Buitenlandse^ Overzicbt.
PETROLBUM-NOTEERINGEN
3408toStaats-loterij.
Cantzlaar Schalkwijk, te Rotterdam
Burgerlijke Stand.
Zevenhuizen
paar socialisten, ilie de verboden meeting te "s-H«ge
hadden bijgewoond, werden door geestverwanten van
den trein afgehaald.
In optocht, waarbij het rood niet ontbrak, trok
men zingende de stad in.
De aansporing der politie om uiteen te gaan, werd
eenvoudig met «neer. I" beantwoord. Nadat de som
matie tot driemalen was herhaald, kwamen de sabels
te voorschijn en links en reohts volgde daarop het
uitdeelen van niet malsche slagen. Op de Markt
straat gekomen, maakte de politie zich van den
hoofdaanvoerder, H. P., uitgover van het S. D. blad,
De Sneeter Courantmeester.
Toen dezen daarop werd bevolen direct zich binnen
'a huis te begeven, kwamen do gemoederen allengs
tot rust.
Tegen genoemdon P. is proces-verbaal opgemaakt
wegens het den vorigen avond ontrollen van het
socialistisch vaandel en het op Zondagavond, 18
September, verwekken van een volksoploop.
De Kiesrecht-meeting te 's Hage is iu alle kalmte
afgeloopen zonder dat er rustverstoring plaats had.
Het terrein, geheel omheind, bevatte vier spreek
plaatsen, een vefverschingstent en aan het oinde een
groote tribune, waar de vaandels der deelnemende
vereenigingen werden opgesteld. Er waren er over
de 100, en de verzameling van banieren maakte een
aardig effect. Amsterdam en Friesland waren, voor
zoover wij konden nagaan, bet sterkst vertegenwoor
digd maar men was uit nagenoeg alle provinciën
gekomen.
Het geheele aantal porsonen, dat do beide ingan
gen van het terrein was gepasseerd, bedroeg 5600.
Het aantal nieuwsgierigen was niet bijzonder groot
men kan vrij wel aannemen, dat verreweg hot mee-
rondeel der aanwezigen werkelijk als belangstellenden
of belanghebbenden was opgekomen.
Aan opschriften zooals: „De Friezen willen alge
meen stemrecht," ontbrak het niet; een roode vlag
wapperde aan een standaard midden in het weiland;
op een andere vlag las njen„Sluit Schiedam", en
boven do ingangen stonden toepasselijke spreuken,
ontleend aan Buys en Opzoomer.
Op de platte daken van twee aangrenzende huizen
hadden zich een fanfarekorps (uit Amsterdam) en
een zangkoor opgesteld, die eenige toepasselijke lie
deren ten beste gaven. Nadat het Stemrèchtlied ge
blazen was, opende de heer Baye, voorzitter van het
Haagsche rogelingscomité, de meeting, er op wijzende
hoe men ondanks den tegenstand, toch de zaak had
doorgezet. Daarna beklommen de sprekers de tribunes.
Na de eerste toespraken wérd er een pauze ge
houden, waarna de andere sprekers optraden. On
derweg bewoog men zich, genietende van het mooie
weer, over het terrein, waar men menig gesprek kon
hooren over de zaak, waarvoor men gekomen was,
«oms heele discussiën van voor- en tegenstanders,
maar alles in een zeer vriendschappelijken toon.
Nadat de spreekbeurten waren afgeloopen, werd
een vaandeloptocht gehouden over het terrein, met
de muziek voorop, onder het zingen van socialistisohe
lieder. De optocht maakte een goed effect. Na eenige
malen den rondgang te hebben gedaan, schaarden de
vaandeldragers zich voor de hoofdtribune, waar Baye
nogmaals'' een woord tot de aanwezigen richtte en
mededeelde, dat de gedelegeerden der vertegen
woordigde vereenigingen 's avonds een vergadering
zouden houden, om een motie op te stellen.
De spreeksters en sprekers die optraden waren de
dames Schook-Haver on Van Hoogstraten, en de
heeren Gerhard, Domela Nieuwenhuis, dr. Bruinsma
Vliegen, Van Eramenes, Schaper en mr. Troelstra.
In hun korte redevoeringen bepaalden zij zich er
meerendeels toe, in 't algemeen de voordeelen, die
men van algemeen stemrecht verwacBt, uiteen te
zetten, op to komen voor het volk en de bestaande
toestanden te kritiseeren. Natuurlijk ontbrak het
niet aan menigen meer of minder gelukten zet aan
't adres van verschillende autoriteiten. Het zwaar
tepunt der betoogiug lag trouwens, zooals verschil
lende sprekers ook erkenden, meer in het houden
van de betooging-zelve, dan in hetgeen er gesproken
werd.
Het meerendeels der sprekers is voldoende bekend,
zoo wat hun beginselen als talenten aangaat. Voor
de meesten eeu nieuweling was mr> Troelstra, naar
wien met groote aandacht werd geluisterd. Deze
nog jeugdige leider der demokratisohe beweging in
Friesland kan een persoon van groote beteekcnis
worden door de benjjdenswaardigo gave des woords,
waarover hij beschikt.
In de bijeenkomst van gedelegeerden in „Walhalla"
is de volgende motie aangeuomen, welke aan den
minister van Bicnenlandsche Zaken is overgebracht
„De vergadering, overwegende dat er geen schijn
van billijkheid is aan het tegenwoordige kiesstelsel;
dat de geschiedeuis van den laatsten tijd voldoende
bewezen heeft, dat verandering daarin dringend noo-
dig is; dat de arbeiders zonder twijfel in staat zjjn
beter te kiezen en te boheeren dan de tegenwoordige
kiezers en heerschefs;
„verklaart het algemeen kiesrecht een eiscb van
oogenblikkelijk belang".
Het Berliner Tagehlatl meldt uit Lodz (in Polen):
Zaterdag avond togen 11 ure is prins Anton Radzivil,
die met den Pruisischen generaal von Werder inge
volge uitnoodiging van den Czaar naar Spala wilde
reizen om deel te nemen aan jachtpartijen, te I.oilz
aangekomen ein aldaar aan het Grand Hótel afgestapt.
Zondag ochtend ging hjj, met een tweeloopageweer
en drie revolvers gewapend aan het open raam zjjner
kamer staan (waar hij uitzicht had op de binnen
plaats) en schoot op ieder, die zich aldaar vertoonde.
Tengevolge daarvan werden twee bedienden van het
hotel zwaar gewond. Daar niemand zich in de nabij
heid van den blijkbaar krankzinnig geworden reiziger
waagde, werd 'de brandweer te hulp geroepen, die
eene spuit in werking bracht en hem, terwijl hjj
maar bleef schieten, zpodanig bespoot (fat weldra de
geheele kamer 'onder wator stond. Toen ook dit
middel niet baatte en hij in steeds grooter razernij
verviel, werd er militant hulp aangevraagd. Eerst
na eenige uren lang vergcefsche pogingen te hebben
aangewend, mochten de militairen er in slagen, den
krankzinnige, die zich woedend te weer stelde en
door zijn schieten rondom schade toebracht, meester
te worden en te binden. Daarna heeft eene sterke
politiemacht hem onder bewaking genomen. Hij is
een der rijkste en voornaamste cavaliers van bet Hof
te Berlijn, zestig jaar oud, adjudant-generaal des
Keizers. Hij stond bekend als hoogst goedhartig en
weldadig, zoodat zijn lot algemeen innig medelijden
verwekt.
Over het bewaren van eieren schrijft de arts B.
van der Veer, in Aviealtura
„Dezen zomer, begin 'Juni heb ik beproefd kip
eieren te bewaren door ze op de volgende wjjzt te
behandelen.
Ik nam eieren, niet ouder dan drie dagen van
vastzittende kippen, reinigde ze zeer zorgvuldig, en
vermoed stooien en alle harde bewegingen. Daarna
dompelde ik elk ei gedurende 5 of 6 seconden in
hard kokend water, droogde ze daarna af, wentelde
ze nu in eene gelntine-oplossing. De laatste bewer
king herhaalde ik, nadat de gelatina-oplosssing reeds
tot een vlies was opgedroogd. Na de opdrooging
werden de eieren in watten gewikkeld (liefst ontvetto)
en op een koele plaats weggezet.
Nu, na ruim drie maanden, heb ik de eieren ts
voorschijn gehaald, en was zeer tevreden met het
succes. Wat smaak, kleur en reuk betrof, lieten ze
zich niet van de gewone versche eieren onderschei
den. Het dompelen van het ei, gedurende die enkele
seconden in kokend water, heb ik gedaan, ten le
om wellioht vele, zoo niet alle levende organismen,
die zioli op of in de sohaal bevonden, onschadeijjk
te maken, en ten 8e om daardoor de lucht grooten-
deels uit de schaal te verdringen.
De oplossing van gelatine verkrijgt men door 2'/,
gram vischljjm in circa 50 gram water, op een water
bad, op te lossen. Bij bekoeling moet deze oplossing
gestold zjjn, terwijl het dan weer slechts verwarming
noodig heeft om vloeibaar te zijn en gebruikt te
worden. Natuurlijk zijn er vele andere middelen
om een vliesje (dat de lucht van het ei afsluit) te
verkrjjgon. Ik heb echter gelatine gekozen, omreden
dit smaak- en reukeloos is, en dus geen invloed uit
kan oefenen op de smaak van het ei.
Dat een enkel ei bedorven was, heeft wellicht zjjn
oorzaak hierin, dat bij de plotselinge Onderdompeling
in kokend water ('t welk toch gowenscht is), de
schaal gebarsten is.
Thans heb ik de eieren voor de 8 wintermaanden
op dezelfde wijze behandeld, en zal gaarne bij ge
legenheid den uitslag daarvan mededeelen."
Sinds de opening van het Suezkanaul zijn de haaien
tan jaar tot jaar talrjjker geworden in de Middel-
Isndsche Zee, en thans zijn zij de schrik der bad
gasten in plaatsen aan de kunst der Adriatische Zee.
In de golf van Fiufite werd dezer dagon oen haai
gevangen, die 15 voet (ruim 4'/, meter) lang was
en in wiens maag mon het geraamte van eeu geit
en een zwaren steen Vond. -Maar een andere, nog
veel grootere haai zwemt nog in die wateren rond.
Vele Fransche .bladen h.ebben hatelijke opmerkih-
gen gemaakt, over het feit, dat de Duitsche keizer,
noch iemand van zijne familie, gedurende de epide
mie naar Hamburg is gegaan, en zij vergelijken hier
mede de cordate houding van den Franschen minis
ter-president Loubet, wiens optreden to Havre zelfs
door Paul de Cassagnac in zjjn blad geprezen wordt.
Trouwens de heer Loubet heeft toen niet voor de
eerste maal getoond voor de cholera niet bevreesd
te zijn. Het volgend verhaal, in een der Parijsche
bladen voorkomende, bewijst dit.
Toen bjj de vorige cholera-epidemie Toulon en
Marseille brandpunten van besmetting waren en zich
do ziekte van uit de laatste stad naar het departe
ment de la Dróme had uitgebreid, was de heer Lou
bet reeds vertegenwoordiger van dit departement en
S vertoefde hij te Montélimar. Dit provinciestadje van
mijn vaatwerk. Vooruit maar!" Ja, mijnheer on
mevrouw, zij dichten er werkelijk over, om van
elkander te gaan en den een of anderen dag zouden
zij het gedaan' hebben.... En toen vader zeide
„Weet gij wel, wat het kost, om te scheidentoen
heeft moeder gezegd„Dat kost niets meer din de
moeite om den boel op te pakken en weg te loopen
01 geen rechtersI geen rechtbank! Gij rechts, ik
links! Ik heb er genoeg van!"
„En gij Francis?" vroeg Eva.
Norton was bleek en Sylvia zag hem niet meer'aan.
„Ja, jk," zeide het kind, „ik was er met dat al
iet ongelukkigst aan toe. Ik kan toch tusschen hen
niet kiezen, wel Ik houd veel van beiden Ik dacht
„als het zoo ver is, zal ik met vader samenwerken,
en als ik dan een paar stuivers of een stuk zilver
geld overspaar, dan breng ik dat aan moeder Maar
goddank, ik geloof niet, dat het zoover zal komen.
Zij hadden ook woor gekibbold dien morgen, toen
vader uit zijn satyiit stappende," Francis m -.akte
de beweging van iemand, die valt „en toen geloof
ik wel dat het voor goed afgesproken was. O! een
tooneel was er voorgevallenMoeder had haar
boel gepakt, en zij schreide, maar toch riep zij
Neen, zoo kan het piet langer, het is niet uitte-
houdenI"
„Schreide zij vroeg Norton langzaam, terwijl hjj
Sylvia's blik trachtte op te vangen.
„Nuantwoordde het kind, „elkander verlaten
Djt gaat toch ook matar zóó niet
„En verder vroeg Sylvia.
„Maar toen vader zoo op twee riemen naar huis
gedragen werd en zoo wit zag als een handdoek, o I
toen zeide moeder niets meerZij is hem gaan
verplegen. O ja ze beeft toch iets gezegd}/Nu
zijt gij goed af! En al do moeito komt alweer op'
mij nederEn do arme ziel heeft moeite ge
noeg En misschien wel twintigmaal op een dag
zegt zij
„Het is waar, ik wilde wegloopen, oude; ik kon
het waarachtig niet meer uithouden. Ik had er nu
genoeg van, Ruaud, van uw llesscben en.... nu
van den heelen boel.... Maar nu kan ik u toch' niet
alleen laten, wel, nu gij in het ongeluk zijt. En
dan, men is zoo gewoon, samen in het gareel te loo
pen.... Waar de geit,is vastgebonden, moet zjj dan
ook maar grazen Toen ik dat hoorde, zeide ik
niets, dat begrijpt gjj," sprak de kleine Ruaud, „maar
inwendig deed het mjj genoegen
„En dus blijft zij vroeg Svlvia.
„En uw vader?" vroeg Norton.
„Hij!.... O! hjj zeide: „Wie weet, misschien moet
men wel ongelukkig zjjn, om veel van elkander te
houden Kom- oudje, geef mij maar een zoen En
toen ik zag, hoe zij elkander met tranen in de oogen
de hand gaven, dat ik zoo bij mijzelf„Nu, als
zij door dat ongeluk weer bij elkander kwamen, zou
het u niet spijten, wel, Francis Het is zoo
hard, mijnheer en dames, o zoo hard, om te zien,
dat degenen, die men lief heeft, elkander niet ver-
„Misschien moet mén wel ongelukkig zjjn om elkan
der lief te hebben zeide Norton, langzaam do woor
den van den visscher herhalepd.
Hij dacht er aan, dat hjj zich toch ook niet ge
lukkig gevoelde neen, lang niet.... Maar alsof hjj
bang was, om na zijn ruwheid, belachelijk gevoelig
te schijnen, schudde bij het hoofd en vroeg aan het
kind
„Waar is uw huis, mijn jongen?"
„Daarginds, op den weg naar Tourgeville," zeide
hij, tegen Eva glimlachend, „de juffrouw weet het
wo'
„Ik zal u er wol brengen," stelde miss Meredith
voor.
„Neen, ik ga met u mede!" zeide Richard tot
Francis. „Ik moet toch de deur pit."
Sylvia dacht na over alles wat de knaap in zijn
onschuld bij haar had wakker gemaakt, en Eva zeide
tot Norton:
„Wat zijt gij ontroerd I"
„Vindt gij?" zeide hij. „Misschien door de ge
schiedenis van dien visscherEn kijk.... ik heb
iets ernstigs te doen en dan wil ik eerstlief
dadigheid bewijzen. Een fetisch, zooals bjj het
spel I"
„Dus gij gaat naar de Ruauds?"
„Ja, ik ben liefdadig uit egoïsme. Blijf gy bij
Sylvia!"
Wordt vervolgd
ongeveer 13,000 inwoners is trotsch op zjjn invloed-
rijken afgevaardigde, die jaren lang er als advocaat
werkzaam is en bij een ieder als „monsieur Emile"
bekend staat.
Tjjdens de epidomie nu zond monsieur Emilo
zjjne familie niet weg, maar was een der eersten om
tegen overgrooten angst te waarschuwen en overal
goeden raad en hulp te verleenen. Eens, terwjjl hjj
met zijn huisgezin aan de ontbjjttafel zat, komt men
hem zeggen: „In die en die straal ligt een door
ieder verlaten zieke, een arme drommel, wien nie
mand te hulp durft komen." De heer Loubet aar
zelde niet en bjj het huis gekomen vond hjj een
groep burger vrouwtjes, die hem den weg versperden.
De stoutmoedigste van haar ging een paar passen
voorwaarts en verklaarde aan monsieur Emile dat
geen hulp meer mogeljjk was, dat de lijder verloren
was en dat men zich niet nutteloos mocht blootstollen.
„Kom, zeide Loubet, wjj kunnen altijd eens gaan
kijken I" Maar het moedertje bleef hem den weg
versperren, oa toen voegde hij er aan toe: „Ik wed,
dat gij zelf in het geheel niet bang zoudt zjjn, als
ik u verzocht met mij naar het bed van dien onge
lukkige te gaan." Eu tevens bood hij haar zijn arm
aan. Het vrouwtje kreeg een kleur en werd dood
verlegen.
Stelt u voor, daar te midden van al bare buur
vrouwen, gearmd te mogen gaan met de plaatselijke
beroemdheid, die in baar moed zoo veel vertrouwen
bleek te stellen I Angst, genoegen en trots streden
in haar. De laatste behaalde de overwinning. Zij
hield zich dapper, ging meo naar binnen en ver
pleegde den zieke. Deze herstelde gelukkig, en te
vens genas het vrouwtje van haar overdreven angst.
Zjj verpleegde nog andere zieken en haar goed voor
beeld werkte zoo goed, dat tjjdens de geheele epide
mie het te Montélimar geen lijder aan voldoende
verpleging ontbroken heeft.
Een cholera-commissie ten plattdando had bijeen
oud moedertje, dat bedeeld werd en eenigszins aan
doofheid leed, bjj een inspectie, de volgende ont
vangst
Lid der Commissie „Vrouw Barends, we kómen
vanwege de gemeente...."
Vrouw BarendsDaar ben ik blij om, heeren
44 jaar ben ik lidmaat van do griffermeerdo kerk
en al me kinderon binnen in die kerk gedoopt en
opgebracht, tot...."
Lid der Commissie „Om een onderzoek in te
stellen naar...,
Vrouw Barends„Juist, dat had al lang moeten
gebeuren. Een, vette twee gulden in de week krijg
ik van de gemeentedaar gaat achtien stuivers huur
af, nou vraag ik...."
Lid der Commissie: „Dat komt hier niet te pas,
je bestekamer moeten wij zien."
Vrouw Barends: „Dat is alle woning die ik heb,
heeren. Daar moet ik in slapen, koken en alles doen.
Ja, 't zegt wat...."
Lid der Commissie„Wij bedoelden in deze zaak
de faecaliën."
Vrouw Barends„O, hebben ze u dat verteld
van die viktalie. Jan, in die viktaliezaak verdiende
mijn jongen drie gulden in de week. Maar da's nou
uit. Er zjjn geen schepen meer, die zaak is opge
doekt."
Lid der Commissio, (driftig)„Je begrijpt ons
niet de reinheid
Vrouw Barends: „Rein ben ik, kijk gerust rond
heeren."
Inmiddels heeft een ander lid der Commissie den
toestand van het privaat en, den regenbak onderzocht
en in orde bevonden. Hij geeft don anderen leden
een wenk tot vertrek.
Vrouw Barends: „Dag heeren, wel thuis. En
kjjk nou eens, of er niet wat bij kan2 gulden in
de week en 1 brood is te min. Daar ben je nou
griffermeerd voor. Me buurvrouw hiernaast het eeo
lozedie is Roomsch en die krijgt 2 gulden, 2 broo-
den en 's winters turf. Da's ,een royaalder goloof.
Veranderen wil ik niet graag, maar...."
De Commissie vertrekt. (Centr.)
ljjst, gedekt door een rjjk verguld ornament, op welks
blauw veld de letter W in heraldieken stijl voorkomt.
Daaronder en afhangende van deze lijst bevindt
zich een rood pluchen randwerk, waarop de koninkljjke
kroon en ter rechter- en tor linkerzjjde gekruiste
zwaarden zjjn geborduurd.
Van dezen pluchen rand gaan twee afhangende rood
pluchen gordijnen uit, welke gevoerd zijn met blauw
satjjn, terwjjl ook daarmede de achterwand prijkt
waarop bovendien het Nederlandsche wapen is ge
borduurd. Dit blauwe foud is bezaaid met rjjksappels.
Om de gordijnen op te houden, zjjn daarvoor ter
weerszjjden geplaalst twee gebeeldhouwde, rjjk ver
gulde kolommen, elk van welke wordt bekroond door
den Nederlandsohen Leeuw, omgeven van een heir
met hek.
Do beide stóelen voor den troon zijn iu oud-Hol-
landschen stijl ontworpen en geheel verguld.
De koninklijke stoel is bekleed met rood fluweel,
terwijl in den rug is geborduurd de letter W, ge
kroond door de koninkljjke kroon. Het fluweel is
verder bekleed met rijksappels, terwijl aan den stoel
een rjjke met vorgulde franje afgezette draporie is
aangebracht.
De stoel van H. M. de Koningin—Regentes is van
denzelfden vorm, maar uitsluitend gekleed met rood
fluweel en bezaaid met rijksappels.
De verhevenheid, waarop de troon rust en de
stoelen zijn geplaatst, is in denzelfden staat geble
ven, ook wat betreft het bekleedsel.
Omtrent de restauratie, die de Vergaderzaal der
Tweede Kamer onderging, deelt het D. v. Z.-H. het
volgende mode
De pal der Tweede Kamer is niet meer bepleis
terd, zooals jaren achtereen h'et geval was, maar
geverfd in twee zachte tinten van havanna-kleur,
terwjjl het ornaments» erk en relief met goud is afgezet.
Dbor de Koninklijke Nedejlandsche Tapijtfabriek
te Deventer is geleverd het prachtig Deventer tapijt,
waarmede de zaal is belegd en dat meer in harmonie
is met baar bouwstijl.
Door jhr. mr. Viotor de Stuers en den heer P.
J.H. Cuypers, architect te Amsterdam, is ontwor
pen de nieuwe-troon, naar gegevens van die in de
Mozes- en Aaronszaal te Amsterdam.
De troonhemel zelve bestaat uit een zwaar vergulde
De heer W. Vosrnaer, le luitenant der artillerie,
die ook op letterkundig gebied geen onbekende is,
heeft een geestig artikeltje geschreven in den Mili
tairen Gifa over het zoogenaamde „theorie houden.»
Zooals men weet is luitenant Vosmaer als kanonnier
in dienst getreden, zoodat hjj volop genoten heeft
van het uren achtereen opdreunen van theorie. De
schrjjver dringt er op aan de theoriën tot oen mini
mum te beperken, terwijl hjj in overweging geeft ze
zooveel mogelijk door officieren te doen houden.
Theorie houden is moeilijk en vereischt zóóveel takt
en kennis, dat alleen goed ontwikkelde, ervaren on
derwijzers daarvoor in aanmerking komen.
Een wachtmeester wil een recruut aan het verstand
brengen, hoe een munitievoorwagen heet. Dit ginv
zoo
„Als je nu een kar hebt, om melk rond te bren
gen in de stad, hoo noem je dan zoo'n kareen
melkkar niet waar?»
„Jawel, wachtmeoster.»
„Nu, die voorwagen, dient nu om munitie te ber
gen hoe denk jjj nu tvfl, dat die heet
„Melkkar, wachtmeester.»
Do volgende vraag is eveneens historisch „Waar
is de ricktboog bjjnij van gemaakt?» Antw.„De
riohtboog is bijna geheel vao brons adjudant.»
Een andermaal hield een wachtmeester theorie
over „de broek."
„Hoe heet dat?
Geen antwoord.
„Kom, wat draagt ja moedbr?»
„Een rok, wachtmeester."
„Neen, wat draagt ze nog meer
„Een muts, wachtmeester."
„Neen, een broek, niet wasr?» en hij zette pen ge
zicht of dat zoo klaar als de zon was.
Over hetzelfde" onderwerp lazen wij in een der
vorige afleveringen van bovenbedoeld tijdschrift o. a.
het volgende, door zeer bevoegde hand geschreven.
„Naar onze meening is de theorie de kanker er
wordt te voel tijd besteed aan theorie.
Een oceaan van nomenclatuur wordt over den
nieuweling in het militaire leven uitgegoten. Dat
is verkeerd en tijdroovend bovendien.
Het is waar, wij ouderen, zijn opgegroeid met
veel theorie en ze'speelt bij inspecties een groote
rol, maar men moest toch trachten zich aan de
nagels van dien grijpvogel hoe eer hoe beter te
onttrekken." s
Of het helpen zal
JiJ'
Tot nog toe zijn te Hamburg door de ziekte
14.19-1 personen aangetast, van wie 6506 stierven.
Do toestand blgft in de laatste dagon dezelfde lang
zaam afnemend.
Prof. Koch heeft verklaard van oordeel te zjjn, dat
het aantal ziektegevallen te Hamburg weinig kans
heeft spoedig te verminderen j wel gelooft hij dat de
sterfte zal afnemen.
De Spaansche ministerieele dagbladen stellen Ach.
weinig goeds voor vande onderhandelingen met
Frankrijk over de regeling der handelsbetrekkingen
tusschen beide landen.
De Servische regeering benoemde een commissie
van 36 leden tót onderzoek van de vraag der af
schaffing van de tabaks- en zoutmonopolies. De
regeering wenscht de voortbrenging, de bereiding en
den verkoop van tabak vrij te laten, erenals den
invoer eu den verkoop ran zout. De commissie zal
onderzoeken hoe dit plan te verwezenljjken is, zonder
de belangen dor schatkist te -schaden. Verder is in
haar onderzoek begrepen de regeling der rechts
betrekkingen tot de houders van schuldbrieven, die
uit de opbrengst der monopolies moeten worden
betaald.
President Carnot's reis geeft de Temps aanleiding,
de quaestie zijner verkiezing ter sprake te brengen.
Lenigen tgd reeds houdt men zich in Frankrijk bo
zig met de vraagof do hoer Carnot als zjjn man
daat afgeloopen is, opnieuw tot president zal gekozen
worden. Bij de jongste reis van dea president lieten
vele toespraken, welke do burgemeesters tot hem
richtten, reeds doorschemeren, dat men hoopte, dat
de heer Carnot weder tot zijn post zou goroepen
worden. Vooral de maire van Poitiers drukte dit
verlangen uit, zeggende „Gij hebt meer dan eenig
ander medegewerkt tot de machtige verspreiding der
republikeinsehe denkbeelden, welke de zedelijke'een-
heid van Frankrijk bewerkstelligen. Het vaderland
erkent, dat gij met eere do banier van Frankrijk
hebt gevoerd. Trouw aan do roemrjjke familietra
dities, hebt gij de overwinning verzekerd en wel de
overwinning des vredes. Wij hopen vurig, dat het
u nog jaren lang gegeven mag worden, het werk van
bevrediging, het bevorderen der eendracht, voort te
zetten."
Het antwoord van den beer Carnot op deze rede
voering wordt door de Temp» zeer toegejuicht. De
heer Carnot stelde zooals altijd zijn persoon beschei
den op den achtergrond en zeide, dat bij niet twij
felde, ot de republiek zou altijd mannen weten te
vinden, welke zij de bewaking van hare baoier zou
kunnen toevertrouwen.
In Duitsohland vraagt meu zich af, wie de opvol
ger vau den heer Von Forckenbeck als opperburge
meester van Berlijn zal worden. Bijna het geheele
stedelijk bestuur van Berlijn bestaat uit vrjjzinnigen.
De vrijzinnigen hebben getoond wat zjj vermogen,
sis het hun streven is een stad flink voort te stuwen
op den weg des vooruitgangs. Berlijn is in vele
opzichten een modelstad geworden. Algemeen er
kent men, dat de gezondheidstoestand der stad, het
armwezen, het schoolonderwijs, zeer weinig te wen
cellen laten. Dit alles is voor eea groot gedeelte te
danken aan wijlen don burgemeester Von Forckenbeck.
De vrijzinnigen hebben thans als candidaat voor
bet opperburgetnoosteischap den heer Zelle, den
tegen woordigen burgemeester en vroeger onder Forc
kenbeck syndicus van Berlijn. Hjj behoort tot de
gematigde vrijzinnigen. Door de conservatieven wordt
zjjne candidatuur heftig bestreden. Zjjn tegenstanders
erkennen, dat zij hem allen bestrijden, omdat hij
vrijzinnig is en zij geen vrijzinnige als opperburge
meester begeeren. De groote meerderheid der Ber-
lijnscho bevolking behoort echter tot de vrijzinnige
partjj, dus vau dien kakt hebben de tegenstanders
van Zelle op geon steun te rekenen.
van de Makelaars
De markt was heden vast.
Loco Tankfust 6,60 6.§5. Januari- 6.75;
Februari-, Maart-, Aprit-le?ering ƒ.6,60. October-,
levering 6.65. November- en December-levering
6.70.
GEBOREN16 Sept. Hendrika Johanna, ouders
J. Bergman en J. L. Zwanenburg. 18. Cornelia,
ouders N. van der Zgde en J. de Hoog. Jan,
oudere C. Ooms en F. W. van Stavel.
OVERLEDEN: 17 Sept. M. C. Blok, huisvr.
van G. Brenkman, 37 j. 11 m. 18. C. van
Leeuwen, wed. A. Rietvold, 36 j. 10 m. M.
Groeuendaai, 58 j. 19. T. H. Engelhard, 3 j.
C. Loendersloot, 51 j.
GEBORENSijgja Maria, ouders A. Karreman
en J. Maaskant Willemina Johanna, oudere M.
Brandhorst en P. v. Rijs.
ONDERTROUWDU. H. van Rogon en M.
Hoogendoorn. D. Sol en M. W. Sol.
5de Klasse. Trekking van Dinsdag 20 September.
No. 5464 100,000.
No. 2632, 11529, 12342, 14147, 17057, 17441,
18834 en 18889 1000.
No.' 4337, 4802, 7514 on 7938 400.
No. 88, 2722, 2758, 4971; 5742,6339 eu 2008»
200.