Bultenlandsch Overzicht.
I
moeten daarna bewaard worden in een kamerpot
met deksel, totdat de dokter komt.
Al die genees- en ontsmettingsmiddelen zyn goed
koop eu moet Go in hui^,hebben, zoodra de cholera
in Uwe gemeente verschijnen mocht, of haar nadert.
Ge hebt dan al het mogelijke gedaan voor U en
de Uwen, en kunt zonder zelfverwijt afwachten, wat
God ovor U heeft beschikt
Doet het daarom en doet het goed. Do cholera
is niet meer zoo geducht als vroegerwie tijdig
zorgt, kan overwinnen.
Tot lid van den Raad te Haastrecht is gekozen
de heer P. Blanken in de plaats van den heer D.
A. Dupper Azn„, met 63 steramen van do 76 welke
waren opgekomen van de 178.
Uit Stolwijk schrijft men aan de Schoonh. Ct,
Onze gemeente heeft gisteren door den dood een
ambtenaar verloren, die haar meer dan dertig jaren
trouw en eerlijk heeft gediend, nl. de gemeente
veldwachter H. L. Matkuise». Vele ingezetenen ver
liezen in hem een raadsman, zijne vrouw en kinderen
een trouw en zorgzaam huisvader. Eenigen tijd ge
leden werd hem door den Nederl. Politiebond de
zilveren medaille geschonken voor dertigjarigen trou
wen dienst.
Terwyl aan den vorigen cursus voor vrywilligo
Wapenhandel to Berg-Ambacht 6 jongelieden deel
namen, hebbeD zich nu voor den eerlang te openen
/cursus 7 jongelieden aangemeld, welke aileu aan de
aanstaande loting voor de nationale militie moeten
deelnemen.
Men schrijft ons uit Schoonhoven
Op het geruobt dat de poffertjes-bakkers water
uit de gracht gebruikten, hebben deze zich gehaast
dit pertinent tegen te spreken. Zoo meldt er een
dat hij bakt onder controle van de gezondheids-oom-
missie en een ander dat door hem voor bet bereiden
van het beslag en het wasschen der borden gebruik
wordt gemaakt van zuiver toater en hg bereid is xyne
artikelen aan een scheikundig onderzoek te onderwerpen.
Mevrouw Hygea al zoo tegenwoordig reeds tusschen
tie versche boter en met zilver bediend; dit ia zeker
wel iets nieuws onder de zon.
Bg het uitvoerend comité der Sporttentoonstelling
bestaat, naar men zegt, het plan tot het doen spelen
van eene partij schaak met levende stukken. Dit
zou plaats hebben na afloop der kolfwedstrijden.
Zijn er zoo?
De heer J. O. Boers te Delft heeft een tegenhan
ger gevonden. Bij advertentie in eenige bfaden geeft
de heer Alex. Ver Huell aan zyn ergernis lucht over
"t Feit, dat zijn naam niet voorkwam onder de paar
honderd, aan wie op Koninginsverjaardag een lintje
werd geschonken. „Vyandigheid hoeft wederom ge-
influenceerdroept hg uit. De man, die kapitale
sommen schonk voor nuttige instellingen, op voor
waarde dat zijn naam niet zou genoemd worden,
vergeet zijn waardigheid en klaagt in het openbaar,
omdat hem de twijfelachtigo eer ontging, te worden
gelijkgesteld met de beste en goedkoopste cacao of
met den luitenant-kolonel ooramandant der schutterij
van Soerabaja.
Zoo zijn er helaas!
Hadden we ongelijk, toen we verleden jaar op
kwamen tegen dat aankweeken van kinderachtige
ijdelheid, als zelfs de beste mannen er door bedorven
worden? (Haagsche Ct.)
Een trein van Parijs naar Boulogne hoeft drie per
sonen overredoneen kind dat op den spoorweg
speelde, en de ouders, die poogden de kleine te
redden.
In bet voorloopig verslag der Eersto Kamer over
de belastingvoorstellen word op de quaestie van het
verband tusschon die in de Tweede Kaïner thans
aangenomen vermogensbelasting en de nog niet in
gediende, maar spoedig te verwachten bedrijfsbelas
ting nogal nadruk gelegd. Slechts „eene kleine
minderheid" beschouwde de vermogensbelasting, af
gescheiden van de verbetering en aanvulling, die het
belastingstelsel later ondergaan zou, op zich zelf reeds
als een goede en nuttige belasting.
Verreweg de meeste loden" stelden in hot licht,
dat er tusschen de verschillende deelen vat. 's mi
nisters hervormingsplannen eon nauw verband bestond
Na gewaj; gemaakt te bobben van de onbillijkheden
waartoe invoering der vermogensbelasting zonder de
bedrijfsbelasting zou leiden en na ook allerlei quaes-
tiën te hebben opgenoemd, waaromtreut men thans
nu men de bedrijfsbelasting nog niet kent, in het
onzekere verkeert, besloot het verslag de resumptie
van de meening van deze vele leden aldns
„Slechts de overtuiging van de bezwaren, aan de
gelijktijdige behandeling van de zoo ingewikkelde
onderwerpen vei bonden en het vertrouwen in den
persoon van dezen minister, in verband met zyn na
mens do geheele Rogeering gedane toezegging, die
de verwachting wettigen, dat ook de bedrijfsbelasting
gelijktijdig mot do vermogensbelasting zal kunnen
worden ingevoerd, kon in de afzonderlijke behan
deling dezer voordracht doen borusten."
Het Haagsche Dagblad vindt deze slotsom van
die meerderheid der leden onlogisch en het ver
trouwen, dat zjj in den minister stellen, veel te
groot. Het blad is van oordeel, dat de Eerste Kamer,
eenmaal de overtuiging uitgesproken hebbende, dat
de beide belastingen zoo nauw samenhangen, ook
met de behaudeling en zeer zeker met de aanneming
der vermogensbelasting wachten moet tot zij de
bedrijfsbelasting kent.
Als dus, zegt het Dagbladde minister niet dadelijk
bg de opening der nieuwo zitting van de Staten-
Generaal de bedrijfsbelasting indient, dan kan de
Eerste Kamer, wil zij haar prestige niet geheel in
de waagschaal stellen, de vermogensbelasting niet
aannemen, zonder van den miuister de stellige ver
zekering te hebben erlangd, dat hij, zoo de invoering
der bedrijf-sbelasting met lo Mei 1893 onmogelijk
wordt, een wet bg de Staten-Generaal zal iudienen
om ook het in werking treden van de vermogens
belasting te verdagen.
Zulk eene belofte zou natuurlijk nocdig zijn, want
daar de Eersto Kamer het recht van amendement
mist en in de vermogensbelasting uitdrukkelijk is
bepaald, dat zij met 1 Mei 1893 ?al worden inge
voerd» staat de Eerste Kamer voor het dilemma:
aannemen of verwerpen.
Maar het Dagblad schijnt toch te meenen, dat de
Eerste Kamer nog een anderen weg kan inslaan, om
zonder de vermogensbelasting nu reeds terstond te
verwerpen, toch te zorgen, dat het verband met de
bedrijfsbelasting gehandhaafd blyft. Het schrijft al
thans heden, nog eens de zaak ter sprake brengende:
z/Ons dunkt, dat de Eerste Kamer, wil zg haar
prestige althans nog oenigszins handhaven, verplicht
is om bf bij gemotiveerde orde van den dag de
behandeling van, minstens de stemming ovefr, de wet
te verdagen, of van den minister Pierson de perti
nente Regeeringsverklaring uit te lokken, dat, zoo
de bedrgfsbelasting niet met 1 Mei 1893 kan worden
ingevoerd, hg een wet bij de Staten-Generaal zal
indienen om ook de indiening der vermogensbelasting
tot het jaar 1894 uit te stellen."
Vrg algemeen is men van meaning, dat het rooken
van tabak, evenals het dragen van oorsetten door de
vrouwen, geheel in stryd is met de gezondheidsleer.
Nu is echter door eén hygiënist te Rome, dr. Tas-
sinari, aangetoond, dat tabaksrook een krachtig ont
smettingsmiddel is, zoodat het rooken als een voor
behoedmiddel tegen een aantal ziekten kan beschouwd
worden. Ook dr. Miller, te New-York, en dr. Vassili,
to Napels, zijn van meening dot tabaksrook de ont
wikkeling van ziektekiemen tegengaat. Een groot
aantal onderzoekingen werden door dr. Tassinari
uitgevoerd omtrent <len invloed van tabaksrook op
do kiemen van cholera, longontsteking enz. Te dien
einde bedekto hij bet iuwendige van ballen met oen
laag gelatine, dio de kiemen der genoemde ziokten
bevatte; daarop werd in de ruimte gedurende 20 a
30 minuten tabaksrook ingevoerd. Toen werd vast
gesteld, dal do bacillen der cholera en der longont
steking geheel vernietigd waren, welk soort van tabak
men ook voor dit doel aanwenddede gelatine werd
door den tabaksrook volmaakt gesteriliseerd. Daar-
ontegen was er nauwelijks eenige uitwerking te be
speuren op de typhus-bacillen.
Men zou te veel verwachten, door aan te nemen,
dat tabaksrook kiemen vernietigt, die reeds in het
organisme zijn opgenomen, maar toch zal h|piederen
rooker welkom zijn, te vernemen, dat het rooken als
een voorbehoedmiddel te beschouwen is tegen eenige
der geduebtste besmettelijke ziekten.
Intusschen is het ook verstaudig, hierbij te be
denken, dat onmatig rooken >ot de niet minder ge
duchte nicotine-vergiftiging leiden kan.
Te Frankfort a'M. is een man gevat, die z(ju
werk maakte van huwelyksoplichteryen en daarmee
een aantal menschen veel geld afgezet, zelfs een be
jaarde dame tot zelfmoord gebracht heeft. Die
schurk ging op eon zeer bgzondere manier te werk.
Bij de verloving liet hij zijn aanstaanden schoonva
der een contract teekeneu, waarin een ruime schade
vergoeding werd beloofd, als door zijn toedoen bet
voorgenomen huwelijk niet voltrokken werd, en hij
van zyn kant verbond zich ook daartoe. Dan zond
hij zelf ongeteekende brieven aan de familie zgner
verloofde, waarin hg werd afgeschilderd als een op
lichter, een ellendelingbij onderzoek bleken die
beschuldigingen waar te zijn, de verloving word af
gebroken, de schade vergoeding betaald en hg ging
een nieuwe bruid zoeken.
Thans echter hebben verscheidene aanklachten van
anderen een eind gemaakt aan zijne voordeelige
zelfbeschuldigingen.
Zg deed een poging om heen te gaan. Hij hield
haar terug.
„Laat mg.... Laat mij spreken..,. Laat mij u alles
leggen.... Ik heb, sinds ik u wederzag, opnieuw
gedroomd, maar nu waren het bestaanbare droomen,
drooraen, die in ons bereik zijn.... drooraen die ver
wezenlijkt zullen worden.... morgen reeds.... als gij
wiit r
„Wat beteekent dat?"
Hij was zeer bleek, en zijn oogen glinsterden als
van een krankzinnige of een koortslijder.
„Het geluk, dat wij lieten ontsnappen en dat wij
kunnen terugvinden," fluisterde hg, „bestaat niet
sh chts in het verledene. Ook in de toekomst, ook
voor ons bestaat hetIk aanbid u, Sylvia 1 Ik zal u
altijd beminnen Wilt gij mijn eeuwige toewijding
aannemen, dan zal mijn geheele leven nw geluk be-
schermeu 1"
„Uwe toewijding.... uw leven...
Zg stamelde, rij begreep alles, doch wilde niet
begrijpen.
„Om uw leven ie redden, zou ik honderd maal
het myoe geven," zeide hg opeens, vastberaden, als
een man, die plotseling het besluit neemt, zgn hoofd
te wagen „Welnu! gij lijdtgij sterftIk zie slechts
u, en denk slechts aan u. De rest van de wereld
bestaat niet voor mijIk wil, dat gij zult leven
Ik wil het.... Wilt gij?"
Wat Solis voorstelde was geen dwaasheid van een
uur, het was het offer van een geheel nieuw, vrij
leven, het verledene, dat terugkwam. Zij beefde. Zg
gevoelde de verzoekiog over haar komen. Ontroerd
en wankelend was zg in haar rocking-chair neder-
gevallen, en met gevouwen banden, vol angst voor
hem en voor zichzelf, zeide zg, bevend als een kind:
„Mijnheer de Solis, mijnheer de Solis.... ik smeek
u, en bezweer u. Gg weet niet, hoeveel pijn gij mij
doet, Ga heen, ga heen 1"
Zij begreep, ja zij begreep. Wat bij zeide, veroor
zaakte haar pijn in het hart, en een bedwelming van
vrijheid in het hoofd.
Hij zag haar verwarring, doch met het egoïsnie
van verliefden, maakte hij de toegebrachte wonde
steeds dieper.
„Is het dan niet waar, dat hier alles u drukt en
u doodt? Is het dan niet waar, dat uw hart ver
stikt wordt? Heb ik het niet geraden, Sylvia?"
En zij, steeds meer verschrikt:
„Geen woord.... Geen woord meer... mijn vriend...
in naam der genegenheid waarvan gij spreekt...."
„Het is nu niet meer de opofferende genegenheid
van vroeger; als ik u zoo zie, komt de ware liefdo
in opstandIk spreek niet van Norton.... Hij
is een man van eer, ja, de braafste man der wereld,
maar die u niet begrijpt, die u laat lijden, die zolfs
niet vermoedt hoeveel doodelgke treurigheid er in
uw hart is!.... WoIdu! Sylvia, ieder raensch heeft
recht om te leven, te bestaan, zijn hart te voelen
kloppenMen moet zijn recht durven gebruiken
en ons recht is ons geluk, onze liefde. Ik heb u
lief en heb u altyd bemind, ik zal u altijd liefheb
ben, en wil u geheel mijn leven, geheel mijn bestaan
wijden en u medevoeren, ik weet niet waarheen,
waar men niet sterft en waar men bemint 1"
„George 1 George 1" riep zij, opgeheven en mede-
gesleept door zgn hartstocht, zgn levenskracht. „01
als gij wist, tot welke martelingen gy mg veroordeelt,
onder voorwendsel van mij te troosten en te beklagen 1
„Wat doet het er toe, als die martelingen de laat
ste zijn riep Solis.
„De laatste?.... Helaas 1"
„Gg ziet wel, dat alles in u in opstand is, dat gg
tot stervens toe lijdtWelnu voor het geluk vaa
het raensehelijk wezen, dat ons het liefst is op de
wereld, is alles geoorloofd 1"
"A-lles?"
„Morgen, vannacht, wanneer gij maar wilt, zulJen
vertrekken. Een vlucht, een schaking, ik weet
het zelf nietEen hoekjo in Europa, waar wij ons
zullen verbergen. Een vergeten huisje aan den overkant
dezer zee, die ons wenkt, en waar wij vrij zullen zgn....
„Zijt gg krankzinnig?"
„Vrij, ja, en zoo gg wilt, begint voor ons een
nieuw leven; en wat bekommeren wij ons om de
wereld en de menschenWij zijn onschuldig en
worden toch belasterd? Welnu, als de praatjes van
Dickson zelfs u kunnen bereiken, laat de menschen
dan maar kwaadspreken! En wij zullen tenminste
ons leven, onze liefde, genoten hebben
(Wordt vervolgd.)
Omtrent het toezicht op reisigers m fcre oosten
vaa ons land bericht de heer Dr. J. Kuiper, arts, off.
vaa gez. 2e kl., hoe het toezicht te Oldenzual plaats
heeft
2 September ben ik met de laatston trein hier aan
gekomen. Ik had terstond een onderhoud met den
Burgemeester. Van 3 Sept. af bij de aankomst ben ik,
te beginnen met den len trein aauwezig geweest, van
alle uit Duitsehland komende treinen, heb telkens allo
reizigers, voor zij uitstapten, gezien, ben steeds tegen
woordig geweest bjj de visitatie der bagage doorjde
douane-beambten, heb alle gedragen en niet gewas-
schen lijfgoederen, en, als het mij noodig voorkwam
moor, laten desinfecteercn (gedurende een '/a uur
koken, of, als de voorwerpen dit uiet verdragen, met
sublimaat-oplossing).
Dit wat het geneeskundig toezicht betreft.
Ik heb laten inrichten een vertrek, om zieke, vau
cholera verdachte reizigers in observatie te houden,
verder een oholera-barak om aan cholera lijdende
reizigers terstond op te nemen.
Deze maatregelen had ik genomen, toen jl. Zaterdag
3 Sept. des namiddags, de inspecteur van het genees
kundig Staatstoezicht voor Ovorijsel en Drente, Dr.
Lubach, hier kwam zien. Bij zijn vertrek heeft deze
beer mij gezegd „Ik ben zeer tevreden met hetgeen
ik hier gezien heb."
Het is mij bekend, dat mijn te Enschedé gedeta
cheerde collega op dezelfde wijze handelt, als ik hier
heb beschreven.
't Zal iedereen verheugen, te <zien, dnt thans wer
kelijk met ernst voor ons guwaakt wordt Ons be
richt van voor eenige dagen, „dat men van een
gezondheidsdienst te Enschedé nog niets merkt en
dat de passagiers uit Duitsehland op de gewone wijze
zonder eenigen voorzorgsmaatregel, binnenkomen",
kan dan nu, gelukkig, door dit betere vervangen
wordeu.
Naar het A ederl. Landb. Weekblad verneemt, be
staat hot voornemen tot oprichting van een Ned.
Landbouwverbond en is daaraan reeds een bogiu van
uitvoering gegeven in eeu samenkomst door eenige
landbouwers gehouden.
Het hoofddoel van dat verbond zal bostaan in het
bevorderen dor verkiezing voor de volksvertegenwoor
diging en de Provincialo Staten van voorstanders van
den landbouw, onverschillig van welke politieke rich
ting, waartoe in de kiesdistricten, waar voldoende
medewerking betoond wordt, zelfstandig werkende
afdeel!ngen zullen opgericht worden.
Verder zal de boud zich bezighouden met aaneen
sluiting der landbouwers ter behartiging hunner be-
laugen, waar gezamenlijk moet opgetreden worden, b.
v. tegonover suikerfabrieken, afwatering, domeinbe-
stuur, polderzaken enz.
Vermoedelijk zal de contributie slechts 25%enten
bedragen en treedt de bond niet iu concurrentie met
de landbouwmaatschappijen, daar hg op een gebied
blijft werken, dat de maatschappijen niet mogen of
kunnen betreden.
Zoodra zich een voldoend aantal uitsluitend land
bouwers bereid verklaard hebben tot de oprichting
mede te werken, zal een comité gevormd worden.
De hoofdreehtor J. G. Kotzé, die zich verkiesbaar
heeft gesteld als candidaat naar de betrekking van
Staatspresident der Transvaalsche Republiek, heeft
aan den Staatspresident Paul Krnger den volgenden
open brief gericht.
„Zeer Geachte President 1
„Mijn groot respect voor U heoft mij er toe ge
bracht U deze regelen openhartig te schrijven met
betrekking tot de aanstaande electie voor President.
„Reeds tweemaal en wel in 1882 en 1887 heb ik
geweigerd my zeiven als candidaat verkiesbaar te
stellen, daar ik het toen in bet belang van het land
oordeelde dat Gij, Hoog-Ëdele Heer, als President
zoudt optreden. De uitkomst heeft getoond dat ik
in deze meening gelijk had.
„De vraag is mij echter nq weder door vele in
vloedrijke burgers gedaan of ik bij de aanstaande
electie als candidant zal staan, en ik heb er ja op
geantwoord. Ik waardeer mijne tegenwoordige eer
volle betrekking en heb die lief. Ik geloof dat ik
daarin niet geheel zonder goede vrucht heb gearbeid,
en ik zal altijd trachten mijne beste krachten te wij
den aan het belang van het (and en volk.
„Ik verlang echter U de reden mede te deelen
waarom ik mg thans voor het presideutschnp ver
kiesbaar zal stellen. Ik beschouw dat de tijd aan
gebroken is wanneer eene verandering in het bestuur
bihoort plaats te vinden. Het is mgne vertuiging
dat in eene republiek zooals deze als zuiver consti
tutioneel beginsel moet worden aangenomen, de wen-
sohelijkheid dat een siaatspresident niet meer dan
hoogstens twee termijnen blgft dienen. Het voorbeeld
van Washington, den eersten president der groote
republiek in Noord Amerika, behoort gevolgd te
worden. Wel is waar, in onze zuster republiek, den
ia president Bread veel langer als
president aan het hoofd gebleven, maar do Vry-
staat was in die dagen zoo'n klein en eenvoudig
land en mot zoo weinig moeilijke quaesties omgeven,
dat het blgven voortdienen van den president aldaar
geen nadeelige gevolgen in het loven riep.
„Eene goede constitutioneels of liever republikoin-
sche regeering vordert dat de hoofdpersoon niet to
lang aanblijft. Wel is het waar, HoogEdele heer,
Uwe vele bekwaamheden zal een ieder, ofschoon hij
somtijds in meoning van U mag verschild hebben, er
kennen Uwe krachtige politiek, vooral wat betreft
de onafhankelijkheid van hot laud, zal een ieder al
tgd bewonderen, en zal ook door iederen opvolger
vau U als voorbeold worden aangenomen. In de
laatste tijden zijn er vele ziken ontstaan, waaraan
het land behoefte heeft. De onverwachte eu groote
ontwikkeling van de mijn-industrieën, het aanleggen
van nieuwe steden, grootendeels door ijverige en
talentvolle uitlanders bewoond, de belangen van den
landbouw in verband daarmede genomen, de naturol-
lenquaestie vooral in betrekking tot die van arbeid
voor de mijnindustrie en den landbouw eu andere
quaestiën van belang door de steeds toenemende
instrooming van vreemdelingen aan onze aandacht
opgedrageu, eisohen groote hervormingen in het be
stuur van den staat. Voor bgna 16 jaren lang heb
ik het land door en door leeren kennen en ik zou
mij gelukkig rekenen mijne medeburgers bij te staan
in de wellicht moeilijke dagen die wij tegemoet gaan.
„Er is in mgne verklaring, dat ik als candidaat
zal staan, hoegenaamd niets vijandig tegen U. In
de aanneming van de candidatuur voor het president
schap word ik door dezelfde beweegreden godreven,
die fj Hoog Edele Heer zal bezielen als gij eene
uitnoodiging om U eene lierkieziug te laten welge
vallen mocht aannemen, nl. liefde voor de Z. A.
republiek.
„Ik vertrouw dat de vriendschappelijke verhouding
die tusschen ons beeft bestaan lang moge blijven
voortleven.
„Ik noom mij," enz.
Op dit schrijven heeft de hoer F. C. Elofs, parti
oulier secretaris van den staatspresident, het volgende
antwoord ingezonden
ii fk tlEd. Gestr. Heer f
„Namens ZHEd. den staatspresident heb ik de
eer ontvangst te erkennen van Uwe dato 2 dezer,
en is mij van ZHEd. opgedragen UEd. in antwoord
daarop te berichten dat ZHEd. de beweegredenen
waardeert, die UEd. er toe gebracht hebben ZHEd.
mede te deelen waarom gg*U' tegenover ZHEd. als
candidaat voor het presidentschap stelt. Hoewol
(zooals ZHEd. niet behoeft te zeggen) ZHEd. Utfe
opinio uiet deelen kan, behoeft zulks nog geen ver
andering te brengen in dö vriendschappelijke ver
houding tusschen ZHEd. en U.
„Met de meeste hoogachting," enz.
De direetie van den Grand-Central-Belge heeft
weger.s de cholera besloten, tot nader orde, geen
landverhuizers meer te vervoeren op hare lijnen.
Dinsdag had te 's-Hage eene vergadering plaats
der Vereeniging van burgemeesters en secretarissen
van omliggende gemeenten, ter bespreking der maat
regelen die tegen de cholera kunnen genomen worden.
Deze vergadering werd mede door den inspecteur
dr. Ruysoh bijgewoond, die o. a. de burgemeesters
uitnoodigde hem onmiddelgk telegraphisch omtrent
elk geval van cholera nostras in hunne gemeente
voorkomende in te lichten, opdat daarop alle maat
regelen, bg eholera asiatica voorgeschreven, teeg «past
zullen kunnnen worden.
Als gevolg van de interpellatie-De Vries van Buuren
werd de hoer Dirksen, inspecteur der ha idelsinrich-
tingen te Amsterdam, door Burgemeester en Wet
houders belast met het onderzoek aangaande de
gogrondheid der klachten, die ten opzichte van den
toestand van het Merwede-Kanaal thans reeds gore-
zra zyn.
Op Zaterdag 3 dezer heeft het onderzoek betref
fende der. staat, waarin bedoeld kanaal verkeert, in
bijzgn var. do hoeren Hubrecht, Zur Mühlen, Korthals
Alles en Jacobson plaats gehad.
Naar wij tot nog toe hebben kunnen vernemen,
zijn de uitkomsten van het onderzoek, dat plaatseJyke
verondiepingen in de vaargeul aauwezig zijn, en dat
ter plaatse waar een peiling over de geheele kanaal
breedte geschied is, een niet onbelangrijke verande
ring vau 't oorspronkelijke dwarsprofiel gebleken
moet zijn. Neemt men hierby in aanmerking, dat
het kanaalwater ten gevolge van de jongste hevige stort
regens op den dag van onderzoek boven het normale peil
stonddan schijnen do klachten toch niet geheel
ongegrond.
Dit vermoeden wordt bevestigd doordienzooals
men verneemt, het uit te brengen rapport gepaard
zal gaan met het voorstellen van maatregelen, ten
einde de toestanden niet ti doen verergeren. Hoewel
nog niet bekend iswaarin deze zullen bestaan, en
het ook niet op onzen weg ligt, op het uit te bren
gen rapport vooruit te loopen, mogen wij toch
aannemen, dat het voorstel der Kamer van Koop
handel, om Vreeswijk en tusschengeleg^i plaatsen
mtt Amsterdam (ten dienste van handel, scheepvaart
eu van do met het toezicht op het kanaal belaste
ambtenaren) door een telephoon te verbinden, een
roorlooper van de te nemen maatregelen is.
LNbl. v. Ned.)
De correspondenten van buitenlandscho bladen blg
ven steeds beweren dat de cholera te Hamburg veel
ernstiger is dan door de overheid werd opgegeven.
Dit schijnt werkelijk het geval te zijn.
Niet alleen dat volgens de Standard Maandag 969
nieuwe ziektegevallen eu 369 sterfgevallen voorkwa
men, terwijl 530 personen begraven werden, maar
ook beweert het blad, dat sinds 20 Aug. het aantal
dooden nu 5000 bedraagt.
Het verlies, dat de Hamburgsche handel door de
cholera heeft geleden, wordt reeds op 200,000,000
M geschat.
Volgens net Hamburger Fremdenblatt, dat een on
derzoek deed instellen op de groote begraafplaats te
Ohlsdorf, moeten in de jongstverloopen veertien dagen
ongeveer 2000 sterfgevallen aan cholera méér hebben
plaats gehad, dan de officieele statistiek opgaf. In
de laatste veertien dagen werden er bijgezet 5758
lijken, terwijl het aautal over zulk een tydperk in
gewone, epidemie-vrije tijden slechts 600 bedraagt.
Het te veel van ruim 5000 moet dus uit choieralij-
ken hebben bestaan, in plaats van 2900, zooals offi
cieel bericht werd. En dan zijn er nog meer be
graafplaatsen roudom Hamburg
Nog erger klinkt hetgeen aan de Vossische Zeitung
wordt medegedeeld. Volgens dien berichtgever zou
het geheele aantal personen die te Hamburg aan
cholera overleden, het bijna ongelooflijke cijfer vau
6200 hebben bereikt.
De Fransche minister var» binnenlandsche zaken
heeft, ten vervolge op het bekende besluit, houdendo
voorschriften, in acht te nemen bij de komst van
personen en goederen afkomstig uit besmette landen
(Rusland, België en Duitsehland), eene circulaire
aan de prefecten doen toekomen, waarin die voor
schriften nader en uitdrukkelijk uiteengezet worden.
De prefecten zullen den maires in de gemeenten vau
bun departement last geven bovenbedoeld besluit aan
te plakken.
De gezondheidsraad heeft den minister van bin
nenlandsche zaken eene statistiek medegedeeld van
het aautal personen, sedert den 8eu Augustus tot
en met 4 September te Parijs en in de voorsteden
aan de ziektevormen der cholera overleden.
Deu 8en Augustus is er één persoon aan bezwe
ken, daarop volgden twee dagen dat er geen sterf
geval plaat9 bad, twee andere weer elk met één sterf
geval en drie dagen zonder dat er iemaud overleed.
Met deu 16den Augustus hield dit op. Het getal
overledenen verschilde van den 17den tot en met
den 23sten van 2 tot 7. Den 18den staan 13 op-
geteekend als gestorven. Sedert is het aantal over
ledenen tot den 21sten bijna gestadig toegenomen.
Die dag wijst het cijfer aan van 31, het hoogste dat
tot en met 4 September bereikt is. Den 4 Septem
ber zgn er 14 bezweken.
In het geheel zijn er van 8 Augustus tot en met
4 September 275 personen gestorven.
In de voorsteden was het cgfer gedurende dien
tijd 130.
Deze opgave heeft alleen betrekking op de over
ledenen iu de hospitalen.
Uit eene statistiek omtrent de cholera te Havre
blijkt dat er ran 2 Augustus tot en met 3 September
220 personen overleden zijn. Dien dag was het
cgfer 17.
De eerste vraag die bg het optreden van liet
nieuwe ministerie in Servië gesteld is, wasaal het
Rus is^hgezind wezen?
Het kabinet is opgetreden met de verklaring
Servië zal zijn neutraliteit naar alle zgden handhaven.
In het programma van het kabinet, dat Zaterdag
j. 1. verscheen, is deze verklaring eenigszins gewijzigd.
Daar heet hetServië zal goede betrekkingen onder
houden met alle mogend lieden, in het byzonder met
de nabureu. Alle tmotaten tutten gehandhaafd worden
en voor do rechten van Servië zal worden gewaakt.
Alle plichten, welke Servië als beschaafden staat in
nationalen zin te vervullen heeft, zullen betracht
worden.
Deze tweede verklaring is minder beknopt dan de
eerste en niet duidelijker. Men vreest, dat Rusland
in het spul is. De heer Shishkin, die tijdelijk het
ambt van minister van buitenlandscho zaken voor den
heer Von Giere waarneemt, heeft onder de Servischo
ministers eenige viiendeu.