Een ZWEMFEEST. %Qüm" doening daarvoor gaf een hunner eene Amerikaansche banknoot van 20 dollars in betaling, waarop hun door den kellner 48 werd terugbetaald. Later, toen beide bezoekers reeds verdwenen wareu, bleek, dat de banknoot valsch was. Onmiddellijk werd een onderzoek ingesteld, maar de vogels waren gevlogen. De parijsche gargon Lhérot, die ttavachol deed gevangennemen, heeft zich Vrijdag der vorige week naar het ministerie van Binnenlandsche Zaken bege ven en is verschenen voor de commissie tot schade loosstelling der slachtoffers van de ontploffingen. De ex-kellner is vreeselijk verouderd hij heeft niet meer dat vriendelqk, open voorkomen, die losse manieren, welke velen nog op don dag na de inhechtenisneming van Ravachol bij hem opmerkten. De dood van zijn ztfager, de voortdurende vrees vermoord te zullen worden, hebben hem terneerge drukt. Zijn gelaatstrekken zijn strak, zijn oogen dof, zijn stap is loom. Op oen vraag waar hij zich op hield antwoordde hij „U te zeggen waar ik woon, dat is mij verbo den maar wel mag ik u zeggen, dat ik niet te Melun woon en ook geen gevangenbewaarder ben. Wat heeft men al niet van mij verteld? Sommigen hebben gezegd dat ik maitre d'hotel was in een prefectuuranderen 'nebben verteld dat ik stappen deed, om in dienst te komen bij de veiligheidspo litie. Allemaal leugens. Zonder het vreeselijk on geluk op den boulevard Magenta zou ik niet van mijn zwager vertrokken zijn. Wij konden het heel goed met elkaar vinden, al heeft men daaromtrent ook andere berichten verspreid." „Maar daags na de ontploffing zijt gij toch ver dwenen. Men heeft u uw afwezigheid bij de ter- aarde-bestelling van Very ten kwade geduid." „Ja ik ben verdwenen, dat is waar, waarom zou ik mij ook nogmaals aan het gevaar blootstelleu Ik wilde naar de begrafenis gaan, maar men heeft het mij beslist verboden." „Wie men „Zij die zoo goed voor mij geweest zijn gedurende die bange dagen, de heeren van de prefectuur, die ik allen bezocht heb, die mij moed hebben ingespro ken, maar die geëischt hebben, dat ik r.iet bij de begrafenis zou tegenwoordig zijn." „U woont dus op de prefectuur?" „Wat kan u dat eigenlijk schelen?" antwoordde Lhérot lachend. „Trouwens, nu kan ik het u wel zeggen jar ik heb daar verblijf gehouden, maar ik ben er nu niet meer. Vraagt u nu niet verder." „Nu de kalmte weer is teruggekeerd, nu ge beter over den toestand zult kunnen oordeelen, zeg mij nu eens wat gij van de ontploffing denkt." „Ik voor mij ben vast overtuigd dat de aanslag van buiten af heeft plaats gehad. Ik zie nog de personen, die stonden te drinken, terwijl anderen achter zaten te eten. Ik was juist naar do keu ken geweest, en- ik ben overtuigd dat men van dat oogenblik gebruik heeft gemaakt, om den moord aanslag te plegen." „Men heeft u zeker de photographieën van de beschuldigden laten zien meent u die misschien te herkennen „Volstrekt niet. Ik heb dat al gezegd aan den rechter van instructie, toen hij mij iu verhoor nam." „Gaat gij nooit naar het Paleis van Justitie." „Neen, nooit! Maar laat ons daarover liever nie^ schen twee rookwolken in: „Die Amerikaanschen zijn toch allerliefst, om te stelen „Heel lief," zeide Solis. Die juffrouw Dickson! Zij is te groot, te stand beeldachtig Maar wat eeu profielWat een schou ders Als marmer...." „Die dikke kleine van den bankier, o ja, juffrouw Offenburgerzij leek wel een kwartel die naast een beeld huppelt! Maar dat nichtje, die nicht van Norton, bevalt mij nog het boste. Een aardig meisje, die miss EvaEn geestigEn schalkschDie Amerikaanschen zijn toch echte vrouwen Een paar stappen verder wiorp Bernière zijn sigaar weg en voegde er bij „De mopiste van allen is mevrouw Norton!" „Dat vind ik ook," sprak Solis zeer alm. „Een beetje zenuwachtig.... Maar Fargeas heeft de zenuwkwalen in de mode gebracht. Dat is even als de vapeurs in de achttiende eeuw het geeft iemand een houding, het staat goed „Laat de modekwalen nu maar buiten spel. Gij doet er zolf aan mee „Bedoelt gij mijn pessimisme?" „Ja, zoo heet liet nu eenmaal!" „O, gij weet, ik ben slechts een platonisch pessi mist er zijn er veel erger. Ik ken er wel, die vinden dat de wereld niet deugt, eu zoozeer van hun leven walgen, dat zij gereed zijn om het te verlaten en als hun een ei gegeven wordt, dat niet versch spreken. Ik ben bang, dat we nooit gewroken zul len worden." t - „En wat denkt ge nu te doen „Zoodra mijn zaken geregeld zijn, vertrek, in ver, zeer ver van hier, maar ik zal toch altijd op fran- schen bodem blijven, daar ik niet naar den vreemde wilde vertrekken. Daar zal ik, onder een anderen naam, wel geplaatst kunnen wordenen wanneer na jaren al die verschrikkelijke geschiedenissen zullen zijn vergeten, zal ik naar Frankrijk terugkeeren." En toen wij elkaar verlieieu „Hebt ge goeu berouw van uw daad, van de aaugifte van Ravachol „Volstrekt niet! Ik heb eerlijk gehaudeld, en niettegenstaande alle ongelukken, die mij daardoor zijn overkomen, zou ik weer hetzelfde doen, ais het noodig was. Ik zou wel willen, dat alle eerlijke lui zoo handelen." Eeu liofhebber kocht eeu Mauye voor 48 pd. st. Hij ging op reis en gaf het doek te bewaren bij een schilderijen handelaar. Terwijl hij op reis was, stierf de schilder en toen hq terugkwam bood de bande laar hem er 60 pd. voor. Thans is het voor 280 pd. verkocht en, zegt do Pall Mull, waaraan wij het verhaal outleeuec, de handelswuardo er van is nu waarschijnlijk 400 pd. Een schoolquaesiie opgelost. Indertijd is mel ding gemaakt van een conflict tusscheu het gemeen tebestuur van Schoterland en den districtschoolop ziener. De Raad had een verordening gemaakt, rege- lendo de schooltqden, vacantiën, enz., welke veror- deuing goedgekeurd was door Ged. Staten. De schoolopziener meende, dat een en ander niet behoor de tot bevoegdheid van den Gemeenteraad, maar tot die van Burg. eu Weth. in overleg met hem en met de hoofden van scholen. Hij appelleerde op den Min. van Biuhenl. Zaken. Deze verzocht den Ge meenteraad zijn besluiten te wijzigen, in den geest, door den schoolopziener bedoeld. Daar de Raad be zwaar maakte, dit verzoek in te willigen, droeg de Min. aan H. M. de Koningin-Regentes vernietiging der bedoelde besluiten vor. Thans heeft de Kaad de mededeeling ontvangen, dat H .M. overeenkomstig het advies van den Minister heelt beslist. Kunstwerken aan mummies. Aan de Vossische Zeitung meldt Brugsch-bey omtrent de opgravingen te Hawara, dat deze zeer kostbare resultaten opge leverd hebben. Hq schrijf*, er over: „Een rood wangig vrouwengelaat,* waarvan de kleureu buiten gewoon levendig wareu, lachte mij tegen, en verraste mij ten hoogste. Zelfs de arbeiders, die op de plaats samenstroomden, waren in de hoogste mate verrukt en schenen de „schoone meesteres" niet genoeg te kunnen bewonderen. Met de grootste voorzichtigheid werd de mummie, tot welke het liefelijk portret behoorde, van de haar omringende aardmassa's bevrijd en uit den grond te voorschijn gehaald. Zij lag juist in het midden der gang, het hoofd naar het westen, de voeten naar het oosten gericht. Een nader onderzoek van het kleurig schilderwerk op de plaats van het gezicht gaf het verblijdende feit, dat het schilderij op linnen in tempera-manier voor bijua 2000 jaren was uitgevoerd. Portretten op dunne houten planken waren sedert de tentoonstelling van Graf bekend geworden, van de schilderkunst op nuen in de oudheid was deze mijn eigen vonds genoeg naar hun zin is, vallen zij flauw. Het zuivere pessimisme is een vorm van het sybaritisme. Het is de kunst om kwaad to spreken vau het leven, te midden van alle genietingen. Het pessimisme uit zich voornamelijk aan tafel, tusscheu bekoorlijke vrou wen en uitgezochte spijzen." „En vindt gij dat niet belachelijk?" „Neen. Ik vind het grappig. Eu zoolang 't duurt ga ik met den stroom mede, evenals ik de mode volg in mijn jassen en hoeden zonder overdrijving. Maar het pessimisme van de décadenten is een hoed die reeds uit de mode is. Alleen in de provincie wordt hij nog gedragen. Gij ziet, ik slijt hem af in Trouville. Te Parijs zullen wij dezen winter iets anders dragen. En eigenlijk zal het precies hetzelfde zijn 1" Al pratende, wandelden zij langzaam voort, en Solis trachtte zijn neef te bewijzen, dat die vertooning van pessimisme, waar Bernière zelf den gek mede stak, alleen te vergeven was, als er eenmaal een eind aan kwam. „En welk eind?" „O, heel eenvoudig. Zoek eens levensdoel." „Dat heb ik al: den tijd te dooden „Werk „Het leven op zichzelf is al zoo'n werk!" „AL gij geen dwaasheden doet, ze j ze dan ook niet! Denkt gij er dan niet over om te trouwen?" „En gij dan?" „O, ik," zeide De Solis, en bet scheen Bernière het eerste voorbeeld. Natuurlijk was mijn besluit terstond genomen, de merkwaardige mummie direct naar het koninklijk museum te Berlijn te zenden. Gedurende bet ophalen van de vrhuwelijke mummie uit haar ligplaats in het midden der gang hadden de arbeiders twee nieuwe mummies aan hare zijde ont dekt. Aan den rechterkant bevond zich de mummie vau een man; hoewel ook zorgvuldig ontwikkeld, liet er zich geen portret op de plaats van het gelaat zien. Daarentegen bood zij eene nieuwe verrassing aan. Het gezicht was plastisch in stuc met blijjÉmar de meest mogelijke gelijkenis weergegeven; zelfs de bakkebaard ontbrak er niet aan, en de massa was schitterend verguld. Ook deze vondst had zijp. eigen waarde." Iu hot Handelsblad kwam een particulier schrijven voor van een lid der inlandsche aristocratie in de Minahassa aan een vriend iu Europu, die, zegt het blad, voor des schrijvers eerlijkheid en betrouwbaar heid instaat. Daarin wordt in bijzonderheden al het kwaad geschetst, dat de tegenwoordige president Stnkman daar pleegt, door te bandelen in strijd met de adat en kubiasadn (zeden en gewoonten) en het ne men van maatregelen, dio groote ontevredenheid wekken eu het vertrouwen iu de Indische Regeering doen verloren gaan. De regeerings-comipissaris Gallois werd belast met een onderzoek, maar met de zijdelingsche opdracht vau den gouverneur-gene raal, om de zaak te onderzoeken zooveel mogelqkter gunste van het bestuur, en dus ook van de Regeering. De schrijver zegt dat, hoe welmeenend de bedoe lingen van den residont ook mogen geweest zijn om als hervormer op te treden, hij gebleken is totaal ongeschikt te ziju, daar bij gebruik maakt van on wettige handelingen en niet te werk gaat met be zadigdheid, waarvan hij voorbeelden aanhaalt. Zqn brief eiudigt met de volgende wojrden „Uit goede bron kan ik u mededeelón dat de resident gehandhaafd blijft. Geve God, dat de Mi nahassa, tot het uiterste gebracht, niet in opstand korae. Gelukkig zien hoofden en bevolking nog mot vertrouwen op tot onze geliefde en geëerbiedigde Koningin, van wie zij nog alles verwachteu." Voor de liefhebbers van „eervolle onderscheidin- Het „Neue Wiener Tageblatt" is in het bezit ge komen van een prijscourant van titels en ridderorden die door een zekeren Waldon, te Londen, op het vasteland wordt verspreid. Hij verdeelt de onder scheidingen iu vijf klassen 1. Ridderorden; 2. Adellijke tite's3. HoftiteL4. Eeretitels en eere- toekenen met diploma's 5. Consulaten. Walden biedt ridderorden ain van San-Mariuo, Tunis, Perzië (het kommandeurskruL van den Leeuw en de Zon voor 3600), Spanje, Portugal, Italië (ridderkruis van de Kroonorde voor 3000), Servië, Roemenië, Venezuela, Liberia en zelfs ook een der Duitsche staten. De prijzen zijn in marken opgege ven, maar voor geraak der koopers i» een herleiding orgegeven van marken in francs, guldens, roebels en kronen. De adellqke titels, die door den heer Walden wor den aangeboden, kosten van 10,000 tot 36.000 gld. Enkele titels, bijv. Italiaansche, ziju veel goedkooper. Veel werk maakt Walden van eere-titels. Hij toe, dat zijn stem ernstiger werd, „ik heb mija moeder „En ik bob mij zelf. En or is een groot verschil tusschen ons," sprak de vicomte. „Ik spreek niet van onzen leeftijd, want op mijn woord, gij zijt jon ger dan ik, niet slechts naar uw geestdrift, maar zelfs naar het uiterlijk. Maar, om met mijnheer Prudhorame te spreken, ik wil mijn vrijheid niet verliezen. Terwijl uw moeder!.... die lieve, goede vrouw, zoo gelukkig zou zijn als gij een eigen haard hadt; als zij wist, dat gq niet weer opnieuw iö het slijk van Tonkin zoudt gaan woelen, dat gij zoudt blijven, bij haar, en dat gij kent do toover- sprookjes wel „zij waren zeer gelukkig en kregen tal van kinderen. „Aan toovereprookjes geloof ik niet meer!" zeide Solis. Bernière begon vroolijk te lachen. „En dat zijn r.u enthousiasten!" En in navolging van een bekend acteur ging hij voort. „Zij gelooven niet meer aan toovereprookjes, en wij, pessimisten, gelooven er wel aan! Dat is zelfs het eenige wat wij geloovenGij zegt, er zijn geen toovereprookjes meer? Maar ongelukkige, gelooft gij dan soms aan de geschiedenis, die reusachtige leugen? Dan mankeert or nog meer aan, dat gij aan de couranteu gelooft!" [Wordt vervolgd.) biedt verschillende medailles van wetenschappelijke en liefdadigheids-vereenigingen aan. Van de consulaten zegt de handelaar het volgende: Consulaten en vice-con9ulaten kan ik verschaffen aan gevestigde, respectabele heeren in residentie-, handels- en gavensteden vau verschillende straten, altijd natuurlqk als zij daar niet zijn bezet. De prijs bedraagt minstens 2700. Ik maak er op attent, dat ook niet vermelde onder scheidingen te koop zijn, daar ik steeds nieuwe ver bindingen tracht aau te knoopoii. Voor de echtheid der onderscheidingen wordt door ons ingestaan. De heer Walden waarschuwt voor zijn concurrenten die allen, naar hij zegt, bedriegers zijn. Het Engelseho blad de Times, dat, ouder veile erkenning van het mensohlieveude in Booth's streven voortdurend zijn groot plan bestreed, op financioele grondeu. merkte onlangs op, dat indien de geueraal wilde toestemmen om zijn borekeningen en ramingen te onderwerpen aan liet onderzoek van eenige be kende inunuen van zaken, geheel buiten het Heils leger staande, hq daarvoor veel raeef vertrouwen zou wekken dan door al zijn persooulijwe verzeke ringen en vermaningen. Men beschuldigde Booth n.l., dat hij geld verkwistte ten bate zijner eigen familie door oxtra stoomboottochten, eerste klasse hotels enz.dat de boeken niet in ord<3 waren en de ballans niet te begrqpeu was, kortom, dat het geld niet werd besteed, althans niet zooals beloofd was. Aan don auderen kant ontving generaal Booth bewijzen van sympathie door een circulaire, die ondorteekond was door personen van naam (b. v. Merdeen, H. Labouchere, Josephine Butler, F. W. Fauar, Tom Mann, Isabel Somerset, W. T. Stead, Arnold White, Francis Peek e. a.) b. v. waarin steun voor het leger werd gevraagd. Om nu uan allo beschuldigingen een einde te ma ken, heeft Booth de „uitdaging van Timesgelijk hij het noimt, aangenomen. De Hollandsche Oor logskreet vertaalde uit he|l Engelsche orgaan van 't Heilsleger de voorwaarden, dip bij het onderzoek zullen in acht genomen worden. - 1. De commissie moei bestaan uit onpartijdige personen 2. Zij moeten mannen zqn van zulk een stand en bekwaamheid, dat hun uitspraak bij het volk gewicht in de schaal legt en het overtuigten 3. Zijn grootste tegenstanders moeten zich bereid verklaren, om de uitspraak dezer commissie aan te ne men als beslissend. En laat dan deze commissie drie drie quaesties oplossen a. Heett generaal Booth persoonlijk in eeuig op zicht voordeel bij het Maatschappelijk Plan, of is hij de belangeloozo dienaar van het publiek, dien hij voorgeeft te zqn b. Worden de boekhouding, de geldzaken en de balans behandeld op een eerlijke, zaakkundige en eervolle wijze e. Worden de gelden besteed volgens het stelsel, dat uitgewerkt is in het Plan voor Engelands don kerste wildernissen, en worden zij op zulk een zui nige en zaakkundige wijze besteed, dat men een be hoorlijke mate van succes raag verwachten Daar de Times met deze voorwaarden genoegen heeft geuomeu, zal men van de zaak wel meer hoo- ren, Aan het verslag van den geneeskundigen inspecteur betreffende het voorkomen vae pokken te Rotterdam, wordt het volgende ontleend „De oerste twee gevallen in Jan., het laatste den 16den Juli aangegeven. In het geheel werden aan getast 65 personen, van welke 22 lijdende aan variola vera en 48 aan variolois. Van de eersten waren 8 niet gevaccineerd en 14 gevaccineerd, van de laatsten 2 niet en 41 wel. Van de ingeëute lijders hadden enkele ook eene revafecinatie ondergaan, ech ter zoovele jaren geleden, dat zij geen vertrouwbare inlichtingen konden geven. Negen kinderen waren, met het oog op de aan pokken lijdende huisgenooten, weinige dogen voor het uitbreken der ziekte gevac cineerd. Ofschoon verscheidene ernstig ziek waren, had er ondor hen geen enkel sterfgeval plaats. Vijf personen overleden aan pokken, namelijk één kind, dat niet was gevaccineerd en vier personen van mid delbaren leeftijd, die 20 a 30 jaren geleden waren ingeënt. In verscheidene gevallen kon de wijze, waarop de besmetting had plnats gehad, met vrij groote zeke& heul worden aangetoond. Twee malen had de over brenging van buiton de gemeente plaats. De eerste maal door een reizend koopman, die in Rozendaal eenigen tijd in een logement vertoefd had, alwaar zich een aan uitslag lijdende zieke bevond, die spoedig daarop overleed en uit welk huls eeu paar weken vroeger eene lijderes aan pokken naar het ziekenhuis werd vervoord. Het huis was niet voor zien van het bij de wet voorgeschreven kenmerk. Ineen snder geval bleek de smetstof te zijn overgebracht °or een commies der posterijen, dienstdoende op «cn trein van Rotterdam naar Emmerik. Dat de ziekte niettegenstaande haar ernstig karak ter geen meerdere uitbreiding heeft verkregen, is zeker voor een groot deel te danken aan de krach tige maatregelen, die in overleg met den burgemees ter genomen zijn. Een argumentum ad hominem. Door de tegen standers der vrouwen-emancipatie wordt menigmaal als argument aangevoerd, dat de vrouwen reeds daarom voor eene hoogero geestelijke ontwikkeling ongeschikt zouden zijn, omdat de hersenen der vrouwen in het algemeen veel minder wegen dan die der mannen. De overleden professor Bischof te Petersburg, een der ijverigste strijders tegen de vrouwen-emancipatie, was te gelijk een der ijverigste verdedigers van dit herson-argument. Hij beschouwde het als een feit, dat de vrouwenhersenen gemiddeld 1,250 gram wegen, terwijl het gewicht van de raannenherseuen 1,350 gram bedraagt. Nu werd echter (aldus vertelt cle Wratsc/i), na den dood van Bischof, ook zijn hersen massa gewogen, en het bleek dat deze slechts 1,245 gram woog. Dus 5 gram beneden het normale ge wicht van het vrouwelijk brein! Voor de zevende maal sedert hare oprichting, doch ditmaal een weinig later in den tijd dan vorige jaren, vierde de Goudsche Zwemclub gisteren haar jaar lij ksch feest. Een Zwemwedstrijd in Gouda zonder fraai wedir is zoo iets ongewoons, dat hoewel het luchtje Zaterdagavond en ook Zondagmorgen nog „leelijk deed", ieder er toch maar vast op rekende, dat een bolder zonnetje het feest met haar liefelijke stralen zou opvroolijken. Die verwachtiug werd dan ook niet beschaamd. Met een kracht, die bij een opon terrein wellicht hinderlijk zou geweest zijn, doch nu door het loof der boomen gelukkig eeu weinig getemperd werd bescheen zij het feestterrein, dat ondor leiding van den Heer H. J. Nederhorst Jr. eenvoudig doch fraai versierd was. Een woord van lof komt den Heer N. ten volle toe. Te 12 uur precies verscheen het bestuur met de Jury iu de Zwemschool, en nam de wedstrijd een aanvang. Het bestuur had besloten, dat ditmaal geen pauze zou gehouden worden, maar dat men achter elkaar zou afwerken, een maatregel die o. i. aanbeveling verdient. De temperatuur van hot koffiekleurige IJselwater, welks smaak sommigen vreemdelingen niet scheen te behagen, was bij den aanvang van den wedstrijd maar 63° F. Die lage temperatuur deed wel eenige vrees koesteren voor slechte records, doch zooals straks uit de behaalde tijden blijken zal is die, vrees niet bewaarheid geworden. Er is in Gouda nog nooit zoo mooi gezwommen als gisteren. Schitterend is dan ook, dunkt ons, de onder sommige zwemmers heerschende meeniug weerlegd, als zou het „dikke" water in Gouda slechte tijden veroorzaken. In Afd. A I Snelzwemmen voor jongens bene den 16 jaar, welke kosteloos van de Zwemschool gebruik maken (40 M.) werd de oerste prijs behaald door J. de Jong in 45 sec. W. Bron en J. van der Kemp legden beiden de baan af in 453/6 9ec- en moesten, daar geen van beiden verlangde over te zwemmen loten. Het lot besliste, dat%aan J. van der Kemp de 2e prijs ten deel viel en aan W. Brop de 3e. In Afd. A II., Snelzwemmen voor jongens bene den 16 jaar, werkende leden ven Zwemclubs, aan gesloten bq den Ned. Zwembond (baftn 40 M.) werd de le prijs behaald door J. Groonendaal, een zoon van den zwemmeester, in 39 sec. De premie werd gewonnen door C. R. S. van Eek in 40Vs sec. De opmerking van de Ned. Sport verleden jaar ge maakt, dat de deelnemers uit A II beter en sneller zwommen dan uit A l, geldt nu ook weer. Bij vol doende oefening beloven de jeugdige zwemmers Groenendaal en van Eek wel wat te worden. Voor Afd. A III, Snelzw. (Juniores) 80 M. had den zich niet minder dan 18 deelnemers opgegeven. Drie heeron kwamen echter niet uit. Bij dit num mer bleek al dadelijk, dat tal van flinke on nieuwe krachten naar Gouda waren gekomen om elkaar de zege te betwisten. De heer G. Henny uit Arnhem was 1 met den zeer raooien tijd van 1 min. 18s/5. De hoer H. A. Schouten uit Amsterdam was 2 met 1.2S'/5 en de heer J. C. de Hoog uit Amsterdam 3 met 1.254/B. 13 zwemmers hadden zich doen inschrijven voor A IV Snelzwemmen (Seniores) 240 M. 5 echter lie ten zich schrappen, zoodat er maar 8 strijders, waar onder de beste van Nederland waren, overbleven. De eerste race tusschen Kok uit Amsterdam en C. W. van Hasselt uit Rotterdam was zeer interes sant. Ze hingen aan elkaar, telkens namen ze tegelijk de boei. De laatste 20 M. spurtte van Hasselt krachtiger doch Lelijker dan Kok, die zooaL later bleek een weinig ongesteld was. De kamp tus«cheu den jeugdigen G. J. Sala uit Leiden, die \oor een zwemmer op lange banen wel wat breed gebouwd is, en den in het vorig nummer senior geworden G. Henny uit Arnhem was ook zeer fraai. Met een klein verschil wist Sala zijn mededinger achter zich te houden. Nu verscheen C. J. v. d. Poll uit Rot terdam en E. A. Kruijsse uit Amsterdam aau den start. Van der Poll zwom fraai en ging hard af. Meer dan een halve baap bleef Kruijsse dan ook achter. 1. C. J. van der Poll 4.35V5. 2. G. J. Sala 4.59l/5. 3. C. W. vau Hasselt 5.1l/5. Onder de deelnemers voor B. 1 Rugzweraraeu, Juniores, 40 M., kwamen ook voor twee nieuwe sterren aan den zwemhemel nl. de VogelRotterdam, KelderLeiden. De verwachtingen, die men vau hen had, hebben zij dan ook niet beschaamd. De slag van Kelder was fraaier dau van de Vogel, doch in snelheid moest de Leidenaar voor den Rotterdammer wijken. De Vogel, wiens borst bijua alleen met me dailles voor rugzwemmen versierd is, was evenals iu Rotterdam zijn concurrenten ver voor: De uitslag was: 1. J. F. de Vogel. Rotterdam, 36 sec. 2. H. P. Kelder, Leiden, 394/6 Nu ging meu over tot B II, Rugzweramou. 80 M. Kampioenschap van Nederland. De beste rugzwem mers uit Nederland, waaronder vele oude bekenden, hadden zich voor deze baan opgegeven. Ook J. D. Bloemen, die zoo kranig in Duitschland de eer van Nedenand opgehouden heeft, had zich laten inschrij ven. Karis en Sala gingen het eerst af en hingen tot aau het eindpunt aan elkaar. Met een verschil vau 1 sec. werd Karis door Sala geslagen. De meest belangrijke race, ook van den gehoëlen wedstrijd, was die tusschen Bloemen en de Vogel. Toen Bloemen te water ging blies de muziek een fanfare, een blijk van hulde voor zijn kranige houding in Duitschland. De pas 17-jarige J. F. de Vogel, die nog maar aan 2 wedstrijden had deelgenomen, bleek echter voor Bloemen zwaarder concurrent te zijn dan alle Duit- schers. Met een verschil van V/i sec. moest B. het tegen de V. afleggen. De geestdrift onder de aan wezige Rotterdammers was zooals licht te begrijpen valt, onbeschrijfelijk groot. In triomf droegen zij hun medelid het bassin rond. Met reden mogen zij trotsch zijn op zoo een medelid, die voor hunne ver- eenigiug nog vele lauweren behalen kan. 1. J. F. de Vogel 1.19 Kampioen Rugzw. 2. J. D. Bloemen 1.20I/5 3. H. C. Dufront 1244/0 Bij het duiken, dat nu volgde, week men van den tot nog toe iu Gouda gevolgden weg af, door n. 1. het punt, waar de pop neergelaten werd, door een kleine vlag aan te wijzen. Dit verdient o. i. geen aanbeveling; het nabootsen vau het redden van drenke lingen wordt op die wijze toch veranderd in snel zwemmen met een zwaar voorwerp. Van de 5 deel nemers hebben dan ook maar 4 de pop niet gevon den. Voor deze baan word de kleine pop der G. Zwemcl. gebruikt. De uitslag was 1. H. D. Sala, Leiden, in 58 sec. 2. J. G. S. Noble, Arnhem, 60*/g Op 't kampioenschap van Nederland voor gekleed duiken waren de beste duikers van ons land afge komen. Namen als Kramers, Mussohenbroek, J. Zeegers, de Regt, Struyvenberg, Krom en Bloemen zijir goede bekenden in de duikerswereld. Ook hier werd de plaat9 aangewezen waar de pop werd neer gelaten, wat tengevolge bad, dat in tegenstelling met verlogen jaar, toen slechts 2 duikers de pop vonden,-nu alle deelnemers de pop bofen brachten. Twee heeren konden de wel wat zware pop niet aan wal brengen en van twee andere kwam de tijd niet in aanmerking, omdat de mond van de pop niet boven water gehouden was. De uitslag van dezen wedstrijd was. 1. J. Zeegers, Amst. 49 sec. Kampioen Duiken. 2. H. J. Kramers den Haag 49s/s 3. C C. Krom, Gouda 508/6. 4. J. G. S Noble, Arnhem. 52V5. Na afloop van den wedstrijd vereenigde men zich te 6 uur aan een gemeenschappelijken maaltqd in hotel de Zalm, waar, zooals altijd in Gouda, een pret tige, vroolijke stemming heerschte. Te half negen begaf men zich naar de bovenzaal van „Vredebest" waar de prijsuitreiking plaats had. Bij afwezigheid van den voerzitter van den Ned. Zwembond, reikte de Heer Bredius W. E. z. Secretaris v d Bond. de kampioensinedaljes uit. Bij 't uitreiken van den prijs aan den heer Krom riep de voorzitter dat verdienstelijk lid der Goudsche- Zwemclub een hartelijk woord van afscheid toe. De heer Krom had n. 1. te kennen gegeven, dat hij de Zwemsportwereld ging verlaten, omdat ernstiger plich ten hem riepen. Na afloop van de pnjsuitdeeling begaven zich vele Zwemmers naar., do Sociëteit „Ons Genoegen". Het bestuur had de hoffelijkheid gehad de Zwemmers tot bijwoning van het Concert der Grenadiers uit te noodigen, aan welke uitnoodiging natuurlijk vele deelnemers gehoor gaven.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2