eene Dienstbode.
Noodhulp of voor Vast,
Bultenlandscli Overzicht.
ADVERTENTIËN.
Wegens ziekte der Dienstbode
4
HENNiSGEflNG.
Burgerlijke Stand.
Mevrouw de Wed. A. C. COSIJNv Leent
hot water moeten duwen, om die met aarde te kun
nen bedekken. Naar ik hoor, is er oei) adres, dat per
deze mail aan onzen Landvoogd zal worden opge
zonden jammer is is het echter, dat daarin de
toestand niet volledig wordt geschetst. Zonder twijfel
toch, als de Gouverneur zal zij,u ingelicht van hetgeen
ons hier wedervaart, dat wij op verandering van
den nadeeligen toestand, waarin Nickerie thans ver
keert, zullen mogen rekenen."
Meu zegt, dat de Gouverneur Nickerie zal be
zoeken.
Een spoortreiuremraer, in dienst van de Londensclïe
en Noordwestelijke spoorwegmaatschappij, was den
25steh Juni op het Station te Preston bozig met
het rangeeren van wagens. Hij zag eon hond op de
baan. en vreezeud dat het dier zou worden overreden,
riep hij het tot zich. Do houd kwam bedaard aan,
maar toen hij bij den man was, sprong hij eensklaps
naar zr n gezicht op eu beet. Een stukje vleesch bij
den mond, niet grooter dan anderhalven millimeter
ïn lengte, was uitgerukt. De kleine woud werd te
Preston behandeld en de man bleef drie wekeu thuis
waarna hij zijn werk hervatte. Hij gevoelde zich
voortdurend volmaakt wel, tot hij Zaterdagochtend
toen hij zich wilde wasschen, met koud water aan
zijn gezicht komend, onwillekeurig terugtrad. Hij
probeerde warm water en dit had hetzelfde gevolg.
Toen hij voedsel tot zich wilde nemen, kreeg hg
0 kraifTptrekkingeu. Hij ging daarop naar een dokter
het was halfacht iu den ochtend en deze zag
terstond dat hij aan hondsdolheid leed. Gedurende
den dag bezocht de geneesheer hem zeven of acht
malen. De man werd niet wild, maar had groote
moeilijkheid om te ademen. Zondagochtend werd
hij naar een hospitaal 111 Liverpool gebracht. De
doctors verklaarden, dat de kwaal zich reeds te ver
had ontwikkeld om den patiënt nog uaar de inrich
ting van Pastour te zenden. De man is eergisteren
1 overleden.
Het bezoek van Zola te Lourdes geeft natuurlijk
aau de Parijsche bladen stof voor uitvoerige bespre
kingen. Zola neemt vooral aandachtig de komst der
tallooze zieken waar en' mengt zich dan onder de
pisteuses, de vrouwen die de pelgrims opwachten om
heil naar buu nachtverblijf te brengen.
Zola merkt dit alles nauwkeurig op en loopt met
zijn hoed in de hand, zeer eerbiedig van de eene
groep naar de audere vrageu en luisterende.
Twintig duizend personen verdringen elkaar dage
lijks in de grot waar het beeld der H. Maagd staat
ea 's middags om 4 uur verlaat eene groot processie
van 2000 monniken met een baldakijn, waaronder
het H. Sécrament gedragen wordt, de grot om zich
naar het wondeiachtige water te begeven. De groote
menigte die zich aau weerszijden van deu weg schaart
onder het geroep van«Jezus, zoon Davids, heb
medelijden met. ons Heer, indien gij wilt, kunt
Gij mij genezen Heer, slechts één woord ejr^k
ben genezen
Zoo zag een verelaggever der Gaulois eens, dat
een meisje, dat niot gaan kon en zich op eene matras
naar den weg had doen dragen, waarlangs do processie
moest komen, opeens opsprong toen de baldakijn
voorbij ging en uitriep: „Ik ben genezen Zola was
daarbij tegenwoordig en riep uit altijd volgeus
genoemden verslaggever„wonderlijk wonderlijk!"
's Avonds is de grot verlicht en gaan de 20,000
In een enkelen dag geneest men niet van een reeds
verouderde kwaal, maar geduld overwint alles Ik
beu overtuigd dat mevrouw Norton geheel hersteld
naar New-York zal terugkeeren. Hersteld en geluk
kig O, dat kan ik u wel voorspellen, zonder dok
ter Fargeas I.k ben een vrouw dat is genoeg
„Ik hoop, dat gij de waarheid spreekt, markiezin,"
zeide Norton, „want de gezondheid en het geluk
van mijn lieve Sylvia, is de zorg van mijn leven
„Maar beste mfln zeido SyLia zachtjes, terwijl
zij De Solis niet durfde aanzien.
„Ik zeg wat ik denk," vervolgde Norton, „en ik
mag het gerust zeggen in tegenwoordigheid van mijn
besten vriend ter wereld, nietwaar George
Hij wendde zich tot den markies, die eenigszins
bleek was geworden.
„Ik moet u eens spreken," voegde de Amerikaan
erbij.
„Mij vroeg De Solis.
//Ja
„Over ietsjjfirustigs
„Nog al ernstig En zeer vertrouwelijk
„Dat wil zeggen, dat ik teveel ben?" vraagde de
markiezin. „Och die arme vrouwen. Hier is een
moeder, tot wie haar zoonteegt: „Ik ga heen!"
en een vrouw, tot wie haar man zegt: „Laat ons
alleen." Ons lot is weggestuurd te worden. Wat
ernstig is, gaat ons niet aauKom, mevrouw Nor
ton, als gij niets tegen mijn gezelschap hebt, willen
wij dan zoolang aan het strand gaanMen stuurt
pelgrims allen met kaarsen, ouder het zingen vau het
Ave Maria, daarheen. Zola loopt gowooulgk achter
de baldakijn. Hg heeft ook verzocht, legeuwoordig
te mogeu ziju bij het geneeskundig conatateeren (door
doctoren) van eene geueziug, o. a. ook van da'mes,
maar dit werd hem eerst kortaf geweigerd. Later
echter heeft hij het tod» gedaan weten te krijgen.
Over de Tentoonstelling vau deu Boekhandel te
Amsterdam, meldt meu ons nog het volguude:
Wauueer meïi de zuideigk Koffiekamer van het
Paleis voor Volksvlgt binnentreedt, dan bevindt men
zich in de Frausche afdeeling der Tentoonstelling.
Ook hier heeft de Franschman zgn smaak niet
verloochend. De wijze van etalooreu, do keuze van
boeken, plateu, kaarten en bindwerk kenmerken de
élégance, de chic, welke de Franschiuau in alles aan
/'den dag weet te leggen.
Om te beginueu de catalogus. Wat een verschil,
do üollandseke catalogus met zgn schreeuwend
titelblad, of de Frausche, keurig door eenvoud eu
soberheid, met slechts een verguld medaillon tot
eeiiige versiering.
En dan inwendig. Welk een bevalligheid van vig
netten en randen, welk een verscheidenheid van fraaie
lettertypen
Dadelijk bij het binueutredeu wordt de aandacht
getrokken door eenigg lijsten mot do oor»pronkeljjke
teekeuiugen, gereproduceerd in V Illustration. Men
vindt er vau Ëmile JJayard, wiens nagedachtenis nog
wordt gehuldigd door een omtluersde irnuiortelleu-
kraus; militaire typeu vau Maurice Orange; Parij
sche typen van Mal toste eu Mars.
In eene der zalen brengt eene serie Theater
affiches van den nog uiet geéveuaardeii Chéret eene
aardige afwisseling tusschen de ernstige wetenschap
pelijke boeken eu kaarten, door den „Cercle de la
Librairie de Paris" ingezonden.
Wat het bindwerk betreft, geven eenigo jaargangen
van deu Manuel historique et Bibliographique de
l'Auiateur Je reliurus" een zeer juisteu indruk vau
de hoogte, waarop net bockbiudersvak in Frankrijk
zich heeft weten te verhollen.
Te roemen vooral valt eeu 15e ecuwsch bandje
van geciseleerd leder eu een 18e eeuwsch, versier^
„a peiits fers."
Op eene groote tafel iu de achterste zaal liggen
een menigte kiuder-prentenboekeu eu plaatworkeu
ter bezichtiug, die alle de aandacht overwaard zijn.
De geestige caricaturist Caran d'Acbe is vertegen
woordigd door eeu paar plaatwerken, zooals„Les
courses dans l'Autiquiié", waarvan de uitvoering en
reproductie het origiueel niet te schande maken.
Ook verraadt zijne geestige teekenstift zich in zgn
„Nos soldats du siècle", waarvan wij het volgende
citaat onder de plaat „llussards Chainbaran en Hol-
lande" afschrijven v
„La Hotte du Texel, immobile dans les glaqes, fut
cernée par quelques escadrons. C'était la première
fois, qu'on eut imagine de prendre une Hotte par
des bus8ards". Jomini.
Even keurig van teekening als vau uitvoering zijn
de illustraties in „Tables cboisies de la Fontaine"
waarin eukele der meest bekende fabels van genoem
den dichter op geestige wijze in teekening worden
geparodiëerd.
Ook de teekeningen ran Grafty en de illuatratiën
van Mars in „Nos chéris", een lief kinderboek, zgn
een kijkje overwaard.
ons uit wandelen; laten wij dus gehoorzaam zijn."
„Met genoegen," sprak Sylvia.
Mevrouw Norton aarzelde een weinig om heen te
gaan, daar zij een weinig ongerust was over het ge
sprek, door NortoD verlangd.
g*n8 hten zonder De Solis aan te zien, die
haar eerbiedig groette.
Zoodra George met Norton alleen was, zeide hij
op hartelijkeu toon, zonder te wachten, dat de Ame
rikaan zou spreken:
„Gij zijt bepaald ongerust Dat telegram
Maar Richard viel hem in de rede:
„Het telegram? Daar denk ik niet moer aan!....
Ik wil spreken over u.... Ja, over uw toekomst
ik wil ons gesprek weer opvatten op de plaats, waar
wij het afgebroken hebben op dien dag, toen wij
elkander het eerst ontmoetten.... Weet gij niet meer?"
„Neen!" antwoordde George, die een gevaarlijken
loop van het gesprek voorzag, en eerst moest zien,
waar de ander been wilde.
„Nu, ik weet het nog heel goed.... Ik zal u
zeggen, waar wij gebleven waren," zeide Norton.
Hij streek met de band over zijn voorhoofd.
„Wat is het warm!.... Vindt gij niet?"
„Zeker
Norton nam van een tafeltje een Hesch Seltzerwa-
ter, die hij half leegschonk in een glas sherry, en
dronk het schielijk uit met droge lippen alsof lig de
kooris had.
Hij ging inct George voor het raam zitten en
„Le cercle de la librairie de Paris", waarvan het
doel eenigszins overeeukomt met die van onze «Ver-
eonigiug tot bevordering van de belangen des Boek
handels", heeft alle eer van haar werk, waardoor
aan deze tentoonstelling eene afdeeling is toegevoegd,
die met recht een sieraad mag genoemd worden.
Bedoelde Cercle is eene vereeniging, bestaande uit
leden, die deu boekhandel en aanverwante vakken
beoefeueii. Zg heeft een eigeu gebouw, gelegen op
don boulevard Saint-Germuiu, dat werd ontworpen
door deur geniulen architect Charlos Garuièr, eu
ingewijd den 4en December 18,79.
Even als onze vereeniging, heeft ook de Cercle
de dar ie een eigen orgaan: „Bibliographic de la
France, Journal général de lTmprimerie et de la
Librairie."
Dit blad werd opgericht iu 1811, terwijl in 1847
meergenoemde Cercle tot siaud kwam. Op liet oogen-
blik telt dezo vereeniging 311 titulaire en werkende
leden, bonevens 86 correspondeercndo leden.
Nadere bijzonderheden omtrent do inrichting, de
werking en het bestuur vau den Cercle, vindt men
in deu catalogus, waarmede de Frausche boekhandel
zich te Amsterdam een monument oprichtte, waar
tegen wij met bewondering opzien.
De Indépeudance geeft een relaas van het ontstaan
eu den voortguug dor cholera te Antwerpen tot dus
ver. Wij ontleeoeu daaraan het volgende.
De stoomboot Saint Paul, van Hftvre, met eene be-
inauniug van achttien mau, waaronder vijf matrozen,
kwam, na eenige Spaansche havens aangedaan te heb
ben, den 15a Augustus te Antwerpen. Spoedig nadat
het schip in het Kattendijkdok gemeerd lag, werd eerf
der matrozen iu het hospitaal Stuy ven borg gebracht,
waar hij dien avond overleed. De dienstdoende ge
neeskundige was, wegens onvoldoende gegevens, niet
iu staat den aard der ziekte nauwkeurig te bepalen,
doch verschijnselen geleken op die van cholera.
Twee dagen later werden er weder twee mannen
vau de Saint Paul iu het hospitaal gebracht. De een
overleed des nachts. De ander werd vier dagen in
observatie gehouden, was Zondag den 21eu, te 8 uur
dus morgens, genoodzaakt zich te bed te begeven eu
stierf vierentwintig uren later.
Intusscben was er den vorigeu dag weder een bin
nengebracht, die dien/.elfden avond overleed. Van
de vijf matrozen van de Saint Paul waren er nu
vier bezweken, ofscboon de kapitein, weinige uren
voor het overlijden van den laatstbedoeldon man, ver
klaarde dat alles wel uau boord was.
Het schip was gedurende Mien tijd gelost. Ia
strijd met hetgeen was opgegeven, had het niet alleen
Spaansche eu Portugeescho wijnen en erts aangebracht,
maar waren er bovendien onderscheidene zaken in
het ruim geweest, onder anderen zeegras (vurtch) en
zestien balen lompen. Wat er van deze lompen ge
worden is, is niet bekend. Het is, ratrkt de lndep
op, oene fout dat het schip niet terstond ontsmet eu
de geheele lading uiet verbrand is geworden. De
Saint Paul heeft opnieuw lading iugeuomeu en is,
van eeuou schooneu gezondheidspas voorzienuit
Antwerpen vertrokken.
Er is verteld dat de in het hospitaal overleden
matrozen van de Saint Paul groote hoeveelheden
mosselen en kreeften gegeten hadden. Dit is in strijd
met hunne eigen verklaringen.
Hunne ziekteverschijnselen waren die van Indische
cholera, ua het incubatie-tijdperk. De temperatuur
vatte kalm het gesprek op, met de zekerheid van
een man van zaken.
„Gij zeidet mij, dat gij op een beslissend tijdstip
in uw leven waart, gij wildet trouweh, doch een
herinnering hield u nog steeds daarvan terug.... Her
innert gij het u nog
„Zeer goed zeide Solis,
„Ik heb dikwijls aan dat gesprek gedachtGg
hebt mij toen dien roman in vage trekken meege
deeld maar het was lang genoeg geledeu en vergeten
en zooals ik geloof, in den nevel van het verledene
verzonken, dat het u mogelijk zou zijn om vrij te
kunnen beschikken over uw hart en leven.... Dat
heb ik toen imtoers goed begrepen
„Ongeveer zeide de markies.
„O ongeveer of geheel en alzeide do Ameri-
kaau een weinig barsch. „Als men over het venedene
spreekt, doet iet-s meer of minder er uiet veel toe
Tusschen leven en dood is geen middenweg. Gij
wildet trouwen. Dus was het verledene voor goed
begraven. Gij hadt gelijk 1 Ik zeg u nogmaals, ik
heb na dien tijd dikwijls aan ons gesprek gedacht....
Ik houd genoeg van u, om u in uw plannen voort te
helpen.... Gij zoekt een vrouw. Welnu! ik heb er
eene voor u gevonden
„Gij vroeg George, den Amerikaan scherp aan
ziende.
Deze glimlachte kalm en sloeg de beeoen over
elkander, al spelend met een sigaar, die hij niet rookte.
Wordt vervolgd.)
vau het lichaam was niet liooger dan gemiddeld 35°
C., de uiterste liohaamsdeelen waren ijskoud er de
den zich heftige brakingen eu spierkrampen voor,
met den vorm van diarrhee, nan cholera-lgdersjjAjm
risiformeZij leden aan onleschbaren dorMjB
pols waB onregelmatig, 1de hartslag bijna onhoorbaW;
de ademhaling belemmerd, zoo dat het gelaat eene
blauwachtige tint aannum.
Terwijl de Saint Paul aan het losson was, lag aan
haar vastgemeerd de lichter Nouvelle Adèle.
Zondag den 2leu werd de vrouw van den sclfipper
dood in de kajuit vau don lichter gevonden. De
lijkschouwing in het hospitaal toonde dat zij aan
cholera asiatica overleden was.
Den volgenden dag, Maandag, werden de twee
kinderen van de schippersvrouw in het hospitaal ge
bracht, ouder dezelfde ziekteverschijnselen, liet eene
kind verkeert in levensgevaar, het andere wordt on
der observatie gehouden.
Dinsdag den 23en werden in de ziekeninrichting
aan de Beeldenstraat gebracht tvveo dokwerkers eu
een zeeman. Een van de dokwerkers was werkzaam
geweest aau boord van do Saint-Marc, liggende bij
de Saint-Paul. Een ander was afkomstig van de
stoomboot Nerissen, komende uit Hamburg. Van
deze drie patiënten waren er twee door de ziekte op
straat overvallen een stierf nog dieuzelfden avond,
de twee anderen bezweken deu volgenden ochtend,
tussohen 2 en 7 uur.
Iu het geheel dus acht sterfgevallen, binnen enkele
dagen en meereudeels zeer plotseling.
Bovendien is in het hospitaal nog overleden eene
vrouw die hare dochter, welke aan cholera lijdende
was, oppaste.
In behandeling blijvon thans nog vijf cholera-lijders,
waaronder de schipper van de Nouvelle Adèle.
„Mars" schrijft in het Hbl.:
Terwijl de tropische hitte aller verbazing, doch nu
juist niet aller sympathie weet op te wokken, zgn de
verschillende kampen door de infariteriekorpsen be
trokken.
Andere regimenten krijgen later een beurt, ter
wijl binnenkort ook gecombineerde oefeningen inet
artillerie eu cavalerie zullen plaats hebben.
Het gronddenkbeeld voor dit jaar is dus, regiments
oefeningen te houden en hoowol wij nu niet twijfe
len, of dit zal voor velen minder aangenaam izijn,
zoo juichen wij de plannen van den Minister toch
zeer toe.
Voor de officieren in het algemeen zijn de zooge
naamde groote manoeuvres ontegenzeggelijk aange
namer. Er komt meer poëzie bij te .pas, en ook de
manoeuvres-toelage heeft haar aaugename zijde. Bo
vendien men ziet eens iets anders, men doet iets an
ders dan in het garnizoen, eu gevoelt zich daardoor
opgewekt.
Voor staf-officiereu is ook, met hut oog op hun
ontwikkeling, eer. betrekkelijk groote trocpeu-ver-
eeniging weuschelijk. Maar gaat men na, wat voor
de groote massa, voor de subalterne offi?ieren, voor
hot kader, voor de troepen nuttiger is, dan moet
toegegeven worden, dat bg oefeningen op betrekkelijk
kleiner schaal de détails veel meer tot hun recht
komen.
Eu wat nu de warmte betreft, raeenen wij te we
ten, dat er orders zijn gegeven, geene raenschenle-
veus of de gezondheid in het algemeen in gevaar
te brengen door overdreven vermoeienissen.
Wg gelooven dus, dat de ouders der miliciens
gerust kunnen zijn; zelfs zouden wg vreezen, dat
men wel wat al te voorzichtig zal wezon. De oefe
ning moet haar verloop hebben) al te weokelijk is
ook niet goed.
Juist nu de troepen in kampen en nabij garni
zoenen manoeuvreeren, komen zij dagelijks op hun
uitgangspunt terug; men heeft daardoor het groote
voordeel, dat de onnoodige ballast der uitrusting
thuis kan worden gelaten, wat niet het geval is
wanneer de soldaat na do manoeuvre van kanton-
neraent moet verwisselen.
In dit opzicht kan veel gedaan worden ter ver
lichting, ook door vroeg te beginnen en dus het
heetst van den dag te vermijden.
Evenals de beroemde kroon eik bij Arolsen is thans
ook de Tilly-boom in brand gestoken. Het is een
lindeboom, ongeveer 300 jaar oud, staande in het
open veld nabij het spoorwegtraject HaraelnElze,
behoorende tot de lijn HamburgFrankfort. Volgens
ie overlevering heeft graaf Tilly, de veroveraar van
Maagdenburg, op zijn tocht door dat gedeelte van
Duitsch.and onder dien boom zitten rusten. Vandaar
de benaming Tilly-boom. Aan de hemmerdorfer
brandweer is het gelukt den brand in zoo ver te
lusschen, dat de boom wel naar binnen gedeeltelijk
hol is uitgebrand, maar toch genoegzaam behouden
18 gebleven.
Intusschen vindt men in do Duitsche bladen thans
agelijks berichten van groote branden. Zoo wordt
b. v. nu uit Bebra gemeld dat te Sontra veertig
boerenwoningen, te zamen met meer dan honderd
nevengebouwen, alsook veel vee en producten van
den oogst, door brand zijn vernield. Te Eibeustock
zijn Woensdag-namiddag dertig woonhuizen afge
brand tt» Birkholz tien boerenhoeven, en zoo zijn
er uog een aantal berichten vau gelijken aard. Te
Kunersdorf hebben in de laatste dagen herhaaldelijk
gevallen van zwaron brand plaats gehaddaar is
thans iemand als brandstichter gearresteerd.
Donderdag ziju verbrand nabij Jorotschin, in de
pruisische provincio Posen, i4 gebouwen met. veel
graan en vee; nabij Stargard (in Pom meren) 10 boe
renwoningen inet 28 bijgebouwen; te Tondern 7
panden, groote en kleine, allen met voorraden graan
te Hillmicke, in het district Olpe 14 woonhuizen en
een kapelte Bodenheim, in Rijn-Hessen, 18 ge
bouwen; te Myolowitz, in Silezië, 86 huizen, bene
vens 51 schuren en andere opstallen.
Over de militaire plannen van den Duitschen Koizer
heeft do Köln. Ztg. thans een artikel, dat blijkbaar
van welingelichte zijde komt. De nieuwe voordracht
zou bijna gereed zijn on in hoofdzaak de Kei'.eriijke
goedkeuring hebben erlangd. Zij zou voor het einde
van het Septeunaat worden ingediend, manr onzeker
was het nog, of het in dit dan wel in 't volgend
jaar geschieden zou. Een tweejarige diensttijd zou
niet worden aangenomen, maar wel zou de diensttijd
feitelijk beperkt worden. Dit wordt dus uitgelegd,
dat bet de bedoeling is het aantal groot-verlofgangers
die na dienst van 22 maanden vertrekken, uit te
breiden eu dus het blijvend gedeelte percentsgewijze
te verminderen. Zoo noodig, kunnen die verlofgan
gers dan in het dorde jaar nog weer opgeroepen
worden. Niet duidelijk blgkt uit de gedane mede-
deeiingon of het jaarlijksch contingent zal worden
verhoogd. Maar wel wordt een redeneering ten
beste gegeven, dat beperking van den diensttijd tot
hoogere lichtingen leiden moet.
De verschillende Engelsche Ministers zijn thans
allen als Parlementslid herkozen, ook Morley, die
1700 stemmen ineer had dan zijn tegenstander. Uit
een rede, door Dillon te Dublin gehouden voor de
lersche nationale federatio biijkt, dat hij hoogst te
vreden is en vol vertrouwen stelt in Gladstone. Hij
maande ziju hoorders aan het Gladstone nu uiet zoo
lastig te maken met allerlui eischen, mnar rustig af
te wachten. Aan Labouchère hoeft Gladstone eeu
brief geschreven, waarin hij verklaart zelf geheel
de verantwoordelijkheid te dragen voor het niet aan
bieden van een Kabinetszetel aan Labouchère. Hij
stelde zijn naam niet aan de Koningin voor op grond
van sommige voorvallen in zijn politieke loopbaan,
die echter zijn karakter of gedrag niet in een ongun
stig licht stellen. 't Zijn vooral de Times en de
Standard, die heftig op Labouchère aanvallen, wegens
de onkiesche wijze, wuarop hij de Koningin iu zijn
zaak betrekt, vooral omdat hij niet eens weet, maar
alleen zegt overtuigd te zijn, dat (ie Koningin zich
tegen hem heeft verklaard. De Daily News zwijgt
tot nog toe over dit standje.
Laugs twee wegen tracht de cholera zich over Eu
ropa te verspreiden van Petersburg over Hamburg
en de Havens die met die stad in onmiddellijke be
trekking staau, en uit Frankrijk. De cholerine daar
voorgekomen, schijnt in de plaatsen waar rivierwater
gedronken wordt door de warmte weder verergerd
eu zelfs hier en daar in Aziatische cholera ontaard
te zijn. Te Antwerpen is het aantal gevallen van
Aziatische cholera gering en ook te Hamburg is
volgens prof. Koch het aantal govallon met betrekking
tot de grootte der stad, niet aanzienlijk. Den aard
der ziekte houdt de geloerde echter voor zeer onrust
wekkend ook zou hij aan het dopartement voor ge
zondheid geschreven hebben,, dat de ziekte zich
uitbreidt. Te Berlijn kwamen enkele verdachte ge
vallen voor en ook iu andere plaatsen van Duitschland
zijn personen aan cholerina gestorven.
De Peichsai.ztiger meldtVolgeus de verklaring
van prof. Koch valt hot niet meer te betwijfelen of
Hamburg en Altona worden in dreigenden omvang
door de Aziatische cholera bezocht. In beide ge
meenten zijn doeltreffende maatregelen tot bestrijding
genomen. Een bgzondero dienst iu gesteld, om de
ziekte- eu sterfgevallen dagelijks door de gezond
heidscommissie openbaar te maken.
Heden komt te Berlijn de commissie bgeen, waarin
ook gevolmachtigdon der bondsregeeringon zitting
hebben, om te beraadslagen over de verdere maatre
gelen, wezke in het rijksgebied moeien genomen
worden.
Niet onmogelijk is het, dat de cholera den weg
der influenza volgt. d. w. z. uit het Oosten den
aardbol rond.
Doch te gelijk blijkt, dat zij meer en meer afneemt
in kracht naarmate zo westelijker komt en stuit op
betere voorzorgsmaatregelen.
Volgens een Reuter-telegram uit Simla, dat even
wel door den correspondent der Times aldaar nog
niet bevestigd werd, heeft^de Emir van Afghanistan,
naar aanleidiug vau de botsing tusschen Afghaansche
en Russische troepen te Somatash, de hulp van de
Britsch-Iudische regeering tegen de Russen ingeroe
pen. Of dit nu waar is, of niet, doet (zoo ineent
de limes) weinig ter zake. Immers, met of zonder
aandrang van des Emirs kant, moet Engeland zich
verplicht "oelen te St. Petersburg omtrout het voor-
govalleue opheldering te verlangen. De Emir, zegt
het blad, is onze bondgenoottoen wij Abdurrahman
te Kaboel op den troon plaatsten, geschiedde dit
onder de verplichting onzerzijds, hem te zullen ver
dedigen tegen buitonlandsche aanrandingen toeval
lig werd die verplichting juist aangegaan terwijl de
heer Gladstone het opperste beleid van zaken in
handen had. De Russische expeditie onder kolonel
Yanofl, naar schatting 2000 man mot 12 kanonnen
steik, heetto tot oogmerk to hebben de landstreek
langs de zuidwestelijke Chineosche grens. Thans
hebben de Russen plotseling aan deze grens den rug
toegekeerd, hebben een inval gedaan in streken welke
de Emir tot zijn gebied rekent, en zijn ook terstoud
reeds gelijk onvermijdelijk te achten was met
de troepen van den Emir in bloedige botsing geko
men. Misschien heeft men in dit geval slechts te
doen met een toevallig en ongezocht grensconflict.
Doch zoo niet zoo de Russen met opzettelijken
toeleg des Emirs gebied betraden dan (zegt de
Times) zal bet natuurlijk onze plicht ziju hen daaruit
te verdrijven.
Men weet bij ervaring, welke waarde er aau der
gelijke krijgshaftige taal van Engelsche bladen te
hechten valt. Intusschen laat het zich niet loochenen,
dat de toestand ernstig zou kunnen worden en En
geland zich wel geiroodzaakt zou kunnen zien om
den Emir gewapenderhand ler hulp te snellen. Wat
het geschil te ingewikkelder, maar juist daardoor ook
minder rechtstreeks gevaarlijk maakt, is (le onzeker
heid omtrent de grenslijn tusschen het Russische en
het Afghaansche gebied. De grensbepaling, in 1885
begonnen, werd niet verder dan tot Kohja Saleh aan
den Oxus doorgezet. Verder oostelijk heet, volgens
eene slordige overeenkomst tusschen Clarendon en
GortschakofF, de Oxus de grens. Doch men weet
niet eens mot zekerheid, welke stroom eigenlijk onder
deze benaming verstaan moet wordou.
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE
OP HINDER KUNNEN VEROORZAKEN,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS fan Gouda;
Gezien art. 8 der Wet van den 2n Juni 1875,
Staatsblad No. 95).
Doen te weten
Dat zij vergunning hebben verleend aan J. ET.
Langeler te Gouda en zijne rechtverkrijgenden, tot
het oprichten eener smederij in het perceel aan deu
Kattensingel geteekend Q. No. 178, kadaster Sectie
A. No. 3025.
Gouda, den 27 Augustus 1892.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
VAN BERGEN IJZENDOORN.
De Secretaris,
BROUWER.
GEBOREN24 Aug. Willem, ouders F. Lafeber
en C. Ooms. Karei, ouders J. Langeraar en A.
Lugthart. 26. Arie ]\fachiel en Margaretha Jo
hanna, ouders B. Gestel en A. M. Mullaart.
Neeltje, ouders M. Both en A. van Triet.
OVERLEDEN: 26 Aug. P. Stalenberg, 39 j.
ONDERTROUWD: 26 Aug. O. P. Luijnenburg,
21 j. en J. Blok, 19 j. A. van der Starre, 22 j.
en C. van Schaik, 24 j. I. Visser, 50 j. en E.
Sijtsma, 24 j. B. Bouwman, te Vianec, 29 j. en
H. Segffer9. 28 j.
vraagt tegen 1 November
GEVRAAGD EEN
bij M. E. MONASCH, Markt.