LODPJQNGEN mm.
HET REMISE-GEBOUW
Groote Afslag
Koltenlandsch Overzicht.
ADVERTENTIEN.
Voor Afbraak te Koop
S3"u.aa.d.Trlo@scla-
ÊQ33. J-ULlolle-ULZ^L.
- POSTBBIJEN.
De Cholera kan meestal voorkomen
worden door bij de EERSTE dunne
Ontlasting GENEESKUNDIGE HULP
in te roepen.
Gebruik toch alles gekookt.
Wisbrun Liffmann.
Lange Tiendeweg.
Een ware Schat
ZDr. Retau's
ELFBE WARING.
het meisje eindelek tegen 3 uren 's morgeus dronken
ter ruste ging.
Debavelaere ging mee naar boven, bleef eenigen
tijd by haar en keerde toen, terug, om met Schmidt
te blijven drinken tot 7 uren 's morgens.
Tegen den middag werd Lucie dood te bed ge
vonden. Een onderzoek werd ingesteld en men vond
niets verdachts. Doch men herinnerde zich het
contract van levensverzekering. Men herinnerde zich
ook, dat Debavelaere na den lijkdienst, dien de beide
vrienden hadden bijgewoond, naar Antwerpen gereisd
en van daar naar Engeland vertrokken was, waar
men zijn spoor verloor.
Schmidt bleef iu België en eischte de verzekerings
premie. Er werd eene opgraving gedaan, gevolgd
van eene lijkschouwing en het baarde verwondering,
dat bet lijk zoo goed bewaard was gebleven. Het
bloed vloeide zelfs nog on de huid had oen rood-
achtigen schijn.
Dit deed het vermoeden ontstaan van eene vergif
tiging door kooloxyde. Het leed geen twijfel meer,
of de verplaatsbare kachel had den dood veroorzaakt.
Schmidt verdedigt zich met veel gemak en groote
behendigheid. Hij beweert, dat de dood van Lucie
aan eene natuurlijke oorzaak of wel aan hare dron
kenschap moet toegeschreven worden. Heeft er een
ongeluk plaats gehad, dan is hij daar niet verant
woordelijk voor.
Er moeten 40 getuigen gehoord worden.
t Is raar," zei een anno slokker, zich in zïjn van
alle kanten bijeengescharrolde plunje met een stukje
spiegelglas bekijkende, „nu draag ik de laarzen van
een bankier, de broek van een grondbezitter, de jas
en het vest van eeu baron, en zelfs de hoed van een
graaf, en toch zie ik er uit als een schooier
„Als je van koken spreekt", zei een reiziger „dat
kon mijn schoonmoeder uitstekend. Zij besteedde er
de grootste zorg aan".
„Eu leeft zij r.iet meer?"
„Helaas neen De Kannibalen in Afrika hebben
haar opgegeteu
„Wat je zegt
„'t Is maar al te waarEn toen de Kaunibalen
haar in den ketel gestopt hadden en zij begon te
koken, waren hare 'aatste woorden nog met eeu
zwakke stem „Vergeet er geen zout en peper bij
te doen!"
Uit het dagolijksch leven van de drie oudste zonen
van den keizer van Duitschland wordt aan den Hamb.
Korr. „van een vertrouwbare zijde" o. a. bericht:
lederen dag, 's zomers zoowel als 's winters, staan
zij om 7 uur op en gebruiken om kwart voor achten
het eerste ontbijt, dat alleen uit thee en gebak
bestaat en nooit langer dan een kwartier duurt.
Precies om 8 uur beginnen de lessen, zoowel de
kroonprins als prins Frits en Adalbert hebben over
het algemeen ieder afzonderlijke lessen. Sommige
uren echter ontvangen de kroonprins en prins Frits
gemeenschappelijk onderwijs. De pauzen en vrije
uron tusscheu de voor middaglessen worden door bezig
heid in den speeltuin ingenomen, naast den rechter
vleugel van het nieuwe paleis; er worden gymnas
tische oefeningen gehouden, met den bal gespeeld,
gegraven en dergelijke dingen meer. Om kwart voor
tieuen wordt het tweede ontbijt gebruikt, dal uit
en dan de schoenlapper die soldaat geworden was,
wiens graf nimmer bezocht wordt door vrouw of
dochter, maar die ergens in het Zuiden gekenmerkt
stond als „onbekend". Zij konden praten over hun
verlies kort na den krijg; over juffrouw Gedge'a
4300 pond sterling, en tb reden waarom Amanda
het beter oordeelde, dat haar moeder geen aanvrage
deed om pensioen. „Het gouvernement schonk ons
deze onze benoeming en wij behooren tevreden te
wezen."
Juffrouw Gedge stemde dit toe en zeide, dat een
pensioen haar in zekeren zin het gevoel zou geven
van een bedelaresmaar nu zij het ontberen kon,
d^ar zij een landsbetrekking bekleedde, zou het haar
het gevoel geven als ware zij eene dievegge. Dan
hadden zij nog de geraniums om over te praten,
hoo ze er uitzagen vergeleken bij die van verleden
jaar, of het jaar te voren, of onderscheidene jaren te
voren en over de vorsten hoe lang of bet boter
vat nog strekken kon. Ja, ja, het leven was toch
wel belangwekkend
Den volgenden morgen regende het, en was het
te vochtig voor juffrouw Gedge om door de schuur
te gaan, zoodat zij voor het keukenraam bleef zitten
met het vooruitzicht varuflink aan haar breiwerk te
vorderen. Zij zag de tliligence komen aaurijdon,
hotsende en rammelende den heuvel af, de vier paar
den glimmend en dampend van den regen, voor de
deur van het postkantoor staan trappelen en met het
tuig rinkelen eu do jonge koetsier mot zijn vuurrood
broodjes met vleesoh, rooden wyn en mineraalwater
bestaat. Na dit tweede outbyt beginnen de lessen weder
voor een korten tijd, waarop onmiddellijk de rij
lessen beginnen, die bij slecht weder in de daarvoor
opgerichte rijbaan, bij goed woder in de open lucht
gehouden worden. De kroonprins berijdt sedert kort
zijn schimmel „Abdul", dien hij op zjjn verjaardag
van den Keizer cadeau gekregen heeft. Menigmaal
volgt op de rijles een wandelrit in de omstreken van
het nieuwe paleis onder begeleiding van den militairen
gouverneur. De prinsen Frits en Adalbert vergezelleu
hierby den kroonprins op hunne ponies. In plaats
van dezeu wandelrit wordt er ook menigmaal een
toertje met de ponv-oart ondernomen, waarbij de
kroonprins de leisels houdt. De por.y-cart, een
panier, wordt door een pony-schimmel, geheel «net
zilveren schellen behangen, „Zeohoud" genaamd,
getrokken. Het middagmaal gebruiken do prinsen
om kwart over éénen, of met deu militairen of met
don civielen gouverneur. Het bostaat uit soep, visch,
één vleesch, groenten, aardappelen, oeu zoete schotel,
boter, kaas en vruchten. Daarby wordt woder roode
wijn en mineraalwater gedronken. Tegen half drie
begeven de prinsen zich naar het park om te spelen.
Byaa dagelijks kan men don kroonprins tegen dezen
tijd op zijn driewiel zien rijden, dat hij eveneens op
zijn verjaardag van den keizer cadeau gekregen heeft.
Tot speelkameraad hebben de prinsen een jonge ree,
die zij nog zeer jong iu het kreupelhout van deu
Dracheuberg, ook by het nieuwe paleis gevangen
hebben. Het diertje, dat thuus ongeveer oen haif
jaar oud is en met de melkflesch groot gebracht
werd, volgt heu' op den roep „Hans" als een hond
en eet uit de hand, het liefst suiker. Zoolang de
Keizer en de Keizerin in het marraereu paleis woonden
reden of wandelden de prinsen tegen 4 uur van het
nieuwe paleis daarheen om de ouders en do jongere
broeders te bezoeken. Nadat zij daar wat melk en
gebak gebruikt hadden, reden ze tegen 6 uur naar
het nieuwe paleis terug om het avondeten, dat beur
telings uit warme on kou le spijzen bestaat, te ge-
bruikon. Tot half acht stoeien de prinsen nog wat
met elkander, nemen eou bad en begeven zich dan
om 8 uur naar bed.
Een en twintig zakken. Op den Leipziger Platz
te Berlyn sprong een heer op het achterbalcon van
een tramwageu. Hij was gekleed in een paletot en
droeg een hooien hoed. Het was bijzonder guur
weer eu de handen van den onbekende waren, of
schoon hij zeer dikke handschoenen aan had, stijf
van koude. „Tot het eind van de Charlottensstrasse*
zeide de heer lot den boDducteur die hem een kaartje
overhandigde en met een vragenden blik op het
tieupfennigstukje wachtte. „Dadelijk, dadelijk," riep
de heer, die eeuigszins gejaagd was en de gewoonte
had hardop te deuken. „Hier heb ik rnyn porte-
monnaie," zeide hij, terwijl hy in zijn rechter broekzak
tastte. De hand kwam echter zonder portemounaie
uit den zak terug.
Daarop betastte hij de liuker en rechter broek
zakken. „Daar is mijn huissleutel," bromde de
heer, „en daar mijn mus." Nu bogon hij in de vest
zakken te zoeken. Links beneden hot zakje voor het
horloge, links boven een zakje voor het lorgnet, links
in de voering een zak vopr bankbiljetten, rechts be
neden een zakje voor het nagelmesje.
Altijd nog niets. De heer en de conducteur wer
den hoe langer hoe ongeduldiger. „Met die verd....
gezicht met de zweep op het wiel kloppen, terwijl
hij riep „Goeden morgen, Mandy, De brievenmaal
klaar
Een oogeoblik later zag juffrouw Gedge hoe Aman
da schielijk naar buiten kwam loopen met do nog
dunne tasch in haar armen, en die aan OJly over
handigde om op het bankje ondir zijne voeten te
leggen. Olly klapte met de zweep, knikte, reed
holder de bolder over de brug en verdween achter
den heuvel. Juffrouw Gedge kon niet begrijpen
waarom Amanda daar zoo blootshoofds bleef staan,
haar smalle schouders bedekt met slechts een vier
kant, blauw gestreept katoenen doekje en blijkbaar
geheel ongevoelig voor den regen. Zij krabbelde
met haar breinaald tegen de vensterruit om de aan
dacht vau baar dochter te trekken, maar Amanda
scheen haar niet to hooren, hoewel zy zich langzaam
omkeerde en weer het kantoor binnentrad. Het was
zeker wel tien minuten later voor dat zij de schuur
doorging en de keuken inkwam.
„Wel kind, waarom bleef je zoo lang buiten staan
vroeg juffrouw Gedge, wier nieuwsgierigheid aan
gaande kleine voorvallen niet, licht bezweek. Zij be
gon haar vraag aleer de deur nog goed en wel open
was, en zij verhief haar stem on|iint Amanda wat
hardhoorig was, zelfs al bevond zij zich met de per
soon die sprak in dezelfde kamer.
„Moeder," zeide Amanda, „kijk dit eons Zoo
sprekende hield zij een brief omhoog.
Juffrouw Gedge stak begeerig haar hand er naar
zakken, heb je nooit iets by je," vloekte de onbe
kende.
De oonducteur help onderwyl andere passagiers,
maar hield toch deu naar zijn portemonnaie zoeken
den heer in het oog.
Deze echter zette de jacht naar de tien pfennig
in de zakken van zijn jas voort. Eerst de zijzak bo
ven links, waar de zakdoek zat. Daarop de kleioe
zijzak beneden rechts voorde tramkaartjes. Dan da
binnenzak boven roohts voor het notitieboekje en de
sigarenkoker, de binnenzak boven links voor de por
tefeuille eu de sigarenpijp, de binnenzak beneden
rechts voor de handschoenen on de binnenzak bene
den links voor do courant.
Alles echter te vergeefsde portemonnaie was ner
gens te vinden. „Nu P" vroeg de conducteur scherp.
„Zij moet in elk gevul in de paletot zitten," riop
de passagier thans, boos wordende. „Wat is d&t
voor een vervloekt haasten." De paletot gaf een
herhaling te zieu van het zukken-systeem vau de
jas, alleen waren hier de zakkeD minder diep, dan
in de overjas. Boven links eon zak voor oen twee
den zakdoek, beneden rechts een zak voor tram of
spoorkaartjes, boveu rechts en links weer eens zak
ken voor notitieboek en portefeuille eu in do beide
diepe achterzakken was ruimte genoeg om er groote
pakketten in te bergen. Beneden iu de paletot nog
aan beide zijden, zakken om handschoenen en handen
in te steken.
Telkens tastten de handen van den ongelukkigeu
passagier tot in de diepste diepten der zakken, maar
telkens werden ze leeg weer teruggetrokken.
„Gij hebt zeker in het geheel geen geld bij u,M
meende de conducteur, „stap dan af."
Heeds had de tram do Jorusaleinmerstrasse gepas
seerd, maar do harduekkige passagier bleef staan.
En op nieuw begon hij het onderzoek van zyn zak
ken.
„Om Godswil, schei toch uit," riep een dame,
die eveneens op het balcon stond en die door het
zoeken van den heer zenuwachtig was geworden.
Zij had haar portomonnaie in de hand. „Hier is
een tienpfennigstukje."
Op hetzelfde oogenblik echter, klaarde het gezicht
van den passagier op. „Nu heb ik haar," riep hy
zegevierend eu uit don rechter broekzak, waar hij
het eerste had gezocht, kwam de portemonnaie te
voorschijn. Ze was te veel naar beneden geschoven.
Een zucht vau verlichting outsnapte aan de dame,
zij had de zakken van den heer meegeteld. „Een
en twintig zakken, het is ongeloofelijlc hoe goed de
mannen het hebben. Ik moet rayn portemounaie in
de hand dragen."
De tram was op de Spittelmarkt aangekomen,
toen de lieer den conducteur het geld overhandigde,
van den wagen sprong en haastig langs den weg,
dien hij gereden bad, terug liep.
Hot werkstakingscomité te Carraaux heeft aan Pel-
letan, Millerand en Clémenceau eene dépêohe gezon
den, waarin zij worden uitgenoodigd, onmiddellyk
naar Carmaux te vertrekken. Het zal, zegt het
comité, voor de arbeidende klasse dier gemeente een
ware vreugd zyn, de drie mannen te begroeteD, die
zich zoo verdienstelijk hebben gemaakt by de verde
diging van het algemeen stemrecht en van de repu
bliek. Bovendien is het van groot belang, dat die
uit, maar wachtte even om eerst haar bril op te zet
ten, opdat zij, den brief van zich afhoudende, het
adres zeu kunnen lezen. „Den heer Arthur Hamil
ton" las zy. „Penniville, Pennsylvania," Hé kind
hoe kon die brief op dezen tyd van den dag ko
men Watzat die toch gisteren in de tasch
Amanda was zoo bleek als een doekzij streek
een haarlok van haar boog gewelfd voorhoofd naar
achteren„Moeder, weet u wel dat die brief eer
gisteren is gekomen Dat was de brief, waarnaar
hij liet vragen. Die is in een van de benedenste
loketjes blijven vaststeken. Groote goedheid, moe-
der
Deze uitbarsting van ontstoltenis deed juffrouw
Gedge wezenlijk schrikken: „Och, kind, je moet je
niet zoo van streek umken. Hij is niet in do stad.
En ik weet het niet, maar ik geloof dat het beter
is, in elk geval dien brief niet naar zijn huis te
zenden. Krijgt hij dien als hy thuis komt, dan zal
hij zien dat er vertraging geweest is, en dan zal hy
er leven over maken. Ik geloof niet dat ik hem
sturen zou, Mandy."
„O, moeder, ik kan niet gelooven dat dit goed
zou afloopen," zeide Amanda. „U kent het gouver
nement...."
„Jawel, ik onderstel het maar," sprak juffrouw
Gedge. „Ik zou het ook niet doen als het iemand
anders botrof."
(Wordt vervol(jd.)
heeren zich in persoon van den toestand overtuigen.
Het werkstakingscomité was den geheelen dag
bijeen, en gaat voort met het nemen van maatrege
len om weerstand te bieden.
In eene bijeenkomst is met algemeeue stemmen tot
het voortzetten der werkstaking besloten.
De Duitsche joug-socialisten, die reods langen tyd
ontevreden waren over de oud-sociulistische leiders,
hebben zich thans geheel afgescheiden en zich één
verklaard inet de anarchisten.
In hun programma staatliet voroveren van de
middelen der productiede afschaffing van do te
genwoordige maatschappij, die op kapitaal gegrondvest
isde opheffing van den staat in liet algemeen.
De Fossische Zeitung zegt omtrent dit programma:
„Voortaan worden dus de werklieden aangespoord
zich door opstanden, door boycotten, door do wei
gering aangegane overeenkomsten na te leven, enz.,
de productiemiddelen te verschaffer.. Aan allo tegen
woordige instellingen hebben de joug-socialisten thans
deu oorlog verklaard. Kerk, school, leger, admi
nistratie, wetgevende macht worden alle to gelijk
aangevallen, en er is geeu sprake van, dat er met
een der klassen van de tegenwoordige maatschappij
vrede gosloteu zou kunnen wordeu. Om dozen strijd
met goed gevolg te kunnen voeren, verklaren de
onafhaiikelyke socialisten zich solidair met de anar
chisten in allo landen. Zij streveu naar eene maat
schappij geschoeid op democratischen grondslag,
waarin alle voortbrengselen het eigendom der ge
meenschap zijn en alle leden, onverschillig vau welke
sekse, gelijke rechten hebben".
Dat het Fransche ministerie door do Carmaux-
quaustio zou vallen, was niet waarschijnlijk wel
echter, dat bet oen vrij erust'.gen aanval te verduren
zal hebben by de behandeling van hot Fruisch-
Zwitsersohe handelsverdrag.
Zooals telegrapbisch bericht werd, liep gistereu
het gerucht, dat iudieu deze'overeenkomst wordt
verworpen, de regeering de quaestio van vertrouwen
zal stellen.
Men herinnert zich, dat bij de handelsovereenkomst
met Turkije de minister Tirard zijn gezag genoeg
zaam by de zaak betrokken achtte om zijn ontslag
te nemen. De overeenkomst met Zwitserland be
schouwt de regeoriug van bijzonder belang, omdat,
indien een geschil met Zwitserland ontstond, zoo kort
nadat de strijd op handelsgebied met Spanje begon,
dit voor Frunkrijk ernstige politieke gevolgen zou
hebben.
Het uur r.aderi, dat aan geue zyde van den Oceaan
(Ie beslissende slag over het ultra-protectior.isme zal
geleverd worden.
Binnen weinige dagen, in de eurste week der
volgende maand, moet de verkiezing plaats vinden
van een nieuwen president. Niettegenstaande een
gewichtig begiusel bij deze verkiezing in het spel
is: de vraag of de Vereonigdo Staten in de eerst
volgende jaren, dank zij Mc Kiuley's wet, den tarieven-
oorlog met Europa willen voortzetten, kenmerkt zich
deze voorafgaande tijd door een ongewone kalmte.
Tot dusver verneemt men nog niets van de harts
tochtelijke tafreelen, welke met elke presidentsver
kiezing in Amerika anders gepaard gaan. Is dit de
stilte, die den storm voorafgaat? Ia het alleen aan
de oppervlakte rustig, terwijl het beneden kookt en
woelt Het is waar, dat het verlies, waardoor presi
dent Harrison is getroffen en dat hem sedert woken
boven het hoofd hing, eeu donkere schaduw werpt
op deze worsteling om het presidentschap, maar men
zou bij de Yankees eene ongewone mate van sentimen
taliteit veronderstellen, wanneor men wilde aannemen,
dat zij uit eerbied voor de persoonlijke smart van
den tegenwoordigen president hun bijzondere ou
politieke belangen uit bet oog zouden verliezen.
Omtfent de kansen der beide CAndidaten laat zich
nog niets voorspellen. Wel leverden enkele verkie
zingen in de staten een gunstig resultaut op voor
de democraten, doch hieruit reeds een gevolgtrekking
to willen maken is voorbarig, te meer wijl andere
feiten de schaal woder ten gunste der republikeinen
doen overslaan. Zoo hebben de Bidders van den
Arbeid den democraten hun steun ontzegd.
Een zeer onverwachte versterking heeft de candi-
datuur-Harrison nog ter elfder ure ontvangen door
eon niouwe verrassendo evolutie van Blaine. Men
herinnert zich onder welke buitengewone omstandig
heden de ex-staatssecretaris van buitenlandsche zaken
zyn ontslag nam en zioh tegenover zijn chef candidaat
steldo, door de republikeinen gewogen doch te licht
bevonden werd. Na zioh eenigen tijd rustig te heb
ben gebonden, is do heer Blaine thans opnieuw op
net staatkundig toonoel verschenen om krachtig
Harrison's caudidatuur te steunen, zooals hy zegt
uit trouw aan de republikeinsche beginselen. Voor
den togenwoordigen president zyn hierdoor plotseling
de kansen verbeterd, hoewel hot de vraag blyft, of
Blaine's partijgenooten bereid zijn diens nieuwe volte
faces mede te maken.
Gerust schijnen onderwyl geen der beido partyen
over den afloop der verkiezing op 8 No/erabor a. s.
Zoowel ouder Glevelands als ooder Harrison's aan
hangers openbaart zich een ouraiskenbare malaise.
Kenschetsend voor do geringe belangstelling in den
verkiezingsstrijd is het feit, dat zelfs de meest ver
woede speculanten, die anders weddenschappen om
duizenden dollars aangaan, zich tot dusverre van
deze sport onthouden, zeer weinig Anjerikaansch
laat zich alzoo tot heden de verkiezingscampagne
aanzien.
INGE ZOND E N.
Woensdag 9 November a.s. zal een ouzer oudste en
meest geachte Stadgeuooten een zeldzaam feest vie
ren. Op dien datum herdenkt Dr. A. Homeijn, den
«lag, waarop bij, ztsiig jaar geleden, zyn loopbaan
als geneesheer begon. Op zijn veelbewogen levens
reis is do Jubilaris op een hoogte aangekomen,
welke te beklimmen slechts aan weinigen gegeven
is. Daar blijven wij met hem onwillekeurig stilstaan
om onderzoekend op den afgelegden weg terug te
zieu. Zestig volle jaren doorgebracht te hebben in
den dienst der Armen en der lijdende menschheid,
eu dan nog zéo frisch en werkzaam vau geest te
zijn, dut alleen de ontzinkende physieke krachten
dwiugen het arbeidsveld aan jongere krachten over
te laten, welk een zeldzaam voorrecht
Adrianus Romeyn werd den 3 Juni 1812 te Ze
venhuizen geboreb. Na een zonnige jeugd, bezocht
hij reeds op 16 jarigen leeftijd de Cliuische school
te Rotterdam, alwaar vier jaar later de examens
voor inwendige praktijk en Chirurgie „cum laude"
door hem werden afgelegd. Den 9 November 1832
werd hij beroepen als geneesheer te Haastrecht, al
waar hij gedurende acht jaren, langs ongebaande
wegen een vermoeiende en moeilijke praktijk uit
oefende. Na den 20 Juni 1838 in het huwelijk te
zijn getreden, vestigde hy zich in Februari 1840 te
Gouda. Daar ontwaakt by onzen Jubilaris weer
nieuwe lust tot studie. Te midden van drukke be
zigheden, als medicus en als vader, vaak al schom
melend gezeten aan de kinderwieg, weet de ener
gieke man zich de Latijnsche en Griekscho taal eigen
te maken en den 8 December 1843 zieu wij hem te
Utrecht publiek en „summa cum laude" promovee-
ren op een proefschrift „de praecipuis gravidarum
morbis". Den 29 Augustus 1843 benoemd tot stads
chirurgijn, wordt hij den 9 Juni 1849 als stads-
dokter aangesteld, welke betrekking hij dezer dagen
slechts noode, om gezondheidsredenen, liet varen.
Men moet don in de praktijk vergrijsden man zelf
hooren spreken over zijne ervaring in alle richting,
aan bet ziekbed iu de woningen van ryk eu arm
opgedaan, over de oprechte, jalil te groote dank
baarheid, hem vaak betoond, maar ook over den
ondank en do miskenning, waaraan hy nu en dan
bloot stond. Hoevelen iu en om onze goede stad
zijn er door zijr.e vaardige hand niet in het leven
gohouden, hoevelen niet in het leed door hem ge
troost, genezen van folterend lyden. En hoeveel,
nu met hem vergrijsde moeders, hebben hem niet in
jongere dagen dankbaar de hand gedrukt, wanneer
hij troostend, bemoedigend en helpend hen in smar
telijke uren had bijgestaan.
Maar niet alleen als geneesheer heeft Dr. Romeijn
velen aan zich verplicht, ook iu tal van andere be
trekkingen besteedde hij zyn beste krachten in het
belang van de stad zyner inwoning. Sedert 1843
is hij lid van den kerkeraad der Remonstrantsche
gemeentevan 1846 tot aan de outbinding lid van
de Geneeskundige Commissie; vau 1848 tot op he
den lid van het Burgerlijk Armbestuur. In 1853
wordt hij lid van de Commissie van Administratie
over de Gevangeuis, later theraosier tot aan de op
heffing. lil 1855 helpt hij het Bestedelingen huis
oprichten, waarvan hij Regent wordt. In de eorste
jaren der Oprichting is hij bestuurder van het Nut
en Commissaris van de leesbibliotheek en tot 1857
lid van de Commissie vau Toezicht op het Lager
Onderwijs. Sedert de oprichting is hij Commissaris
van de Werkinrichting tot wering der Bedelarij, eu
sedert twaaf jaar Regent vau het Oudemannenhuis.
Wie mag dao mot Rechtmatiger trots tn met meer
zelfvoldoening terugzien op den afgelegden levensweg,
dan deze waardige grijsaard, nog iu het volle bezit
ztfner geestesgaven Maar wie f^nzer, die hem ken
nen, zal dan ook op den 9 November achterblijven
om den Jubilaris de hulde te brengen, die hem
zoo van rechtswege toekomt.
Dr. P. J. A. LEVEDAG.
LIJST /au brieven geadresseerd aan onbekenden
gedurende de lste helft der maand October 1892.
J. de Leeuw, te Dordrecht; J. Weiling, den Haag;
M. Batterman, Kampen J. Blom, Mioderberg J. L.
van Duureu, RotterdamP. Groenland, Rotterdam
J. Roelofs, F. Brandes, Brussel.
Van HAASTRECHT.
J. de Ridder, te Schiedam.
Van REEUWIJK.
F. v. d. Heiden, te Rozendaal.
De Directeur van het Postkantoor,
VORSTER.
Gouda, 29 Oct. 1892.
Voor de bewijzen "Van deelneming bij
bet overlijden van mijnen Echtgenoot breng
ik, ook namens mijne kinderen, mijnen harte-
ljjken dank.
A. M. MIGHAËL—
Silvester.
Gouda31 Oct. '92.
TE RU OR voor een klein gezin eene nette
a 1.25 per week, adres onder No. 2230 aan
het Bureau dezer Courant.
EEN FLINKE
van de Stoomtram-Maatschappij Gonda te Gouda.
Aanbiedingen aan den Heer G. J. C. ROG
GEVEEN Crabethstraat Gouda.
van
Alles eerste kwaliteit en nette bediening.
BIEFSTUK l.iO p. K.
RUNDERRIBen ROLLADE zonder been 90 et.
Met been 75 et.
ROASTBEEF 90 ct.
LAPPEN en GEHAK 80 ct.
KLAPSTUK met been 70 ct.
voor de ongelukkige slachtoffers der Zelf
bevlekking (Oname) en geheime uitspat
tingen is het beroemde werk
Hollandsche nitgave, met 27 aib. Prjs
2 gulden. Ieder, die aan de verschrik
kelijke gevolgen van deze ondeugd lijdt,
moet het lezen de opréchte leering, die
het geeft, redt jaarljjks duizend van een
zekeren dood. Te verkrijgen bj hetVer-
lags-Magazin te Leipzig, Neumarkt 34,
franco tegen inzending van het bedrag,
(ook in postzegels), en in eiken boek
handel in Holland.