Bultenlandsch Overzicht.
dat, B»i*t és Snul reeds den 20 Juli 1881 het
rapport van prof. Pettenkofor met dat van het bureau
voor hygiene (hot zoogenaamd «Kaiserl. Gosundheita-
amt") aan de afdeeliog uit de Biirgeraohaft over
legde, dio met het toezicht op de bouwpolitie is
belast, deze laatste oerst den 18 Juli 1885 den Senaat
een 16 Mei gedateerd plan tot verbetering voorlegde
Mogen de Nederlandsohe autoriteiten uit de ge
volgen, die deze bureaucratische treuzelmethode hoeft
afgeworpen, eene leering trekken en hardere lessen
onzen gezagbekleoders geepaard blijvenWie zioh
aan een ander spiegelt, spiegelt zioh zacht.
(Haarl. Ct.)
In do Fharmacentiscke Foil leest men «Het is
niet algemeen bekend, dat iemand, die in eene zie
kenkamer eene zwarte of donkere kleeding draagt,
vatbaarder voor besmettelijke ziekten is dan wie
met eene lichtkleurige stof gekleed is, omdat de uit
waseming van zieke lichamen veel meer door donkere
dan door lichte stoffen ingezogen wordt.
Men kan daarvan gemakkei(jk de proef nemen door
een lichtkleurig en een donker kleed vijf minuten
lang aan tabaksrook bloot te stellen, en dan zal men
bevinden dat het donkere kleed veel sterker naar
tabak riekt dan het lichte, en dat de lucht er ook
langer in blijft. In Kamers waar eene besmettelijke
ziekte heerscht, moet men dus geen zwarte of donkere
kleeron dragen.
In het Maandblad tegen eervaUchingen schrijft dr.
P. F. van Hamel Koos
Vervalsching op groote schaal van ontsmettings
middelen. Er wordt tegenwoordig schandelijk be
drog gepleegd met ontsmettingsmiddelen, die onder
den naam van «ruwe carbol» in den handel kwam.
Dit heet vijftig percentig te zijn en bij monsters
van verschillende partijen constateerden wij in plaats
daarvan gehalten van gemiddeld even 11 pet.
Wy waarschuwen in dezen treurigen epidemietijd
ernstig tegon dit grove bedrog en herinneren hh.
fabrikanten van deze geheel ondeugdelijke mengsels,
dat indien zij ze voor 50 percentig oarbol blijven
verkoopen, het artikel der strafwet tegen bedrog in
den aard der koopwaar op hen toepasselijk is.
De schade die gemeentebesturen en groote inrich
tingen door deze praktijken beloopen, is natuurlijk
hoogst belangrijk, door dien de prijs van het carbol
zeer gestegen is. Dat er duizenden en duizenden
kilogrammen vau deze stof somtijds geheel onnoodig
vermorst wordon door ondoelmatige aanwending, is
reeds meermalen betoogd, doch de meest wetenschap
pelijke aanwending van de bedoelde vervalsohte of
ondeugdelijke carbol zal natuurlijk nagenoeg geen
effect hebben, behalve het onrechtmatig verrijken van
gewetenlooze verkoopers, die zich niet ontzien, om uit
den onzuiveren bodem der verschrikkelijke epidemie
hun niet minder onzuivere winsten te trekken.
Da correspondent van het Berliner Tageblatt heeft
in een bierhuis te Constantiuopel eea Weener ontmoet,
die van zijn quarantaine-avontuur op de Turksche
grenzen hoogst vermakelijk zat te vertellen. Zooals
ik u zeide, mijn heeren, waren de perziken, die ik
in Pest aan het station gekocht had, zoo groot als
sen vuist vervolgde hy zijn verhaal, nadat de
belangstellende reporter aan hem voorgesteld was
en dan die prachtige druiven! Nadat ik een goed
uur geteden had, begon ik daar wat van te eten,
proefneming uit. Hy maakte zijn vinger nat, stak
dien in de lucht en zeide, dat de kant, waar de vin
ger droog werd, de streek was, waaruit de wind blies.
Dit middel scheen mij het eenvoudigste en gemak
kelijkste van allen toe. Op het voorbeeld van van
Palen bevochtigde ik myn duim, hield hem in de
hoogte, en bevond een oogenbtik later dat hjj aan
:dle kanten droog was. Ik liet nu de windstudiên
varen, on dewijl hierin de voorname uitspanning van
van Palen bestond, gaf ik hem tot aandenken een
faaiien weerhaan ten geschenke, en vertrok naar
.iuis.
Dasr zit ik nu in het midden van den zomer
warm en wol, zoo als men zegt, warm vooral. Maar
ik troost mij met oen aangenaam vooruitzicht. Mjjn
oede oude vriend in Gelderland heeft mjj tegen het
i yaar op zijn landgoed uitgenoodigd, en zoodra mjjne
■-zigheden het veroorloven en het uur geslagen is
it hjj mjj kan afwachten, trek ik met een bljj ge-
ioed daar heen. In dien tusschenijjd zal ik mjj in
v redesnaam maar met de schans en de buitensingels
"-.helpen, en als ik daar des avonds ronddool, wel
liet met den teveden wijsgeer, van wien ik straks
-waagde, uitroepen men zou er niet buiten voor
dierwezen maar tochhet is hier beter, althans
- ven goed als op Weltevreden, Bouwlust en soorlge-
1 ike lusthoven, die van «buiten" niets andors hebben
ti ia den naam.
toen plotseling de trein «til hield en de oonduoteur
komt roepen«Tzaribrod, allen uitstappen, tien dagen
quarantaine 1"
Allo donder», denk ik, daar val ik van om dan
hebben die beroerde krautonschrgveri toch gelijk
gehad, de een sprak van 2, de ander van 3 dagen
quarantaine, sommige wel van 10, maar iedereen
daoht, te liegen alsof het gedrukt staat, want anders
bad de regeering dat toch wel bekend gemaakt.
Maar jawelwg protesteeren, wg telegrafeeren naar
alle hemelstreken, maar wat baat het. We vragen
om den dokter, dat die dan ten minste constateert
dat we gezond zijnniemand kwam uit een plaats,
waarook maar de minste quaestie van cholera was.
Dooh de eeuige dokter was ziek en do nieuwe zou
eerst over oen paai dagen arriveeren.
Wij werden doorgerookt, bespoten, onze bagage
wordt krachtig ouder handen genomen en bij die
gelegenheid ontdekken ze mijn raooio perziken en
druiven en die worden nu geoonfiskeerd, want dat
geeft aanleiding tot cholera zoggen ze, natuurlijk om
ze zelf te kunnen opeten. En wat wordt ons 's middags
voorgezet, ik geef het je te radenkomkomraersla
Eea paar dagen zgn we daar gebleven en we
hadden het er niet al te slecht; toen konden we
weer verder reizen; dat van die tien dagen was
gelukkig overdreven. Maar eeu dokter hebben wg
in al dien tijd niet te zien gekregen.
We reizen vorder, 's Nachts om 12 uur houden
we stil aan liet station Mustafa Pascha en wat klinkt
ons daar in de ooren«Allen uitstappen; 3 dagen
quarantaine!" Wg waren aan de Buigaarsche grens
gekomen. Wel duizend donders, roep ik uit, hoort
Bulgarije nu eigenlijk tot Turkge of niet, en wat
moeton we dan tweemaal quarantaine houden Maar
wat helpt het! Na weer te zijn bespoten en door
gerookt, werden we alle vgftig over een weg, die dik
met chloorkalk bestrooid is, in optocht, dén voor één,
lusschen een gelid militairen, getransporteerd naar
een soort van kamp buiten het dorp; twee bedden
in iedere tent.
Den volgenden morgen ga ik het kamp eens op
nemen, dat met een touw omsloten is, waarbuiteu
soldaten op wacht staan, ieder onder een soort van
planken afdakje. Onder het touw door wordt ons
brood toegegooid en we krijgen niets dan afschuwe
lijke koffie te drinken.
Het geld, dat we daarvoor betaalden over het
touw heen, werd in oen kommetje met chloorkalk
opgevangen, daarin liet men het eenigen tijd liggen,
en toen werd hot er voorsichtig uitgevischt en afge
legd-
Op eens zie ik een heer voor het touw staan. Ik
doe een paar passen naar dien kant, daar begint
me de man in het Fransch te roepen «ga weg, ga
weg, raak i het touw niet aaDen daarbg zwaaide
hij angstig met de armen. Ik vraag aan een van de
oppassers «wat is dat voor eeu kerel," en die antwoordt
«dat is dokter Groszmann." «Wat" zeg ik
«dokter Groszmanu van de gezondheidscommissie
en waarom blgft die zoo op een afstand P* «Ja ziet
u, als dokter weet h^j maar al te goed boe gevaar
lijk de cholera is." 's Middags toen we ergen hon
ger begonnen te krijgeo, kwam de boodschapvan
daag is men er nog niet goed op ingericht, maar
morgon zal er gezorgd worden voor oen buffet.
Met dat al hebben wg allebei de dagen hetzelfde
menu gekregen, heel goed, maar wonderlgk voor
eon quarantaine-station: zalm uit een blik, kreeft
uit een blik, sardines uit een blik, en een vreese-
lgke Salami. Wg hebben er ons geweldig aan to
goed gedaan. Den volgenden dag hebben we er
allen nog een warm gerecht bg gekregen, lamsbout,
maar een lamsbout, zoo dat ik het woord lam in de
eerste 25 jaren niet meer hooron kan, zonder dat
mijn maag in mijn lijf omdraait.
De verteller restaureerde zich van het uitspreken
van het woord lam met een flinkeu stok Beiorsch,
daarop ging hij voort
Den derden dag moest ik toch eens ergens heen.
Een van mijn medereizigers, dien ik naar die plaats
vroeg, wist die ook niet to vinden, maar ried me
aan mijn neus maar te volgen en reoht tegen den
stank in te gaan. Maar het hielp niet, het stonk
overal zoo dat ik het spoor bijster raakte. Eindelijk
heb ik gevonden, een greppeltje 40 cM. breed en
ongeveer even diep, vol met ongerechtigheden en
zonder de minste outsmettingsstoffon. Wie nog geen
cholera had, kou het daar krijgen.
Na drie dagen op de minuut af berekend, des
naehts tegen 12 uur, worden we los gelaten en daar
de trein eerst den volgenden morgen vertrok, moes
ten we zoolang maar op den weg zitten wachten,
want een ordelijk station was er eigenlijk niet. Maar
gelukkig zijn we den volgenden morgen weggeko
men, dat was het hoerlgkste oogenblik mijn levens.
En daarop gaf do verteller een rondje.
Er is in den laatsteu tijd weder herhaaldelijk
sprake van geweest, dat de wet op de voorwaardelijke
invrijheidstelling toepassing vinden zou ten gunsto
van Léon Peltzer, den moordenaar van den Antwerp-
schen advocaat Bernays, die tot loventlange tucht
huisstraf veroordeeld, thans reeds 10 jaren in een
zame opsluiting heeft doorgebracht. Du Independence
deelt thans hieromtrent het volgende mede. Inderdaad
is het verzoek tot zgne voorwaardelijke invrgheids-
stelling aan den minister van justitie voor eenigen
tgd gedaan door de oude moeder van Peltzer en
aangezien daartoe de oommissie van toezicht over de
gevangenis, waarin de voroordeeldo zgne straf onder
gaat, een gunstig advies behoort te geven, had de
minister het verzoek naar Leuven opgezonden. Zater
dag heeft de commissie van toezicht daarover be
raadslaagd en na eene discussie van omstreeks 2
uren is met 6 tegen 4 stommen het verzoek van de
hand gewezen. Onder de tegenstemmers waren twee
leden, die geene beslissing wensohten genomen te
zien, vooraleer onderzocht was in hoever do andere
veroordeelden, die ook 10 jaren en langer in eenzame
opsluiting hadden doorgebracht, wegens gezond beide-
of andere redeuon ten minste evenveel, zoo niet nog
meer aanspraak op invrijheidstelling zouden hebben.
Voor de rechtbank te Dusseldorp was deze week
een echtpaar geroepen, die een echtscheidingsproces
verlangden. De vrouw viel in het reebtsgebouw
van de trap en brak een beende man snelde naar
beneden om baar te helpen en hot einde der zaak
was dat zij, in plaats van te scheiden, verzoend
huiswaarts reden.
Het lgk van den te Presburg gearresteordeu moor
denaar Szcmeredy (die zich bij zgne arrestatie den
hals afsneed) is door verscheidene personen herkend
als dal van den man, die de diefstallen en moorden
of moordaanslagen gepleegd moet hebbenop 11
Februari j.l. bij den Weener juwelier Scbützop 24
Februari j.l. bg deu Weenor juwelier Pawliczekop
4 Juni j.l. in don wiukel van de Weener horloge
makers weduwe Sotolar eu op 16 September j.l. in
den winkel van den Weener horlogemaker Stolle.
Bij dit laatste misdrijf sloeg Szemoredy den sche
del in vau den winkelbediende, die thans herstel
lende schgut te zgn, doch nog niet verhoord kan
worden. De Budapester pandhuishouder echter, bg
wien horloge» gevonden zgn, uit Stolle's wiokel ge
stolen, herkende het lgk als dat van den man die
hem de bedoelde horloges in beleening gegeven had.
Voorts is het lgk herkend door de weduwe Soto
lar, die twee maanden noodig gehad heeft om te
herstellen van de haar door Szcmeredy toegebrachte
wonden; door den juwelier Pawliczek, die zijne moe
der het leven heeft gered, toen Szeraeredy in den
winkel kwamdoor een postbode, die den moorde
naar van 8chütz in diens winkel had zien gaan.
Szemeredy had vroeger reeds verscheidene jaren
zoowel in het tuchthuis als in eeu krankzinnigen
gesticht doorgebracht. Ook is hg in Amerika ge
weest en maakte daar eveneens met de justitie ken
nis. Uit Hongarije was hij tijdens zijn diensttijd
als korporaal bij do infanterie gedeserteerd. Toen hjj
daar uit Amerika terugkwam en zich als deserteur
voor den krijgsraad te verantwoorden had, gaf bg op,
reeds van der jeugd af aan hersenziekten geleden
te hebben. Hg was 53 jaren oud.
De Weener bladen beweren, dat nu, den 16den
September, zoowel als den llden Februari de Bu
dapester politie wel tijdig telegraphisch bericht ont
vangen had van do Weener politie, maar getalmd
heeft met hare kennisgeving aan de Budapester
pandhuishouders. Was zij daarmede vlugger geweest
dan had Szemerody reeds den 12den Februari aan
gehouden kunuen worden, toen hg de bg Scbütz ge
roofde voorwerpen te Budapest ging verpanden.
Hot buikspreken. Naar aanleiding van het ge*al
van een buikspreker, die zich dezer dagen onder een
locomotief wierp, omdat het ambacht geen brood
meer gaf, brengt een Belgisch blad de grootheid en
het verval van de buikspreekkunst ter sprake.
Zooals men weet spreekt de «buikepreker" niet
met don buik of de maag en zgn gave is ook niet,
gelijk de ouden meenden, van goddelgkeu of dui-
velschen oorspronghet is geheel een werk van oefe
ning, alleen een sterke borst is er voor noodig. De
binnenstem wordt niet gevormd door het inademen,
zooals men gemeend heeft, maar door het smoren
der stem als zij uit bet strottenhoofd komt. De
keetopening, die bijna geheel gesloten is, wanneer
de stem aldoi gesmoord wordt, drijft de lucht naar
de longen terug en laat er maar een klein gedeelte
van door, jnist genoeg om geartiouleorde klanken
te vormen. De buikspreker vormt dan evenals andere
menschon, zgn woorden door uitademing.
De eerste bekende buikspreker heette Euryoles,
maar men is geneigd te gelooven dat de oude sibyl-
len al haar gezag ook aan het buikspreken verschul
digd waren. De woorden kwamen uit het diepst
van hare borst zonder dat men hare lippen zag be
wegen of haar mond opengaan, juist als bg de buik
spreker.
Als later Sint Chrysostomus en Oecumenius de
buiksprekers ah goddelijke menschon beschouwen,
mot de kunst van voorspellen begaafd, als do rei
ziger Francois Léry door schrik bevangen schijnt
als hg een scène van godsdienstige buiksprekerij
beschrijft, zien wg daarentegen de eerste Christenen
de buiksprekers veroordeelden als bezetenen en de
inpuisiteurs hen als vrienden van den duivel be
handelen. Zij verbrandden er eenigen van, maar
gewoonlgk was gevangenis of verbanning hun vol
doende.
De dertiendo eeuw was een goede tgd voor de
buiksprekers; eenigen maakten foriuin, zooals de
kamerdienaar van Frans I, Louis Brabnnt, die eene
r|jke burgeres van Parga wist over te halen hem
haar dochter ten huwelijk te geven, en een bankier
uit Lyon te dwingen haar een huwelijksgift te
schenken.
Tegen hetzelfde tijdstip zag do Itnliaansohe pro
fessor Guiiu8 Rhodiginus eene vrouw, uit wier buik
men de stem van den Bnoze hoorde. Deze stem was
zeer piepend; toch, wanneer hij (dat is te zeggen:
de duivel) lut wilde, wns zij zeor duidelijk en ver
staanbaar. Deze duivel heette Cincinnatus. H|j gaf
bewonderenswaardige antwoorden omtrent de dingen
van het verledonemaar wanneer men hem naar
de toekomst vroeg, was hg de grootste leugenaar der
wereld en hij openb uirde somtijds zijn onwetendheid
door een soort van gemompel voort to brengen, eeu
onzeker gomor, een gerucht, waaruit men niets kon
begrijpon.
Eugèue Pasquier, die minder aan demons gelooft,
spreekt, in zgn Recherches sur la France, van eon
graflbenmaker, genaamd Constuntiu, die in het buik-
spreftn uitmuntte. Nu eens meende mon een nach
tegaal te hooren en dan weer een ezel; daarna waren
het vier of v|jf vechtende, huilende en jankende
honden Hij zette een kam in zgn mond eu speelde
op den hoorn. «Maar hot was vooral verwonderlijk
dat hij somtijds met eon stom sprak die hij zoodanig
In zgn maag hield besloten, dal alshjj dicht bij u was
en u riep, men meende dat het een stem van verre
was.
De zeventiende eeuw was vruchtbaar aan buik
sprekers.
Iu Holland trok eeu oude vrouw van drie en zeventig
jaar, Barbara Jaoobi, de nieuwsgierige menigte naar
het oudeliedenhuis te Amsterdam. «Wanneor de
bezoekers er zijn, gaat z|j bg eon bedje zitten, waar
van zg de gordijnen wegschuift en vangt een geBprek
aan met een zekeren Jonchim. «Men hoorde dan
dien Jonchim", vertelt dokter Van Dale, «al naar
z|j tot hem sprak, nu eens huilen en dan weer lachen;
somtgds stiet hg klaagtonen uit, deed uitroepingen,
lachte, somtijds begon hij te zingen, en dat alles zoo
kunstig en aardig, dat er nooit hapering of opont
houd WB8."
De groot-inquisiteur Oléasler vertelt in zgnjougd
te Lissabon oen zekere Cecilia gezien te hebben, die
het zg uit haar ellebogen, hetz(j uit haar buik, hetzij
uit welk deel van hear lichaam ook, een piepende
•tem haalde, welke, als men haar gelooven wilde, die
van den overleden Pedro Joan was. Deze stem
antwoordde onmiddelgk op alle vragen, maar zg
besloot hare zinnen on veranderlik met een beroep
op de liefdadigheid van do edelmoedige men «c hen
ten gunste van Cecilia. Deze byzondor practische
buikspreekster werd naar de Antilles verbannen.
De nieuwere tijdén bieden ter onaer bewondering
aanSaint-Gille, baron de Mengar, Comte en Fitz-
James. Z|j hebben erfgenamen nagelaten, maar aan
deze niet de gunst dof menigte. Het buikspreken
wekt geen nieuwsgierigheid neerde buiksprekers
vsu beroep Igden gebrek en de laatste vertegenwoor
diger van deze verdunnende kunst, Bouchat.de man
®et de pop, laat zich overrijden door een locomotief.
Alles gaat voorbij en alles verveelt.
In Hamburg. Alle wegen leiden tegenwoordig in
Hamburg naar bet kerkhof, schrgft een Eugelsche
correspondent, en dit zal nog wel eenigen tijd aan
houden. Als de doodenlijst eenmaal voor goed afge-
•loten is, dan zal er jaar na jaar geeo plaats wez m,
welke meer de aandacht trekt dan het kerkhof, waar
al de dooden z|n nedergoïegd. De vreemdeling, die
at kerkhof bezoekt, zal vragen, wat beteokenen deze
«rage parallel loopende zandhoopen. En i'an zal de
doodgraver bem antwoorden: dit zyn herinneringen
Mn de zwarte oholera van 1898, dit zyn de gemeen-
Knappenjke gra ven, waarin de arme slachtoffers d!or
vu aaa honderdeu zy'a nedergelegd.
Ik geloof, dat wjj moeielijk kunnen beaeffen, hoe-
Mig deze bezoeking voor Hamburg is geweest en
I)." ,zul'en ^et nog minder kunnen bevatten,
vloed des levens komt weder opzetten en boe
rdsdert, des te meer wischt by de teekenen
die herinneren nao de versohrikkelyke ebbe.
Mn het kerkhof blijft als eon betrouwbare en
stomme getuige. Zy, die wenschen te weten, wat
oholera betoekent, hebben slechts daarheen te gaan.
Het nieuwe kerkhof ligt tien mylen buiten de stad,
maar de reis er heen is gemakkelijk en goedkoop.'
Men is er in anderhalf uur en het reisgeld bedraagt
slechts 4 stuivers. De aangenaamste reisgelegenheid
is per boot naar Eppoi dorf te gaan en verder per
tram. Eppendorf is een dorp aan het einde van het
Alstorbassin.
De Hamburgers geven dezen naam aan het meer
waaraan de stad gebouwd is en om te Eppendorf te
komen, moet men het gebeele meer, dat de trots
der Hamburgers is, doorstoomen. Het is een prettig
tochtje.
De met geboomte en struikgewas begroeide oevers,
met heuvelland op den achtergrond, geven, terwijl
de kleine stoomboot laogzaam voortgaat, door open
vakkeu het uitzioht op de rijke voorsteden van Ham
burg, met zyn prachtige statige huizen. De zeilboot
jes zweven voorbij en niets verstoort do rust van het
wateroppervlak, dat in harmmiie met de omgeving,
als hot ware in de zon ligt te glimlachen.
In de verte ziet men een drietal torentjes, welke
de groote rookwolken doorboren, welke boven Ham
burg hangen. Hier zijn geen teokonon van droef
heid en dood. Nauwelijks is men echter' te Eppen-
clorf, of het tooneel verandert. Op deu weg ziet
met tal van in het zwart gekleede personen. Vrouwen
met zwarte sluiers en roodgeweende oogen, sohrijdeu
zwygend voorwaarts. Plotseling snelt de train een
begrafenisstoet voorby en dan ontmoet zy er een,
die langzaam naar huis trekt eu later nog een en
uog een. Er staan dozijnon van lijkbaren voor de
koffiehuizen en uitspanningen, welke langs den weg
gelegen zyn, en er naderen nog meer.
Het is geen zeer groote begrafenisstoet, wolken
men ziet. Het is gewoonlijk een lijkbaar, gevolgd
door een of twee rijtuigen.
De rytuigen zyn byna altyd bezet door lieden uit
de volksklasse en meu vraagt zich af, hou zij oog aan
het noodigc geld komen.
Een tak van handel beleeft tegenwoordig io Ham
burg zcuder twyfel een goeden tijd. De weg is lang
en gaat door twee of drie dorpjes. Het aantal koffie
huizen is kuitengewoonljjk talrijk.
Plotseling staat men voor de werkplaatsen der
Bteenhouwers die de zerken maken do treurigste van
alle inrichtingen.
Zelfs een zerk, welke op het graf ligt, is eene be-
leediging voor kunst en natuur. Hoe meer pogin
gen er in hut werk gesteld worden om den stoen te
versieren, des ts meer komt de ralschheld van hot
ding uit. Maar dit is niets by diet schouwspel van
in rijen geplaatste «In Memoriams", die daar ge
plaatst zyn om het oog vsn do voorbijgangers te
trekken.
Het is oen pijnlijk schouwspel, een ten toon
spreiden van de heiligste gevoelens, een openbaar
treuren met een schijn van plechtigen ernst. Dit is
niet de schuld van den steenhouwer; deze man moet
leven eveuals ieder ander. Niettemin is het een
genot zich van deze kunstmatige droefheid te kunoen
afwenden en de plaats te betreden, welke de Duit-
sehers den liefelyken naam van vredeakker geven.
De tram set iemand of by de poort vau het kerkhof
en niemand wordt de toegang geweigerd. Kerkhoven
hebben velerlei gedanuten. Er is eeu groot onder
scheid tusschen het rustige dorpskerkhof eu do kale
ruimte, welke voldoet aan de dagelyksche behoeftou
van een groote, moderne stad. Sommige zijn somber,
andere afschuwelijk leelijk, weder andere hebben een
benauwenden overvloed van versierselen. Het kerkhof
Van Hamburg houdt het midden tussohen soberheid
«n overvloed van versiering Vroeger was het een
gedeelte van een heidevlakte, welko bezet was met
eenige sohrale boomen. Thans hebben struiken en
kronkelende kiezelpaden het geheel oen vriendelijk
voorkomen gegeven. De meest open plek ligt aan
de reohterzijde, juist tegeu de heide aan. Blijkbaar
had men niet gedacht dat zoo spoedig zulk een groot
gedeelte er van in gebrnik zou worden genomen.
De graven zyn ann deze zijde goedkooper dan aan
den anderen kant, waar de aristooratie met haar
prachtig bewerkte grafzerken ligt.
Hier op de rechterzijde is hst dat de bezoeker de
langwerpige grafheuvels zieu kan, do geraeenschappe-
lyke graven van hen, die aan de cholera gestorven
zijn. Deze graven zijn ongeveer 4 voet diep en breed
genoeg om twee ryen lijkkisten to bevatten, welke
geplaatst zijn voet tegen voet. Hier zijn er in elke
groeve ongeveer 200 kisten byeen. Al deze kisten
bobben hetzelfde voorkomen en tjjn zwart van kleur,
maar bet is aangenaam te zien, hoe veel bloemen er
op gestrooid liggen, dio als het ware het doodsohe
voorkomen verbergen. Langs de guheele groeve is
niet een lijkkist te zien, zander dezo versiering van
witte bloemen. Sommigen zyn er geheel onder be
dolven. Hooderd-en-vyitig doodgravers zyn reeds
sedert woken hier dag en naoht bezig met hun droe
vig werk. Zij werken des naohts by flikkerende
gasvlammen, welke uit ijzeron buizen komen, die
verbonden zyn aan draagbare reservoirs. Vele van
de groeven zyn reeds gevuld eu de lange aardhopen
zyn gelyk gemaakt. Andore sjjn half vol en de dood-
felen"" Z,Jn 'i°' gevuldö gedeelte by te schof-
Elk oogenbhk wordt er een lijkkist aangevoerd.
Do bodienaars der begrafenis dragen haar haastig in
de groeve. Zij plaatsen haar daar zonder een woord
te spreken eu snellen heen. want helaas er zijn nog
zoovele andere.
Men ziet hier en daar treurende nabestaanden
Vrouwen, die weenen, dat het iemand het hart dreigt
te breken en mantion, die met zachte woorden haar
trachten te troosten. Zoo wordt er tal van keeren
op een dag een doode toegevoegd aan do groote fa
milie van Hamburgs overledenen.
Zij slapen rustig en boven hen ruischen zacht de
bladeren van de berkenboomen, welke op den doo-
denakker groeien.
Volgens de New-Yorker HandeUzeitung verzon on
langs in het nyvere stadje Wildesbarre in den staat
Pennsylvania do rechter Nicholls eene nieuwe straf
Het gold twoo onverbeterlijke dronkaards, Jcgn Un
derwood en Lewis Gildorieb. De gewone straf zou
geweest zijn 30 dagen correctioneel, maar hy veran
derde dit in één uur kerkbezoek, en liet terstond de
twee schuldigen, (het was Zondag 4 September,
s morgens om 9 uur) naar de naaste Presbyteriaanschê
kerk brengon, waar juist een vroom apostel der ge
heel-onthouders bezig was met zijn vurig-waterige
rede de Wildesbarrers van deu drank te bekeeren.
Door twee gerechtsdienaars begeleid, moesten de
beide dronkaards de rede aanhooren, en waren er zoo
door getroffen, dat zy tei stond na de preek do
gelofte aflegden en zioh teetotallers verklaarden.
Hoelang zij die gelofte honden zullen is nog to
bezien.
Aan de Dailg News wordt uit Rome gemeld, dat
do Fransohe Regeering aan de Italiaansche haren
dank heefi betuigd voor het deel, dat de Italiaansche
gezant te Parijs aan de feestviering der Fransche
republiek heeft genomen (liet gezantschnpshotel was
namelijk deu 22en September geïllumineerd), en zij
drukte tevens de hoop uit, dat de vroegere harte
lijke verstandhouding tusschen de beide regeeringen
terugkeere. De Italiaansche regeering vroeg daarop
of de handelsbetrekkingen tussohen de beide volken
niet vergemakkelijkt konden worden, nu Frankrijk
door zyne handelsovereenkomst met Zwitserland ge
broken heeft mot het mioimum-tarief. Italië zou zij
nerzijds gaarne de onderhandelingen hervatten. Dit
voorstel schijnt te Parijs goed opgenomen te zijn, en
er zijn te dier zake nota's gewisseld.
Te Rome is men van meening, dat de Fransche
regeering bezield is met de beste voornemens, maar
dat de zaak alleen afhangt van de mate der macht,
die de protectionisten in de Kamer hebben. De ge
volgen van het protectionisme in Italië hebben meer
bijgedragen om er het volk tot redelijke inzichten to
brengen, dan redevoeringen of geschriften vermochten.
De verkiezing van een Roomschen lord mayor te
Londen maakt over hot geheel in de Engelsohe hoofd
stad niet zulk eeu ongunstigeu indruk als men Uit
do eorste beriohteo zou opmaken. De voornaamste
bladen van verschillende kleur zijn ingenomen met
de benoeming, juist omdat de heer Sluart Knill rond
borstig verklaarde in geen enkel opzicht met z(jn
overtuiging te willen schipperen en in waardige
taal zonder omwogen zijn voornemen in een schryven
aan den lord-mayor mededeelde. De beooemde is
een zeer gezien burger der City en bezit alle ver-
eischten om met eere de hooge betrekking te be-
kleeden. De bekende radicale predikant, dr. Parket,
verklaarde van den kansel, dat hij hoopte dat dezE*
man eenstemmig zou worden gekozen. Over het
geheel genomen zou men zoo zeggen, dat er van het
«geloof» wel wat voel beweging wordt gemaakt by
deze zaak. Het lord-mayorsohap heeft met het ge
loof op zichzelf niet£- te maken.
Bij He PnrlementefpiabJatg in Znid-Deptforshire,
is Whitehead, Gla#|it^Q*$Lgekozen met 4838 stem
men, tegen 4596 V^^jjBuionist. By de vorige
verkiezing bedroeg dB Gfïdstoneaansohe meerderheid
1019.
Do gföote volksvergaderingen op Trafalgarsqusre
zullen ouder beperkende bepalingen worden toegestaan.
De Russische Minister van 3<nnenl. Zaken, Giers,
keert vooreerst niet naar Rusland terug. Hvertri>k
van Aiï-les-Bains met zijn familie naar Mon to Carlo
en denkt er niet over zgn ontslag te nemen. Een
verlof van drie maanden, dat zoo noodig «lodr don
Czaar verlengd kan worden, wordt voldoende geacht
eot herstel van zgn gezondheid. Men weet, dat het
voor de Russische politiek niet voel afdoet, of Giers
gaat of blijft als Miuister.
Men meldt uit New-York, dat de Presidents
verkiezing in de Vereenigde Staten tot dasver de