BINNENLAND?
Bultenlandscti Overzicht.
r
k
INGEZONDEN.
0
publiek en spreke niet van dingen, welke men
vooruit weet, dat de volksklasse met den besten
wil bij gebrek aun middelen niet kan
uitvoeren. Anders loopt men gevaar, dat de
nuttige, voor ieder licht op te volgen wenken
met de utopiën schouderophalend worden in
den wind geslagen.
Daar is ook b. v. dat geioep om quarantaine
en beperking van het vreemdenverkeer en van
aanvoer van waren uit den vreemde. Alle
maatregelen in dien geest kunnen weinig
baten. Men kan in een beschaafd en dicht
bevolkt land onmogelijk alle verkeer met het
buitenland afsluiten. Eeu cordon soldaten om
het geheele land heen, die iedereen op alle
wegen en voetpaden het in- of uitgaan belette
alle havens geblokkeerd dat ware een afdoende
maatregel. Maar ieder voelt, dat hieraan niet
te denken valt. Laat ons dus tevreden zijn
met het bereikbare. Zieken aan de grenzen
afzonderenbesmette schepen aanhouden en
desinfecteeren, landverhuizers, die niet verder
kunnen, zooveel mouelijk weren en dergelijke,
zooals reeds geschiedt, uitstekendMaar maak
er de Regeeriug geen verwijt van, dat zij geen
Chineeschen muur om ons land kan oprichten.
Onze lezers moeten uit het bovenstaande
niet opmaken, dat wij het gevaar geringachten.
Integendeel. Juist omdat wij voorzien, dat de
vijand, zoo niet nu reeds in dit uajaar, dan
toch in het aanstaande voorjaar ons land zal
binnendringen, willen wij tot ernstige waak
zaamheid aansporen. Ernstig, dat wil zeggen,
met verstand, practisch. Wij wilden alleen
waarschuwen tegen allerlei overdrijving, die de
goede zaak schaadt. Hartelijk hopen wij, dat bij
deze gelegenheid voorgoed a le mestvaalten en
bergplaatsen van vuilnis uit de kom der
gemeenten worden verdreven dat een heilzame
schrik ieder er toe brenge riolen en privaten
van smetstof te zuiveren dat grooter zinde
lijkheid op lijf eu woning inheemsch worde;
dat elk een gezonden leefregel volge. Oholera-
vrees is daartoe een sterke prikkel, doch ge
woonlijk wijken de goede voornemens weder,
als die ophoudt te werken.
Op één hoopvolle omstandigheid mogen wij
ten slotte nog wijzen. Namelijk, dat de ziekte
reeds zoo lang' buiten onze grenzen gehouden
is, als epidemie wel te verstaan. De onder
vinding heeft ons blijkbaar geleerd en de we
tenschap heelt ons beter verdedigingsmiddelen
aan de hand gedaan. In 1832 eu '49 heeft
de ziekte zich dadelijk na de eerste gevallen
in ons land verspreid en genesteld. Gelukkig
dat thans de Regeeriug en de mannen der
wetenschap zi' h bijtijds kunnen wapenen ^en
dat het groote publiek over het algemeen ge
neigd is, de autoriteiten op dien weg te volgen.
Het kan gten kwaad oek eens een enkelen
keer iets goeds te zeggen van den tijd, waarin j
wjj leven hoopvol en vertrouwend de onzekere
toekomst te gemoet te gaan, is stellig beter
voorbehoedmiddel dan redelooze angst.
GOUDA, 6 September 1892.
Heileu' by bet middagappèl is voor het front van
het Bataljon de zilveren medaille voor 24 jaren
trouwe dienst uitgereikt aan don soldaat G. J. van
der Velde.
Tot gemeente-» veldwachter te Zevenhuizen is be
noemd Y. Tissing, agent van politie der 2e klasse
al hit r.
Naar gemeld wordt heeft de Delftsche muziek
directeur, de heer J. C. Boers, die oulangs zijn tach
tigsten verjaardag ouder algemoene deeluemiug van
alle vrienden ouzer vaderlandsche toonkuust vierde,
aan den minister van biunenlaudsche zukeu het ver
zoek gericht, dat het koninklijk besluit waarbij hij
benoemd werd tot ridder in de orde van Orauje-
Nassau, worde ingetrokken.
Er bevinden zich te Botterdam op hot oogenblik
eene menigte lundverhuizeis op huune doorreis naar
Engeland of America, die hunne reis niet kunnen
vervolgen, omdat de vervoermiddelen worden gewei
gerd. De politie boraamt maatregelen om deze lieden
te verwijdereu, waartoe de hoofdcommissaris van po
litie zich tot de Hooge Begeering wende. De ge
zondheidscommissie wordt geregeld bekend gemaakt
met de plaatsen, waar zij verblijf hebben.
In het laatste Maandblad van dr. Vau Hain6l Boos
vindt men de afbeelding en beschrijving van „hy
giënische theepotten dut wil zeggeu vau trekpot
ten, waardoor men kan voorkomen dat de thee te
laug trekt eu daardoor schadelijke in plaats van
heilzame eigenschappen verkrijgt. De thee wordt nl.
in een afzonderlijk busje of bakje gedaan, dat door
een haakje of' kettinkje, 't welk in den deksel uit
komt, op eu neder kau worden bewogen. Zoodoende
kan men voorkomen dat, als do thee 3 tot 6 minu
ten iu kokeud water getrokken heeft", de alsdau
gezonde drank „een afschuwelijk scherp en schadelyk
vocht wordt". Eeu der trekpotten heeft ook dub
bele wandeu, waartussciien kokend water kan worden
gegoten om eerst den pot te verwarmen eu dan het
vocht warm te houden.
De St.-Ct. bevat een kon. besluit van den 4den
September 1892, tot vaststelling vau buitengewone
maatregelen tot afwending dor Aziatische cholera eu
tot wering harer uitbreiding or. gevolgen. (Staatsblad
No. 215.)
Dit besluit be»at o. a. de voUende bepalingen
Artikel 1. Onverminderd hot koninklijk besluit
ran 13 Juli 1892 Staatsblad No. 177), houdende
verbod van in-, door- en vervoer van lompeo, ge
bruikte kleediugstukken eu ongewosschen lijf- en
beddegoed uit landen en plaatsen door de ministers
van binneulandsche zaken en van financiën aan te
wijzen, is in-, door- eu vervoer van onbewerkte wol
eu haar, huiden, bontwerk en andere voor het over
brengen vau besmetting vatbare voorwerpen verboden
uit landen of plaatsen, door de miuistera van bin.
nenlandsche zaken en van financiën aan te wijzen.
4)e aanwijzingen worden door plaatsing iu de Ne-
dtrlandsche Staatscourant ter algemeene keunis ge
bracht.
Art. 5. Eon ieder, die waarneemt, dat een persoon,
langs land- of waterweg Nederland biuneukomende,
aan Aziatische cholera lijdt of ziekteverschijnselen
vertoont, welke het ontstaan van Aziatische cholera
doen verwaobten, of die waarneemt, dat goederen
vatbuar voor de overbrenging van de besmetting vau
Aziatischo cholera, waarvau de invoer verboden is,
langs land- of waterweg in Nederland worden inge
voerd, is verplicht daarvau onverwijld keunis te ge
ven aan den burgemeester of den meest naby zijndeu
ambtenaar \au rijks- of gemeentepolitie, of wan
neer, het goederen betreft aan den meest nabij
zijndeu ambtenaar vun 's rijks belastingen.
Deze verplicbtiug rust iu het bijzonder op houders
van vervoermiddelen eu daarby geëmploieeruen.
Art. 13. Dadelyk na de aankomst vau eiken per
sonentrein of truui uit hot buitenland worden de
reizigers door den geneeskundige onderzocht op de
wijze, die hem, na overleg met den stutionsohef en
den hoogst in raug zijnde der aanwezige ambtenaren,
vau de invoerrechten en accijnzen, het meest doel
treffend voorkomt.
De goederen (met inbegrip van de bagages door
reizigers medegebracht) worden, voor zoover de ge
neeskundige het noodig oordeelt, zoo spoedig moge
lijk na auukumst door of namens hom ouderzocht op
de wijze, die hem, na overleg met den statiou9chef
en deu hoogst in raug zynde der aanwezige ainbte-
uaren van de invoerrechten en accijnzen, het meest
doeltreffend voorkomt.
Art. 14. Reizigers, die door deu geneeskundige
bevonden worden, niet aun Aziatische cholera te lij
den, noch verschijuseleu vun die ziekte vertoonen,
worden terstond tot voortzetting der reis toegelaten.
Komon zy evenwel uit een der lalden of plaatsen,
bedoeld in art. 8 van het vertegen woordig besluit,
dau wordt, door de zorg van d/eu geneeskundige, de
burgemeester vuu de plaats hufiuer bestemming per
telegraaf van hunne aankomst/verwittigd.
Art. 15. De reizigers, die qoor den geneeskundige
bevonden worden aan Aziatische cholera te lijden,
of verschijnselen van die ziekte te vertoonen, wordeu,
indien de geneeskundige het noodig oordeelt, onver
wijld met inachtneming van art. 9 der wet van 4
December 1872 (Staatsblad No. 134), overgebracht
naar eene door den burgemeester der gemeente,
waarin bet grensstation ligt, volgens art, 18 vuu het
tegenwoordig besluit, uan te wijzen inrichting
voer verpleging van lijders aan besmettelijke ziekte
en daar afgezonderd en verpleegd.
Do kosten van vervoer en verpleging wordeu door
de verpleegden of huune 'erfgenamen vergoed.
Behoeftigen worden op 's rijks kosten vervoerd en
verpleegd, voor zoover niet de kosten daarvan, krach
lens de wet tot regeling vuu het armbestuur, ten
laste eener gemeente inoeten wordeu gebracht.
Art. 17. Slaapwagens (wagous-lits) met inbegrip
van rijtuigen met slaapcorapartimenten, die uit het
buiteuland aau een der in art. 11 bedoelde grens
stations binnenkomen, mogen niet verder gebruikt
worden en worden na aankomst nan het grensstation
oumiddellijk gesloten eu zoo spoedig mogelijk terug
gezonden, desnoods na, indien de geneeskuudige het
noodig oordeelt, op de door hem voorgeschreven wijze
te zijn ontsmet.
8ylvia zag haar nichtje aan.
Houdt gij niet veel van mijnheer De Solis, Eva
lief?"
„Ik? Hoe komt ge daaraan?'
„Door de manier, waarop gij over hem spreekt
„Ik spreek nooit over mijnbeer de Solis," ant
woordde zij weer even kortaf.
„Norton heeft mij over hem gesproken voor u
„Oom!"
„Uw oom'heeft too zijn gedachten, en hoewel hij
u natuurlijk volle vrijheid laat..
Eva had een flauw besef, dat Sylvia zoo met haar
sprak om te weten, hoe zij over de Solis dacht.
„Het zou porton zeker veel geucegeu doen," ver
volgde de jonge vrouw, „als hij uw toekomst ver
zekerd zag door een verbintenis...."
„Welke verbintenis?", viel Eva haar in (ie mie.
„Heeft mijnheer de Solis u opgedragen uit zijn naam
met mij te spreken?"
„Neen, ik heb u gezeg* dat uw oom
„Miju oom weet, dat ik zeer behaalde ideeën om
trent het huwelijk heb. Dé eed, dien ik zal aflfggeu,
zooals ik struks zeide, zal voor mijn'gehettlo^evon
zijn en ik zal dien eed slechts aanueme» van eenj
man, die mij liefheeft, zooals ik hem, met rayn ge
heele Z'el. Ik spreek niet over mijnheer de Solis.
Ik spreek over mijzelf, en ik heb hem niet liet.
Dit werd zoo vast gezegd, dat men de waurheitr
gevoelde, eu Sylvia's treurige oogen schitterden on
willekeurig van blij'schap.
f
„Hebt gij hem niet lief, Eva? Hebt gij den heer
de Solis niet liet?"
„Neen 1"
Doch Sylvia hield aan
„Zie mij eens goed aan Gy zijt mijn zuster
Miju lieve zusier. Mij dunkt, als er over den heer
de Solis gesproken werd, dat gij...."
„Ik bemin den heer de Solis niet!" viol het jonge
meisje haar iu de red?. „En ik herhaal u, ik word
slechts de vrouw vau den man, dien ik liefheb 1"
Ditmaal klonk er iets vijandelijks in haar toor,
dat mevrouw Norton ongerust maakte.
„Wat scheelt er aan, begfe Eva? Wat ik gezegd
heb, heeft u toch niet gekwetst?"
Gekwetst Noenantwoordde Eva. „Gij wilt
weten, hoe ik over de zaak deuk, ik zeg u.... rond
uit.... als aan eon zuster.... zoouls gy mij noemt....
En waarom zou ik don heer de Solis beminnen
Zou hij mij dau kunnen liefhebben?"
„Wie zegt u,en Sylvia aarzelde eveu „dut
de heer de Solis?"....
Inderdajtd klonken de woorden van hot meisje
bitter en Sylvia antwoordde, met oen blik op haar
unooie, grobïe* heldero oogeu, haar zwurto haren eu
Hfijn profit 1.
„<C)f hij kunnen liefhebben?.... Met uwe
bevalliglieid^uw schoonheid, uw goudheid I"
„Welnu! nmleren zijn ook mooi un goed!" zeide
Eva. „Anderen berniuuen hem misschien En hij,
hij gelodft gy, dat hij zelfs uan mij denkt?"....
Haar blik viel op den armband, waar de Solis daar
straks naar gekeken had omdat Sylvia er ook zoo
een had en langzaam zeide zij
„Zelfs als hy met mij spreekt, denkt hij aan een
andere 1"
„Aau een andere? Eva, kind, wat bedoelt gij?
Ik wil het weten I...."
„Wat? Het geheim van den heer de Solis vroeg
zij. „Vraag het hem zelf, als gij hem zietU zal
hij het zeker vertellen."
De laatste woorden had zij op on vriendelij ken toon
gesproken blijkbaar wilde zij eeo eind maken aan
een gesprek, dat haar mishaagde en hinderde, en
ofschoon Sylvia hanr riep, giug zij heen, en sloeg de
deur achter zich dicht, naar haar kamer gaaude met
iugehoudon^truuen.
„Eva!"
Eva wasteeds ver weg, om een eenzame plek te
vinden, wuar zij zenuwachtig kon uitschreien, zonder
dat iumaud het zag en zonder dat zij wist waarom.
Sylvia bleef verschrikt alleen.
Een gedachte verontrustte haar en nog klonk haar
de toon iu de ooren, waarop Eva haar als het ware
de woorden in hot gezicht geworpen had„Het
geheim vau den heer de Solis Vraag het hem zelf
als gij hem ziet 1"
„Zou hem beminnen 1" vroeg zij zich af.
(Wordt vervolgd.)
Op de jaarvergadering van do Vereenigiug van
burgelijke ingenieurs i9 do volgende motie aange
nomen
„De Vereeniging zal zich by adres wenden tot de
hooge regeeriug met de mededeeling, dat zy besloten
heeft zich aan te sluiten by den wensch, van vele
zijden geopeubuard, dat. het de regeering moge be
hagen 9poedig een voorstel te doen tot benoeming
eener staatscommissie, die den weg en de hoofdbe
ginselen zal aunwijzeu, volgens welke het Zuiderzee-
vraagstuk op de in 's lands belang moest wensche-
lijko wijze zal kunnen worden tot oplossing gobracht."
De heeren Huet, Witkop Koning eu J. P. Have-
laar, die zich niet geheel met de toelichting van den
heer Telders kunnen vereenigen, vooral wat de onbe
paalde verdediging van de door de Zuiderzee-vereeni-
ging gegeven oplossing betreft, schoukon echter gaarne
hunne volle adhaosie aan de zoo algemeen gestelde
motie van het bestuur, zoodat deze bij acclamatie
werd aangenomen.
Zaterdag whs in de vergadering der Voreeniging
voor Fabrieks- on Hand werksnij verbeid do vraag aan
de ordewelke maatregelen van overheidswoge kun
nen dienen om arbeiders goede, gezonde en goedkoope
woningen te verschaffen.
Na eenige discussie zijn te dier zake de volgende
conclusion aangenomen
a. De geldelyke voordooien die van overheidswege
aan het bouwen van goede, gezonde goedkoope ar
beiderswoningen verbonden moeten worden, dienen
gegeven te worden in eeno vorm en op eene wijze,
dio misbruik ten bate vnn derden en ten naiieele
van het algemeen (de gemeente- of staatska?) zooveel
inogeiyk voorkomt. Zij moeten te dien einde eeu
tijdelijk opzegbaar karakter dragen.
b. Het is wenschelijk dat bij de aanstaande rege
ling vau ons belastingwezen, iu het bijzonder wat
betreft het poisoneel, de hypotheekrechten, mutatie-,
zegel- en registratierechten, rekening gehouden worde
mot dergelijke voordeelen aan eigenaars of bewoners
van goede, gezonde eu goedkoope arbeiderswoningen
onder nader te bepalen voorwaarden
c. Het is wenschelijk, dut uan de Bijkspostspanr-
bank do gelegenheid gogevm worde, een gedeelte
van haar kapitaal tjgeuvoldoendo waurborgen en
matige rente, als hypotheek op urbuide-swouiugen
voor te schieten.
Aan don trein uit Zevenaar met 500 Kevelaar-
gangors is de toegang op Duitsch grondgebied ontzegd.
Ook de procesnietrein uit Oosterwijk naar Keve
laar, die gisteren morgen vandaar vertrok, mocht op
eer. telegram der Begeering de grenzen niet over
schrijden, wegens het mogelyke overbrengen van
be8metiing, zoodat de trein, uit meer dan 30 wa
gens bestaande, te Gennep gekomen, weder moest
terugkeert.
fe Zevenaar is een geheele wagen met goederen,
welke bestemd waren om hier te lande te worden
uitgestoomd, aangehouden
Aldaar is thans een officier van gezondheid gesta-
tionueerd, die toezicht op de binnenkomende reizigers
houdt.
De visitatie van reizigers en bagage, komende van
Duitschland, zal door do Expioitatie-Maatschappy
voortaan to Nijmegeu, iu plaats van le Groesbeek,
geschieden.
Met de belangrijke quaestie vau de Hollandsch-
Belgische grensafnakening houden de inwoners der
gehuchten Castelre en Ulicoten, ressorteeren de tot
de Nederlandsche gemeente Batirie-Nassau, zich bij
voortduring levendig bezig. De bevolking van eerst
genoemd gehucht, 320 ziolen Bterk, Belgisch van
karukter, taal en zeden, zoo al niet van hart en van
oorsprong, vraagt eenparig inlijving bij het B -Igische
Vaderland. Geheel ingeklemd in het Belgische
KrombMljj^l en 2 mijlen verwijderd van V!e moedor-
Castelré slechts 25 minuten van Min-
*d zijn kinderen de school bezoeken,
riet maakt^mk deel uit van die parochie. De in
woners onderhouden slechts betrekkingen met Baarle-
Nassau voor zoover den burgerlijken stand en de
belastingen betreft; zij hebben geen kerk, geun school,
geen postdienst, gueu behoorlijken rijweg, niets
»an dat alles.
Hun grondgebied vormt het hart der gemeente
Minderhout; zij zyn vreemdelingen in hun eigen
land, wyl al hun belangen: godsdienst, familie, on
derwijs, handel enz., hen aau België verbinden.
Derhalve is het niet le verwonderen, dat die goede
lieden sedert jaren met aandrang vragen, in het
groote Belgische gezin te wortlen opgenomen.
Wat Ulicoten betreft, dit bevindt zioh in betere
conditie dan Castelre'. Het. heeft eene voor een
twaalftal jaren herbouwde schoonu kerkook bezit
hot een school en onder zijn bevolking zijn verschei
den gegoede landbouwers. Ofschoon het gehucht
Ulicoten hoogstens 350 a 400 inwoners telt, zou het
zeer goed een kleine gemeente op zich-zelve kunnen
vormen, in staat oen gemeenteraad samen te stellen
en in zijn behoeften te voorzien.
De hereeniging met een naburige gemeente zou
niet gaarne gezien worden en zeer zeker algemeene
ontevredenheid wekken. Eenige der inwoners zou
den Nederlnnders willen blijven, andere zijn voor een
aanhechting bij België.
Zooals men ziet,, is de quae9tie der greusafbakening
zeer ingewikkeld, en nog tal van moeilijkhedeu zijn
te voorzien alvorens zij tot algemeene voldoening zal
zijn opgelost. (Courrier de la Meuse
Uit Haarlem schrijft men aan het Nieuws v. d. dag:
„Als een donderslag verspreidde zich Zondag reeds
vroeg in den morgen het bericht, dat de Koningiu-
nen Woeusdag onze gemeente niet zouden bezoeken.
„In den beginne dacht men te doen te hebben
met een „canard", uitgestrooid door den een of an
deren grappenmaker, doch toen te elf uren een offi-
cieole publicatie verscheen, waarin de burgemeester
tot zija leedvvezea moest mededoelon, dat de genees
kundige inspecteur van Zuid-Holland, Dr. W. P.
Buysch, en da lijfarts van H. M. de Koningin, Dr.
van Tienhoven, hadden ontraden het bezoek aan
Haarlem te brengen, op dit oogenblik althans, en H. M.
de Koningin-Begentes tot haar groot leedwezen dit
bezoek alzoo moest uitstellen, hier eohter bijvoegende
dat, zoo de omstandigheden gur.stig werden, dit be
zoek wellicht nog zal worden gebracht iu het eiud
van September of het eind van October, wa9 de te
leurstelling algemeen.
„Dit kan geen verwondering baren, waar alle stra
ten, pleinen en grachten, het arbeiderskwartior en de
inrichtingen, die zouden bezocht worden, reeds bijna
voor de ontvangst gereed waren.
„In de eerste oogenblikken waren de commissie
leden wel wat verontwaardigd, doch toen nadere
bijzonderheden werden medegedeeld, kwamen deze
alweder in een kalmer stemming, en heden (Maandag)
zal ieder mensch, die zijn verstand goed bijeen heeft
het niet alleen billijken, doch ook toejuichen dat
H. M. dit besluit, hoewel wat laat genomen, toch
heeft genomen.
„Waar toch in de kleinste plaatser. de kermis
wordt verboden, waar de geestelykheid, ook in het
buitenland, bedevaarttochten verbiedt, daar zou het
in dezen tyd al zeer vreemd zijn geweest, zoo de
hoogstgeplaatste personen aanleiding zouden hebban
gegeven tot het samenbrengen van een 70,000 tal
personen, waarvan er ook zouden zijn gekomen uit
plaatsen als Velzen en IJmuiden, waar nog van zeer
recenten datum gevallen van"*cKotera werden gemeld.
Ware het bezoek gebracht en werd onze gemeente
eenige dagon daarna door de zoozeer gevreesde epi
demie bezocht, dan zou niot alleen den beiden advi-
seerendon goueesheeren het verwijt hebben getroffen
daarvan de oorzaak te wezen; doch ook de Koning
innen, die met de beste bedoelingen gevolg hadden
gegeven aan het verzoek van den Baad, zouden in
dit verwijt worden getroffen.
„Men spreekt hier er algemeen over, dat het
bezoek is afgezegd op een zoo laat tijdstip, doch de
reden hiervan ligt voor de hand. Do inspectour vau
het Geneeskundig Staatstoezicht in Noord-Holland
is van 1 September af door ziekte verhinderd zijn
dienst waar te nemen, waarom Dr. Ruysch daarmede
is belast. Deze diende zioh toch eerst op de hoogte
te stellen van den toestand iu Noord-Holland, wanr-
mede natuurlijk eenige dagen hoongingen, zoodat
het besluit niet eerder kon worden genomen.
Veel wordt er gesproken van geleden schade, doch
als men de menschen dit eens kalm onder bet oog
brengt, komen zij reeds' spoedig tot de conclusie,
dat die schade nu juist niet zoo groot is. Alleen
hebben eenige straten het verlies te betreuren van
reeds gekocht groen, doch dit i9 dan ook alles, terwijl
de inrichtingen van de heeren Bcynes en Enschedé
nog niet zoo ver waren, dat wat daar reeds w»9
aangebracht niet met geringe onkosten kan blijven
tot HH. MhC komen.
„Als er van schade sprake raag wezen, dan treft
dit alleen het arbeiderskwartier, waar uit pjatte
beurzen zooveel was tot stand gebracht. Voor de
anderen, die wilden versioren, is bet slechts een
quaestie van een kleinigheid om nieuw groen to
^coopen."
De laatste offfcieele opgaven uit Duitschland luide
aldus
Hamburg, 3 Sept. 528 zieken, 379 do^en 4
ïlept. 501 zieken, 158 dooden. Sedert Zaterdag is
te Berlijn geen enkel nieuw geval aangegeven,
De Aordd. Allgem. Zeitung meldt: De keizer heeft j
op de voordracht van deu rijkskanselier, den minis- i
ter vau binnenlandsche zaken en den Pruisischen j
minister van oorlog, besloten de troepen-manoeu- j
vros van het So en 16o legerkorps niet te doen j
doorgaan.
O
Do Aziatischo cholera verminkt dus langzamerhand
te Hamburg en is in do laatste dagen van daar naar
slechts weinig andere plaatsen in Europa overgebracht.
Ook te Parijs vermindert de ziekte in de zieken
huizen. Er werden volgens het laatste bericht van
Reuter slechts 41 personen in het hospitaal gebracht,
van wie 4 stierven. Bij do opgaven worden de lijders,
die thuis blyveu, niet medegerekeud, en men heeft
er dus niet veel aan. Zoudor te veel waarde te
hechten aan wat een correspondent der Köln. Ztg.
vertelt over de wijs, waarop de cholera in Frankrijk
verzwegen wordt, blijkt uit zijn mededeeling toch
dat Fransche berichten niet volledig zijn.
Ook is het zonderling, (Jat, juist nu de verbetering
zou voortduren, het aantal bedden in de ziekenhui
zen vermeerderd is.
Dit weet men althans dat de cholera, betzij nos
tras of oen andere, in vele plaatsen slachtoffers blijft
maken dat gevallen yan deze lichtere ziekte veel
vuldig in Europa voorkomen, dat zij in enkele stre
ken van België in niet kwaadaardigen vorm epide
misch heerscht.
„Deze waarheid te verhelen is even dwaas als ze te
overdrijven," schreef dezer dagen de correspondent
der Times te Petersburg, die van oordeel is „dat het
reeds sedert eenigen tijd duidelijk i9 geworden dat
wij staan tegenovor een epidemie van cholera, ge
lijksoortig aan die welke Europa in 1830, 1847,
1853 en 1866 bezocht heeft."
Bij de verkiezing in het Pruisische district Her-
ford-Halle is (fe heer Haramerstem (conservatief en
orthodox) met 7630 stemmen tot lid van den Rijksdag
gekozen. De nationaal-liherale candidaat had er 3160
de vrijzinnige 1878 en do socialistische 1 84. Bij
vergelijking met de vorige verkiezing hadden de
conservatieven thaus 269 en de socialisten 407 stem
men minder daarentegen de nationaal-liberalen 992
en de vrijzinnigen 592, alzoo de liberale partijen to
zaraen nagenoeg 1600 stemmen meer.
In het district Sagan-Sprottau is bij herstemming
de vryzinuige candidaat gekozen met 8379 stemmen,
tegen 7304 op den candidaat der codffervatieven on
ultraraontanou. Ook in deze cijfers ligt vermeerdering
voor de eerst-eu vermindering voor de laatstgenoemden.
Keizer Wilhelm keizer Frans Jozef, koning Hum-
bert en natuurlijk ook de onvermoeibare president
Carnot gaan of zijn op reis.
Op 10 September komt keizer Wilhelm te Metz,
vergezeld door Caprivi, den koning van Saksen, den
prins-regent van Brunswijk, den groothertog van
Baden en vele andere vorstjes, om da legeroefeningen
bij te wonen. Koning Humbert gaat een nationale
Italiaansche tentoonstelling openenkeizer Frans
Jozef een bezoek brengen aan het land der Czecben,
wellicht in de hoop dat lastige volkje een weinig
tot bedaren te brengen.
President Carnot vertoeft in Savooie. In weeiwil
van eon hevigen slagregen is president Caruot, te
Cbambéry met veel geestdrift ontvangen. Een fak
keltocht moest achterwege blijven, maar de vlaggen
en versieringen waren kwistig aangebracht.
Een feestmaal werd den heer Caruot door den
gemeenteraad van Chambéry aangeboden. Do burge
meester hield een toespraak en Carnot antwoordde
dat Frankrijk geen trouwer burgers kan hebben dan
de Savoyaarden. Zij hadden, zeide de president,
begrepen dat de strijd der partyen wijken moet voor
den wil van hot volk, dat zich voor den republi-
keinschen regeeringsvorm verklaard heeft en daardoor
de wereld van Frankrijks vredelievende bedoelingen
hoeft overtuigd.
Aan de Redactie der
Goudsche Courant.
Het gebeurt meermalen dat in^Uw blad de aan
dacht der Openbare Gezondheidscommissie wordt ge
vestigd op toestanden welke dringend verbetering
eischen, door het inzenden van ingezonden stukken.
Dikwijls zijn de stukken ougeleekend, ja zelfs wordt
daarin de plaats en hot bedoelde kwaad niet vol-
doendo toegelicht, zoodat, al trekken zij onze aan
dacht, wat ook geen regel is, zij dan nog hun doel
kunnen missen. En toch is het goed, vanneer ons
mededeeling wordt gedaan van die toestanden en is
het noodig dat spoedig onderzoek gedaan en verbe
tering gebracht wordt. Wy zouden U daarom wil
le^ verzoekon het publiek ér op te wyzen dat de
Openb. Gez. C. gaarne aanwijzingen ontvangt, doch
dat een spoedige mededeoiing die niet kan ontgaan
aan hare aandacht alleen geschiedt, wanneer dezelve
wordt gedaan aan haarzelf en het gemakkelijk&t-.ann
haren Secretaris kan worden verricht. En dan s het
zekor dat de Openb. Gez. C. een spoedig en zeker
doeltreffend onderzoek kan instellen en daarna maat-
regelen neemt.. Wie het dus goed méént, ou wien
het ernst is met zijn opmerking, die weado zich
niet zijn opgaven tot den Secretaris der Openb. Gez.
Commissie.'
A. H. TEEPÉ Gouwe, JU. 49.