SG
«ra,
Gravenhage,
I, 's ra. 11
van het sta-
srstaan van
fotaris
>ek,
ichtiging te
iw,
IK,
.we.
BINNENLAND.
Woensdag 19 October.
1893.
Zijn. Doch-tei.
)]?ing
4967.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken*
s
FEUILLETON.
NG.
r.
ffl
(Z>
n
S
SS
P5
I.
I WORDEN.
iandel,
'»g>
92.
De inzending van advertentiën kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave.
Afzonderlijke Nommera VIJF CENTEN.
3 te Gouda.
LG den 20“
X.
ontzetting bij het vernomen
□ur,
De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
CZJ
^5
goudsche courant.
Leesbiblio-
t de boeken
A. KOK i
JBER
en ook omdat ik uw(
ADVERTENTIEN worden geplaatst
van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Bovendien worden alle Advertentiën gratis
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
twelk des Maandags verschjjnt.
dezer noodlottige mededeeling; zij viol niel in zwijm,
noch brak in een zenuwachtig schreien uit, maar
wel verre nochtans van haar hoofdje op te houden
zonk het troosteloos op haar borst en ze werd doods
bleek.
Zoo zat zij een geruimen tyd, gansch verslagen
voor zich starend.
wIk kan het niet helpen,” ging Henri voort
«Ik heb mij beroepen op mijn plicht om voor een
ongelukkigen vader, voor een arme zuster te moeten
zorgen, maar niets mocht baten. Mij werd te ver
staan gegeven, dat ik meer familie bezat, en men
doelde niet onduidelijk op Willem, die wel in staat
was om die zorgen over te nemen. Men zeide my,
en dit kon ik niet tegenspreken, dat ten gevolge van
sommige gebeurtenissen mijn naam niet zeer aanbe-
velenswaardig meer klonkdat mijn collega’s zich
op een afstand van mij hielden, en men mij dus een
weldaad meende te bewijzen door deze benoeming in
een eervolle betrekking, die al was ze niet lucratief,
voor mijn verdienste. Men spiegelde mij
voor, dat ik kans had te Batavia vooruit te komen,
wanneer ik besluiten kon, na de volvoering der op
gedragen taak aldaar te blijven, en gaf mij ten sloite
te kennen, dat ik natuurlijk bet recht behield om voor
de opdracht te bedanken, doch in overweging diende
te nemen, of ik daardoor mijn belang voor de toekomst
niet zou benadeeleu. Gij begrijpt, wat ik doen
moet, Marie 1 wil ik geen kans ’oopen om, zonder
wettige redenen noohthans, oen verschoveling te blij-
GOUDA, 18 October 1892.
In de hedenmiddag gehouden vergadering van den
gemeenteraad, die door 14 leden werd bijgewoond
(afwezig waren de hh. Oudijk en van Iterson) deelde
de Voorzitter, Mr. A. A. van Bergen IJzendoorn,
mede dat de heer H. M. Dercksen had kennis ge
geven zijne benoeming tot raadslid aan te nemen en
zijne geloofsbrieven had ingezonden. Deze werden
gesteld in handen eener Commissie, bestaande uit
de hh. Fortuyn Droogleever, Noothoven van Goor
en Hoogenboom, welke na onderzoek adviseerde tot
goedkeuring der geloofsbrieven en tot toelating van
den heer Dercksen, nadat de termijnen, bij de Wet
gesteld, zullen zijn verstreken.
De Raad besluit overeenkomstig dit advies.
In deze zitting kwamen de volgende stukken in
1. Een rapport van de Raadscommissie, in wier
handen was gesteld de gemeente-begrooting voor
1893. De Commissie zegt in hare algemeene be
schouwingen, dat de begrooting op haar den indruk
heeft gemaakt dat B. en W. in afwachting van de
gewichtige beslissing door de Prov. Staten van Zuid-
Holland te nemen in zake de bekende quaestie, voor
Gouda van zooveel belang, er naar gestreefd hebben
alleen in den gewonen dienst te voorzien en geen
bijzondere voorstellen te hebben gedaan (met uit
zondering van enkele zaken van dringenden aard)
als verhooging van tractementen enz. De Commissie
billijkt die zienswijze en acht haar overeenkomende
met de voorzichtigheid en ernst, die thans zoo hoog
noodig zijn. Zij zal zich daarom evenzeer onthouden
van voorstellen tot tractements-verhooging enz. ho
pende dat weldra het goed recht van Gouda zal
zegevieren over alle bezwaren, die haar bloei be
dreigen 1
Zij maakt vervolgens enkele opmerkingen naar
12)
Zoo stonden de zaken, toen hij op zekeren dag in
kennelijke mismoedigheid van zijn bureau thuis kwam.
Op Marie’s vraag wat hem deerde, gaf hy een
ontwijkend antwoord, en toen de tafel was aangerecht,
deed hij aan den disch, tot Marie’s groote ongerust
heid, weinig of geen eer.
Na den maaltijd zette papa zich als naar gewoonte
in den leunstoel en ’t zij hij indommelde of ’t
bewustzijn weder in zijn eenzelvig mijmeren verlorwu
had zyne oogen vielen dicht. In dien toestand
hetzij dan slapend of wakend, leefde hij gewoonlijk
met meer in ’i gezin mede Al wat er gedaan of
Knoken werd, ging hem voorbij zonder hem op te
r l D’ .?^*n h&rt wa9 °f scheen althans dood,
ofschoon zijn hoofd misschien nog werkzaam bleef.
Marie,” begon Henri thans: //Het spyt mij,
*t jk u een ongelukkige tijding heb meê te dee
pen,
//Ik dacht het wel, Henri!”
//Ja, ik heb er tot nu toe meê willen wachten,
omdat papa toen ik thuis kwam en ook aan tafel
opgewekter was dan anders,
appetijt niet bederven wilde, hoewel me dit, geloof
ik, maar half gelukt is. Je hebt r Jeds iets kwaads
vermoed?”
z/Je gevoelt je misschien ziek, Henri?” vroeg
Marie //Je ziet er zoo goed niet uit als gewoon
lijk.”
//Was het dat maar, Marie! dat zou mij alleen
treffen, en ’t geen ik heb te zeggen, betreft vooral
papa en u.”
//Ach, laat ons toch niet al weer verhuizen,
HenriWe passen hier zoo wel bij elkander, we
hebben elkaar zoo noodig.”
«Juist, ja dat is het. We hebbeq elkaar
zoo erg noodig; maar mijn schuld is het niet dat
wij moeten scheiden, MarieIk ga, waarschijnlijk
over koeten tijd al, vertrekken, en heel ver hier van
daan ook, arme meid!”
z/Maar myn God! hoe is dat mogelijk, Henri?
Men heeft u immers niet kunnen ontslaan
//Integendeel, ik bon bevorderd of althans eervol
onderscheiden, zooals men t wil laten voorkomen, toch pleitte
Hoor mij aan en oordeel, en zoo ge dan nog moed i 'rnnr ,lr
genoeg hebt om uw hootd omhoog te houden, zijt
ge gelukkiger dan ikIk bon in administratieve
zaken, het gouvernement betreffende, aangewezen als
lid van een Commissie van voorlichting, wier arbeid
jaren lang kan duren en welke benoeming niets meer
of minder vordert dan dat ik naar de Oost ga....
Naar de Oost, Marie!”
Marié gilde niet van
aanleiding van enkele posten en stelt voor den post
u Onderhoud van itraten en pleinen" met 4850
te verminderen daar de vernieuwing van de straat
van de Markt, van de Hoogstraat tot de Groenendaal,
haar onnoodig voorkomt. Vervolgens stelt zij voor:
aanschaffing van een ontsmettingsoven, die voor eene
gemeente van 20000 zielen «een behoefte” moet
worden geacht. Met de aanschaffing van een Muziek
tent kan zij zich vereenigen. Ter visie.
2. Een memorie van antwoord van B. en W.
op vorenstaand rapport.
Daarin wordt opnieuw betoogd, dat met het oog
op de bestaande omstandigheden, met groote om
zichtigheid moet worden gehandeld met het beheer
der finantiëo. De ontvangsten zullen waarschijnlijk
minder zijn en reeds nu wenschen B. en W. daarom
de aandacht te vestigen op de mogelijkheid dat in
een volgend jaar maatregelen zullen moeten worden
genomen tot versterking der middelen om in de
behoeften te voorzien.
Zij deelen voorts daarin o. a. mede, dat zij zich
niet kunnen vereenigen met de aaaachfffing van een
ontsmettings-oven, de kosten waarvan geraamd wor
den op een bedrag van 3000, terwijl een geschikt
terrein, geoefend personeel tot bediening enz. die
kosten nog zouden verhoogen. Het thans gevolgde
stelsel* van onteigening en vernietiging van lijfgoed
enz. wenschte B. en W. vooralsnog niet te laten
varen. Ter visie.
3. Eene missive van B. en W. in zake de ver
pachting van tol op de Haastrechtsche brug.
De Voorzitter deelt mede dat deze missive in haar
geheel niet voor openbaarmaking geschikt is, waarom
zy in eene besloten vergadering aan den Raad zal j
worden medegedeeld.
4. Eene missive van Joh. Vermey, dank zeggen
de voor de ontvangen gratificatie.
Aangenomen voor Kennisgeving.
5. Een rapport van de Commissie voor de Straf-
verordeningen, op de missive van den Commissaris
der Koningin betr. het politie-toezicht op de huizen
van ontucht. Ter Tisie
o. Ken rapport van de Commissie voor de straf
verordeningen, op het adres van bewoners van de lange
Groenendaal, btr. een verbod van hard rijden op die
straat. De Commissie stelt voor t'~J
adres te beschikken. Ter
7. Een adres van II. Cra»u>»luk.l,
benoemd te worden tot brugwachter.
Aangenomen voor kennisgeving.
De Raad stelt vervolgens vast de vroeger inge-
komer. Begrooting voor de exploitatie van de stede-
■l'jken gasfabriek, voor het dienstjaar 1893, in ont
vang en uitgaaf op een bedrag van 80,000.
Daarbij werd de jaarwedde van den Opzichter der
gasfabriek, den heer H. Lenderink, met 100 ver
hoogd aln personeele toelage daar hel wenschelijk
werd geacht zijn tractement, wegens vermeerdering
van werkzaamheden op grond van du door hem be
wezen diensten te verbeteren.
Voorts werden goedgekeurd:
1. De begrootingen voor de Volksgaarkeuken en
het Hoffmans-Gesticht, dienst 1893.
2. De voorstellen van B. en W. tot uitgifte van
gerioleerden grond aan de hh. P. M. Montijn en
M. Spruijt.
Ten slotte werden benoemd tot
Lid in de Commissie van Toezicht op het Lager
Onderwijs de heer dr. A. van IJsendyk, met alge-
l meene stemmen.
Tweeden onderwijzer aan de 2e Burgerschool voor
jongens, de heer W. den Hoed, te Rotterdam, met
Onderwijzeres aan de Openbare Tusschenschool
Mej. .1. P. Burgersdijk te Zegveld, met 8 stemmen
(zijnde no. 2 der voordracht) terwijl Mej. E. van
den Ring te Koudekerk (no. 1 der voordracht) 6
st. op zich vereenigde.
de langt
afwijzend op het
Ter visie.
H. Steenwinkel, verzoekende
13 stemmen.