BulfónlaiiM Overzicht.
IV
«Y pe commissie tot beheer der gelden, ingekomen
▼oor de redders van A. Tilburgs uit den put te
Hilversum, heeft dezer dagen de rekening opgemaakt
en is tot besteding der golden overgegaau. Uit vele
oorden des lands zijn bijdragen iugekomeü, zoodat
de commissie in staat is geweest aan de werklieden
G» van Rheenen en J. van Asveldt, die medehelpers
aan het reddiugswerk geweest zyn, een geschenk
in geld te doen toekomen, alsmede aan den work
man Troost, die bij het instorten van den put erustig
is gewond geraakt.
Wat betreft den hoofdredder, C. van Rhoenen,
voor hem is een bedrag bësohikbaar, voldoende om
met hetgeen rochtstreeks werd toegezonden, hem eene
soliede eigen woning met erfje te verschaffen.
Om verschillende redenen heeft de commissie ge
meend aan dit plan uitvoering te moeten geven in
dezen vorm, n 1. dat de grond en het te bouwen
huisje komt op naam der minderjarige kinderen van
Van Rheenen, met recht voor hem en zijne vrouw
om die woning levenslang te bewonen öf daarvan
het vruchtgebruik te genieten. De firma Gebrs.
Nieuwenhuizeu, onder wiens beheer de putgraving
geschiedde, heeft zich tegenover de commissie^ wel
willend bereid verklaard om voor den bouw der
woning belangeloos te zorgen en, wanneer aan de
kosten nog mocht te kort k&nen, in het ontbrekende
te voorzien.
Ongeveer twee jaar geleden kwamen zeven koffers
caan het douanekantoor to Gothenburg aan, die van
Parijs verzonden en geadresseerd waren„Aan hare
keizerlijke hoogheid, grootvorstin Paul."
Daar er in Gothenburg g**en grootvorstin Paul
bekend is, stuurden de beambten de kisten naar
Stockholm. Hie' kwam men dadelijk op de gedachte,
dat zij voor de gemalin van den jongsten broeder
van den Czar bestemd waren, en stelde men het
Russische consulaat van de zending in kennis. Toen
volgde een geschrijf waaraan geen eind scheen te
komen. Daar na langen tijtl nog geen ophelderingen
waren bekomen, boslot n de tolbeambten den inhoud
der koffers aan den meestbiedende te Verkoopen. De
koffers bevatten 19 olegante en kostbare japonnen,
die met fraaie kant of prachtig bont waren versierd.
De Zweedsche tolbeambten, die geen verstand van
den prijs hadden, taxeerden- de waardo dezer kleeding-
stukken op 20,000 kronen, hoewel de werkelijke
waarde der japonnen honderdduizend mark wa9.
Bij den verkoop brachten echtor do kleoderen
slechts 2000 kronen op, niet eens het dubbele der
vracht met inkomende rechten. De japonnen kwa
men uit het mode-magazijn van de beruchte mevrouw
Apparuti, die van groote zwendelarijen beschuldigd
werd en onlangs te St. Petersburg is gestorven.
Het bezoek van den Keizer van Duitschlaad in het
vorige jaar heeft, blijkens de /erantwoording van
den post „onvoorziene uitgaven", aan den Staat ge
kost 25.608.93'/#en bovendien is voor dat be
zoek door B. en W. van Amsterdam nog ongeveer
41.000 op de gemeeuterekening verantwoord.
Ujt \yiesbaden schrijft men aan het Handelsblad
Nog vóór dr. Mezger Wiesbaden verlaten heeft,
verkeert do groote onderneming, die vroeger zijn
naam voerde en die hoofdzakelijk aanleiding is ge
weest tot zijn verirek van Amsterdam naar Wies-
„Het zal mij veel kosten, sommigen mijner vrien
den te verlaten," zoo sprak hij^tot mijnbeer Hamilton,
„maar ik ben u dankbaar, zeer dankbaar, mijnheer.
Daar is niets wat ik liever zou willen doen dan een
postkantoor 2,te houden. U kunt op mijne stem
rekenen uls u tot candidaat gesteld wordt voor Pre
sident."
„Neem een cournnti mijnheer Hamilton, neem een
Heraut" Hij vouwde een courant op en stopte die
zijn patroon in de handen. „Neen mijnheer, neen
mijnheer; geen cent. Mij dunkt dat ik u wel een
courant kan gevenen een goed democratisch orgaan,
mijnheer." f
Hij lachte, eveneens mijnheer Hamilton, die het
geschenk uaet welwillende beleefdheid aannam en,
zijn hoed even oplichtende, zeide:1
„Zeer verplicht, Sprague! En nu goeden morgen.
Ik verwacht u in functie te zien als ik in Juni naar
mijn optrekje ga." En hij bukte om Jimmy te aaien,
den rossigen kleinen Schotscben hond van William,
en ging daarna zijns weegs.
William was, zooals de heer Hamilton zeide, een
bekwaam, geschikt man. Hij zette zich aan het werk
om zijn courantenzaakje aan kant te doen, op een
ardeljjke, geregelde en geleidelijke manier. Hij sloot
een voordeeligen koop met den rahn die zijn zaak
overnam en won nog tien dollars bij den verkodp
van allerlei snuisterijen en rariteiten uit zijne kleine
woning.
„Ik had plan gehad ze in den aschketel te gooien?"
baden, in een haohelijken toestand. Uw lezers zullen
zich herinneren, dat het Mezger-Sanatoriura eenigeu
tyd geleden een proces mot dr. Mezger voerde; naar
aanleiding daarvan werd de naam veranderd in Akten-
Gesellschaft Wiesbadener Bade-Etablissement. Dr.
Mezger merkte toen al dat de financiëele verhou
dingen niet gunstig waron, en aan de verschillende
moeilijkheden, financiëele en juridische, is geen eind
gekomen. Evenwel is het gelukt de twee nieuwe
prachtige gebouwen, het Hotel en het Badhuis, ge
reed 4 te krijgen op de inwendige inrichtingen na,
waardoor aan Wiesbaden twee uieuwe sieraden zou
den zijn geschonken. Maar daarvoor had men nog
1,000,000 Mark noodig, on met het krediet der
Maatschappij is het uit. Tal Van schuldeischers
komen steeds opdagen, en uu hoeft ook de Preus-
sische Bodenkredit Actienbank te Berlijn, die aan
de Maatschappij een eerste hypotheek van 1,016,000
verstrekt höeft, welke som op 1 April had moeten
worden terugbetaald, de zaak in handen van den
rechter gegeven.
De Bank had genoemde som gegeven met de uit
drukkelijke bepaling dat deze zou worden anngeweod
tot voltooiing der gebouweiiechtor beweert zij in een
brief aar. don Rheinischen. Kurierdat het geld op
ongelooflijke wijze verspild is, en dat aau geen der
verplichtingen van de Maatschappij tegenover de
Bank is voldaan. Daarom heeft deze, ten einde van
haar geduid, den Justizrath dr. Sievers opgedragen,
den gerechtelijke!) weg in te slaau.
Ir. bet Handelsblad leest men het volgend over
„Het Leger dés Heils."
Zooals^men jveet, is in den laatsten tyd in Enge
land twijfel gerezen omtrent de vraag, of al dan niet
ih de administratie Salvation-Army het „geestelijk"
en het „maatschappelijk" fonds inderdaad steeds strikt
van elkander gescheiden worden en zijn gehouden.
Ten gevolge daarvan heeft „generaal" Booth aange
boden de wijze waarop de sommen, voor zijn „sociaal
werk" gegeven, besteed en verantwoord zyu, door
eeu commissie te laten onderzoeken. Thans is die
commissie in het leven geroepenaan hot hoofd
staat graaf Ouslow, terwijl onder anderen sir Heriky
James, lid van het parlement en de onder-minister
van koloniën, Sydney Buxton in die commissie zitting
hebben genomen.
iDtusschen is ook te onzent een „protest tegen het
Leger des Heils" vprschonen in don vorm eener bro
chure, onder dien titel door een ex-officier van het
Leger, ecu zekeren Tom le Clercq, dezer dagen in
het licht gegevon.
In die brochure tracht de schrijver aan te toonen,
dat de Salvation Army niet als hoofdzaak de redding
van verdwaalde zielen, maar het verzamelen van
groote gommen gelds bedoeltdal daarvan uitzuigerij
dor „korpsofficieren" en minderen op groote schaal
net gevolg is, eu dat de meermalen herhaalde ver
zekering, dat de gelden, voor het geestelijk en maat
schappelijk werk gegeven, strikt van elkander ge
scheiden worden gehouden, oen grove onwaarheid is.
Wij vernamen yVan „kolonel" Oliphant, den leider
der beweging in Nederland, dat na het verschijnen
der hier bedoelde brochure onmiddellijk een com-
missie is sameugesteld om een antwoord op de scherpe
aautijgingen van den schrijver te ontwerpen. Dit
antwoord zal reeds bïhueii weinige dagen verschijueu,
maar alleen bestemd zijn voor de officieren en sol
daten.
deelde hij in vertrouwen aan een zijher kornuiten
meë, „maar dat heb ik hem natuurlijk niet gezegd.
Ik zeide, dat ik ze ging oppakken, eu ze mee wilde
nemen, en dat maakte hem er natuurlijk fel op."
Hij knipoogde, lachte iu zijn vuistje, floot een kran
tenjongen aan den overkant van de straat, en wierp
hem een geldstuk toe. „Sonny, als je een dozijn
van die knapen meebrengt van avou<i, dan zal ik
jelui trakteeren."
En* dat deed hij. „Hij kwam tqpoPuit ziju hoek,"
zeid? ée kuaap later, „met roomijs twee soorten
en drie spekpannekoeken voor ieder."
De dagen kropen traag om voor William Sprague,
in afwachting van zijne aanstelling, maar ze gingen
met de gewone suelheid voor juffrouw Gedge voorbij.
Zij was verzoend geraakt met haar eigene uitlegging
omtrent het voorval met het alburi!.
„Het zou niet passend voor hem geweest zijn,
Mandy, om het aau te uenvn. Dat kan ik uu' in
zien. En mandy, ik weet het niet, maar toen ie
vannacht wakker lag, dacht ik er over na; ik weet
niet of wij ook niet verkeerd deden mqt dat vloei
boek. Jo weet, het v)oeibook met linten, dat Sally
Goodrich ons gaf voor hetkantoor Mandy, het
paste ons ook niet, in onze betrekking geschenken
aan te nemen."
Was het niet twee jaar geleden geyéest, dat zij
hot aangenomen hadden, dan zou jnffrouw Gedge
wezenlijk met het grootste genoegen het vloeiboek
teruggegeven hebben.
In afwachting dier verdediging, welke wij evenzeer
onder het oog onzer lezers zuilen brengen, ontleenen
wij thans al vast aan de beschuldigingen van den
aanvaller het volgende.
Omtrent de behandeling der korpsofficieren:
Wanneer een nieuw korps in een of andere plaats
„geopend" wordt, geschiedt die voor het hoofdkwar
tier met zeor weinig kosten. Twee officieren, dik
wijls man en vrouw met gezin, worden heengezonden
met hot noodige reisgeld, zouder meer. Op de plaats
van besteraming aangekomen, wordt een zaal gehuurd,
waarvan de huur gewoonlijk ongeveer 16 por week
bedraagt. Alle ber.oodigdheden voor het „bombar
dement" der plaats moeten die officieren zelve trach
ten aan te schaffen door middel hunner collected
en uit de opbrengst der samenkomsten.
Of zij al dan niet slagen.... van den eersten dag
wordt de rekening van het nie.uwe korps aan het
hoofdkwartier voor het bedrag der huur wekelijkj
gedebiteerd. De officiereu genieten #cn nominaal
salaris van 7 a 8 per week, maar mogen dit, vol
gens den schrijver, eerst uit de kas nomen, wanneer
de rekening van hun korps bij het hoofdkwartier
volkomen is aangezuiverd. Verschillende brieven van
korpsofliciereu aan een divisie-commandant, die sedert
uit het leger ontslagen is, in de brochure opgeno
men, strekken om de nijpende armoede aan to too
nen, wnnraao door dien maatregel tal van officierea
worden overgeleverd. Volgeus den schrijver wordea
zij, die aan het hoofdkwartier komen klagen met leege
handen teruggezonden, na door een gezamenlijk ge*
bed gehypnotiseerd te zijn, zoodat zij dan weder
oenigen tijd voort blijven sukkelen.
Zijn de officieren geheel „op" en ongeschikt voor
de geldmakerij geworden, dan zet men hen volgeis"
den schryvor meestal eenvoudig aan den dijk, niet
tegenstaande er ziekoh- en ondersteuningsfondsen
bestaan. Is dus deze toestand voor een groot deel
te wyten aan den slechten staud der rekeoiug der
verarmde korpsen bij het hoofdkwartier.... de sohry-
ver stelt daartegenover, dat hem uit dê rekeningen
bleek, hoe bijv. in 1891 door het ho ifdkwarties- on
geveer 19,000 voor haar van verschillende eigen
dommen en korpsen betaald, en daarentegen van de
korpsen en uit de eigendommen daarvoor ontvangen
is ongeveer f 21,000, zoodat, alle te zamen genomen,
de korpsen zelfs meer dan hunne schuld hadden be-
taald. Toch zegt de schrijver -£ werden in No
vember 1891 de „arme" korpsen gedwongen hunne
achterstallen -inn tet zuiveren.
Dat de Salvation Army in "de eerste plaats het
verzamelen van groote sommen g»«'ds bedoelt, blijkt,
volgens den schrijver, al dadelijk uit de opleiding
der kadetten. Men legt bijhen niet' de gronden
vnu eenige de minste bijbelkennis, maar leert hun
alleen de handgrepen van collecteeren en het
Oorlogskreet"-ver koopen
Verder haalt de schrijver eenige zinnen aan uit
een brief, dien kolonel Oliphant bij zijn komst in
Nederland aan een stafofficier schreef en waarin hij
aanbeval„Laat ons geld maken, en al wat wij
doen ondergeschikt rekenen aan dit eene alles over-
heerschende doel."
Voor het welslagen der nieuwjaarscollecto werd
in een staf-bidstond om geld tot God gebeden. (Dfl
collecte zou dienen om dé schulden der korpsen aan
te zuiveren). Een der officieren, die met deze me
thode niet instemde, bad in oprechtheid om zielen.
„Neen, neenj" moet de kolonel toen geroepen hebben,
-April was liefelyk in het gebergte. De zo/ineschyn,
somtijds afgewisseld door plotseling opkomende re
genbuien, en verduisterd door zware drijvende wol
ken en afgekoeld door een zachten wind, lag gelijk
een vriendelijke glimlach over de velden. De paaf-
8che knoppen der heestors ontloken als zoovele ster»
.ren, eu hadden dien flauwen, onverklaarbaren geur,
dien de later uitkomend 3 bloesems haast al te sterk
verspreiden.
De beekjes waren gezwollen en het borrelende don
kere water deed de brug dreigend schudden de roods
knoppen van do meidoorns tipten in den stroom sn
dwarrelden en woelden als wilden ze zich van hunne
stengels losrukken en vrij komendo gansche aards
was vol van een blij ontwaakt on nog meer belovend
leven, want, uitgenomen aan de windekolken en hees
ters, waren ex verder nog weinige bloemen te bespeuv
ren.
AnJanda Gedge ging naar de begraafplaats op den
heuvel om de beschuttende dorre bladoren van de
grafzerk weg te nemen, er. er een plantje lelietjes-
van dalen te planten.
(Itordt vervolfjd.)
„niet om zielen, maar om geld 1" Op een anderen
bidstond werd een lied gezongen om die 6000 gld.
De verzekering,
dat hei geestelijk on maatschappelijk fonds steeds
gescheiden zijn en worden gehouden
is volgens den schrijver der brochure e«*n onwaarheid.
Wel worden daarvan afzonderlijke rekeningen ge
houden, maar eik jaar geschieden belangrijke over
drachten van een godeelte der batige saldi op andere
rekeningen, waarvan ten slotte een goed deel naar
Londen gaat. Tot verduidelijking zegt hij omtrent
de administratie van het „Tehuis voor Dakloozen" te
Amsterdam het volgende. De eet- en drinkwaren
worden door het hoofdkwartier in het groot opgedaan
en, met een zeker percentage verhoogd, ton laste der
dakloozen-rekening geboekt. De dus behaalde winst
wordt aan het geestelijk fonds gecrediteerd.
In het lautst van het vorig jaar, deelt de heer
Le Clercq verder mede, ontving het hoofdkwartier
uit haudeu van de hoeren Ankersraif, Wüste en
Hintzen een bedrag van 2480, ton behoeve van
de dakloozen. Men gebruikte de dakloozen echter
om het gebouw „De Vrede" inwendig te" vertimme
ren tot logement.
De kolonel moot den schrijver destijds persoonlijk
hebben verzekerd, dat met de exploitatie van dit
logement zeker 10 pCt. zuivere winst was te behalen.
De vruchten vau den arbeid der dakloozen, die mede
uit de boveugenoomde gift betaald werden, kwamen
dus niet ten goede van het dakloozenfonds.
De schrijver beweert dus op deze gronden, dat
het geestelijk en het maatschappelijk fonds niet strikt
gescheiden worden gehouden, eu herinnort er aan
dat Frank Smith de leiding der „Social Reform
Wriüg" uit zijne handen gaf, omdat hij overtuigd
zeide te zijn, dat er niet eerlijk werd omgesprongen
met het geld, dat voor dakloozen en armen werd ge
geven.
Ook over den algemeeneu geest onder het „Le
ger" hier 4e lande, wordt in de brochure een eu an
der ten kwade gezegd. De schrijver beweert, dat de
lijders, Je stafofficieren, door een bijna wekelijksche
kunsflfiatige bewerking voortdurend op nieuw iu oen
staat van hypnose worden gebracht<lat in meer dan
een korps de onreinheid do stoutste voorstelliugen
overtreft, en dat de vereering van den „generaal"
onderofficieren en minderen volstrekt niet zoo
groot is als meti denkt. Elke toejuiching, elke
„Halleluja", elk „Amen", dat hem bij zijn komst
werd toegeroopeu, was te voren door Herbert Booth
geregeld en bevolen; eu overal is en wordt diezelfde
methode geyolgd.
f Zooals wij reeds mededeelden, heeft kolonel Oli-
pbaut zich nedergezet, om de beschuldigingen door
deu heer Le Clercq tegen hi t Leger des Heils uit
gebracht, te weerleggen.
Men zal dus zijn autwoord hebben af te wachten
om in staat te zijn, zich vamden werkelijken toestand
een juiste voorstelling te maken. Onze lezers weten
reeds, dat ook in Canada dezer dagen een ex-briga-
dier van hef "Heilsleger een kruistocht togen het Leger
heeft aangevangen.
Nationale belungpi in West-Iwliè verwaarloosd, is de
titel van een opstel 'in de Vragen van den Dag, waarin
Prof. Dr. G. A. F. Molengraaff in het licht stelt,
hoe er, als een gevolg vau onkunde en onachtzaam
heid, 'voor onzen staat eu voor de bewoners onzer
West-Indische eilanden schatteD verloren gaan.
Een jong Engelscbman John. Goddeu ontdekte in
1871 bij toeval dat de bodem van het eilandje Klein-
1 Curacao bijna-geheol uit phosphaat phosphorzure
kalk bestond. Hij wist van den raad vAu Bestuur
over het^eiland Owraqao voor eeu prijsje vergunning
te krijgen tot het ontginnen dezer kostbare, in 's gou-
vernement8 doraij'nen txerustende delfstof. Do Cura-
tjaonaars lachten den excentrieken vreemdeling eerst
uitmajr deze lafchte met meer welbehagen, toen
zyno vondst hem in tien jaren eenige millioenen,
zuivere winst opbracht. Nog acht jareb ging hij
daarna voort met^in Kleib-Cura^ao phosphaat te dol
ven. thans is do voorraad uitgeput.
Intu8schon was er in 1875 op Curasao zelf ditmaal
op particuliero gronden, phosphaai gevonden. Ook
van de ontginning daar whist John Godden zich op
voordeelige voorwaarden meester te maken. De ko
loniale soha.tkist heeft daarvan in de loop der jaren
enkele tonnen uitvoerrecht gebourddo ontgiiwier
misschien evenveel millioenen winst.
Hot eiland Arqba was toen aan do beurt. Het
recht van het gouvernement om te beschikken over
dezen, in 1867 in cousessie uitgegeven grond, moest
eerst iu 1877 door een arrest'van den Hoogen Raad
vastgesteld worden. Daarna ging de regeering voor
de eerste maal over tot eene openbare inschrijving,
die weder ten gunste van Engelschen uitviel. Het
gouvernement geboot dientengevolge in vijf jaron tijds
ruim een millioen aan coucessierochtde aandeel
houders ontvingen dividenden, afwisselende van ruim
25 tot 90 pet.
Uit dezen loop van zaken heeft onze regeering
nog .niet de leering geput dat het zaak kan zijn,
den bodem onzer West-Indische eilanden een geo
logisch ondeizoek te doen ondergaan.
En is het aldus gesteld met de eilanden, omtrent
Suriname is men niet beter ingelicht.
„Onze kennis, zegt Prof. Molengraaff, van den bo
dem, /an de planten- en dierenwereld, van de be
volking van heden en voorheen is nog uiterst gering.
En inderdaad wordt tot ons niet gering moreel
on materieel nadeel weinig of uiets gedaan, om daarin
verbetering te brengen. Tot ons moreel nadeel, omdat
wij ons daardoor noodwendig aau de minachting
prijs geven van andere mogendheden, door wie in
datzelfde West-Indië geen kosten worden gespaard
om door wetenschappelijke onderzoekingen het aanzien
en het iutellectueele peil harer koloniën te verheffen;
tot ons materieel nadeel, omdat voor onkunde op
ieder gebied streng wordt geboet, vooral daar, waar
beter toegerusie buren steeds gaarne bereid zijn van
haar partij te trekken. Gelukte het mij, naar ik
hoop, aan te toonen, hoe gevoelig wij voor ons gebrek
aan keunis van den bodem onzer West-Indische
koloniën reeds gestraft zijn en nog steeds gestraft
worden, zeker zou het aan deskundigen niet moeilijk
vallen aau te toonen, dat onze hoogst gebrekkige
kennis van het terrein, van de plantenwereld, kortom
van de geheele natuurlijke gesteldheid dier koloniën,
evenzeer talloozo hulpbronnen en rijkdommen door
ons onopgemerkt doet blijven of voor ons doet ver
loren gaan.
Nog i9 het wellicht tijd door intellectueelo krach
ten en kapitaal op do juiste wijze te besteden, kan
misschien nog veel nog veel verkregen en herwonnen
worden. Doch blijft men in Nederland in eene
werkelijk onbegrijpelijke onverschilligheid omtrent de
West-Indische koloniën volharden, dan zal wellicht
de tijd niet ver meer zijn, dat ondernemende vreem
delingen alle rijke hulpbronneu dezer koloniën, voor
waar niet te onzen bate, zulleu hebben ontdekt: zy
zullen dan de heerlijke vruchten genieten, en voor
ons niots dan een waardeloos omhulsel laten.
Dan zullen onze schooue West-Indische bezittingen
als zoovele stukken wildernis tusschen hare bloeiondo
en rijke naburen liggen, droevige getuigenis aan
gemis aan kennis en energie. Moge dit sombere
beeld nimmer verwezenlijkt worden
De eerste volksvergadering op Trafalgaf-square
iu Londen had Zaterdag namiddag plaats. Een door
den 8ociaal-deraocratischen bbnd ingerichte opto *ht
van 600 werkloozeu trok met muziek voorop naar
het plein; in den optocht voerde men roode vlaggen
mede, terwijl de betoogers de Marseillaise zongen.
Het aantal nieuwsgierigen was veel grooter dan dat
der eigenlijke deelnemers. Voor de vensters en op
de balcous was geen plaats onbezet.
I)e redevoeringen waren gematigd. Men nam*een
motie aau, waarin aan de regeering wordt gevraagd,
de plaatselijke overheid te machtigeu werk te ver
schaffen.
De menigte ging daarna kalm uiteen, zonder eenige
ongeregeldheden te veroorzaken. Door de., politie
waren alle noodige voorzorgsmaatregelen genomep.
De morgen door den Belgischen Koning uk te spreken
Troonrede zal zeer kort zijn. De koning zal er op
wijzeu, dat de betrekkingen met andere landen vriend
schappelijk zijn. Vervolgens zal de koning een be
roep doen op de eendracht en de wijsheid van de
wetgevende macht, om de Grondwet ton beste van
het land te herzien. Geen andero punten zullen door
den koning worden aangeroerd.
Iu het programma van het bij de plechtigheid te
volgen ceremonieel is, ondanks de agitatie welke op
touw wordt gezet, geen verandering gebracht. Zeer
strenge maatregelen van voorzorg worden door de«
politie genomen. In de regeeringskringen gelooft
men niet dat Dinsdag iets zal geschieden. Men ver
wacht enkele kreten „leve het ajgemeeu stemrecht"
te hooron, maar daartoe zal alles zich bepalen. Voor
wanordelijkheden bestaat geen vrees.
In het manifest der Association liberale, dat thans
overal is aangeplakt, wordt gezegd, dat de commissie
uit de Kamer door de verwerping vau liet algemeen
stemrecht den wil des volks heeft miskend. Het is
noodig, dat de Koning en de Kamer zich niet kun
nen vergissen mot betrekking tot de wenschen van
het land.
De burgerij der hoofdstad moet daarom door een
vreedzame betooging den wil van de natie doen
konnen, door tijdens het voorbijtrekken van den t
koninklijken optocht den kreet „leve h®t algemeen
stemrecht" aan te heffen.
Do arbeiderspartij besloot een oproeping tot het
leger le richten en daarin de soldaten te herinneren
dat zij niet mogen vergeten dat huu bloedverwanten
arbeiders zijn.
Allo werklieden zijn tegen Dinsdag opgeroepen
om in het Maison du Peule saam te komen, ten
einde van daaruit naar de betoogiug te trekken.
De mijnwerkers van Carmaux, aan wie gratie is
verleend, zijn, te dier plaatse aangekomen, Itls het
ware in triomf binnengehaald. Rondom deu geheelen
omtrek van het station waren hoopen mannen, vrou
wen en kinderen geschaard, de Carmagnole zingende.
Bloemruikers werden uitgereikt aau de weer binnen
gekomen gasten, die allen gedekt waren met de roode
muts. Het eerste bezoek werd aan de svndicale
Kamer gebracht, waar de nieuw aangekomenen weer
ovatiën wachtten. Kleine meisjes, gekleed in het
rood, kwameu hen begroeten. Toen dit alles geëin
digd was, begaven de vrijgelaten mijnwerkers, gevolgd
door een grooten stoet, zich naar eene herberg, waar
gedronken en braaf geklonken werd op den weg
werd rood Bengaalsch vuur ontstoken „Leve de
sociale revolutie was de kreet, onder welken men
uiteenging.
Groot opzien baren eenige officieuze artikel eu in
het Militar JVvchenhlattwaarin tot verdediging van
de legerwetten wordt gezegd, dat do tegenwoordige
toestand van het leger niet voldoende en dat de
landweer minder waard is. In den oorlog met Frank
rijk zou de laatste meermalen getoond hebben, te
kort te zijn geschoten.
Deze artikelen vindon ernstige tegenspraak in de
bladen van verschillende partijen, zooals de Vossische,
de National-Zeitung en de Kreuz-ZeitungDeze waar
schuwen de regeering ernstig tegen een zoo beden
kelijke bewijsvoering, omdat daardoor het vertrouwen
in het leger wordt geschokt, en een burtenlandsche
tegenstander daardoor aangemoedigd moet worden.
Daarbij wijst meu op vroegere rodevoeringen vau
Bismarck en van Caprivi, over de vroegere leger-
voorstellen, welker waarde destijds gezocht werd
in meerdere gebruikmaking van de landweer. De
National Zeitung zegt: Zulk een tegeuspraak binnen
enkele jaren in zaken van zoo groot gewicht, doet
vragen of het vertrouwen in de leidende persoon
nog zal kunnen dienen bij het nemen van beslissin
gen op staatkuudig terrein.
Uit Spanje komen tegenwoordig allerlei ongunstige
berichten. Het is er verre van rustig. Vau hunne
Columbusfeesten hebben do Spanjaarden weinig ge
noegen beleefd. De gezamenlijke feestvieringen heb
ben niet alleen raoetou onderdoen voor het Colum-
busfeest der Italianen te Genua, maar te Grenada
zijn zij zelfs geheel m het water gevallen. En hier
juist wilde meu alles op grootsche schaal aanleggen.
De koningin had beloofd bij de onthulling van
het Columbusgedenkteeken tegenwoordig te zijn.
Daar de kleine koning echter pas van zijn ziekte
hersteld en nog verre van sterk is, ontrieden de
gèueesheoren der regentes haar bezoek aan die stad*
Het besluit van uitstel wekte bij de bevolking der
stad groote ontevredenheid en de republikeinen, die
Grenada als hun bol work beschouwen, hebben het
vuurtje flink aangestookt. Het houten oVnhulsel van
het beeld van Columbus werd door de volksmenigte
afgebroken en vau alles werd een groote brandstapel
gemaakt, welke weldra in vlammeu opging. Do tri
bune voor de vorstelijke ga9ten onderging het
zelfde lot.
De zaak had ernstige gevolgen gelijk uit Madrid
bericht is, zijn zoowei de prefect als de/burgemeester
vau Madrid en Grenada afgetreden. De openbare
raeoning is zeer ontevreden, ook de pers te Madrid
valt de regeering aan men spreekt nieJt alleen van
een ministerieele crisis, maar zelfs van een aanstaande*
afkondiging der republiek te Cacares,
Natuurlijk hebben al deze voorvallen een dieperen
grond dan enkel het besluit der regeering om 's ko-
nings gezondheid niet op te offeren aaii het volks
vermaak. De republikeinen grypqn elke gelegenheid
aan om de regeorinh afbrouk te doen, en waarschijn
lijk zal deze zich niet lang meer kunnen staande
houden. De conservatieve partij is verdeeld en hare
geheele ontbinding is slechts een quaestie van tijd.
Haar dood wordt niet veroorzaakt, maar verhaast,
door voorvallen als het gebeurde te Grenada, alsook
door het geheel onverwachte bezoek, dat de minis
ter-president Canovas del Castillo met zijne echige-
nooto en gevolg vau eenige getrouwe Senaatsleden
en afgevaardigden onlangs aan den minister van ko*
loniën Romero Robledo bracht.
Nog twee dagen te voren had Canovas een uit—
noodiging van zijn mededinger afgeslagen. Nu liet
hij zich een schitterende ontvangst op diens buiten-
verblyf wolgevallen. Dit maakte vooral een zfeer
ougunstigon indruk, omdat Robledo den burgemees
ter van Madrid, tegen wieu een gerechtelijk onder
zoek aanhangig is openlyk beschermt.
Wellicht zal een overgangsministerio-Martinez
Campos weidra do deur openen voor een vrijzinniger
Spaansch kabinet dan dat van Canovas.
De Hongaarfche commissie voor de financiën heeft by
do beraadslaging over het voorloopig toestaan van een
twaalfde der begrooiing Szapary ondervraagd over
het gerucht dat een ministerieele1 crisis is ontstaan.
Szapary verklaarde daarop niet de verantwoorde-