BINNENLAND.
Rultenlandsch Overzicht.
andere formule, die aan den eenen kant de
werklieden, welke lezen en schreven kunnen
en geregeld in hun Onderhond voorzien, in
sluit en aan den anderen kant buitensluit de
landloopers, de bedelaars van beroep, in één
woord al diegenen, welke ten eenenmale, door
gebrek aan een regelmatig middel van bestaan,
afhankelijk van anderen en daardoor onge
schikte kiezers zijn. «3X6
Mocht ten slotte blijken, dat de' Minister
gelijk heeft en er geen proefhoudend criterium
te vinden is behalve zijn negatief kenteeken
van welstand, welnu, dan zal ieder weldenkend
liberaal zich liever nederleggen bij de in zijn
oog gewaagde proefneming dan de pas af te
snijden tot eene allernoodzakelijkste hervor
ming. Niemand ontkent de wenschelijkheid
eener zeer ruime uitbreiding der kiesbevoegd
heid. Wij hebben verzuimd in tijds de bakens
te verzetten en moeten nu een grooter stap
doen dan in normale omstandigheden wensche-
lijk is. Maar de voorzichtigheid gebiedt toch,
dat wij ons niet al te ver wagen. De vurige
voorstanders van het ontwerp voeren als ar
gument aan, dat anders de agitatie zal vooit-
duren. Dit achten wij geen bezwaar. Daar
enboven, ook na aanneming van dit ontwerp
zullen de voorstanders van absoluut algemeen
stemrecht niet voldaan zijn. Ook de eisch
geef dan zelf een ander stelsel.' laat ons koud.
Dit is niet het werk van particulieren. De
Regeeriag, die over de gsgevens beschikt, welke
daartoe noodzakelijk zijn, kan trachten aan de
gemaakte bedenkingen te gemoet te komen en
wij twijfelen niet of zij zal in die richting
werkzaam zjjn, ten einde zich aldus de harte-,
lijke medewerking te verzekeren van allen/
die in hoofdzaak zich met haar plannen ku»-
nen vereenigeu.
GOUDA, 9 November 1892.
Door den Commissaris der Koningin zijn herbe
noemd tot Leden van het College van zetters alhier
voor 's Rijks directe belastingen de h.h. C. van
Veen en B. H. van de Werve Sr. en in de plaats
van den heer P. Goedewaagen, die eene herbenoe
ming niet heeft aangenomen, benoemd de heer H.
W. ij. Koning.
Heden viert onze geachte stadgenoot, Dr. A. Ro-
meijn een gedenk waard igen feestdag. Het is nl.
heden 60 jaar geleden dat bij zijn loopbaan als ge
neesheer begon. Gebeurt het slechts zelden, dat het
iemand gegeven is zoo lang werkzaam te blijven ten
nutte van zijna stadgenooten, het is inderdaad een
groote zeldzaamheid dat m?n op den leeftijd van den
jubilaris nog zoo volkomen in het bezit is van zijn
vermogens dat men dergelijken feestdag nog met op
gewektheid kan vieren.
Na de biographie, die Dr. Levedag dezer dagen
in ons blad publiceerde, mag hot onnoodig lieeten
opnieuw een leveussohets van den verdienstelijken
mau te geven. Thans mogen wij ons bepalen met
mede te dealen wolke hartelijke bewijzen van belang
stelling hem werden gegeven.
Uit de ingezeteuen van Gouda had zich oen Comité
gevormd, bestaaude uit de hh. W. J. Fortuyn Droog-
leeyer, J. M. Noothoven van Goor, C. G. van der
Post, J. A. P. Montyn en P. Sauerbier, die don ju
bilaris namens vele patiënten en vrienden oen stof
felijk blijk hunner vereeriug aanboden.
Dit bestond uit een fraai bronzen beeld Fainqueut
op een zwart piëdestal, met de inscriptieHuldeblijk
aan Dr. Adriaan Romeijn 1832 -9 Nov.1892.
Daarbij was gevoegd een prachtig album vau rood-
1832
bruin fluweel, waarop met goud borduursel9 Nov.
1892
met zware vergulden knoppen in den hoek. In dil
album staan de namen van hen, die aan het ge
schenk bijdroegen, docb daaraan gaat vooraf een keurige
penteekening, bestaande uit, behalve het wapen van
Gouda, een vrouwenbeeld mot het ouderschrift
Medicina, terwijl de woordenUit hoogachting en
erkentelijkheid de bron te kennen gaven, waaruit het
huldeblijk voortvloeit. Het album ligt op eou keurig,
elegant tafeltje, met marmeren blad en verguld voet
stuk. (1) Een en ander munt uit door smaakvolle
uitvoering en genoegen doet het ons to kunnen cou-
statoereu dat alles door Goudsche ingezetenen gele
verd is. Het beeld door den heer YV. Begeer, het
album door de firma Wed. A. Quant, het tafeltje
door den heer F. Stroeve.
Dit huldeblijk werd den jubilaris door genoemd
Comité, onder een hartelijke toespraak van den heer
W. J. Fortuijn Droogleever, overhandigd. Zichtbaar
getroffen aanvaardde Dr. Romeyn het geschenk hem
door zijn patiënten en vrienden vereerd.
^Doch niet alleen zijne patiënten en vrienden ge
voelden behoeften Dr< Romeijn hunne waardeering
te toonen, ook zijne collega's vereerden hem een stof
felijk huldeblijk, nl. een artistiek beeld in terra cotta
voorstellenduMercurius, terwijl ook het Burgerlijk
Armbestuur waarvan de jubilaris sinds het jaar 1848
lid is, hem een smaakvol cadeau overhandigde.
Onnoodig te vermelden, dat hem van verschilleuuti
andere zijden ook treffende blijken van hartelijk^
toegenegenheid werden vereerd.
Wij spreken zeker uit naam van vele Goudsche
ingezetenen als wy de hoop uiten dat het Dr. Ro
meijn gegeven moge zijn nog eenige jaren te ge-
nieteu vgu de rust, die hem na een zoo werkzaam
leven ten volle toekomt!
(I.) Naar wij vernemen is het cadeau met album
voor hen, die daartoe een bijdrage leverden, te zien
op Maandag 14 November van 10 tot 4 ure des
namiddags ten huize van den heer vani der Post.
Heden middag is uit do Kloikado nabij de spoor
brug opgehaald het lijk van den heer C. J. F. die
sedert Vrijdag de echtelijke woning had verlaten.
De heer Willem van Leer, uit Amsterdam, hield
gisterenavond in eeno vergadering van het Dep.
Gouda der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
do aangekondigde voordracht.
Spr. begon met de vraag of zijne toehoorders de
schen, wij kunnen onze bevindingen niet zoo rond
bazuinen." En Amanda haastte zich om te verze
keren, dat dit ook juist haar gevoelen was. Haar
moeders onschuldige ingenomenheid mot zichzelve
sneed haar door de zielwant hoowel er geen aut-
woord gekomen was uit Washington, betrapte Amanda
Gedge er zich zelf op, dat zij de dagen telde tot
den le Mei. Zij wist niet waarom, zij voelde alleen
maar dat er iets zou gebeuren.
Maar die zachte voorjaarsdagen kwikten juffrouw
Gedge aanmerkelijk op es zij kwam weder geheel
tot rust; want niets van den President hoorende,
verdween de schrik over dien brief (dien zij eerst,
zóó grievend voor haar gevoel, verkeerd begrepen
had) langzamerhand geheel uit haar geheugen. Amanda
kon niet nalaten te denken, dat zulke vergetelheid
een teeken van zwakte was, en zij deod haar dage-
lijksch werk met een bezwaard gemoed. De tweede
week in April verklaarde juffrouw Gedge, dat, alhoe
wel zij zich beter voelde, zij er over dacht eenige
dagen niet naar het postkantoor te gaanhot kruien
in den rolstoel daar heen deed haar pijn aau het
gebeente, en zij wilde even graag in de keukon blij
ven, verzekorde zij. Maar natuurlijk hield zij het
oog op hei postkantoor, en zag de diligence 's mid
dags komen aanhobbelen, en lette er op hoe het
bij-de-handsche paard onrustig stond te trappelen,
terwijl Oliy de brievenmaal aan Amanda overhan
digde. Daar zat een man op den bok naast Olly,
die niet weinig haar nieuwsgierigheid gaande maakte
en toen haar dochter binnenkwam voor het eten,
vroeg zij: „Mandy, heb je op hem gelet?"
z/Hij had een heel pleizierig voorkomen, Mandy,"
vond zij, terwyl haar dochter zonder iets te zeggen
haar stoel bij de tafel schoof, „zoo recht aangenaam,
maar hij was dikofschoon, daar kan men hem geen
verwijt van maken. Wie zou hij kunnen wezen,
denk je? Hij had een hondje naast zich zitteu. Ik
mag graag een man vriendelyk zien omgaan met een
houd. Het is niet de raarLu^ttfcai machines
wie weet of het niet de
«Of een colporteur," raeeMoAmandS&Ik houd
van colporteurs, dio hebben altijd zooveel conversatie.
Soms denk ik wel eens, als ik het geld had, dan
zou ik in staat wezen een boek van hen te koopen,
zij kunnen zoo aardig prateu over boeken."
„Hy keek met alle aandacht naar de deur vaü de
schuur," verklaarde juffrouw Gedge. „Ik wed dat
hij nog nooit een deur van een schuur zoodanig
geschilderd heeft gezien. li weet niet of wij toch
niet beter deden met hot te laten veranderen, Mandy
«Ik wed dat hij het heel aardig vond, moeder,"
hernam haar dochter vriendelijk.
„Nu, hoe dan ook, als mijnheer Tbyme hier komt
voor de brieven, kind, denk er om dat je vraagt wie
hij is. Het is nog veel te vroeg voor iemand om
buiten te komen."
Het was heel prettig om een nieuw en belangwek
kend onderwerp voor een gesprek te hebben. Wil
liam Sprague voor den kleinen spiegaf in het loge-
aardige opérette „Rip" van Winkle kende. Hij
bracht den hoofdpersoon daarvan in herinnering
zijnde iemand, die na 20 jaren absentie in zijn va
derstad terugkwam, doch tot zijn teleurstelling daar
geheel oen vreemdeling was geworden. De ouden
van dagen waren gestorven, de volwassenen van
eertyds oud geworden, de kinderen mensohen. Eerst
nadat hij een lied „het lied der liefde" had gezon
gen word hij herkend door hen die dat lied ook
vroeger van hem gehoord hadden. Spr. nu ver
keerde eenigszins in Rip's toestaud. Gouda was
zijn geboortestad, déar had hij zijn jeugd gesleten,
onderwijs ontvangen, lief eu leed gesmaakt. Twintig
jaren geleden was by vertrokken en thans kwam
hy als vreemdeling weór. Vroeger kende hij alle
inwoners, thans nagenoeg niemandArmer aan
illusiën, doch rijker in levenservaring betrad hij weêr
zijn geboorteplaats en het deed hem werkelijk ge
noegen daar als spreker te mogen optreden.
De heer van Loer sprak daarop over de Nieuwe
Gids en de letterkundige bewoging van de laatste ja
ren. Hij bracht eerst in herinnering wat aanleiding
had gegeven tot oprichting van dat tijdschrift
schetste de voornaamsten der jongere letterkundigen,
als van Eeden, Kloos, van Deijssel (Alb. Thijra)ea.
en betoogde hoe onbillijk het was steeds met de
auteurs van de Nieuwe Gids to spatten en te lachen,
terwijl er in hun werk toch zooveel verdienstelijks
was. I)at men dit niet steeds begreep, was toch
geen reden om hou te veroordeoleu. Voorts moeit
men niet vergeteu, dat genoemde letierkundigeu steeds
mot ijver en ernst studeorden en bepaald vorderingen
maaken, zoodat eigenlijk eerst na 15 of 20 jaar met
beslistheid kon uitspraak gedaan worden in hoeverre
zij recht hadden op meer of mindere waardeering.
Spr. die zijn voordracht geheel als een causerie
wilde beschouwd zien, deed ons voorts kennis ma
ken met verscheidene gedichten van de Nieuwe Gids
mannen, die zijn keus eer aandeden.
Het talrijk publiek smaakte blijkbaar veel genoe
gen in de voordracht, zoodat hot hoopt den heer
van Leer nog eens terug le zien.
Door de politie te Gouda is aangehouden de per
soon van A. do R. die in Juli van dit jaar een pak
manufacturen van het station alhier heef; ontvreemd,
en verleden week een koffer inhoudende dito. De
meeste dier goederen zijn opgespoord.
Ds. Osiuga, alhier heeft bedankt voor het beroep
bij de Ned. Geref. kerk te Soheveningen.
In de zitting dor Rotterdarasche Arr. Rechtbank
van gisteren werden veroordeeld
Th. J. D., oud 49 jaar, pijpenmaker, en W. K.,
oud 45 jaar, sjouwer te Gouda, wegens diefstal, tot
2 dagen gev.
Voorts werd vrijgesproken M. v. d. K., huisvrouw
vau J. van 't R., logeraenthoudster te Gouda, die in
de vorigo week had terechtgestaan, beklaagd vsn
koppelarij.
Men meldt uit Zegwaart aaugnande den door om
gisteren vermelde misdaad
Gisteren ochtend te 9 uur is alhier een moord
aanslag gepleegd door zekeren Quirinus Westhoek,
een 24-jarig boerenknecht, die verkeering had met
eene 23-jarige dienstbode, Anna Maria van Daalen
ment bezig om zich wat op te knappen, had er geen
flauw vermoeden van, hoeveel blijdschap zyn komst
bewerkstelligd had. Dat William zoo vroeg reed»
in Penuivilie kwam, was, omdat zijn overgroot geluk
hem tot de eene of andere handeling noopte. De
dag dat aan juffrouw Gedge bekend gemaakt werd,
dat haar aanvraag om ontslag wenscholijk werd ge
acht, was aan William Sprapue een bericht afgezon
den, dat een afsphrift behelsde van dien brief, dien
volgons juffrouw Gedge'a uitdrukking „zij verkeerd
had opgevat."
Hij las dion uit louter voldoening wel een dozijn
keeren per dag over, en dan scheen eiken dag dis
lo Mei hem verder afhij pakte dadelijk zijn koffer,
en nadat hij een week lang den last gehad had van
in- en uitpakken, wanneer Jiy het een of ander noo-
dig had, viel het hem in, dm het beste wat hij kon
doen zou wezen om Jimmy iimo te nemen en onmid
dellijk naar Peunivtllo tc tref ken, om, inafwachting
van den verlangden datum, alvast om zoo te zeggen
kennis te gaan maken met zijne nieuwe omgeving.
„Het duurt nog veertien dagen eer ik mijne be
trekking als postdirecteur aanvaarden moet," ver
haalde hij aan zyne vrienden, „maar intusschen wil
ik (Je gewoonten vac het plaatsje en van do men-
schon leeren kennen, om een goed inzicht in rayn
werk te verkrijgen."
(ftordt vervolgd.)
De aanslag heeft plaats gehad op het erf van den
landbouwer J. A. vau Straalen, aau deu Zegwaart-'
sehen weg naby het gehucht den Hoorn, waar ge
noemde A. M. van Daaleu dienstbaar was.
Te vergeefs had hij beproefd zijn meisje in eene
schuur te lokken, waarna hij haar op het erf ver
raderlijk met een mes is aangevallen, en haar, na eene
hevige worsteling, vier sneden achter in den hals heeft
toegebracht, en verscheidene verwondingen aan de
handen.
Blijkbaar heeft hij beproefd haar den strot af te
snijden, wat hem echter, doordien zij voorover was
gevallen, niet gelukte.
Op hare angstkreten kwamen verscheidene perso
nen toesnellen. Een der eerst aangekomenen gaf
Westhoek met een mik een klap op het hoofd en
op den arm waardoor hij het mes liet vallen.
Na het weder opgeraapt te hebbou, verwjjeferdo
hij rich door het land, en werd later gevonden,
staaude tegen een balie in hot gehucht den Hoorn,
kalm een sigaar rookeudc.
Inmiddels werd politie en geneeskundige hulp in
geroepen, die spoedig ter plaatse aanwezig waren.
De verwonde was intusschen naar binnen gedragen
en te bed gelegd, waarna het eerste verband werd
gelegd.
Westhoek werd spoedig gearresteerd en aan eon
voorloopig verhoor onderworpen. Hij bleef uiterst
kalm, en hield vol dat het hem enkel te doen was
gew'eest om do meid vau kant te maken, en hij van
het gebeurde volstrekt geen spijt had*
's Avonds is hij na verhoor voor de rechterlijke
autoriteiten naar de gevangenis le 's-Gravenhage
overgebracht. De voornaamste beweegreden voor
deze gruwelijke daad moet zijn jaloezie. Reeds 5
jaren had hij met haar verkoering gehad doch het
was reeds meermalen rtf geweest eu zeer dikwijls
hadden zij oneenigheid en ruzie.
Nog dienzelfden avond is de gekwetste per vige-
lante naar de ouderlijke woning overgebracht.
Bij het verzenden van dit bericht was zij naar
omstandigheden vrij wtl.
De Duit8ch-Oo8tenrijksche „afstandsril", die het
van alle kanten zeer ontgelden moot zoowel van
Ouida als van Bismarck eu zoovele andoren is
dezer dagen ook mot vracht als argument gebruikt
in een proces. Een boer uit het gebergte Kaiserstuhl
in Baden, die nogal kras gebruik gemaakt faatl van
de zweep, om zijn onwillige paarden vooruit te krij
gen, werd wegens dierenmishandeling door de poli
tie tot een geidboete veroordeeld! Hij liot echter
de zaak voor de rechtbank komen en verdedigde zich
Zilt „Als ik by die uitoefening van mijn beroep,
in een vlaag van ergernis myn paarden wat hard
sla", zeide hij, „dau is dat strafbare dierenmishan
deling. Maar als de lieereu van Berlijn naar Weenon
rij len en zooveel paarden bederven of dood maken,
dan is dat geen dierenmishandeling. Die wordt alleen
gestraft by ons, do arme lui."
De rechtbank bleek met die critiek in te stemmen
en sprak den man vrij, zonder kosten.
In de trams te Belgrado een nieuwigheid voor
de Servische hoofdstad be tale u kinderen half geld
evenals bij ons in de spoortreinen. Daarby wordt
echter niet gerekend naar den leeftyd, maar naar de
grootte der kleine passagiers. Alleen kinderen, die
nog geen meter lang zijn, rijden voor half geld. Door
verscheidene in den wagen aangegeven metermaten
is de contróle gemakkelijk veel gemakkelijker dau
die van den leeftijd.
Door den adviseur aan het ministerio van binnen-
landscho zaken, waarnemenden in-pecteur van het
geneeskundig staatstoezicht in Zuid-Holland, is ge
wezen op lhet gevaar, dat de bleekerijen en wassche-
ryen opleveren voor verspreiding der cholera, en is
dientengevolge aan verschillende burgemeesters van
gemeenten, waar dergelijke inrichtingen gevestigd zijn,
in de vorige maand de volgende circulaire verzon
den
Bij het toenemen der sporadische gevallen van
cholera in deze provincie, acht ik my verplicht uwe
aandacht te vestigen op het gevaar, dat uit de vele
waschinnchtiugen in uwe gemeente voor de ingeze
tenen en m de allereerste plaats voor het personeel
met het wasschen vaöi het vuil linnen belast, in de?e
tyden kan voortvloeieh.
De onderviudiug toch heeft zeer beslist aangetoond,
dat voor de verspreiding der cholera de vuile wasch
een zeer gevaarlijke factor is.
Talrijk de gevallen, waarin door het wasschen
van ondergoed en lyflinnen, afkomstig van lyders aan
cholera, de ziekte overgedragen werd op hen die
zich daarmede onledig hielden eu op foni, die gebruik
maakten van het vyater, waarin dit goed werd gewas-
schen. In verschillende gemeeitfén is op die wijze
do epidemie ingeleid.
En het ligt voor de hand, als men bedenkt, dat
arbeid van vrouwen en kinderen, het tegengaan van
de dronkenschap, de verbetering der arbeiderswo
ningen en van de voorwaarden waaronder zij in
eigendom kunnen worden verkregen, het wegtiemen
van de misbruiken bij de uitkeering der loonea, de
ontwikkeling der instellingen van voorzorg, van hulp,
van verzekering en van pensioen.
Sedert dit programma voor een groot gedeelte is
vervuld, zijn er andere, niet minder belangrijke wetten
aangenomen.
De opperste arbeidsraad heeft aan de belangen
de cholera-8raetstof in de ontlastingen der lijders ze
telt en langen tijd in vochtig linnen hare virulentie
behoudt, waarbij komt dat tijdens het heerschen van
cholera steeds lichte aandoeningen van cholera-ach-
tigen aard voorkomen, die als cholerine of cholera
diorrhee verloopeude, aau (ïe voor cholera voorge
schreven maatregelen van ontsmetting ontsnappen, en
dio toch de smetstof voeren, en waarvan de faecalieu
even gevaarlijk zijn als de goed geconstateerde ge
vallen van cholera.
Het zou do meeste aanbeveling verdienen, in tijden
dat cholera voorkomt, al het vuile linnen, onmiddel
lijk nadat het op de waschinrichtiug komt, te ont
smetten, hetzij door het onmiddollijk in kokend water
te brengen eu door te koken, hetzij door h^t eenige
oogenblikken in den ontsraettingsoven aau den invloed
van verzadigden stoom bloot te stellen. Deze boide
operatiën zullen echter vermoedelijk veel bezwaar
ontmoeten, vooral wegens het aorteeren.
Waar deze voorzorg dus iu den regel niet wordt
aangewend, zij in overweging gegeven, de sorteersters
ernstig er op te wijzen, dat zij tijdens lmren arbeid
niet met de handen aan den mond tornen en telkens
wannoor zij haren arbeid hebbeu geëindigd hunne
handen wasschen mot sublimaatoplossing 1 2000
en daarna met warm zeepsop.
Vooral ook# worde niet gegeten of gedronken in
het waschlokaal en niet voor dat de handen gowas-
schen zijn. Ook verdient aanbeveling, dat zij bij het
werk oen linnen overkleed' aantrekken, dat in het
werktaal blijft eu van tijd tot tijd met sublimaat
water wordt ontsmet, zoomede dat in de lokalen voor
de grootst mogelijke reinheid worde zorg gedragen
en de latrines dagelijks worden ontsmet.
Voorts worde er vooral voor gewaakt, dat het
wasch water worde ontsmet door creolinemengsel als
bedoeld in het koninklijk besluit van 24 Jur.i 1892
{Staatsblad No. 153) voor het in waterloozingen wordt
afgevoerd.
het ontplofte, het gebouw vernielde en politie-bearab-
ten en getuigen doodde.
Onder een levendige beweging der Kamer deelde
de president-minister Loubet de bijzonderheden over
de ontploffing in de „Rue des bons enfants" mede.
j Hij verklaarde, dat de Regeerir.g strenge maatroge-
len zal nemenen zonder medelijden voor de daders
j Te Pafys heeft wetler eene ontploffing plaats ge-
had, die 6 menschen het leven kostte. Een ontplof-
I baar voorwerp was neergelegd voor het kantoor der
j mijnmaatschappy Carmaut, word daar ontdekt en
I overgebracht naar een naburig politie-bureau, waar
i zal handelen.
Delafosse richtte over deze zaak een interpellatie
tot de Regeering. Deze nam geen genoegen met
de eenvoudige orde vau den dag, welke daarop met
358 tegen 134 stemmen werd verworperf.
Arène stelde daarop een motie voor, waarin ver
trouwen werd uitgedrukt in^ de waakzaamheid en do
geestkracht van de Regeeringdit voorstel werd aan
genomen met 359 tegen 94 stemmen.
Velerlei drukte en allerlei betoogingen, op straat
en in de Kamer, hebben te Brussel plaats gehad,
<ioch ongeregeldheden waren niet te betreuren.
De troonrede, waarmedo de Koning de zitting
opende, luidt aldus
Mijne Heeren I
De Belgische grondwet is thans de oudste op het
geheele vasteland. Zij hpeft ons dierbaar vaderland
gedurende eeno lange reoks van jaren vrede eu vrucht
bare ontwikkeling geschonken, eu meer dan eenmaal
heb ik, gelyk gy, de wijsheid dier constitutie ge
prezen.
Maar de werken der menschon hebben een tijde
lijk karakterde instellingen moeten in overeenstem
ming worden gehouden met de omstandigheden,
welke ze beheerschen moeten, en dank zij de tqjjg
stand gebrachto hervormingen, hebben onze zoo
vrijzinnige instellingen gedurende een halve eeuw
kuuuen YoldogHL Thans echter kunnen zy verbeterd
en verjongd werden, en dit deed u, in overeenstem
ming mot myne regeering bosluiten, dat er aanlei
ding is verschil lende onderdeelen on^er staatkundige
organisatie aan nieuwe studie te onderwerpen.
In dit bijzouder en ernstig onderzoek, zooals onze
grondwet bet voorschrijft, heeft het kiezerskorps van
heden u het maudaftj^egeven om eeno ruime uit
breiding van de kiesbevoegdheid tot stand te brengen.
Andere vraagstukken van gelyken geest sluiten zich
daarbij aan en deze quaesties op te lossen zal het
voornaamste werk der zitting zijn, welke thans ge
opend wordt.
Door »oor de herziening onzer grondwet eene bui
tengewone meerderheid te vorderen, hebben onze
voorvadereu willen uiidrukkon, dat zij niet het werk
eéner partij mocht zijn. In dien gerst, mijne heeren
zullea u door mijne regeertDg voorstellen worden
gedaan, en ook in dien geest, ik twijfel er niet aan
zullen zij door u worden onderzocht, en de vader-
landsche gevoelens, waarvan uwe vergaderingen be
zield zijn, telkenmale als een groot nationaal belang
op het spel staat, zijn een waarborg dat de herziene
grondwet opnieuw een werk van verzoening en een
dracht zal zijn.
Gedurende de' zitting, welke thans geopend wordt,
zullen de debatten, van zoo hoog gewicht voor de
toekomst des lands, hot grootste deel uwer werk
zaamheid iu beslag nemen, en misschien is het beter
aan de toekomstige gekozenen van een uitgebreid
kiesrecht de studie te laten der andere, nog han
gende vraagstukken. Gij zult echter er, eene eer in y
stellen, niet do studie to ouderbrekon van do mid-/''
delen, welke strekken moeten tot verbetering van*" 3
het lot der arbeidende klassen.
Toen ik bij de opening der zitting van 1886 dit
onderwerp aan uwe bijzondere zorg aanbeval, heb
ik u eene reeks belangrijke maatregelen aangekon
digd, voornamelijk betrekking hebbende op de raden
van scheidsrechters, de reglementeering van den
der arboiders (ie organisatie gegeven, welke aan den
landbouw en de industrie reeds waren gegeven, en
men kan zeggen, dat onze arbeiderswetgeving voor
geen enkele andere onderdoet Nochtans, vooral in
deze zaken moeten gedane zaken slechts eene aan
sporing zijn om nieuwe te ondernemeneu ik beveel
aan uwe welwillende aandacht de wetten aan, welke
u zullen wordeu voorgelegd, betreffende het arbeids
contract, de vorming van arabachts-groepen, de be
scherming der kinderen, de spaarkassen en do kassen
van onderling hulpbetoon.
In den loop yder laatste jaren hebben belangen van
dezelfde soort,aanleiding gegeven tot belaugrijke ver
nieuwingen in het rechts- en strafwezen. Ik zal u
slechts noemen do nieuwe organisatie der openbare
liefdadigheidde instelling van de voorwaardelijke
invrijheidstelling en de voorwaardelijke veroo^PIling;
de bescherming, aau in vrijheid gestelde veroordeelden
verleent}het tegengaan van de bedelarij en het
landloopen.
Ik twijfel niet, of do gehoele sympathie der Volk
vertegenwoordiging zal ook verzekerd zijn aan de
nieuwe pbgingen, welke zullen gedaan worden in
dezen zelfden weg om onze wetgeving te verbeteren.
Ik hoop, dat de Kamers zich ook weldra zullen
kunnen bezighouden met de voltooiing der herzieuing
van het wetboek van strafvordering en van het bur
gerlijk wetboek, alsook met de niet minder spoedei-
scheude samenstelling vau een wetboek van militaire
rechtsvordering.
De toestand der algemeene gezondheid, welke een
oogenblik werd bedreigd, is bevredigend. De locale
besturen zullen niet vergeten, dat hun eerste plicht
is te zorgen, dat aan de eischen der hygiene worde
voldaan. De regeering zal doen wat in haar ver
mogen is, om hen in deze taak te steunen eu om
onze wetgeving, voor zoover zij de gezondheid en
de geneeskunde raakt, te brongen op de hoogte van
den vooruitgang der wetenschap.
Hoewel uog altoos geducht beMtaftl, heeft de
landbouw een betrekkelijk o*ervlolw^ec oogst ge
had. Mijne regeering zal beslist voorigaan met het
aanbrengen van alle verbeteringen, welke ondornoraen
zijn, inzonderheid in het landbouw-onderwijs onder
alle vormen, in de vorming van syndicaten^en in de
ontwikkeling der verkeeringswegeu.
Dok de nijverheid en de handel beHben zware
tijden doorstom By de moeielijkhedon ingevolge
een algemeene malaise zyn zich de belemmeringen
komen voegen, welke steeds scherper wordende be
schermende maatregelen aan onzen uitvoer in den
weg leggen. Maar dank zy wonderen van kracht en
werkzaamheid, zyn onze voortbrenging en onze han
delsbeweging in haar geheel niet achteruitgegaan.
Voor verloren of iu gevaar gebrachte débouchés zijn
andere in de plaats gekomen of bieden zich aan, en
dit is een der meest aanhoudende zorgen myner
regeering.
Ouze betrekkingen met de andere staten blijved
steeds geiuigen van volkomen wederzijdse!» vertrouwen.
Herhaalde malen hebben belangrijke internationale
vergaderingen op ons grondgebied plaat9 gehad, en>.
België heeft aan die werken van den vooruitgang
steeds een eervol en werkzaam deel genomen.
Weldra, wederom zal op het verzoek der Vereenigde
Staten van Amerika te Brussel eene conferentie zetelen,
welke belast zal zyn met de studie van ornstige
problemen in verbar.d met de muntquae9tie.
De forten der Mans, thans voltooid, zullen het