Butteolandsch Overzicht.
KENNISGEVING.
Burgerlijke Stand.
Moordrecht
Haastrecht
e
hun herinnering, een blyvende plaats ook in de
herinuering van allen, wien de Utrechtscho hooge-
school lief is, waarvan hij gedurende bijkans een
halve eeuw een der schoonste sieraden was. (Ü.D.)
B. en W. van Leiden hebben deu gemeenteraad
voorgesteld, afwijzend te boschikken op de aanvraag
van den heer Liernur, om concessie voor de toepassing
van zijn stelsel voor het verzamelen err poudretteeren
der faecale stoffen in de gebeele bebouwde kom der
gemeente en al hare eventueelo uitbreidingen.
Het bericht, dat te Leeuwarden eeuige wagens vau
met bouillie bordelaise besproeide aërdapp^eu zouden
zijn afgekeurd, blijkt een verzinsel te ziju geweest.
Wel is het waar, dat deze aardappelen, op grond
van geruchten, dat zij voor het gebruik schadelijk
zouden zyn, een poos raiuder gezocht waren.
De heer Hasselraan, rijkslaudbouwleeraar te Assen,
heeft zich thans deze zaak aangetrokken. Ineenstuk
in de Leeuw. Ct. deelt hij mede, dat, volgens het
Journal de la Soctité agricole du Brabant-Hainaut,
aan de landbouwschool te Montpellier door een drietal
professoren eene reeks van proeven worden genomen,
om de'al of niet schadelijkheid vau de bouiltie
bordelaise voor de gezondheid der menschen te onder
zoeken. Het geschiedde door schapen gedurende
eenigen tijd uitsluitend té voederen met hooi, dat
bevochtigd was met eene oplossing van kopervitriool
Ju 'water, later met wijngaardbladereu, die met bouilli®
bordelaise waren bevochtigd. Het bleef zonder eeni
gen invloed op den gezondheidstoestand der dieren,.
De bedoelde proeven werden genomen in 1886, toen
de bouillie nog werd gobruikt met 5 kg. kopervitriool
en 12 kg. kalk op 100 liter water. Bouillte, bereid
met I*/f a 2 kg. kopervitriool per 100 liter water,
zooals tegenwoordig geschiedt, zou nu'gevaar ople
veren? vraagt de heer Hasselman. Zelfs ais in drie
besproeiingen 67.5 kg. per hectare wordt gebruikt,
bedraagt, gelijk bij schrijft, de hoeveelheid koper
vitriool per vierkanten #meter bij iedere besproeiing
slechts 2.25 gram. Het kopervitriool, zegt hij ten
slotte, kpmt echter niet in de aardappelen. Dr. Giltay,
te Wageningen, die reeds sedert eenige jaren proeven
met de bouillie neemt, schreef in het Ned. Landbouw
weekblad van 28 Mei 11.: «dat in knollen, die op
de het sterkst met gewone bouillie besproeide ge
deelten worden geoogst, geen koper kan worden
aangetoond, noch wat de schillen betreft, noch wat
de inwendige deelen aangaat."
Recensenten-beeldspraak. «Als ik het raooi-
burgerlijk geciseleerd dekseltje van uw stijl oplicht,
dan zie "ik uwe gedachten liggen, als zieltogende
bliekjesdan gaan de geluiden uwer emotie in mij
ais het ritselend gebeweeg van een zwemmende zee
kwal, dan klinken de reizingen en dalingen uwer
seüéatie als messenslijpen in de verte dan kruipen
uwe stamelingen op uit uwe ziel als een vlieg uit
een melkkan."
Onderteekeud door alle eroote kaashandelaren hier
te lande is aan minister Van Tienhoven een adres
gezonden, waarib zij dank betuigen voor de beharti
ging vau de belangen van hunnen handelt door het
•luiten der voorloopige overeenkomst milt Spanje
van 12 Juli 11.
z/Geen hunner toch, schrijven zij in dit adres, had
veel gewerkt, mijn zenuwen bovenmate ingespannen
Wel mogelijk. Zeker is het dat die slapelooze nach
ten mij verpletteren, zooals Offenburger zou zeggen.
Ik slaap met moeite iu en word gedurig plotseling
wakker.... De hersenen draven altijd door, als een
hollend paard, terwijl het lichaam wil sluimeren. Ik
heb een gegons in mijn ooren, alsof er klokken lui
den. wat de menschen gewoonlijk oorsuizen noemen.
Kortom, ik ben zeer vermoeid.... Die slapeloosheid
maakt mij prikkelbaar en ik heb al mijn energie
noodig gehad om geen chloraal te gebruiken, wat
mij wel des nachts slaap bezorgde, maar bij mijn
ontwaken dof maakte.... Dan lig ik wakker.... ik
denk.... De nachten gaan voorbijmaar in dien
koortaachtigen toestand, doorkruisen allerlei droevige,
dwaze denkbeelden mijn hersenen. Vergeef mij, dat
ik met u over dat alles spreek, beste George, ik,
die u altijd zeide, te handelen in plaats van te droo-
men, en alle grillen naar den drommel te jagen.
Maar ik heb als het ware behoefte, om mijn hart
uit te storten, om aan een ander mee te deelen, al
wat mij drukt en ontrust. Mijn lichaam is hier,
doch mijn gedachteu zijn daarginds fn Amerika ik
werk als een neger; al die werklieden, handelaars,
reeders, en machinisten wier bestaan aan bet mijne
verbonden is, verontrusten mij en ik vrees één ding."
„En d <t is?" vroeg Solis.
Norton zweeg. Toen vervolgde hij zenuwachtig,
alsof een innerlijke aandrift hem drong om te open
baren, wat in waarheid zijn grootste zorg was:
durven hopen, dat aan huduo weuschen ten volle
voldaan zou kuunen worden, terwijl de door u ge
troffen regeling daaraan meer nog dan voldoet zelfs,
en Hollandsche kaas in Cuba en'Portorico in veel
gunstiger conditie stelt dan bij het afgeloopon han-
delsiractaat met Spanje koloniën het geval was.
„Door deze overeenkomst hebt u het voortbestaan
van don handel van adressanten op de Spaausche
bozittiugeu niet alleen mogelijk gemaakt eu bovendien
bevorderd, doch den Nederlandschen landbouw iu
het bijzonder een grooten dienst bewezen, van ineer
nut dan welke beschermingsmaatregel ook zou kuuuen
opleveren.
„In dezen tijd van vele eu hooggestelde eischeu
aan gezaghebbenden, vermennen omlergeteekeudo dat
de uiting hunner waardeering in deze niet ongepast
is en hopen zij, dat u dit schrijven als zoodanig
beschouwen en hunne daukbetuigiug aanvaarden wil.
„Wanneer Hollandsche kaas, nu nog voor Spanje
zelf de conditiën van het afgeloopen handelstractaat
zou kunnen herkrijgen, dan zou ouzo Hollandsche
kaasmakerij en de zoo talrijke roedebelaugen reden
hebben de vlag in de top in blijven voeren, wat den
uitvoer naar Spanje en kcloniëu betreft.
Deze laatsie opmerking spruit geenszins voort uit
onbescheiden veeleischeudhoid, doch het succes, waar
mede uwe bemoeiingeu bekroond werden bij bet voor
staan der belangen vau de Hollandsche kaas voor
invoer in Spaansch-Indiscb gebied, verbiedt ons het
overgroot belaug daarvan bij invoer in Spanje zelf*
onherinnerd te Jateu.
Eene der belangrijkste en uitgebreidste inzendingen
op de woreldtentoonstelliug te Chicago in 1893, zal
het Duitschu dorp uit de XVIe eeuw zijn, hetwelk
door de Duitsche Ethuolo^che Tentoonstelling-maat
schappij te Chicago zal worden opgericht.
Het denkbeeld is uitgegaan van den Duitacben
ethuoloog dr. Ullrich Jahu en beeft grooleu steuu
gevonden bij den bondscommissaris voor de tentoon
stelling, den geheimen regeeringsraad Wermuth de
wetenschappelijke leiding der onderneming is opge
dragen aan mannen van naain in Duitschland, zooals
de reeds genoemde dr. Jahn, prof. dr. Kud. Virchow,
baurath Wallot, ontwerper en architect vau het ge
bouw van den Duitscheu Rijksdag te Berlijn, prof.
Eugen Bracht, den heer Voss, museumdirecteur, en
anderen.
Het dorp zal eene oppervlakte hebben van 175,000
vierkante voet eu bestaan uit verschillende gebouwen
boerenhofsteden, markt met winkels, eene kerk, raad
huis en herbergen, alles in de stijl der XVIe eeuw.
Bovendien behoort daartoe een burcht, waarin oud
heden, wapenen, wapenrustingen, enz. uit Duitsche
musea, vooral beroemde stukken nit het koninklijk
Germaansch museum te Mainz, zullen worden tentoon
gesteld.
Ook zullen andere Duitsche musea medewerken om
het „dorp" uaar kleederdrachten, decoratiën en stof-
feering een beeld van de cultuurhistorische ontwik
keling van Duitschland te doen geven.
Maar ook aan inrichtingen voor concerten eu res
tauralies in den geest van de behoeften van den
hedeudaagschen tijd, zal het niet ontbreken.
Het materiaal voor den bouw vereisebt, wordt
door de bouwondernemers Ph. Holzmaim en Co. te
Frankfurt a/M. vervaardigd.
De eerst* helft van dit materiaal, bestaande uit circa
6500 colli's, is door de tentoonstellings-expediteurs W
Egan en Co., in een Rijuschip van 21,000 centenaars
alhier aangevoerd, eu zal 27 dezer via Nevv-York naar
Chicago worden overgebracht met het stoomschip
Obdam der Nederlaudsch-Araerikaansohe Stoomvaart
maatschappij alhier. Deze Maatschappij heeft boven
dien contracten gesloten voor het vervoer van een
groot gedeelte der Duitsche, Oostonrijkscho en Fran-
sche teutoonstellings-goedeien.
Generaal Tscheng-ki-Poug, de vroegere attaché
aan hot Chiueesohe gezantschap te Parijs, die bekend
is geworden door zijn oplichterij bij het plaatsen van
een leening van 30 raillioen tnels en door zyn talrijke
schulden, bevindt zich sedert het vorige najaar als
govangoue te Tieo-Tsin deze gevangenisstraf bestaat
eenvoudig uit kamer-arrest, waarin de generaal, on
danks zijn 56 jaren nog altijd eau knap, flink man,
ziob met gelijkmoedigheid schikt. Zijn schulden on
geveer 40,000 taels, zijn op een klein bedrag (1000
taels) na, betaald, naar het heet doorzijn vrienden";
achter deze vrienden echter staat Li-Hung-Tsohang,
die met zijn scherpen blik heeft erkend, dat Tjpheug-
ki-Toug een mau is, die onder goede leiding voel
nut kan doen.
Li-Hung-Tschang zal hem houden, ondanks den
Chiueeschen gezant te Parijs, die na eeu tamelijk
lompen brief van Tscheng-ki-Tong, een schrijven
naar Peking zond, waarin hij de strenge bestraffing
van dezen oisebte of dreigde zelf zijn post zonder
voorafgaande kennisgeving te zullen verlaten.
De volledige afbetaling der schulden van den ge
neraal zal wel worden uitgesteld tot do troon van
deu gezant te Parijs iets is bedaard. Zijn de schul
den eenmaal betaald, dan is er geen 'reden meer
voor, volgens Chinuesclie begrippen, om Tscheng-
ki-Tong geen betrekking te geven. En bij moet oen
betrekking krijgen, want do voor hom betaalde gelden
zijn slechts geleendhij moet deze terugbetalen en
hoe kan hy dit doen zonder een betrekking, dat is
een middel tot afpersing, te hebben Ongetwijfeld
zal dit ook een vette betrekking zijn, want het be
drag, dat hij terug moot betalen is zeer aanzienlek.
Zoo zijn de gewoonten in China. Ook de vrouw
van Tsch-k i-Tong, een Pranqaise, en baar nicht
leven tegenwoordig in zeer bekrompen omstandig
heden te Tien-Tsiu.
Maandag is voor het eerst en wel in de entree
der Sport-tentoonstelling geëxposeerd en de kostbare
eu prachtige eerste prijs in de loterij der tentoon
stelling.
De prijs bestaat uit een compleet koffie- en thee
servies van massief zilver, waarbij ook eert massief
zilveren bouilloir, twee massief zilveren bladen, twH
zilveren prosenteor-troraroels met onderbladen en
lepeldoos met 12 zilveren lepels. Het geheel wordt
geroemd als eeu meesterstuk vau fraaie bewerking,
vooral ook wat vorm betreft. Ten einde de hooge
waarde van den prijs zoo volkomen mogelijk te laten
ziju in het massief zilver zoo weiuig mogelijk ver
sieringen aangebracht.
Bij dit compleet koffie- eu theeservies behooren
12 geëmailleerde uit de hand geschilderde theekop
pen en 12 dito Mokkakoppen, zeer artistiek uitgevoerd.
Wij lezen in bet Nbl. o. Ned.:
Ter gelegenheid dat Amsterdam met den Staat der
Nederlanden onderhandelde aangaande vrijkoop van
tollen op het Noordzee-Kanaal, werd bij monde van
„Welnu! ik ben bang, dat ik, door zooveel men
sehen hun levensonderhoud te bezorgeu, mijn inner
lijk geluk verttoord heb."
„Uw geluk?"
Hetzelfde woord, daar aanstonds door de vrouw
uitgesproken, kwam nu over de lippen van den man.
Het geluk Het eeuwige woord der menschheid,
die naar dien droom smacht, de kreet van alle schep
selen, de wanhoopskreet om het beloofde, het onbe
kende land.... Het geluk
„Ja," zeide Norton, „ik ben niet gelukkig, en
dat alleen omdat Syltria het niet is."
Bij den naam der jonge vrouw, zenuwachtig door
den man uitgesproken, gevoelde Solis zich de keel
toesnoeren.
Hij had het gesprek liever willen afbreken, want
het begon hem opeens te benauwen. Dit onverwacht
samenzijn nam een plechtige wending, die den jongen
man in de war bracht.
„Waarom zou mevrouw Norton niet gelukkig zijn?"
sprak bij op zonderlingen toon, om het pijnlijke
stilzwijgen af te breken, want Norton dacht na en
keek in de verte naar den horizon en de zee, zonder
iets te zien. „Zij heeft alles om volkomen gelukkig
te zijn. Gij haalt u maar wat in het hoofdGij
hebt haar lief...."
„Met geheel mijn ziel!"
„Zij bemint u," zeide George iefs zachter.
Norton antwoordde niet er. begon met gebogen
hoofd heen en weer te loopen, terwijl hij van tijd
tot tijd bleef staan, om werktuigelijk naar het tapyt
te staren.
„Boste vriend," zeide hij opoens, „men weet nooit
of een vrouw u bemint of niet; of ü&aer als men
geen dwaas en geen fat is, begrijpt men wel, wan
néér zij u niet meer liefheeft of op het punt staat,
zelfs als zij zelve nog te goeder trouw meent u te
beminnen."
„Gij herinnert u miss Harley? Vindt gij niet,
dat Sylvia veranderd is?" vroeg hij plotseling aau
Solis die trachtte te glimlachen.
„Neen, ik vind dat mevrouw Norton geheel dezelfde
gebleven is."
„Welnu! zij is niet alleen lijdende, maar tevens
ongelukkig, daar ben ik zeker van!" zeide Norton.
„Zij ook verwachtte van het leven een geluk, dat
het leven niet geeft. En daarbij, de man met wien
,„zij getrouwd is, was een ander, dan die ik geworden
ben. Hoe gaarne ik mij geheel aan haar wilde ge
ven, ik heb ook verplichtingen tegenover hen, die
daarginds van mij leven. Zij heeft mij bemind, doch
nu bemint zij mij niet meer."
Hij wist niet hoe hij George folterdehet scheen
voor Norton een verlichting, om zijn hart uit te
storten,1 zijn wond tot den bodera te peilen. Aan
wiep had hij ook anders zijn vertrouwen moeten
schenken, dan aan dozen vriend, die jonger was dan
hij, maar wiens va6te genegenheid hem verblijdde?
Hij (redeneerde niet, hij berekende niet.
Wordt vervolgd.)
den toenmaligoii burgemeester de verklaring afgelegd,
dat het Merwede-Kanaal geheel tolvrij zou zijn.
Krachtens opdracht van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken verscheen naar aanleiding van de ope
ning van het voltooide gedeelte van het Mrrwede-
Kanaal een brochure, waarin op bladzijde 39 te lezen
staut: „Overtuigd van hun schadelijken invloed, heeft
men dan ook voor den nieuwen waterweg besloten
geheele vrijstelling van alle sluis-, brug- en andere
gelden te vorleenen, en m dus het Merwede-Kanaal
geheel tolvrif'.
Tot niet geringe teleurstelling der schipperij is
echter de Onjuistheid van beide beweringen gebleken,
want voor het doorvaren der brug te Jutfaas ismen
tolgeld versohuldigd
Volgens bij bevoegde autoriteiten ingewonnen
information is de brugtol te Jutfaas van rijkswege
verpacht aan C. S. Mentllen, te Aramersfoort, die
daar tol mag heffen van de schepen, die door de
brug varen, en van de personen, die over de brug
rijden, overeenkomstig het tarief, vastgesteld bij kon.
besluit van 17 Maart J827 (Stbl. no. 138), 1 Juli
1828 0Stblno. 134) en 16 Juli 1886 (Stbl. uo. 116).
Van hoe langen duur die tolheffing nog znl zijn,
kan thans met zekerheid niet gezegd worden, doch
zooveel is zeker, dat zij de reputatie van het kanaal
niet verhoogt, al zal eeu vaartuig wegens de betrek
kelijke geringe belasting het kanaal niet mijden.
Do aangekondigde tolvrijheid heeft echter thans
nog een ander gevolg, namelijk, dat kapiteins en
zetscbippors, aan hun patroons rekenplichtig zijnde,
bij dezen in verdenking komen, zich op onredelijke
wijze te willen verrijken.
Aan de laatstelijk uit Batavia ontvangen berichten
ontleenen wij het volgende
Van den resident van Menado is het volgend tele
gram ontvangen, gedugteekend Taróena (Groot-Sangi)
21 Juni jl.
n De omtrek van den A woe van Taroena af taj.
Taboekan N» W. gedeelte van het eiland, geheel heeft
veel geleden, doch kan zich in zes maanden boerstellen.
De klapper- en rijstoogst echter is voor een geheel
jaar vernield. Last gegeven daar onmiddellijk aard
vruchten eu miloe te planten. In het geheel, voor
zoover thans bekend, 2000 personen omgekomen
van 1500 reeds do namen bekend; 500 nog vermist.
Van do gewonden nog een honderdtal onder behande
ling op verschillende plaatsen. Door de spoedige
toezending van rijst en zout is hongersnood voorkomen.
In de eerste 4 maanden zal nog iu de behoeften moe
ten worden voorzien. Bouwmaterialen, matten en
dekens etc. zal zooveel dooulijk hot Sangi-comité
aanvoeren. Stoomschip Zeemeeuw vertrekt heden naar
Menado om het hoog noodige te haleo en keert dan
onraiddellyk naar Taroena terug. Ga morgen het
eiland rond om de noodige regelingen to treffen. De
eerste 6 maauden kan de bevolking alleen voor zich-
zelven werken, waarom het gelasten van hoerendien-
sten gedurendo dien tyd verboden is. Materialen con-
troleurswoniug voorhanden. Alleen loods ingestort,
die bereids hersteld i9. Door gevallen regens en het
spoedig doen begraven van lijken gevaar voor epidemie
geweken." Volgens een door do Regeering van den
gouverneur van Atjeh ontvangen telegram is een 26
man sterkte bende Atjehers den 25sten Juni jl. in
het etablissement van de firma de Lange Co. te
Melaboeh gedrongen, waar zij een Niasschen slager
verwondden. Door twee patrouilles werd de bende
verdreven met achterlating van zes dooden en vier
gekwetsten benevens vele wapens. Aan onze zijde
werd één man gedood en één gewond.
Bij Bristol in Tennessee (V. St.) is voor eenigen
tgd zekere Mullinsen, een gegoed man, met zijne
twee volwassen zoons in hun hoeve doodgeschoten
gevonden. Ofschoou er sedert twintig jaar een veete
geheersóht had tusschen de Mullinsen en eene andere
familie, de Claytons, waarbij meer dan één het leven
verloren had scheen men deze drievoudige misdaad
te moeten toeschrijven aan negers, die een poging
tot diefstal hadden gedaan. De begrafenis der ver
slagenen had onder een overgrooten toeloop van be
langstellenden, plaats op een kerkhof buiten de stad,
in een eenzaam oord gelegen.
Op een avond daarna hoorde een voorbijganger,
zekere Matthews, gerucht op het kerkhof en achter
de staande zerken sluipende zag hij in de duisternis
eenigo personen bezig, hij kon niet onderscheidon
waarmee. Na een vijf minuten gingen do onbekenden
lachend en schertsend heen en Matthews ging naar
K lvaa.r. ziJ Z^C'1 bevonden hadden maar nauwe
lijks had hij eenige stappen gedaan of er ontstond
een geweldige outploffing, waardoor hij bewusteloos
tegen den grond geslagen werd. Bijgekomen zag
hij dat men, vermoedelijk met dynamiet, een graf in
de lucht had doen vliegendrie kisten en lijken j
waren aau stukken verspreid. Des ochtends bleek,
dat het die der Mullinsen waren.
De legerquaestie die op dit oogenblik te Berlijn
zoo druk besproken wordt, staat in nauw verband
met do positie der Duitsche regeeriug tegonover
den Rijksdag.
Het is opraerkelyk, hoeveel plannen in de laatste
jaren in Duitschland ziju opgedoken, maar weder in
de doos gestopt.
Zoo weet mer. ook niet of de militaire voorstellen
dit jaar reeds bij den Rijksdag zullen ingediend
worden, of do regeering wachten zal tot de zitting
van 1893/94 of nog langer.
De National Zeitung en de Frankfurter Zeitung
gelooven, dat men wachten zal tot 1893, omdat dan
tevens liet septennaat geëindigd is.*
De regeering zal dan wel trachten eene vermeer
dering van het aantal soldaten te verkrijgen in ver
houding tot de vermeerderde bevolking. Het is echter
zeer waarschijnlijk, dat dan ook de Rijksdag op de
iuvoering van den tweejarigen diensttijd zal aandrin
gen en dat daarbij de quaestie van het septennaat
weder te berde zal komen. De regeering zal echter
naar de Frank/. Ztg. betoogt, dien strijd niet meer
met dezelfde middelen en gelijk gevolg kunnen voeren
als in 1887. Zij staat niet meer zoo sterk tegenover
den Rijksdag als toen.
De tijden zijn veranderd waar vroeger zeer geij
verd word om de regeering in hare eischeu te steu
nen, heerscht thans wantrouwen. Een clericaal blad
merkt op, dat de regeering zich met een ontbinding-
van den Rijksdag ook al niet zou kunnen helpen,
zij zou daardoor van den regen in den drup komen
Dat de regeeriug niet tevreden is over den steun
dien zij in den Rijksdag ondervindt, blijkt wel uit
de thans in haar geheel bekend geworden rede des
keizers, die als een vingerwijziging voor den Rijks
dag en de staatspartijen wordt beschouwd.
„De diensttijd van twee jaar, zeide de keizer, is
zonder dat aan den anderen kant zeer bijzondere
voorwaarden worden ingewilligd, niet denkbaar en
als de Rijksdag niet vaderlandslievend genoeg is,
deze voorwaarden te gelijk met de invoering van den
2-jarigen dienst iu te willigen, zal ik steeds aan
een kleiner goed gedisciplineerd leger de voorkeur
blijven geven boven een groot."
Die „bijzondere voorwaarden" waarvan de keizer
spreekt, zijn waarschijnlijkeen vermeerdering van
het instructie-personeel, van do oefeningen der reserve
vuu het verbruik van amunitie, en zouden omstreeks
19,090,000 mark kosten. Zelfs de Köln. Ztg. schrijft,
dat de wensch om dergelijke nieuwe eischen voor de
krijgsmacht in to willigen bij de bevolking zeer ge
ring is en dat de regeering daarom haar vorderingen
tot den geriugsteu omvang zal dienen te beperken.
Toch schijnt zij geen behoefte te gevoelen haar
vriendenkring uit te breiden. „De reg. verlangtniet
dat de conservatieven rogeeringsgezind zijn" ver
klaart de officieuze Norddeutsche Allg. Zeitung en
daarbij houdt zij de leuze staande, waarmede zij het
eerst optrad er is geen regeeringspartijdo regee
ring staat boven do partijen zelfs de vryzinnigen
kunnen haar steunen.
In verband met die betuiging der Norddeutsche
verdient melding te worden gemaakt van wat de
Germania schrijft, iu een betoog dat de centrumpartij
bij den tegenwoordigen stand van zaken conservatieve
candidateu steunen moet uit dankbaarheid voor het
geen door Caprivi voor het centrum wordt gedaan.
Daarmede schijnt dus stilzwijgend te zijn aange
nomen dat men, door conservatieven te steunen, de
regeeriug helpt. Doch dit is nog zoo zeker niet.
Integendeel herinnert men zich, dat de conservatieven
bij de handelsverdragen, bij de suikerbelasting on
in de koloniale politiek, der regeering net leven vrij
zuur hebben gemaakt.
De Germania spreekt van „conservatieven, die van
de middenpartijen nauwelijks zijn te onderscheiden
en niet consequent conservatief maar gouvernementeel
opportunistisch zijn" en hoopt te gelijker tijd nog
steeds op de vervulling van haar ideaal, dat het
centrum met een sterke christelijk-conservarieve en
constitutionneele partij zal samengaan. Hoe echter
de democraten van het centrum daarmede genoegen
kunnen nemen, is een andere vraag.
Hoe het zij, uit het artikel der Norddeutsche Allg.
Zeitung volgt, dat de regeering van de hulp der
conservatieven alleen gebruik wenscht to maken als
het haar belieft en daarmede schijnt de voornaamste
reden voor de liefdesverklaringen der conservatieven
aan het centrum grootendeels te zijn weggenomen.
Een Italiaansch blad, de Corriere di Napoli, publi
ceert een brief, die Gladstone aan den hoofdredacteur
zou hebben geschreven kort voor den uitslag der
verkiezingen. Hij zou daarin, als vriend van Italië
d« buitengewone militaire uitgaven en de internatio
nale verbintenissen van dat land betreurd heoben.
Noch drievoudige, noch tweevoudige verbonden waren
in zijn smaak, omdat het doel daarvan nooit de vrede
kan zijn. De kracht eener natie berust op spaarzame
benutting van eigen hulpbronnen. Hij vreesde voor
de toekomst van Europa, al konden met Gods hulp
de vredelievende verhoudingen van 't oogeublik nog
eenigen tgd duren.
Al komt deze politieke wijsheid vrijwel overeen
met de denkbeelden, die Gladstone aangaande de
internationale politiek aanhangt, zal men dat schrij
ven, schoon zelfs door den Diritto overgenomen, wel
als apocrief mogen aanmerken. Gladstone zal wel
niet zoo onvoorzichtig geweest zijn om zulke diugeu
te schrijven op een oogenblik, dat hij kon voorzien
weldra een hooge verantwoordelijke betrekking te
zullen bokleeden. Aan den anderen kant is zulk een
schrijven een zoo welkom wapen in Italiaauscheu ver
verkiezingsstrijd die staat geopend te worden, dat de
verleiding voor een vindingrijk zuidelijk journalisten -
brein om hem te phantaseeren, zeer groot mag heeten.
De Italiaansche radicalen zullen zich er met wellust
op werpen, en den brief exploiteoren tegen alle voor
standers van het drievoudig verbood.
De kiezers van don heer Labouchere zijn zeer ver
bolgen op Koningin Victoria wegens óe antipathie,
welke Hare Mnjesteit ten opzichte van hunnen afge
vaardigde tegonover Gladstone heet te hebben uit
gesproken. Zij willen binnenkort, om die verbolgen
heid te luchten, eene groote „indignation meeting"
beleggen in de lokalen der Northampton Liberal
and Radical Association."
Volgeus de Hamb. Corr. zijn te Hamburg eergiste
ren 126 govallen van cholerine voorgekomen, waar
van vele met doodelijkeu afloop.
Bij eenige ziekten moeten echter ook verschijnse
len van cholera asiatica zijn waargenomen.
De geneeskundige overheid eu de politie hebben
maatregelen genomen ora de ziekte tot het sterkst
getroffen deel der Altstadt te beperken.
Ook gisteren was het aantal nieuwe ziektegevallen
aanmerkelijk.
Een geneesheer der Leuvensche hoogesehool ver
klaart, dat het wel de cholera is, welke zich te Ant
werpen heeft vertoond aan boord van eene stoomboot,
welke van Frankrijk kwam, zoomedo te Jemet.
Daarentegen blijkt uit een door de regeering in
gesteld onderzoek dat geen enkel geval van cholera
asiatica in België is voorgekomen. De gevallen te
Jumet en te Antwerpen zijn cholera nostras.
De BURGEMEESTER van GOUDA, brengt by
deze ter kennis van de belanghebbenden, dat door
den Heer Provincialen Inspecteur der Directe Belas
tingen enz. te Rotterdam op den 20 Augustus 1892
is executoir verklaard: het Kohier voor de belasting
op het Personeel, No. 5, le kwartaal 1892/93.
Dat voormeld Kohier ter invordering is gesteld
in handen van den Heer Ontvanger, dat ieder die
daarop voorkomt verplicht is zijnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen, en dat heden
ingaat do termijn van Drie Maanden, binnen welken
de reclames behooren te worden ingediend.
Gouda, den 24n Augustus 1892.
De Burgemeester voornoemd,
VAN BERGEN IJZENDOORN.
KENNISGEVING.
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE
OF NADEEL KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda;
Gelet op Art. 6 en 7 der Wet van den 2n Juni
1875, (Staatsblad no. 95).
Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie
ter visie is gelegd een verzoek, met bijlagen van A.
D. PonsioD Dz. om vergunning tot het oprichten
eener blikslagerij in het perceel gelegen aan den
Kleiweg, Wijk E. No 86, Kadaster Sectie B. No. 1821
Dat op Woensdag, den 7 September 1892, des
namiddags ten 1 ure op het Raadhuis, gelegenheid
is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te
brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien dag
op de Secretarie der Gemeente, van de ter zake in
gekomen Schrifturen kan worden kennis genomen.
Gouda, den 24 Augustus 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
RBOUWER.
GEBORENCornelia, ouders J. de Greef en G.
Hofman.
GEBOREN: Louris, ouders C. Honkoop in A.
Speksnijder.
OVERLEDEN: J. Houdyk, 71 j.
GEHUWD: VV. J. van Dam en C. Verwoerd.
ONDERTROUWDC. G. Hollander en G. Saarloos.