„Zij beveelt als candidaten mannen aan van wier kunde, ijver en zelfstandigheid, wat de belangen voor den handel en de nijverheid betreft, zij overtuigd is, afgescheiden van alle partij- en geloofs-quaestie." Het getal der inrichtingeu waar krachtens ver gunning sterken drank in het klein werd verkocht bedroeg in doze proviucie in 1891 4277, in 1890 4308, en in 1882 5223. Het vergunningsrecht bedroeg in 1891 ƒ211,784.94, in 1890 208,942.40* en in 1882 217,978.41. In Groningen wint het gebruik allengs veld, om de koeien nu en dan netjes het haar te knippen. Dit geknipte koehaar bedraagt vele duizenden ponden, ru wordt doorgaans of op de mestvaalt of in deu grond gebracht. Het zou zeker van belang zijn zoo wel voor de fabrikanten van koeharen vloerkleeden, als voor ondernemende lieden, om deze grondstof bij de veehouders op te halen en te gebruiken, terwijl tot heden een sohat van koehaar voor de nijverheid verloren gaat. De kroon-eik, nabij Arolsen, een boom meteen stam van zes meters omvang, welbekend aan alle touristen in die streek, is in brand gestoken. Wel is de brand gebluscht, maar de boom was reeds zoover uitge brand, dat hij thans moet worden geveld. Hot domein- bestuur heeft eeno premie op de ontdekkiug van den dader ui geloofd. Ook op andere Duitsche plaatsen wordt geklaagd over brandstichting. Alleen in den omtrek van Herford (in Wostfalen) zijn iu den tijd van vier weken, blijkbaar door brandstichting, 17 woonhuizen, een aantal schuren en 9tallen, benevens een zaagmolen, eene prooi dor vlammen geworden. Ook aldaar is eene premie op de ontdekking van den dader uitgeloofd. Het Rijks Politieblad bevat onder de bekendma- kin gen het volgende Bij de zittingen van den zoogenaamden Arabischen oogarts Goolam Kader, kortelings wegens het enbo voegd uitoefenen der geneeskunde, bij herhaling ge pleegd, door den kantonrechter te Amsterdam ver oordeeld, heeft eenigen tijd geadsisteerd een persoon, circa 40 jaar oud, vrij gezet, sterk gebouwd, lengte gewoon, aangezicht breed en opgezet, haar blond en du» (schier kaalhoofdig), knevel donkerblond, als heer gekleed, dragende een donker gekleurd lint als van eene decoratie in het knoopsgat, zich noemende Anema, arts van Scbeveuingen, doch eigenlijk ge- heeten Daniël Adriaan Zwigtman vao Noppen, geb. SS Dec. 1851 te Kruinicgen. Achtereen volgons woonde hij te Kralingen als houthandelaar, en te Rotterdam, waar hij in 1884 wegens bedrog ten nadeele van eene firma in houtwaren werd aangeklaagd eu de rechtbank hem in Februari 1888 failliet verklaarde, waarna hij handelde in vijlen, om weder in Maart 1889 beklaagd te worden van zich bij, dien handel valschelijk voor rijksambtenaar te hebben uitgegeven. Ook trad hij bij tusschenpoozen op als magnetiseur te Amsterdam, Haarlem en elders, terwijl hij zich nok* andere nameu, als die van Hobson, gaf. Van hem bestaan photographieënwaarop hij voorkomt iu het gala-kostuum van assistent-resident in Ned. Oost-Indië. Ofschoon op even meesterlijke als on beschaamde wijze den schijn aannemende van genees kundige, mist hij daartoe de bevoegdheid. Na zich op uit om een aardigheid te zeggen.... Ja.... ik moet gedurig opletten.... Dat is lastig, als men ge woon is, eenvoudig, zonder omhaal te spreken? Het is als een vuurwerk men is altijd bang, dat u een vuur'piil ontgaat! Er. als er dan te veel vuurpijlen zijn...." „Dan gaat men heen!" „Juist! Gij ziet, dat ik u mijn indrukken vertel, zooals zij werkelijk zijn!" „Daar doet gij ?eer verstandig aan." „Ik moet u dan ook zeggen, hoewel ik u pas eenmaal gezien heb, nog geen vier-en-twintig uren geleden, schijnt het mij toch toe, alsof wij oude vrienden zijn! Dat komt zei er, doordat ik u reeds door oom Richard kendeOom Richard houdt zoo- Teel vau u! Hij heeft mij verteld hoe gij hem bet leven gered heeft! Ik dacht, dat zoo iets alleen 'in romans gebeurde...." „Ik? Heb ik hem het leven gered?" „Ja, gij!" „WelnuHij.... „Als hij het zegt, is hot de waarheid. Hij sprak er vau morgqn oog over togen Sylvia." „Zoo!" zei^e George, die eenigszins bleek werd. Sylvia»Ifras zeer aangedaan!.... Hy ook! ik oSc! Wat scheelt u toch?" Met-haar mooiéta^warte oogen, zag zij Solis aan, die niet op zij^ gemak was, alsof hem iets kwelde. „Nirtfc..,. dié herinnering!" „O," zeide Eva, „gij hebt gelijk, dat gy veel van 4) 1 te hebben schuldig gemaakt aan valschheid in oen authentiek stuk, i9 Zwigtman van Noppen sedert de laatste week uit Zandvoort, waar hij verblijf hield, voortvluchtig. Bovendien wordt genoemden persoon het onbevoegd uitoefenen der verloskunde en verschil lende valschheden in onderhandsche geschriften ten loste gelegd. De commissaris van politie in de le sectie (buroau voormalige St. Pietorshal) fe Amsterdam, verzoekt aanhouding. Onder de regeering van Grisiiaan IV van Dene marken beklaagden de geestelijken van het Sticht Aarhuus zich bij den Koning er over dat hunne ge meenteleden zoo nalatig waren in het kerkgaau, en dat de weinigen, die dan nog in de kerk kwamen, meestal niets van de preek hoorden, omdat zij* in slaap vielen. Naar aanleiding van deze klacht vaar digde'de Koning den 17den Mei 1646 het volgende bevel uit „Nademaal wij vernomen hebben, dat hot slapen in de kerk onbetamelijkor wijs hand over hand toe neemt, verordenen wij allergenadigst, dat in elke gemeen te van het Sticht Aarhuis eenige waardige mannen aangesteld zullen worden, wien de verplich ting wordt opgelegd rond te gaau en met eene lange zweep do raenschen, die slapen, op het hoofd te slaan, om op die manier de kerkgangers wakker te houden, opdat zij aandachtig naar de preek luisteren." De waardige mannen, die de kerkgangers wakker moesten houden, hadden echter weinig gelegenheid om hun plicht te doen, want hetzij men bang was voor de „lange zweep," hetzij men in 't geheel geen lust ïneer had om do preeken te booren het streng bevel van den Koning had tengevolge dat de kerken nu eerst goed leeg bleven. Op een nieuwe klacht van de geestelijken, liet de Koning den super-intenjent van het Sticht Aarhuus bij zich komen en vroeg hem waarover de geeste lijken predikten. „Over datgene, U\y/ Majesteit, wat voor allen noodig isover de zonden des vlee- sche9, over den duivel, over hel/en verdoemenis, over „Dat is verkeerd!" viel de rfoning hem in de rede: „Duivel, hol en verdoemenis moet gij er buiten laten; daar zijn de raenschen bang voor, of zij ge- looven er niet aan, en het een is even erg als het ander. Daarom blijven zij liever weg en de kerken zijn leeg. Beproef het eens met de christelijke liefde, met de vergeving der zonde, met den Hemel. Mijn onderdanen zijn brave menschen; daarom moeten zij zalig worden en niet in de hel komen. Den duivel houdt gij voor iKelven, en gij moet maar zien hoe gij het met hem klaar speelt; anders krijgt gij uw ontslag." Nu vaardigdo de koning, een nieuw bevel uit, luidende „Wij hebben besloten en verordenen all irgenadigst, dat in de gemeente van het Sticht Aarhuus hel en dufvel uit de kerk verbannen en de christelijke liefde en de Hemel in eere gehouden moeten worden. Daar heeft men zich aan te houden." Den volgenden Zondag waren de kerken vol, en dat bleven zij van nu aan eiken kerkdag. Te Breda hebben eenige vrouwelijke volgelingen van het Leger des Heils hot weder hard te verant woorden gehad. In de Drieststraat werden zij aan gehouden door een 4-tal kerels, die een barer mijn oom Richard houdt! Hij is zoo goed! De zelfverloochening in persoon Hij is zoo goed voor zijn famiïie geweestHij heeft de plaats van mijn overleden vader bekleed, en toen mijn moeder, de zustor van Richard stierf, was het haar een troost, dat ik een nieuwe familie zou hebben na haar dood.... Ik houd dan ook dol veel van oom Norton Het is waarDol veelEn omdat gij hem voor mij behouden hebt, houdt ik van u ook veel De markies trachtte spottoud te glimlachen. „Dus, mejuffrouw, is er dan toch in dat ver- wenschte Parijs, waar men het u zoo lastig maakt, één Parijzenaar, dien gij wel moogt lijden?" Zij zag George nogmaals vlak in het gezicht, en antwoordde oprecht. „O! er zijn er wel meer! Gy ten eerstel... En dan, dokter Fargeas, die Sylvia zoo trouw behan delt!.... O! als hij haar maar spoedig geneest, zoodat wij mogen vertrekken Maar al was er nu niemand meer, dan hij en gij, dan was het genoeg: gij beiden zoudt mij geheel met Parijs rorzoeneo 1" „Dank uzeide Solis lachend. „Maar gij hebt een rare manier om den dokter uwo vriendschap te betoonen„Goede God, geef dat ik hem zoo spoedig mogelijk kan verlaienl)at is uw b?de „Ja, juist; zoo denk ik erover!" „En zult gij bij uw vertrek uit Parijs niets be treuren „Zeker! Dat heb ik u reeds gezegd. Hem"! en u Maar kom, Amerika is zoo dicht bij 1" hetzelfde meisje dat eenige maanden geleden door het straatpubliek zoodanig is mishandeld, dat zij ge. ruimen tijd zwaar ziek is geweest oen kroeg wilden binnensleepeu. Op den Haagdyk werden zij door een hoop volk al gooieude en scheldende ach terna gezet. Op het einde van den Hnagdijk maakte men het zoo erg, dat zij in het stedelijke ziekenhuis de vlucht moesten nomen. Nadat zij daar eenigen tijd verbleven waren, werden zij door de politie afge haald en naar huis geleid. {Bred. Ct.) Een inzender geeft in de Arnli. Ct. de volgende beschrijving omtrent het klokkenspel aldaar Sinds een paar weken worden we hier op alle uren van don dag en van den uacht herinnerd aan het Vergankelijke van het aardsche. „Urendagen, maanden, jaren vliegen als oen schaduw heen," kle pelen en stadsklokken ieder üur door hot luchtruim. Het heeft wat moeite gekost om dit lied, waarin verklaard wordt dat hier beneen niets bestendigs is, uit den chaos var. geluiden opto vissol» u. Men krijgt zoo het gevoel alsof het klokkenspel niet weet wat het wil. Verleden jaar werd de „gloire immor telle do nos ayeux" aan den volke verkondigd dit jaar is met die opvatting van onsterfelijkheid gebro ken en nu wordt de onbestendigheid der aardsche voetstappeu bezongen. Voor welk hartverheffend lied do „Fahnenwacht" van het half uur, die het publiek een heel jaar liet raden naar den naam zjjner dame, wier kleuren hij droeg, doch wier naam hij niet wou zegger., heeft moeten plaats maken, hebben de men schen met het meest ontwikkelde gehoor nog niet kunnen uitmaken. Het hangt er maar vau uf aan welken kant van den toren men het concert geniet. Vroeger was het aan de zijde der hooge noten nog wol eons gemakkelijk om wat men op de piano de rechterhand noemt te ontdekken, maar odk dit kunstje baat niet. Het moet bepaald iets klassieks zijn. Hoe meer men er trouwens naar luisterthoe meer men weet begint te twijfelen of op het heele uur wel „Uren, dagen" staat, het kan ook wel „Tara- ra-boera-die-ee" zijn. Dat de ongeregeldheden te SjVrang, waarvan wij reeds met een enkel woord melding maakten, hoogst ernstig zyn geweest, blijkt uit hetlvolgende, dat uit Kantsheuvel van 18 dezer aan Hqt Centrum wordt geschreven. Dinsdagmorgen werd onze gemeente in opschudding gebracht door een talrijke troep Sprang- sctio boeren en schoenmakers. De rentmeester van de tienden onder de gemeente Sprang, vergezeld van drie marechausseés te voet, reed met twee karren naar genoemde plaats, om van de boeren, welke de tienden eigenmachtig hadden iugezameld, teruggave te vorderen van het onrechtmatig binnengehaalde graan, en tevens om aanteekening te maken van do tienplichtige akkers, waarvan de tienden verdwenen waren. Nauwelijks echter was hij met dat werk be gonnen, of de boeren schoolden samen, de schoen makers sprongen van hunnen driestal op, sloten zich bij bon aan en de rentmeester met zijne karren en helpers, alsmede de marechaussées moesten hun heil zoeken in eene overhaaste vlucht naar Kaatsheuvel, steeds achtervolgd door eene opgewonden menigte volks uit Sprang. óumidellijk na aankomst in Kaatsheuvel worden de paarden der bereden marechaussées gezadeld en „Ja!" zeide Solis. „Men komt terug naar Frank rijk „Neen, neen 1" riep Eva vroolijk. „Men gaat naar New-York De markies vond de mooie Amerikaansche, zoo echt vrouwelijk en ernstig, met haar plotselinge uitvallen, die op eens haar peinzenden blik tegen spraken bizonder behoorlijk, juist een schepseltje voor den huiselijken haard geschapen, voor het uit nemende, rustigej^^c zonder gedruisch. In haar klein handi^yÉH^^ken geheel leven van kalm, waar geluk^^®**^Rt. George blief zitten {Kien en vergat dat do tijd voorbijging, en niettegenstaande dat bleef hij, terwijl hij Eva aanzag, aan Sylvia denken, en vergeleek de blauwe oogen, de zonderlinge, verwarrende, peinzende* droevige oogen der vrouw met deze heldere zwarte, oprechte oogen van het jonge meisje. Daar langzamerhand het gesprek tusschen hen verflauwde, gaf Eva voor, dat het haar te heet werd j de zon steeg al hooger, brandde op het zand, en deed de zee verblindend schitteren. „Ik ga naar huisLaat gij mij alleen gaan En terwijl Solis opstond om haar te vergezellen, voegde zij er bij: „Nu, vandaag heb ik niet veel in mijn boek ge lezen Het is ook gek, maar de romans bevallen mij niet meer! Zij lijken allen op elkander!" {Wordt vervolgd.) V de Kattesteeg, waartoe de troep gekomen was afge zet. Langs een anderen weg trok de Sprangsche bevolking huiswaartsenkele boeren wapenden zich met riek of hooivork, om den marechaussées, die hen weldra volgdeu het overschrijden der Sprang sche grens te beletten. Eindelijk het sarren on schel den der boeren en schoenmakers moede, renden de politiemannen met de blanke sabel op de samenscho- lerS in, sloegen er duchtig op los en deden in wei nige minuten den troep uiteenstuiven. Een viertal personen werden meer cf minder ernstig gekwetst. Honderden nieuwsgierigen uit Kaatsheuvel, dat aan de gemeente Sprang grenst, stroomden naar de Sprang- scho akkers, die meer op een'slagveld, dau op een looueel van vreodzumen arbeid geleken. Hedenmid dag om 12 uur koerden de marechaussées uit Sprang naar Kaatsheuvel terug, gevolgd door een ontelbare menigte. Te Kaatsheuvel is de rust nog niet verstoord. Daar hedenavond onregeldheden worden verwacht, hebben de militairen hunne kwartieren bij de boeren, verlaten en zijn ingekwartierd bij de burgerij in de kom der gemeente om bij het eerste sein gereed te te ziju. Men schrijft uit Parijs aan de Amstd.: ^et. een eensgezindheid, welke hun allo eer aan doet, hebben sedert eergisteren de Parijsche koetsiers behoorende tot de „Chambre syndicale dos cocbers de la Seine", bijna allen het werk gestaakt. Men kan zeggen, dat de staking algemeen is, aldus verklaarde met bitterheid de president van het syn dicaat der verhuurders. De vergadering, die giste ren gohouden werd, was zeer belangrijk. Meer dan 8500 werkstakers waren tegenwoordig, de meeste vergezeld van hunne vrouwen, zoodat de zaal der werkbeurs overvol was. Do president, burger Martin bijgestaan door vier andere burgers, zette het doel der werkstaking uiteen. Volgens de berekening waren de gemiddelde ont vangsten '15 frs. per dag, terwijl aan de maatschap pijen 14.50 frs. voor huur moest.worden uitgekeerd waardoor do noodzakelijkheid gebleken was, aan dezon schandelijken- toestand een einde te maken. Een brief' was geschreven naar de „Charabre Syn dicale" der verhuurders, hun grieven inhoudend, waarop een antwoord was gevolgd, waarin te kennen werd gegeven, dat na rijpelijk ovorwegen, hunne klachten niet gegrond waren. Dat was dus de mee ning van den hoor Bixio, dat was dus de manier waarop hij zich de belangen der arme werklieden aantrok. Burger Guilbard stelde daarop de volgende motie voor „De koetsiers, vergaderd op den 16on Augustus, welker aar.tal tot bijna 4000 gestegen is na kennis genomen te hebben van den brief van mr. Bixio, waarin deze beslist weigert in eenige overeenkomst te tredenstellen hem verantwoordelijk voor alle gevolgen daaruit voortspruitende, verklaren deze werk staking to zullen volhouden tot mr. Bixio gehoor zal gegeven hebben aan de stem der rode, en sluiten deze vergadering met den uitroep„Leve de werk- •taking Ongeregeldheden hadden hoegenaamd niet plaats terwijl van verschillende kanten geld inkomt om do stakers te steunen. Het departement Wesilandsche dorpen der Maat schappij tot nut van 't algemeen heeft zich in den laatsteu tijd vooral de bevordering van de pensio neering van werklieden tot taak gesteld, en in den vorigen winter werden over dit onderwerp een twee tal volksvoorlezingen gehouden. In de dezer dagen gehouden vergadering werd weder geruiraen tijd over deze gewichtige zaak gesprokener werden twee circulaires vastgesteld, te richten aan de werklieden en aan de werkgevers en gegoedenin de eerste wordt nogmaals gewezen op het groote belang van pensioenverzekering en aangespoord tot het sluiten van dergelijk^ verzekeringenin de tweede wordt krachtig aangedrongen op ondersteuning van deze belangrijke zaak. Een uitvoerig debat ontspon zich naar aanleiding van de vraag, op welke wijze men het best den werkman zou kunnen steunen. Men achtte bet zeer wenschelyk, dat eene vereeniging tot «stand zou komen, waarbij zioh allen, die de pensio- Naeering van werklieden willen bevorderen, zouden aansluiten. Deze vereeniging zou hen met raad en qaad moeten bijstaan. Niet alleen moet zij de werk lieden in alles wat de pensioenverzekering betreft voorlichten, maar uit hare contributiën moet tevens een fonds worden gesticht, zij het ook van bescheiden ?omvang, waaruit men werklieden, die niet typnachte zyn de premie geheel te betalen of wien dit door toevallige orastandighedeu, bv. ziekte, geheel onmo gelijk i9, kan ondersteunen. Men achtte thans evenwel den .tijd tot oprichting van eene dergelijke vereeniging niet gunstig, doch besloot hen, die voor dit plan eenige sympathie mochten koestereu, uit te noodigen hiervan voor 1 November keunis te geven aan het bestuur, om dau te gelegener tijd eene vergadering tan belangstellenden te kunnen uitschrijven* In de Exposition Graphic worden eenige modedee- lingeu gedaan over de groote tentoonstelling in Amerika, waaruit duidelijk blijkt dat op de Colum bian Jair geleverd zal worden wat, op dit gebied tenminste, nog nicht da gewesen ia. Eerst een klein stukje geschiedenis fn Maart 1691) diende do heer Daniël, van Vir- ginië, in den Senaat der Vereenigdo Staten het wets ontwerp iu oin de tentoonstelling te Chicago te hou den. Hot werd naar een bijzondere commissie uit de beide liyizen verwezeu, die een wet indiende, welke door de beide Kamers en 25 April 1890 ook door den President werd aiyigenoraen. Toen werd een cent raai-comité benoemd, dat 26 Juni in Chicago zijn eerste vergadering hield. Het plaatselijk comité koos na vele discu9siën het Jac- son- en Washingtonpark als plaats voor de tentoon stelling, waaraan het centraal-comité zijn goedkeu- npg hochtto. In de tweede zitting, op 15 September, werd daarop een directeur-generaal en een bestuur voor de vrouwenafdeeling gekozen, de classificatie der ten toon te stellen voorwerpen had plaats, en de bouw kundige ontwerpen werden besprokeu. Den presi dent der Vereenigdo Staten werd gemeld, dat aan alle voorloopige voorschriften der wet was voldaan, en overeenkomstig die wet vaardigde Harrisou 24 De cember 1890 zijn proklamatie uit, waarin hij alle volken der aarde tot deelneming uituoodigde. Volgens genoemd tijdschrift heeft nog geen we reldtentoonstelling over zulk een uitmuntend terrein kunpen beschikken. Jackson-park, waar het grootste aantal der ge bouwen zal verrijzen, ligt aan den oever van het Micbigan-meer, ongeveer een uur van de stad, en omvat 586 acres, dat is ongeveer 293 bunder. Washington-park ligt iets dichter bij de Btad en is 185 bunder groot. „Midway Plaicans®" heeft een uitgestrektheid vau 40 bunderzoodat de tentoon stelling over ruim 500 bander grond kun beschik ken. Om deze terreinen door bloemen, grasperken en hoornen geschikt te maken, is er reeds meer dan negen millioen gulden aan besteed, terwijl de directie nog een paar millioen er aan ten koste zal leggen. De beide parken zyn door oen reeks van Jange boulevards van 100 tot 300 voet breed met de stad verbonden. t En nu de gehouwenTe zamen zullen er min stens 100 verrijzen, waardoor een uitgestrektheid van 75 bunder onder dak wordt gebracht; dat is tweemaal meer dau op de Parijsche tentoonstelling van 1889. Van enkele groepen van gebouwen wer den de cijfers opgegeven. Zoo b.v. de regeerings- gebouweu 1.8 bunder, voor 960,000, machinehal met bijgewouwen 13 bunder, 480,000, gebouwen voor kunst en nijverheid 15 bunder, ruim 1 millioen gulden, gebouwen voor tuinbouw 2.8 buuder, 600,000, landbouw 4.6 bunder 1,200,000, enz. enz. Alles wordt electrisch verlicht, waarvoor een millioen gul den is geraamd. Het bovengenoemde schijnt reeds min of meer vast te staan maar er worden bovendien nog een aantal schitterende plannen gemaakt. Hiervan noemt het tijdschrift o.a.een toren, natuurlijk nog hoo ger dan de EifFeltoren, die 7,200,000 doll, zou moe ten kosteneen tentoonstelling van de vloot van Columbus, een meer dau honderd voet diepe mijn de nabootsing van een oud Roraeinsch huis uit den tijd van Pompeji, en Japansch dorp, enz. enz. alles naar Amerikaanschea trant. De gebouwen der tentoonstelling zullen krachtens besluit vau het Congres den 12 Oct. a. s. op den. jaardag van Columbus'laudiug, met zeer veel plech tigheid en in tegenwoordigheid va8 den president der republiek en andere grootwaardigheidbekleeders geo pend Horden. De tentoonstelling zelve wordt 1 Mei 1893 geopend; in den tusscheutijd wordt alles onder dak gebracht en geraugschikt. In de dezer dagen gehouden vergadering der Gel- dersch-Overijselsche Landbouw-Maatscfrappij werd door den heer van Konynenburg uit Arnhem het volgende vraagpunt ingeleid fr „Wat valt voor de landbouwmaatschappijen te doen na het bekend worden van het verslag der land- bouwcoramissie, en de uitgave van het werk Land bouw en kapitaalbeleggihg door Prof. J. P. Moltzer, in zake de verhouding tusschen de eigenaren van den grond en de gebruikers daarvau iu de 60*^te plaats voor wetenschappelijk gevormde jongelifylen- landbouwers, die zich als pachters znllen moeten ves tigen P Hij stelde ?bor, te besluiten 1. Zichte verklaren omtrent een keuze uit de beginselen/ in beide geschriften neergelegd. Ofschoon in het na-rapport der landbouwcommis- sie de nadeelige gevolgen van een verkeerd pacht wezen worden erkend, zijn daartegenover onvoldoende middelen aanbevolen als: afschaffing van mutatierech- teu, uitbreiding van beklemrecht, handhaven van art. 776 B. W.Staats-hypotheekbanken, en vooral restitutie aan den pachter* nadat de eigenaar ljierin genadig zal hebben toegestemd. Prof. Moltzer begint daarentegen na de studie der Zaak in ruwe omtrekken de richting aan te geven, waarin verbetering zal te vinden zyn, a. t. wbieder uitnoodigde, de studie voort te zetten, en die te toetsen aan de practijk. Hij predikt geen dogmatisch begrip van grondeigendomsheiligheid, zooals in eerst genoemd geschrift doorstraalt. l)e keuze kan daar- tusschen niet moeilijk wezen. Laat dus de Geldersch- Overijsel8cho Maatsch. op hef voetspoor vau Prof. Moltzer doorwerken, en dat zij dan op haar beurt ook andere maatschappijen verzoeke, zich in gelijken zin te willen verklaren, en te willen overwegen, op welke wijze de gekozen beginselen gemeen goed kun nen worden. Ten tweede, stelt spreker voor, om, wanneer, de keuze der Maatschappij zich bepaalt tot do beginselen van prof. Moltzer, den schrijver hulde te brengen voor de weldaad aan de landbouw bewezen en hom iu overweging te geven, te willon bevorderen dat in een beknopt boekske de beginselen worden ontvouwd in het grootero werk duidelijk gemaakt, zoodat vau dat boekske zooveel exemplaren kunnen worden ge drukt als er landbouwers zijn. En ten derdede voorgangers op het gotfïed van wetenschappelijker! landbouw uit te noodigen, ook hun oordeel in deze openbaar te maken, door bijv. iu eene volgende vergadering of in geschrift te ont wikkelen, hoe in zake pachtvoorwaardeu het onder richt luidt dat zij geven aan jongelieden, dio na wetenschappelijke opleiding gebrvikers zullen worden van den grond, waarover anderen souvereiniteitsrech- ten uitoefenon. Over deze motie ontstond eene langdurige discussie waaraan word deelgenomen door de heeren Hartog, Sickesz, Vrijland, Van Diggelen Boonsajer, Van der Sijp en Mackav van Ophemert (lord Reay.) Prof. Moltzer dankte voor de hem hier geboden gelegenheid, zijne denkbeelden aan de ervaringeaMer practijk te kunnen toetsen. Het plan de zaak in de afdeelicgen der Maatschappij breedvoerig te bespre ken, vond zijne instemming. Hij zou dan echter niet de vraag naar de verhouding tusscheu pachter en ejgenaar, maar liever de vraag van verdere strekking naar de verhouding tusschen den landbouwonder nemer en het naar geldbelegging strevende kapitaal behandeld wenschon te zien. Nadat de inleider gerepliceerd had, werd op voor stel van den heer Sickesz besloten om de uit de heeren Van Konijnenburg, Prins en Bieleman bestaande commissie die zich in opdracht van het bestuur met een stel vragen, omtrent do aan de orde zijnde quaestie tot de afdeelingen richtte permanent te verklaren. Aan deze commissie werd tevens het recht verleend, zich twee of drio leden toe te voegen. Te Chicago is men bezig aan een nieuw gebouw voor do Christelijke Jongelingsvereeniging aldaar. Dertien verdiepingen hoog, zal het uiterlyk een def- tigen indruk maken het inwendige paart goeden smaak, aan gerief. Eene ruime zwemschool vindt men achter in het gebouw op de eerste verdieping raimte voor wielrijden. Op de tweede verdieping zullen de leeskamers, de receptiekamers en de kantoren zyn. Ook eene zaal voor°bidstonden met zitplaatsen voor 250 personen, en daarachter de groote gehoorzaal met fuimte voor 1000 heilbe^eerigen. Op de vierde verdieping vindt men o. a. 35 badkamers met toe- behooren en op de vijfde en de zesde de vertrekken voor gymnastiek. Eene groote zaal voor het bestuur en vertrekken tot het geven van onderwijs vindt men o£ de zevende verdieping. Hot overige deel van het gebouw wordt door kantoren ingenomen. Het geheel, dat ,met primo Mei kant en klaar m )öt zijn, kost 800.000 p. st. Efen toerist, een ambtenaar uit Munster, is deze^ week het slachtoffer geworden van een moordaanslag in het Sohwarzwald. Hij deed daar den wandel tocht van den Blauen naar het Belchen, toen zich een man van omstreeks 25 jaren bij hem voegde, die ook een toerist scheeu te zijn. Na een eind met den ambtenaar gewandeld te hebben, rioeg hem de onbekende reismakker tegeij den grond en ging hem uitplunderen. Op het |lroep om hulp kwam een herder aangeloopen, die den moordenaar verjoeg en den inmiddels bewusteloos geworden toerist trachtte bij te brongeu. Men vreest echter voor het behoud van zijn leven den onbekender aanvaller is de jus titie nog niet op het spoor. De Amerikaanscbe gezant te Brussel, de heer jWhitr," heeft te Chantaupua, in den Staat,Nieuw-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2