Bultenlandsch Overzicht.
regelen werden genomen om de lyken zooveel moge
lijk te begraven, ten einde besmettelijke ziekte te
voorkomen.
„Aangrijpend moet die teraardebestelling geweest
zijn in de negory Bahoe, waar alle bewoners omge
komen waren. Ingesloten door twee vuurstroomen,
was huu het vluchten onmogelijk, en schijnen zy
door hevige zwaveldampen en andere gasontwikke-
lingen gestikt zyn. Omringd door eene vuurzee,
van boven bestookt door een gloeiende nsch- en
steenen-regen, moet hun doodstrijd ontzettend geweest
zijn. Van de meeste lijken waren de vingers krom
getrokken als in hevige benauwheid. Eene moedeif
werd gevonden, die tweo kinderen in haren arm
geklemd hield en ze met haar lichaam had pogen
te bedekken. In het kerkgebouw, dat geheel inge
stort was, werd een groot aantal lijken gevonden
blijkbaar hadden zij getracht daar eene schuilplaats
te vinden. Het lijk van den inlandschen voorganger
vond men nog staande op den preekstoelwaarschijn
lijk had hij de ongelukkigen in die benauwde uren
nog moed willen inspreken. Overal was het opspo
ren en begraven der lijken een diep aangrijpend
werk.
Het heeft te Sangir hevig geregend; dit heeft
veel goed gedaan en de asch en de modder van de
boomen weggespoeld. Toch zal het nog vele maan
den duren eer een uieuwe aanplant van voedings
middelen vruchten opgeleverd zal hebbeu in dien
tijd moet in bet onderhoud van talrijke noodlijdenden
voorzien worden. Het Sangir-comité heeft daardoor
eene zware taak, en het is daarom te hopen, dat
de bijdragen mild zullen vloeien.
De krater werkt nog steeds en braakt voortdu
rend rookwolken uit, terwijl af en toe nog kokende
modder langs de lavabeddingen naar beneden stroomt."
Een geneeskundige, die zich Prophylacticus noemt,
heeft een vlugschrift in het licht gegevenTe Wa
pen Be cholera komt(Leiden, bij C. Kooy-
ker), dat veel nut kan doen. Het geeft eene beknopte
en duidelijke voorstolling van hetgeen de geneeskun
dige wetenschap op dit oogenblik van de cholera
smetstof en hare verspreiding weetgaat daarna over
tot het beschrijving van de verwante en rechtstreek-
sche ziekte-verschijnselen, en eindigt met het aaubrij-
zen van de bekende behoed- en voorzorgamiddeven.
Bekend als deze middelen zijn, geschiedt hare aan
beveling het meest overtuigd wanneer zij, zooals in
deze brochure, in onverbrekelijk verband beschouwd
worden tot de .kwaal zelve. Zulk een betoog ver
meerdert niet de zoo verderfelijke vrees voor de
kwaalmaar leidt veeleer tot de bemoedigende illusie,
waarmede Prophylacticus zijne raadgevingen besluit
Te wapen De cholera nadertU niet
De jongste cijfers omtrent de epidemie iu Duitsch-
land luiden als volgt
Hamburg 27 Aug.: 128 zieken, 55 dooden 28
Aug.: 445 zieken, 162 dooden. Altona 27 Aug.;
22 zieken, 11 dooden 28 Aug.van middag tot
middernacht 17 zieken, 9 dooden.
In 11 gemeenten nabij Hamburg werden 18 per
sonen aangetast en stierven er 9. In een dorp bij
Maagdenburg werd 1 .persoon ziek. Te Berlijn is op
28 Aug. een vrouw aan cholera gestorven, en ook
te Striegert in Mecklenburg is oen persoon aan die
ziekte overleden.
mery er bij
„En dat is maar goed ook
In deze woorden lag iets, dat Richards aandacht
trok.
„Waarom goed2" vroeg hij.
„O! als men acht zou slaan op alle* praatjes, die
er loopen!"
„De menschen praten'heel wat!" zeide Norton.
„Als het nog maar bij praten bleef! Maar er is
altijd iemand, die er geloof aan slaat
„Wat bedoelt gij, Montgomery. Gij weet, ik houd
niet van raadsels Wat hebt gij gehoord
„O Niets, nietsIk filosofeer maar een beetje
Kijk, daar is mijn vrouw zeide hij, naar buiten,
kijkende. „Mijn vrouw on de heer de Bernière Zy
komen mevrouw Norton 6on bezoek brengen. O ja,
ik weet het al, er is een partij voor vandaag afge
sproken Een surprise partij T
„Gii hebt immers niet aan mevrouw Montgomery
verteld, wat voor een telegram ik ontvangen heb
„Neenvolstrekt niet.... Ik praat heel weinig
roet zijn vrouw En nooit over zaken. Wij praten
over kunst, schilderen, portretten...."
En Montgomery zuchtte als een smids blaasbalg.
Juist wilde Montgomery de beteekenis van dien
zucht verklaren <jjbvn zijne rrouw binnenkwam
prachtig als altijd, in een goudgeel kostuum roet
mosgroene strikken.
„Goeden daf; Norton," zeide zij, Richard de hand
toestekende. Montgomery ziende, scheen zi^ eenigszins
Bij al deze gevallen schijnt de cholera uit Ham
burg te zyn overgebracht.
In deze stad hoerscheu naast de cholera thans
ook de pokken. Officieuse cijfers zeggen, dat dusver
in 't geheel 2400 personen aan de cholera in Ham
burg overleden zijn. Vele gegoede ingezetenen vluch
ten naar zeebadplaatsen aan de Sleeswyk-Holsteinsche
kusten, en naar het Hartzgeborgtemaar vele be
stuurders van baden weigeren hen op te nemen. Een
uit Hamburg komend reiziger heeft de ziekte ook
naar Leipzig overgebracht. Te Berlijn is op roode,
een meter groote aanplakbiljetten het eerste cholera
geval bekend gemaakt, met de meermalen reeds her
haalde raadgevingen en voorbehoedmiddelen. De
Berlynsche bladen betoogen, dat ondanks alle ambte
lijke verzekeringen, het toezicht op uit Hamburg
komende reizigers nog hoogst onvoldoende is.
Buiten Hamburg maakt de cholera in West-Europa
echter maar weinig slachtoffers. De bekende prof.
Koch heeft als zijn meening te kennen gegeven, dat
de heerschendo epidemie er eeue is, die in den
regel wel snel toeneemt, maar ook spoedig weder in
hevigheid vermindert. Te Antwerpen kwamen gister
twee gevallon voor, en stierven insgelijks twee per
sonen in het ziekenhuis. Gelukkig, dat we, dit keer
tenminste, in ons overzicht geen cijfers uit andere
plaatsen behoeven te geven. De vele berichten, die
inkomen, hebben schier alle betrekking op de maat
regelen, die men allerwegeu tegen de^ziekte neemt.
De Engelsche regeering heeft besloten, teneinde
de onbeperkte aankomst te beletten van nooddruftige
en onzindelyke vreemdelingen, die de kiemen van
cholera kunnen verspreiden, bepalingen uit te vaardi
gen, waarbij aan alle stoomvaartmaatschappijen wordt
gelast, alle immigranten, die geen stellige opgaven
kunnen doen omtrent hun bestemmingsplaats en de
namen der personen bij wie zijn hun intrek zullen
nemen, aan boord harer schepen te houden, opdat
de plaatselijke overheid van een en ander onderricht
worde en toezicht op die vreemdelingen kunne hou
den.
Sommige stoomvaart-maatschappijen weigeren nu
al landverhuizers aan boord te nemen, o. a. de Wil-'
sonlijn te Huil. De Donald-Currie Maatschappij
heeft besloten deu dienst van Hamburg en Vlissingen
op Zuid-Afrika, Madeira en Las Palmas tijdelijk te
staken.
Uit Weenen komt het bericht, dat reizigers uit
Frankrijk aan hetzelfde geneeskundige onderzoek zyn
onderworpen als die uit Duitschland. Uit Gibraltar,
dat schepen uit Havre en Bordeaux aan quarantaine
onderworpen wordeq, En uit New-York, dat het
bureau voor de openbare gezondheid verordend heeft,
dat alle schepen, komeude uit harens waar cholera
heerecht, die t ot vijf dagen in quarantaine moeten
liggen. Eerst na ontsmetting van het schip kan het,
indien er geen choleragevallen zijn voorgekomen, iu
het dok binnenloopeu.
In het weekblad Floralia van 17 Juni werden door
V. te Hengeloo (Geld.) twee prachtige witte bokken
te koop aangeboden. V. kreeg daarop spoedig een
briefkaart uit den Haag, onderteekeud door Maas von
Ulba, met verzoek om prijsopgave, en later een schrij
ven met denzelfden naam onderteekend, waarby omdat
met den opgegeven prijs (25 gulden) genoegen werd
genomen, verzocht werd de bokken af te zenden.
Het geld zou dan dadelijk worden overgemaakt.
Als adres werd opgegeven Noordstraat 151 te'sGra-
verbaasd.
^//WeJ, wel! Mijn man Hoe gaat het u, beste?"
„Zeer goed!" zeide Montgomery.
„Hebt gij Harrison gesproken?" vroeg de schoone
Liliane.
„Daar hebben we het portret al," bromde Mont
gomery tot Norton.
„Ik heb Harrison gesproken!" vervolgde hij.
En nogmaals een zware zucht.
„En heeft hij toegestemd?" vroeg mevrouw Mont
gomery.
„Hg heeft toegestemd!'
„Moo zoo! Hg zal wel een goed portret van
mij maken.... Hij kent mijn gezicht
De tweede man der schoone Liliane deed zijn best
om geen l*elyk gezicht te zetten en zeide:
„Hij tyas zoo vriendelijk mij dii juist te doen
opmerken!.... O! een zeer fatsoenlijk man, uw....
die HarrisonZeer fatsoenlijkMaar het is
toch.... Ik, de tweede man, aan den eersten te
vragen
„Zeg, gij wordt toch niet jaloersch vraagde
Liliane. „Gij weet, al bevalt uw naam mij oiet erg,...
dat ik even trouw ben alsof hij met twee ra's ge
schreven werd.... En bovendien, als iemand jaloersch
moest zijn.... erken dan.... dat niet gij, maar Harrison
het zou moeten wezen."
„Heel goed," viel Montgomery haar in derede....
„Maar toch zeg ik u.... dat Carolus...."
„Carolus?"
venhage. De schry ver van do briefkaart meldde tevens
dat hij zijn koetsier machtiging had gegeven om de
bokken in ontvangst te nemen. Dit laatste en de
voornaam klinkende naam die opgegeven^ werd deden
de zaak aan V. geheel vertrouwbaar voorkomen, zoo
dat hij de bokken afzond. De dieren werden aan
het station der Hollandsche Spoorwegmaatschappij te
's Gravenhage op eene machtiging, onderteekend mot
den naam Maas von Ulba, afgehaald door iemand,
handelende op last van G. H. Liefrink, 59 jaren,
koopman en poeliersknecht te 's Gravenhage, die, ge
lijk lator bleek, de afzender was van het sohrijven
op bovenbedoelde advertentie. Hij had de briefkaart
door een ander laten schryven en met den goraelden
naam onderteekend, op welken valschen naam Lief.
tinck ook te Rotterdam een patent had gekregen.
De bokken werden later voor zeven gulden verkocht,
maar V. kreeg zijn geld niet. Lieftink had zich gis*
toren voor de rechtbank te 's-G ra venhage te verant
woorden ter zake van oplichting.
Beklaagde, die het hem ten laste gelegde in hoofd
zaak bekende, meende dat hij daardoor geen strafbaar
feit gepleegd had.
Mr. v. Buttingha Wichers, substituut- officier van
justitie, wees er op dat tal van personen de dupe zgn
geworden van bekl.'s bedriegelijke handelingen. Bekl.
wist echter steeds aau de handen der justitie te ont
snappen. Door de talryke oplichtingen, door bekl.
gepleegd, werd hg echter zóó ongunstig bekend dat
de spoorwegmaatschappij op zijn naam geen goe
deren meer deed afgeven alvorens was onderzocht,
of de zaak in orde was. Het requisitoir strekte tot
beklaagdos veroordeeling in eene gevangenisstraf van
drie jaren.
Mr. C. W. Schlingemann, die als verdediger op
trad, concludeerde tot vrijspraak.
De uitspraak is bepaald op Donderdag 8 Sep
tember.
Te Maastricht werd Maandag bet Ned. Juriiteo-
congres geopend, onder leiding van den heer mr. A.
A. de Pinto. In zgn openingsrede herinnerde de
voorzitter aan den vooruitgang der rechtswetenschap
in de laatste jaren.
De heeren Pol» en Drucker werden tot ondeis
voorzitters en de heeren Savelberg en Lioni tot
onder-secretarissen benoemd.
Daarna namen de beraadslagingen een aanvang
over het praeadvies van mr. Sickesz over de Jachtwet.
De adviseur komt daarin tot de conclusie, dat de
bestaande jachtwet moet worden afgeschaft, en dat
dan het jachtrecht bij de wet moet worden geregeld»
in dier voege dat het eigendomsrecht bestemd wor&l
en tevens dat het dooden van nuttige dieren worde
verboden.
De oud-minister van Justitie, de heer Ruys van
Beerenbroek was in zgn uitgebracht praeadvies v»a
gevoelen, dat voor herziening der jachtwet geen grond
bestaat.
Na breedvoerige beraadslagingen, waaraan werd
deelgenomen door de heeren mr. F. B. Coninok
Liefsting, mr. J. A. Levy, mr. E. Fokker, prof.
Moltzer, mr. F. Snijder van Wissekerke, mr. Tjadan
Basman, mr. P. A. Tichelaar, mr. Eyssel en de prae-
adviseurs, nam de vergadering de volgende conolu-
siën aan
Behoudens voorschriften in het belang van de open
bare veiligheid en van het behoud van nuttig gedierte
moet aan den gebruiker voor zoover hij dengeen
„Carolus een portret van u gemaakt zou hebben»
dat even mooi was geweest als van Harrison
„Ooh komHij had mij eerst moeten bestudeeren»
en dat behoeft Harrison niet meer
Zij wendde zich tot Norton, die, in gedachten ver
zonken, niet luisterde, en vroeg
„Is Sylvia tehuis?"
„Zeker," zeide Norton. En gij zult mij wel willen
verontschuldigen, mevrouw.... Ik moet even naar het
Casino. „Ik wil," zeide hij zachtjes tot Montgomery»
„dat men mij daar tot het laatste oogenblik ziet, en
zelfs, als ik ongemerkt kon vertrekken..,."
„Ik ga mot u mede. Hebt gij mij niets meer te
zeggen, lieve Liliane?" vroeg Montgomery.
„Neen tot wederziens, beste
„Tot wederziens
Zij gingen heeö. Doch zg riep glimlachend Mont
gomery terug,
„O Lionel.... beste Lionel...."
„Liliane P"
„Ik dank u voor Harriaon, gy weet welO ja, ik
begrijp best^ hoeveel verdienste er ligt in uwe han-
delwyze Nogmaals dank
Steeds zuchtend ging Montgomery de deur uit.
Liliane zag haar man na, met de toegevende uit
drukking van een vrouwdie zich onderwerpteu
verzocht een bediende om haar bij mevrouw Nortoifc
aan te dienen.
1 i Wordt vervolgd.)
aan wien hij zgn gebruiksrecht ontleend die bevoogd-
beid niet heeft afgestaan geoorloofd zijn, om op
zijnen grond ten allen tijde en door allo middelen
wild en schadelijk gedierte te bemachtigen of te doen
bemachtigen.
De afschaffing der heerlijke jachtrechten, met scha
deloosstelling der rechthebbenden, moet van Staats
wege worden bevorderd.
Het bemachtigen van wild op eon anders grond
zonder toestemming van dezen moet strafbaar zijp.
De vergadering ging daarna uiteen.
Te Chicago heerscht mot het oog op de tentoon
stelling groote bedrijvigheid. Er is van de gebouwen
al heel wat in orde. Het reusachtigo paleis der
nijverheid is echter no; niet af. Men beweert echter,
dat het gebouw tegen het einde van Sept. geheel
opgetrokken zal zijn. Volgens de laatste mededee-
litigon van den inspecteur der gebouwenis er in
niet een maand zoo hard aan het oprichten der
tentoonstellingsgebouwen gewerkt als in de maand
Juli. Er is slechts één dag niet gewerkt wegens
den verschrikkelijken regen. Twee dagon hoeft men
wegens de ontzettende hitte het werk moeten laten
liggen. I)e hitte was van 22 tot 27 Juli dan ook
zoo hoog, dat zelfs de bewoners van Chicago er over
verbaasd stonden, en men is anders aldaar zeer beete
dagen gewend.
Er is reeds een groet buizonnet aangelegd voor
riolen. De baggermachines hebben 90,000 M8 zand
verplaatst en een oppervlakte van 113,000 vk. M.
aan wegen is met kiezelzand bestrooid.
Men verwacht, dat de toevloed van vreemdelingen
te Chicago zeer groot zal wezen. Niet alleen by de
opening der tentoonstelling in het voorjaar van 1893,
maar reeds bg de Columbusfeesten van 21 October
a. 8. verwacht men duizenden en nog eons duizenden
bezoekers. Bij Chicago komen 35 spoorlijnen te
zamen en men berekent, dat de versohillende treinen
dagelijks 100,000 personen aanvoeren. Men kan
echter verwachten, dat dit getal bij de aanstaande
feesten drie- of viermaal zoo groot zal wezen. Aan
hotels is er in Chicago geen gebrek. Er zijn er
honderden en sommige hebben oen aantal kamers te
hunner beschikking, die oen gewoon mensch doen
duizelen. Aan kosthuizen en gemeubileerde kamers
in het midden der stad zal ongetwijfeld geen gebrek
wezen.
De hotels liggen byna alle in het raidden der
stad. Een Amerikaan logeert niet gaarne ver van
een spoorwegstation en de stations zgn alle in het
Aartje van Chicago. Vreemdelingen, die niet tegen
een ritje met den kahelspoor opzien, kuunen echter
in de afgelegen wijken der stad bij burgers een
goed en minder «kostbaar onderkomen vinden. Hij
die er op staat gedurende de tentoonstelling mooie
vertrekken in het hartje der stad of in de nabijheid
van het Jackson-park te bewonen, zal natuurlijk
flink moeten betalen; maar overigens zullen zg, die
over minder ruime geldmiddelen beschikken, ook een
bescheiden en goed onderkomen kunnen verkrijgen.
Onder leiding van den gepensionnéerden generaal
Norman Mac. Leod werd gisteren te 's-Gravenhage
de jaarlijk8che algemeene vergadering gehouden van
den Antidienstvervangingbondhoofdzakelijk tot het
uitbrengen van het verslag over het afgeloopen jaar.
Ter vergadering waren vertegenwoordigd de afdee-
lingen Amsterdam, I)en Haag, Zwolle, Leeuwarden,
Vlissingen, Oude water en Rozendaal (N.-B.)
De voorzitter opende de vergadering met de aan
wezigen, ditmaal vrij talryk namens het hoofd
bestuur welkom to heeten, al was het niet in eene
opgewekte stemming, daar het wetsontwerp-Bergan
sius, door den Bond met ingenomenheid begroet,
door de tegenwoordige regeering is ingetrokken bijna
zonder protest van de zgde der volksvertegenwoor
diging, zoodat dit ontwerp de vrucht van zooveel
zorg en arbeid, eenvoudig iu het rijksarchief ter
aarde is besteld. Een ontwerp tot regeling van de
levende strijdkrachten met het beginsel van den
persoonlijken dienstplioht, zou thans bij den Raad
van State aanhangig zijndoch bij de steeds stijgende
lauwheid, die zich bij volksvertegenwoordiging en
natie opeubaart, is het niet onwaarschijnlijk, dat de
behandeling van dit ontworp-Seijffardt ad calendas
Graecus zal worden uitgesteld.
Het aftreden van den minister Bergansius werd
dan ook, vooral door den Bond, zeer betreurd en
hg heeft daarvan blgk gegeven door een schrijven
aan dien ver lienstelijken bewindsman, die zich zoo
veel moeite heeft gegeven om het beginsel, waarnaar
de Bond reeds 16 jaren streeft, ingang te dpen
vinden. Een minzaam schryven werd daarop van
den oud-minister Bergansius ontvangen. Met den
wensch dat de generaal Bergansius de invoering van
den persoonlijken dienstplicht nog zou mogen be
leven, sloot dit gedeelte van het jaarverslag.
De werkzaamheden van den Bond hadden in het
afgeloopen jaar uit den aard der zaak niet veel te
beteekenen, daar de defensie belangen op den achter
grond werden geschoven om plaats te maken voor
andere onderwerpen. Tegenover de lauwheid die
zich openbaart, meent het hoofdbestuur dat een her
nieuwd optreden vruchteloos zou zijn geweest.
Als een bewijs van hulde aan de nagedachtenis
van den stichter van den Bond, den oud-minister
van oorlog, graaf van Limburg Stirumheeft het
hoofdbestuur 100 exemplaren aangekocht van diens
levensbeschrijving, onder den titel: Een zeldzaam
Nederlandersamengesteld door «Ir. Van der Stok,
en die aan de afdeelingen toegezonden.
Door mevr. de douarière gravin van Limburg
Stirum is tevens aan elk lid van den Bond eea
exemplaar toegezonden van eene levensbeschrijving
van wijlen haren echtgenoot, te boek gesteld door
den luit.-kolonel der huzaren F. de Bas, welk geschenk
ongetwijfeld door allen dankbaar is aanvaard.
Hot volgende schrijven is door den inspecteur van
het Geneeskundig Staatstoezicht in Noord-Holland
aan den voorzitter van den Ned. Journalistenkring
gezonden
Amsterdam, 28 Augustus 1892.
In dezen tijd van spanning wegeus het naderend
choleragevaar, is het van het grootste belang het
verspreiden van berichten, die onnoodig onrust ver
wekken, te vermijden. Ik acht het vermelden in de
couranten van sommige gevallen van cholera nostras,
die altijd hier of daar voorkomen, bedenkelijk.
Wenschelijk is het, dat de redactie dergelijke be
richten doet toekomen aan den geneeskundigen inspec
teur, die daarin aanleiding kan vinden een onderzoek
in te stellen.
Zoodra zich werkelijk een geval van cholera asiatica
voordoet geeft do inspecteur volgens art. 16 van de
epidemieën-wet hiervan onmiddellijk kennis aan den
burgemeester, ilio dit volgens art. 24 aau de ingeze
tenen moet mededeelen.
Ik geef u daarom in overweging in het belang van
het algemeen geen berichteu te publiceeren, voor dat
de burgemeester door den geneeskundigen inspecteur
in kennis is gesteld met het voorkomen van een ge
val van cholera.
De geneeskundige inspecteur
in N.-Holland,
Dr. Cozy.
Een op do kermissen reizend worstelaar, met name
Alexis Chevalier, had te Villeurbonne bij Lyon voor
een zekeren tijd een kamer op een 4e verdieping
gehuurd. Beneden hem wopflde de familie Merraet.
De vrouw was strijkster eu had ook den worstelaar
tot klant. Zaterdag nu kwam Chevalier zijn linnen
goed halen, maar madame Mermet wilde dit niet
afgoven alvorens hij zijne schuld had afgedaan. Na
eene heftige woordenwisseling verwijderde Chevalier
zich. Te middernacht eerst kwam hij terug, opge
wonden door het gebruik van sterken drank. Hij
liep do kamer van vrouw Mermet binnen en de
woordenwisseling van den middag werd nog veel
hefiiger voortgezet. Van woorden echter kwam het
tot daden en Chevalier gaf de vrouw eeu hevigen
trap tegen deu buik. Op haar noodgeschrei snelde
haar echtgenoot toe. Een verwoed gevecht ontstond
tusschen beide mannen. Toen echter de vrouw haar
man te hulp wilde komen, was de worstelaar woe
dend van drift. Hij greep een byl, die hij de vrouw
tot aan den steel in de borst sloeg, zoodat zg dood
neerviel. De woestaard ward door de politie met
veel moeite gearresteerd.
Den 9n Aug. des morgens om elf uur kwam er
te New-York, in het Grand Central station, een eitra
trein aan, die des Donderdags te voren uit San-Fran-
cisco was vertrokken en twintig millioen dollars aan
goudgeld aan boord had. Do trein bestond uit een
personenwagen, twee mailwagens, een bagagewagen
en een exprosswageu. De zijdeuren der express en
mailwagens stonden wijd open en daaromheen stond
een groep mannen met groote revolvers iu hun han
den. Uit den personenwagen sprong een man, die
een anderen man, welke ongeduldig op en neer ge-
loopen had, hartelijk de hand schudde. De eerst
bedoelde man was kapt. James B. White, algemeen
superintendant van den spoorpostdienst, die den trein
van San-Francisco naar New-York begeleid had, en
die man, dien hij begrootte, was de tweede adsistent
postmeester-generaal J. Lowrie Bell, die van Was
hington gekomen was om van de aankomst van den
trein met zijn kostbaron last getuige te zgn. Nooit
te voren is zulk een groote hoeveelheid goud op een
maal door het land vervoerd en zelfs is nooit, zoo
ver bekend is, in da geheele wereld zulk een groote
som gelds op reis geweest.
Nadat de trein op een zij-spoor gevoerd was, be
gon men met de lossing er van. Groote mailwagens
werden tegen de deuren der spoorwagens gereden en
men begon de kistjes met goud over te laden. Ieder
kistje bevatte 40,000 dollar in goud geld en woog
150 pond. Ze waren allen verzegeld met hot groot-
zegel der Vereenigde Staten. In ieder der vier wa
gens waren 125 kistjes. De 57 wachters, die den
treio van het vertrek uit San-Francisco af bewaakt
hadden, bleven wacht houden. Ze hielden groote
pistolen in de hand en hielden hunne oogen geene
seconde van den hun ter bewaking toevertrouwden
schat af. Het lossen begon even na 11 uur en was
te half één afgeloopen. De tocht van de raadwagens
naar het gebouw van de schatkist te New-York
baarde veel opziuu. Het was bekend geworden dat
ze vol goud waren. Naast iedoren koetsier zaten
twee wachten,^nog altijd met hunne groote revolvers
in de hand.
Cholera en nog eens cholera, blijft de inhoud der
buitenlandsche berichten.
Blijkeus officieele opgaven zijn Maandag te Ham
burg 447 personen aangetast en 173 overleden.
Het te Berlijn voorgekomen geval had geen doo-
delijken afloop.
Volgens de Nat.-Zeitung zijn tot dusver in het
gasthuis-Moabit te Berlijn drie gevallen van Aziati
sche cholera behandeld. Twee der aangetasten kwa
men uit Hamburg; de derde (eeu werkman) woont
te Berlijn en werd hedenvoormiddag door de ziekte
overvallen.
In drie gemeenten van het regeeringsdistrict Stade,
in zestien gemeenten van Sloeswijk en in drie ge
meenten van Luneburg zijn sommige gevallen, waar
van enkele met doodelijken afloop, voorgekomen.
Leipzig, Neu9tadt en Mecklenburg hadden elk
één geval van uit Hamburg gekomen personen.
Overigens kunnen wij gelukkig dagelijks hetzelfde
constateerenbuiten de omgeving van Hamburg is
do ziekte van geen beteekenis. Zij kan van betee
kenis worden, als een groote exodus uit Hamburg
zich overal heen richt, maar terecht is men daartegen
vrij algemeen op zijn hoede. Vele gegoede inge
zetenen vluchten naar Sleeswijk-Holsteinsche bad
plaatsen en naar den Hartz, maar vele bestuurders
van baden weigeren hen op te nemen. Ir. Engeland
blyft men vooral op zijn hoede tegen landverhuizers.
Verschillende stoomvaartmaatschappijen en spoorweg-
besturen weigeren ze te vervoeren, en naar uit een
telegram blijkt, worden van Regeeringswege voor
schriften gegeven om te voorkomen, dat onbekende
landverhuizers vau boord gaan en uit het oog worden
verloren. Daar over 't geheel de gezondheidstoestand
in Engeland op 't oogenblik uitstekend is, hoopt
men den intocht der ziekte te kunnen beletten.
De berichten over de nieuwe legervoorstellen wor
den uit het Duitsche volk als apothekersrecept toe
gediend dagelijks een eetlepel. Maar de laatste
dosis was sterk. De National Zeitung berichtte dat
de diensttijd der infanterie inderdaad tot 2 jaar ver
minderd zou worden en dat de blijvende oorlogskosten
die voor 1892-93 op 427,000,000 mark begroot wa
ren, met 80,000,000 of bijna een vijfde zouden worden
verhoogd.
De mededeeling heeft groote ontsteltenis gewekt.
Een versterking vau het leger in vredestijd wordt
voorbereid tot een tot dusver ongekende hoogte. Het
Duitsche volk zal belast worden op een wijze zooals
nog geen regeering dit ooit durfde doen.
Men wist reeds dat de sterkte van het leger ver
meerderd zou worden, en dat dit 6.000,000 M. zou
kosten. In ruil daarvoor zou de invoeriug van den
tweejarigen diensttijd worden toegestaan, door middel
waarvan het leger zonder vermeerdering van kosten
met 1,000,000 soldaten kan versterkt worden 's
Keizers rede op een feestmaal maakte dit weder twij
felachtig. Doch niet tegen de vermindering van den
diensttyd maar tegen den Rijksdag waren 's keizers
woorden gericht, die hierop neerkwamen, dat de
Ryksdag onvaderlandslievend *>u zijn, indien hij niet
het geheele militaire ontwerp goedkeurde.
Uit de spaarzame mededeelingen over de voorstel
len is nu alleen dit zeker dat de tweejarige dienst
tijd voor de infanterie wel niet in beginsel voor altyd
wordt ingevoerd, maar toch op de begrooting wordt
vastgesteld.
Het indienen dezer voorstellen zal de aanvang
zijn voor een grooten strijd in de staatskunde, ge
paard gaan met en de richting geven aan de groe
peering der partijen, waarbij te voorzien is, dat de
Regeering hare hulp zal zoeken bg het centrum.
Reeds nu zijn de vrijzinnige bladen zeer ontstemd.
„Tachtig millioen schrijft do Fremnttige Zgt.,
„van waar ze te krijgen zonder te stelen? Er is
reeds een tekort in de Pruisische staathuishouding
van 40,000.000 M. Pruisen kan, volgens den Mi
nister van financiën Miquel, zelfs de geringste ver
meerdering der bijdragen voor het Ryk niet ver
dragen."
Zelfs do officieuze pers heeft moeten erkennen, dat
het ontwerp van militaire zgde beschouwd „niet
dringend" is.