FINALE ÏÏIT7ESEQ0P SPOTPRIJZEN STEENKOLEN. GROVE KACHELKOLEN. BLOOKER's CACAO, ULSTERS, IV AJAARSe» REGENMANTELS. Nationale Militie. Steenkolen. W. P. Jauliis, GAPDGIJHMB8 'I fijnste merk, f 1.60 0.85 0.45 't fijnste merk. HlIffWSfl 8ËGÜ1ZÏ1 Eerste zending van Japonstoffen Gouda, BAHLMAOT a Co. Bnltenlandsch Overzicht. ADVERTENTIËN. Rachel- en Machinekolen. Nog eenige dagen in lossing Vest 0.161. P. KRIJGSMAN. Katoenen en Jager-Ondergoederen. (Uitsluitend Engelsche Stoffen.) T. CREBAS. kennisgeving. Burgerlijke Stand. A. LAMBERT, LOUIS P. WELTER. De Mineraalwaterfabriek T77" a-terloiclixig:. Glacé, Zijde en Wollen HANDSCHOENEN. W. P. JAULUS, ONTVANGEN: Hieuwe Bruine Booneu, en Groene Erwten. niet los (per ons) verkrijg baar, maar uitsluitend in gesloten bussen. De verkoop neemt dagelijks toe, want de prijzen zijn slechts Daarvoor wordt het beste en opiosbaarste geleverd wat te ma ken is. Een hoogeren prijs voor CACAO betalen is dus onnoodig. voor Dames en Kinderen. met GARNEERING. uitbarsting komtallengs nemen deze verschijnselen af, de eetlust keert terug en de proefpersoon" ge voelt zich, althans ten naastenbij, als voor de operatie. De cholera-gevallen te Antwerpen kwamen den correspondent voor zeer goedaardig tezyn. De desiufectie-maatregelen zyn, ook in bet bui tenland, belachelijk. „Als een staaltje van hot bu reaucratisch systeem diene, dat een Hamburgsch industrieel, die reeds sedert lang in het buitenland reisde alle, zich by hem bevindende ondergoederen moest afgoven, hoewel hy zich naar huis terug begaf. «Daarentegen werd oen ander Hamburgsch ingezo- tene, mijn ïeisgenoot, de heer Ern9t Suck, die zich langs oen omweg van de stad zyner inwoning naar Parijs begaf, geheel ongemoeid gelaten, hoewel by evenals trouwens uw verslaggever meer dan één stuk ongewasschen ondergoed by zich had. Hij had dit alleen hieraan te danken, dat hij den naam zijner geboorteplaats niet noemde." Staten-Generaal. 1« Kamer. Zitting van Vrijdag 23 September 1892. De discussie was van meer belang dan den vori- gen dag. De eenige bepaalde tegenstander der ver mogensbelasting was de heer Pijls, die wei 't roerend vermogen wilde belasten, maar op eene andere wyze: het bekende refrein. De heer Van der Breggen is maar half ingenomen met deze wetten althans hij maakte zich tot tolk van de bezwaren der agrariërs. Ook de heer Van Royen gaat alleen mede, omdat er tegen don geest des tijds niet valt op te roeien. Overigens niets dan voorstanders, zoodat de leden vau ons Hoogerhuis gaarne het voorboeld schijnen te geven van offervaardigheid ten behoeve van de huishouding van Staat. Uitnemend was inzonderheid de rede des heeren Pynippel, welke wat de pro- grestie aangaat zelfs verder wilde gaan dan de Re- georing, doch erkende dat do volksmeening geen grooter stap in die richting verlangt. De heer Prins viel do verhoogiag van het gedisteleerd aan, terwijl de heer van Lier zich ergerde, dat de aanslag der hoogstaangeslagenen in deze belasting geen geheim zou blijven, als men de jaarlijksche lijsten publiceert. Beide zijn echter, evenals de heeren Regout en Cremers verklaarde voorstanders der wet. Het meest trok natuurlijk de aandacht, dat de heer Lohman, in •trijd met zijne geestverwanten van de andere kamer, de ontwerpen verdedigde, tot de verhooging van den accijns op gedistelterd incluis Heden voortzetting van het debat. De Russische kruis rs hebben, zoo verneemt de Time» uit Ottowa, een Amerilcaansch en 3 Britsche zeilschepen in volle zee buitgemaakt on naar Petro- pavlovsk, de hoofdstad van Kamshatka, vervoerd. De bomanningen werden mishandeld met een vroed heid, die zelfs als de schepen in die watt-ren inbreuk hadden gepleegd op Rusland's rechten, niet ware te verontschuldigen. Den gezagvoeders werd, vóór zij Victoria verlieten, aangezegd dat zij onder geen voor wendsel het noordelijk deel van don Stillen Oceaan mochten binnenkomen, dat thaus onder jurisdictie staat van een internationaal scheidsgerecht. Ook werd hun verboden de wéleren te bevaren rondom Russische eilanden of langs Russiscbo kusten. Doch geen der drie Britsche schepen was ooit in die wa teren geweest en evenmin bevonden zij er zich, toen beslag op hen gelegd werd. Alle drie voeren in volle zee, 20 tot 50 Eng. mijion van de naaste Russische kust, toen ze door de Russische handels- stoomboot Kotik buitnemaakt en aan den Russisohen kruiser Zabiaka overgeleverd worden. De matrozen werden zonder geld, kloeren, voedsel of kookgereed- schap in een vuil, vervallen Russisoh dorp aan wal gezet en verkregon alleen by hooge gunst verlof, in een deel der gevangenis van Petropaviovsk onder dak te gaan, een donker, onrein gebouw. Do Timet is verontwaardigd over deze wederrech telijke daad en acht het verklaarbaar, dat in Canada de schuld gogeveu wordt aan de Russische Regee- riug. Zelfs gelooft het blad echter niet, dat do Re geering te Petersburg aldus bet internationaal recht met voeten zou treden en twist zou zoeken met Groot-Brittannië. De Russische zeeotficior de Levrou schijnt op oigeu gezag het recht te hebben verkracht. Niettemin zal do Regeering te Petersburg onmid dellijk voldoening moeten geven wegens de belee- diging der Engelsche vlag. De verplichte crematie van cbolora-lykon worden door Prof. Van Overbeek de Meijer bestreden. De bekende hoogleeraar schreef in het Meuten twee ar- tikolen over de vraagIs lijkverbranding gewenscht in tijden van Cholera, en kwam tot deze slotsom „dat het begraven der lyken van menschen, die aau aziatische cholera overleden zyn, op gewone kerkho ven, geen nadeel zal brengen aan de volksgezondheid, wanneer die begraafplaatsen goed ingericht zyo en goed gebruikt worden." Door vole proefnemingen is gebleken, dat de cho- lera-bacil het in den bodera tegen de talrijke daarin aanwezige rottingsbacteriën (saropyhten) niet houden kan bovendien is gebleken, dat de sameustolling en de aard van het terrein geen noemenswaardige» in vloed uitoefeoen op den leveusduur van cholura-ba- ciUeu in den bodem. In zijn conclusie maakte de hoogleeraar echter een voorbehoud, en daarvan geeft bij in de volgende woorden een toelichting. Ik bedot 1 daarmede afgezien van de talrijke overige sanitaire eischen, waaraan een goede begraaf plaats beantwoorden moet, meer byzonder, dat de voorschriften der wet van den lOden April 1869 be- trefTenden den onderlingen afstand der graven, hunne diepte, de bedekking van iedere kist mét een laag aarde van minstens 3 decimeter dikte, of (voor de bovenste kist) met een laag aangestampte aarde van minstens 65 centimeter dikte, alsmede het verbod om de lusscheu de kisten aanwezige aardlagen van 8 decimeter diklo bij een volgende begraving to roeren, ten strengste moeten worden gehandhaafd. Voorts dat het opgraven of vervoeren van een opgegraven lijk, in het hier bedoelde geval niet zal mogen ge schieden in afwijking van het voorschrift van arti kel 12 der wet. Ten derde, dat het by zetten van het lijk van een aan Aziatische cholera overleden persoon in een grafkelder voor altijd moet worden verboden. En eindelijk, dat elk lijk van een aan de genoemde ziekte overleden persoon wel in een stevige en waterdichte kist moet worden besloten, zoodra de dood met zekerheid is vastgesteld, maar in die kist opzettelijk geen stoffen mogen worden gebracht, die de rotting zouden kunnen tegenhouden of zelfs maar vertragen; de kist kan zondor grooto onkosten zoodanig worden gemaakt, dat ua het too- scbroeven vau het deksel geen vocht daaruit kan afvloeien. I Wanneer men, zoo laat Prof. v. Overbeek de Meyer hierop volgen, tegenover deze onschadelijke begraving de lijkverbranding zou willen stellen, zou men op zeer grooto bezwaren stuiten. In de eerste plaats op het bezwaar, dat het vervoer der lyken over zeer groote afstanden zou moeten plaats hebben, de ge* slotene kist derhalve te lang „boven aarde" gehou den zou moeten worden, daar het wel niet mogelyk zou zyn, in Nederland meer dan een, of althans meer dan zeer enkele der dure lykovena in de ver schillende groote middelpunten van het spoorweg- of soheepvaart-verkeer voorhanden te hebben. Het tweede bezwaar is, dat by eenige uitbreiding der opidemie bet onmogelijk zou zijn to voldoen aan den hoofd- eisch voor elke verbranding van een lijk nauwkeu rige vaststelling der oorzaak van den dood door twee zeer geoefende, met deze taak uilsluitend belaste, deskundigen. Het derde bezwaar is, dat geene Ro- geering daaraan zou mogen denken het verbranden der hier bedoelde lyken te gelasten, omdat zij niet kan beweren, dat do maatregel noodzakelijk is ia het belang der volksgezondheid, en zy dus de ge moedsbezwaren van enkelen of velen tegen de crema tie moet eerbiedigen. In den Zweedscbe Raad vau State is besloten tot bijeenrooping van den Rijksdag in eene buitengewone zitting op 17 October a. s. Alsdan zal beraadslaagd worden over het voorstel betreffende de legerquaestie. Het behoort tot de tactiek eeuer oppositie daarvoor is zij eenmaal oppositie haar aanvallen te richten op de zwakste zijden eener regeering. Voor de Britsobo tories ligt van zelve het kwets bare punt van oen kabinet-Gladstone in de buiten- landsche politiek, en op dit terrein weer in het byzonder in de buitenlandsche staatkunde tegen Rusland. Zoodra een ministerie-Gladstone aan het roer is ontdekken de jungo's overal gevaarlijke, het Britsche keizerrijk bedreigende manoeuvres der Rus sen. De Pamir-expeditie gaf hun ditmaal nnmidde* lijk een aanleiding om de krijgstrompet te steken. Een nieuw punt van attaque tegen het liberale ministerio vindt do Times in het feit dat op drie Britsche visschersbooten door Russische kruisers in de Bebringzee beslag is gelegd. Van protesten b|j het bof van den czaar, van verontschuldiging door Rusland neemt het City-blad don mond vol, maar men raag vrijelijk veronderstellen dat er in dit chau vinistisch misbaar veel overdrijving schuilt, daar de tories zioh nu eenmaal teu taak hebben gesteld als strenge wachters bij de buitenlandsche politiek van het liberale kabinet met Argus-oogeu te bespieden. Overigens merkt men van radicale zyde op, dat de tories in het algemeen vredelievender gezind z|jn tegen het iteparteraent van buitenlandsche zaken, na lord Rosebery aan het hoofd staat, dan vroeger. Hun zwaarste geschut richten zij thans tegen John Morley, om telkens üy het minste voorval in Ierland gereed te zijn het verderfelijke van diens anti- dwangsysteem aan te tooneu. Voorzeker is de taak van den nieuwen staatssecra- taris voor Ierland geen zeer gemakkelijke. Behalve dat het geen lichte arbeid zal zijn, zooals de Poll Mall Gazette betoogt, om te werken onder da ge wone wet met ambtenaren en politiedienaren, die gewoon zijn geweest aan buitengewone maatregelen en carte blanche hadden by het geringste verzet te- losse haren, die haar over het voorhoofd vielen. Zij had haar wol willen omhelzen, doch zij be- beerschte zich en zette de proef voort, als een vrouw die uit baar eigen hart het hart der vrouwen heeft leeren kennen. „Des te meer hebben zij gelogen," zeide zij met ijskoude kalmte, „daar de tegenwoopdige positie van Norton op dien laster kan antwoorden." „Welke positie?" vroog Sylvia. „Zij is ernstig en hij beroemt zich er op! En ik kom hier, om u mija ware, oprechte troostwoorden aan te bieden in nw ongeluk!" „Ongeluk?" riep Eva. Mevrouw de Solis zette een ontsteld gezicht, als iemand die een groote onvoorzichtigheid begaan beeft. ist gij dat dan niet? En mijnheer Norton heeft mrj alles verteld.... de staat van ztjn fortuin en zijn genomen besluit? De heer Cadogan, zijn advokaat, is juist een vrieud van mij." „Zijn advokaat?" herhaalde Eva, terwijl Sylvia, in gepeins verdiept, voor mevrouw de Solis stond. „O! maar werkelijk," zeide de markiezin, „wat ben ik onbedachtl Ik kom hier slechte tijding brengen! Maar het is toch onmogelijk dat gij niet zoudt weten...." „Wat?" vroeg miss Meredith. Doch Sylvia antwoordde „Eva, Eva-lief!" Paul de Bernière doed eenige stappen naar de deur „Ik ga heen, ik vraag vergiffenis...." Doch Eva hield hem trotsch terug „Neen, neen!" zeide. „Er is in het huis van Ri chard Norton geen enkel geheim, dat niet iedereen mag hooren." „Welnu!" antwoordde mevrouw de Solis, „die scheiding.... De heer de Cedogan zal hier komen.... Ja, ik weet het nieuws van hem.... hij zal de acte van echtscheiding meebrengen." „Een echtscheiding?" Eva zag Sylvia aan en trachtte haar blik te ont moeten. Sylvia bleef zwijgen. „Gij antwoordt niet?" riep Eva. „Is dat waai? Is het mogelijk? O! mijn arme oom!.... Sylvia! Sylvia „Omen moet rechtvaardig zijn," sprak mevrouw de Solis, „het is de beer Norton, die schoiding ver langt. Haar mevrouw Nortoa heeft groot gelijk, dat zij die aanneemt, groot gelijk. Ons eigen geluk, ons lot gaat voor alles in het leven Hij zal er mis schien onder lijden, maar lijdt gij niet en al jaren lang, mijn lieve Sylvia? Hij is bedroefd, hij is on gelukkig, maar het ongeluk kunnen wij, dunkt mij, allen dragen, vooral het ongeluk van een ander Wees verstandig, miss Meredith mevrouw Norton is nog jongZij kan vrij zyn, zij zou wel dwaas zijn, als zij niet het leven koos, dat zij verlangde, ronder zich te bekommoren om dengeno, wiens naam zij gedragon heoft. Wat is een naam Nauwelijks een herinnering." „Mevrouw riep Sylvia. „Men vergeet de dooden wel," ging de markiezin voort. „De echtscheiding is een weduwstaat, waarin men do levenden mag vergeten. En nu juist, nu men den heer Norton beschuldigt,..." „Nu mon hem belastert," verbeterde de jonge vrouw. if „Is hot ofrgenblik daar om te bewijzen, dat ae vrouw.... ja de vrouw.... volkomen onverantwoorde lijk is voor do fouten en het gedrag van haar man... „Zelfs als die man zijn leven voor haar zou go- ven?" riep Eva verontwaardigd. Do markiezin groep haar hand: „Stil toch! Gy zult alles bederven!" „Die liovo, goede tante van ray is een schor pioen dacht Paul de Bernière verbaasd. En met stomme verwondering zag liy de mar kiezin de Solis aan, als een man die plotseling zijn reisstaf zou zien leven, kronkelen, sissen en tot een adder worden. XIV. Tirwijl de markiezin de Solis met een wreede menschenkennis de wonde, die zij Sylvia had toege bracht, vergrootte en verergerde, bracht Richar Norton den advokaat mede naar de villa, wiens komst hij mevrouw Norton bericht had. Wordt vervolgd.) gen de openbare maoht om korte metten te maken men weet wat dit in Ierland onder een dwang- wefc wil zoggen heeft John Morley nog boven dien te rekenon met do licht ontvlambare Ieren zelve. Hoe zullen zij hem helpen in dezen overgangstijd om Home Rule fe verwezenlijken? Veel, ja byna alles hangt hier van hun eigen houding af. Het grootste gevaar schuilt daarbij in den betreurens waardige» tweospalt tussohen do Ieren. Zullen niet de anti-Paruellisten zioh laten verleiden tot buiten sporigheden, uit vrees dat de Parnellisten hen in het land kuunen benadeelen Op de leiders rust een zware verantwoording gelukt het hun niet ge durende dezen winter de Ieren rustig, vreedzaam en geduldig te houden; vinden ernstige wanordelijkhe den, geweldadig verzet plaats, dan verminderen op nieuw de kansen op Home Rule. Blijft het daar entegen rustig in Ierland, dan kan John Morley in het voorjaar mot vertrouwen het parlement een wets ontwerp voorleggen, dat Ierland de lang gewonschte emancipatie brengt. Steeds scherper wordt de stryd tusscben de beide doelen der socialistische partij in Duitschland. Reeds langen tijd al sedert de opheffing van Bismarck's socialistenwotis duidelijk, dat de socialisten niet meer kunnen samengaan met de groep der zooge naamde „onafhankelijken'#. Schandalen als plaats hadden in de vergadering vau Dinsdagavond, wuarby de „onafhankelijke»" of anarchisten wanorde veroor zaakten o:i de tegenstanders elkaar met de stuk geslagen stoelen te l|jf gingen, wyzen er op dat de seheiding nu nabij is. De socialistische Vorwarts dringt aan, dat de onaf hankelijken voortaan van de bijeenkomsten zullen worden uitgesloten, omdat zij de vrijheid van het woord niet eerbiedigen en in de sociaal-democratische vergaderingen bly'k geven niet behoorlijk te kunueu dobatteorenmaar integendeel niets dan wanorde veroorzaken. Worner en zyne aanhangers worden door de Vorwarts voor al wat leelijk is uitgoraaakt. De strijd loopt oyer het parlementarisme naar aanleiding van de vraag of de socialisten aan de verkiezingen zullen deelnemen of niet. Do anarchisten boweren dat de socialisten een regeeringspartij ge worden zijn. „Bebel", zeide een hunner in eone vergadering van Woensdagavond, „spreekt iu den Rijksdag over diplomatieke zaken, die voor de arbei ders hoegenaamd geen belang hebbon. Het parlemen tarisme leidt de omwenteliiig8beweging der proletariërs op een zyweg en verwydert de arbeiders van hun doel. Do sociaal-democraten zijn een hervormings partij geworden die den arbeiders leert, dat alleen langs parlementairen weg het sociale vraagstuk kan worden opgelost". Deze en andero sprekers betoogden, van het parle mentarisme en van hot kiesrecht in het algemeen niets te willen weten, en in overeenstemming daar mede wprd een voorstel aangenomen, waarin de ver gadering besloot, niet aau de gemeenteraadsverkie zingen deel te nomen. De Belgische en Fransche werklieden te Lens, hebbon ingezieu, dat zij verstandig deden de banden ineen to slaan tegenover do Mijn-Maatschappijen. Z|j hebben oen gemeenschappelijk manifest gepubli ceerd, waarin wordt gezegd, dat uit eeo langdurig onderzoek is gebleken, dat de opwinding te wijten is zoowel aan do mijnmaatschappyen als aan de Belg. mijnwerkers. De maatschappijen trachtten de loonen te drukken door het aantal arbeidsuren te verlengen on zy lieten Belgische arbeidskrachten overkomen voor minder loon dan de Franschen kregen. De Belgeu wpron verder don Franschen hinderlijk door gonoegen te nomen met een langoren arbeidstijd dan deze laataten hadden. Verder trachtton de maat schappijen een dam op te werpen tegen de ontwik keling van de arbeitlsvereonigingen. Zonder het te willen, speelden de Belgen door een en ander in de kaart dor maatschappijen. De afgevaardigden wek ken daarom de arbeiders van beide naties op, de oogen te openen voor de wijze, waarop zij worden geëxploiteerd. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, oen te weten, dat het register van inschrijving met ue alpbabelische naamlijst, van hen die in dit jaar deJ5e gemeente voor de Militie zijn ingeschreven, ▼an den 26r. September 189? tot en met den 3n ctobor diuiraanvolgende (de Zondag uitgezonderd) es voormiddags van 10 tot des namiddags 1 ure, op de Secretarie der gemeente voor do belangheb benden ter lezing is nedergolegd, en dat tegen re- L 60 bezwaar kan worden ingebracht bij n Commissaris der Koningin in deze provincie, oor middel van een met de noodige bewijsstukken gstaafd verzoekschrift, op ongezegeld papier, onder- ena door hem die het bezwaar inbrengt, welk j verzoekschrift voor of op den 3n October 1892 moet worden ingeleverd bij den Burgemeester dezer ge meente. Gouda, den 24 September 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN BERGEN IJZENDOORN. De Secretaris, BROUWER. GEBOREN22 Sept. Nicolaas, ouders J. van Wijk en J. G. Hogones. ONDERTROUWD: 25 Sept. T. Steen winkel, 21 j. en A. Boot, 21 j. A. Francken, te Hazerswoude, 37 j. en A. M. Krook, 29 j. G. Schenk, 61 j. en J. M. Peek, 56 j.' Ondergeteekende beveelt zich beleefd aan tot de levering van puike Grove RUHR-KACHEL-, HAARD-, VLAM-, MACHINE- en SMEÊ- KOLEN, tot Concureerende Prijzen. Turfsingel P. 80. Over eenige dagen in Loasing verwacht eene Lading PUIKE GROVE TOT BIJ COIFFEUR. DE LADING van de Firma is AANGESLOTEN aan de Goedkoope en toch zuivere BORDEAUX WIJNEN. Zuivere lekkere COGNAC. Heerlijk BIER op Liter-Fleaschen. CEYLON KANEEL LIKEUR van Wilh. Schudel Co. (Deze Likeur dood snel de Cholerabacil. Lees het oordeel van Prof. G. v. Overbeek de Meijer.) MARKT A 68, GOUDA, gelieve vooral te letten op het juiste adr6s. De grootste keuze in DASSEN, opnieuw ontvangen een zeer groote sorteerine DAMES en HEEREN Specialiteit in het leveren van OVERHEM DEN, BOORDEN, MANCHETTEN en FRONTS. Op maat FOULARDS, ZAKDOEKEN, BRETELLES PARAPLUIES en REISDEKENS. Marchand Tailleur. COUPE GARANTIE. MARKT A 68, GOUDA, gelieve vooral te letten op het juiste adres. BLOOKER'CACAO pr J/j kilo bus pr V. kilo bus pr '/8 kilo bus.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2