Bultenlandsch Overzicht. dat, B»i*t és Snul reeds den 20 Juli 1881 het rapport van prof. Pettenkofor met dat van het bureau voor hygiene (hot zoogenaamd «Kaiserl. Gosundheita- amt") aan de afdeeliog uit de Biirgeraohaft over legde, dio met het toezicht op de bouwpolitie is belast, deze laatste oerst den 18 Juli 1885 den Senaat een 16 Mei gedateerd plan tot verbetering voorlegde Mogen de Nederlandsohe autoriteiten uit de ge volgen, die deze bureaucratische treuzelmethode hoeft afgeworpen, eene leering trekken en hardere lessen onzen gezagbekleoders geepaard blijvenWie zioh aan een ander spiegelt, spiegelt zioh zacht. (Haarl. Ct.) In do Fharmacentiscke Foil leest men «Het is niet algemeen bekend, dat iemand, die in eene zie kenkamer eene zwarte of donkere kleeding draagt, vatbaarder voor besmettelijke ziekten is dan wie met eene lichtkleurige stof gekleed is, omdat de uit waseming van zieke lichamen veel meer door donkere dan door lichte stoffen ingezogen wordt. Men kan daarvan gemakkei(jk de proef nemen door een lichtkleurig en een donker kleed vijf minuten lang aan tabaksrook bloot te stellen, en dan zal men bevinden dat het donkere kleed veel sterker naar tabak riekt dan het lichte, en dat de lucht er ook langer in blijft. In Kamers waar eene besmettelijke ziekte heerscht, moet men dus geen zwarte of donkere kleeron dragen. In het Maandblad tegen eervaUchingen schrijft dr. P. F. van Hamel Koos Vervalsching op groote schaal van ontsmettings middelen. Er wordt tegenwoordig schandelijk be drog gepleegd met ontsmettingsmiddelen, die onder den naam van «ruwe carbol» in den handel kwam. Dit heet vijftig percentig te zijn en bij monsters van verschillende partijen constateerden wij in plaats daarvan gehalten van gemiddeld even 11 pet. Wy waarschuwen in dezen treurigen epidemietijd ernstig tegon dit grove bedrog en herinneren hh. fabrikanten van deze geheel ondeugdelijke mengsels, dat indien zij ze voor 50 percentig oarbol blijven verkoopen, het artikel der strafwet tegen bedrog in den aard der koopwaar op hen toepasselijk is. De schade die gemeentebesturen en groote inrich tingen door deze praktijken beloopen, is natuurlijk hoogst belangrijk, door dien de prijs van het carbol zeer gestegen is. Dat er duizenden en duizenden kilogrammen vau deze stof somtijds geheel onnoodig vermorst wordon door ondoelmatige aanwending, is reeds meermalen betoogd, doch de meest wetenschap pelijke aanwending van de bedoelde vervalsohte of ondeugdelijke carbol zal natuurlijk nagenoeg geen effect hebben, behalve het onrechtmatig verrijken van gewetenlooze verkoopers, die zich niet ontzien, om uit den onzuiveren bodem der verschrikkelijke epidemie hun niet minder onzuivere winsten te trekken. Da correspondent van het Berliner Tageblatt heeft in een bierhuis te Constantiuopel eea Weener ontmoet, die van zijn quarantaine-avontuur op de Turksche grenzen hoogst vermakelijk zat te vertellen. Zooals ik u zeide, mijn heeren, waren de perziken, die ik in Pest aan het station gekocht had, zoo groot als sen vuist vervolgde hy zijn verhaal, nadat de belangstellende reporter aan hem voorgesteld was en dan die prachtige druiven! Nadat ik een goed uur geteden had, begon ik daar wat van te eten, proefneming uit. Hy maakte zijn vinger nat, stak dien in de lucht en zeide, dat de kant, waar de vin ger droog werd, de streek was, waaruit de wind blies. Dit middel scheen mij het eenvoudigste en gemak kelijkste van allen toe. Op het voorbeeld van van Palen bevochtigde ik myn duim, hield hem in de hoogte, en bevond een oogenbtik later dat hjj aan :dle kanten droog was. Ik liet nu de windstudiên varen, on dewijl hierin de voorname uitspanning van van Palen bestond, gaf ik hem tot aandenken een faaiien weerhaan ten geschenke, en vertrok naar .iuis. Dasr zit ik nu in het midden van den zomer warm en wol, zoo als men zegt, warm vooral. Maar ik troost mij met oen aangenaam vooruitzicht. Mjjn oede oude vriend in Gelderland heeft mjj tegen het i yaar op zijn landgoed uitgenoodigd, en zoodra mjjne ■-zigheden het veroorloven en het uur geslagen is it hjj mjj kan afwachten, trek ik met een bljj ge- ioed daar heen. In dien tusschenijjd zal ik mjj in v redesnaam maar met de schans en de buitensingels "-.helpen, en als ik daar des avonds ronddool, wel liet met den teveden wijsgeer, van wien ik straks -waagde, uitroepen men zou er niet buiten voor dierwezen maar tochhet is hier beter, althans - ven goed als op Weltevreden, Bouwlust en soorlge- 1 ike lusthoven, die van «buiten" niets andors hebben ti ia den naam. toen plotseling de trein «til hield en de oonduoteur komt roepen«Tzaribrod, allen uitstappen, tien dagen quarantaine 1" Allo donder», denk ik, daar val ik van om dan hebben die beroerde krautonschrgveri toch gelijk gehad, de een sprak van 2, de ander van 3 dagen quarantaine, sommige wel van 10, maar iedereen daoht, te liegen alsof het gedrukt staat, want anders bad de regeering dat toch wel bekend gemaakt. Maar jawelwg protesteeren, wg telegrafeeren naar alle hemelstreken, maar wat baat het. We vragen om den dokter, dat die dan ten minste constateert dat we gezond zijnniemand kwam uit een plaats, waarook maar de minste quaestie van cholera was. Dooh de eeuige dokter was ziek en do nieuwe zou eerst over oen paai dagen arriveeren. Wij werden doorgerookt, bespoten, onze bagage wordt krachtig ouder handen genomen en bij die gelegenheid ontdekken ze mijn raooio perziken en druiven en die worden nu geoonfiskeerd, want dat geeft aanleiding tot cholera zoggen ze, natuurlijk om ze zelf te kunnen opeten. En wat wordt ons 's middags voorgezet, ik geef het je te radenkomkomraersla Eea paar dagen zgn we daar gebleven en we hadden het er niet al te slecht; toen konden we weer verder reizen; dat van die tien dagen was gelukkig overdreven. Maar eeu dokter hebben wg in al dien tijd niet te zien gekregen. We reizen vorder, 's Nachts om 12 uur houden we stil aan liet station Mustafa Pascha en wat klinkt ons daar in de ooren«Allen uitstappen; 3 dagen quarantaine!" Wg waren aan de Buigaarsche grens gekomen. Wel duizend donders, roep ik uit, hoort Bulgarije nu eigenlijk tot Turkge of niet, en wat moeton we dan tweemaal quarantaine houden Maar wat helpt het! Na weer te zijn bespoten en door gerookt, werden we alle vgftig over een weg, die dik met chloorkalk bestrooid is, in optocht, dén voor één, lusschen een gelid militairen, getransporteerd naar een soort van kamp buiten het dorp; twee bedden in iedere tent. Den volgenden morgen ga ik het kamp eens op nemen, dat met een touw omsloten is, waarbuiteu soldaten op wacht staan, ieder onder een soort van planken afdakje. Onder het touw door wordt ons brood toegegooid en we krijgen niets dan afschuwe lijke koffie te drinken. Het geld, dat we daarvoor betaalden over het touw heen, werd in oen kommetje met chloorkalk opgevangen, daarin liet men het eenigen tijd liggen, en toen werd hot er voorsichtig uitgevischt en afge legd- Op eens zie ik een heer voor het touw staan. Ik doe een paar passen naar dien kant, daar begint me de man in het Fransch te roepen «ga weg, ga weg, raak i het touw niet aaDen daarbg zwaaide hij angstig met de armen. Ik vraag aan een van de oppassers «wat is dat voor eeu kerel," en die antwoordt «dat is dokter Groszmann." «Wat" zeg ik «dokter Groszmanu van de gezondheidscommissie en waarom blgft die zoo op een afstand P* «Ja ziet u, als dokter weet h^j maar al te goed boe gevaar lijk de cholera is." 's Middags toen we ergen hon ger begonnen te krijgeo, kwam de boodschapvan daag is men er nog niet goed op ingericht, maar morgon zal er gezorgd worden voor oen buffet. Met dat al hebben wg allebei de dagen hetzelfde menu gekregen, heel goed, maar wonderlgk voor eon quarantaine-station: zalm uit een blik, kreeft uit een blik, sardines uit een blik, en een vreese- lgke Salami. Wg hebben er ons geweldig aan to goed gedaan. Den volgenden dag hebben we er allen nog een warm gerecht bg gekregen, lamsbout, maar een lamsbout, zoo dat ik het woord lam in de eerste 25 jaren niet meer hooron kan, zonder dat mijn maag in mijn lijf omdraait. De verteller restaureerde zich van het uitspreken van het woord lam met een flinkeu stok Beiorsch, daarop ging hij voort Den derden dag moest ik toch eens ergens heen. Een van mijn medereizigers, dien ik naar die plaats vroeg, wist die ook niet to vinden, maar ried me aan mijn neus maar te volgen en reoht tegen den stank in te gaan. Maar het hielp niet, het stonk overal zoo dat ik het spoor bijster raakte. Eindelijk heb ik gevonden, een greppeltje 40 cM. breed en ongeveer even diep, vol met ongerechtigheden en zonder de minste outsmettingsstoffon. Wie nog geen cholera had, kou het daar krijgen. Na drie dagen op de minuut af berekend, des naehts tegen 12 uur, worden we los gelaten en daar de trein eerst den volgenden morgen vertrok, moes ten we zoolang maar op den weg zitten wachten, want een ordelijk station was er eigenlijk niet. Maar gelukkig zijn we den volgenden morgen weggeko men, dat was het hoerlgkste oogenblik mijn levens. En daarop gaf do verteller een rondje. Er is in den laatsteu tijd weder herhaaldelijk sprake van geweest, dat de wet op de voorwaardelijke invrijheidstelling toepassing vinden zou ten gunsto van Léon Peltzer, den moordenaar van den Antwerp- schen advocaat Bernays, die tot loventlange tucht huisstraf veroordeeld, thans reeds 10 jaren in een zame opsluiting heeft doorgebracht. Du Independence deelt thans hieromtrent het volgende mede. Inderdaad is het verzoek tot zgne voorwaardelijke invrgheids- stelling aan den minister van justitie voor eenigen tgd gedaan door de oude moeder van Peltzer en aangezien daartoe de oommissie van toezicht over de gevangenis, waarin de voroordeeldo zgne straf onder gaat, een gunstig advies behoort te geven, had de minister het verzoek naar Leuven opgezonden. Zater dag heeft de commissie van toezicht daarover be raadslaagd en na eene discussie van omstreeks 2 uren is met 6 tegen 4 stommen het verzoek van de hand gewezen. Onder de tegenstemmers waren twee leden, die geene beslissing wensohten genomen te zien, vooraleer onderzocht was in hoever do andere veroordeelden, die ook 10 jaren en langer in eenzame opsluiting hadden doorgebracht, wegens gezond beide- of andere redeuon ten minste evenveel, zoo niet nog meer aanspraak op invrijheidstelling zouden hebben. Voor de rechtbank te Dusseldorp was deze week een echtpaar geroepen, die een echtscheidingsproces verlangden. De vrouw viel in het reebtsgebouw van de trap en brak een beende man snelde naar beneden om baar te helpen en hot einde der zaak was dat zij, in plaats van te scheiden, verzoend huiswaarts reden. Het lgk van den te Presburg gearresteordeu moor denaar Szcmeredy (die zich bij zgne arrestatie den hals afsneed) is door verscheidene personen herkend als dal van den man, die de diefstallen en moorden of moordaanslagen gepleegd moet hebbenop 11 Februari j.l. bij den Weener juwelier Scbützop 24 Februari j.l. bg deu Weenor juwelier Pawliczekop 4 Juni j.l. in don wiukel van de Weener horloge makers weduwe Sotolar eu op 16 September j.l. in den winkel van den Weener horlogemaker Stolle. Bij dit laatste misdrijf sloeg Szemoredy den sche del in vau den winkelbediende, die thans herstel lende schgut te zgn, doch nog niet verhoord kan worden. De Budapester pandhuishouder echter, bg wien horloge» gevonden zgn, uit Stolle's wiokel ge stolen, herkende het lgk als dat van den man die hem de bedoelde horloges in beleening gegeven had. Voorts is het lgk herkend door de weduwe Soto lar, die twee maanden noodig gehad heeft om te herstellen van de haar door Szcmeredy toegebrachte wonden; door den juwelier Pawliczek, die zijne moe der het leven heeft gered, toen Szeraeredy in den winkel kwamdoor een postbode, die den moorde naar van 8chütz in diens winkel had zien gaan. Szemeredy had vroeger reeds verscheidene jaren zoowel in het tuchthuis als in eeu krankzinnigen gesticht doorgebracht. Ook is hg in Amerika ge weest en maakte daar eveneens met de justitie ken nis. Uit Hongarije was hij tijdens zijn diensttijd als korporaal bij do infanterie gedeserteerd. Toen hjj daar uit Amerika terugkwam en zich als deserteur voor den krijgsraad te verantwoorden had, gaf bg op, reeds van der jeugd af aan hersenziekten geleden te hebben. Hg was 53 jaren oud. De Weener bladen beweren, dat nu, den 16den September, zoowel als den llden Februari de Bu dapester politie wel tijdig telegraphisch bericht ont vangen had van do Weener politie, maar getalmd heeft met hare kennisgeving aan de Budapester pandhuishouders. Was zij daarmede vlugger geweest dan had Szemerody reeds den 12den Februari aan gehouden kunuen worden, toen hg de bg Scbütz ge roofde voorwerpen te Budapest ging verpanden. Hot buikspreken. Naar aanleiding van het ge*al van een buikspreker, die zich dezer dagen onder een locomotief wierp, omdat het ambacht geen brood meer gaf, brengt een Belgisch blad de grootheid en het verval van de buikspreekkunst ter sprake. Zooals men weet spreekt de «buikepreker" niet met don buik of de maag en zgn gave is ook niet, gelijk de ouden meenden, van goddelgkeu of dui- velschen oorspronghet is geheel een werk van oefe ning, alleen een sterke borst is er voor noodig. De binnenstem wordt niet gevormd door het inademen, zooals men gemeend heeft, maar door het smoren der stem als zij uit bet strottenhoofd komt. De keetopening, die bijna geheel gesloten is, wanneer de stem aldoi gesmoord wordt, drijft de lucht naar de longen terug en laat er maar een klein gedeelte van door, jnist genoeg om geartiouleorde klanken te vormen. De buikspreker vormt dan evenals andere menschon, zgn woorden door uitademing. De eerste bekende buikspreker heette Euryoles, maar men is geneigd te gelooven dat de oude sibyl- len al haar gezag ook aan het buikspreken verschul digd waren. De woorden kwamen uit het diepst van hare borst zonder dat men hare lippen zag be wegen of haar mond opengaan, juist als bg de buik spreker. Als later Sint Chrysostomus en Oecumenius de buiksprekers ah goddelijke menschon beschouwen, mot de kunst van voorspellen begaafd, als do rei ziger Francois Léry door schrik bevangen schijnt als hg een scène van godsdienstige buiksprekerij beschrijft, zien wg daarentegen de eerste Christenen de buiksprekers veroordeelden als bezetenen en de inpuisiteurs hen als vrienden van den duivel be handelen. Zij verbrandden er eenigen van, maar gewoonlgk was gevangenis of verbanning hun vol doende. De dertiendo eeuw was een goede tgd voor de buiksprekers; eenigen maakten foriuin, zooals de kamerdienaar van Frans I, Louis Brabnnt, die eene r|jke burgeres van Parga wist over te halen hem haar dochter ten huwelijk te geven, en een bankier uit Lyon te dwingen haar een huwelijksgift te schenken. Tegen hetzelfde tijdstip zag do Itnliaansohe pro fessor Guiiu8 Rhodiginus eene vrouw, uit wier buik men de stem van den Bnoze hoorde. Deze stem was zeer piepend; toch, wanneer hij (dat is te zeggen: de duivel) lut wilde, wns zij zeor duidelijk en ver staanbaar. Deze duivel heette Cincinnatus. H|j gaf bewonderenswaardige antwoorden omtrent de dingen van het verledonemaar wanneer men hem naar de toekomst vroeg, was hg de grootste leugenaar der wereld en hij openb uirde somtijds zijn onwetendheid door een soort van gemompel voort to brengen, eeu onzeker gomor, een gerucht, waaruit men niets kon begrijpon. Eugèue Pasquier, die minder aan demons gelooft, spreekt, in zgn Recherches sur la France, van eon graflbenmaker, genaamd Constuntiu, die in het buik- spreftn uitmuntte. Nu eens meende mon een nach tegaal te hooren en dan weer een ezel; daarna waren het vier of v|jf vechtende, huilende en jankende honden Hij zette een kam in zgn mond eu speelde op den hoorn. «Maar hot was vooral verwonderlijk dat hij somtijds met eon stom sprak die hij zoodanig In zgn maag hield besloten, dal alshjj dicht bij u was en u riep, men meende dat het een stem van verre was. De zeventiende eeuw was vruchtbaar aan buik sprekers. Iu Holland trok eeu oude vrouw van drie en zeventig jaar, Barbara Jaoobi, de nieuwsgierige menigte naar het oudeliedenhuis te Amsterdam. «Wanneor de bezoekers er zijn, gaat z|j bg eon bedje zitten, waar van zg de gordijnen wegschuift en vangt een geBprek aan met een zekeren Jonchim. «Men hoorde dan dien Jonchim", vertelt dokter Van Dale, «al naar z|j tot hem sprak, nu eens huilen en dan weer lachen; somtgds stiet hg klaagtonen uit, deed uitroepingen, lachte, somtijds begon hij te zingen, en dat alles zoo kunstig en aardig, dat er nooit hapering of opont houd WB8." De groot-inquisiteur Oléasler vertelt in zgnjougd te Lissabon oen zekere Cecilia gezien te hebben, die het zg uit haar ellebogen, hetz(j uit haar buik, hetzij uit welk deel van hear lichaam ook, een piepende •tem haalde, welke, als men haar gelooven wilde, die van den overleden Pedro Joan was. Deze stem antwoordde onmiddelgk op alle vragen, maar zg besloot hare zinnen on veranderlik met een beroep op de liefdadigheid van do edelmoedige men «c hen ten gunste van Cecilia. Deze byzondor practische buikspreekster werd naar de Antilles verbannen. De nieuwere tijdén bieden ter onaer bewondering aanSaint-Gille, baron de Mengar, Comte en Fitz- James. Z|j hebben erfgenamen nagelaten, maar aan deze niet de gunst dof menigte. Het buikspreken wekt geen nieuwsgierigheid neerde buiksprekers vsu beroep Igden gebrek en de laatste vertegenwoor diger van deze verdunnende kunst, Bouchat.de man ®et de pop, laat zich overrijden door een locomotief. Alles gaat voorbij en alles verveelt. In Hamburg. Alle wegen leiden tegenwoordig in Hamburg naar bet kerkhof, schrgft een Eugelsche correspondent, en dit zal nog wel eenigen tijd aan houden. Als de doodenlijst eenmaal voor goed afge- •loten is, dan zal er jaar na jaar geeo plaats wez m, welke meer de aandacht trekt dan het kerkhof, waar al de dooden z|n nedergoïegd. De vreemdeling, die at kerkhof bezoekt, zal vragen, wat beteokenen deze «rage parallel loopende zandhoopen. En i'an zal de doodgraver bem antwoorden: dit zyn herinneringen Mn de zwarte oholera van 1898, dit zyn de gemeen- Knappenjke gra ven, waarin de arme slachtoffers d!or vu aaa honderdeu zy'a nedergelegd. Ik geloof, dat wjj moeielijk kunnen beaeffen, hoe- Mig deze bezoeking voor Hamburg is geweest en I)." ,zul'en ^et nog minder kunnen bevatten, vloed des levens komt weder opzetten en boe rdsdert, des te meer wischt by de teekenen die herinneren nao de versohrikkelyke ebbe. Mn het kerkhof blijft als eon betrouwbare en stomme getuige. Zy, die wenschen te weten, wat oholera betoekent, hebben slechts daarheen te gaan. Het nieuwe kerkhof ligt tien mylen buiten de stad, maar de reis er heen is gemakkelijk en goedkoop.' Men is er in anderhalf uur en het reisgeld bedraagt slechts 4 stuivers. De aangenaamste reisgelegenheid is per boot naar Eppoi dorf te gaan en verder per tram. Eppendorf is een dorp aan het einde van het Alstorbassin. De Hamburgers geven dezen naam aan het meer waaraan de stad gebouwd is en om te Eppendorf te komen, moet men het gebeele meer, dat de trots der Hamburgers is, doorstoomen. Het is een prettig tochtje. De met geboomte en struikgewas begroeide oevers, met heuvelland op den achtergrond, geven, terwijl de kleine stoomboot laogzaam voortgaat, door open vakkeu het uitzioht op de rijke voorsteden van Ham burg, met zyn prachtige statige huizen. De zeilboot jes zweven voorbij en niets verstoort do rust van het wateroppervlak, dat in harmmiie met de omgeving, als hot ware in de zon ligt te glimlachen. In de verte ziet men een drietal torentjes, welke de groote rookwolken doorboren, welke boven Ham burg hangen. Hier zijn geen teokonon van droef heid en dood. Nauwelijks is men echter' te Eppen- clorf, of het tooneel verandert. Op deu weg ziet met tal van in het zwart gekleede personen. Vrouwen met zwarte sluiers en roodgeweende oogen, sohrijdeu zwygend voorwaarts. Plotseling snelt de train een begrafenisstoet voorby en dan ontmoet zy er een, die langzaam naar huis trekt eu later nog een en uog een. Er staan dozijnon van lijkbaren voor de koffiehuizen en uitspanningen, welke langs den weg gelegen zyn, en er naderen nog meer. Het is geen zeer groote begrafenisstoet, wolken men ziet. Het is gewoonlijk een lijkbaar, gevolgd door een of twee rijtuigen. De rytuigen zyn byna altyd bezet door lieden uit de volksklasse en meu vraagt zich af, hou zij oog aan het noodigc geld komen. Een tak van handel beleeft tegenwoordig io Ham burg zcuder twyfel een goeden tijd. De weg is lang en gaat door twee of drie dorpjes. Het aantal koffie huizen is kuitengewoonljjk talrijk. Plotseling staat men voor de werkplaatsen der Bteenhouwers die de zerken maken do treurigste van alle inrichtingen. Zelfs een zerk, welke op het graf ligt, is eene be- leediging voor kunst en natuur. Hoe meer pogin gen er in hut werk gesteld worden om den stoen te versieren, des ts meer komt de ralschheld van hot ding uit. Maar dit is niets by diet schouwspel van in rijen geplaatste «In Memoriams", die daar ge plaatst zyn om het oog vsn do voorbijgangers te trekken. Het is oen pijnlijk schouwspel, een ten toon spreiden van de heiligste gevoelens, een openbaar treuren met een schijn van plechtigen ernst. Dit is niet de schuld van den steenhouwer; deze man moet leven eveuals ieder ander. Niettemin is het een genot zich van deze kunstmatige droefheid te kunoen afwenden en de plaats te betreden, welke de Duit- sehers den liefelyken naam van vredeakker geven. De tram set iemand of by de poort vau het kerkhof en niemand wordt de toegang geweigerd. Kerkhoven hebben velerlei gedanuten. Er is eeu groot onder scheid tusschen het rustige dorpskerkhof eu do kale ruimte, welke voldoet aan de dagelyksche behoeftou van een groote, moderne stad. Sommige zijn somber, andere afschuwelijk leelijk, weder andere hebben een benauwenden overvloed van versierselen. Het kerkhof Van Hamburg houdt het midden tussohen soberheid «n overvloed van versiering Vroeger was het een gedeelte van een heidevlakte, welko bezet was met eenige sohrale boomen. Thans hebben struiken en kronkelende kiezelpaden het geheel oen vriendelijk voorkomen gegeven. De meest open plek ligt aan de reohterzijde, juist tegeu de heide aan. Blijkbaar had men niet gedacht dat zoo spoedig zulk een groot gedeelte er van in gebrnik zou worden genomen. De graven zyn ann deze zijde goedkooper dan aan den anderen kant, waar de aristooratie met haar prachtig bewerkte grafzerken ligt. Hier op de rechterzijde is hst dat de bezoeker de langwerpige grafheuvels zieu kan, do geraeenschappe- lyke graven van hen, die aan de cholera gestorven zijn. Deze graven zijn ongeveer 4 voet diep en breed genoeg om twee ryen lijkkisten to bevatten, welke geplaatst zijn voet tegen voet. Hier zijn er in elke groeve ongeveer 200 kisten byeen. Al deze kisten bobben hetzelfde voorkomen en tjjn zwart van kleur, maar bet is aangenaam te zien, hoe veel bloemen er op gestrooid liggen, dio als het ware het doodsohe voorkomen verbergen. Langs de guheele groeve is niet een lijkkist te zien, zander dezo versiering van witte bloemen. Sommigen zyn er geheel onder be dolven. Hooderd-en-vyitig doodgravers zyn reeds sedert woken hier dag en naoht bezig met hun droe vig werk. Zij werken des naohts by flikkerende gasvlammen, welke uit ijzeron buizen komen, die verbonden zyn aan draagbare reservoirs. Vele van de groeven zyn reeds gevuld eu de lange aardhopen zyn gelyk gemaakt. Andore sjjn half vol en de dood- felen"" Z,Jn 'i°' gevuldö gedeelte by te schof- Elk oogenbhk wordt er een lijkkist aangevoerd. Do bodienaars der begrafenis dragen haar haastig in de groeve. Zij plaatsen haar daar zonder een woord te spreken eu snellen heen. want helaas er zijn nog zoovele andere. Men ziet hier en daar treurende nabestaanden Vrouwen, die weenen, dat het iemand het hart dreigt te breken en mantion, die met zachte woorden haar trachten te troosten. Zoo wordt er tal van keeren op een dag een doode toegevoegd aan do groote fa milie van Hamburgs overledenen. Zij slapen rustig en boven hen ruischen zacht de bladeren van de berkenboomen, welke op den doo- denakker groeien. Volgens de New-Yorker HandeUzeitung verzon on langs in het nyvere stadje Wildesbarre in den staat Pennsylvania do rechter Nicholls eene nieuwe straf Het gold twoo onverbeterlijke dronkaards, Jcgn Un derwood en Lewis Gildorieb. De gewone straf zou geweest zijn 30 dagen correctioneel, maar hy veran derde dit in één uur kerkbezoek, en liet terstond de twee schuldigen, (het was Zondag 4 September, s morgens om 9 uur) naar de naaste Presbyteriaanschê kerk brengon, waar juist een vroom apostel der ge heel-onthouders bezig was met zijn vurig-waterige rede de Wildesbarrers van deu drank te bekeeren. Door twee gerechtsdienaars begeleid, moesten de beide dronkaards de rede aanhooren, en waren er zoo door getroffen, dat zy tei stond na de preek do gelofte aflegden en zioh teetotallers verklaarden. Hoelang zij die gelofte honden zullen is nog to bezien. Aan de Dailg News wordt uit Rome gemeld, dat do Fransohe Regeering aan de Italiaansche haren dank heefi betuigd voor het deel, dat de Italiaansche gezant te Parijs aan de feestviering der Fransche republiek heeft genomen (liet gezantschnpshotel was namelijk deu 22en September geïllumineerd), en zij drukte tevens de hoop uit, dat de vroegere harte lijke verstandhouding tusschen de beide regeeringen terugkeere. De Italiaansche regeering vroeg daarop of de handelsbetrekkingen tussohen de beide volken niet vergemakkelijkt konden worden, nu Frankrijk door zyne handelsovereenkomst met Zwitserland ge broken heeft mot het mioimum-tarief. Italië zou zij nerzijds gaarne de onderhandelingen hervatten. Dit voorstel schijnt te Parijs goed opgenomen te zijn, en er zijn te dier zake nota's gewisseld. Te Rome is men van meening, dat de Fransche regeering bezield is met de beste voornemens, maar dat de zaak alleen afhangt van de mate der macht, die de protectionisten in de Kamer hebben. De ge volgen van het protectionisme in Italië hebben meer bijgedragen om er het volk tot redelijke inzichten to brengen, dan redevoeringen of geschriften vermochten. De verkiezing van een Roomschen lord mayor te Londen maakt over hot geheel in de Engelsohe hoofd stad niet zulk eeu ongunstigeu indruk als men Uit do eorste beriohteo zou opmaken. De voornaamste bladen van verschillende kleur zijn ingenomen met de benoeming, juist omdat de heer Sluart Knill rond borstig verklaarde in geen enkel opzicht met z(jn overtuiging te willen schipperen en in waardige taal zonder omwogen zijn voornemen in een schryven aan den lord-mayor mededeelde. De beooemde is een zeer gezien burger der City en bezit alle ver- eischten om met eere de hooge betrekking te be- kleeden. De bekende radicale predikant, dr. Parket, verklaarde van den kansel, dat hij hoopte dat dezE* man eenstemmig zou worden gekozen. Over het geheel genomen zou men zoo zeggen, dat er van het «geloof» wel wat voel beweging wordt gemaakt by deze zaak. Het lord-mayorsohap heeft met het ge loof op zichzelf niet£- te maken. Bij He PnrlementefpiabJatg in Znid-Deptforshire, is Whitehead, Gla#|it^Q*$Lgekozen met 4838 stem men, tegen 4596 V^^jjBuionist. By de vorige verkiezing bedroeg dB Gfïdstoneaansohe meerderheid 1019. Do gföote volksvergaderingen op Trafalgarsqusre zullen ouder beperkende bepalingen worden toegestaan. De Russische Minister van 3<nnenl. Zaken, Giers, keert vooreerst niet naar Rusland terug. Hvertri>k van Aiï-les-Bains met zijn familie naar Mon to Carlo en denkt er niet over zgn ontslag te nemen. Een verlof van drie maanden, dat zoo noodig «lodr don Czaar verlengd kan worden, wordt voldoende geacht eot herstel van zgn gezondheid. Men weet, dat het voor de Russische politiek niet voel afdoet, of Giers gaat of blijft als Miuister. Men meldt uit New-York, dat de Presidents verkiezing in de Vereenigde Staten tot dasver de

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2