LZEN,
geschilderde
Hing
N
WEK
USTUS
1GERS
N° 4919.
1892.
BINNENLAND.
'ING
Woensdag 24 Augustus.
Nieuws- en
FEUILLETON.
ZBZEZMZZZbTZD.
0 25.
f 0.49.
Leiden.
y2 uur
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
De Inzending van advertentlën kan geschieden tot eón uur des namiddags van den dag der uitgave.
BWegr.
nts.
Inden,
tgen
I, .‘I Reg, Inf.
was ZExc. niet
en
i
(Uit het Franech.')
VI.
Er zijn toch
de vertrouwelijke
<KMAN.
op grond
bestaan I”
■el 50 et».
N, Coiffeur,
r. TUIJLL.
p Zoom.)
ebouw.
Janskerk te
mis der St.
mingen enz.
Ijjk levens-
Gebroeders
belli,
SRTEN
«97,-111/,
ücm
Heg, Inf.
i als ik ziek ben,”
aan dokter Fargeas
Huideelt,
J dagen tgd
nste pijn te
gevoeligste
ADVERTENT1EN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.^
Bovendien worden alle Advertentiën gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
’t welk des Maandags verschjjnt.
)9.
I. Kapel der
GOUDSCHE COURANT.
te laten zien en
Hij kan nu dus
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTBIN.
hooren kon, zeide toen de heer M
wirklich ein Flaps". «1
vroeg daarop R. de tafel naderende. «Als gebet
verstaan hebt, ja," antwoordde M.
Nadat R. zich even verwijderd had, kwam hij
daarop met twee Kurhausbediendea terug en beval
hun den heer M. er uit te zetten en hoewel deze
den mannen verzocht, hem niet aan te raken, daar
hij wel alleen zou gaan, pakten de knechts hem
toch beet en smeten hem zeer onzacht er uit.
De heer L. uit Amsterdam, aandeelhouder der
maatschappij, zou krachtig doch te vergeefs tegen deze
behandeling hebben geprotesteerd, voegt de heer
Müseler er by.
De Haagse he correspondent van de Awderdammer
neemt een loopje met het hopeloos gehaspel over
kleinigheden, waarin het beleid onzen tegenwoor
dige!’. minister van Oorlog schy'ut op te gaan.
Hij zegt hiervan
Zelfs een minister als Seyffardt kan, hoe hij ook
practiseert, maar niet in het reine komen met de
eenvoudigste quaesties, die onze armee betreffen.
Met de soepketeltjes heeft hij het geklaard die zul
len nu niet meer in de zon schitteren, want zij krij
gen een zwart hesje aan. Dat zal een niet geringe
misrekening zijn voor de vijandelijke troepen, die
er natuurlijk al op hadden gevlast, dat zij bij het
terugtrekken der Hollandsche regimenten op de Hol-
landsche waterlinie en het reduit Amsterdam, op die
keteltjes zouden kunnen mikken 1 Seyffardt heeft
ben leelijk bij den neus. Want vooral bij onze ma
nier van oorlogvoeren is Seyffardt’s keteltjes-hesje
van groote beteekenis. Ons verdedigingsstelsel is er
De heer J. Slop alhier staat op het zestal voor
hoofd eener uitgebr. lagere school op Texel.
GOUDA, 23 Augustus 1892.
De heer 8. de Vries, onderwijzer aan de school
van den heer Leopold is benoemd tot onderwijzer
aan de bijzondere school van den heer Pontsma te
Leeuwarden.
Aan ’s rijks Munt te Utrecht zijn in de laatste dagen
gouden tientjes geslagen met de beeltenis van H. M.
de Koningin Wilhelmina.
Het aantal der geslagen goudstukjes bedraagt echter,
naar wij vernemen, slechts een zestigtal, en vermoedelijk
heeft dus deze muntslag alleen plaats gehad om van
alle nieuw gegraveerde stempels nog in ditjaareene
proefmunt te hebben.
Het is althans niet waarschijnlijk, dat de nieuwe
goudstukken nog dit jaar in omloop zullen worden
gebracht.
De beeltenis der Koningin op die munt is gegra
veerd door den stempelsnijder van ’s rijks Munt, den
heer J. P. M. Menger. (N. R. Ct.)
Een Berlijnsch advocaat, de heer Müseler, beklaagt
zich in de «Frankfurter Ztg." over de ongemanierde
behandeling, die hij in het Kurhaus te Scheveningen
ondervond.
Terwijl hij met zjjne familie in de kleine eetzaal
dineerde, kwam daar de directeur-generaal Reiss, tot
’t geven van bevelen aan de bedienden, met den hoed
op ’t hoofd en met een hond binnen. De heer M.
beklaagde zich (dd. 13 dezer) in een schrijven aan
den heer Reiss over dit feit, dat reeds meermalen
was voorgekomen en ergernis had gegeven, maar
27) i
Norton was naar Havre om orders naar New-York
te zenden. Maar noch Sylvia, noch De Solis dacht
aan Norton. Zij dachten slechts aan het verledene,
1 het dierbare verledene aan wat er uit hun leven
was weggenomen, aan al wat had kunnen wezen,
wat niet was en wat nooit zou zijn.
Eerst geen woord. Toen een soort van stomme,
droevige aanschouwing, totdat George eindelijk zeide
z/Er zijn toch zonderlinge ontmoetingen in het
//Hoe bedoelt gij dat?” vroeg Sylvia alsof zij niet
begreep, wat hij wilde zeggen.
//Dat arme kind daar straks begreep niet, welke
herinneringen hij opwekte.”
z/Wat voor herinneringen?”
Zij trachtte te ontkomen aan de vertrouwelijke
mededeelingen, die Solis op de lippen zweefden.
//Wat voor herinneringen Hebt gij die dan ver
geten?” vroeg hij.
kreeg zijn brief zonder antwoord terug, en den vol- op ingericht den vijand den
genden dag kwam de directeur weer met zijn hoed nu kan hij den rug niet
wegende in de nabijheid der familie M.
rug
o- meer zien. Hij kan nu dus
op in de zaal, zich daarbij op opvallende wijze be- wel thuis blijven. Maar met de kleedingquaestie
wegende in de nabijheid der familie M. ZEzo. ziet
Zoo zacht dat alleen de directeur-generaal het men, is het Hof
//Er is toch nister geweest. m
Meent u mij daarmede ornament van den Nederlandschen soldaat, vond bij
zondere genade in de oogen van wylen den Koning
nu heeft men, naar men zegt, aan het hof niet
an “7“J“Lt aan de piëteit
jegens den overleden vorst door een raadsman der
zou worden gedaan. Na veel getob,
onze soldaten blauw en geel zien, en onze
groen en geel, wat trouwens zoo heel erg
nu maar met de aangekleede keteltjes
zorgen buiten schot te blijven.
Het is intusschen de vraag nog, of de Minister
het met de soepketeltjes werkelijk al geklaard heeft,
zooals de correspondent van de Amst. schrijft.
Er moeten nog proeven mee genomen worden
wei «op groote schaal."
"Eerstdaags zal dat in de legerplaats bij Zeist ge
schieden, en wie weet of dan ook niet spoedig weer
het bericht volgt, dat die reorganisatie niet doorgaat
van bezwaren, «die daar tegen bleken to
Gisteren had te Utrecht de algemeene vergadering
plaats van de vereeniging //Trouw aan Konin<* en
Vaderland.”
Door den voorzitter, den heer Schubart, werd de
wensch uitgesproken dat de Vereeniging zoo spoedig
en zooveel mogolijk mocht doen toekomen aan de
ouden van dagen, dragers der Citadel-medaille en
het Metalen Kruis. Aan het verslag van den len
secretaris is het navolgende ontleend
De provinciale comités bestaan uit: Groningen,
Friesland, Drente, Gelderland, Utrecht, Zuid-Holland,
Noord-Brabant en Zeeland.
«Dat zeg ik niet,” antwoordde mevrouw Norton
koel, //maar ik weet, dat het een wreedheid zou
zijn, ze mij weer in de gedachte te brengen. En
waartoe zou het dienen?”
«Vergeef mij, dat ik er bijna onwillekeurig op
zinspeelde, om het zoo eens te noemenMaar dat
kind.... 1” En Solis schudde het hoofd.
z/Alleen onschuldige handen kunnen ons zoo doen
lijden, zonder het te weten.”
Sylvia trachtte te glimlachen.
«Kom 1” zeide zij. «Gij weet toch wel, mijnheer
De Solis, dat het leven een langere of kortere aan
eenschakeling is van lijden met of zonder troost.
Hij nam haar woorden over.
«Troost?.... Dat woord is bjna even pijnlijk voor
mij als de vergissing van den kleinen Francis Ruaud.”
«Pijnlijk 1 Waarom vraagde Sylvia. ./Ik heb geen man op de wereld
«Omdat ik niet behoor tot degenen, die zich laten Richard Norton,” antwoordde Solis,
troosten.”
De Solis had zulk een uitdrukking van treurige
oprechtheid ia zija woorden gelegd, dat de eerlijke
vrouw hem droefgeestig, niet gewilde en als het ware
onverzoenlijke zachtheid antwoordde, om hem te doen
begrijpen, dat alles gedaan, voorbij, uit was
«Toch moet men het leven nemen, zooals het is,
mijn waarde markies, noch glimlachend, noch tra
gisch, een beetje mat, een beetje grijs kijk, zooals
de zee vandaag is, met het bewustzyn, dat elke dag
iets van ons lot medevoert, evenals elke golf iets
van het strand meeneemt.”
//Dus,” sprak Solis met zachte trillende stem, //alles
wat geweest is, wordt weggevoerd, ver weg
«Waarom vraagt gij mij dat?” zeide Sylvia. «Het
is niet goed dat gij wilt weten wat er in dit vrouwen
hart nog voor u is blijven leven.... Ik heb u nooit
vergeten.... Gij kent mij genoeg om te weten dat ik
even trouw aan mijn liefde ben, als aan een eed 1
Maar gij moet tegenover de vrouw van Richard
Norton vergeten, dat gij vroeger het voornemen hebt
gehad om haar ten hywelijk te vragenHet lot heeft
het niet gewild... Mijn vader heeft mij dit huwelijk
aangeraden, ja geboden..Hij scheen er voor mij
alle beloften voor myn toekomstig geluk in te zien,
een liefhebbende, moedige en goede man, en gij zult
toegeven,” voegde de jonge vrouw er by, «dat mijn
vader slechter had kunnen kiezen
op de wereld inniger lief dau
«Maar om
onze vriendschap zult gij mij de vragen vergeven die
in mij opwellen als ik u zie heeft het leven de
beloften voor uw geluk gehouden, die uw vader voor
u meende te zien? Ik herhaal u, mevrouw, dat het
uw trouwste en eerbiedigste vriend is die met u
spreekt.... Ik beken, dat ik mij ongerust voel als
gij treurig zyt.... En, wat gij ook moogt zeggen,
de golven, daarginds, nemen niet alles mee.... Neen,
neen.... Er blijft genoeg liggen op het zand.... Er
blijft genoeg over in ons hart!”
«Niemand heeft er schuld aan
zeide Sylvia kortaf, «en gij moet i
zoo gelukkig. Hierbij, zoo meent
weer niet eenstemmig met den Mi-
Ons kanariegeel, dat overschoon
rylen den
en i
willen gedoogen, dat in dit opzicht
kroon te kort
zullen
jagers
niet is, als zij
er voor