BuitenlanM Overzicht.
woordigheid van burgemoes U r en raadsleden onthaald
op allerlei versnaperingen. Aau eenige leerlingon van
elke school, die zich bijzonder onderscheiden hebben
door trouw schoolbezoek en goede vorderingen, werd
een boekgeschenk uitgereikt. De nieuwe verordening,
bepalende dat kinderen, die zich aau willekeurig
schoolverzuim schuldig maken, van het volgende
schoolfeest geheel of ten deele worden uitgesloten, is
heden iu werking getreden en zal zeker aan haar
doel beantwoorden.
De schooljeugd was ov «rvloedig van oranje voor»
zien en het dorp was vol vlaggen ter eero onzer
Koningin.
Het Juristencongres, te Maastricht vergaderd, be
handelde o. a. de vraag
//Welke wettelijke en admiuistratieye maatregelen
kunnen worden genomen om het kwaad te vermin
dereu, dat iu den regel geldboeten onbetaald blijven
en dus de vervangende hechtenis moet worden onder
gaan
Na zeer breedvoerig debat werd de eerste der
g*-8telde vragen //Moet de wet een uitdrukke
lijk voorschrift inhouden omtrent bet verband tus-
schen de op te leggen boete en den vermogenstoe
stand van den beklaagde ontkennend beantwoord
met 29 tegen 15 stemmen, en daarna 'zonder hoofde
lijke stemming beslist, dat, met uitbreiding van art.
74 W. v. Str., de gelegenheid moet worden gegeven
om door vrijwillige betaling van een zeker bedrag
der boete ook beneden het maximum de ver
volging te voorkomen, welk bedrag moet worden
vastgesteld door den rechter.
Eveneens werd met algemeene stemmen uitgemaakt
dat de wet de gelegenheid moet openen tot betaling
van de boete bij gedeelten, dat verhaal van do
boete op het vermogen moet worden toegelaten ter
voorkoming van de vervangende hechtenis, dat
de vervangende hochtenis steeds geheel in afzondering
moei worden ondergaan, on dat die hechtenis
gopaard moet gaan met verp^ehten arbeid.
Verder was nog door tien leden voorgesteld de
volgende vraagIs het wenschelijk, dat nauwkeu
rige statistieken betreffende wanbetalers van boeten
worden opgesteld Ook dit werd zonder hoofde
lijke stemming toestemmend beantwoord.
In 1893 zal het congres te Utrecht vergaderen.
Prof. van Overbeek de Meijer beantwoordt in het
Nieuws v. d. Dag, de vraag wat er ais eerste hulp
moet worden gedaan met een patient, die door cho
lera is aangetast.
Wij latou, op verzoek, dit antwoord hier volgen
Het is zeer de vraag, of het raallzaara is aan den
wensch der inzenders te voldoenimmers, een krach
tig middel in de hand van eeu leek zal meer kwaad,
dan goed kunnen doen. Ik blijf daarom aanbevelen
om den raad van deu huisarts te vragen en naar
diens voorschriften te handelen. De Redactie wordt
echter zoo bestormd door schrijvers van ingezonden
stukken, die verlangen te .vernemen wat zij moeten
doen, zoodra het geval er is en een geneeskundige
zich nog wachten laat, dat ik meen te moeten zeg-
gon, wat ik in eigen kring toegepast zou wenschen
te zien.
In de eerste plaats zijn noodig kalmte en moed.
Vrees baat niets, doch schaadt in hooge mate do i
cvertuigiug, dat roeu de cholerakiem kent en de beste i
middelen om haar snel te dooden in de bacteriologi-
en maken een leven, oen lever.... O een gegons als
van een bijenzwerm Bijen zonder honing voegde
Liliane er lachend bij.
Sylvia werd ongerust zonder te weten waarom.
z/En wat beteekent al dat leven vroeg zij. Hoe
meer gij over die Dicksons praat, hoe minder ik
begrijp, wat ik...."
„Welnu dan, maar word er niet boos om," sprak
Liliane, //en,... en mijnheer de Solis?"
„Ja! de kolonel en zijn vrouwtje hadden hun
batterijen op hem gericht.... En daar de markies niet
schijnt te willen kapituleeren en hij redenen daartoe
heeft...."
„Redenen Wat voor redenen vraagde Sylvia
op eens.
„Vraagt gij dat nog?... riep mevrouw Montgome
ry. „Hoor een9, Sylvia, ik zal u al mijn liefde too-
nen, door zeer, zeer.... indiscreet te zijn.... Maar ik
zweer u," zeide zij met oprecht diep gevoel, „ja, ik
zweer u, dat alleen mijn vriendschap mij zoo doet
spreken,... Ik heb u gezegd, dat gij zeer onvoorzich
tig waart... Welnu! ik herhaal het u, gij zijt zeer-
onvoorzichtig
„Ik?.... En wat beduidt?"....
„Gij zijt dikwijls den weg naar Tourgeville opge
gaan, naar een visschershut.... zeer schilderachtig....
o! zeer schilderachtig.... ik heb er een photografie
van gomaakt. Ik zal ze u eens laten zien.... Erg
goed uitgevallen. Mijn toestel is uitmuntend. Maar
gij zijt er meermalen geweest op een uur dat er geen
sche laboratoria hoeft kunuen opsporen, wekt daaren
tegen vertrouwen en hoop.
Er zijn twee middelen, die als krachtige voorbe
hoedmiddelen aanbevolen mogen worden zoutzuur
en citroenzuur. De cholerakiem is voor deze stoffen
zeer gevoolig en wordt door haar snel gedoodmen
kan dus bij het heerschen der aziatische cholera in
de plaats zijner inwoning op regelmatige tijdstippen,
bijv. om de 2 uren, de misschien in de maag opge-
nomene cholerabacillen dooden door het nemen eener
kleine teug vau eene dor beide volgende oplossingen
*/8 gram verdund zoutzuur der Pharmacopoea Neer
landica III iu 1 liter water, of wel 1 gram citroen
zuur in 1 liter water. Het eerstgenoemde middel
is aanbevolen door Rossbach, het aodero door J. de
Christmas.
Wordt men ongesteld, onder de verschijnselen, in
mijne „wenkeu" opgesomd, dan legge men zich te
bed en trachtte aan het zweeten te komen warme
roode wijn, warme kruiken desnoods krachtig wrij
ven van de huidbij hevig braken champagne.
Daarbij groote reinheid van het beddegoed. De bo
vengenoemde middelen zoutzuur en citroenzuur kun
nen thans niet meer baton, omdat de cholerakiemen
dan reeds in het darmkanaal zijn. Onder de genees
middelen, die in staat zijn de cholerabacillen snol te
dooden, en wel in 't bijzonder creoline en kaueelolie
zou ik het laastgeuoemde verkiezeneen droppel
goede kanoelolie met één droppel venkelolie in een
wijnglas vol water, elk kwartier, zoolang de verschijn
selen der ziekte niet bodaren. Verkiest men creoline,
dan zij het die van William Pearson Co. en uotne
een volwassene, naar den raad van I)r. J. Groueman,
daarvan 5 gram in een gewoon drinkwuterglus, half
vol water, in eens in een kind neme 2 tot 3 gram
wordt het ingenomene terstond uitgebraakt, dan worde
de gift onmiddellijk herhaald. Inmiddels worde een
geneeskundige geroepen
Uit Baarn schryft men aan de N. R. C. van gis-
teronDe aubade aan H. M. de Koningin is atge-
loopen onder begunstiging van hot gunstigste weder.
Gelukkig! want heden nacht ontlastten zware wolken
zich over Baarn en menig hart zal angstig geklopt
hebben, of de ontzetten.Ie moeite en zorgen van de
deelnemers aan deze hulde, der jonge Koningin toe
gebracht, wel met goed weder zou bekroond worden.
Reeds vroeg had zich eene groote menigte voor het
paleis verzameld, terwijl eene lange reeks van rytui-
gen zich daarachter in rijen opstelde, alle personen
getgoid met oranje of de natiouale kleuren. Voor
de orde was uitstelMad gezorgd de politie uiterst
beleefd en voorkomend, zoodat ieder dier rijtuigen
eene geschikte plaats verkreeg. Tegen 10 uur kwam
de groote optocht, bestaande uit ca. 1600 kinderen
der verschillende scholen uit Baarn en omliggende
gemeenten, voorafgegaan door de burgemeesters vau
Baarn eo Soest, de stafmuziek uit Amersfoort en de
feestcommissie alle kinderen waren voorzien van
vlaggetjes en met oranje getooid.
De geheele stoet schaarde zich voor het midilen-
terra8 van het paleis en precies ten 10 ure versche
nen de Koninginnen, gevolgd door de geheele hof
houding. HH. MM. waren in het wit gekleed en
zetten zich op het bordes neder. De burgemeesters
van Baarn en Soest boden alsnu namens de feest-
j commissie HH. MM. den eersten gelukwensch aan,
l terwijl hunne linderen een keurig bewerkt programma
overreikten. Vervolgens hieven de 1600 kioderon,
begeleid door de muziek, den Feestgroet aan en daarua
het Wilhelmus (oude zetting), De Koninginnen ston
den beiden op en hoogst indrukwekkend klonken de
verzen die gezongen werden. Alsnu .traden 12 meisjes
van 12 jaren vooruit (2 van iedere school) en boden
HH. MM. een prachtigen raonsterruiker aan die
allerminzaamst werd aanvaard.
Na het Marschlied (van den heer Brandts Buys)
kwam ten slotte het ft ten Neerlandsch bloedNa
afloop daarvan ontboden HH. MM. den kapelmeester
Van Aken, die mot de leiding der uitvoering belast
was geweest, en betuigden daarover hare hooge in
genomenheid, terwijl daarna een der hoofden dier
uitvoerende scholeu den dank van HH. MM. mocht
ontvangen.
De geheele stoet zette zich nu onder het spelen
van een opwekkeuden marsch, het wuiven der vlaggen
en het hoezeegeroep der kinderon in beweging
voor HH. MM. defilerende, die voor deze begroetin
gen levendig met hoofdknikken bedankten. Toen de
laatste kindoren voorbij waren, trokken HH. MM.
zich in hare appartomenteu terug.
Het aantal slachtoffers van het mijnongeluk by
Bridgend is, gelijk reeds bericht werd, aanmerkelijk
raindor dan eerst werd gemeend. Zaterdagmorgen
zagen de raenschen, die bij een der twee ingangen
(steil hellende tunnels) stonden, achttien van de dood
gewaande arbeiders daaruit te voorschijn komen.
Het wederzien van die mannen en hunne betrekkin
gen was aandoenlijk sommige vrouwen werden bijns
krankzinnig van blijdschap.
Iritusschen hadden de vele mannen, die met groote
toewijding en zelfopoffering de gevaarlijke onderzoe
kingstochten in de mijn ondernamen, de luchtverver-
sching daar heisteld en nog 13 levende mannen ge
vonden. 's Middags vond men er nog meer, wel
zwak en uitgeput, maar nog levend, en zoo kwamen
er in het goheel 41 uit do mijn, maar twee der ge
redden stierven spoedig.
Men is er nu bezig de gangen vrij te maken, om
de honderd dooden bo»en te breugen.
Onder de bedolven arbeiders is ook William Wil
liams, die bij do mijnontploffing van Morfa zich on
derscheidde door zijne kloeke pogingen tot redding
van de bedolvenen, met nog vijf andere mannen. De
aanvoerder van d«e mannen, Jonah Jones, biolp hier
ook zoeken naar de verongelukten.
Op een uur of drie afstands van Athens in Ma
dison County, Georgia, woont een fabrieksbearabte
Wilson met vrouw en vier kleine kinderen, ia een
hut, op een stuk gerooiden grond in de bosschw.
Dezer dagen nu ging Wilson 's ochtends naar zijn
werk en de vrouw ging met haar jongste kind naar
een kreek om te wasschen. Een half uur later hoorde
zij gegil uit de hut en terugsnellende vond zij twee
der kinderen buiten op den grond liggen, stervende
aar. slaugeubeteu. Het oudste kind in de hut ver
keerde in even treurigen toestand, maar kon nog
spreken. Hij zeide, dat zij onder hun spel onder
de (op palen Staande) hut een zieke kip zagen, Zy
kropen er naar toe en vonden een grooten slang bij
het dier en toen zij poogden dit weg te halen, beet
hun de slang alle drie in de handen. Hij zelf (de
oudste) had de twee andéren vau onder de hut uit
gesleept en was binnengegaan om zijne moeder te
zoeken. Op dit oogonblik bedacht de vrouw, dat
zij haar kleintje bij de kreek had gelaten, liep terug
licht was.... om te photogrofeeren 1"
„Ik ging ondersteuning brengen voor een arme
vrouw, in wie ik belang stel," antwoordde Sylvia.
Liliane glimlachte.
„O! ik weet het wel! Maar ongelukkig heeft
men u juist gisteren daar gezien!"
„Gisteren?"
„En vijf minuten na uw komst bij vrouw Ruaud...
is mijnheer De Solis...."
„Mijnheer De Solis?"
„Eveneens bij de arme vrouw binnengegaan
na u!"
//Na mij?"
„Ik weet niet wat kolonel Dickson daar te maken
had.... Misschien op verkenning uit.... natuurlijk
tot verdediging. In allen geval, hij heeft u gezien
Sylvia stond schielijk op. Een blos van toorn
kleurde Haar bleeke wangen.
„Hij heeft mij gezien, mij?.... Daarginds!.... Met
den heer De Solis? Maar dat is een leugenzeide
zij verontwaardigd. „Hij heeft gelogenHij kau
den heer De Solis gezien hebber..... Hij kan een
andere vrouw gezien hebben.... Maar ik was het
niet! ik was het niet!"
De uitdrukking van oprechte smart deed mevrouw
Montgomery er bijna spijt van hebben, dat zij er
over gesproken had.
„Ik geloof u, lieve Sylvia, ik geloof u. Maar het
is toch waar, dat te kolonel en die papegaai van
een vrouw van bem verteld hebben...."
„Wat kan het mij schelen wat zij zeggen riep
Syivn, de schouders ophalend. Wat bemoeien zich
die menschen met mij, die hen niet ken Mijn
heer de Solis.... bij Victor Ruaud.... met een andere
vrouw 1...,
Plotseling brak zij af, nadenkend, onrustig en zeide
kortaf
„Welke andere vrouw?"
Liliane schudde het hoofd en het spotzieke vrouwtje
van anders glimlachte bijna droevig.
„Ach! arme vriendin! Arme vriendin! Dat is
een vraag, die gij liever niet moet stellen, als er
iemand anders bij is
„Wat heb ik dan gezegd?" vroeg Sylvia, alsof zij
zich pe beteekenis harer woorden niet bewust was.
„Niets Maar alleen het denkbeeld dat eene an
dere Gij zijt jaloersch, arme SylviaDat is ern
stiger, dan ik dacht.... Gij bemint hem nogO
ik benijd u, dat gij iemand liefhebt.... Maar toch,
ik zeg u, dat ik u beklaag
Zij hield de jonge vrouw in de armen, wier blik
door tranen beueveld was, en trachtte vol teeder me
delijden, de arme ontroerde ziel een weinig vertrou
wen te hergeven.
Een zacht kloppen op de deur deed haar opspringen.
„Droog uw oogen af, Sylvia!"
Toen, glimlachend
„Binnen
Het was dokter Fargoas.
Wordt vervolgd.)
en bevond dat het wicht daarin gekropen of gevallen
en verdronken was. Zij viel bewusteloos neer en
werd in dien toestaud tegen don middag door Wilson
gevonden. De drie kinderen waren midderwijl ge
storven. De slang, opgespoord en gedood, bleek een
ratelslang te zijn van de grootsto soort.
I)e nieuwste ontdekkingen der geneeskundige woten-
schap omtrent bacillen en bacteriën hebben monigeen
angstig gemaaktmaar het is een troost, dat er ook
verdedigingsmiddelen tegen die verraderlijko vijanden
van het menscUelijk lichaam worden ontdekt.
Volgens den Italiaansche geneeskundige Sanarelli
is het menschelijk speeksel een der blaugrijkste raid-
delen tot het verrielgoii vau schadelijke bacillen en
bacteriën. Alleen wanneer die in al te groote getale
het lichaam binnendringen is hot speeksel er niet
tegen bestand en ontstaan er ziekten.
De dieren kennen bij instinct de waarde van het
speeksel en lekken eigen wouden of die van hunne
jongen.
Het navolgeud rapport over do behandeling van
cholera, in de fabriek van den heer Préviuaire te
Haarlem, door wijlen dr. Wnardenburg, aldaar, in
1866, verdient in deze dagen opnieuw in horinno-
ring te worden gebracht
Zoodra iemand van het werkpersoneel door profuse
diarrhee met of zonder pijnen, door misselijkheid en
braking, door buikpijnen en krampen in de lederaaton
wordt aangedaan, wordt hem do keuze gegeven of
huiswaarts ie gaan, of zich aan de behandeling te
onderwerpen.
Daartoe dienen twee lokalen.
No. 1. Eene drpogkarner met eene gemiddeldo
temperatuur vau 100° 1 ahrenheit. Deze is in twee
gedoelten gescheiden voor mannelijko en vrouwelyke
lij dei s.
In beide afdoelingen zijn doelmatige kribben ge
plaatst. Beider temperatuur kan door de in do open
lucht uitkomendo ijzeren deuren gematigd worden.
No. 2. Eene Jfroogkamer met eene temperatuur
van 50° Reaumur (i): raatrassen van heet zand ver
strekken den lijder tot ligplaats, doch hét verblijf in
die zeer hooge temperatuur is slechts bij weinigen
noodig en nuttig en daarom steeds van korten duur.
Wanneer de patient zeer koud is, polsJoos, en in
een vergevorderd tijdperk van cholera verkeert, of
ook aan buitengemeen sterke krampen lijdende is,
wordt hij tot aan den terugkeer der warmte in deze
kamer no. 2 gebracht. Zoodra met terugkeeronde
huid warmte ook de pols terugkeert, en dus reactie-
verschijnselen zich vertoonen, wordt hij naar de ka
mer no. 1 gebracht, zijnde die booge temperatuur
alsdan hoogst nadeelig.
De meesten komen onmiddellijk in de kamer no. 1,
ontkleeden zich en gaan te bed.
Bij diarrbee zonder buikpijn wordt het bekende
mengsel van Hoffman's droppels, laudanum en pe
permuntwater toegediend.* De dosis wordt -naar de
hevigheid der verschijnselen bepaald.
Wanneer die verschijnselen met hevige buikpijn
vergezeld gaan, dan worden zakken met heet zand
op het lijf, bij sterke kramp in de ledematen, worden
die ter zijde van het lichaam gelogd en inwrijvingon
gedaan met ebloroforme en glycerine of met camphor
spiritus.
Na een verblijf van een half uur in deze hooge
temperatuur begint de lijder reeds onder koortsver-
8chijnselen te zweeten, en na een actief zweeten van
het geheele lichaam verdwijnen in weinige uren de
ziekteverschijnselen. Alsdan wordt hem theo met
rhum of soms salep, enz. toegediend de bedekking
vermindert; bij verder herstel wordt de patient af
gedroogd en hem droog ondergoed aangedaanhy
begeeft zich daarna in eene iets minder hooge tem
peratuur, namelijk in de nabijheid der ijzeren deuren,
die te voren half geopend zijn en vertrekt eindelijk
te voet of, zoo hy daartoe te zwak is, per rijtuig
naar zijne woning. Door het 6poedig voortbrengen
van zulk een sterk actief zweet, houden de andere
afscheidingen en pijnen weldra geheel of grootendeels
op; niet altijd was daarmede alle gevaar geweken.
Bij sommige lijders verminderde de pols, niette
genstaande dat zweet en die huidwarmte, van uur
tot uur en zonk eindelijk weg, zoodat ze weldra pols
loos ter neder lagen, met hevigen dorst, kramp in
de kuiten, heescho stom, enz.alle teekenen name
lijk van cholera paialytica. Evenwel op een na zijn
ook die lijders hersteld de temparotuur werd weder
verhoogd door het aanwenden van het zar.dtot
drank werd hun kond water in groote hoeveelheid
en om da 10 minuten 10 druppels van een mengsel,
bestaande uit gelijke deelen tinctura nucis vomicae
en caraphortinctuur toegediend, de inwrijvingen met
camphor spiritus voortgezet, of naar omstandigheden
bismuth en andere middelen aangewendlijders van
dien aard waren natuurlijk onder de directe genees-
(1.) 1441/!0 Fahrenheit.
kundigo behandeling van den arts. Na langer of
korter tijd kwam nu de pols terug, meestal werd
dan de lijder koortsig, met congestiën naar het hoofd,
enz. Het is in dit tijdperk der ziekte, dat eeu voort
durend verblijf in deze verhoogde temperatuur voor
het verdere herstel nadeelig is; de lijder werd dan
naar zijne woning of naar het hospitaal vervoerd.
Een betrekkelijk groot aantal lijders zijn op die wijze
verpleegd tot heden (18 Aug. 1866) too 84.
De diarrbea-cholerica werd bij allen biunen 12
uren genezen, terwijl aan den hevigen vorm vau
cholera slechts één bezweek deze nu was oen man,
die reeds den geheelen dag aan diarrhee geleden
had en zich oerst had aangemeld, nadat hij dertig
malen ontlasting had gehad. Hij stierf, niettegen
staande een sterk zweet., binnen 14 uren.
Hat denkbeeld, om door spoedige sterke huid-uit
waseming en warmte de overvloedige maag- en darm
afscheiding door wisselwerking te verminderen, is niet
nieuw. By alle vorige epidemieën hoeft men dadelijke
warmte door heete kruiken aanbevolen de toepassing
echter, in zeer sterk door stoom verhitte lokalen, is
geheel nieuw en tot heden alleèn aan dergelijke eta
blissementen als van den heer Préviuaire mogelijk.
Immers, kachelwarmte is nimmer gelijkmatig en niet
gemakkelijk tot zulk eouo verhoogde temperatuur
te verkrijgen. Aan «Ie fabriek zijn alle aan diarrhee
lijdenden, enz. genezentwee aan diarrhee lijdende
personen verkozen pebter naar huis to gaan en zijn
aldaar aan cholera bezweken.
Aan een goed cholora-hospitaal moet een vertrek
zijn, waarin een doorgaande gelijkmatige hitte van
105—110° Fahrenheit gevonden wordt.
De Maatschappij lot Nut der Israëlieten in Neder
land heeft Zondag te 's Gravenhage hare jaarlijksche
algemeene vergadering gehouden, ondor voorzitterschap
van Prof. Mr. L. de Hartog.
De algemeene secretaris, de Heer M. L. van Arae-
ringen, bracht het jaarverslag uit, waarin vooral om
trent het schoolfonds werd geconstateerd, dat de
resultaten, verkregen door de thans minder boperkte
middelen, voorspruitende uit de erfstelling van wijlen
Mr. A. W. Jacobson, hoogstbevredigend zijn. Do
verschillende afdeeliugen zorgden voor opleiding van
jougelieden van beidei lei kunne tot nuttige vakken
en beroepen, terwijl in het onderwijs op onbekrom
pen wijze kon wordon voorzien. Ook voor het her-
halingsonderwijs en voor de spaarT, bewaar- eu leen-
fonduen werd met ijver zorggedragen in verschillende
afdeelingen.
Uit het door den Heer M. Simons Lz. uitgebracht
financieel verslag bleek, di( de rekening een batig
saldo aanwijst vau iO05. Deze rekening werd
goedgekeurti.
Tot hoofdbestuurders werden herkozen de heeren
Dr. I. Teixeira de Mutt09 en M. L. van Ameringen
en gekozen de Heer Mr. B. Cohen, van Groniugen.
Een langdurige discussie werd gevoerd over do
voorstellen betrekkelijk do bestemming, te geven aan
de gelden van de algemeene kas. Ten slotte werd
met 22 tegen 10 steramen aangenomen het voorstel
van het hoofdbestuur, om te besluiten het kassaldo,
vermeerderd met de inkomsten, die gaandeweg zich
daaraan zullen toevoegen, aan te wondon voor elk
volgens do statuten geoorloofd middel,- dat te eeniger
tijd zal geacht worden noodig, nuttig of wenschelijk
te zijn om het door de Maatschappij beoogde doel
te helpen bereiken.
De voigeodo algemeene vergadering zal te Gro
ningen worden gehouden.
De Spaansohe geneesheer Dr. Ferran, die in 1885
veel van zich deed sprekeu door zijne oholera-inen-
tingen, heeft als bestuurder van het stedelijk bacte
riologisch laboratorium te Barcelona voortdurend
verdere proeven genqrfren met de cholerabacillen, en
hij paste zijn methode toe zoowel om voor de ge
vreesde ziekte te vrijwaren als om andere ziekten
storingen in de spijsvertering b.v. te genezen.
Als de cholorabacil op de manier van Dr. Koch
afgezonderd en gekweekt wordt, zegt Dr. Ferran, dan
is de derde Reincultur zoo zwak, dat zij zonder ge
vaar in geringe hoeveelheid gedrouken of ingespoten
kan worden.
Op grond daarvan zou Je Spaansche bacterioloog
er voor wezen, om een plaats tegen cholera te vrij
waren, in het drinkwater door cultuur verzwakte
cholera-bacillen te mengen. Het gevolg daarvan zou
zijn, dat al de inwoners eens of tweemalen hevigen
buikloop kregen, welke hen wel wat verzwakken
zou, maar voor het overige geen kwaad zou doen,
en waardoor zij tegen de gevreesde ziekte gevrij
waard zonden zijn.
Dat middel acht Dr. Ferran veel practischer dan
de omslachtige ontsmettings- en andere maatregelen.
Maar inen zal algomeen wel wat huiverig wezen
door het toepassen er van. Niet iedereen toch is
zoover als Dr. F. en zijne vrienden, die af en toe
een paar druppels cholera-baoillen nemen als medicijn.
Het Handelsblad bevat naar aanleiding van de
pensioneering van majoor Muuuiks de Jongh een
schrijven van een „hooggeplaatst ambtenaar in Indië",
waarin deze het volgende zegt:
„Volgens de Soerabaja-Courant vau 10 Juni zou
de ware aanleiding van de pensioneering van den
majoor Munniks de Jongh gezocht moeten worden
in het feit, dat hij den barisan van Madoera gereorga
niseerd, en daarvan een bruikbaar onderdeel van het
Indisch leger gemaakt heeft. Daarmede viel eene
ontworpen legeruitbreiding zeer ten voordeele vau de
schatkist, en zouder nadeel voer het geheel onzer
strijdmacht, in duigen. I)at is hem niet vergeven
door hen, die alle krachten hadden ingespannen om
den barisan te doen verdwijueu... en die nu échec
leden.
„Deze onthulling komt mij niet geheel onaannemelijk
voor. Dat de heer De Jongh veel heeft gedaan om
den burisan te behouden, en daarin succes had tot
ergernis van sommige legerhervormers, dat staat,
geloof ik, vast.
„tlij heeft nu Indië verlaten, maar zeldeu heefy
iemand voor zijn vertrek uit deze gewesten zooveel
blijken van sympathie ontvangen, zoowel uit het
leger als daarbuiten
„Hij stond dan ook algomeen bekend als een bij
uitstek kundig en kranig officier.
„De Militaire Willemsorde, eervolle meldingen, de
eerosabel, allo in de lagere officiersrangen verdiend,
toonen dat hij niet achter de schrijftafel gelijk
sommige zijnor beoordeelaren maar in het veld
zich bij herhaling onderscheidde. En do Nederlaudsche
Leeuw had naast do Willemsorde zeker geen slecht
figuur gemaakt.
„Want aau zijn tact, aan zijn beleid is bet voor
een goed deel te danken geweest dat de reorganisatie
van ons bestuur op Madoera (18831885) zoo kalm
is afgeloopen.
„Weet men wel (lat er toen troepen gereed gestaan,
dat er oorlogsschepen op de reede gelegen hebben,
om zoo noodig dadelijk te ageeron
„Als instructeur vau den barisan van Moedara
heeft de heer Munniks de Jongh het pad der reor
ganisatie geëffend; aan hem de eer. dat op Maioora
alles rustig is gebleven.
„En zulke hoofdofficieren verwijdert men uit ons
leger...
„Laat de Miuister den vorigen en den tegenwoor-
digen resident van Madoera vragen wat de heer
Munöiks de Jongh daar heeft gedaan en laat hij
dan zich zeiven de vraag stellen, of ons Indisch
leger zulke hoofdofficieren goedschiks kan missen
„Wij twijfelen niet, of hij zal dan aan onze geëer
biedigde Regentes voorstellen, den majoor Munniks
de Jongh op schitterende wijze te rehabiliteeren."
Het Duitsche officioelo cholerabericht luidt\aldus
Hamburg 30 Aug. 425 aangetast, 219 overleden;
Berlijn 30 Aug. 3 aangetast, de het eerst aangetaste
vrouw is overleden Maagdeburg 2 aangetast, I over
ledenLubeck 31 Aug. 2 aangetast. Te Altona
waren den 2Ssten niet 15, maar 11 gevallen; den
29sten 20 aangetast en 8 overleden. Op zich zelf
staande gevallen kwamen voor in het district Sleeswijk
in 7 plaatsen, in het district Mecklenburg-Schwerin
in 2 plaatsen, in het district Saksen-Altenburg in 4
plaatsen.
De Norddeutschó Allgemeine Zeitung meldt in later
afgedrukte* exemplaren, dat de Keizer besloten heeft
van het vertrek naar Gothenburg, om aldaar ter jacht
te gaan, af te zien. Hij heeft den Koning van Zwe
den reeds hiervan verwittigd. Do Keizer is tot dit
besluit gekomen wegens de cholera, die zich op eenige
punten van Duitschland geopenbaard heeft. Onder
die omstandigheden wil hij het vaderland niet ver
laten.
Behalve te Antwerpen, waar 8 gevallen per dag
zich voordeden, vertoonde zich cholera te Brugge
(2) en te Mechelen (9).
In Petersburg verandert de toestand zich nog
niet. ^In tegenstelling van Duitschland is 'de zoroe
daarover 't geheel koel en regenachtig geweest, maar
omstreeks den 26sten zijn daar drukkend heete dagen
gevolgd, die terstond de ziektegevallen een weinig
deden toenemen. Tegelijk liepen de 14 daagsche
zoraerva&ten af. Vertrouwen de geneesheeren, dat de
meer normale regalmatige voeding, waartoe de bevol
king dan overgaat, op den duur een goeden invloed
zal hebben, in de eerste dagen staat wegens de on
matigheid, waaraan de mindere bevolking zich na
die vasten overgeeft, gen toeneming van gevallen te
vreezen. Intusschen togen verdere overbrenging uit
Rusland wordt, althans in Duitschland en Oostenrijk
ernstig gewaakt.
Het nieuwe Servische kabinet heeft voor het bui
tonland althans dit voor, dat het vredelievend jegens
Bulgarijo gezind is.
Gelyk wij mededeelden, dronk by een feestmaal
ter gelegenheid van de opening der tentoonstelling