eene Dienstbode. Noodhulp of voor Vast, Bultenlandscli Overzicht. ADVERTENTIËN. Wegens ziekte der Dienstbode 4 HENNiSGEflNG. Burgerlijke Stand. Mevrouw de Wed. A. C. COSIJNv Leent hot water moeten duwen, om die met aarde te kun nen bedekken. Naar ik hoor, is er oei) adres, dat per deze mail aan onzen Landvoogd zal worden opge zonden jammer is is het echter, dat daarin de toestand niet volledig wordt geschetst. Zonder twijfel toch, als de Gouverneur zal zij,u ingelicht van hetgeen ons hier wedervaart, dat wij op verandering van den nadeeligen toestand, waarin Nickerie thans ver keert, zullen mogen rekenen." Meu zegt, dat de Gouverneur Nickerie zal be zoeken. Een spoortreiuremraer, in dienst van de Londensclïe en Noordwestelijke spoorwegmaatschappij, was den 25steh Juni op het Station te Preston bozig met het rangeeren van wagens. Hij zag eon hond op de baan. en vreezeud dat het dier zou worden overreden, riep hij het tot zich. Do houd kwam bedaard aan, maar toen hij bij den man was, sprong hij eensklaps naar zr n gezicht op eu beet. Een stukje vleesch bij den mond, niet grooter dan anderhalven millimeter ïn lengte, was uitgerukt. De kleine woud werd te Preston behandeld en de man bleef drie wekeu thuis waarna hij zijn werk hervatte. Hij gevoelde zich voortdurend volmaakt wel, tot hij Zaterdagochtend toen hij zich wilde wasschen, met koud water aan zijn gezicht komend, onwillekeurig terugtrad. Hij probeerde warm water en dit had hetzelfde gevolg. Toen hij voedsel tot zich wilde nemen, kreeg hg 0 kraifTptrekkingeu. Hij ging daarop naar een dokter het was halfacht iu den ochtend en deze zag terstond dat hij aan hondsdolheid leed. Gedurende den dag bezocht de geneesheer hem zeven of acht malen. De man werd niet wild, maar had groote moeilijkheid om te ademen. Zondagochtend werd hij naar een hospitaal 111 Liverpool gebracht. De doctors verklaarden, dat de kwaal zich reeds te ver had ontwikkeld om den patiënt nog uaar de inrich ting van Pastour te zenden. De man is eergisteren 1 overleden. Het bezoek van Zola te Lourdes geeft natuurlijk aau de Parijsche bladen stof voor uitvoerige bespre kingen. Zola neemt vooral aandachtig de komst der tallooze zieken waar en' mengt zich dan onder de pisteuses, de vrouwen die de pelgrims opwachten om heil naar buu nachtverblijf te brengen. Zola merkt dit alles nauwkeurig op en loopt met zijn hoed in de hand, zeer eerbiedig van de eene groep naar de audere vrageu en luisterende. Twintig duizend personen verdringen elkaar dage lijks in de grot waar het beeld der H. Maagd staat ea 's middags om 4 uur verlaat eene groot processie van 2000 monniken met een baldakijn, waaronder het H. Sécrament gedragen wordt, de grot om zich naar het wondeiachtige water te begeven. De groote menigte die zich aau weerszijden van deu weg schaart onder het geroep van«Jezus, zoon Davids, heb medelijden met. ons Heer, indien gij wilt, kunt Gij mij genezen Heer, slechts één woord ejr^k ben genezen Zoo zag een verelaggever der Gaulois eens, dat een meisje, dat niot gaan kon en zich op eene matras naar den weg had doen dragen, waarlangs do processie moest komen, opeens opsprong toen de baldakijn voorbij ging en uitriep: „Ik ben genezen Zola was daarbij tegenwoordig en riep uit altijd volgeus genoemden verslaggever„wonderlijk wonderlijk!" 's Avonds is de grot verlicht en gaan de 20,000 In een enkelen dag geneest men niet van een reeds verouderde kwaal, maar geduld overwint alles Ik beu overtuigd dat mevrouw Norton geheel hersteld naar New-York zal terugkeeren. Hersteld en geluk kig O, dat kan ik u wel voorspellen, zonder dok ter Fargeas I.k ben een vrouw dat is genoeg „Ik hoop, dat gij de waarheid spreekt, markiezin," zeide Norton, „want de gezondheid en het geluk van mijn lieve Sylvia, is de zorg van mijn leven „Maar beste mfln zeido SyLia zachtjes, terwijl zij De Solis niet durfde aanzien. „Ik zeg wat ik denk," vervolgde Norton, „en ik mag het gerust zeggen in tegenwoordigheid van mijn besten vriend ter wereld, nietwaar George Hij wendde zich tot den markies, die eenigszins bleek was geworden. „Ik moet u eens spreken," voegde de Amerikaan erbij. „Mij vroeg De Solis. //Ja „Over ietsjjfirustigs „Nog al ernstig En zeer vertrouwelijk „Dat wil zeggen, dat ik teveel ben?" vraagde de markiezin. „Och die arme vrouwen. Hier is een moeder, tot wie haar zoonteegt: „Ik ga heen!" en een vrouw, tot wie haar man zegt: „Laat ons alleen." Ons lot is weggestuurd te worden. Wat ernstig is, gaat ons niet aauKom, mevrouw Nor ton, als gij niets tegen mijn gezelschap hebt, willen wij dan zoolang aan het strand gaanMen stuurt pelgrims allen met kaarsen, ouder het zingen vau het Ave Maria, daarheen. Zola loopt gowooulgk achter de baldakijn. Hg heeft ook verzocht, legeuwoordig te mogeu ziju bij het geneeskundig conatateeren (door doctoren) van eene geueziug, o. a. ook van da'mes, maar dit werd hem eerst kortaf geweigerd. Later echter heeft hij het tod» gedaan weten te krijgen. Over de Tentoonstelling vau deu Boekhandel te Amsterdam, meldt meu ons nog het volguude: Wauueer meïi de zuideigk Koffiekamer van het Paleis voor Volksvlgt binnentreedt, dan bevindt men zich in de Frausche afdeeling der Tentoonstelling. Ook hier heeft de Franschman zgn smaak niet verloochend. De wijze van etalooreu, do keuze van boeken, plateu, kaarten en bindwerk kenmerken de élégance, de chic, welke de Franschiuau in alles aan /'den dag weet te leggen. Om te beginueu de catalogus. Wat een verschil, do üollandseke catalogus met zgn schreeuwend titelblad, of de Frausche, keurig door eenvoud eu soberheid, met slechts een verguld medaillon tot eeiiige versiering. En dan inwendig. Welk een bevalligheid van vig netten en randen, welk een verscheidenheid van fraaie lettertypen Dadelijk bij het binueutredeu wordt de aandacht getrokken door eenigg lijsten mot do oor»pronkeljjke teekeuiugen, gereproduceerd in V Illustration. Men vindt er vau Ëmile JJayard, wiens nagedachtenis nog wordt gehuldigd door een omtluersde irnuiortelleu- kraus; militaire typeu vau Maurice Orange; Parij sche typen van Mal toste eu Mars. In eene der zalen brengt eene serie Theater affiches van den nog uiet geéveuaardeii Chéret eene aardige afwisseling tusschen de ernstige wetenschap pelijke boeken eu kaarten, door den „Cercle de la Librairie de Paris" ingezonden. Wat het bindwerk betreft, geven eenigo jaargangen van deu Manuel historique et Bibliographique de l'Auiateur Je reliurus" een zeer juisteu indruk vau de hoogte, waarop net bockbiudersvak in Frankrijk zich heeft weten te verhollen. Te roemen vooral valt eeu 15e ecuwsch bandje van geciseleerd leder eu een 18e eeuwsch, versier^ „a peiits fers." Op eene groote tafel iu de achterste zaal liggen een menigte kiuder-prentenboekeu eu plaatworkeu ter bezichtiug, die alle de aandacht overwaard zijn. De geestige caricaturist Caran d'Acbe is vertegen woordigd door eeu paar plaatwerken, zooals„Les courses dans l'Autiquiié", waarvan de uitvoering en reproductie het origiueel niet te schande maken. Ook verraadt zijne geestige teekenstift zich in zgn „Nos soldats du siècle", waarvan wij het volgende citaat onder de plaat „llussards Chainbaran en Hol- lande" afschrijven v „La Hotte du Texel, immobile dans les glaqes, fut cernée par quelques escadrons. C'était la première fois, qu'on eut imagine de prendre une Hotte par des bus8ards". Jomini. Even keurig van teekening als vau uitvoering zijn de illustraties in „Tables cboisies de la Fontaine" waarin eukele der meest bekende fabels van genoem den dichter op geestige wijze in teekening worden geparodiëerd. Ook de teekeningen ran Grafty en de illuatratiën van Mars in „Nos chéris", een lief kinderboek, zgn een kijkje overwaard. ons uit wandelen; laten wij dus gehoorzaam zijn." „Met genoegen," sprak Sylvia. Mevrouw Norton aarzelde een weinig om heen te gaan, daar zij een weinig ongerust was over het ge sprek, door NortoD verlangd. g*n8 hten zonder De Solis aan te zien, die haar eerbiedig groette. Zoodra George met Norton alleen was, zeide hij op hartelijkeu toon, zonder te wachten, dat de Ame rikaan zou spreken: „Gij zijt bepaald ongerust Dat telegram Maar Richard viel hem in de rede: „Het telegram? Daar denk ik niet moer aan!.... Ik wil spreken over u.... Ja, over uw toekomst ik wil ons gesprek weer opvatten op de plaats, waar wij het afgebroken hebben op dien dag, toen wij elkander het eerst ontmoetten.... Weet gij niet meer?" „Neen!" antwoordde George, die een gevaarlijken loop van het gesprek voorzag, en eerst moest zien, waar de ander been wilde. „Nu, ik weet het nog heel goed.... Ik zal u zeggen, waar wij gebleven waren," zeide Norton. Hij streek met de band over zijn voorhoofd. „Wat is het warm!.... Vindt gij niet?" „Zeker Norton nam van een tafeltje een Hesch Seltzerwa- ter, die hij half leegschonk in een glas sherry, en dronk het schielijk uit met droge lippen alsof lig de kooris had. Hij ging inct George voor het raam zitten en „Le cercle de la librairie de Paris", waarvan het doel eenigszins overeeukomt met die van onze «Ver- eonigiug tot bevordering van de belangen des Boek handels", heeft alle eer van haar werk, waardoor aan deze tentoonstelling eene afdeeling is toegevoegd, die met recht een sieraad mag genoemd worden. Bedoelde Cercle is eene vereeniging, bestaande uit leden, die deu boekhandel en aanverwante vakken beoefeueii. Zg heeft een eigeu gebouw, gelegen op don boulevard Saint-Germuiu, dat werd ontworpen door deur geniulen architect Charlos Garuièr, eu ingewijd den 4en December 18,79. Even als onze vereeniging, heeft ook de Cercle de dar ie een eigen orgaan: „Bibliographic de la France, Journal général de lTmprimerie et de la Librairie." Dit blad werd opgericht iu 1811, terwijl in 1847 meergenoemde Cercle tot siaud kwam. Op liet oogen- blik telt dezo vereeniging 311 titulaire en werkende leden, bonevens 86 correspondeercndo leden. Nadere bijzonderheden omtrent do inrichting, de werking en het bestuur vau den Cercle, vindt men in deu catalogus, waarmede de Frausche boekhandel zich te Amsterdam een monument oprichtte, waar tegen wij met bewondering opzien. De Indépeudance geeft een relaas van het ontstaan eu den voortguug dor cholera te Antwerpen tot dus ver. Wij ontleeoeu daaraan het volgende. De stoomboot Saint Paul, van Hftvre, met eene be- inauniug van achttien mau, waaronder vijf matrozen, kwam, na eenige Spaansche havens aangedaan te heb ben, den 15a Augustus te Antwerpen. Spoedig nadat het schip in het Kattendijkdok gemeerd lag, werd eerf der matrozen iu het hospitaal Stuy ven borg gebracht, waar hij dien avond overleed. De dienstdoende ge neeskundige was, wegens onvoldoende gegevens, niet iu staat den aard der ziekte nauwkeurig te bepalen, doch verschijnselen geleken op die van cholera. Twee dagen later werden er weder twee mannen vau de Saint Paul iu het hospitaal gebracht. De een overleed des nachts. De ander werd vier dagen in observatie gehouden, was Zondag den 21eu, te 8 uur dus morgens, genoodzaakt zich te bed te begeven eu stierf vierentwintig uren later. Intusscben was er den vorigeu dag weder een bin nengebracht, die dien/.elfden avond overleed. Van de vijf matrozen van de Saint Paul waren er nu vier bezweken, ofscboon de kapitein, weinige uren voor het overlijden van den laatstbedoeldon man, ver klaarde dat alles wel uau boord was. Het schip was gedurende Mien tijd gelost. Ia strijd met hetgeen was opgegeven, had het niet alleen Spaansche eu Portugeescho wijnen en erts aangebracht, maar waren er bovendien onderscheidene zaken in het ruim geweest, onder anderen zeegras (vurtch) en zestien balen lompen. Wat er van deze lompen ge worden is, is niet bekend. Het is, ratrkt de lndep op, oene fout dat het schip niet terstond ontsmet eu de geheele lading uiet verbrand is geworden. De Saint Paul heeft opnieuw lading iugeuomeu en is, van eeuou schooneu gezondheidspas voorzienuit Antwerpen vertrokken. Er is verteld dat de in het hospitaal overleden matrozen van de Saint Paul groote hoeveelheden mosselen en kreeften gegeten hadden. Dit is in strijd met hunne eigen verklaringen. Hunne ziekteverschijnselen waren die van Indische cholera, ua het incubatie-tijdperk. De temperatuur vatte kalm het gesprek op, met de zekerheid van een man van zaken. „Gij zeidet mij, dat gij op een beslissend tijdstip in uw leven waart, gij wildet trouweh, doch een herinnering hield u nog steeds daarvan terug.... Her innert gij het u nog „Zeer goed zeide Solis, „Ik heb dikwijls aan dat gesprek gedachtGg hebt mij toen dien roman in vage trekken meege deeld maar het was lang genoeg geledeu en vergeten en zooals ik geloof, in den nevel van het verledene verzonken, dat het u mogelijk zou zijn om vrij te kunnen beschikken over uw hart en leven.... Dat heb ik toen imtoers goed begrepen „Ongeveer zeide de markies. „O ongeveer of geheel en alzeide do Ameri- kaau een weinig barsch. „Als men over het venedene spreekt, doet iet-s meer of minder er uiet veel toe Tusschen leven en dood is geen middenweg. Gij wildet trouwen. Dus was het verledene voor goed begraven. Gij hadt gelijk 1 Ik zeg u nogmaals, ik heb na dien tijd dikwijls aan ons gesprek gedacht.... Ik houd genoeg van u, om u in uw plannen voort te helpen.... Gij zoekt een vrouw. Welnu! ik heb er eene voor u gevonden „Gij vroeg George, den Amerikaan scherp aan ziende. Deze glimlachte kalm en sloeg de beeoen over elkander, al spelend met een sigaar, die hij niet rookte. Wordt vervolgd.) vau het lichaam was niet liooger dan gemiddeld 35° C., de uiterste liohaamsdeelen waren ijskoud er de den zich heftige brakingen eu spierkrampen voor, met den vorm van diarrhee, nan cholera-lgdersjjAjm risiformeZij leden aan onleschbaren dorMjB pols waB onregelmatig, 1de hartslag bijna onhoorbaW; de ademhaling belemmerd, zoo dat het gelaat eene blauwachtige tint aannum. Terwijl de Saint Paul aan het losson was, lag aan haar vastgemeerd de lichter Nouvelle Adèle. Zondag den 2leu werd de vrouw van den sclfipper dood in de kajuit vau don lichter gevonden. De lijkschouwing in het hospitaal toonde dat zij aan cholera asiatica overleden was. Den volgenden dag, Maandag, werden de twee kinderen van de schippersvrouw in het hospitaal ge bracht, ouder dezelfde ziekteverschijnselen, liet eene kind verkeert in levensgevaar, het andere wordt on der observatie gehouden. Dinsdag den 23en werden in de ziekeninrichting aan de Beeldenstraat gebracht tvveo dokwerkers eu een zeeman. Een van de dokwerkers was werkzaam geweest aau boord van do Saint-Marc, liggende bij de Saint-Paul. Een ander was afkomstig van de stoomboot Nerissen, komende uit Hamburg. Van deze drie patiënten waren er twee door de ziekte op straat overvallen een stierf nog dieuzelfden avond, de twee anderen bezweken deu volgenden ochtend, tussohen 2 en 7 uur. Iu het geheel dus acht sterfgevallen, binnen enkele dagen en meereudeels zeer plotseling. Bovendien is in het hospitaal nog overleden eene vrouw die hare dochter, welke aan cholera lijdende was, oppaste. In behandeling blijvon thans nog vijf cholera-lijders, waaronder de schipper van de Nouvelle Adèle. „Mars" schrijft in het Hbl.: Terwijl de tropische hitte aller verbazing, doch nu juist niet aller sympathie weet op te wokken, zgn de verschillende kampen door de infariteriekorpsen be trokken. Andere regimenten krijgen later een beurt, ter wijl binnenkort ook gecombineerde oefeningen inet artillerie eu cavalerie zullen plaats hebben. Het gronddenkbeeld voor dit jaar is dus, regiments oefeningen te houden en hoowol wij nu niet twijfe len, of dit zal voor velen minder aangenaam izijn, zoo juichen wij de plannen van den Minister toch zeer toe. Voor de officieren in het algemeen zijn de zooge naamde groote manoeuvres ontegenzeggelijk aange namer. Er komt meer poëzie bij te .pas, en ook de manoeuvres-toelage heeft haar aaugename zijde. Bo vendien men ziet eens iets anders, men doet iets an ders dan in het garnizoen, eu gevoelt zich daardoor opgewekt. Voor staf-officiereu is ook, met hut oog op hun ontwikkeling, eer. betrekkelijk groote trocpeu-ver- eeniging weuschelijk. Maar gaat men na, wat voor de groote massa, voor de subalterne offi?ieren, voor hot kader, voor de troepen nuttiger is, dan moet toegegeven worden, dat bg oefeningen op betrekkelijk kleiner schaal de détails veel meer tot hun recht komen. Eu wat nu de warmte betreft, raeenen wij te we ten, dat er orders zijn gegeven, geene raenschenle- veus of de gezondheid in het algemeen in gevaar te brengen door overdreven vermoeienissen. Wg gelooven dus, dat de ouders der miliciens gerust kunnen zijn; zelfs zouden wg vreezen, dat men wel wat al te voorzichtig zal wezon. De oefe ning moet haar verloop hebben) al te weokelijk is ook niet goed. Juist nu de troepen in kampen en nabij garni zoenen manoeuvreeren, komen zij dagelijks op hun uitgangspunt terug; men heeft daardoor het groote voordeel, dat de onnoodige ballast der uitrusting thuis kan worden gelaten, wat niet het geval is wanneer de soldaat na do manoeuvre van kanton- neraent moet verwisselen. In dit opzicht kan veel gedaan worden ter ver lichting, ook door vroeg te beginnen en dus het heetst van den dag te vermijden. Evenals de beroemde kroon eik bij Arolsen is thans ook de Tilly-boom in brand gestoken. Het is een lindeboom, ongeveer 300 jaar oud, staande in het open veld nabij het spoorwegtraject HaraelnElze, behoorende tot de lijn HamburgFrankfort. Volgens ie overlevering heeft graaf Tilly, de veroveraar van Maagdenburg, op zijn tocht door dat gedeelte van Duitsch.and onder dien boom zitten rusten. Vandaar de benaming Tilly-boom. Aan de hemmerdorfer brandweer is het gelukt den brand in zoo ver te lusschen, dat de boom wel naar binnen gedeeltelijk hol is uitgebrand, maar toch genoegzaam behouden 18 gebleven. Intusschen vindt men in do Duitsche bladen thans agelijks berichten van groote branden. Zoo wordt b. v. nu uit Bebra gemeld dat te Sontra veertig boerenwoningen, te zamen met meer dan honderd nevengebouwen, alsook veel vee en producten van den oogst, door brand zijn vernield. Te Eibeustock zijn Woensdag-namiddag dertig woonhuizen afge brand tt» Birkholz tien boerenhoeven, en zoo zijn er uog een aantal berichten vau gelijken aard. Te Kunersdorf hebben in de laatste dagen herhaaldelijk gevallen van zwaron brand plaats gehaddaar is thans iemand als brandstichter gearresteerd. Donderdag ziju verbrand nabij Jorotschin, in de pruisische provincio Posen, i4 gebouwen met. veel graan en vee; nabij Stargard (in Pom meren) 10 boe renwoningen inet 28 bijgebouwen; te Tondern 7 panden, groote en kleine, allen met voorraden graan te Hillmicke, in het district Olpe 14 woonhuizen en een kapelte Bodenheim, in Rijn-Hessen, 18 ge bouwen; te Myolowitz, in Silezië, 86 huizen, bene vens 51 schuren en andere opstallen. Over de militaire plannen van den Duitschen Koizer heeft do Köln. Ztg. thans een artikel, dat blijkbaar van welingelichte zijde komt. De nieuwe voordracht zou bijna gereed zijn on in hoofdzaak de Kei'.eriijke goedkeuring hebben erlangd. Zij zou voor het einde van het Septeunaat worden ingediend, manr onzeker was het nog, of het in dit dan wel in 't volgend jaar geschieden zou. Een tweejarige diensttijd zou niet worden aangenomen, maar wel zou de diensttijd feitelijk beperkt worden. Dit wordt dus uitgelegd, dat bet de bedoeling is het aantal groot-verlofgangers die na dienst van 22 maanden vertrekken, uit te breiden eu dus het blijvend gedeelte percentsgewijze te verminderen. Zoo noodig, kunnen die verlofgan gers dan in het dorde jaar nog weer opgeroepen worden. Niet duidelijk blgkt uit de gedane mede- deeiingon of het jaarlijksch contingent zal worden verhoogd. Maar wel wordt een redeneering ten beste gegeven, dat beperking van den diensttijd tot hoogere lichtingen leiden moet. De verschillende Engelsche Ministers zijn thans allen als Parlementslid herkozen, ook Morley, die 1700 stemmen ineer had dan zijn tegenstander. Uit een rede, door Dillon te Dublin gehouden voor de lersche nationale federatio biijkt, dat hij hoogst te vreden is en vol vertrouwen stelt in Gladstone. Hij maande ziju hoorders aan het Gladstone nu uiet zoo lastig te maken met allerlui eischen, mnar rustig af te wachten. Aan Labouchère hoeft Gladstone eeu brief geschreven, waarin hij verklaart zelf geheel de verantwoordelijkheid te dragen voor het niet aan bieden van een Kabinetszetel aan Labouchère. Hij stelde zijn naam niet aan de Koningin voor op grond van sommige voorvallen in zijn politieke loopbaan, die echter zijn karakter of gedrag niet in een ongun stig licht stellen. 't Zijn vooral de Times en de Standard, die heftig op Labouchère aanvallen, wegens de onkiesche wijze, wuarop hij de Koningin iu zijn zaak betrekt, vooral omdat hij niet eens weet, maar alleen zegt overtuigd te zijn, dat (ie Koningin zich tegen hem heeft verklaard. De Daily News zwijgt tot nog toe over dit standje. Laugs twee wegen tracht de cholera zich over Eu ropa te verspreiden van Petersburg over Hamburg en de Havens die met die stad in onmiddellijke be trekking staau, en uit Frankrijk. De cholerine daar voorgekomen, schijnt in de plaatsen waar rivierwater gedronken wordt door de warmte weder verergerd eu zelfs hier en daar in Aziatische cholera ontaard te zijn. Te Antwerpen is het aantal gevallen van Aziatische cholera gering en ook te Hamburg is volgens prof. Koch het aantal govallon met betrekking tot de grootte der stad, niet aanzienlijk. Den aard der ziekte houdt de geloerde echter voor zeer onrust wekkend ook zou hij aan het dopartement voor ge zondheid geschreven hebben,, dat de ziekte zich uitbreidt. Te Berlijn kwamen enkele verdachte ge vallen voor en ook iu andere plaatsen van Duitschland zijn personen aan cholerina gestorven. De Peichsai.ztiger meldtVolgeus de verklaring van prof. Koch valt hot niet meer te betwijfelen of Hamburg en Altona worden in dreigenden omvang door de Aziatische cholera bezocht. In beide ge meenten zijn doeltreffende maatregelen tot bestrijding genomen. Een bgzondero dienst iu gesteld, om de ziekte- eu sterfgevallen dagelijks door de gezond heidscommissie openbaar te maken. Heden komt te Berlijn de commissie bgeen, waarin ook gevolmachtigdon der bondsregeeringon zitting hebben, om te beraadslagen over de verdere maatre gelen, wezke in het rijksgebied moeien genomen worden. Niet onmogelijk is het, dat de cholera den weg der influenza volgt. d. w. z. uit het Oosten den aardbol rond. Doch te gelijk blijkt, dat zij meer en meer afneemt in kracht naarmate zo westelijker komt en stuit op betere voorzorgsmaatregelen. Volgens een Reuter-telegram uit Simla, dat even wel door den correspondent der Times aldaar nog niet bevestigd werd, heeft^de Emir van Afghanistan, naar aanleidiug vau de botsing tusschen Afghaansche en Russische troepen te Somatash, de hulp van de Britsch-Iudische regeering tegen de Russen ingeroe pen. Of dit nu waar is, of niet, doet (zoo ineent de limes) weinig ter zake. Immers, met of zonder aandrang van des Emirs kant, moet Engeland zich verplicht "oelen te St. Petersburg omtrout het voor- govalleue opheldering te verlangen. De Emir, zegt het blad, is onze bondgenoottoen wij Abdurrahman te Kaboel op den troon plaatsten, geschiedde dit onder de verplichting onzerzijds, hem te zullen ver dedigen tegen buitonlandsche aanrandingen toeval lig werd die verplichting juist aangegaan terwijl de heer Gladstone het opperste beleid van zaken in handen had. De Russische expeditie onder kolonel Yanofl, naar schatting 2000 man mot 12 kanonnen steik, heetto tot oogmerk to hebben de landstreek langs de zuidwestelijke Chineosche grens. Thans hebben de Russen plotseling aan deze grens den rug toegekeerd, hebben een inval gedaan in streken welke de Emir tot zijn gebied rekent, en zijn ook terstoud reeds gelijk onvermijdelijk te achten was met de troepen van den Emir in bloedige botsing geko men. Misschien heeft men in dit geval slechts te doen met een toevallig en ongezocht grensconflict. Doch zoo niet zoo de Russen met opzettelijken toeleg des Emirs gebied betraden dan (zegt de Times) zal bet natuurlijk onze plicht ziju hen daaruit te verdrijven. Men weet bij ervaring, welke waarde er aau der gelijke krijgshaftige taal van Engelsche bladen te hechten valt. Intusschen laat het zich niet loochenen, dat de toestand ernstig zou kunnen worden en En geland zich wel geiroodzaakt zou kunnen zien om den Emir gewapenderhand ler hulp te snellen. Wat het geschil te ingewikkelder, maar juist daardoor ook minder rechtstreeks gevaarlijk maakt, is (le onzeker heid omtrent de grenslijn tusschen het Russische en het Afghaansche gebied. De grensbepaling, in 1885 begonnen, werd niet verder dan tot Kohja Saleh aan den Oxus doorgezet. Verder oostelijk heet, volgens eene slordige overeenkomst tusschen Clarendon en GortschakofF, de Oxus de grens. Doch men weet niet eens mot zekerheid, welke stroom eigenlijk onder deze benaming verstaan moet wordou. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OP HINDER KUNNEN VEROORZAKEN, BURGEMEESTER en WETHOUDERS fan Gouda; Gezien art. 8 der Wet van den 2n Juni 1875, Staatsblad No. 95). Doen te weten Dat zij vergunning hebben verleend aan J. ET. Langeler te Gouda en zijne rechtverkrijgenden, tot het oprichten eener smederij in het perceel aan deu Kattensingel geteekend Q. No. 178, kadaster Sectie A. No. 3025. Gouda, den 27 Augustus 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd. VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. GEBOREN24 Aug. Willem, ouders F. Lafeber en C. Ooms. Karei, ouders J. Langeraar en A. Lugthart. 26. Arie ]\fachiel en Margaretha Jo hanna, ouders B. Gestel en A. M. Mullaart. Neeltje, ouders M. Both en A. van Triet. OVERLEDEN: 26 Aug. P. Stalenberg, 39 j. ONDERTROUWD: 26 Aug. O. P. Luijnenburg, 21 j. en J. Blok, 19 j. A. van der Starre, 22 j. en C. van Schaik, 24 j. I. Visser, 50 j. en E. Sijtsma, 24 j. B. Bouwman, te Vianec, 29 j. en H. Segffer9. 28 j. vraagt tegen 1 November GEVRAAGD EEN bij M. E. MONASCH, Markt.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2