Buttenlandsch Overzicht.
Tan cholerakiemen do,or sigaren en tabak, wordt aan
de Vereeniging van sigarenfabrikanten, opgorioht in
1890 te -Hamburg, het volgende medegedeeld.
1. De kommabacillen der cholera aiiatica sterven
bij bet indrogen van droge tabaksbladeron nog snel
ler dan bij het indrogen op glas en zijn in zulk een
toestand gemiddeld binnen oen uur uitgestorven.
2. Op vochtige tabaksbladeren vermeorderen de
kommabacillen zich niet en gaan na verloop van
korten tijd verloren.
3. Op en in óe gedurendo het heerschen der
epidemie als proeven gebruikte sigaren zijn geen
korcmabacillen aanwezig.
4. Bij het gistings; en drogingsproces, hetwelk
de sigaren ondergaan moeten, voor zij gereed zijn
om verzonden te worden, gaan de cholerabacilleu
zelfs al worden zy op stukjes linnen in de sigaren
by het verkoopen mede verpakt, na korten tijd ver
loren.
5. De tabaksrook belemmert aan de cholara-
bacillen de verdere ontwikkeling en werkt er snel
doodelijk op. Eeue overbrenging van de cholera
door sigaren en tabak, nog bij geen enkele epidemie
geconstateerd, 3chijnt volgens hot bovenstaande ge
heel onwaarschijnlijk.
In de dezer dagen gehouden Vergadering van den
Protestantenbond trad o. a. de heer J. Bruinwohl Rie
del op om als lid der „commissie voor maatschap
pelijke belangen" een en ander mede te deelen ovor
de werkzaamheid der commissie.
Zij is, zegt hij de Benjamin van den Bond, maar
niet een zoor geliefde, eeu stiefkind bijna. Het is
haast het best naar het vaderschap maar geen on
derzoek te doen. In 1887 werd te Utrecht do ge
boorte aangekondigd, het volgende jaar te Veendam
bleek het kind werkelijk te leven, in 1890 werd het
bestaan wettelijk erkend te Bolsward en de commissie
gemachtigd, om zelfstandig op te treden, om adviezen
te geveneene som zelfs werd ter harer beschikking
gesteld, waarmee zij hulp kon verleenen in afdeelin-
gen, welke op dit gebied wenschen werkzaam te zijn.
Zy gaf adviezen in zake overmatigen arbeid en
werkstaking. Haar getuigenis echter vond nog weinig
sympathie. Niet wat zij zeide werd weerlegd, maar
dat zij sprak werd euvel opgenomen. Toch voelt zij
dat zij tot daden geroepen is, dat zij den mannelij-
ken leeftijd is ingetreden. Zij moet getuigen tegen
hen die het zwakke onderdrukken, tegen het wonen
in ongezonde woningen, tegen zooveel dat de maat
schappij ontsiert, en voor het in toepassing brengen
van het christelijk beginsel heb God lief bovenal
en den naaste als u zeiven, zij moet licht verspreiden,
zij moet redden. Zij zegt met Bunyan „de ziel van
den godsdienst is practijk." Wij moeten zelve de
hand aan den ploeg slaan. I)e Roomschen hebben
hun gezellen-vereenigingen, de orthodoxen hun Dor-
cassen, wij moeten meedoen. De armverzorging, het
Toynbeewerk, zooveel wacht op ons. Is het beden
kelijk dat de Bond dien weg opgaat? Ganschelijk
niet, als het maar in den goeden geest geschiedt.
De commissio moet helpen, steunen, licht verzamelen
en verspreiden. Er moet een centraalbureau voor
inlichting zijq. Tot heden zijn wij niet voldaan, de
toewijding ontbreekt. Amsterdam en Haarlem zijn
op den goeden weg. Rotterdam, dat zelfstandig han
delt, evenzoo. Te Franeker gaat men voor goede
woningen zorgen te Meppel is eon volkszaal opge
richt, Leiden staat bovenaan met de zorg voor fabrieks
meisjes voor godsdienstonderwijs mot don bezielendo
arbeid van mejuffrouw Knappert. Mot miss Browning
moeten wy de aarde tot standpunt hobben om de
zielen omhoog te hebben. Aan den arbeid dan met
toewijdende liefde,
Voorts trad mejuffrouw Knappert op, hot levende
toonbeeld van dien „arbeid met toewijdende liefde".
Het publiek juichte haar toe. Zij trad op waardig
en kalm. Zy sprak mot innige overtuiging, het hart
trilde in haar stem, zy trof door hetgeen zy zeide.
Zij zou spreken over „de werkzaamheid van de
vrouw in don Nedorlandechon Protestantenbond" en
zij verhaalde, wat zij bij velen bekend achtte, maar
hier wel mocht gehoord worden, dat or door de
vrouw sinds 25 jaren godsdienstonderwijs gegeven
wordt aan kinderen en jongelieden, dot ruim 6B0
dames hiermede bezig ziju in 72 plaatsoti en 25,000
kinderen onderwezen worden, dat in 25 plaatsen
huisbezoek gedaan wordt, bibliotheken opgericht wor
den, liedereu verspreid en gezongen en dat er voor
de dames zelve, uitstekende gelegenheid is om onder
richt te ontvangen, waarbij te Leiden voorol dr. Hagen
zich zeer verdienstelijk maakt, terwijl dnnr zes gods-
dienstonderwijzeressen werkzaam zijn.
Meesleepend vooral was zy, toen zij vol bezieling
sprak over wat de vrouw doet bij de fabrieksmeisjes,
het moeilijke maar ook het zegenrijke van dien arbeid
schetste. Treffend het voorbeeld van zoo'n meisje,
dat haar drink dat zijn haar koffieccnten
spaarde, om een liederenbundel te koopeu. Naar
de Friesche voenderijen richtto zij den blik, op het
platteland vestigde tij het oog. Er zijn denkende
vrouwen die gereed staan, als de Bond maar steunt.
Heerlijk is haar taak, haar moed. Het zwaartepunt
is verplaatst, in plaats van de leer der holsche straf
fen is de leer der christelijke liefde gekomen. Wy
moeten het wagen mot het volk, de echto beginselen
der liefde door Jezus gepredikt vermogen daar voel.
Negeer maar wat ons scheidt en het waarachtig vrome
komt boven bij Protestant en Roomsche.
Met hoeveel warmte schetste zy den arbeid der
wijkzusters, voor zoovelen een vraagbaak, der ver
pleegsters van kranken voor hen lichamelijk en
geestelijk ten zegen, door liefderijke verpleging, door
troostwoord en verkwikkende voorlezing.
Gewis ieder die haar hoorde moet hebben gevoeld
eu gedacht Vrouwen als gij ziju goede engelen in
de zoo kranke maatschappij, haar werk moet gezocht
en gesteund worden, want er rust groote zegeu op.
Velen schijnt het onbekend te zijn, dat het aan
hechten van posttegels op aangeteokende brieven
dikwerf met oordeol geschiedtwanneer men name
lijk eenige postzegels aaneengesloten op het couvert
plakt, ontstaat hierdoor de gelegenheid om behendig
eece opening in den briefomslag te maken en papier
van waarde te ontvreemden, zonder dat het tijdig
outdekt wordt. Daarom moet men tusschen de post
zegels onderling eene open ruimte, minstens ter halve
breedte daarvan laten. Dit is noodig gebleken, en
de post-administratie verlangt het terecht.
Uit Menado wordt aan het Handelsbl. gemeld
„Volgens nadere berichten van Sangir hebben de
weldadige regens veel goed gedaan, en is de bevol
king bezig, zich met alle krachten aan het planten
van voedingsgewassen te wijden, voornamelijk van
pisang, aardvruchten en miloe (maïs). Op sommige
plaatsen bostnat echter groot gebrek aan goede bouw
gronden, daar die nog met asch en lava zijn bedekt,
en voor ontginning ongeschikt zijn.
rtDoor het Sangir-comité moet daarom nog voort
gegaan worden met hot verstrekken van rijst, dfór
waar gobrok heerscht, totdat de menschen in hun
eigen onderhoud kunnen voorzien.
„De president er. de secretaris van hot comité,de
heeren mr. W. L. Borel eu D. H. de Vries, hebben
oulangs de verschilloude plaatsen op 3angir bezocht.
Van tal van plaatsen in Indië zijn reeds ruime bij
dragen ingt komen, doch met het oog op de vole en
groote behoeften is nu de hoop gevestigd op de
bijdragon uit het moederland, om met het goede werk
te kunnen doorgaan. Verder is er nog groot gebrek
aan bouwmaterialen, zooals bamboe, atap enz., daar
de voorraad daarvan grootendeels verwoest is, zoodat
alles uit do Minahassa aangevoord rnoet worden. Ook
worden patjols en andere landbouwgereedschappen
aan de bevolking, waar zij die verloren heeft, ver
strekt, benevens zanipadi en zaai miloe om hare tuinen
zoo spoedig mogelijk in orde te doen brengen. Zieken
en gewonden worden met. hot noodige bijgestaau,
terwijl daar, waar do nood groot is, ook het hoogit
noodige huisraad, kleodereu enz. verstrekt worden.
Hoofdgedolegeerde van hét comité op Sangir is
de controleur der afdeeling, dio daarbij wordt ter
zijde gestaanTe Taboekan, door den aspirant
controleur en den zendeling, te Ngalipain door den
aspirant-controleur, te Taroena door den agent der
Moluksche Handelsvennootschap.
„Onder hunne leiding en toezicht ziju in de belang
rijkste kampongs der geteisterdo strekel* uitdeelings-
commissies werkzaam, uit de voornaamste inlandsche
bevolking samengesteld. Hierbij is zorg gedragen
do verschillende elementen daariu te vertegenwoor
digen zij bestaan gewoonlijk uit het inlandsch hoofd
der negorij, den gouvernements- of genootschaps-
onderwijzer en eenige oudsten dor christengemeente
(penatoowa's of ouderlingen).
„De copra-aanmaak is nog onbeteekeneiul en het
kan nog geruimen tijd duren, vóór de klapporboornen
zich van do ondervonden schade hebben hersteld.*
Op het oogenblik is er in Amerika oen wedstrijd
ontstaan om in bet bezit te komen van zekere exem
plaren van den gedenkpenning van de wereldten
toonstelling te Chicago. De waarde dezer penniugen
is eeu halve dollar. Op don oorsten en laatstw
der penningen werd hoog gebodon, meer dan 1000
dollars. De penningmeester der tentoonstelling wi»
echter slim genoeg geen enkel bod aan te nemen
en thans ziet bij zich schitterend beloond voor zyc
smartness. De Kensington typewriter Company heeft,
natuurlijk uit reclame, eene som van 10,000 dollars
geboden voor den eersten gedonkpenniag. Ook,ni
heeft de teutoonstellingdiroctie geen ja gezegd. Mei
wil den eersten penning, als hij geslagen is, in liet
openbaar verkoopen. Daar zeer vele zaken veel^voor
reclame over hebben, is het zoor goed mogelylt dit
de eerste gedenkpinning 20 a 30,000 dollars opbrengt.
Men zegt, dat 5 raillioen dezer penningen zullen
worden geslagen en voor den prijs van 1 dollar per
stuk in omloop zullen worden gebracht. De eerste
penningen zullen in December worden verkocht.
In den Verzekeringsbode van 29 Oct. wordt de
aandacht gevestigd op den ongelijken druk, dien
spoedde zij zich naar het kantoor, want daar wis
nog veel te doen voor de aankomst van de middag
post. Druk in do weer met haar werkzaamheden,
en luisterend naar juffrouw Gedge's omstandig reins
van wat er voorgevallen was gedurende haar afwe
zigheid, vond zij geen tijd om, voor (Jat <1® diligence
aankwam, haar moedor deelgecoote te maken van
hare bekommernissen.v Het was verwonderlijk zoo
veel als er viel aan te hooren, en Amanda luisterue
met do grootste belangstelling naar elk woord, aaliy
Goodrich was er geweest om twee postzegels, en
stuiver was weggerold in die spleet bij de kacae
maar zij juffrouw Gedge had gezegd w
komt er Diets op aan, Sally, „je zult ze toch he cd»
want het regende, zooals Amanda wist, en zij 011
toch Sally Goodrich op haar leeftijd - zij wasaan-
en-vijftig niet weerom laten gaan in den rege
en dat enkel om vier oenten. Buitendien, de stui
ver lag toeh in werkelijkheid in het postkantoor, e
als ooit de vloer opgenomen werd dan zou men
geldstuk vinden. i
Aangezien Juffrouw Gedge een heel uur lang
moeten zwijgen, praatto zij nu aldoor in een aan o
denden, opgewekten stroom van woorden, 8lo.cl1
en dar. afgebroken door Amanda's kleine ui roepa
van verbazing en belangstelling.
Hordt vervol yd.)
en verlegen, doch trotsch haar gestalte oprichtende
en geheel onbewust van de wijze waarop haar haren
slap hingen van den regeD, en in haar oogen gewaaid
waren, „John, deze brief was over het hoofd gezien.
Je kunt dien aan mijnheer Hamilton geven."
John nam den briet nieuwsgierig aan.
„Wel zoo! Wanneer is die gekomen?" Hij zweeg
om den brief nauwkeurig te onderzoeken. „Ja, het
postmerk is uit Washington. Wel juffrouw Gedge,
dit is de brief waar hij al twee dageu geleden naar
uitgezien heeft. Zij bebbon hem moeten telegra-
pheeren om over te komen. lieorewat ging hij
aanzoo sprak hij, en voegde er bij
„Verplicht voor uw brengen, juffrouw."
Amanda gaf geen antwoord; zy cam haar rokken
weer op onder haar regenmantel, en schudde haar
parapluio open.
„U had u zelve deze moeite kunnen besparen,"
betuigde Johu beleefdelijk, „hij is nu in Washington
ontbodendus de brief is eigenlijk niet meer noodig,
zou men kunnen zeggen."
Amanda knikte, en klodderde weer door den rijweg,
haar lange gestalte worstelend tegen den wind in,
die den regenmantel om haar enkels deed fladderen
en ter zijde tegen haar parapluie aansloeg; de blauwe
barège voile hing nat en rechtstandig over éénen
schouder.
Een onhe'lspellend voorgevoel deed haar huiveren.
„En mijnheer Hamilton, was die in Washington?
Onderstel dat hij eens aanmerking maakteonderstel
dat dit het Gouvernement ter ooren kwam Niet
dat zij zich niet gemakkelijk vrij konden pleiten,
dank zij haar int'eme betrekking met het Gouverne
ment, maar toch het was niet pleizierig te moe
ten denken, dat mijnheer Hamilton op onvriendelijke
wijze over haar moeder tot den President zou kunnen
spreken. Zij wenschte, dat de President eens te we
ten mocht komen hoezeer zij beiden hem vereerden.
Zij had nooit haar vader en Willie Boyce aan haar
land benijdzij hoopte slechts, dat, ah mijnhoer
Hamilton mocht klagen, de President dit alles toch
goed begrijpen zou maar dat kon hij natuurlijk niet.
Waarschijnlijk zou mijnheer Hamilton er niet aan
denken, deze verzachtende omstandigheden aan te
voeren, zelfs al kende hij ze, en Amanda wilde
rechtvaardig wezen in haar oordeel, ook waar het
den heer Hamilton betrof het was duidelijk merk
baar, dat hij er niets van wist, daar hij zoo onrede
lijk was en zoo vitterig, wat hij niet wezen zou als
hij de zaak begreep."
Amanda voelde, dat het baar christelijke plicht
was, zich liefderijk te betoonen jegens mijnheer Ha
milton.
De wind keerde plotseling haar parapluie om, en
haar gezicht werd nat van den regentoen voelde
zij iets warms langs haar wangen vloeien.
Zij had niet geweten, dat zij schreide.
- -
III.
Zoodra Amanda droge kleedeven aangetrokken had,
bedrijfs- en beroepsbelasting zal uitoefenen op de
binnenlandscho en op de vreemde verzekeringsmaat
schappijen, hier te lande werkende
Voor de bir.nenlandsche maatschappijen tooit wordt
de belasting, evenals tot dusver in het patentrecht,
naar hot bedrag der uPdeelingen geheven, ra. a. w.
als er geen winst wordt behaald (na aftrek der
kapitnalsrente, zal geen bedrijfsbelasting verschuldigd
^Voor do buitenlandsche rauatsohappijen echter
wordt aangenomen üai er 10 pCt. winst wordt he-
eyferd, ongeacht onkoston en schaden das ook dan
wanneer over het botrokken tijdvak met verlies is
gewerkt.
In de Memorie van toelichting, zegt de Verzeke
ringsbode, is voor dit groot verschil in heffing geen
verklaring te vinden het blad hoopt daarom dat,
hy dé behandeling van het wetsontworp in de Tweede
Kamer, do noodige inlichtingen ter zake alsnog wor
den verstrokt.
Het zal me, zoo zegt de heer Sprenger van Eijk
in zijn weekblad Nederlandin 1893 een leventje
zijn in Rotterdam
Drie nieuwe belastingen in één jaar ingevoerd.
Gemeentelijke inkomstenbelasting
Vermogensbelasting
Bedrijfs- on berocpsbelasting
Mfnigeen zal haast geen tijd hebben voor al de
bemoeiingen en aanrakingeu met de in belasting
aanslaande autoriteiten.
Als een tweede Figaro zal hy zich boklagen overal
te gelijk geroepen te worden, niet om te schoren,
maar om geschoren te worden, en om voor het scheren
te worden uitgehoord en uitgeschud als een zak vol
nuttige renseignemunten.
Controleurs, inspecteurs, collegiën van zetters,
comraissién van aanslag, twee soorten van radon van
beroep, boven eu behalve de gemeentelijke autori
teiten, en misschien de strafrechter naast den bur-
gorlijken rechter
Al die autoriteiten, collegiën, commissiën, raden
enz. zullen hem vervolgen met hunne nasporingeu
en ondorzoekingon.
Do Roitordamsche beschreven vaderen wisten het
kunstwerk te volbrengen te gelijk te vroeg en te
laat te komen.
Te laat, omdat zij met eene inkomstenbelasting
komen, juist nu het beste motief, nl. onthouding
van den 8taat. komt to vervallen.
Te vroig, omdat men door invoering in 1893 zich
eindelooze, verschrikkelijke moeilijkheden op den
hals haalt, waaraan men een jaar later kan ontkomen
met behulp van do intusschen ingevoorde bedrijfs—
en beroepsbelasting.
Want in 1894 kqta men door den burgemeester,
veel weten wat men in 1^93 niet weet en niet weten
kan.
In 1893 gaat men werken in volslagen duisternis,
tasten in den blinde, met de kans één jaar later
zelf aan 't licht te brengen hoe dwazo stukjes men
uithaalde in onwetendheid.
Hebben do vurige yveraars voor de stedelijke
inkomstenbelasting er voor de eindstemming er niet
eens even aan godacht hoeveel leed, moeite, zorg
en belachelijkheid kan worden bespaard door één
jaar te wachten
Hebben zij er niet aan gedacht het zou ver-
makolijk zijn, maar treurig voor de slachtoffers
Bezoekers van Londen zullen binnenkort weer een
groote nieuwigheid kunnen zienelectrische omni
bussen. De Electrical Power Storage Company de
eerste „bus" zonder paarden zullen binnen 14 dagen
rijden.
Reeds gedurende drio of vier jaren heeft er in
het West-End van Londen een goederenkar geloopen,
welke door electrioiteit, verzameld in accumulatoren,
bewogen werd. Op dezelfde wijze nu zal de beweeg
kracht in de nieuwe omnibussen worden verschaft.
Onder en vóór in de omnibus worden drie stellen
aceumlatoren geschoven dio beweegkracht leveren
voor meer dan 14 Eng. mijlen, zijnde oen afstand
als b.v. van Hammersmith naar Liverpool-street, d. i.
nagenoeg van het eene eind van Londen naar het
andere. Bij aankomst aan een der eindstations heeft
men slechts de accumulatoren te verwisselen, hetgeen
het werk is van twee of drie minuten.
De omnibussen zullon hetzelfde aantal plaatsen
hebben als de gewone, maar elke plaats zal ruimer
zijn, daar de wagens breeder wordon. Do olectri-
teit zal ook worden gebezigd ter verlichting.
Men heeft uitgerekend dat men, wanneer men de
gebruikelijke vrachtprijzen handhaaft, de kosten vooi
de maatschappij nog 200 p. st. per jaar minder
zullen zijn dan zulks met de gewone bussen het
geval is. Een bezwaar zal misschion daarin bestaan,
dat mon, bij mistig weer, wanneor het asphalt en
het hout glibberig zijn, wellicht niet goed zal kunnen
„aanzetten", maar dit zou in allen geval te verhel
pen zijq wanneer melt, zooals in de ongeasphalteerde
straten van Glasgow geschiedt, caoutchoucbjraden
om de wielen legde. Bovendien veroorzaken de
gladde straten altijd het verlies van vele paarden.
Nog één voordeel zou de nieuwe uitvinding ople
veren de breedere wielen en het outbroken van
8ta»npeude paardenhoeveu zouden de bestrating veel
langer in goeden toestand do^n blijven.
En wat de koetsiers en conducteurs betreft, voor
hun zal eene hervorming in dezen geest geen nadeel
opleveren, daar zij natuurlijk ook dan noodig blijven.
Ook ten aanzien van deu slinger blijkt het dat er
„geen nieuws onder de zon" is, zegt de Horlogemaker.
Tot heden toch nam men algemeen aan, dat Galileï
de uitvinder van den slinger was, althans om die te
bezigeu tot meting van den tijd, doch wij vonden
dezer dagen- ergens vermeld „dat do Arabieren, ten
tijde' dat Jon. Junis to Kaïro zijne waarnemingen
deed, omstreeks het jaar 1000 onzer jaartelling gewoon
waren de schommelingen van den slinger, bij hunne
sterrenkundige waarnemingen, als maat voor den tijd
te bezigen.
Dat men 12 jaren vóór de goboorte van Galilei
reeds aon een Zwitser, genaamd Justus Byrgo het
gebruik van den slinger, tot afmeting van den tijd
meende te mogen toekennen, is van meerdere bekend
heid, doch de juistheid van het bericht werd door
prof. Petit in twijfel getrokken, omdat „Justus Byrge
niets hoeft in het licht gegoven, dat daarvan tot be
wijs strekt; en zoo 't al waar mocht zijn, dat hij
werkelijk het gebruik van eon zoo onschatbaar werk
tuig heeft gekend, dan mag men nog vragen op
welken grond de nakomelingschap hem erkentenis
zou schuldig zijn voor eene ontdekking, waarvan hij
hot geheim fn zijn graf heeft meegenomen
Dit zien wij niet in. Was het geheim werkelijk
in het graf medegenomen, dan mag men op zijn best
vragen Hoo kon men er dan melding van maken
Hat schijnt bij uitvindingen echter regel, dat men
er van den een koriuis van wil nemen en van den
ander niet, of, dat men in een latere eeuw eeuo ont
dekking belangrijk genoeg vindt, om er de aandacht
aan te wijden, doch er te voren geen waarde aan
hechtte.
Ook om uitvindingen tot baar recht te laten ko
men, leort de ervaring, dat er, wat men noemt „krui
wagens" voor noodig zijn.
Te Laeken zag in den nacht van Vrijdag 11. een
politie-agent iemand over een muur klimmen en
volgde hem. De ander, dit bemerkende, koos den-
zelfden weg terug, steeds door den agent nagezet.
Ongelukkig bleef deze, naar boneden springende,
met zijn broek aan een ijzeren punt haken, zoodat
hij tot groot vermaak des inbrekers tusschen hemel
6D aarde bleef zweven. Toen anderen hem verlosten,
was de dief ver te zoeken.
Omtrent deu echrikkelijkeu brand te Milwaukee
wordt nog gemeld, dat daarbij twee brandweerman
nen en twee vrouwen (ééne, naar men zegt, van
schrik) zijn omgekomen. Verscheidone personen
werden gok wets t.
Donderdagavond is bij de landtong van Penmarcho
in Fiuisterre de „Louvre" vergaan, varende tusschen
Parijs en Bayonne van de opvarenden zijn zeventien
verdronken.
Een dame, te Amsterdam overleden, heeft aan de
dierenbe8ohermvereenigiog aldaar 12,000 nagelaten,
Wat moet zulk een vrouw geleefd hebben buiten
de wereld, waarin zij geplaatst was, om in onzen
t^jd 12.000 voor zulk een doel to bestemmen.
(H.-Ct.)
Zaterdagavond gaf de heer Heemskerk uit den Haag
in de benedenzaal van het hótel de Doelen te Zwolle
een schaakséauce en speelde hij 20 partijen tegelijk.
De séance duurde van 77a tot 1 ll/3 uur achter
elkandorj van de 20 partijen vorloor de heer H. er
drio en wel aan de heeren van Eelden, president van
de Zwolsche schaakclub, D. v. Heemskeak Van Beest
secretaris van de Zwolsche schaakclub, en B. (Roijer,
terwijl 17 partijen door hem werden gewonneu.
Gisterenmiddag speelde de heer H. in den blinde
tegen 6 partijen gelijk, waarvan 3 door hem werden
gewonnen en 3 verloren.
Te Alfen hoeft eene kraamvrouw, in een onbe
waakt oogenblik, haar dochtertje van 20 dagen door
/erworging van het leven beroofd. Het lijkje is naar
Leiden vervoerd om aldaar te worden geschouwd.
Te Avigncn is een zeventig-jarig bedelaar, „Mar-
celin" genaamd, in zijne woning dood gevonden.
Hij had effecten bij zich tot een bedrag van ettelijke
honderd duizend fres. Do overledene heeft een ve»--
mogenden broeder in het buitenland Onder zijne
papieren vond men deu wensch opgeteekend, dat de
nalatenschap voor de helft aau de stad, voor de
helft aan het bureau van weldadigheid zou komen.
Een jaar geleden is zijne zuster als eene arme in
het hospitaal gestorven.
I)e Duiische keizer heeft het Lutherfeest to Wit
tenberg bijgewoond ter gelegenheid van de voltooiing
der gerestaureerde slotkerk.
Bij den maaltijd in het Lutherhuis nam keizer
Wilhelm het woord. „Ik hef," zoo zeide hij, „den
bokaal op, dien de Wittenberger hervormer Luther
in 1525 bij zijn huwelijk hierheen heeft gebracht."
Daarna gaf de keiler een overzicht van wat Wilhelm
I en keizer Frederik deden om de slotkerk te Wit
tenberg te herstellen, en ging toen aldus voort
„De hernieuwde slotkerk is ons een sprekend getui
genis van Gods zegen door de Hervormde kerk ver-
sprijd. Het is onze taak dien zegen niet verloren
te doen gaan. Wij hebben heden de belijdenis van
ons ge.oof opnieuw afgelegd. Vergeten wij niet,
dat deze belijdenis ons heden mot de gansche Chris-
tenheid verbindt. Daarin ligt de vredesband, welke
tot over het graf reikt.
„In geloofszaken kan geen dwang bestaan; wy
Hervormden bestrijden niemand om zijn geloof, maar
toch willen wij tot in den dood vasthouden aan do
bekentenis van ons geloof. De geest dezer feest-
vergadering versterkt mij daarin."
De keizer eindigde als volgt; „Deze bokaal,
welke eens door Luther's lippen is aangeroerd, dient
thans om het welzijn mijner doorluchtige gasten te
drinken. De hervormde Duitscho vorsten en de regee-
ringen der Duitsche vrije steden, zij leven
De keizer woonde des namiddags in de ryschool
der cavaleriekazerne de opvoering bij van het op het
feest betrekking hebbende „Festspiel" door Herrigeu
vervaardigd.
Des avonds te half zeven keerde de keizer naar
Potsdam terug.
De souvereine vorst van den Congostaat heeft een
besluit genomen, waarbij voor den particulieren handel
zeer vrijzinnige bepalingen worden vastgesteld met
betrekking tot de exploitatie en den oogst van
caoutchouc (gom-elastiek), langs de Cor.go-rivier
en de voornaamste bijrivieren.
De streek van Kassaii, bekend wegens den over
vloed van kostbare slingerplanten, is begrepen iu het
uitgestrekte gebied, dat door dit besluit voor de
particuliere ontginning wordt opengesteld. Aan den
Congostaat zal daarvoor 4 pCt. van do waarde der
producten inoetön afgestaan worden. Dezo maatregel
maakt een einde aan het geschil, dat tusschen den
Congostaat en de Opper-Congocompagnie bestond.
De afgevaardigden Clémenceau, Pelletan en Mille-
rand hebben opuieuw eene bijeenkomst met den mi
nister van openbare werken gehad ter zake van do
werkstaking te Carmaux. De minister moet hun de
verzokeriug hebben gegeveu, dat er na de hervatting
van den arbeid gratie aan de veroordeelden zal wor
den gegeven, met uitzondering van drie hunner, die
reeds vroeger waren veroordeeld wegens misdaden
van bet gemeene recht en dus tot recidive vervallen
waren. De drie afgevaardigden hebben zich daarop
weder naar Carmaux begeven, waar zij met gejuich
door do worklieden ingehaald ziju en eene vergade
ring gehouden is, waarin uruk geredevoerd werd.
De telegraaf meldt nu, dat het werkstakingscomité
besloten zou hebben den arbeid te hervatten. Indien
zich dit bevestigt, dan zal het wel toegeschreven
moeien worden aan de tusschenkomst van de drie
afgevaardigden, wien het duidelijk moet gewordeu
zijn, dat het daartoe toch moet komen en aan wie
de minister de toezegging betreffende de gratie
heeft gegeven.
Zooals gewoonlijk, wordt hei bericht van 's Pausen
ziekte alweer tegengesproken door het officieele orgaan
van het Yaticaan, de „Ossorvatore Romano", dat
mededeelt dat de Paus Vrijdagavond nog don Spaan-
scheu gezant bij het Grieksche hof by zich ontvangen
heeft.
Dat Leo XIII volkomen wel is, zou men trouwens
kunnen opmaken uit de actievo wijze waarop tegen
woordig de propaganda voor de katholieke kerk wordt
voortgezet; uit de besluiten van het katholieker,-
conijres te Sevilla, waarbij o. a. overeengekomen werd,
alle dagbladen die den katholieken godsdienst aan
vallen, te vervolgen, en oen zegelbelasting van 5
cent te heffen van alle quitanties van kerkelijke ver-
eenigingen ten bate van den Pau9, en uit de by'zon-
dere onderscheiding die de Paus, aan den Spaaaschen
minister-president verleend heeft voor do ontbinding
van het vrijdenkerscongres.
In de staatkunde zyu het allereerst Rusland en
Frankrijk, waar de paus invloed tracht te oefenen.
Dat do Roomsche geestelykheid ook met het Duitsche
centrum onderhandelingen zou voeren ten opzichte