IS
roon
s
It
rukte
I
Woensdag 7 September.
1892
ING
N° 4931.
Nieuws-
en
BEMIND.
en Zn.
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
eweg.
De insending van advertentiön kan gtmciueden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave.
FEUILLETON.
I
I
k
cn
burg,
«i
rsburg,
n.
1
door
TS.
i
nen,
voort-
steld-
*dem-
lOtheker
1 boven
j
De Cholera.
er resp.
wat op te j
national
•tlon de
l. enz.
4
(Uit het Fransch.)
dl
recept
1
De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post i 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTE.N.
iricatie
ker van
Bovendien worden alle Advertentiën gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
’t welk des Maandags verschjjnt.
,Z 50 cte-
Coiffeur.
TÜIJLL.
RKLEÜR-
't gebruik
5 en 150
alleen bij
luid eelt,
dagen tjjd
ste pijn te
gevoeligste
Hbllek
MUlijk
raehe
Cents)
>t, het
r doosje
vertoond, dat het ten 1 practise!], als
ADV ERTENTIEN worden geplaatst
van 15 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
GOUDSCHE COURANT.
I
goeden *weg zouden op willen. Men bljjre
l’ *‘1‘ men raad geeft aan het groote
de Amorikaansche nog beter I
gij wilt I Dat is meer open en
-rechter 1”
C6M8
op te vroolijken! En al mijn dwaas
even verstandig Wjn! Tot spoedig!...
En geen onvoorzichtigheidvoedde fzij er zeer
De Engelsche correspondent van een onzer
groote bladen verhaalt, dat in zijn club te
Londen een six-pence boete is gesteld op het
gebruik van het woord, dat het gevreesde spook
aanduidt, hetwelk van Hamburg uit geheel
Europa schrik aanjaagt. Dat is te zeggen, de
boete was bepaald op een six-pence, doch moest
worden verminderd tot een penny, daar er
anders een oproer onder de leden zou zijn
üitgebarsten, want men kan niet laten om er
van te spreken. Indien ten onzent ieder in
zijn huiselijken kring of den dagelijkschen
omgang voor iederen keer, dat hij het woord
cholera gebruikt, een stuiver offeren moest,
dan zou er zeker heel wat inkomen ten bate
der armen. Misschien zouden er slimmerds
zijn als deze correspondent, die er in slaagt
een geheelen brief te schrjjven over de ge
vreesde ziekte, zonder het woord te noemen.
Toch is er wel wat kleingeestigs in die struis
vogelpolitiek, in dat niet willen hooren van
onaangename dingen die ge niet verjagen kunt.
Daarenboven wat in een gezellige club er
door kan, past nog niet voor het maatschap
pelijk leven.
Wij moeten onze oogen niet sluiten vnoi
het gevaar, dat ons bedreigt en bjj tijds de
meest gepaste maatregelen uturnen om de ge
vreesde ziekte buiten onze landspalen te houden
en zoo het haar gelukt binnen te dringen, ze
zooveel mogeljjk trachten te beperken. Alles
Liliane, die deze haastige beweging gezien had,
dacht aan wat Sylvia haar gezegd had, van „volstrekt
niet onvoorzichtigen vond haar vriendin nog
onverstandiger dan zij gedacht had.
«Gaat gij mede, dokter?” vroeg mevrouw De Solis.
„Ja, ik moet hier vlak bij een visite maken....
Misschien kom ik straks nog even op de villa om
te hooren hoe bet met mevrouw Norton gaat.... of
liever om bet genoegen te hebben haar nog ecus |e
zien....”
„En wij blijven goede vrienden, dokter I” zeide
Liliane, in het voorbijgaan hem de hand reikende.
„Goede vrienden, mevrouw!” -
George de Solis had een diepe buiging ^oor Sylvia
gemaakt. Hij vertrok met zijn moeder terwijl Eva,
evn weinig Bleek geworden, hem met de oogen volgde,
wat dwaasheden Toen het jonge meisje alleen was gebleven met Sylvia,
zeike zij na eetrig zwijgen:
„Mevrouw de Solis is een lieve dame!”
„Ni» t waar?” vroeg Sylvia. „En. zij scheen
te aarzelen „en haar zoon?”
„De markies?” riep Eva, min of meer verwonderd.
vJa!”
^Eer. volmaakt gentleman,” antwoordde het jonge
meisje koel.
„Hij is meer dan dat,” verbeterde mevrouw Nor-
toijL „Een edelman!”-
Eva glimlachte even en antwoordde eenigszins
kortaf
„Laten wij zeggen een eerlijk man, dat sluit alles in!”
n
Sylvia had zich van
t en fluisterde George in het voorbijgaan
toe:
„Ik moet u spreken, mijnheer De Solis.”
IX.
40)
„Gij hebt mij behaagd Ik heb u behaagdDat
was goed!.... Gij zijt ziek, uw'e gezondheid is weg,
arme man, of gij zijt verouderd, arme vrouw Nu
is het iets anders! Een reden tot echtscheiding!...”
In den goeden, ouden ijjd heb ik arme drommels
gekend, die door het leed in plaats van gescheiden,
qauwer verbonden werden En vrouwen die er reem 1
in stelden, te kunnen zeggen, dat zü slechts één en
kelen levenden man toebehoord hadden I”
//Ik kee er, die slechts één man, zei.
dooa was, bemindenantwoordde zacht
4e Solis.
Mevrouw Montgomery begon te lachen.
//Dat is allemaal heel mooi! Maar uwe Franchises
haddan 001*1 Wilrlzlol f,1 - z.....I. z.«
eu medewerkingelk onzer behoort de
•zorgsmaatregeleu te 1
vinding als de beste heeft doen kennen. Dit
staat vast; want elk, die roekeloos het gevaar
trotseert, stelt niet alleen zijn eigen leven in
gevaar, maar speelt op onverantwoordelijke
wjjze met dat van anderen, aan wie hij de
ziektekiemen kan overbrengen de bestuurders
die in deze dagen verzuimen te doen wat zij
kunnen om alle besmetting bevorderende en alle
onreine dingen op te ruimen, zjjn niet waardig
in hun ambt te worden gehandhaafd.
Dit op den voorgrond stellende, moet toch
de waarschuwing ons uit de pen, dat men
ook in deze zaak met de beste bedoeling niet te
ver ga. Er wordt te veel gepraat en te veel ge
schreven allereerst bij ons in de pers. Ko
lommen worden volgedrukt over cholerazeker
ook omdat er in den komkommertijd gebrek
was aan ander nieuws, maar ook met de be
doeling den .niet al te ontwikkelden voorzich-
tigheidszin der groote menigte» i 1
scherpen. Alles goed en wel, maar men loopt
gevaar het doel voorbij te streven. Wij denken
nu niet eelis aan zenuwachtige menschen, die
I uikpijn krijgen enkel van het lezen van al die
narigheid, hetgeen zeker niet strekken kan tot
bevordering van den algemeenen gezondheids
toestand. Wij hebben meer het oog op het
groote publiek, dat door al dat geschrijf
met de ziekte en
raakt, dat de schrik
De Hamburgsche epidemie, die op zich zelf ken schrikt ten slotte velen af. die toch wel
rdient toejuiching en kleuren bekeken
het groote
Mevrouw Montgomery is van haar eersten man
gescheiden,” zeide de markiezin tot den dokter, die
boes op zich zelf was, omdat hij dat had kunnen
vergeten en zich bij Lilians verontschuldigde
«Mevrouw, ik verzeker u.... het was niet mijne
bedoeling.”
„O 1" zeide zij, „het beteekent nietsEigenlijk
ben ik hel geheel met u eeus I De echtscheiding is
I net als nwe voorschriften... men krijgt een ander
eu wordt toch niet beter I Kom Bernièro, wij
zullen onze partij moeten Organiseeren 1 Het is reeds
vier uur.”
«Tofr uw dienst, mevrouw 1” zeide do vicomte.
Liliane gaf Sylvia de hand
«Wij gaan u verlaten, lieve! Tot spoedig! En
wees nu vróoljjk, hoor! De markiezin heeft gelijk!
Het is verbeelding! 01 ik zal
bedenken om u
boden zullen
JOU u
dfs toen hij zachtjes bjj.
.1 mevrouw „Gij vergist u,” sprak Sylvia. „Ik ben niet on-
I voorzichtig geweest..., volstrekt niA!”
I „Des te beter! Eu weg mot den kolonelj,”
- ------Sylvia had zich van mevrouw Montgomery losge-
liadden een middel uitgevonden om niet te scheiden!.. maakt en duisterde George in het voorbijgaan zeer
reeds voor de wet.... zij smokkelden I Neen, dan is snel
De mildewAl wat i
eerlijk l'Nlet is op- „Mij?”
1 („Ja. Kom over een oogenblik terug!”
voor- slotte eene alledaagsche zaak wordt, die hoe
nemen, welke de ouder- langer hoe minder belangstelling wekt; het
hooft d,.on to,,no„ n;v. i jjselijke wordt niet meer gevoeld, vooral als de
gedachte er dan bjjkomt, dat Hamburg nog
al een heel eind van hier ligt. Zoo is nu een
maal de mensch. Het gaat er mee als met
het jonge rund, dat in ’t» voorjaar voor het
eerst in de wei de locomotief met ontzetting
ziet voorbjjsuuiven, zoodat het met den staart
in de hoogte de vlucht neemt. Kom echter
in den nazomer eens terughetzelfde dier
blijft kalm herkauwend op den slootkant het
eertjjds gevreesde monster nastaren of ver
waardigt het misschien met geen blik meer.
Zoo iets is te vreezen, als men al te veel
werkt op de verbeelding van het groote pu
bliek.
En dan al die raadgevingen Wij worden
er zoo van overstelpt, dat niemand uit de
burgurklasse, welke met haar tijd en haar
gel^zuinig moet zijn, óók maar een tiende
er van kan opvolgen. Mes amis, surtout pas
trap de zèle! Wezenlijk, als er zooveel van een
mensch gevergd wordt om eenige kans te hebben
I onbesmet te blijven, dan is het gevaar groot,
dat hij in wanhoop uitroeptMaar dat is niet
te doenen dat hij eindigt met niets op te
volgen van uw fraaie en zeker gegronde leef
regelen. De ondervinding leert, dat zedeleeraars,
door al dat geschrijf zoo j die te hooge eischen stellen uan hun disci-
haar optreden vertrouwd pelen, in den regel weinig goeds uitwerken;
er langzamerhand uitgaat, de onmogelijkheid om het volmaakte te berei-
wat daartoe van overheidswege met lofwaar- allerverschrikkelijkst is, wordt, zoo in geuren
-» digen ijver gedaan wordt, v rdient toejuiching en kleuren bekeken eu r *~LJ.