LODPJQNGEN mm. HET REMISE-GEBOUW Groote Afslag Koltenlandsch Overzicht. ADVERTENTIEN. Voor Afbraak te Koop S3"u.aa.d.Trlo@scla- ÊQ33. J-ULlolle-ULZ^L. - POSTBBIJEN. De Cholera kan meestal voorkomen worden door bij de EERSTE dunne Ontlasting GENEESKUNDIGE HULP in te roepen. Gebruik toch alles gekookt. Wisbrun Liffmann. Lange Tiendeweg. Een ware Schat ZDr. Retau's ELFBE WARING. het meisje eindelek tegen 3 uren 's morgeus dronken ter ruste ging. Debavelaere ging mee naar boven, bleef eenigen tijd by haar en keerde toen, terug, om met Schmidt te blijven drinken tot 7 uren 's morgens. Tegen den middag werd Lucie dood te bed ge vonden. Een onderzoek werd ingesteld en men vond niets verdachts. Doch men herinnerde zich het contract van levensverzekering. Men herinnerde zich ook, dat Debavelaere na den lijkdienst, dien de beide vrienden hadden bijgewoond, naar Antwerpen gereisd en van daar naar Engeland vertrokken was, waar men zijn spoor verloor. Schmidt bleef iu België en eischte de verzekerings premie. Er werd eene opgraving gedaan, gevolgd van eene lijkschouwing en het baarde verwondering, dat bet lijk zoo goed bewaard was gebleven. Het bloed vloeide zelfs nog on de huid had oen rood- achtigen schijn. Dit deed het vermoeden ontstaan van eene vergif tiging door kooloxyde. Het leed geen twijfel meer, of de verplaatsbare kachel had den dood veroorzaakt. Schmidt verdedigt zich met veel gemak en groote behendigheid. Hij beweert, dat de dood van Lucie aan eene natuurlijke oorzaak of wel aan hare dron kenschap moet toegeschreven worden. Heeft er een ongeluk plaats gehad, dan is hij daar niet verant woordelijk voor. Er moeten 40 getuigen gehoord worden. t Is raar," zei een anno slokker, zich in zïjn van alle kanten bijeengescharrolde plunje met een stukje spiegelglas bekijkende, „nu draag ik de laarzen van een bankier, de broek van een grondbezitter, de jas en het vest van eeu baron, en zelfs de hoed van een graaf, en toch zie ik er uit als een schooier „Als je van koken spreekt", zei een reiziger „dat kon mijn schoonmoeder uitstekend. Zij besteedde er de grootste zorg aan". „Eu leeft zij r.iet meer?" „Helaas neen De Kannibalen in Afrika hebben haar opgegeteu „Wat je zegt „'t Is maar al te waarEn toen de Kaunibalen haar in den ketel gestopt hadden en zij begon te koken, waren hare 'aatste woorden nog met eeu zwakke stem „Vergeet er geen zout en peper bij te doen!" Uit het dagolijksch leven van de drie oudste zonen van den keizer van Duitschland wordt aan den Hamb. Korr. „van een vertrouwbare zijde" o. a. bericht: lederen dag, 's zomers zoowel als 's winters, staan zij om 7 uur op en gebruiken om kwart voor achten het eerste ontbijt, dat alleen uit thee en gebak bestaat en nooit langer dan een kwartier duurt. Precies om 8 uur beginnen de lessen, zoowel de kroonprins als prins Frits en Adalbert hebben over het algemeen ieder afzonderlijke lessen. Sommige uren echter ontvangen de kroonprins en prins Frits gemeenschappelijk onderwijs. De pauzen en vrije uron tusscheu de voor middaglessen worden door bezig heid in den speeltuin ingenomen, naast den rechter vleugel van het nieuwe paleis; er worden gymnas tische oefeningen gehouden, met den bal gespeeld, gegraven en dergelijke dingen meer. Om kwart voor tieuen wordt het tweede ontbijt gebruikt, dal uit en dan de schoenlapper die soldaat geworden was, wiens graf nimmer bezocht wordt door vrouw of dochter, maar die ergens in het Zuiden gekenmerkt stond als „onbekend". Zij konden praten over hun verlies kort na den krijg; over juffrouw Gedge'a 4300 pond sterling, en tb reden waarom Amanda het beter oordeelde, dat haar moeder geen aanvrage deed om pensioen. „Het gouvernement schonk ons deze onze benoeming en wij behooren tevreden te wezen." Juffrouw Gedge stemde dit toe en zeide, dat een pensioen haar in zekeren zin het gevoel zou geven van een bedelaresmaar nu zij het ontberen kon, d^ar zij een landsbetrekking bekleedde, zou het haar het gevoel geven als ware zij eene dievegge. Dan hadden zij nog de geraniums om over te praten, hoo ze er uitzagen vergeleken bij die van verleden jaar, of het jaar te voren, of onderscheidene jaren te voren en over de vorsten hoe lang of bet boter vat nog strekken kon. Ja, ja, het leven was toch wel belangwekkend Den volgenden morgen regende het, en was het te vochtig voor juffrouw Gedge om door de schuur te gaan, zoodat zij voor het keukenraam bleef zitten met het vooruitzicht varuflink aan haar breiwerk te vorderen. Zij zag de tliligence komen aaurijdon, hotsende en rammelende den heuvel af, de vier paar den glimmend en dampend van den regen, voor de deur van het postkantoor staan trappelen en met het tuig rinkelen eu do jonge koetsier mot zijn vuurrood broodjes met vleesoh, rooden wyn en mineraalwater bestaat. Na dit tweede outbyt beginnen de lessen weder voor een korten tijd, waarop onmiddellijk de rij lessen beginnen, die bij slecht weder in de daarvoor opgerichte rijbaan, bij goed woder in de open lucht gehouden worden. De kroonprins berijdt sedert kort zijn schimmel „Abdul", dien hij op zjjn verjaardag van den Keizer cadeau gekregen heeft. Menigmaal volgt op de rijles een wandelrit in de omstreken van het nieuwe paleis onder begeleiding van den militairen gouverneur. De prinsen Frits en Adalbert vergezelleu hierby den kroonprins op hunne ponies. In plaats van dezeu wandelrit wordt er ook menigmaal een toertje met de ponv-oart ondernomen, waarbij de kroonprins de leisels houdt. De por.y-cart, een panier, wordt door een pony-schimmel, geheel «net zilveren schellen behangen, „Zeohoud" genaamd, getrokken. Het middagmaal gebruiken do prinsen om kwart over éénen, of met deu militairen of met don civielen gouverneur. Het bostaat uit soep, visch, één vleesch, groenten, aardappelen, oeu zoete schotel, boter, kaas en vruchten. Daarby wordt woder roode wijn en mineraalwater gedronken. Tegen half drie begeven de prinsen zich naar het park om te spelen. Byaa dagelijks kan men don kroonprins tegen dezen tijd op zijn driewiel zien rijden, dat hij eveneens op zijn verjaardag van den keizer cadeau gekregen heeft. Tot speelkameraad hebben de prinsen een jonge ree, die zij nog zeer jong iu het kreupelhout van deu Dracheuberg, ook by het nieuwe paleis gevangen hebben. Het diertje, dat thuus ongeveer oen haif jaar oud is en met de melkflesch groot gebracht werd, volgt heu' op den roep „Hans" als een hond en eet uit de hand, het liefst suiker. Zoolang de Keizer en de Keizerin in het marraereu paleis woonden reden of wandelden de prinsen tegen 4 uur van het nieuwe paleis daarheen om de ouders en do jongere broeders te bezoeken. Nadat zij daar wat melk en gebak gebruikt hadden, reden ze tegen 6 uur naar het nieuwe paleis terug om het avondeten, dat beur telings uit warme on kou le spijzen bestaat, te ge- bruikon. Tot half acht stoeien de prinsen nog wat met elkander, nemen eou bad en begeven zich dan om 8 uur naar bed. Een en twintig zakken. Op den Leipziger Platz te Berlyn sprong een heer op het achterbalcon van een tramwageu. Hij was gekleed in een paletot en droeg een hooien hoed. Het was bijzonder guur weer eu de handen van den onbekende waren, of schoon hij zeer dikke handschoenen aan had, stijf van koude. „Tot het eind van de Charlottensstrasse* zeide de heer lot den boDducteur die hem een kaartje overhandigde en met een vragenden blik op het tieupfennigstukje wachtte. „Dadelijk, dadelijk," riep de heer, die eeuigszins gejaagd was en de gewoonte had hardop te deuken. „Hier heb ik rnyn porte- monnaie," zeide hij, terwijl hy in zijn rechter broekzak tastte. De hand kwam echter zonder portemounaie uit den zak terug. Daarop betastte hij de liuker en rechter broek zakken. „Daar is mijn huissleutel," bromde de heer, „en daar mijn mus." Nu bogon hij in de vest zakken te zoeken. Links beneden hot zakje voor het horloge, links boven een zakje voor het lorgnet, links in de voering een zak vopr bankbiljetten, rechts be neden een zakje voor het nagelmesje. Altijd nog niets. De heer en de conducteur wer den hoe langer hoe ongeduldiger. „Met die verd.... gezicht met de zweep op het wiel kloppen, terwijl hij riep „Goeden morgen, Mandy, De brievenmaal klaar Een oogeoblik later zag juffrouw Gedge hoe Aman da schielijk naar buiten kwam loopen met do nog dunne tasch in haar armen, en die aan OJly over handigde om op het bankje ondir zijne voeten te leggen. Olly klapte met de zweep, knikte, reed holder de bolder over de brug en verdween achter den heuvel. Juffrouw Gedge kon niet begrijpen waarom Amanda daar zoo blootshoofds bleef staan, haar smalle schouders bedekt met slechts een vier kant, blauw gestreept katoenen doekje en blijkbaar geheel ongevoelig voor den regen. Zij krabbelde met haar breinaald tegen de vensterruit om de aan dacht vau baar dochter te trekken, maar Amanda scheen haar niet to hooren, hoewel zy zich langzaam omkeerde en weer het kantoor binnentrad. Het was zeker wel tien minuten later voor dat zij de schuur doorging en de keuken inkwam. „Wel kind, waarom bleef je zoo lang buiten staan vroeg juffrouw Gedge, wier nieuwsgierigheid aan gaande kleine voorvallen niet, licht bezweek. Zij be gon haar vraag aleer de deur nog goed en wel open was, en zij verhief haar stem on|iint Amanda wat hardhoorig was, zelfs al bevond zij zich met de per soon die sprak in dezelfde kamer. „Moeder," zeide Amanda, „kijk dit eons Zoo sprekende hield zij een brief omhoog. Juffrouw Gedge stak begeerig haar hand er naar zakken, heb je nooit iets by je," vloekte de onbe kende. De oonducteur help onderwyl andere passagiers, maar hield toch deu naar zijn portemonnaie zoeken den heer in het oog. Deze echter zette de jacht naar de tien pfennig in de zakken van zijn jas voort. Eerst de zijzak bo ven links, waar de zakdoek zat. Daarop de kleioe zijzak beneden rechts voorde tramkaartjes. Dan da binnenzak boven roohts voor het notitieboekje en de sigarenkoker, de binnenzak boven links voor de por tefeuille eu de sigarenpijp, de binnenzak beneden rechts voor de handschoenen on de binnenzak bene den links voor do courant. Alles echter te vergeefsde portemonnaie was ner gens te vinden. „Nu P" vroeg de conducteur scherp. „Zij moet in elk gevul in de paletot zitten," riop de passagier thans, boos wordende. „Wat is d&t voor een vervloekt haasten." De paletot gaf een herhaling te zieu van het zukken-systeem vau de jas, alleen waren hier de zakkeD minder diep, dan in de overjas. Boven links eon zak voor oen twee den zakdoek, beneden rechts een zak voor tram of spoorkaartjes, boveu rechts en links weer eens zak ken voor notitieboek en portefeuille eu in do beide diepe achterzakken was ruimte genoeg om er groote pakketten in te bergen. Beneden iu de paletot nog aan beide zijden, zakken om handschoenen en handen in te steken. Telkens tastten de handen van den ongelukkigeu passagier tot in de diepste diepten der zakken, maar telkens werden ze leeg weer teruggetrokken. „Gij hebt zeker in het geheel geen geld bij u,M meende de conducteur, „stap dan af." Heeds had de tram do Jorusaleinmerstrasse gepas seerd, maar do harduekkige passagier bleef staan. En op nieuw begon hij het onderzoek van zyn zak ken. „Om Godswil, schei toch uit," riep een dame, die eveneens op het balcon stond en die door het zoeken van den heer zenuwachtig was geworden. Zij had haar portomonnaie in de hand. „Hier is een tienpfennigstukje." Op hetzelfde oogenblik echter, klaarde het gezicht van den passagier op. „Nu heb ik haar," riep hy zegevierend eu uit don rechter broekzak, waar hij het eerste had gezocht, kwam de portemonnaie te voorschijn. Ze was te veel naar beneden geschoven. Een zucht vau verlichting outsnapte aan de dame, zij had de zakken van den heer meegeteld. „Een en twintig zakken, het is ongeloofelijlc hoe goed de mannen het hebben. Ik moet rayn portemounaie in de hand dragen." De tram was op de Spittelmarkt aangekomen, toen de lieer den conducteur het geld overhandigde, van den wagen sprong en haastig langs den weg, dien hij gereden bad, terug liep. Hot werkstakingscomité te Carraaux heeft aan Pel- letan, Millerand en Clémenceau eene dépêohe gezon den, waarin zij worden uitgenoodigd, onmiddellyk naar Carmaux te vertrekken. Het zal, zegt het comité, voor de arbeidende klasse dier gemeente een ware vreugd zyn, de drie mannen te begroeteD, die zich zoo verdienstelijk hebben gemaakt by de verde diging van het algemeen stemrecht en van de repu bliek. Bovendien is het van groot belang, dat die uit, maar wachtte even om eerst haar bril op te zet ten, opdat zij, den brief van zich afhoudende, het adres zeu kunnen lezen. „Den heer Arthur Hamil ton" las zy. „Penniville, Pennsylvania," Hé kind hoe kon die brief op dezen tyd van den dag ko men Watzat die toch gisteren in de tasch Amanda was zoo bleek als een doekzij streek een haarlok van haar boog gewelfd voorhoofd naar achteren„Moeder, weet u wel dat die brief eer gisteren is gekomen Dat was de brief, waarnaar hij liet vragen. Die is in een van de benedenste loketjes blijven vaststeken. Groote goedheid, moe- der Deze uitbarsting van ontstoltenis deed juffrouw Gedge wezenlijk schrikken: „Och, kind, je moet je niet zoo van streek umken. Hij is niet in do stad. En ik weet het niet, maar ik geloof dat het beter is, in elk geval dien brief niet naar zijn huis te zenden. Krijgt hij dien als hy thuis komt, dan zal hij zien dat er vertraging geweest is, en dan zal hy er leven over maken. Ik geloof niet dat ik hem sturen zou, Mandy." „O, moeder, ik kan niet gelooven dat dit goed zou afloopen," zeide Amanda. „U kent het gouver nement...." „Jawel, ik onderstel het maar," sprak juffrouw Gedge. „Ik zou het ook niet doen als het iemand anders botrof." (Wordt vervol(jd.) heeren zich in persoon van den toestand overtuigen. Het werkstakingscomité was den geheelen dag bijeen, en gaat voort met het nemen van maatrege len om weerstand te bieden. In eene bijeenkomst is met algemeeue stemmen tot het voortzetten der werkstaking besloten. De Duitsche joug-socialisten, die reods langen tyd ontevreden waren over de oud-sociulistische leiders, hebben zich thans geheel afgescheiden en zich één verklaard inet de anarchisten. In hun programma staatliet voroveren van de middelen der productiede afschaffing van do te genwoordige maatschappij, die op kapitaal gegrondvest isde opheffing van den staat in liet algemeen. De Fossische Zeitung zegt omtrent dit programma: „Voortaan worden dus de werklieden aangespoord zich door opstanden, door boycotten, door do wei gering aangegane overeenkomsten na te leven, enz., de productiemiddelen te verschaffer.. Aan allo tegen woordige instellingen hebben de joug-socialisten thans deu oorlog verklaard. Kerk, school, leger, admi nistratie, wetgevende macht worden alle to gelijk aangevallen, en er is geeu sprake van, dat er met een der klassen van de tegenwoordige maatschappij vrede gosloteu zou kunnen wordeu. Om dozen strijd met goed gevolg te kunnen voeren, verklaren de onafhaiikelyke socialisten zich solidair met de anar chisten in allo landen. Zij streveu naar eene maat schappij geschoeid op democratischen grondslag, waarin alle voortbrengselen het eigendom der ge meenschap zijn en alle leden, onverschillig vau welke sekse, gelijke rechten hebben". Dat het Fransche ministerie door do Carmaux- quaustio zou vallen, was niet waarschijnlijk wel echter, dat bet oen vrij erust'.gen aanval te verduren zal hebben by de behandeling van hot Fruisch- Zwitsersohe handelsverdrag. Zooals telegrapbisch bericht werd, liep gistereu het gerucht, dat iudieu deze'overeenkomst wordt verworpen, de regeering de quaestio van vertrouwen zal stellen. Men herinnert zich, dat bij de handelsovereenkomst met Turkije de minister Tirard zijn gezag genoeg zaam by de zaak betrokken achtte om zijn ontslag te nemen. De overeenkomst met Zwitserland be schouwt de regeoriug van bijzonder belang, omdat, indien een geschil met Zwitserland ontstond, zoo kort nadat de strijd op handelsgebied met Spanje begon, dit voor Frunkrijk ernstige politieke gevolgen zou hebben. Het uur r.aderi, dat aan geue zyde van den Oceaan (Ie beslissende slag over het ultra-protectior.isme zal geleverd worden. Binnen weinige dagen, in de eurste week der volgende maand, moet de verkiezing plaats vinden van een nieuwen president. Niettegenstaande een gewichtig begiusel bij deze verkiezing in het spel is: de vraag of de Vereonigdo Staten in de eerst volgende jaren, dank zij Mc Kiuley's wet, den tarieven- oorlog met Europa willen voortzetten, kenmerkt zich deze voorafgaande tijd door een ongewone kalmte. Tot dusver verneemt men nog niets van de harts tochtelijke tafreelen, welke met elke presidentsver kiezing in Amerika anders gepaard gaan. Is dit de stilte, die den storm voorafgaat? Ia het alleen aan de oppervlakte rustig, terwijl het beneden kookt en woelt Het is waar, dat het verlies, waardoor presi dent Harrison is getroffen en dat hem sedert woken boven het hoofd hing, eeu donkere schaduw werpt op deze worsteling om het presidentschap, maar men zou bij de Yankees eene ongewone mate van sentimen taliteit veronderstellen, wanneor men wilde aannemen, dat zij uit eerbied voor de persoonlijke smart van den tegenwoordigen president hun bijzondere ou politieke belangen uit bet oog zouden verliezen. Omtfent de kansen der beide CAndidaten laat zich nog niets voorspellen. Wel leverden enkele verkie zingen in de staten een gunstig resultaut op voor de democraten, doch hieruit reeds een gevolgtrekking to willen maken is voorbarig, te meer wijl andere feiten de schaal woder ten gunste der republikeinen doen overslaan. Zoo hebben de Bidders van den Arbeid den democraten hun steun ontzegd. Een zeer onverwachte versterking heeft de candi- datuur-Harrison nog ter elfder ure ontvangen door eon niouwe verrassendo evolutie van Blaine. Men herinnert zich onder welke buitengewone omstandig heden de ex-staatssecretaris van buitenlandsche zaken zyn ontslag nam en zioh tegenover zijn chef candidaat steldo, door de republikeinen gewogen doch te licht bevonden werd. Na zioh eenigen tijd rustig te heb ben gebonden, is do heer Blaine thans opnieuw op net staatkundig toonoel verschenen om krachtig Harrison's caudidatuur te steunen, zooals hy zegt uit trouw aan de republikeinsche beginselen. Voor den togenwoordigen president zyn hierdoor plotseling de kansen verbeterd, hoewel hot de vraag blyft, of Blaine's partijgenooten bereid zijn diens nieuwe volte faces mede te maken. Gerust schijnen onderwyl geen der beido partyen over den afloop der verkiezing op 8 No/erabor a. s. Zoowel ouder Glevelands als ooder Harrison's aan hangers openbaart zich een ouraiskenbare malaise. Kenschetsend voor do geringe belangstelling in den verkiezingsstrijd is het feit, dat zelfs de meest ver woede speculanten, die anders weddenschappen om duizenden dollars aangaan, zich tot dusverre van deze sport onthouden, zeer weinig Anjerikaansch laat zich alzoo tot heden de verkiezingscampagne aanzien. INGE ZOND E N. Woensdag 9 November a.s. zal een ouzer oudste en meest geachte Stadgeuooten een zeldzaam feest vie ren. Op dien datum herdenkt Dr. A. Homeijn, den «lag, waarop bij, ztsiig jaar geleden, zyn loopbaan als geneesheer begon. Op zijn veelbewogen levens reis is do Jubilaris op een hoogte aangekomen, welke te beklimmen slechts aan weinigen gegeven is. Daar blijven wij met hem onwillekeurig stilstaan om onderzoekend op den afgelegden weg terug te zieu. Zestig volle jaren doorgebracht te hebben in den dienst der Armen en der lijdende menschheid, eu dan nog zéo frisch en werkzaam vau geest te zijn, dut alleen de ontzinkende physieke krachten dwiugen het arbeidsveld aan jongere krachten over te laten, welk een zeldzaam voorrecht Adrianus Romeyn werd den 3 Juni 1812 te Ze venhuizen geboreb. Na een zonnige jeugd, bezocht hij reeds op 16 jarigen leeftijd de Cliuische school te Rotterdam, alwaar vier jaar later de examens voor inwendige praktijk en Chirurgie „cum laude" door hem werden afgelegd. Den 9 November 1832 werd hij beroepen als geneesheer te Haastrecht, al waar hij gedurende acht jaren, langs ongebaande wegen een vermoeiende en moeilijke praktijk uit oefende. Na den 20 Juni 1838 in het huwelijk te zijn getreden, vestigde hy zich in Februari 1840 te Gouda. Daar ontwaakt by onzen Jubilaris weer nieuwe lust tot studie. Te midden van drukke be zigheden, als medicus en als vader, vaak al schom melend gezeten aan de kinderwieg, weet de ener gieke man zich de Latijnsche en Griekscho taal eigen te maken en den 8 December 1843 zieu wij hem te Utrecht publiek en „summa cum laude" promovee- ren op een proefschrift „de praecipuis gravidarum morbis". Den 29 Augustus 1843 benoemd tot stads chirurgijn, wordt hij den 9 Juni 1849 als stads- dokter aangesteld, welke betrekking hij dezer dagen slechts noode, om gezondheidsredenen, liet varen. Men moet don in de praktijk vergrijsden man zelf hooren spreken over zijne ervaring in alle richting, aan bet ziekbed iu de woningen van ryk eu arm opgedaan, over de oprechte, jalil te groote dank baarheid, hem vaak betoond, maar ook over den ondank en do miskenning, waaraan hy nu en dan bloot stond. Hoevelen iu en om onze goede stad zijn er door zijr.e vaardige hand niet in het leven gohouden, hoevelen niet in het leed door hem ge troost, genezen van folterend lyden. En hoeveel, nu met hem vergrijsde moeders, hebben hem niet in jongere dagen dankbaar de hand gedrukt, wanneer hij troostend, bemoedigend en helpend hen in smar telijke uren had bijgestaan. Maar niet alleen als geneesheer heeft Dr. Romeijn velen aan zich verplicht, ook iu tal van andere be trekkingen besteedde hij zyn beste krachten in het belang van de stad zyner inwoning. Sedert 1843 is hij lid van den kerkeraad der Remonstrantsche gemeentevan 1846 tot aan de outbinding lid van de Geneeskundige Commissie; vau 1848 tot op he den lid van het Burgerlijk Armbestuur. In 1853 wordt hij lid van de Commissie van Administratie over de Gevangeuis, later theraosier tot aan de op heffing. lil 1855 helpt hij het Bestedelingen huis oprichten, waarvan hij Regent wordt. In de eorste jaren der Oprichting is hij bestuurder van het Nut en Commissaris van de leesbibliotheek en tot 1857 lid van de Commissie vau Toezicht op het Lager Onderwijs. Sedert de oprichting is hij Commissaris van de Werkinrichting tot wering der Bedelarij, eu sedert twaaf jaar Regent vau het Oudemannenhuis. Wie mag dao mot Rechtmatiger trots tn met meer zelfvoldoening terugzien op den afgelegden levensweg, dan deze waardige grijsaard, nog iu het volle bezit ztfner geestesgaven Maar wie f^nzer, die hem ken nen, zal dan ook op den 9 November achterblijven om den Jubilaris de hulde te brengen, die hem zoo van rechtswege toekomt. Dr. P. J. A. LEVEDAG. LIJST /au brieven geadresseerd aan onbekenden gedurende de lste helft der maand October 1892. J. de Leeuw, te Dordrecht; J. Weiling, den Haag; M. Batterman, Kampen J. Blom, Mioderberg J. L. van Duureu, RotterdamP. Groenland, Rotterdam J. Roelofs, F. Brandes, Brussel. Van HAASTRECHT. J. de Ridder, te Schiedam. Van REEUWIJK. F. v. d. Heiden, te Rozendaal. De Directeur van het Postkantoor, VORSTER. Gouda, 29 Oct. 1892. Voor de bewijzen "Van deelneming bij bet overlijden van mijnen Echtgenoot breng ik, ook namens mijne kinderen, mijnen harte- ljjken dank. A. M. MIGHAËL— Silvester. Gouda31 Oct. '92. TE RU OR voor een klein gezin eene nette a 1.25 per week, adres onder No. 2230 aan het Bureau dezer Courant. EEN FLINKE van de Stoomtram-Maatschappij Gonda te Gouda. Aanbiedingen aan den Heer G. J. C. ROG GEVEEN Crabethstraat Gouda. van Alles eerste kwaliteit en nette bediening. BIEFSTUK l.iO p. K. RUNDERRIBen ROLLADE zonder been 90 et. Met been 75 et. ROASTBEEF 90 ct. LAPPEN en GEHAK 80 ct. KLAPSTUK met been 70 ct. voor de ongelukkige slachtoffers der Zelf bevlekking (Oname) en geheime uitspat tingen is het beroemde werk Hollandsche nitgave, met 27 aib. Prjs 2 gulden. Ieder, die aan de verschrik kelijke gevolgen van deze ondeugd lijdt, moet het lezen de opréchte leering, die het geeft, redt jaarljjks duizend van een zekeren dood. Te verkrijgen bj hetVer- lags-Magazin te Leipzig, Neumarkt 34, franco tegen inzending van het bedrag, (ook in postzegels), en in eiken boek handel in Holland.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2