BINNENLAND? Bultenlandscti Overzicht. r k INGEZONDEN. 0 publiek en spreke niet van dingen, welke men vooruit weet, dat de volksklasse met den besten wil bij gebrek aun middelen niet kan uitvoeren. Anders loopt men gevaar, dat de nuttige, voor ieder licht op te volgen wenken met de utopiën schouderophalend worden in den wind geslagen. Daar is ook b. v. dat geioep om quarantaine en beperking van het vreemdenverkeer en van aanvoer van waren uit den vreemde. Alle maatregelen in dien geest kunnen weinig baten. Men kan in een beschaafd en dicht bevolkt land onmogelijk alle verkeer met het buitenland afsluiten. Eeu cordon soldaten om het geheele land heen, die iedereen op alle wegen en voetpaden het in- of uitgaan belette alle havens geblokkeerd dat ware een afdoende maatregel. Maar ieder voelt, dat hieraan niet te denken valt. Laat ons dus tevreden zijn met het bereikbare. Zieken aan de grenzen afzonderenbesmette schepen aanhouden en desinfecteeren, landverhuizers, die niet verder kunnen, zooveel mouelijk weren en dergelijke, zooals reeds geschiedt, uitstekendMaar maak er de Regeeriug geen verwijt van, dat zij geen Chineeschen muur om ons land kan oprichten. Onze lezers moeten uit het bovenstaande niet opmaken, dat wij het gevaar geringachten. Integendeel. Juist omdat wij voorzien, dat de vijand, zoo niet nu reeds in dit uajaar, dan toch in het aanstaande voorjaar ons land zal binnendringen, willen wij tot ernstige waak zaamheid aansporen. Ernstig, dat wil zeggen, met verstand, practisch. Wij wilden alleen waarschuwen tegen allerlei overdrijving, die de goede zaak schaadt. Hartelijk hopen wij, dat bij deze gelegenheid voorgoed a le mestvaalten en bergplaatsen van vuilnis uit de kom der gemeenten worden verdreven dat een heilzame schrik ieder er toe brenge riolen en privaten van smetstof te zuiveren dat grooter zinde lijkheid op lijf eu woning inheemsch worde; dat elk een gezonden leefregel volge. Oholera- vrees is daartoe een sterke prikkel, doch ge woonlijk wijken de goede voornemens weder, als die ophoudt te werken. Op één hoopvolle omstandigheid mogen wij ten slotte nog wijzen. Namelijk, dat de ziekte reeds zoo lang' buiten onze grenzen gehouden is, als epidemie wel te verstaan. De onder vinding heeft ons blijkbaar geleerd en de we tenschap heelt ons beter verdedigingsmiddelen aan de hand gedaan. In 1832 eu '49 heeft de ziekte zich dadelijk na de eerste gevallen in ons land verspreid en genesteld. Gelukkig dat thans de Regeeriug en de mannen der wetenschap zi' h bijtijds kunnen wapenen ^en dat het groote publiek over het algemeen ge neigd is, de autoriteiten op dien weg te volgen. Het kan gten kwaad oek eens een enkelen keer iets goeds te zeggen van den tijd, waarin j wjj leven hoopvol en vertrouwend de onzekere toekomst te gemoet te gaan, is stellig beter voorbehoedmiddel dan redelooze angst. GOUDA, 6 September 1892. Heileu' by bet middagappèl is voor het front van het Bataljon de zilveren medaille voor 24 jaren trouwe dienst uitgereikt aan don soldaat G. J. van der Velde. Tot gemeente-» veldwachter te Zevenhuizen is be noemd Y. Tissing, agent van politie der 2e klasse al hit r. Naar gemeld wordt heeft de Delftsche muziek directeur, de heer J. C. Boers, die oulangs zijn tach tigsten verjaardag ouder algemoene deeluemiug van alle vrienden ouzer vaderlandsche toonkuust vierde, aan den minister van biunenlaudsche zukeu het ver zoek gericht, dat het koninklijk besluit waarbij hij benoemd werd tot ridder in de orde van Orauje- Nassau, worde ingetrokken. Er bevinden zich te Botterdam op hot oogenblik eene menigte lundverhuizeis op huune doorreis naar Engeland of America, die hunne reis niet kunnen vervolgen, omdat de vervoermiddelen worden gewei gerd. De politie boraamt maatregelen om deze lieden te verwijdereu, waartoe de hoofdcommissaris van po litie zich tot de Hooge Begeering wende. De ge zondheidscommissie wordt geregeld bekend gemaakt met de plaatsen, waar zij verblijf hebben. In het laatste Maandblad van dr. Vau Hain6l Boos vindt men de afbeelding en beschrijving van „hy giënische theepotten dut wil zeggeu vau trekpot ten, waardoor men kan voorkomen dat de thee te laug trekt eu daardoor schadelijke in plaats van heilzame eigenschappen verkrijgt. De thee wordt nl. in een afzonderlijk busje of bakje gedaan, dat door een haakje of' kettinkje, 't welk in den deksel uit komt, op eu neder kau worden bewogen. Zoodoende kan men voorkomen dat, als do thee 3 tot 6 minu ten iu kokeud water getrokken heeft", de alsdau gezonde drank „een afschuwelijk scherp en schadelyk vocht wordt". Eeu der trekpotten heeft ook dub bele wandeu, waartussciien kokend water kan worden gegoten om eerst den pot te verwarmen eu dan het vocht warm te houden. De St.-Ct. bevat een kon. besluit van den 4den September 1892, tot vaststelling vau buitengewone maatregelen tot afwending dor Aziatische cholera eu tot wering harer uitbreiding or. gevolgen. (Staatsblad No. 215.) Dit besluit be»at o. a. de voUende bepalingen Artikel 1. Onverminderd hot koninklijk besluit ran 13 Juli 1892 Staatsblad No. 177), houdende verbod van in-, door- en vervoer van lompeo, ge bruikte kleediugstukken eu ongewosschen lijf- en beddegoed uit landen en plaatsen door de ministers van binneulandsche zaken en van financiën aan te wijzen, is in-, door- eu vervoer van onbewerkte wol eu haar, huiden, bontwerk en andere voor het over brengen vau besmetting vatbare voorwerpen verboden uit landen of plaatsen, door de miuistera van bin. nenlandsche zaken en van financiën aan te wijzen. 4)e aanwijzingen worden door plaatsing iu de Ne- dtrlandsche Staatscourant ter algemeene keunis ge bracht. Art. 5. Eon ieder, die waarneemt, dat een persoon, langs land- of waterweg Nederland biuneukomende, aan Aziatische cholera lijdt of ziekteverschijnselen vertoont, welke het ontstaan van Aziatische cholera doen verwaobten, of die waarneemt, dat goederen vatbuar voor de overbrenging van de besmetting vau Aziatischo cholera, waarvau de invoer verboden is, langs land- of waterweg in Nederland worden inge voerd, is verplicht daarvau onverwijld keunis te ge ven aan den burgemeester of den meest naby zijndeu ambtenaar \au rijks- of gemeentepolitie, of wan neer, het goederen betreft aan den meest nabij zijndeu ambtenaar vun 's rijks belastingen. Deze verplicbtiug rust iu het bijzonder op houders van vervoermiddelen eu daarby geëmploieeruen. Art. 13. Dadelyk na de aankomst vau eiken per sonentrein of truui uit hot buitenland worden de reizigers door den geneeskundige onderzocht op de wijze, die hem, na overleg met den stutionsohef en den hoogst in raug zijnde der aanwezige ambtenaren, vau de invoerrechten en accijnzen, het meest doel treffend voorkomt. De goederen (met inbegrip van de bagages door reizigers medegebracht) worden, voor zoover de ge neeskundige het noodig oordeelt, zoo spoedig moge lijk na auukumst door of namens hom ouderzocht op de wijze, die hem, na overleg met den statiou9chef en deu hoogst in raug zynde der aanwezige ainbte- uaren van de invoerrechten en accijnzen, het meest doeltreffend voorkomt. Art. 14. Reizigers, die door deu geneeskundige bevonden worden, niet aun Aziatische cholera te lij den, noch verschijuseleu vun die ziekte vertoonen, worden terstond tot voortzetting der reis toegelaten. Komon zy evenwel uit een der lalden of plaatsen, bedoeld in art. 8 van het vertegen woordig besluit, dau wordt, door de zorg van d/eu geneeskundige, de burgemeester vuu de plaats hufiuer bestemming per telegraaf van hunne aankomst/verwittigd. Art. 15. De reizigers, die qoor den geneeskundige bevonden worden aan Aziatische cholera te lijden, of verschijnselen van die ziekte te vertoonen, wordeu, indien de geneeskundige het noodig oordeelt, onver wijld met inachtneming van art. 9 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad No. 134), overgebracht naar eene door den burgemeester der gemeente, waarin bet grensstation ligt, volgens art, 18 vuu het tegenwoordig besluit, uan te wijzen inrichting voer verpleging van lijders aan besmettelijke ziekte en daar afgezonderd en verpleegd. Do kosten van vervoer en verpleging wordeu door de verpleegden of huune 'erfgenamen vergoed. Behoeftigen worden op 's rijks kosten vervoerd en verpleegd, voor zoover niet de kosten daarvan, krach lens de wet tot regeling vuu het armbestuur, ten laste eener gemeente inoeten wordeu gebracht. Art. 17. Slaapwagens (wagous-lits) met inbegrip van rijtuigen met slaapcorapartimenten, die uit het buiteuland aau een der in art. 11 bedoelde grens stations binnenkomen, mogen niet verder gebruikt worden en worden na aankomst nan het grensstation oumiddellijk gesloten eu zoo spoedig mogelijk terug gezonden, desnoods na, indien de geneeskuudige het noodig oordeelt, op de door hem voorgeschreven wijze te zijn ontsmet. 8ylvia zag haar nichtje aan. Houdt gij niet veel van mijnheer De Solis, Eva lief?" „Ik? Hoe komt ge daaraan?' „Door de manier, waarop gij over hem spreekt „Ik spreek nooit over mijnbeer de Solis," ant woordde zij weer even kortaf. „Norton heeft mij over hem gesproken voor u „Oom!" „Uw oom'heeft too zijn gedachten, en hoewel hij u natuurlijk volle vrijheid laat.. Eva had een flauw besef, dat Sylvia zoo met haar sprak om te weten, hoe zij over de Solis dacht. „Het zou porton zeker veel geucegeu doen," ver volgde de jonge vrouw, „als hij uw toekomst ver zekerd zag door een verbintenis...." „Welke verbintenis?", viel Eva haar in (ie mie. „Heeft mijnheer de Solis u opgedragen uit zijn naam met mij te spreken?" „Neen, ik heb u gezeg* dat uw oom „Miju oom weet, dat ik zeer behaalde ideeën om trent het huwelijk heb. Dé eed, dien ik zal aflfggeu, zooals ik struks zeide, zal voor mijn'gehettlo^evon zijn en ik zal dien eed slechts aanueme» van eenj man, die mij liefheeft, zooals ik hem, met rayn ge heele Z'el. Ik spreek niet over mijnheer de Solis. Ik spreek over mijzelf, en ik heb hem niet liet. Dit werd zoo vast gezegd, dat men de waurheitr gevoelde, eu Sylvia's treurige oogen schitterden on willekeurig van blij'schap. f „Hebt gij hem niet lief, Eva? Hebt gij den heer de Solis niet liet?" „Neen 1" Doch Sylvia hield aan „Zie mij eens goed aan Gy zijt mijn zuster Miju lieve zusier. Mij dunkt, als er over den heer de Solis gesproken werd, dat gij...." „Ik bemin den heer de Solis niet!" viol het jonge meisje haar iu de red?. „En ik herhaal u, ik word slechts de vrouw vau den man, dien ik liefheb 1" Ditmaal klonk er iets vijandelijks in haar toor, dat mevrouw Norton ongerust maakte. „Wat scheelt er aan, begfe Eva? Wat ik gezegd heb, heeft u toch niet gekwetst?" Gekwetst Noenantwoordde Eva. „Gij wilt weten, hoe ik over de zaak deuk, ik zeg u.... rond uit.... als aan eon zuster.... zoouls gy mij noemt.... En waarom zou ik don heer de Solis beminnen Zou hij mij dau kunnen liefhebben?" „Wie zegt u,en Sylvia aarzelde eveu „dut de heer de Solis?".... Inderdajtd klonken de woorden van hot meisje bitter en Sylvia antwoordde, met oen blik op haar unooie, grobïe* heldero oogeu, haar zwurto haren eu Hfijn profit 1. „<C)f hij kunnen liefhebben?.... Met uwe bevalliglieid^uw schoonheid, uw goudheid I" „Welnu! nmleren zijn ook mooi un goed!" zeide Eva. „Anderen berniuuen hem misschien En hij, hij gelodft gy, dat hij zelfs uan mij denkt?".... Haar blik viel op den armband, waar de Solis daar straks naar gekeken had omdat Sylvia er ook zoo een had en langzaam zeide zij „Zelfs als hy met mij spreekt, denkt hij aan een andere 1" „Aau een andere? Eva, kind, wat bedoelt gij? Ik wil het weten I...." „Wat? Het geheim van den heer de Solis vroeg zij. „Vraag het hem zelf, als gij hem zietU zal hij het zeker vertellen." De laatste woorden had zij op on vriendelij ken toon gesproken blijkbaar wilde zij eeo eind maken aan een gesprek, dat haar mishaagde en hinderde, en ofschoon Sylvia hanr riep, giug zij heen, en sloeg de deur achter zich dicht, naar haar kamer gaaude met iugehoudon^truuen. „Eva!" Eva wasteeds ver weg, om een eenzame plek te vinden, wuar zij zenuwachtig kon uitschreien, zonder dat iumaud het zag en zonder dat zij wist waarom. Sylvia bleef verschrikt alleen. Een gedachte verontrustte haar en nog klonk haar de toon iu de ooren, waarop Eva haar als het ware de woorden in hot gezicht geworpen had„Het geheim vau den heer de Solis Vraag het hem zelf als gij hem ziet 1" „Zou hem beminnen 1" vroeg zij zich af. (Wordt vervolgd.) Op de jaarvergadering van do Vereenigiug van burgelijke ingenieurs i9 do volgende motie aange nomen „De Vereeniging zal zich by adres wenden tot de hooge regeeriug met de mededeeling, dat zy besloten heeft zich aan te sluiten by den wensch, van vele zijden geopeubuard, dat. het de regeering moge be hagen 9poedig een voorstel te doen tot benoeming eener staatscommissie, die den weg en de hoofdbe ginselen zal aunwijzeu, volgens welke het Zuiderzee- vraagstuk op de in 's lands belang moest wensche- lijko wijze zal kunnen worden tot oplossing gobracht." De heeren Huet, Witkop Koning eu J. P. Have- laar, die zich niet geheel met de toelichting van den heer Telders kunnen vereenigen, vooral wat de onbe paalde verdediging van de door de Zuiderzee-vereeni- ging gegeven oplossing betreft, schoukon echter gaarne hunne volle adhaosie aan de zoo algemeen gestelde motie van het bestuur, zoodat deze bij acclamatie werd aangenomen. Zaterdag whs in de vergadering der Voreeniging voor Fabrieks- on Hand werksnij verbeid do vraag aan de ordewelke maatregelen van overheidswoge kun nen dienen om arbeiders goede, gezonde en goedkoope woningen te verschaffen. Na eenige discussie zijn te dier zake de volgende conclusion aangenomen a. De geldelyke voordooien die van overheidswege aan het bouwen van goede, gezonde goedkoope ar beiderswoningen verbonden moeten worden, dienen gegeven te worden in eeno vorm en op eene wijze, dio misbruik ten bate vnn derden en ten naiieele van het algemeen (de gemeente- of staatska?) zooveel inogeiyk voorkomt. Zij moeten te dien einde eeu tijdelijk opzegbaar karakter dragen. b. Het is wenschelijk dat bij de aanstaande rege ling vau ons belastingwezen, iu het bijzonder wat betreft het poisoneel, de hypotheekrechten, mutatie-, zegel- en registratierechten, rekening gehouden worde mot dergelijke voordeelen aan eigenaars of bewoners van goede, gezonde eu goedkoope arbeiderswoningen onder nader te bepalen voorwaarden c. Het is wenschelijk, dut uan de Bijkspostspanr- bank do gelegenheid gogevm worde, een gedeelte van haar kapitaal tjgeuvoldoendo waurborgen en matige rente, als hypotheek op urbuide-swouiugen voor te schieten. Aan don trein uit Zevenaar met 500 Kevelaar- gangors is de toegang op Duitsch grondgebied ontzegd. Ook de procesnietrein uit Oosterwijk naar Keve laar, die gisteren morgen vandaar vertrok, mocht op eer. telegram der Begeering de grenzen niet over schrijden, wegens het mogelyke overbrengen van be8metiing, zoodat de trein, uit meer dan 30 wa gens bestaande, te Gennep gekomen, weder moest terugkeert. fe Zevenaar is een geheele wagen met goederen, welke bestemd waren om hier te lande te worden uitgestoomd, aangehouden Aldaar is thans een officier van gezondheid gesta- tionueerd, die toezicht op de binnenkomende reizigers houdt. De visitatie van reizigers en bagage, komende van Duitschland, zal door do Expioitatie-Maatschappy voortaan to Nijmegeu, iu plaats van le Groesbeek, geschieden. Met de belangrijke quaestie vau de Hollandsch- Belgische grensafnakening houden de inwoners der gehuchten Castelre en Ulicoten, ressorteeren de tot de Nederlandsche gemeente Batirie-Nassau, zich bij voortduring levendig bezig. De bevolking van eerst genoemd gehucht, 320 ziolen Bterk, Belgisch van karukter, taal en zeden, zoo al niet van hart en van oorsprong, vraagt eenparig inlijving bij het B -Igische Vaderland. Geheel ingeklemd in het Belgische KrombMljj^l en 2 mijlen verwijderd van V!e moedor- Castelré slechts 25 minuten van Min- *d zijn kinderen de school bezoeken, riet maakt^mk deel uit van die parochie. De in woners onderhouden slechts betrekkingen met Baarle- Nassau voor zoover den burgerlijken stand en de belastingen betreft; zij hebben geen kerk, geun school, geen postdienst, gueu behoorlijken rijweg, niets »an dat alles. Hun grondgebied vormt het hart der gemeente Minderhout; zij zyn vreemdelingen in hun eigen land, wyl al hun belangen: godsdienst, familie, on derwijs, handel enz., hen aau België verbinden. Derhalve is het niet le verwonderen, dat die goede lieden sedert jaren met aandrang vragen, in het groote Belgische gezin te wortlen opgenomen. Wat Ulicoten betreft, dit bevindt zioh in betere conditie dan Castelre'. Het. heeft eene voor een twaalftal jaren herbouwde schoonu kerkook bezit hot een school en onder zijn bevolking zijn verschei den gegoede landbouwers. Ofschoon het gehucht Ulicoten hoogstens 350 a 400 inwoners telt, zou het zeer goed een kleine gemeente op zich-zelve kunnen vormen, in staat oen gemeenteraad samen te stellen en in zijn behoeften te voorzien. De hereeniging met een naburige gemeente zou niet gaarne gezien worden en zeer zeker algemeene ontevredenheid wekken. Eenige der inwoners zou den Nederlnnders willen blijven, andere zijn voor een aanhechting bij België. Zooals men ziet,, is de quae9tie der greusafbakening zeer ingewikkeld, en nog tal van moeilijkhedeu zijn te voorzien alvorens zij tot algemeene voldoening zal zijn opgelost. (Courrier de la Meuse Uit Haarlem schrijft men aan het Nieuws v. d. dag: „Als een donderslag verspreidde zich Zondag reeds vroeg in den morgen het bericht, dat de Koningiu- nen Woeusdag onze gemeente niet zouden bezoeken. „In den beginne dacht men te doen te hebben met een „canard", uitgestrooid door den een of an deren grappenmaker, doch toen te elf uren een offi- cieole publicatie verscheen, waarin de burgemeester tot zija leedvvezea moest mededoelon, dat de genees kundige inspecteur van Zuid-Holland, Dr. W. P. Buysch, en da lijfarts van H. M. de Koningin, Dr. van Tienhoven, hadden ontraden het bezoek aan Haarlem te brengen, op dit oogenblik althans, en H. M. de Koningin-Begentes tot haar groot leedwezen dit bezoek alzoo moest uitstellen, hier eohter bijvoegende dat, zoo de omstandigheden gur.stig werden, dit be zoek wellicht nog zal worden gebracht iu het eiud van September of het eind van October, wa9 de te leurstelling algemeen. „Dit kan geen verwondering baren, waar alle stra ten, pleinen en grachten, het arbeiderskwartior en de inrichtingen, die zouden bezocht worden, reeds bijna voor de ontvangst gereed waren. „In de eerste oogenblikken waren de commissie leden wel wat verontwaardigd, doch toen nadere bijzonderheden werden medegedeeld, kwamen deze alweder in een kalmer stemming, en heden (Maandag) zal ieder mensch, die zijn verstand goed bijeen heeft het niet alleen billijken, doch ook toejuichen dat H. M. dit besluit, hoewel wat laat genomen, toch heeft genomen. „Waar toch in de kleinste plaatser. de kermis wordt verboden, waar de geestelykheid, ook in het buitenland, bedevaarttochten verbiedt, daar zou het in dezen tyd al zeer vreemd zijn geweest, zoo de hoogstgeplaatste personen aanleiding zouden hebban gegeven tot het samenbrengen van een 70,000 tal personen, waarvan er ook zouden zijn gekomen uit plaatsen als Velzen en IJmuiden, waar nog van zeer recenten datum gevallen van"*cKotera werden gemeld. Ware het bezoek gebracht en werd onze gemeente eenige dagon daarna door de zoozeer gevreesde epi demie bezocht, dan zou niot alleen den beiden advi- seerendon goueesheeren het verwijt hebben getroffen daarvan de oorzaak te wezen; doch ook de Koning innen, die met de beste bedoelingen gevolg hadden gegeven aan het verzoek van den Baad, zouden in dit verwijt worden getroffen. „Men spreekt hier er algemeen over, dat het bezoek is afgezegd op een zoo laat tijdstip, doch de reden hiervan ligt voor de hand. Do inspectour vau het Geneeskundig Staatstoezicht in Noord-Holland is van 1 September af door ziekte verhinderd zijn dienst waar te nemen, waarom Dr. Ruysch daarmede is belast. Deze diende zioh toch eerst op de hoogte te stellen van den toestand iu Noord-Holland, wanr- mede natuurlijk eenige dagen hoongingen, zoodat het besluit niet eerder kon worden genomen. Veel wordt er gesproken van geleden schade, doch als men de menschen dit eens kalm onder bet oog brengt, komen zij reeds' spoedig tot de conclusie, dat die schade nu juist niet zoo groot is. Alleen hebben eenige straten het verlies te betreuren van reeds gekocht groen, doch dit i9 dan ook alles, terwijl de inrichtingen van de heeren Bcynes en Enschedé nog niet zoo ver waren, dat wat daar reeds w»9 aangebracht niet met geringe onkosten kan blijven tot HH. MhC komen. „Als er van schade sprake raag wezen, dan treft dit alleen het arbeiderskwartier, waar uit pjatte beurzen zooveel was tot stand gebracht. Voor de anderen, die wilden versioren, is bet slechts een quaestie van een kleinigheid om nieuw groen to ^coopen." De laatste offfcieele opgaven uit Duitschland luide aldus Hamburg, 3 Sept. 528 zieken, 379 do^en 4 ïlept. 501 zieken, 158 dooden. Sedert Zaterdag is te Berlijn geen enkel nieuw geval aangegeven, De Aordd. Allgem. Zeitung meldt: De keizer heeft j op de voordracht van deu rijkskanselier, den minis- i ter vau binnenlandsche zaken en den Pruisischen j minister van oorlog, besloten de troepen-manoeu- j vros van het So en 16o legerkorps niet te doen j doorgaan. O Do Aziatischo cholera verminkt dus langzamerhand te Hamburg en is in do laatste dagen van daar naar slechts weinig andere plaatsen in Europa overgebracht. Ook te Parijs vermindert de ziekte in de zieken huizen. Er werden volgens het laatste bericht van Reuter slechts 41 personen in het hospitaal gebracht, van wie 4 stierven. Bij do opgaven worden de lijders, die thuis blyveu, niet medegerekeud, en men heeft er dus niet veel aan. Zoudor te veel waarde te hechten aan wat een correspondent der Köln. Ztg. vertelt over de wijs, waarop de cholera in Frankrijk verzwegen wordt, blijkt uit zijn mededeeling toch dat Fransche berichten niet volledig zijn. Ook is het zonderling, (Jat, juist nu de verbetering zou voortduren, het aantal bedden in de ziekenhui zen vermeerderd is. Dit weet men althans dat de cholera, betzij nos tras of oen andere, in vele plaatsen slachtoffers blijft maken dat gevallen yan deze lichtere ziekte veel vuldig in Europa voorkomen, dat zij in enkele stre ken van België in niet kwaadaardigen vorm epide misch heerscht. „Deze waarheid te verhelen is even dwaas als ze te overdrijven," schreef dezer dagen de correspondent der Times te Petersburg, die van oordeel is „dat het reeds sedert eenigen tijd duidelijk i9 geworden dat wij staan tegenovor een epidemie van cholera, ge lijksoortig aan die welke Europa in 1830, 1847, 1853 en 1866 bezocht heeft." Bij de verkiezing in het Pruisische district Her- ford-Halle is (fe heer Haramerstem (conservatief en orthodox) met 7630 stemmen tot lid van den Rijksdag gekozen. De nationaal-liherale candidaat had er 3160 de vrijzinnige 1878 en do socialistische 1 84. Bij vergelijking met de vorige verkiezing hadden de conservatieven thaus 269 en de socialisten 407 stem men minder daarentegen de nationaal-liberalen 992 en de vrijzinnigen 592, alzoo de liberale partijen to zaraen nagenoeg 1600 stemmen meer. In het district Sagan-Sprottau is bij herstemming de vryzinuige candidaat gekozen met 8379 stemmen, tegen 7304 op den candidaat der codffervatieven on ultraraontanou. Ook in deze cijfers ligt vermeerdering voor de eerst-eu vermindering voor de laatstgenoemden. Keizer Wilhelm keizer Frans Jozef, koning Hum- bert en natuurlijk ook de onvermoeibare president Carnot gaan of zijn op reis. Op 10 September komt keizer Wilhelm te Metz, vergezeld door Caprivi, den koning van Saksen, den prins-regent van Brunswijk, den groothertog van Baden en vele andere vorstjes, om da legeroefeningen bij te wonen. Koning Humbert gaat een nationale Italiaansche tentoonstelling openenkeizer Frans Jozef een bezoek brengen aan het land der Czecben, wellicht in de hoop dat lastige volkje een weinig tot bedaren te brengen. President Carnot vertoeft in Savooie. In weeiwil van eon hevigen slagregen is president Caruot, te Cbambéry met veel geestdrift ontvangen. Een fak keltocht moest achterwege blijven, maar de vlaggen en versieringen waren kwistig aangebracht. Een feestmaal werd den heer Caruot door den gemeenteraad van Chambéry aangeboden. Do burge meester hield een toespraak en Carnot antwoordde dat Frankrijk geen trouwer burgers kan hebben dan de Savoyaarden. Zij hadden, zeide de president, begrepen dat de strijd der partyen wijken moet voor den wil van hot volk, dat zich voor den republi- keinschen regeeringsvorm verklaard heeft en daardoor de wereld van Frankrijks vredelievende bedoelingen hoeft overtuigd. Aan de Redactie der Goudsche Courant. Het gebeurt meermalen dat in^Uw blad de aan dacht der Openbare Gezondheidscommissie wordt ge vestigd op toestanden welke dringend verbetering eischen, door het inzenden van ingezonden stukken. Dikwijls zijn de stukken ougeleekend, ja zelfs wordt daarin de plaats en hot bedoelde kwaad niet vol- doendo toegelicht, zoodat, al trekken zij onze aan dacht, wat ook geen regel is, zij dan nog hun doel kunnen missen. En toch is het goed, vanneer ons mededeeling wordt gedaan van die toestanden en is het noodig dat spoedig onderzoek gedaan en verbe tering gebracht wordt. Wy zouden U daarom wil le^ verzoekon het publiek ér op te wyzen dat de Openb. Gez. C. gaarne aanwijzingen ontvangt, doch dat een spoedige mededeoiing die niet kan ontgaan aan hare aandacht alleen geschiedt, wanneer dezelve wordt gedaan aan haarzelf en het gemakkelijk&t-.ann haren Secretaris kan worden verricht. En dan s het zekor dat de Openb. Gez. C. een spoedig en zeker doeltreffend onderzoek kan instellen en daarna maat- regelen neemt.. Wie het dus goed méént, ou wien het ernst is met zijn opmerking, die weado zich niet zijn opgaven tot den Secretaris der Openb. Gez. Commissie.' A. H. TEEPÉ Gouwe, JU. 49.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2