justitie to 's-Hage heeft om plaatsing van gevange
nen te Maastricht aangevraagd.
De 76e jaarlijksche vergadering van het fonds ter
aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden
dienst iu de Nederlanden is op Woensdag den 27n
Juli 1892 te Amsterdam gehouden.
Het duarin uitgebracht verslag bevat onder andere
de navolgende mededeelingen
I)e inkomsten over 1891 bebbou bedragen een
som van 85.289.
Behalve de renten van het kapitaal op het Groot
boek, die 46.762 beliepen, en de opbrengst der
jaarlijksche collecte ad 23.804, zyn onder het
aangegeven cijfer der inkomsten begrepen de renten
van het Nationaal Huldeblijk, ter gelegenheid van
wijlen Zr. Ms. 25-jarige regeering, ad 9070, de
subsidie van het Rijk ten behoeve yan hel Invaliden
huis te Leideu, groot 5000, een gift van wijlen
den heer R. Lehmaun, groot 250, oen legaat van
wijlen den heer Nic. C. Bouwer, met vruchtgebruik
belast geweest, groot 500 inscbryving 2'/j pCt.
Naiionale Schuld, met saldo renten vertegenwoor
digend eeu waarde vaa 393.35 en een restitutie
van in lb90 te veel in uitgaaf gebrachte gratificatie
ad 9.25.
Aan 2477 deelgerechtigden keerde het fonds
77.785 aan gratificatiën en toelagen uit de renten
van 's Kouings geschenk uit.
Onder die deelgerechtigden bevonden zich 311
verminkten uit Oost-Iudië, 29 verminkien eu 1 na-
goblevene van een gesneuvelde in den strijd tegen
België. 1098 infirmen, blinden en veteranen, 3 oud
strijders van Waterloo, 8034 oud-strijders van België
en 1 militair van de Amsterdarasche landmilitie.
Het Invalidenhuis te Leiden verkeert in goeden
staat. Tegen afstand van hun pensioen en hun gra
tificatie genoten 50 deelgerechtigden van het fonds
daarin doolmatigo huisvesting en goede verzorging.
De uitgaven ten behoeve van dit gesticht beliepen
10.772.34.
Gedurende het afgeloopen jaar werden als nieuwe
deelgerechtigden in fouds opgenomen 12 verminkten
„Daar reken ik op!" zeide dokter Fargeas. „En
mevrouw Norton heeft mijn voorschriften niet be
schaamd. Geen zeuuwen meer, wel
„Ia het geheel niet meer," antwoordde Sylvia,
die zich tot glimlachen dwong.
„O, die zenuwen, die zenuwenvoegde mevrouw
Montgomery er lachend bij. „Een vrouw gebruikt
ze als haar waaier, wanneer zij ze noodig heeft.
Zouden zenuwen wezenlijk bestaan?"
Toen Norton over zijn schilderijen sprak, was de
dikke Offenburger met schitterende oogen dichter
bijgekomen, alsof hij een zak met geld hoorde tellen.
Als verzamelaar van kunstvoorwerpen, wist hij dat
Nortons galerij beroemd was.
„Drommels, waarde heer Norton, uwe schilderijen,
zeidet gij, hebt gij die naar Frankrijk laten ver
voeren
„Die mevrouw Norton mooi vindt, ja. Mijn Rous
seau's, mijn Jules Dupré's."
„En", vervolgde de bankier, „hebt ge tenminste
de voorzorg genomen om ze te doen verzekeren?"
„O, dat is de stelregel van ieder goed Amerikaan I"
zeide Norton. /.De Yankees zijn stoutmoedig maar
zeer voorzichtig! Mijn schilderijen, zegt gij, zijn
eeu fortuin waardWelnu, mijn maatregelen zijn
genomen. Als ik ze verloor, zou men mij een fortuin
teruggevenDat is allesWat ik zou willen vinden,
dat herhaal ik gedurig, als een refrein" hij lachte
„is een maatschappij, die het geluk verzekert
„Als er ooit zulk een maatschappij opgericht wordt."
zeide dokter Fargeas, „noem er dan geen aaudeelen
in Zij zal slechte zaken maken
XV.
Mevrouw Dickson bespiedde met haar groote blauwe
oogen, alles wat er in den salon voorviel. Steeds
op dezelfde plaats zittend, hield zij haar ledig thee
kopje in de haud om zich een houding te geven.
De vicomte te Bernière, over de piano heeubuigend
waar Arabella haar fijne vingertjes over liet dwalen,
scheen haar op den goeden weg te zijn. Maar hoe
wel zij haar eerst onbeduidend gevonden had die
juffrouw Eva, fijn, spottend en bewegelijk, en boven
dien juffrouw Offenburger, met haar fraai Oostersch
profiel, baar gevulde schouders, haar kleine handjes
en haar smachtende gazellenoogen, verontrustten de
kolonelsvrouw. Mevrouw Dickson fcheen voor goed
haar zin gezet te hebben op Bornière, met zijn geest,
zijn fortuin en zijn titelArabella vicomtesse Dat
vooruitzicht beviel de kolonelsvrouw best.
Zij had gedroomd van hertogen en prinsen. Maar
te Nizza had zij zich bijna laten inpakken door een
zoogenaamden prins en na dat avontuur wasdeAme-
rikaansche wantrouwig geworden. De kolonel bad
berichten ingewonnen omtrent Bernière. Goede familie
Wees. Eon echten titel. Arabella mocht haar gang
gaan.
Maar die kleine Duitsche hinderde mevrouw Dickeon.
Blijkbaar wierp mejuffrouw Offenburger met voor
liefde de Bernière zacbto blikken toe. Zij had mis
schien ook wel plannen op deu vicomte. Bernière
gevoelde zich omgeven van voorkomendheden en
vriendelijkheden, die zijn pessimisme streelden. Hij
vond de schoone Arabella prachtig en do kleine Of
fenburger zeer verleidelijk. En miss Eva, die gaarne
met hem schertste, scheen hem verduiveld pikant.
Maar Bernière dacht noch aan de eene, noch aan
de andere in ernst, en op het oogenblik keek hij
als practisch philosoof naar de lichten van Havre,
eu vond het zeer aangenaam, om een fijn diner lieve
muziek te hooren, door een mooie vrouw voorgedragen.
Die rol vun toehoorder, van toeschouwer, van fijn
proever in het leven, was Paul de Bernière besloten
om overal en altijd te blijven vervullon. Hij had
spoedig ingezien, dat er behalve het genot der kunst
het streelendo van goede muziek of uitgezochte poëzie
weinig in het leven te vinden is. Hij vond het
elegant om door te gaan voor een décadent, voor een
teleurgestelde en voor zacht ironisch, zonder den
grootschen toorn dor romantici van vroeger, of de
verachting zijner geblaseerde kennissen.
Gedurende het diner had de jonge man opgemerkt
en waargenomen meestal beschouwde hij het leven
als een tooneelstuk, waarbij hij nauwelijk een weinig
nieuwsgierig, nooit hartstocholijks werd, maar ditmaal
vond hij in zijn positie want hij gevoelde, dat
de Offenburgers en de Dicksons beide werk van hem
maakten iets ongewoons en onverwachts.
(Wordt vervolgd.)
uit Oost-Iudië en 55 infirmen, en als buitengewone
deelgerechtigden 521 oud-strijders van België.
Het getal der sollicitanten bedraagt 887.
Een liefdesdrama. Dinsdagavond trouwde in een
buitenwijk der stad Mexico eeu jong landbouwer
Palraeyre mot Alice Muller, de dochter van een piai-
telamlsh ooi meester. De bruiloft werd bekroouel met
een bal, waarop zekere Ellins uit Ohio, een goede
bukende dos bruidegoms en die zelf vruchteloos het
meisje het hof had gemaakt, de guust vroeg van een
wals met de bruid. Lachend haar man opmerkende
dat hot „haar laatste dan9" zou zijn, nam zij aan.
Midden ouder den daus trok Ellias een revolver,
waarmede hij de bruid door het hoofd acboot. Pal-
meyre sprong op hom toe, inaar stortte, op zijn beurt
doodelijk iu de borst getroffen, tor aarde en voordat
do ontzette gasten hem kouden weerhouden, schoot
Ellias zichzelf door het hoofd en viel dood neer op
het lyk van do bruid.
Een vreeselyk ongeluk bad dezer dagen te Haaks
bergen plaats. Daar bevond zich ren grootmoeder
met haar zeer jeugdige kleindochter een oogenblik
alleen in de kamer. Door een ongelukkig toeval
viel het kind in oen pot met kokend water, waar
het voor de oogeu der grootmoeder, die niet loopen
kan, een ellendigen dood moest sterven.
Ocizo gemeente (Schiedam) zoo meldt de Schied.
Ct. bood eergisterenavond een treurig schouwspel
van onchristelijken zin en onverdraagzaamheid. Het
stationsplein was tot aan de Schio bezaaid met men
schen, die daar dee's uit belangstelling, deels uit
nieuwsgierigheid, deels, zooals later bleek, ook met
andere bedoolingen do terugkomst verbeidden van de
afdeeüng Schiedam van het „Leger des Heils", welke
den velddag te Vogolenzaug had bijgewoond. Te
8 uur 19 min. stoomde de trein het station binnen
en nauwelijk» waren de heilssoldaten buitengekomen,
of zij werden verwelkomd met liederen welke
niet alleen hen, maar ook ieder weldenkende ten
zeerste moesten grieven. Zoo ging men op weg naar
do „citadel" aan de Lange Haven, begeleid door
hetzclfdo grauw, dat zich niet tevreden stelde met
het herhalen van het aangeheven geschreeuw, maar
zelfs tot handtastelijkheden overging, de heilssoldaten
aangreep en hun vlaggen verscheurde, ondanks het
kordaat optreden der politie. Aldus vervolgd en
gesard als een troep misdadigers, bereikten de heils
soldaten ten laatste de „citadeldankbaar althans
heelhuids uit de handen hunner „christelijke" stad-
genooten ontkomen te zijn.
Naar het blad verneemt, zyn reeds verscheiden
belhamols in verhoor geweest bij den commissaris
van politie.
Hot jaar 1892 doet zich voor het Westland ken
nen door een groote malaise op handelsgebied. De
kruisbessen brachten slechts lage prijzen op. De
uitvoer van aardappelen naar Engeland stond gelijk
nul. De prijzen der aalbessen blijven gestadig te-
rugloopen, en ook voor den uienbandel ziju de voor
uitzichten niet schitterend. Dat het de vereeniging
„Westland" daarbij niet naar den vleesche gaat is,
gemakkelijk te begrijpen. Daarbij komt nu, dat aau
de veiling geen hooger prijzen bedongen worden dan
in den gewonen handel, vele teelders zich terug
trekken, waardoor de opgaven voor de veiling in
sommige afdeelingen zeer lftttel zijn. De kooplieden,
voor wie een groote partij meestal voordeel is, blij
ven van de veiling weg of trachten het aangebodene
tot lager prijzen te bekomen. Dit is koren op den
molen der tegenstanders van „Westland". Niettemiu
gotuigt het van verkeerd begrepen eigenbelang, nu
aan de veilingen de prijzen niet belangrijk hooger
zyn, zich daaraan te onttrekken. Hel doel der ver-
eeuiging wordt hier geheel voorbij gezien. Door
eerlijken handel, d. w. z. door aan de afnemers een
waarborg te geAn omtrent behandeling, maat en
gewicht, wil „Westland" trachten den uitvoer naar
Engeland te verlevendigen. Dit kan echter niet in
tweo of drie jaren tijds gebeuren, maur moet gelei
delijk gaan en zonder den stoun vau velen is het
totaal onmogelijk. Daarbij komt nog een tweede
gevaar. Om tot haar doel te geraken, worden de
producten van wege „Westland" onderzocht en ge
keurd, van een merk voorzien, opdat de afnemers
daardoor kennis nemen van de gewaarborgde kwa
liteit. Bij de scherpe concurrentie ligt het voor de
hand, dat, bij toezeuding van kleine hoeveelheden
met het merk voorzien, het doel van de vereeniging
aan de buitenlandsche markten niet gemakkelijk in
hot oog valt, waarbij nog komt, dat deze kleine zen
dingen tegelijk met producten van minder kwaliteit
worden verkocht, zoodnt het succes, dat bij ruime
toezending do gewaarborgde producten zeker zou
ten deel vallen, nu geheel verloren gaat. Voor de
merken moet door do kooplieden eene kleine ver
goeding betaald wordon. Vindt de kooper, om bo
vengenoemde reden, slechts weinig voordeel bij de
verzending van goederen met hei merk voorzien, zoo
is het vrij duidelijk, waarom hij het merk maar lie
ver niet op do goederen heeft. De afnemers in het
buitenland blijven derhalve geheel onkundig met
den arbeid vau „Westland". Het is dus ontegen-
zeggelijk in het belang van do teeldors om de ver
eeniging krachtig te steunen. De kooplieden zullen
dan tevens met meer graagte koopeu, omdat zij
zulke fliuke partijen zien aangevoerd en alles hen
zoo gemakkelijk wordt gemaakt en do vereeniging
kau er bij de kooplieden ook sterker op aandringen,
van het merk gebruik te maken.
Alleen door eerlijkheid en eendrachtelijk samen
werken is verbetering van den thans bestaanden
toestand mogelijk en ook dan alleen is het mogelijk
aan da nog steeds plaats hebbende kuoeierijeu,
die mot één slag boderven, wat „Westland" iu een
jaar wellicht heeft goedgemaakt, voor goed den
kop in to drukkon. Dat men zich du3 niet late
overreden door tegenstanders, die bij hoog en laag
verzekeren, dat Engeland onze producten noodig
heeft en al de aibeid van .Westland" vruchtelooze
moeite is, om van het overige niet te spreken. Voor
goede gewaarborgde kwaliteit zal ook in de toekomst
nog plaats te vinden zijn, zij het daii ook tot lagore
prijzon dan voorheen. Wij moeten echtor aanhou
den en de concurrentie het hoofd bieden.
(W. Ct.)
In het eerste nummer van den negenden jaargang
van zijn Maandbl. tegen de P ervalschingen waarschuwt
dr. Van Hamel Roos o.a. tegen den „Vleeschoxtract"
Wijn, Wincarniswelke in den laatsten tijd in
den handel is gebracht. Uit zijn onderzoek bleek
hem, dat die wijn geen enkel vluchtig bestanddeel
van vleeschextract bevat en de fabrikant tot hoogen
prijs een gesuikerden, met alcohol aangezetten wijn
van geringe qualiteit tracht te verkoopen als een
vleeschextract bevattenden wijn.
Sedert geruimen tijd werd in Engeland een gebre-
veteerd artikel verkocht onder den naam „carbolic
Smoke Ball". Den kooper» van dit luchtzuiverend
rookballetje, werd onder meer beloofd, dat zij, na
drie weken flink gebruik, niet meer vatbaar waren
voor influënza. Het artikel doodde de gevreesde
microben. Eene eerzame dame, mevr. Carlill ge
naamd, kocht en gebruikte oen „carbolische rookbal"
maar nadat zij. drie weken het voorschrift vlijtig had
toegepast, word zij door influënza aangegrepen. Zij
meende nu echter aanspraak te mogen maken op de
honderd pond, uitgeloofd voor ieder, die, na aanwen
ding van het voorbehoedmiddel, tocli door influënza
werd aangetast. Maar de compagnie, die ter aanprij
zing van haar artikel dit alom had laten bekend
maken, vond het niet noodig hare belofte te vervnllen.
Voor den rechter gedaagd, liet zij door haren advocuat
verklaren, dat er geene overeenkomst bestondde
dame eischeresse zou zeker het voorbehoedmiddel niet
precies volgens voorschrift hebben aangewend, enz.
enz. De rechter veroordeelde de compagnio echter
om de honderd pond te betalen en wel terstond.
Een beroep om uitstel van het in werkiüg treden
van het vonnis tot in hooger beroep uitspraak zou
zijn gedaan, werd afgewezen cd de maatschappij
bovendien in alle kosten veroordeeld.
Betreffende prins Bismarck's bezoek aan Jena
wordt nog hot volgende vorhaald.
Toen de deputatie van den senaat der hoogeschool
den gewezen kanselier kwam gelukwenschen, vroeg
deze aan den oudsten afgevaardigde, professor Stickel
hoe oud hij was. De hoogleeraar antwoordde
„Zeven-en-tachtig. Ik heb Napoleon I hier gezien
eu ik zag Duitschland iu zijn diepste vernedering.
Ik heb ook Goethe gezien en Duitschland op het
hoogste punt van zijn letterkundigen roem eu nu
nu zie ik u den man die ons vaderland verheven tot
het toppunt vau zijn staatkundige glorie. Nu wil ik
gaarne sterven."
Prins Bismarck dankte den ouden man en zeide
dat hij hoopte dat het nog lang zou duren eer dit
laatste gebeurde.
Algemeen is men van meaning, dat het rooken
van tabak evenals het dragen van korsetten door de
vrouwen geheel in strijd is mot de hygiëne, en dat
ieder, die rookt zich die gewoonte alleen uit zucht
tot navolging heeft eigen gemaakt.
Nu is echter door een bekend hygiënist, dr. Tas-
sinari te Rome, aangetoond, dat het rooken van tabak
een niet geringe hygiënische waarde heeft. Tabaks
rook namelijk is eeu krachtig ontsmettingsmiddel,
waardoor hot als een voorbehoedmiddel tegen een
aantal ziekten kan beschouwd worden. Ook dr. Mil
ler van New-York en dr. Vassili van Napels zijn
van meening dat tabaksrook de ontwikkeling vau
ziektekiemen tegengaat. Een groot aantal onderzoe
kingen werden door dr. Tassinari uitgevoerd oralre n
den invloed van tabaksrook op de kiemen van cho
lera, longontsteking enz. Te dien einde bedekte ge
latine, die de kiemen der genoemde ziekten bevatte;
daarop werd ia de ruimte gedurende 20 a 30 minu
ten tabaksrook ingevoerd. Toen werd vastgesteld,
dat de bacillen der Aziatische cholera en der long
ontsteking geheel vernietigd waren, welk soort van
tabak men ook voor dit doel aanwendde. De gela
tine werd door de tabaksrook volmaakt gesteriliseerd
terwijl er nauwelijks eenige uitwerking te bespeuren
was op de typhus-bacillen.
Men zou te veel verwachten, door aan te nemen,
dat de tabaksrook kiemen vernietigt, die reeds in het
organisme zijn opgenomen, maar toch zal het iederen
rooker welkom zijn te vernemen, dat het rooken als
een voorbehoedmiddel te beschouwen is tegen eenige
der geduchtste besmettelijke ziekten.
Intussolien is bet ook verstandig hierbij te beden
ken dat onmatig rooken tot de niet mind%r ge
duchte verschijnselen van nicotine-vergiftiging lei
den kan.
Vrees voor de steeds toenemende overdreven be
langstelling van de kerk vertoont zich in Duitschland,
Vandaar alleen het geroep dat graaf Caprivi een
huichelaar, een bidbroeder, een voorstander van de
jongelingsvereenigingen, een kanselier bij Windhorst's
genade is, die, mocht hij niet werkelijk aan bidston
den meegedaan hebben, dit toch had kunnen doen.
Vandaar de bewering dor Bisroarck-pers, dat de paus
aan den Duitschen gezant verzekerd zou hebben, dat
hij grooten prijs stelde op Caprivi's aanblijven, of
althans, dat de paus zoo iet9 had kunnen zeggen.
Die pijlen mogen vergiftigd zijn, schrijft de Vpss.
Ztg., daarom moet Caprivi nog niet vergeten, dat
hij kwetsbaar is en erom denken, dat er aanleiding
bestaai, dat ze worden afgeschoten. Zijn rede bij
gelegenheid van de schoolwet, waarin hij alle niet-
orthoiioxon als atheïsteu brandmerkte, heeft er aan
leiding toe gegeven. Het volk weet niets van zijn
innerlijk leven eu te weinig van zijn verleden dan
dat het hem anders dan naar die rede zou kunnen
beoordeelen.
Bismarck deed, ondanks ziju „Wij gaan niet naar
Caiiossa" stap na stap daarheenBismarck onder
handelde nog met Windthorst in 't laatste oogenblik
toen hij zijn ontslag hoopte af te wenden. Maar
ondanks de Pius-orde op zijn borst, ondanks de mooie
verzen, die Leo XIII op hem maakte, noemde niemand
hem een femelaar! Men keurde die dadeD af, maar
wist te gelijk, dat zij niets anders waren dan een
diplomatiek spel.
Als Caprivi niet insgelijks handelt, als hij niet op
één van de beide stoelen plaats neemt, waar hij nu
in een treurig lachwekkende houding tusschen zit,
zal hij zich, naar ieder te Berlijn toegeeft, niet lang
meer kunnen staande houden, al wordt de geheele
Norddeutsche voortaan gewijd aan officieuze verkla
ringen.
Prins Bismarck is Zaterdag te halfeen aan het
Stettin-station te Berlijn aangekomen en door een
talrijke menigte met geestdrift begroet. Het publiek
zong de volksliederen Doutschland, Deutschland über
allies en Die Wacht am Rhein.
Eenige duizoDden personen, die meestal tot het
meer beschaafde deel dor bevolking behoorden en
onder wie ook dames werden opgemerkt, zoomede
de auti-semietische vereeniging van Duitsehe studen
ten, begroetten den prins. Aan do hoera's en het
zingen van vaderlandsche liederen 6cheen geen einde
te komen.
Toen Bismarck aan het venster van zijn salonwagen
verscheen, werden hem door dames bloemen over
handigd, welke later onder de menigte werden ge
worpen en tot levengsgevaarlijke vechtpartijen aan
leiding gaven.
Een der aanwezigen, een Deen, zeide dat hij de
groeten van Denemarken overbracht.
Verscheiden gedichten werden voorgelezen, en
aanspraken werden gehouden, waarvan een betrekking
had op de tegenwoordige machthebbers, die niet in
den geest des volks wisten door te dringen en het
verlangen naar Bismarck minachtten.
Prins Bismarck voerde herhaaldelijk het woord.
Hij dankte voor de vriendelijke ontvangst, welke hy
als oen goed einde zijner reis beschouwde en waar
mede hij tevreden was, zoowel vuor het tegenwoor
dige als voor zijne hoop in de toekomst. Toen hy
voor zeven weken naar Weenen vertrok, wist hij niet
hoe goed hij daar was aanbevoleu een aanbeveling
welke zich vastknoopte aan de herinnering aan het
voor dertien jaren aldaar gesloten Duitsch-Oosteu-
rijksch bondgenootschap.
Na een oponthoud van anderhalf uur zette Bis
marck de reis naar Varzin voort.
De Eng. Press Association verzekert dat de stemming
over het adres van antwoord op do troonrede de
stemming dus, die over het lot van het Kabinet-