ING IBES 1802. N° 4983. BINNENLAND. UIT HST LEUS». SCH. .oegen”. - atelling. Donderdag 3 November. Nieuws- en FEUILLETON. Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 4 2RVEBU dijk, enendaal. iraöïï tterdam. er 1892. HELK- ileiding rig aan- daar in 1 dagen rgenen, aan de I kz. A No. 73. \alf 8 uw. zen. Lsscherjj n Koning De inzending van advertentiën kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave. Afzonderlijke Nommer» VIJF CENTEN. {Uit het Franwh.) III. De prflB per drie maanden ie 1.25, franco per post f 1.70. kwartiermeester C. W. F. Doorman, die naar Delft is overgeplaatst. gev. voor ieder. Uitspraak Dinsdag e.k. eken in eene nette No. 2230 aan goudsche courant. de 2e Luitenant-k war tier meester A. F. J. Dijkgraaf, Met 1 November zyn alhier in garnizoen geko men de 2e Luitenant der infanterie H. Dijkstra en der bljjven en heid bewerkt, n afgeleverd <ien brief aan, en scheen Hamilton vreeselijk boos schopte van woede. te per 5 ons. >n :s per 5 ons. ARKLEUR- in 't gebruik, 85 en 150 ar alleen bjj kTS. De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Bovendien worden alle Advertentiën gratie opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD ’twelk des Maandags verschgnt. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTERS worden berekend naar plaatsruimte. De heer J. van der Putte alhier deed gisteren met goeden uitslag te Amsterdam het examen vrije en orde-oefeningen gymnastiek. n verven van tukkenook dpnen, Tafel- men geperst. Tnlles, Kan- Movrouw vou Oston-Saokeu, wier optreden hier ter stede wij reeds eankondigden, zal Donderdag 17 November e. k. aan baar voornemen gevolg geven en wel in de zaal „Nut en Vermaak." foneelisten tSPKLS. n, Het Prov. Comité voor Zuid-Holland van de vor- eeniging Trouw aan Koning en Vaderland, tot het vormen van een ondersteuningsfonds voor behoeftigen, gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis of Citadel-medaille, heeft aan alle burgemeesters in dit gewest een rondschrijven gericht van den volgenden inhoud: Bij verschillende gelegenheden deden wij een be roep op uwe medewerking. Met oprechte erkente lijkheid getuigen wij, dat wij dit tot dusver niet vergeeft deden. Wij verklaren gaarne dat zonder de niet genoeg te roemen medewerking der burgemees ters, het ons niet mogelijk geweest zou 2“ GOUDA, 2 November 1892. In de gisteren gehouden vergadering der Prov. Staten van Zuid-Holland stelde de Voorzitter voor het voorstel omtrent de schadeloosstelling aan Gouda voor verlies wegens de vaartverbetering tusschen Amsterdam en Rotterdam, in de eerstvolgende ver gadering, d. i. Dinsdag 15 November, tot behande ling over te gaan. De heer Boonzajer stelde voor het rapport der commissie on Ged. Staten, in de afdeelingen te doen onderzoeken met het oog op nieuwe gezichtspunten, in bet rapport van Ged. Staten geopend. Dit voorstel werd bestreden door den heer Buys, rapporteur der commissie, op grond dat de voorge stelde wijze van behandeling abnormaal zou zyn, de zaak voldoende geïnstrueerd en ten volle toegelicht is en almede dat de leden der commissie over alle afdeelingen verdeeld zijn, waardoor zy eventueele be denkingen niet konden beantwoorden. ten uadeele van J. Groenetfiaal. Blech 2 dagen Hierop verklaarde de heer Boonzajer zijn voorstel tot verzending van de zaak naar de afdeelingen in te trekken, onder opmerking, dat er antecedenten bestaan van een renvooi en rapporten eener commis sie naar de afdeelingen, door hoedanige huiselijke bespreking bij de behandeling der aangelegenheid in openbare vergadering niet anders dan winnen kon. De vergadering is verdaagd tot Dinsdag 15 No vember ’s vm. 11 uur. Alsdan zijn aan de orde alle stukken, niet aan de commissiën verzonden de inmiddels ingekomen rap porten van commissiën in de zaak betreffende de schadeloosstelling aan Gouda. In de zitting der Rotterdamsche Arr. Rechtbank van gisteren werd veroordeeld C. S., baas op een baggermolen te Moordrecht, wegens mishandeling, tot 8 dagen gev. Voorts stonden terecht de 49jarige pijpenmaker Th. J. D.» en W. K., oud 45 jaar, sjouwer, beiden uit Gouda, die op 18 Aug. twee kuikens wegnamen De keuken was donker geworden door den regen en de vroegtijdig invallende duisternis, en daar was iets kils in de atmosfeer gekomen ondanks de bran dende kachel. Misschien was het slechts een onbe stemde vrees, die Amanda Gedgo bekroop on haar deed rillenhoe het zij, zy hield op met praten, om nog wat meer hout in de kachel te werpen, zeggende dat zij het koud vond. „Kijk eens hier, Mandy, ik zal je zeggen wat het best zou wezen om ie doen, beter dan te schrijven,” meende juffrouw Gedge. „Stuur oen present.” „Aan mijnheer Hunter vroeg Amanda. De beer Hunter was de persoon die de dienstbrie ven uit Washington onderteekonde, en aan wien zy hunne driemaandelijksche afrekeningen ter hand stel den. „Ik bedoelde aan den President,” zeide juffrouw Gedge, in twijfel gebracht„maar ik weet niet of het misschien niet beter zou zijn aan mijnheer Hun ter. Wanneer alsdan mynheer Hamilton aanmerking wilde maken, dan zou mijnheer Hunter weten, dat wij er niets kwaads mede in den zin hadden gehad.” „O moeder, ik weet niet,” antwoordde Amanda. „Misschien was het nog beter als wij niets deden. Hei kan zijn, dat hij niet klaagt.” Doch juffrouw Gedge was niet van haar meening af te brengen. „Neen, een present is een bewys van vriendschap, en naar alle waarschijnlijkheid is hij iemand die veel om handen heeft, want hij is werk zaam op een groot postkantoor. Krijgt hij derhalve de<Jen bet belaog der oud-«trijder» Tan De tot nu toe ondervonden bereidwilligheid doet I ons vrijmoedig u wederom verzoeken, door uwe tue- sohenkomst, eene algemeene collecte te houden in uwe gemeente. (1) Op het daartoe tot H. M. de Koniugin-Regentes gericht verzoek om die algemeene collecte te mogen houden, werd eenen gunstige be schikking ontvangen. Beleefd verzoeken wij u, de opbrengst der collecte te willen overmaken aan deu laatst ondergeteekeude. Daar wij intusschen niet gaarne nnbesoheiden wil- len zijn, door voortdurend aan de burgemeesters (die toch al door zoovelen worden lastig gevallen), ver zoeken te richten, om aan onze zaak telkens nieuwe diensten te bewijzen, zouden wij wenschee dit te voor komen, door, zooals onze statuten medebrengen, in elke gemeente een plaatselijk comité te vestigen, of een plaatselijken correspondent aan te stellen. Wij nemen daarom de vrijheid UEd. Aohtb. beleefd te verzoeken ons wel te willen opgeven, of in uwe ge meente oen of meer personen gevonden worden, met wie wij ons te dier zake in betrekking zouden kun nen stellen. Mocht UEd. Aohtb. bereid zjjn, hetzij persoonlijk, hetzij in verband met anderen, met ons in het belang der oudstrijders in uwe gemeente blij vend werkzaam te willen zijn, dan zouden wij dat op hoogen prijs stellen, en zoude UEA. daar mede de aanspraken, die u nu reeds op onze erken telijkheid en op die der oud-strijders heeft, nog meer verhoogen. Vertrouwende dat het u aangenaam zal zijn, bij de overweging van dit schrijven ons doel en onzen werkkring goed te kennen, zijn wij zon vrij oen af druk van de statuten der Vereeniging hieraan toe te voegen. Tevens hebben wij de eer onder de aan dacht van UEA. te brengen, dat de werkzaamheden van het plaatselijk comité of de plaatselijke corres-. zijn te doen, denten boofdzakelijk bestaan in laatstgenoemde in de plaats Tan den le Luitenant- 1830/31. 1—-—n -4 r. nnnw T L 1 4*. W z. z. 4 vrijmoedig hij stampte met den voet. Verbeeld u, moeder, dat hij stampvoette!” Juffrouw Gedge gaf een ruk aan de keelbanden van haar muts. „Én wat zou dat? Het bewijst alleen, dat hij een zeer opvliegend humeur heeft, dat is al.” „Ja; maar hij is in Washington, moeder.” Voor een oogenblik scheen juffrouw Gedge haar dochters bedoeling niet te vatten; eensklaps echter keek zij zeer bezorgd. „Maar Amanda, hoe kon je toch ook dien brief t' over het hoofd zien? Mijn hemel, kind, ik kan mij niet begriipan hoe je daartoe kwam. Wel! als hij in Washington is, dan zou hy wel iets tot de Regeering kunnen zeggen. Ik verklaar je, Amanda, dat zou mij niets aanstaan.” Amanda zuchtte en schudde het hoofd. „Ware er een verontschuldiging aaü te voeren,” sprak zij, „maar dat is er niet. Het was het was de 28ste October, moeder, u weet de dag vóór dfn 29sten en ik was niet opgewekt ge stemd. Maar, ik verbeeld mij, dat ik zoo iets toch t - t niet naar Washington kon schrijven.” zwarte oogje? blinkende van eene gemoodelijke pla- z/ Het is een zeer gegronde verontschuldiging,” riep w. ‘M’ i juffrouw Gedge, „ik zou juist willen, dat zij het „Laat dit misschien zoo zijn,” hernam Amanda, wisten welke verontschuldiging wij hebben, indien te denken dat mijnheer het. doen zal. Mandy ik was. Hij zeide, dat hij wisten, dat wij niet willens Ik denk, dat hij meende, dat waren.” Maar na bet eten, wat dikwijls door het uitzoeken van de middagpost laat, soms zelfs wel één uur, werd, kon Amanda niet nalaten te zoggen, dat zij ■van harte wenschte, dat die brief voor ieder ander ware geweest dan voor den heer Hamilton. „Och, kind, je trekt het je veel te sterk aan,” zoo stelde juffrouw Gedge haar gerust. „Hoe nu, Mandy! hy komt alleen maar ’s zomers; hij gaat weer heen, en wij zulleu niets meer van hem zien of hooren tot den volgenden zomer en van zijn zuster evenmin. Het zijn een paar oude teuten,” zeide juffrouw Gedge, zich verknutterende, en haar heldere niet zwarte oogje? blinkende van eene gemoodelijke pla- „1 i juffrouw Gedge, „ik zou juist willen, dat zij het „Laat dit misschien zoo zijn,” hernam Amanda, wisten welke verontschuldiging wy hebben, indien weifelend, zzmaar John van den heer Hamilton nam hij iets zeggen zou maar ik geloof niet dat hij i e l_.._ "f zou n’illen dat zij het en wetens achteloos Hij zeide, dat hij wisten, L J‘t waren?

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 1