Butteolandsch Overzicht. KENNISGEVING. Burgerlijke Stand. Moordrecht Haastrecht e hun herinnering, een blyvende plaats ook in de herinuering van allen, wien de Utrechtscho hooge- school lief is, waarvan hij gedurende bijkans een halve eeuw een der schoonste sieraden was. (Ü.D.) B. en W. van Leiden hebben deu gemeenteraad voorgesteld, afwijzend te boschikken op de aanvraag van den heer Liernur, om concessie voor de toepassing van zijn stelsel voor het verzamelen err poudretteeren der faecale stoffen in de gebeele bebouwde kom der gemeente en al hare eventueelo uitbreidingen. Het bericht, dat te Leeuwarden eeuige wagens vau met bouillie bordelaise besproeide aërdapp^eu zouden zijn afgekeurd, blijkt een verzinsel te ziju geweest. Wel is het waar, dat deze aardappelen, op grond van geruchten, dat zij voor het gebruik schadelijk zouden zyn, een poos raiuder gezocht waren. De heer Hasselraan, rijkslaudbouwleeraar te Assen, heeft zich thans deze zaak aangetrokken. Ineenstuk in de Leeuw. Ct. deelt hij mede, dat, volgens het Journal de la Soctité agricole du Brabant-Hainaut, aan de landbouwschool te Montpellier door een drietal professoren eene reeks van proeven worden genomen, om de'al of niet schadelijkheid vau de bouiltie bordelaise voor de gezondheid der menschen te onder zoeken. Het geschiedde door schapen gedurende eenigen tijd uitsluitend té voederen met hooi, dat bevochtigd was met eene oplossing van kopervitriool Ju 'water, later met wijngaardbladereu, die met bouilli® bordelaise waren bevochtigd. Het bleef zonder eeni gen invloed op den gezondheidstoestand der dieren,. De bedoelde proeven werden genomen in 1886, toen de bouillie nog werd gobruikt met 5 kg. kopervitriool en 12 kg. kalk op 100 liter water. Bouillte, bereid met I*/f a 2 kg. kopervitriool per 100 liter water, zooals tegenwoordig geschiedt, zou nu'gevaar ople veren? vraagt de heer Hasselman. Zelfs ais in drie besproeiingen 67.5 kg. per hectare wordt gebruikt, bedraagt, gelijk bij schrijft, de hoeveelheid koper vitriool per vierkanten #meter bij iedere besproeiing slechts 2.25 gram. Het kopervitriool, zegt hij ten slotte, kpmt echter niet in de aardappelen. Dr. Giltay, te Wageningen, die reeds sedert eenige jaren proeven met de bouillie neemt, schreef in het Ned. Landbouw weekblad van 28 Mei 11.: «dat in knollen, die op de het sterkst met gewone bouillie besproeide ge deelten worden geoogst, geen koper kan worden aangetoond, noch wat de schillen betreft, noch wat de inwendige deelen aangaat." Recensenten-beeldspraak. «Als ik het raooi- burgerlijk geciseleerd dekseltje van uw stijl oplicht, dan zie "ik uwe gedachten liggen, als zieltogende bliekjesdan gaan de geluiden uwer emotie in mij ais het ritselend gebeweeg van een zwemmende zee kwal, dan klinken de reizingen en dalingen uwer seüéatie als messenslijpen in de verte dan kruipen uwe stamelingen op uit uwe ziel als een vlieg uit een melkkan." Onderteekeud door alle eroote kaashandelaren hier te lande is aan minister Van Tienhoven een adres gezonden, waarib zij dank betuigen voor de beharti ging vau de belangen van hunnen handelt door het •luiten der voorloopige overeenkomst milt Spanje van 12 Juli 11. z/Geen hunner toch, schrijven zij in dit adres, had veel gewerkt, mijn zenuwen bovenmate ingespannen Wel mogelijk. Zeker is het dat die slapelooze nach ten mij verpletteren, zooals Offenburger zou zeggen. Ik slaap met moeite iu en word gedurig plotseling wakker.... De hersenen draven altijd door, als een hollend paard, terwijl het lichaam wil sluimeren. Ik heb een gegons in mijn ooren, alsof er klokken lui den. wat de menschen gewoonlijk oorsuizen noemen. Kortom, ik ben zeer vermoeid.... Die slapeloosheid maakt mij prikkelbaar en ik heb al mijn energie noodig gehad om geen chloraal te gebruiken, wat mij wel des nachts slaap bezorgde, maar bij mijn ontwaken dof maakte.... Dan lig ik wakker.... ik denk.... De nachten gaan voorbijmaar in dien koortaachtigen toestand, doorkruisen allerlei droevige, dwaze denkbeelden mijn hersenen. Vergeef mij, dat ik met u over dat alles spreek, beste George, ik, die u altijd zeide, te handelen in plaats van te droo- men, en alle grillen naar den drommel te jagen. Maar ik heb als het ware behoefte, om mijn hart uit te storten, om aan een ander mee te deelen, al wat mij drukt en ontrust. Mijn lichaam is hier, doch mijn gedachteu zijn daarginds fn Amerika ik werk als een neger; al die werklieden, handelaars, reeders, en machinisten wier bestaan aan bet mijne verbonden is, verontrusten mij en ik vrees één ding." „En d <t is?" vroeg Solis. Norton zweeg. Toen vervolgde hij zenuwachtig, alsof een innerlijke aandrift hem drong om te open baren, wat in waarheid zijn grootste zorg was: durven hopen, dat aan huduo weuschen ten volle voldaan zou kuunen worden, terwijl de door u ge troffen regeling daaraan meer nog dan voldoet zelfs, en Hollandsche kaas in Cuba en'Portorico in veel gunstiger conditie stelt dan bij het afgeloopon han- delsiractaat met Spanje koloniën het geval was. „Door deze overeenkomst hebt u het voortbestaan van don handel van adressanten op de Spaausche bozittiugeu niet alleen mogelijk gemaakt eu bovendien bevorderd, doch den Nederlandschen landbouw iu het bijzonder een grooten dienst bewezen, van ineer nut dan welke beschermingsmaatregel ook zou kuuuen opleveren. „In dezen tijd van vele eu hooggestelde eischeu aan gezaghebbenden, vermennen omlergeteekeudo dat de uiting hunner waardeering in deze niet ongepast is en hopen zij, dat u dit schrijven als zoodanig beschouwen en hunne daukbetuigiug aanvaarden wil. „Wanneer Hollandsche kaas, nu nog voor Spanje zelf de conditiën van het afgeloopen handelstractaat zou kunnen herkrijgen, dan zou ouzo Hollandsche kaasmakerij en de zoo talrijke roedebelaugen reden hebben de vlag in de top in blijven voeren, wat den uitvoer naar Spanje en kcloniëu betreft. Deze laatsie opmerking spruit geenszins voort uit onbescheiden veeleischeudhoid, doch het succes, waar mede uwe bemoeiingeu bekroond werden bij bet voor staan der belangen vau de Hollandsche kaas voor invoer in Spaansch-Indiscb gebied, verbiedt ons het overgroot belaug daarvan bij invoer in Spanje zelf* onherinnerd te Jateu. Eene der belangrijkste en uitgebreidste inzendingen op de woreldtentoonstelliug te Chicago in 1893, zal het Duitschu dorp uit de XVIe eeuw zijn, hetwelk door de Duitsche Ethuolo^che Tentoonstelling-maat schappij te Chicago zal worden opgericht. Het denkbeeld is uitgegaan van den Duitacben ethuoloog dr. Ullrich Jahu en beeft grooleu steuu gevonden bij den bondscommissaris voor de tentoon stelling, den geheimen regeeringsraad Wermuth de wetenschappelijke leiding der onderneming is opge dragen aan mannen van naain in Duitschland, zooals de reeds genoemde dr. Jahn, prof. dr. Kud. Virchow, baurath Wallot, ontwerper en architect vau het ge bouw van den Duitscheu Rijksdag te Berlijn, prof. Eugen Bracht, den heer Voss, museumdirecteur, en anderen. Het dorp zal eene oppervlakte hebben van 175,000 vierkante voet eu bestaan uit verschillende gebouwen boerenhofsteden, markt met winkels, eene kerk, raad huis en herbergen, alles in de stijl der XVIe eeuw. Bovendien behoort daartoe een burcht, waarin oud heden, wapenen, wapenrustingen, enz. uit Duitsche musea, vooral beroemde stukken nit het koninklijk Germaansch museum te Mainz, zullen worden tentoon gesteld. Ook zullen andere Duitsche musea medewerken om het „dorp" uaar kleederdrachten, decoratiën en stof- feering een beeld van de cultuurhistorische ontwik keling van Duitschland te doen geven. Maar ook aan inrichtingen voor concerten eu res tauralies in den geest van de behoeften van den hedeudaagschen tijd, zal het niet ontbreken. Het materiaal voor den bouw vereisebt, wordt door de bouwondernemers Ph. Holzmaim en Co. te Frankfurt a/M. vervaardigd. De eerst* helft van dit materiaal, bestaande uit circa 6500 colli's, is door de tentoonstellings-expediteurs W Egan en Co., in een Rijuschip van 21,000 centenaars alhier aangevoerd, eu zal 27 dezer via Nevv-York naar Chicago worden overgebracht met het stoomschip Obdam der Nederlaudsch-Araerikaansohe Stoomvaart maatschappij alhier. Deze Maatschappij heeft boven dien contracten gesloten voor het vervoer van een groot gedeelte der Duitsche, Oostonrijkscho en Fran- sche teutoonstellings-goedeien. Generaal Tscheng-ki-Poug, de vroegere attaché aan hot Chiueesohe gezantschap te Parijs, die bekend is geworden door zijn oplichterij bij het plaatsen van een leening van 30 raillioen tnels en door zyn talrijke schulden, bevindt zich sedert het vorige najaar als govangoue te Tieo-Tsin deze gevangenisstraf bestaat eenvoudig uit kamer-arrest, waarin de generaal, on danks zijn 56 jaren nog altijd eau knap, flink man, ziob met gelijkmoedigheid schikt. Zijn schulden on geveer 40,000 taels, zijn op een klein bedrag (1000 taels) na, betaald, naar het heet doorzijn vrienden"; achter deze vrienden echter staat Li-Hung-Tsohang, die met zijn scherpen blik heeft erkend, dat Tjpheug- ki-Toug een mau is, die onder goede leiding voel nut kan doen. Li-Hung-Tschang zal hem houden, ondanks den Chiueeschen gezant te Parijs, die na eeu tamelijk lompen brief van Tscheng-ki-Tong, een schrijven naar Peking zond, waarin hij de strenge bestraffing van dezen oisebte of dreigde zelf zijn post zonder voorafgaande kennisgeving te zullen verlaten. De volledige afbetaling der schulden van den ge neraal zal wel worden uitgesteld tot do troon van deu gezant te Parijs iets is bedaard. Zijn de schul den eenmaal betaald, dan is er geen 'reden meer voor, volgens Chinuesclie begrippen, om Tscheng- ki-Tong geen betrekking te geven. En bij moet oen betrekking krijgen, want do voor hom betaalde gelden zijn slechts geleendhij moet deze terugbetalen en hoe kan hy dit doen zonder een betrekking, dat is een middel tot afpersing, te hebben Ongetwijfeld zal dit ook een vette betrekking zijn, want het be drag, dat hij terug moot betalen is zeer aanzienlek. Zoo zijn de gewoonten in China. Ook de vrouw van Tsch-k i-Tong, een Pranqaise, en baar nicht leven tegenwoordig in zeer bekrompen omstandig heden te Tien-Tsiu. Maandag is voor het eerst en wel in de entree der Sport-tentoonstelling geëxposeerd en de kostbare eu prachtige eerste prijs in de loterij der tentoon stelling. De prijs bestaat uit een compleet koffie- en thee servies van massief zilver, waarbij ook eert massief zilveren bouilloir, twee massief zilveren bladen, twH zilveren prosenteor-troraroels met onderbladen en lepeldoos met 12 zilveren lepels. Het geheel wordt geroemd als eeu meesterstuk vau fraaie bewerking, vooral ook wat vorm betreft. Ten einde de hooge waarde van den prijs zoo volkomen mogelijk te laten ziju in het massief zilver zoo weiuig mogelijk ver sieringen aangebracht. Bij dit compleet koffie- eu theeservies behooren 12 geëmailleerde uit de hand geschilderde theekop pen en 12 dito Mokkakoppen, zeer artistiek uitgevoerd. Wij lezen in bet Nbl. o. Ned.: Ter gelegenheid dat Amsterdam met den Staat der Nederlanden onderhandelde aangaande vrijkoop van tollen op het Noordzee-Kanaal, werd bij monde van „Welnu! ik ben bang, dat ik, door zooveel men sehen hun levensonderhoud te bezorgeu, mijn inner lijk geluk verttoord heb." „Uw geluk?" Hetzelfde woord, daar aanstonds door de vrouw uitgesproken, kwam nu over de lippen van den man. Het geluk Het eeuwige woord der menschheid, die naar dien droom smacht, de kreet van alle schep selen, de wanhoopskreet om het beloofde, het onbe kende land.... Het geluk „Ja," zeide Norton, „ik ben niet gelukkig, en dat alleen omdat Syltria het niet is." Bij den naam der jonge vrouw, zenuwachtig door den man uitgesproken, gevoelde Solis zich de keel toesnoeren. Hij had het gesprek liever willen afbreken, want het begon hem opeens te benauwen. Dit onverwacht samenzijn nam een plechtige wending, die den jongen man in de war bracht. „Waarom zou mevrouw Norton niet gelukkig zijn?" sprak bij op zonderlingen toon, om het pijnlijke stilzwijgen af te breken, want Norton dacht na en keek in de verte naar den horizon en de zee, zonder iets te zien. „Zij heeft alles om volkomen gelukkig te zijn. Gij haalt u maar wat in het hoofdGij hebt haar lief...." „Met geheel mijn ziel!" „Zij bemint u," zeide George iefs zachter. Norton antwoordde niet er. begon met gebogen hoofd heen en weer te loopen, terwijl hij van tijd tot tijd bleef staan, om werktuigelijk naar het tapyt te staren. „Boste vriend," zeide hij opoens, „men weet nooit of een vrouw u bemint of niet; of ü&aer als men geen dwaas en geen fat is, begrijpt men wel, wan néér zij u niet meer liefheeft of op het punt staat, zelfs als zij zelve nog te goeder trouw meent u te beminnen." „Gij herinnert u miss Harley? Vindt gij niet, dat Sylvia veranderd is?" vroeg hij plotseling aau Solis die trachtte te glimlachen. „Neen, ik vind dat mevrouw Norton geheel dezelfde gebleven is." „Welnu! zij is niet alleen lijdende, maar tevens ongelukkig, daar ben ik zeker van!" zeide Norton. „Zij ook verwachtte van het leven een geluk, dat het leven niet geeft. En daarbij, de man met wien ,„zij getrouwd is, was een ander, dan die ik geworden ben. Hoe gaarne ik mij geheel aan haar wilde ge ven, ik heb ook verplichtingen tegenover hen, die daarginds van mij leven. Zij heeft mij bemind, doch nu bemint zij mij niet meer." Hij wist niet hoe hij George folterdehet scheen voor Norton een verlichting, om zijn hart uit te storten,1 zijn wond tot den bodera te peilen. Aan wiep had hij ook anders zijn vertrouwen moeten schenken, dan aan dozen vriend, die jonger was dan hij, maar wiens va6te genegenheid hem verblijdde? Hij (redeneerde niet, hij berekende niet. Wordt vervolgd.) den toenmaligoii burgemeester de verklaring afgelegd, dat het Merwede-Kanaal geheel tolvrij zou zijn. Krachtens opdracht van de Kamer van Koophandel en Fabrieken verscheen naar aanleiding van de ope ning van het voltooide gedeelte van het Mrrwede- Kanaal een brochure, waarin op bladzijde 39 te lezen staut: „Overtuigd van hun schadelijken invloed, heeft men dan ook voor den nieuwen waterweg besloten geheele vrijstelling van alle sluis-, brug- en andere gelden te vorleenen, en m dus het Merwede-Kanaal geheel tolvrif'. Tot niet geringe teleurstelling der schipperij is echter de Onjuistheid van beide beweringen gebleken, want voor het doorvaren der brug te Jutfaas ismen tolgeld versohuldigd Volgens bij bevoegde autoriteiten ingewonnen information is de brugtol te Jutfaas van rijkswege verpacht aan C. S. Mentllen, te Aramersfoort, die daar tol mag heffen van de schepen, die door de brug varen, en van de personen, die over de brug rijden, overeenkomstig het tarief, vastgesteld bij kon. besluit van 17 Maart J827 (Stbl. no. 138), 1 Juli 1828 0Stblno. 134) en 16 Juli 1886 (Stbl. uo. 116). Van hoe langen duur die tolheffing nog znl zijn, kan thans met zekerheid niet gezegd worden, doch zooveel is zeker, dat zij de reputatie van het kanaal niet verhoogt, al zal eeu vaartuig wegens de betrek kelijke geringe belasting het kanaal niet mijden. Do aangekondigde tolvrijheid heeft echter thans nog een ander gevolg, namelijk, dat kapiteins en zetscbippors, aan hun patroons rekenplichtig zijnde, bij dezen in verdenking komen, zich op onredelijke wijze te willen verrijken. Aan de laatstelijk uit Batavia ontvangen berichten ontleenen wij het volgende Van den resident van Menado is het volgend tele gram ontvangen, gedugteekend Taróena (Groot-Sangi) 21 Juni jl. n De omtrek van den A woe van Taroena af taj. Taboekan N» W. gedeelte van het eiland, geheel heeft veel geleden, doch kan zich in zes maanden boerstellen. De klapper- en rijstoogst echter is voor een geheel jaar vernield. Last gegeven daar onmiddellijk aard vruchten eu miloe te planten. In het geheel, voor zoover thans bekend, 2000 personen omgekomen van 1500 reeds do namen bekend; 500 nog vermist. Van do gewonden nog een honderdtal onder behande ling op verschillende plaatsen. Door de spoedige toezending van rijst en zout is hongersnood voorkomen. In de eerste 4 maanden zal nog iu de behoeften moe ten worden voorzien. Bouwmaterialen, matten en dekens etc. zal zooveel dooulijk hot Sangi-comité aanvoeren. Stoomschip Zeemeeuw vertrekt heden naar Menado om het hoog noodige te haleo en keert dan onraiddellyk naar Taroena terug. Ga morgen het eiland rond om de noodige regelingen to treffen. De eerste 6 maauden kan de bevolking alleen voor zich- zelven werken, waarom het gelasten van hoerendien- sten gedurendo dien tyd verboden is. Materialen con- troleurswoniug voorhanden. Alleen loods ingestort, die bereids hersteld i9. Door gevallen regens en het spoedig doen begraven van lijken gevaar voor epidemie geweken." Volgens een door do Regeering van den gouverneur van Atjeh ontvangen telegram is een 26 man sterkte bende Atjehers den 25sten Juni jl. in het etablissement van de firma de Lange Co. te Melaboeh gedrongen, waar zij een Niasschen slager verwondden. Door twee patrouilles werd de bende verdreven met achterlating van zes dooden en vier gekwetsten benevens vele wapens. Aan onze zijde werd één man gedood en één gewond. Bij Bristol in Tennessee (V. St.) is voor eenigen tgd zekere Mullinsen, een gegoed man, met zijne twee volwassen zoons in hun hoeve doodgeschoten gevonden. Ofschoou er sedert twintig jaar een veete geheersóht had tusschen de Mullinsen en eene andere familie, de Claytons, waarbij meer dan één het leven verloren had scheen men deze drievoudige misdaad te moeten toeschrijven aan negers, die een poging tot diefstal hadden gedaan. De begrafenis der ver slagenen had onder een overgrooten toeloop van be langstellenden, plaats op een kerkhof buiten de stad, in een eenzaam oord gelegen. Op een avond daarna hoorde een voorbijganger, zekere Matthews, gerucht op het kerkhof en achter de staande zerken sluipende zag hij in de duisternis eenigo personen bezig, hij kon niet onderscheidon waarmee. Na een vijf minuten gingen do onbekenden lachend en schertsend heen en Matthews ging naar K lvaa.r. ziJ Z^C'1 bevonden hadden maar nauwe lijks had hij eenige stappen gedaan of er ontstond een geweldige outploffing, waardoor hij bewusteloos tegen den grond geslagen werd. Bijgekomen zag hij dat men, vermoedelijk met dynamiet, een graf in de lucht had doen vliegendrie kisten en lijken j waren aau stukken verspreid. Des ochtends bleek, dat het die der Mullinsen waren. De legerquaestie die op dit oogenblik te Berlijn zoo druk besproken wordt, staat in nauw verband met do positie der Duitsche regeeriug tegonover den Rijksdag. Het is opraerkelyk, hoeveel plannen in de laatste jaren in Duitschland ziju opgedoken, maar weder in de doos gestopt. Zoo weet mer. ook niet of de militaire voorstellen dit jaar reeds bij den Rijksdag zullen ingediend worden, of do regeering wachten zal tot de zitting van 1893/94 of nog langer. De National Zeitung en de Frankfurter Zeitung gelooven, dat men wachten zal tot 1893, omdat dan tevens liet septennaat geëindigd is.* De regeering zal dan wel trachten eene vermeer dering van het aantal soldaten te verkrijgen in ver houding tot de vermeerderde bevolking. Het is echter zeer waarschijnlijk, dat dan ook de Rijksdag op de iuvoering van den tweejarigen diensttijd zal aandrin gen en dat daarbij de quaestie van het septennaat weder te berde zal komen. De regeering zal echter naar de Frank/. Ztg. betoogt, dien strijd niet meer met dezelfde middelen en gelijk gevolg kunnen voeren als in 1887. Zij staat niet meer zoo sterk tegenover den Rijksdag als toen. De tijden zijn veranderd waar vroeger zeer geij verd word om de regeering in hare eischeu te steu nen, heerscht thans wantrouwen. Een clericaal blad merkt op, dat de regeering zich met een ontbinding- van den Rijksdag ook al niet zou kunnen helpen, zij zou daardoor van den regen in den drup komen Dat de regeeriug niet tevreden is over den steun dien zij in den Rijksdag ondervindt, blijkt wel uit de thans in haar geheel bekend geworden rede des keizers, die als een vingerwijziging voor den Rijks dag en de staatspartijen wordt beschouwd. „De diensttijd van twee jaar, zeide de keizer, is zonder dat aan den anderen kant zeer bijzondere voorwaarden worden ingewilligd, niet denkbaar en als de Rijksdag niet vaderlandslievend genoeg is, deze voorwaarden te gelijk met de invoering van den 2-jarigen dienst iu te willigen, zal ik steeds aan een kleiner goed gedisciplineerd leger de voorkeur blijven geven boven een groot." Die „bijzondere voorwaarden" waarvan de keizer spreekt, zijn waarschijnlijkeen vermeerdering van het instructie-personeel, van do oefeningen der reserve vuu het verbruik van amunitie, en zouden omstreeks 19,090,000 mark kosten. Zelfs de Köln. Ztg. schrijft, dat de wensch om dergelijke nieuwe eischen voor de krijgsmacht in to willigen bij de bevolking zeer ge ring is en dat de regeering daarom haar vorderingen tot den geriugsteu omvang zal dienen te beperken. Toch schijnt zij geen behoefte te gevoelen haar vriendenkring uit te breiden. „De reg. verlangtniet dat de conservatieven rogeeringsgezind zijn" ver klaart de officieuze Norddeutsche Allg. Zeitung en daarbij houdt zij de leuze staande, waarmede zij het eerst optrad er is geen regeeringspartijdo regee ring staat boven do partijen zelfs de vryzinnigen kunnen haar steunen. In verband met die betuiging der Norddeutsche verdient melding te worden gemaakt van wat de Germania schrijft, iu een betoog dat de centrumpartij bij den tegenwoordigen stand van zaken conservatieve candidateu steunen moet uit dankbaarheid voor het geen door Caprivi voor het centrum wordt gedaan. Daarmede schijnt dus stilzwijgend te zijn aange nomen dat men, door conservatieven te steunen, de regeeriug helpt. Doch dit is nog zoo zeker niet. Integendeel herinnert men zich, dat de conservatieven bij de handelsverdragen, bij de suikerbelasting on in de koloniale politiek, der regeering net leven vrij zuur hebben gemaakt. De Germania spreekt van „conservatieven, die van de middenpartijen nauwelijks zijn te onderscheiden en niet consequent conservatief maar gouvernementeel opportunistisch zijn" en hoopt te gelijker tijd nog steeds op de vervulling van haar ideaal, dat het centrum met een sterke christelijk-conservarieve en constitutionneele partij zal samengaan. Hoe echter de democraten van het centrum daarmede genoegen kunnen nemen, is een andere vraag. Hoe het zij, uit het artikel der Norddeutsche Allg. Zeitung volgt, dat de regeering van de hulp der conservatieven alleen gebruik wenscht to maken als het haar belieft en daarmede schijnt de voornaamste reden voor de liefdesverklaringen der conservatieven aan het centrum grootendeels te zijn weggenomen. Een Italiaansch blad, de Corriere di Napoli, publi ceert een brief, die Gladstone aan den hoofdredacteur zou hebben geschreven kort voor den uitslag der verkiezingen. Hij zou daarin, als vriend van Italië d« buitengewone militaire uitgaven en de internatio nale verbintenissen van dat land betreurd heoben. Noch drievoudige, noch tweevoudige verbonden waren in zijn smaak, omdat het doel daarvan nooit de vrede kan zijn. De kracht eener natie berust op spaarzame benutting van eigen hulpbronnen. Hij vreesde voor de toekomst van Europa, al konden met Gods hulp de vredelievende verhoudingen van 't oogeublik nog eenigen tgd duren. Al komt deze politieke wijsheid vrijwel overeen met de denkbeelden, die Gladstone aangaande de internationale politiek aanhangt, zal men dat schrij ven, schoon zelfs door den Diritto overgenomen, wel als apocrief mogen aanmerken. Gladstone zal wel niet zoo onvoorzichtig geweest zijn om zulke diugeu te schrijven op een oogenblik, dat hij kon voorzien weldra een hooge verantwoordelijke betrekking te zullen bokleeden. Aan den anderen kant is zulk een schrijven een zoo welkom wapen in Italiaauscheu ver verkiezingsstrijd die staat geopend te worden, dat de verleiding voor een vindingrijk zuidelijk journalisten - brein om hem te phantaseeren, zeer groot mag heeten. De Italiaansche radicalen zullen zich er met wellust op werpen, en den brief exploiteoren tegen alle voor standers van het drievoudig verbood. De kiezers van don heer Labouchere zijn zeer ver bolgen op Koningin Victoria wegens óe antipathie, welke Hare Mnjesteit ten opzichte van hunnen afge vaardigde tegonover Gladstone heet te hebben uit gesproken. Zij willen binnenkort, om die verbolgen heid te luchten, eene groote „indignation meeting" beleggen in de lokalen der Northampton Liberal and Radical Association." Volgeus de Hamb. Corr. zijn te Hamburg eergiste ren 126 govallen van cholerine voorgekomen, waar van vele met doodelijkeu afloop. Bij eenige ziekten moeten echter ook verschijnse len van cholera asiatica zijn waargenomen. De geneeskundige overheid eu de politie hebben maatregelen genomen ora de ziekte tot het sterkst getroffen deel der Altstadt te beperken. Ook gisteren was het aantal nieuwe ziektegevallen aanmerkelijk. Een geneesheer der Leuvensche hoogesehool ver klaart, dat het wel de cholera is, welke zich te Ant werpen heeft vertoond aan boord van eene stoomboot, welke van Frankrijk kwam, zoomedo te Jemet. Daarentegen blijkt uit een door de regeering in gesteld onderzoek dat geen enkel geval van cholera asiatica in België is voorgekomen. De gevallen te Jumet en te Antwerpen zijn cholera nostras. De BURGEMEESTER van GOUDA, brengt by deze ter kennis van de belanghebbenden, dat door den Heer Provincialen Inspecteur der Directe Belas tingen enz. te Rotterdam op den 20 Augustus 1892 is executoir verklaard: het Kohier voor de belasting op het Personeel, No. 5, le kwartaal 1892/93. Dat voormeld Kohier ter invordering is gesteld in handen van den Heer Ontvanger, dat ieder die daarop voorkomt verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen, en dat heden ingaat do termijn van Drie Maanden, binnen welken de reclames behooren te worden ingediend. Gouda, den 24n Augustus 1892. De Burgemeester voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. KENNISGEVING. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OF NADEEL KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda; Gelet op Art. 6 en 7 der Wet van den 2n Juni 1875, (Staatsblad no. 95). Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie ter visie is gelegd een verzoek, met bijlagen van A. D. PonsioD Dz. om vergunning tot het oprichten eener blikslagerij in het perceel gelegen aan den Kleiweg, Wijk E. No 86, Kadaster Sectie B. No. 1821 Dat op Woensdag, den 7 September 1892, des namiddags ten 1 ure op het Raadhuis, gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen, en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente, van de ter zake in gekomen Schrifturen kan worden kennis genomen. Gouda, den 24 Augustus 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, RBOUWER. GEBORENCornelia, ouders J. de Greef en G. Hofman. GEBOREN: Louris, ouders C. Honkoop in A. Speksnijder. OVERLEDEN: J. Houdyk, 71 j. GEHUWD: VV. J. van Dam en C. Verwoerd. ONDERTROUWDC. G. Hollander en G. Saarloos.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2