BulfónlaiiM Overzicht. IV «Y pe commissie tot beheer der gelden, ingekomen ▼oor de redders van A. Tilburgs uit den put te Hilversum, heeft dezer dagen de rekening opgemaakt en is tot besteding der golden overgegaau. Uit vele oorden des lands zijn bijdragen iugekomeü, zoodat de commissie in staat is geweest aan de werklieden G» van Rheenen en J. van Asveldt, die medehelpers aan het reddiugswerk geweest zyn, een geschenk in geld te doen toekomen, alsmede aan den work man Troost, die bij het instorten van den put erustig is gewond geraakt. Wat betreft den hoofdredder, C. van Rhoenen, voor hem is een bedrag bësohikbaar, voldoende om met hetgeen rochtstreeks werd toegezonden, hem eene soliede eigen woning met erfje te verschaffen. Om verschillende redenen heeft de commissie ge meend aan dit plan uitvoering te moeten geven in dezen vorm, n 1. dat de grond en het te bouwen huisje komt op naam der minderjarige kinderen van Van Rheenen, met recht voor hem en zijne vrouw om die woning levenslang te bewonen öf daarvan het vruchtgebruik te genieten. De firma Gebrs. Nieuwenhuizeu, onder wiens beheer de putgraving geschiedde, heeft zich tegenover de commissie^ wel willend bereid verklaard om voor den bouw der woning belangeloos te zorgen en, wanneer aan de kosten nog mocht te kort k&nen, in het ontbrekende te voorzien. Ongeveer twee jaar geleden kwamen zeven koffers caan het douanekantoor to Gothenburg aan, die van Parijs verzonden en geadresseerd waren„Aan hare keizerlijke hoogheid, grootvorstin Paul." Daar er in Gothenburg g**en grootvorstin Paul bekend is, stuurden de beambten de kisten naar Stockholm. Hie' kwam men dadelijk op de gedachte, dat zij voor de gemalin van den jongsten broeder van den Czar bestemd waren, en stelde men het Russische consulaat van de zending in kennis. Toen volgde een geschrijf waaraan geen eind scheen te komen. Daar na langen tijtl nog geen ophelderingen waren bekomen, boslot n de tolbeambten den inhoud der koffers aan den meestbiedende te Verkoopen. De koffers bevatten 19 olegante en kostbare japonnen, die met fraaie kant of prachtig bont waren versierd. De Zweedsche tolbeambten, die geen verstand van den prijs hadden, taxeerden- de waardo dezer kleeding- stukken op 20,000 kronen, hoewel de werkelijke waarde der japonnen honderdduizend mark wa9. Bij den verkoop brachten echtor do kleoderen slechts 2000 kronen op, niet eens het dubbele der vracht met inkomende rechten. De japonnen kwa men uit het mode-magazijn van de beruchte mevrouw Apparuti, die van groote zwendelarijen beschuldigd werd en onlangs te St. Petersburg is gestorven. Het bezoek van den Keizer van Duitschlaad in het vorige jaar heeft, blijkens de /erantwoording van den post „onvoorziene uitgaven", aan den Staat ge kost 25.608.93'/#en bovendien is voor dat be zoek door B. en W. van Amsterdam nog ongeveer 41.000 op de gemeeuterekening verantwoord. Ujt \yiesbaden schrijft men aan het Handelsblad Nog vóór dr. Mezger Wiesbaden verlaten heeft, verkeert do groote onderneming, die vroeger zijn naam voerde en die hoofdzakelijk aanleiding is ge weest tot zijn verirek van Amsterdam naar Wies- „Het zal mij veel kosten, sommigen mijner vrien den te verlaten," zoo sprak hij^tot mijnbeer Hamilton, „maar ik ben u dankbaar, zeer dankbaar, mijnheer. Daar is niets wat ik liever zou willen doen dan een postkantoor 2,te houden. U kunt op mijne stem rekenen uls u tot candidaat gesteld wordt voor Pre sident." „Neem een cournnti mijnheer Hamilton, neem een Heraut" Hij vouwde een courant op en stopte die zijn patroon in de handen. „Neen mijnheer, neen mijnheer; geen cent. Mij dunkt dat ik u wel een courant kan gevenen een goed democratisch orgaan, mijnheer." f Hij lachte, eveneens mijnheer Hamilton, die het geschenk uaet welwillende beleefdheid aannam en, zijn hoed even oplichtende, zeide:1 „Zeer verplicht, Sprague! En nu goeden morgen. Ik verwacht u in functie te zien als ik in Juni naar mijn optrekje ga." En hij bukte om Jimmy te aaien, den rossigen kleinen Schotscben hond van William, en ging daarna zijns weegs. William was, zooals de heer Hamilton zeide, een bekwaam, geschikt man. Hij zette zich aan het werk om zijn courantenzaakje aan kant te doen, op een ardeljjke, geregelde en geleidelijke manier. Hij sloot een voordeeligen koop met den rahn die zijn zaak overnam en won nog tien dollars bij den verkodp van allerlei snuisterijen en rariteiten uit zijne kleine woning. „Ik had plan gehad ze in den aschketel te gooien?" baden, in een haohelijken toestand. Uw lezers zullen zich herinneren, dat het Mezger-Sanatoriura eenigeu tyd geleden een proces mot dr. Mezger voerde; naar aanleiding daarvan werd de naam veranderd in Akten- Gesellschaft Wiesbadener Bade-Etablissement. Dr. Mezger merkte toen al dat de financiëele verhou dingen niet gunstig waron, en aan de verschillende moeilijkheden, financiëele en juridische, is geen eind gekomen. Evenwel is het gelukt de twee nieuwe prachtige gebouwen, het Hotel en het Badhuis, ge reed 4 te krijgen op de inwendige inrichtingen na, waardoor aan Wiesbaden twee uieuwe sieraden zou den zijn geschonken. Maar daarvoor had men nog 1,000,000 Mark noodig, on met het krediet der Maatschappij is het uit. Tal Van schuldeischers komen steeds opdagen, en uu hoeft ook de Preus- sische Bodenkredit Actienbank te Berlijn, die aan de Maatschappij een eerste hypotheek van 1,016,000 verstrekt höeft, welke som op 1 April had moeten worden terugbetaald, de zaak in handen van den rechter gegeven. De Bank had genoemde som gegeven met de uit drukkelijke bepaling dat deze zou worden anngeweod tot voltooiing der gebouweiiechtor beweert zij in een brief aar. don Rheinischen. Kurierdat het geld op ongelooflijke wijze verspild is, en dat aau geen der verplichtingen van de Maatschappij tegenover de Bank is voldaan. Daarom heeft deze, ten einde van haar geduid, den Justizrath dr. Sievers opgedragen, den gerechtelijke!) weg in te slaau. Ir. bet Handelsblad leest men het volgend over „Het Leger dés Heils." Zooals^men jveet, is in den laatsten tyd in Enge land twijfel gerezen omtrent de vraag, of al dan niet ih de administratie Salvation-Army het „geestelijk" en het „maatschappelijk" fonds inderdaad steeds strikt van elkander gescheiden worden en zijn gehouden. Ten gevolge daarvan heeft „generaal" Booth aange boden de wijze waarop de sommen, voor zijn „sociaal werk" gegeven, besteed en verantwoord zyu, door eeu commissie te laten onderzoeken. Thans is die commissie in het leven geroepenaan hot hoofd staat graaf Ouslow, terwijl onder anderen sir Heriky James, lid van het parlement en de onder-minister van koloniën, Sydney Buxton in die commissie zitting hebben genomen. iDtusschen is ook te onzent een „protest tegen het Leger des Heils" vprschonen in don vorm eener bro chure, onder dien titel door een ex-officier van het Leger, ecu zekeren Tom le Clercq, dezer dagen in het licht gegevon. In die brochure tracht de schrijver aan te toonen, dat de Salvation Army niet als hoofdzaak de redding van verdwaalde zielen, maar het verzamelen van groote gommen gelds bedoeltdal daarvan uitzuigerij dor „korpsofficieren" en minderen op groote schaal net gevolg is, eu dat de meermalen herhaalde ver zekering, dat de gelden, voor het geestelijk en maat schappelijk werk gegeven, strikt van elkander ge scheiden worden gehouden, oen grove onwaarheid is. Wij vernamen yVan „kolonel" Oliphant, den leider der beweging in Nederland, dat na het verschijnen der hier bedoelde brochure onmiddellijk een com- missie is sameugesteld om een antwoord op de scherpe aautijgingen van den schrijver te ontwerpen. Dit antwoord zal reeds bïhueii weinige dagen verschijueu, maar alleen bestemd zijn voor de officieren en sol daten. deelde hij in vertrouwen aan een zijher kornuiten meë, „maar dat heb ik hem natuurlijk niet gezegd. Ik zeide, dat ik ze ging oppakken, eu ze mee wilde nemen, en dat maakte hem er natuurlijk fel op." Hij knipoogde, lachte iu zijn vuistje, floot een kran tenjongen aan den overkant van de straat, en wierp hem een geldstuk toe. „Sonny, als je een dozijn van die knapen meebrengt van avou<i, dan zal ik jelui trakteeren." En* dat deed hij. „Hij kwam tqpoPuit ziju hoek," zeid? ée kuaap later, „met roomijs twee soorten en drie spekpannekoeken voor ieder." De dagen kropen traag om voor William Sprague, in afwachting van zijne aanstelling, maar ze gingen met de gewone suelheid voor juffrouw Gedge voorbij. Zij was verzoend geraakt met haar eigene uitlegging omtrent het voorval met het alburi!. „Het zou niet passend voor hem geweest zijn, Mandy, om het aau te uenvn. Dat kan ik uu' in zien. En mandy, ik weet het niet, maar toen ie vannacht wakker lag, dacht ik er over na; ik weet niet of wij ook niet verkeerd deden mqt dat vloei boek. Jo weet, het v)oeibook met linten, dat Sally Goodrich ons gaf voor hetkantoor Mandy, het paste ons ook niet, in onze betrekking geschenken aan te nemen." Was het niet twee jaar geleden geyéest, dat zij hot aangenomen hadden, dan zou jnffrouw Gedge wezenlijk met het grootste genoegen het vloeiboek teruggegeven hebben. In afwachting dier verdediging, welke wij evenzeer onder het oog onzer lezers zuilen brengen, ontleenen wij thans al vast aan de beschuldigingen van den aanvaller het volgende. Omtrent de behandeling der korpsofficieren: Wanneer een nieuw korps in een of andere plaats „geopend" wordt, geschiedt die voor het hoofdkwar tier met zeor weinig kosten. Twee officieren, dik wijls man en vrouw met gezin, worden heengezonden met hot noodige reisgeld, zouder meer. Op de plaats van besteraming aangekomen, wordt een zaal gehuurd, waarvan de huur gewoonlijk ongeveer 16 por week bedraagt. Alle ber.oodigdheden voor het „bombar dement" der plaats moeten die officieren zelve trach ten aan te schaffen door middel hunner collected en uit de opbrengst der samenkomsten. Of zij al dan niet slagen.... van den eersten dag wordt de rekening van het nie.uwe korps aan het hoofdkwartier voor het bedrag der huur wekelijkj gedebiteerd. De officiereu genieten #cn nominaal salaris van 7 a 8 per week, maar mogen dit, vol gens den schrijver, eerst uit de kas nomen, wanneer de rekening van hun korps bij het hoofdkwartier volkomen is aangezuiverd. Verschillende brieven van korpsofliciereu aan een divisie-commandant, die sedert uit het leger ontslagen is, in de brochure opgeno men, strekken om de nijpende armoede aan to too nen, wnnraao door dien maatregel tal van officierea worden overgeleverd. Volgeus den schrijver wordea zij, die aan het hoofdkwartier komen klagen met leege handen teruggezonden, na door een gezamenlijk ge* bed gehypnotiseerd te zijn, zoodat zij dan weder oenigen tijd voort blijven sukkelen. Zijn de officieren geheel „op" en ongeschikt voor de geldmakerij geworden, dan zet men hen volgeis" den schryvor meestal eenvoudig aan den dijk, niet tegenstaande er ziekoh- en ondersteuningsfondsen bestaan. Is dus deze toestand voor een groot deel te wyten aan den slechten staud der rekeoiug der verarmde korpsen bij het hoofdkwartier.... de sohry- ver stelt daartegenover, dat hem uit dê rekeningen bleek, hoe bijv. in 1891 door het ho ifdkwarties- on geveer 19,000 voor haar van verschillende eigen dommen en korpsen betaald, en daarentegen van de korpsen en uit de eigendommen daarvoor ontvangen is ongeveer f 21,000, zoodat, alle te zamen genomen, de korpsen zelfs meer dan hunne schuld hadden be- taald. Toch zegt de schrijver -£ werden in No vember 1891 de „arme" korpsen gedwongen hunne achterstallen -inn tet zuiveren. Dat de Salvation Army in "de eerste plaats het verzamelen van groote sommen g»«'ds bedoelt, blijkt, volgens den schrijver, al dadelijk uit de opleiding der kadetten. Men legt bijhen niet' de gronden vnu eenige de minste bijbelkennis, maar leert hun alleen de handgrepen van collecteeren en het Oorlogskreet"-ver koopen Verder haalt de schrijver eenige zinnen aan uit een brief, dien kolonel Oliphant bij zijn komst in Nederland aan een stafofficier schreef en waarin hij aanbeval„Laat ons geld maken, en al wat wij doen ondergeschikt rekenen aan dit eene alles over- heerschende doel." Voor het welslagen der nieuwjaarscollecto werd in een staf-bidstond om geld tot God gebeden. (Dfl collecte zou dienen om dé schulden der korpsen aan te zuiveren). Een der officieren, die met deze me thode niet instemde, bad in oprechtheid om zielen. „Neen, neenj" moet de kolonel toen geroepen hebben, -April was liefelyk in het gebergte. De zo/ineschyn, somtijds afgewisseld door plotseling opkomende re genbuien, en verduisterd door zware drijvende wol ken en afgekoeld door een zachten wind, lag gelijk een vriendelijke glimlach over de velden. De paaf- 8che knoppen der heestors ontloken als zoovele ster» .ren, eu hadden dien flauwen, onverklaarbaren geur, dien de later uitkomend 3 bloesems haast al te sterk verspreiden. De beekjes waren gezwollen en het borrelende don kere water deed de brug dreigend schudden de roods knoppen van do meidoorns tipten in den stroom sn dwarrelden en woelden als wilden ze zich van hunne stengels losrukken en vrij komendo gansche aards was vol van een blij ontwaakt on nog meer belovend leven, want, uitgenomen aan de windekolken en hees ters, waren ex verder nog weinige bloemen te bespeuv ren. AnJanda Gedge ging naar de begraafplaats op den heuvel om de beschuttende dorre bladoren van de grafzerk weg te nemen, er. er een plantje lelietjes- van dalen te planten. (Itordt vervolfjd.) „niet om zielen, maar om geld 1" Op een anderen bidstond werd een lied gezongen om die 6000 gld. De verzekering, dat hei geestelijk on maatschappelijk fonds steeds gescheiden zijn en worden gehouden is volgens den schrijver der brochure e«*n onwaarheid. Wel worden daarvan afzonderlijke rekeningen ge houden, maar eik jaar geschieden belangrijke over drachten van een godeelte der batige saldi op andere rekeningen, waarvan ten slotte een goed deel naar Londen gaat. Tot verduidelijking zegt hij omtrent de administratie van het „Tehuis voor Dakloozen" te Amsterdam het volgende. De eet- en drinkwaren worden door het hoofdkwartier in het groot opgedaan en, met een zeker percentage verhoogd, ton laste der dakloozen-rekening geboekt. De dus behaalde winst wordt aan het geestelijk fonds gecrediteerd. In het lautst van het vorig jaar, deelt de heer Le Clercq verder mede, ontving het hoofdkwartier uit haudeu van de hoeren Ankersraif, Wüste en Hintzen een bedrag van 2480, ton behoeve van de dakloozen. Men gebruikte de dakloozen echter om het gebouw „De Vrede" inwendig te" vertimme ren tot logement. De kolonel moot den schrijver destijds persoonlijk hebben verzekerd, dat met de exploitatie van dit logement zeker 10 pCt. zuivere winst was te behalen. De vruchten vau den arbeid der dakloozen, die mede uit de boveugenoomde gift betaald werden, kwamen dus niet ten goede van het dakloozenfonds. De schrijver beweert dus op deze gronden, dat het geestelijk en het maatschappelijk fonds niet strikt gescheiden worden gehouden, eu herinnort er aan dat Frank Smith de leiding der „Social Reform Wriüg" uit zijne handen gaf, omdat hij overtuigd zeide te zijn, dat er niet eerlijk werd omgesprongen met het geld, dat voor dakloozen en armen werd ge geven. Ook over den algemeeneu geest onder het „Le ger" hier 4e lande, wordt in de brochure een eu an der ten kwade gezegd. De schrijver beweert, dat de lijders, Je stafofficieren, door een bijna wekelijksche kunsflfiatige bewerking voortdurend op nieuw iu oen staat van hypnose worden gebracht<lat in meer dan een korps de onreinheid do stoutste voorstelliugen overtreft, en dat de vereering van den „generaal" onderofficieren en minderen volstrekt niet zoo groot is als meti denkt. Elke toejuiching, elke „Halleluja", elk „Amen", dat hem bij zijn komst werd toegeroopeu, was te voren door Herbert Booth geregeld en bevolen; eu overal is en wordt diezelfde methode geyolgd. f Zooals wij reeds mededeelden, heeft kolonel Oli- pbaut zich nedergezet, om de beschuldigingen door deu heer Le Clercq tegen hi t Leger des Heils uit gebracht, te weerleggen. Men zal dus zijn autwoord hebben af te wachten om in staat te zijn, zich vamden werkelijken toestand een juiste voorstelling te maken. Onze lezers weten reeds, dat ook in Canada dezer dagen een ex-briga- dier van hef "Heilsleger een kruistocht togen het Leger heeft aangevangen. Nationale belungpi in West-Iwliè verwaarloosd, is de titel van een opstel 'in de Vragen van den Dag, waarin Prof. Dr. G. A. F. Molengraaff in het licht stelt, hoe er, als een gevolg vau onkunde en onachtzaam heid, 'voor onzen staat eu voor de bewoners onzer West-Indische eilanden schatteD verloren gaan. Een jong Engelscbman John. Goddeu ontdekte in 1871 bij toeval dat de bodem van het eilandje Klein- 1 Curacao bijna-geheol uit phosphaat phosphorzure kalk bestond. Hij wist van den raad vAu Bestuur over het^eiland Owraqao voor eeu prijsje vergunning te krijgen tot het ontginnen dezer kostbare, in 's gou- vernement8 doraij'nen txerustende delfstof. Do Cura- tjaonaars lachten den excentrieken vreemdeling eerst uitmajr deze lafchte met meer welbehagen, toen zyno vondst hem in tien jaren eenige millioenen, zuivere winst opbracht. Nog acht jareb ging hij daarna voort met^in Kleib-Cura^ao phosphaat te dol ven. thans is do voorraad uitgeput. Intu8schon was er in 1875 op Curasao zelf ditmaal op particuliero gronden, phosphaai gevonden. Ook van de ontginning daar whist John Godden zich op voordeelige voorwaarden meester te maken. De ko loniale soha.tkist heeft daarvan in de loop der jaren enkele tonnen uitvoerrecht gebourddo ontgiiwier misschien evenveel millioenen winst. Hot eiland Arqba was toen aan do beurt. Het recht van het gouvernement om te beschikken over dezen, in 1867 in cousessie uitgegeven grond, moest eerst iu 1877 door een arrest'van den Hoogen Raad vastgesteld worden. Daarna ging de regeering voor de eerste maal over tot eene openbare inschrijving, die weder ten gunste van Engelschen uitviel. Het gouvernement geboot dientengevolge in vijf jaron tijds ruim een millioen aan coucessierochtde aandeel houders ontvingen dividenden, afwisselende van ruim 25 tot 90 pet. Uit dezen loop van zaken heeft onze regeering nog .niet de leering geput dat het zaak kan zijn, den bodem onzer West-Indische eilanden een geo logisch ondeizoek te doen ondergaan. En is het aldus gesteld met de eilanden, omtrent Suriname is men niet beter ingelicht. „Onze kennis, zegt Prof. Molengraaff, van den bo dem, /an de planten- en dierenwereld, van de be volking van heden en voorheen is nog uiterst gering. En inderdaad wordt tot ons niet gering moreel on materieel nadeel weinig of uiets gedaan, om daarin verbetering te brengen. Tot ons moreel nadeel, omdat wij ons daardoor noodwendig aau de minachting prijs geven van andere mogendheden, door wie in datzelfde West-Indië geen kosten worden gespaard om door wetenschappelijke onderzoekingen het aanzien en het iutellectueele peil harer koloniën te verheffen; tot ons materieel nadeel, omdat voor onkunde op ieder gebied streng wordt geboet, vooral daar, waar beter toegerusie buren steeds gaarne bereid zijn van haar partij te trekken. Gelukte het mij, naar ik hoop, aan te toonen, hoe gevoelig wij voor ons gebrek aan keunis van den bodem onzer West-Indische koloniën reeds gestraft zijn en nog steeds gestraft worden, zeker zou het aan deskundigen niet moeilijk vallen aau te toonen, dat onze hoogst gebrekkige kennis van het terrein, van de plantenwereld, kortom van de geheele natuurlijke gesteldheid dier koloniën, evenzeer talloozo hulpbronnen en rijkdommen door ons onopgemerkt doet blijven of voor ons doet ver loren gaan. Nog i9 het wellicht tijd door intellectueelo krach ten en kapitaal op do juiste wijze te besteden, kan misschien nog veel nog veel verkregen en herwonnen worden. Doch blijft men in Nederland in eene werkelijk onbegrijpelijke onverschilligheid omtrent de West-Indische koloniën volharden, dan zal wellicht de tijd niet ver meer zijn, dat ondernemende vreem delingen alle rijke hulpbronneu dezer koloniën, voor waar niet te onzen bate, zulleu hebben ontdekt: zy zullen dan de heerlijke vruchten genieten, en voor ons niots dan een waardeloos omhulsel laten. Dan zullen onze schooue West-Indische bezittingen als zoovele stukken wildernis tusschen hare bloeiondo en rijke naburen liggen, droevige getuigenis aan gemis aan kennis en energie. Moge dit sombere beeld nimmer verwezenlijkt worden De eerste volksvergadering op Trafalgaf-square iu Londen had Zaterdag namiddag plaats. Een door den 8ociaal-deraocratischen bbnd ingerichte opto *ht van 600 werkloozeu trok met muziek voorop naar het plein; in den optocht voerde men roode vlaggen mede, terwijl de betoogers de Marseillaise zongen. Het aantal nieuwsgierigen was veel grooter dan dat der eigenlijke deelnemers. Voor de vensters en op de balcous was geen plaats onbezet. I)e redevoeringen waren gematigd. Men nam*een motie aau, waarin aan de regeering wordt gevraagd, de plaatselijke overheid te machtigeu werk te ver schaffen. De menigte ging daarna kalm uiteen, zonder eenige ongeregeldheden te veroorzaken. Door de., politie waren alle noodige voorzorgsmaatregelen genomep. De morgen door den Belgischen Koning uk te spreken Troonrede zal zeer kort zijn. De koning zal er op wijzeu, dat de betrekkingen met andere landen vriend schappelijk zijn. Vervolgens zal de koning een be roep doen op de eendracht en de wijsheid van de wetgevende macht, om de Grondwet ton beste van het land te herzien. Geen andero punten zullen door den koning worden aangeroerd. Iu het programma van het bij de plechtigheid te volgen ceremonieel is, ondanks de agitatie welke op touw wordt gezet, geen verandering gebracht. Zeer strenge maatregelen van voorzorg worden door de« politie genomen. In de regeeringskringen gelooft men niet dat Dinsdag iets zal geschieden. Men ver wacht enkele kreten „leve het ajgemeeu stemrecht" te hooron, maar daartoe zal alles zich bepalen. Voor wanordelijkheden bestaat geen vrees. In het manifest der Association liberale, dat thans overal is aangeplakt, wordt gezegd, dat de commissie uit de Kamer door de verwerping vau liet algemeen stemrecht den wil des volks heeft miskend. Het is noodig, dat de Koning en de Kamer zich niet kun nen vergissen mot betrekking tot de wenschen van het land. De burgerij der hoofdstad moet daarom door een vreedzame betooging den wil van de natie doen konnen, door tijdens het voorbijtrekken van den t koninklijken optocht den kreet „leve h®t algemeen stemrecht" aan te heffen. Do arbeiderspartij besloot een oproeping tot het leger le richten en daarin de soldaten te herinneren dat zij niet mogen vergeten dat huu bloedverwanten arbeiders zijn. Allo werklieden zijn tegen Dinsdag opgeroepen om in het Maison du Peule saam te komen, ten einde van daaruit naar de betoogiug te trekken. De mijnwerkers van Carmaux, aan wie gratie is verleend, zijn, te dier plaatse aangekomen, Itls het ware in triomf binnengehaald. Rondom deu geheelen omtrek van het station waren hoopen mannen, vrou wen en kinderen geschaard, de Carmagnole zingende. Bloemruikers werden uitgereikt aau de weer binnen gekomen gasten, die allen gedekt waren met de roode muts. Het eerste bezoek werd aan de svndicale Kamer gebracht, waar de nieuw aangekomenen weer ovatiën wachtten. Kleine meisjes, gekleed in het rood, kwameu hen begroeten. Toen dit alles geëin digd was, begaven de vrijgelaten mijnwerkers, gevolgd door een grooten stoet, zich naar eene herberg, waar gedronken en braaf geklonken werd op den weg werd rood Bengaalsch vuur ontstoken „Leve de sociale revolutie was de kreet, onder welken men uiteenging. Groot opzien baren eenige officieuze artikel eu in het Militar JVvchenhlattwaarin tot verdediging van de legerwetten wordt gezegd, dat do tegenwoordige toestand van het leger niet voldoende en dat de landweer minder waard is. In den oorlog met Frank rijk zou de laatste meermalen getoond hebben, te kort te zijn geschoten. Deze artikelen vindon ernstige tegenspraak in de bladen van verschillende partijen, zooals de Vossische, de National-Zeitung en de Kreuz-ZeitungDeze waar schuwen de regeering ernstig tegen een zoo beden kelijke bewijsvoering, omdat daardoor het vertrouwen in het leger wordt geschokt, en een burtenlandsche tegenstander daardoor aangemoedigd moet worden. Daarbij wijst meu op vroegere rodevoeringen vau Bismarck en van Caprivi, over de vroegere leger- voorstellen, welker waarde destijds gezocht werd in meerdere gebruikmaking van de landweer. De National Zeitung zegt: Zulk een tegeuspraak binnen enkele jaren in zaken van zoo groot gewicht, doet vragen of het vertrouwen in de leidende persoon nog zal kunnen dienen bij het nemen van beslissin gen op staatkuudig terrein. Uit Spanje komen tegenwoordig allerlei ongunstige berichten. Het is er verre van rustig. Vau hunne Columbusfeesten hebben do Spanjaarden weinig ge noegen beleefd. De gezamenlijke feestvieringen heb ben niet alleen raoetou onderdoen voor het Colum- busfeest der Italianen te Genua, maar te Grenada zijn zij zelfs geheel m het water gevallen. En hier juist wilde meu alles op grootsche schaal aanleggen. De koningin had beloofd bij de onthulling van het Columbusgedenkteeken tegenwoordig te zijn. Daar de kleine koning echter pas van zijn ziekte hersteld en nog verre van sterk is, ontrieden de gèueesheoren der regentes haar bezoek aan die stad* Het besluit van uitstel wekte bij de bevolking der stad groote ontevredenheid en de republikeinen, die Grenada als hun bol work beschouwen, hebben het vuurtje flink aangestookt. Het houten oVnhulsel van het beeld van Columbus werd door de volksmenigte afgebroken en vau alles werd een groote brandstapel gemaakt, welke weldra in vlammeu opging. Do tri bune voor de vorstelijke ga9ten onderging het zelfde lot. De zaak had ernstige gevolgen gelijk uit Madrid bericht is, zijn zoowei de prefect als de/burgemeester vau Madrid en Grenada afgetreden. De openbare raeoning is zeer ontevreden, ook de pers te Madrid valt de regeering aan men spreekt nieJt alleen van een ministerieele crisis, maar zelfs van een aanstaande* afkondiging der republiek te Cacares, Natuurlijk hebben al deze voorvallen een dieperen grond dan enkel het besluit der regeering om 's ko- nings gezondheid niet op te offeren aaii het volks vermaak. De republikeinen grypqn elke gelegenheid aan om de regeorinh afbrouk te doen, en waarschijn lijk zal deze zich niet lang meer kunnen staande houden. De conservatieve partij is verdeeld en hare geheele ontbinding is slechts een quaestie van tijd. Haar dood wordt niet veroorzaakt, maar verhaast, door voorvallen als het gebeurde te Grenada, alsook door het geheel onverwachte bezoek, dat de minis ter-president Canovas del Castillo met zijne echige- nooto en gevolg vau eenige getrouwe Senaatsleden en afgevaardigden onlangs aan den minister van ko* loniën Romero Robledo bracht. Nog twee dagen te voren had Canovas een uit— noodiging van zijn mededinger afgeslagen. Nu liet hij zich een schitterende ontvangst op diens buiten- verblyf wolgevallen. Dit maakte vooral een zfeer ougunstigon indruk, omdat Robledo den burgemees ter van Madrid, tegen wieu een gerechtelijk onder zoek aanhangig is openlyk beschermt. Wellicht zal een overgangsministerio-Martinez Campos weidra do deur openen voor een vrijzinniger Spaansch kabinet dan dat van Canovas. De Hongaarfche commissie voor de financiën heeft by do beraadslaging over het voorloopig toestaan van een twaalfde der begrooiing Szapary ondervraagd over het gerucht dat een ministerieele1 crisis is ontstaan. Szapary verklaarde daarop niet de verantwoorde-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2