Bultenlandsch Overzicht. regelen werden genomen om de lyken zooveel moge lijk te begraven, ten einde besmettelijke ziekte te voorkomen. „Aangrijpend moet die teraardebestelling geweest zijn in de negory Bahoe, waar alle bewoners omge komen waren. Ingesloten door twee vuurstroomen, was huu het vluchten onmogelijk, en schijnen zy door hevige zwaveldampen en andere gasontwikke- lingen gestikt zyn. Omringd door eene vuurzee, van boven bestookt door een gloeiende nsch- en steenen-regen, moet hun doodstrijd ontzettend geweest zijn. Van de meeste lijken waren de vingers krom getrokken als in hevige benauwheid. Eene moedeif werd gevonden, die tweo kinderen in haren arm geklemd hield en ze met haar lichaam had pogen te bedekken. In het kerkgebouw, dat geheel inge stort was, werd een groot aantal lijken gevonden blijkbaar hadden zij getracht daar eene schuilplaats te vinden. Het lijk van den inlandschen voorganger vond men nog staande op den preekstoelwaarschijn lijk had hij de ongelukkigen in die benauwde uren nog moed willen inspreken. Overal was het opspo ren en begraven der lijken een diep aangrijpend werk. Het heeft te Sangir hevig geregend; dit heeft veel goed gedaan en de asch en de modder van de boomen weggespoeld. Toch zal het nog vele maan den duren eer een uieuwe aanplant van voedings middelen vruchten opgeleverd zal hebbeu in dien tijd moet in bet onderhoud van talrijke noodlijdenden voorzien worden. Het Sangir-comité heeft daardoor eene zware taak, en het is daarom te hopen, dat de bijdragen mild zullen vloeien. De krater werkt nog steeds en braakt voortdu rend rookwolken uit, terwijl af en toe nog kokende modder langs de lavabeddingen naar beneden stroomt." Een geneeskundige, die zich Prophylacticus noemt, heeft een vlugschrift in het licht gegevenTe Wa pen Be cholera komt(Leiden, bij C. Kooy- ker), dat veel nut kan doen. Het geeft eene beknopte en duidelijke voorstolling van hetgeen de geneeskun dige wetenschap op dit oogenblik van de cholera smetstof en hare verspreiding weetgaat daarna over tot het beschrijving van de verwante en rechtstreek- sche ziekte-verschijnselen, en eindigt met het aaubrij- zen van de bekende behoed- en voorzorgamiddeven. Bekend als deze middelen zijn, geschiedt hare aan beveling het meest overtuigd wanneer zij, zooals in deze brochure, in onverbrekelijk verband beschouwd worden tot de .kwaal zelve. Zulk een betoog ver meerdert niet de zoo verderfelijke vrees voor de kwaalmaar leidt veeleer tot de bemoedigende illusie, waarmede Prophylacticus zijne raadgevingen besluit Te wapen De cholera nadertU niet De jongste cijfers omtrent de epidemie iu Duitsch- land luiden als volgt Hamburg 27 Aug.: 128 zieken, 55 dooden 28 Aug.: 445 zieken, 162 dooden. Altona 27 Aug.; 22 zieken, 11 dooden 28 Aug.van middag tot middernacht 17 zieken, 9 dooden. In 11 gemeenten nabij Hamburg werden 18 per sonen aangetast en stierven er 9. In een dorp bij Maagdenburg werd 1 .persoon ziek. Te Berlijn is op 28 Aug. een vrouw aan cholera gestorven, en ook te Striegert in Mecklenburg is oen persoon aan die ziekte overleden. mery er bij „En dat is maar goed ook In deze woorden lag iets, dat Richards aandacht trok. „Waarom goed2" vroeg hij. „O! als men acht zou slaan op alle* praatjes, die er loopen!" „De menschen praten'heel wat!" zeide Norton. „Als het nog maar bij praten bleef! Maar er is altijd iemand, die er geloof aan slaat „Wat bedoelt gij, Montgomery. Gij weet, ik houd niet van raadsels Wat hebt gij gehoord „O Niets, nietsIk filosofeer maar een beetje Kijk, daar is mijn vrouw zeide hij, naar buiten, kijkende. „Mijn vrouw on de heer de Bernière Zy komen mevrouw Norton 6on bezoek brengen. O ja, ik weet het al, er is een partij voor vandaag afge sproken Een surprise partij T „Gii hebt immers niet aan mevrouw Montgomery verteld, wat voor een telegram ik ontvangen heb „Neenvolstrekt niet.... Ik praat heel weinig roet zijn vrouw En nooit over zaken. Wij praten over kunst, schilderen, portretten...." En Montgomery zuchtte als een smids blaasbalg. Juist wilde Montgomery de beteekenis van dien zucht verklaren <jjbvn zijne rrouw binnenkwam prachtig als altijd, in een goudgeel kostuum roet mosgroene strikken. „Goeden daf; Norton," zeide zij, Richard de hand toestekende. Montgomery ziende, scheen zi^ eenigszins Bij al deze gevallen schijnt de cholera uit Ham burg te zyn overgebracht. In deze stad hoerscheu naast de cholera thans ook de pokken. Officieuse cijfers zeggen, dat dusver in 't geheel 2400 personen aan de cholera in Ham burg overleden zijn. Vele gegoede ingezetenen vluch ten naar zeebadplaatsen aan de Sleeswyk-Holsteinsche kusten, en naar het Hartzgeborgtemaar vele be stuurders van baden weigeren hen op te nemen. Een uit Hamburg komend reiziger heeft de ziekte ook naar Leipzig overgebracht. Te Berlijn is op roode, een meter groote aanplakbiljetten het eerste cholera geval bekend gemaakt, met de meermalen reeds her haalde raadgevingen en voorbehoedmiddelen. De Berlynsche bladen betoogen, dat ondanks alle ambte lijke verzekeringen, het toezicht op uit Hamburg komende reizigers nog hoogst onvoldoende is. Buiten Hamburg maakt de cholera in West-Europa echter maar weinig slachtoffers. De bekende prof. Koch heeft als zijn meening te kennen gegeven, dat de heerschendo epidemie er eeue is, die in den regel wel snel toeneemt, maar ook spoedig weder in hevigheid vermindert. Te Antwerpen kwamen gister twee gevallon voor, en stierven insgelijks twee per sonen in het ziekenhuis. Gelukkig, dat we, dit keer tenminste, in ons overzicht geen cijfers uit andere plaatsen behoeven te geven. De vele berichten, die inkomen, hebben schier alle betrekking op de maat regelen, die men allerwegeu tegen de^ziekte neemt. De Engelsche regeering heeft besloten, teneinde de onbeperkte aankomst te beletten van nooddruftige en onzindelyke vreemdelingen, die de kiemen van cholera kunnen verspreiden, bepalingen uit te vaardi gen, waarbij aan alle stoomvaartmaatschappijen wordt gelast, alle immigranten, die geen stellige opgaven kunnen doen omtrent hun bestemmingsplaats en de namen der personen bij wie zijn hun intrek zullen nemen, aan boord harer schepen te houden, opdat de plaatselijke overheid van een en ander onderricht worde en toezicht op die vreemdelingen kunne hou den. Sommige stoomvaart-maatschappijen weigeren nu al landverhuizers aan boord te nemen, o. a. de Wil-' sonlijn te Huil. De Donald-Currie Maatschappij heeft besloten deu dienst van Hamburg en Vlissingen op Zuid-Afrika, Madeira en Las Palmas tijdelijk te staken. Uit Weenen komt het bericht, dat reizigers uit Frankrijk aan hetzelfde geneeskundige onderzoek zyn onderworpen als die uit Duitschland. Uit Gibraltar, dat schepen uit Havre en Bordeaux aan quarantaine onderworpen wordeq, En uit New-York, dat het bureau voor de openbare gezondheid verordend heeft, dat alle schepen, komeude uit harens waar cholera heerecht, die t ot vijf dagen in quarantaine moeten liggen. Eerst na ontsmetting van het schip kan het, indien er geen choleragevallen zijn voorgekomen, iu het dok binnenloopeu. In het weekblad Floralia van 17 Juni werden door V. te Hengeloo (Geld.) twee prachtige witte bokken te koop aangeboden. V. kreeg daarop spoedig een briefkaart uit den Haag, onderteekeud door Maas von Ulba, met verzoek om prijsopgave, en later een schrij ven met denzelfden naam onderteekend, waarby omdat met den opgegeven prijs (25 gulden) genoegen werd genomen, verzocht werd de bokken af te zenden. Het geld zou dan dadelijk worden overgemaakt. Als adres werd opgegeven Noordstraat 151 te'sGra- verbaasd. ^//WeJ, wel! Mijn man Hoe gaat het u, beste?" „Zeer goed!" zeide Montgomery. „Hebt gij Harrison gesproken?" vroeg de schoone Liliane. „Daar hebben we het portret al," bromde Mont gomery tot Norton. „Ik heb Harrison gesproken!" vervolgde hij. En nogmaals een zware zucht. „En heeft hij toegestemd?" vroeg mevrouw Mont gomery. „Hg heeft toegestemd!' „Moo zoo! Hg zal wel een goed portret van mij maken.... Hij kent mijn gezicht De tweede man der schoone Liliane deed zijn best om geen l*elyk gezicht te zetten en zeide: „Hij tyas zoo vriendelijk mij dii juist te doen opmerken!.... O! een zeer fatsoenlijk man, uw.... die HarrisonZeer fatsoenlijkMaar het is toch.... Ik, de tweede man, aan den eersten te vragen „Zeg, gij wordt toch niet jaloersch vraagde Liliane. „Gij weet, al bevalt uw naam mij oiet erg,... dat ik even trouw ben alsof hij met twee ra's ge schreven werd.... En bovendien, als iemand jaloersch moest zijn.... erken dan.... dat niet gij, maar Harrison het zou moeten wezen." „Heel goed," viel Montgomery haar in derede.... „Maar toch zeg ik u.... dat Carolus...." „Carolus?" venhage. De schry ver van do briefkaart meldde tevens dat hij zijn koetsier machtiging had gegeven om de bokken in ontvangst te nemen. Dit laatste en de voornaam klinkende naam die opgegeven^ werd deden de zaak aan V. geheel vertrouwbaar voorkomen, zoo dat hij de bokken afzond. De dieren werden aan het station der Hollandsche Spoorwegmaatschappij te 's Gravenhage op eene machtiging, onderteekend mot den naam Maas von Ulba, afgehaald door iemand, handelende op last van G. H. Liefrink, 59 jaren, koopman en poeliersknecht te 's Gravenhage, die, ge lijk lator bleek, de afzender was van het sohrijven op bovenbedoelde advertentie. Hij had de briefkaart door een ander laten schryven en met den goraelden naam onderteekend, op welken valschen naam Lief. tinck ook te Rotterdam een patent had gekregen. De bokken werden later voor zeven gulden verkocht, maar V. kreeg zijn geld niet. Lieftink had zich gis* toren voor de rechtbank te 's-G ra venhage te verant woorden ter zake van oplichting. Beklaagde, die het hem ten laste gelegde in hoofd zaak bekende, meende dat hij daardoor geen strafbaar feit gepleegd had. Mr. v. Buttingha Wichers, substituut- officier van justitie, wees er op dat tal van personen de dupe zgn geworden van bekl.'s bedriegelijke handelingen. Bekl. wist echter steeds aau de handen der justitie te ont snappen. Door de talryke oplichtingen, door bekl. gepleegd, werd hg echter zóó ongunstig bekend dat de spoorwegmaatschappij op zijn naam geen goe deren meer deed afgeven alvorens was onderzocht, of de zaak in orde was. Het requisitoir strekte tot beklaagdos veroordeeling in eene gevangenisstraf van drie jaren. Mr. C. W. Schlingemann, die als verdediger op trad, concludeerde tot vrijspraak. De uitspraak is bepaald op Donderdag 8 Sep tember. Te Maastricht werd Maandag bet Ned. Juriiteo- congres geopend, onder leiding van den heer mr. A. A. de Pinto. In zgn openingsrede herinnerde de voorzitter aan den vooruitgang der rechtswetenschap in de laatste jaren. De heeren Pol» en Drucker werden tot ondeis voorzitters en de heeren Savelberg en Lioni tot onder-secretarissen benoemd. Daarna namen de beraadslagingen een aanvang over het praeadvies van mr. Sickesz over de Jachtwet. De adviseur komt daarin tot de conclusie, dat de bestaande jachtwet moet worden afgeschaft, en dat dan het jachtrecht bij de wet moet worden geregeld» in dier voege dat het eigendomsrecht bestemd wor&l en tevens dat het dooden van nuttige dieren worde verboden. De oud-minister van Justitie, de heer Ruys van Beerenbroek was in zgn uitgebracht praeadvies v»a gevoelen, dat voor herziening der jachtwet geen grond bestaat. Na breedvoerige beraadslagingen, waaraan werd deelgenomen door de heeren mr. F. B. Coninok Liefsting, mr. J. A. Levy, mr. E. Fokker, prof. Moltzer, mr. F. Snijder van Wissekerke, mr. Tjadan Basman, mr. P. A. Tichelaar, mr. Eyssel en de prae- adviseurs, nam de vergadering de volgende conolu- siën aan Behoudens voorschriften in het belang van de open bare veiligheid en van het behoud van nuttig gedierte moet aan den gebruiker voor zoover hij dengeen „Carolus een portret van u gemaakt zou hebben» dat even mooi was geweest als van Harrison „Ooh komHij had mij eerst moeten bestudeeren» en dat behoeft Harrison niet meer Zij wendde zich tot Norton, die, in gedachten ver zonken, niet luisterde, en vroeg „Is Sylvia tehuis?" „Zeker," zeide Norton. En gij zult mij wel willen verontschuldigen, mevrouw.... Ik moet even naar het Casino. „Ik wil," zeide hij zachtjes tot Montgomery» „dat men mij daar tot het laatste oogenblik ziet, en zelfs, als ik ongemerkt kon vertrekken..,." „Ik ga mot u mede. Hebt gij mij niets meer te zeggen, lieve Liliane?" vroeg Montgomery. „Neen tot wederziens, beste „Tot wederziens Zij gingen heeö. Doch zg riep glimlachend Mont gomery terug, „O Lionel.... beste Lionel...." „Liliane P" „Ik dank u voor Harriaon, gy weet welO ja, ik begrijp best^ hoeveel verdienste er ligt in uwe han- delwyze Nogmaals dank Steeds zuchtend ging Montgomery de deur uit. Liliane zag haar man na, met de toegevende uit drukking van een vrouwdie zich onderwerpteu verzocht een bediende om haar bij mevrouw Nortoifc aan te dienen. 1 i Wordt vervolgd.) aan wien hij zgn gebruiksrecht ontleend die bevoogd- beid niet heeft afgestaan geoorloofd zijn, om op zijnen grond ten allen tijde en door allo middelen wild en schadelijk gedierte te bemachtigen of te doen bemachtigen. De afschaffing der heerlijke jachtrechten, met scha deloosstelling der rechthebbenden, moet van Staats wege worden bevorderd. Het bemachtigen van wild op eon anders grond zonder toestemming van dezen moet strafbaar zijp. De vergadering ging daarna uiteen. Te Chicago heerscht mot het oog op de tentoon stelling groote bedrijvigheid. Er is van de gebouwen al heel wat in orde. Het reusachtigo paleis der nijverheid is echter no; niet af. Men beweert echter, dat het gebouw tegen het einde van Sept. geheel opgetrokken zal zijn. Volgens de laatste mededee- litigon van den inspecteur der gebouwenis er in niet een maand zoo hard aan het oprichten der tentoonstellingsgebouwen gewerkt als in de maand Juli. Er is slechts één dag niet gewerkt wegens den verschrikkelijken regen. Twee dagon hoeft men wegens de ontzettende hitte het werk moeten laten liggen. I)e hitte was van 22 tot 27 Juli dan ook zoo hoog, dat zelfs de bewoners van Chicago er over verbaasd stonden, en men is anders aldaar zeer beete dagen gewend. Er is reeds een groet buizonnet aangelegd voor riolen. De baggermachines hebben 90,000 M8 zand verplaatst en een oppervlakte van 113,000 vk. M. aan wegen is met kiezelzand bestrooid. Men verwacht, dat de toevloed van vreemdelingen te Chicago zeer groot zal wezen. Niet alleen by de opening der tentoonstelling in het voorjaar van 1893, maar reeds bg de Columbusfeesten van 21 October a. 8. verwacht men duizenden en nog eons duizenden bezoekers. Bij Chicago komen 35 spoorlijnen te zamen en men berekent, dat de versohillende treinen dagelijks 100,000 personen aanvoeren. Men kan echter verwachten, dat dit getal bij de aanstaande feesten drie- of viermaal zoo groot zal wezen. Aan hotels is er in Chicago geen gebrek. Er zijn er honderden en sommige hebben oen aantal kamers te hunner beschikking, die oen gewoon mensch doen duizelen. Aan kosthuizen en gemeubileerde kamers in het midden der stad zal ongetwijfeld geen gebrek wezen. De hotels liggen byna alle in het raidden der stad. Een Amerikaan logeert niet gaarne ver van een spoorwegstation en de stations zgn alle in het Aartje van Chicago. Vreemdelingen, die niet tegen een ritje met den kahelspoor opzien, kuunen echter in de afgelegen wijken der stad bij burgers een goed en minder «kostbaar onderkomen vinden. Hij die er op staat gedurende de tentoonstelling mooie vertrekken in het hartje der stad of in de nabijheid van het Jackson-park te bewonen, zal natuurlijk flink moeten betalen; maar overigens zullen zg, die over minder ruime geldmiddelen beschikken, ook een bescheiden en goed onderkomen kunnen verkrijgen. Onder leiding van den gepensionnéerden generaal Norman Mac. Leod werd gisteren te 's-Gravenhage de jaarlijk8che algemeene vergadering gehouden van den Antidienstvervangingbondhoofdzakelijk tot het uitbrengen van het verslag over het afgeloopen jaar. Ter vergadering waren vertegenwoordigd de afdee- lingen Amsterdam, I)en Haag, Zwolle, Leeuwarden, Vlissingen, Oude water en Rozendaal (N.-B.) De voorzitter opende de vergadering met de aan wezigen, ditmaal vrij talryk namens het hoofd bestuur welkom to heeten, al was het niet in eene opgewekte stemming, daar het wetsontwerp-Bergan sius, door den Bond met ingenomenheid begroet, door de tegenwoordige regeering is ingetrokken bijna zonder protest van de zgde der volksvertegenwoor diging, zoodat dit ontwerp de vrucht van zooveel zorg en arbeid, eenvoudig iu het rijksarchief ter aarde is besteld. Een ontwerp tot regeling van de levende strijdkrachten met het beginsel van den persoonlijken dienstplioht, zou thans bij den Raad van State aanhangig zijndoch bij de steeds stijgende lauwheid, die zich bij volksvertegenwoordiging en natie opeubaart, is het niet onwaarschijnlijk, dat de behandeling van dit ontworp-Seijffardt ad calendas Graecus zal worden uitgesteld. Het aftreden van den minister Bergansius werd dan ook, vooral door den Bond, zeer betreurd en hg heeft daarvan blgk gegeven door een schrijven aan dien ver lienstelijken bewindsman, die zich zoo veel moeite heeft gegeven om het beginsel, waarnaar de Bond reeds 16 jaren streeft, ingang te dpen vinden. Een minzaam schryven werd daarop van den oud-minister Bergansius ontvangen. Met den wensch dat de generaal Bergansius de invoering van den persoonlijken dienstplicht nog zou mogen be leven, sloot dit gedeelte van het jaarverslag. De werkzaamheden van den Bond hadden in het afgeloopen jaar uit den aard der zaak niet veel te beteekenen, daar de defensie belangen op den achter grond werden geschoven om plaats te maken voor andere onderwerpen. Tegenover de lauwheid die zich openbaart, meent het hoofdbestuur dat een her nieuwd optreden vruchteloos zou zijn geweest. Als een bewijs van hulde aan de nagedachtenis van den stichter van den Bond, den oud-minister van oorlog, graaf van Limburg Stirumheeft het hoofdbestuur 100 exemplaren aangekocht van diens levensbeschrijving, onder den titel: Een zeldzaam Nederlandersamengesteld door «Ir. Van der Stok, en die aan de afdeelingen toegezonden. Door mevr. de douarière gravin van Limburg Stirum is tevens aan elk lid van den Bond eea exemplaar toegezonden van eene levensbeschrijving van wijlen haren echtgenoot, te boek gesteld door den luit.-kolonel der huzaren F. de Bas, welk geschenk ongetwijfeld door allen dankbaar is aanvaard. Hot volgende schrijven is door den inspecteur van het Geneeskundig Staatstoezicht in Noord-Holland aan den voorzitter van den Ned. Journalistenkring gezonden Amsterdam, 28 Augustus 1892. In dezen tijd van spanning wegeus het naderend choleragevaar, is het van het grootste belang het verspreiden van berichten, die onnoodig onrust ver wekken, te vermijden. Ik acht het vermelden in de couranten van sommige gevallen van cholera nostras, die altijd hier of daar voorkomen, bedenkelijk. Wenschelijk is het, dat de redactie dergelijke be richten doet toekomen aan den geneeskundigen inspec teur, die daarin aanleiding kan vinden een onderzoek in te stellen. Zoodra zich werkelijk een geval van cholera asiatica voordoet geeft do inspecteur volgens art. 16 van de epidemieën-wet hiervan onmiddellijk kennis aan den burgemeester, ilio dit volgens art. 24 aau de ingeze tenen moet mededeelen. Ik geef u daarom in overweging in het belang van het algemeen geen berichteu te publiceeren, voor dat de burgemeester door den geneeskundigen inspecteur in kennis is gesteld met het voorkomen van een ge val van cholera. De geneeskundige inspecteur in N.-Holland, Dr. Cozy. Een op do kermissen reizend worstelaar, met name Alexis Chevalier, had te Villeurbonne bij Lyon voor een zekeren tijd een kamer op een 4e verdieping gehuurd. Beneden hem wopflde de familie Merraet. De vrouw was strijkster eu had ook den worstelaar tot klant. Zaterdag nu kwam Chevalier zijn linnen goed halen, maar madame Mermet wilde dit niet afgoven alvorens hij zijne schuld had afgedaan. Na eene heftige woordenwisseling verwijderde Chevalier zich. Te middernacht eerst kwam hij terug, opge wonden door het gebruik van sterken drank. Hij liep do kamer van vrouw Mermet binnen en de woordenwisseling van den middag werd nog veel hefiiger voortgezet. Van woorden echter kwam het tot daden en Chevalier gaf de vrouw eeu hevigen trap tegen deu buik. Op haar noodgeschrei snelde haar echtgenoot toe. Een verwoed gevecht ontstond tusschen beide mannen. Toen echter de vrouw haar man te hulp wilde komen, was de worstelaar woe dend van drift. Hij greep een byl, die hij de vrouw tot aan den steel in de borst sloeg, zoodat zg dood neerviel. De woestaard ward door de politie met veel moeite gearresteerd. Den 9n Aug. des morgens om elf uur kwam er te New-York, in het Grand Central station, een eitra trein aan, die des Donderdags te voren uit San-Fran- cisco was vertrokken en twintig millioen dollars aan goudgeld aan boord had. Do trein bestond uit een personenwagen, twee mailwagens, een bagagewagen en een exprosswageu. De zijdeuren der express en mailwagens stonden wijd open en daaromheen stond een groep mannen met groote revolvers iu hun han den. Uit den personenwagen sprong een man, die een anderen man, welke ongeduldig op en neer ge- loopen had, hartelijk de hand schudde. De eerst bedoelde man was kapt. James B. White, algemeen superintendant van den spoorpostdienst, die den trein van San-Francisco naar New-York begeleid had, en die man, dien hij begrootte, was de tweede adsistent postmeester-generaal J. Lowrie Bell, die van Was hington gekomen was om van de aankomst van den trein met zijn kostbaron last getuige te zgn. Nooit te voren is zulk een groote hoeveelheid goud op een maal door het land vervoerd en zelfs is nooit, zoo ver bekend is, in da geheele wereld zulk een groote som gelds op reis geweest. Nadat de trein op een zij-spoor gevoerd was, be gon men met de lossing er van. Groote mailwagens werden tegen de deuren der spoorwagens gereden en men begon de kistjes met goud over te laden. Ieder kistje bevatte 40,000 dollar in goud geld en woog 150 pond. Ze waren allen verzegeld met hot groot- zegel der Vereenigde Staten. In ieder der vier wa gens waren 125 kistjes. De 57 wachters, die den treio van het vertrek uit San-Francisco af bewaakt hadden, bleven wacht houden. Ze hielden groote pistolen in de hand en hielden hunne oogen geene seconde van den hun ter bewaking toevertrouwden schat af. Het lossen begon even na 11 uur en was te half één afgeloopen. De tocht van de raadwagens naar het gebouw van de schatkist te New-York baarde veel opziuu. Het was bekend geworden dat ze vol goud waren. Naast iedoren koetsier zaten twee wachten,^nog altijd met hunne groote revolvers in de hand. Cholera en nog eens cholera, blijft de inhoud der buitenlandsche berichten. Blijkeus officieele opgaven zijn Maandag te Ham burg 447 personen aangetast en 173 overleden. Het te Berlijn voorgekomen geval had geen doo- delijken afloop. Volgens de Nat.-Zeitung zijn tot dusver in het gasthuis-Moabit te Berlijn drie gevallen van Aziati sche cholera behandeld. Twee der aangetasten kwa men uit Hamburg; de derde (eeu werkman) woont te Berlijn en werd hedenvoormiddag door de ziekte overvallen. In drie gemeenten van het regeeringsdistrict Stade, in zestien gemeenten van Sloeswijk en in drie ge meenten van Luneburg zijn sommige gevallen, waar van enkele met doodelijken afloop, voorgekomen. Leipzig, Neu9tadt en Mecklenburg hadden elk één geval van uit Hamburg gekomen personen. Overigens kunnen wij gelukkig dagelijks hetzelfde constateerenbuiten de omgeving van Hamburg is do ziekte van geen beteekenis. Zij kan van betee kenis worden, als een groote exodus uit Hamburg zich overal heen richt, maar terecht is men daartegen vrij algemeen op zijn hoede. Vele gegoede inge zetenen vluchten naar Sleeswijk-Holsteinsche bad plaatsen en naar den Hartz, maar vele bestuurders van baden weigeren hen op te nemen. Ir. Engeland blyft men vooral op zijn hoede tegen landverhuizers. Verschillende stoomvaartmaatschappijen en spoorweg- besturen weigeren ze te vervoeren, en naar uit een telegram blijkt, worden van Regeeringswege voor schriften gegeven om te voorkomen, dat onbekende landverhuizers vau boord gaan en uit het oog worden verloren. Daar over 't geheel de gezondheidstoestand in Engeland op 't oogenblik uitstekend is, hoopt men den intocht der ziekte te kunnen beletten. De berichten over de nieuwe legervoorstellen wor den uit het Duitsche volk als apothekersrecept toe gediend dagelijks een eetlepel. Maar de laatste dosis was sterk. De National Zeitung berichtte dat de diensttijd der infanterie inderdaad tot 2 jaar ver minderd zou worden en dat de blijvende oorlogskosten die voor 1892-93 op 427,000,000 mark begroot wa ren, met 80,000,000 of bijna een vijfde zouden worden verhoogd. De mededeeling heeft groote ontsteltenis gewekt. Een versterking vau het leger in vredestijd wordt voorbereid tot een tot dusver ongekende hoogte. Het Duitsche volk zal belast worden op een wijze zooals nog geen regeering dit ooit durfde doen. Men wist reeds dat de sterkte van het leger ver meerderd zou worden, en dat dit 6.000,000 M. zou kosten. In ruil daarvoor zou de invoeriug van den tweejarigen diensttijd worden toegestaan, door middel waarvan het leger zonder vermeerdering van kosten met 1,000,000 soldaten kan versterkt worden 's Keizers rede op een feestmaal maakte dit weder twij felachtig. Doch niet tegen de vermindering van den diensttyd maar tegen den Rijksdag waren 's keizers woorden gericht, die hierop neerkwamen, dat de Ryksdag onvaderlandslievend *>u zijn, indien hij niet het geheele militaire ontwerp goedkeurde. Uit de spaarzame mededeelingen over de voorstel len is nu alleen dit zeker dat de tweejarige dienst tijd voor de infanterie wel niet in beginsel voor altyd wordt ingevoerd, maar toch op de begrooting wordt vastgesteld. Het indienen dezer voorstellen zal de aanvang zijn voor een grooten strijd in de staatskunde, ge paard gaan met en de richting geven aan de groe peering der partijen, waarbij te voorzien is, dat de Regeering hare hulp zal zoeken bg het centrum. Reeds nu zijn de vrijzinnige bladen zeer ontstemd. „Tachtig millioen schrijft do Fremnttige Zgt., „van waar ze te krijgen zonder te stelen? Er is reeds een tekort in de Pruisische staathuishouding van 40,000.000 M. Pruisen kan, volgens den Mi nister van financiën Miquel, zelfs de geringste ver meerdering der bijdragen voor het Ryk niet ver dragen." Zelfs do officieuze pers heeft moeten erkennen, dat het ontwerp van militaire zgde beschouwd „niet dringend" is.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2