Bulteiilandsci! Overzicht, i 4 aan een dochter, princes Gortsohakotf, uit zijn tweede huwelijk. Prins Gregorius nam met de verdeeling van het fortuin geen genoegen, daar hij beweerde dat de moeder van prinses Gortschakoff in 't geheel geen vermogen mede ten huwelijk had gebracht en bij gevolg de princes niet kon erven. De fransche rechter deelde deze meening niet, maar erkende toch, dat prins Gregorius te weiuig had gekregen, en ver oordeelde daarom prinses Gortschakoff tot uitbetaling van 200.000 frank van haar erfdeel, benevens 25,000 frank schadevergoeding. Hiermede verklaarde prins Gregorius zich evenwel niet tevreden, en de zaak- is thans in hooger beroep. Ook in Ruraenië maakte prius Gregorius de zaak aanhangig, en wel eerst voor de rechtbank van Jassy. Deze stelde deu Prins in 't ongelijk, en door het hof van Jassy werd dit vonnis bevestigd. Daar door niet ontmoedigd, bracht do Prins de zaak voor het hof van Bucharest, dat de zaak naar het hof van Galatz verwees. Dit hof eindelijk besliste, dat volgens het ruraeeusche reelat priusés Gortsjakoff geen aanspraak kon maken op de erfenis, omdat haar moeder geen huwelijksgift had modegekregen, en veroordeelde de prinses tot overgave van haar ge- heele aandeel in de erfenis, zijnde een huis to Pa rijs, een paleis te Sorento, eene vorstelijke villa te v Baden, uitgestrekte goederen in Rumenië, zoo groot 'als provinciën, zilverwerk, diamanten en zelfs den salonwagen, waarin prins Micbeal door Europa reisde. Dit alles te zamen bedraagt ongeveer 20,000,000 frs. Aan het officieel verslag omtrent Atjeh, tot 26 September, is het volgende ontleend Groot-Atjeh. De posten Boekit Karang, Siroeu, Lambaroe, Lamreug en Laradjaraoe werden, evenals de morgen- en middagtreinen op de tusschen die posten gelegen baanvakken, nu en dan etn weinig beschoten, terwijl ook do nabij Lambaroe uitgezonden patrouilles door hot vijandelijk vuur werden veront rust, dat echter in den regel door enkele salvo's tot zwijgen word gebracht en ons gem verlies be rokkende. v Ook bij het opruimen vau het struikgewas eu de alang-alang in het voorterrein vielen van 's vijands zijde schote^i, zonder letsel te veroorzaken. Op den !2n September word een Maleier, terwijl hij bezig was hout op een grobak te laden, op ongeveer 200 meters van de ringbaan nabij Ketapang- Doea, doodelijk verwond. De passer-gangers, die naar buiten de linie terug keerden, hadden nabij Lamtih te lijden van kwaad willigen, die hen van geld en goed beroofden. In verband met hot invallen der regens is men thans buiten de linie bezig met den sawahbouw, en «fschoon dientengevolge onder de rondzwervende benden verloop van volk viel waar te nemen, bloven toch de opgeworpen versterkingen bezet. Toekoe Nja Biutakg van Lhmbattang, die volgens het vorig verslag door kwaadwilligen vermoord 4*ouden wezen, is blijkens nadere berichten niet gedood, maar zwaar verwoud. In den avond van den 24n September overviel een patrouille nabij Lamdjamoe eeD 12 man sterke bende, welke onder aanvoering van Toekoe Sjam van Anak Paja reeds een paar dagen oin de linie had gezworven, zonder iets te hebben kuunen ondernemen. De vijand bekwam 3 dooden, waarvan er 2 in onze handen bloven, terwijl aan onze zijde de le- luitenant der inf. Doerleben en 1 mindere zwaar en 2 minderen zeer liobt gewond werden. De versterking te Segli werd nu eu dan uitj Kota Triëng besohoten, hetgeen beantwoord wer^l met geweer- en geschutvuur. Op deu I7n September vielen eenige /passer- gangor8 in een hinderlaag vau den vijand teu Z.-O. van kampong Krainat; een Chinees werd gedood, een andere verwond. Toen uit do versterking hulp kwam opdagen, wisteu de kwaadwilligen zich schuil te houden. Den 15n werd d^post te Segli bezocht door den gouverneur. De voorgenomen reis naar Kota Radja vau den radja van Merdoo is uitgesteld, met het oog op den gezondheidstoestand iu gemeld laudschap, waai thans cholera, koortsen eu audere ziekten moeten heersctfen. Op deu 15n September vertrok van Oleh-leh nog een compaguie iufauterie naar Edi, hoofdzakelijk ter vervauging van het detachement, dat iu Juli jl. derwaarts was gezonden. Van de aauwezigheid der troepen word zooveel mogelijk partij getrokken om verkenningeu in den omtrek van Edi tex maken, o. a. uaar het op ongoveer 11 paai van gemelde plaats gelegen Bagoe, waarbeen een zeer goede weg leidt, en naar Seuehoeh-Atjeb, waar, naar men meende, nog eenige volgelingen van Toekoo Nja Makara zich zouden bevinden. De bevolking, die allervvege een vriendschappelijke gezindheid aan deu d.ig legde (tneu kwam do troepen met versche klappers te gemoet), was rustig aan den arbeid, terwijl overal vrouwen eu kinderen aanwezig wareu. Het weder was gedurende de eerste dagen van den vurslagtijd zeer regenachtig, later droog en warm. Hevige westenwinden vergezelden de regens. De gezondheidstoestand was over het algemeen guustiger. Het gemiddeld ziektecijfer bedroeg per dag 21, tegen 22.1, en dat van do beri-beri 8, tegen 8 gedurende deu vorigen verslagtijd. Het sterftecijfer was Jagorl4 Het spoorwegongeluk bij Thirsk. Markies vau Tweeddale, een van de passagiers iu de Pullman car vau deu sneltrein, welken het vreeselijk ongeluk overkwam, dat aan tien reizigers het leven kostte, verhaalde omtrent zijn wedervaren o a. het volgende ^iau een redacteur van do Scotman Wij maakteu ongeveer 60 mijlen in het uur, eu met die vaart liepen wij op een met ijzer geladen goederentrein. Gelukkig was ook deze troiu in be weging. Zoo die trein stilgestaan bad, ware de ramp, toch al erg genoeg, nog erger geiveest. Ik geloof dat de reizigers in den Pullman-wagen allen sliepen. Wij werden allen in 't rond geworpen. De lampen gingen uit, en de ruiten rinkelden in scherven over den vloer. Elke beweging iu de stikdonkere duis ternis was gevaarlijk. De houteu afscheidingen iu deu waggon waren allen gebroken eu door elkaar gesmeten. Wonder boven wonder, bobben wij geen van allen van die woest dooreengoworpen overblijf selen vau den wagen ernstig letsel ondervonden. Onze dagkleederen fladderden boven den wagen in den wind. Wel hadden wij allen kneuzingen, en generaal Lambton nogal ernstig, maar gevaarlijke kwetsuren hebben de reizigers van deu Pullman-wagen niet gekregen. Toen wij zoo goed en zoo kwaad als 't ging uit onzen vernielden wagen geklauterd waren, vonden wij verscheiden passagiers uit andere rijtuigen deer-, lgk gekwetst, stervende en andoren reeds dood. Wij deden wat wij op dat oogonblik konden. Een vau die ongelukkigen stierf in mijn bauden. Toen wjj het tooneel van de ramp verlieten, waren er zeven reizigers gevonden, die het leven verloren hadden, maar na ons vertrek werden er nog drie dood van onder do puiuhoopen van den trein gehaald. Zoo compleet was de vernieling vóór den Pullman, dat locomotief, tender eu rijtuigen van dat gedeelte van den trein een reusaehtigen hoop splinters geleken. Het trok de aandacht, dat die vernielde massa zich niet gevormd had vlak voor het ovorsohot van den trein, maar aan weerszijden daarvan. Die massa vatte vlam en dreigde ook het overige gedeelte van deu trein in brand te steken. Gelukkig wus er niet voel wind. Wat het achtergedeelte van deu trein betreft dat hetwelk zich achter deu Pullman-wagen bevond daarvan reden twee rijtuigen iu den Pullman wagen. De rest van deu trein bleef ongestoord op de lijn staau. Er is geen twijfel aan. of wij hebben ons leven te danken aan de stevigheid van bet ma teriaal van deu Pullman. De machinist van onzen- trein werd over een heg in een void geworpen. Met gebroken beeu werd hij opgenomen. Naast de ruïne zag ik een armen korel zitten M'Culloch ernstig gekwetst. Hij vertelde mij, dat zijn zuster en hij op reis waren uaar Australië, eu dat hij tevergeefs naar haar had uitgokeken. Voor ik het terrein verliet, vond ik baar onder de dooden. Zij had naast haar broeder iu een derde-klasse-wagen gezeten. Mij werd nog medegedeeld een curieus incident, dat uan twee beuren uit eon tweeden slaapwagen overkwam. Hun wagen telescopeerde of reed in een derde-klasse-rijtuig, waardoor bedoelde heoren in dat rijtuig te land kwamen. De een ontkwam uit het portier, de ander door den vloer van dat rijtui Wat aangaat mijn persoonlijken indruk op he(j oogeublik van de ramp, kan ik zeggen dat ik wak ker geschud werd met het gevoel alsof ons stevig Pullman-rijtuig een kaartouhuis was, dat dogr iemand werd aangeraakt eu ineeuvid. Alles fladderde door elkaar als ware het bordpapier, in plaats van hout en ijzer, tiet was bet werk van een oogeublik. Ik kan alleen ondorstellen dot de schok geweldig was, want voelen deed ik dien niet. Enkele tooneelen maakteu een onfzettenden in druk. Achter in den Pullman was het een afgrij selijk schouwspel. Daar zag men uit eeu verwarde en vernielde massa een hand uitsteken, niets dan een band. Het was vreeselijk om aan te zien. Ik vroeg iemand of dat soms de hand van den stoker was, maar men antwoordde: //Neon, daar moet zeker het lijk van ecu passagier liggen, want de band draagt een handschoen.0 Men vermoeddo toen dat het de hand was van kapitein Duncan M'Leod, eeu der bij de ramp oin- gekomeu eerste-klasse-passagiers. Een klein kind was geheel omgord door ineengedraaide ijzeren ban den. Het kostte veel moeite om liet kiud daarvan te bevrijden, eu toen de ijzeren bandon verwijderd wareu, was de kleine dood. Twee andere kindoren werden gedood of verbrand. Lord Tweeddale zegt ook nog dat het Pullman- rijtuig als een soort buffer gediend heeft tusscbeu „Vrij goed, vr/j goed," zeide William, met wel willende opmerkzaamheid een wolk gadeslaande, wier schaduw over het landschap gle d langs de hellende heuvelen naar den boschrand toe, „ja, ik moet zeg gen het ziet er heel goéd uit voor deze ^treken." Zij hobbelden e*n poos voort zonder een woord meer te zeggm, want William Sprague voelde zich eensklaps bedrukt en niets op zijn gemak, toen Olly uitviel„Wel kijk eens hier. Zij bezitten geen cent, Maudy en haar moeder, als zij niet in bet postkan toor waren dan zouden zij ten laste komen van de stad. En dan praten ze er over om er andere raen- schen in te zetten dan Mandy en de oude dame; ik wed dat die nieuweliugen hard zouden verlangen, dat ze er nooit in gezet waren geworden. Zij zouden er even goed uitgezet kunnen worden Olly lachte herhaaldelijk het eerste uur lang om dezen kwinkslag. „Er in gezet, uitgezet," herhaalde hij telkens weer, al lachende. Maar William Spragne trok de schouders op, en froosde de wenkbrauwen op onrustbarende wijze. „Kijk sprak hij in zich zelf, „het spijt mij voor die vrouwen, maar het is niet aan mij om iets te zeggen. Ik zal mijn plicht vervullen, dat is alles waarvoor ik hier ben. Die vrouwen gaan mij niet aan. Maar het is vreemd, dat zij dezen man niets van de verandering verteld hebben. Ik zou zéker gedacht hebben, dat zij het hem verteld hadden aan h^m nog wel, die de brievenmaal brengt." Hij had nu geon lust om zich zelf bekend te ma- ken aan Olly, wiens onwetendheid hem bevreemdde, I en hem zelfs een beetje kregel maakte. Maar hij wa9 spoedig weer goedmoedig gestemd, en vol be langstelling en opgewondenheid tegen den tgd dat zij de Hoofdstraat inreden en stil hielden voor het postkantoor. Hij keek nieuwsgierig rond, terwijl Olly de brievenihaal overreikte, en hij vond dat die roode, witte en blauwe deur vau eeu goeden gee9t i getuigde. Hij zou geen bezoek brengeu aan de post- j directrice, zoo meende hij, dan nadat hij eerst in het logement geweest was en zich wat opgefrischt I had. Dit verricht zijnde en een hartig maal veror- i berd hebbende, zette hij zijn breedgeranden vilten j hoed op, waar eeu gouden koordje om heen gedraaid was, dat vooraan met een' lus was vastgemaakt, en toen stapte hij met een min of meer waggelenden of hinkenden gang, er. Jimmy achter hem aan, naar het postkantoor. 1 Het was drie uur en de Hoofdstraat geheel ver laten; de deur van bet postkantoor stond gedeeltelijk open, en menjcon dus uaar binneu zien. Een groote 1 beeuige vrouw, staande achter de toonbank, deed zich aan zijne blikken voor; haar rug was hem toe gekeerd, w int zij was bezig om te probeeren een van de kartonnen doozen in het loketje te schuiven zonder de zwakke samenvoegsels er vau to deuken. Toen zij zijn stap hoorde, keerde zij zich om met een vriendelijken blik. „Hij heeft geen reistasch bij zicb, alleen maar een houd," dacht Amanda in zich zelve, „wie kan hij wezen?" „Goedon morgen," sprak William Sprague, zijn hoed afnemende, en dien weer omzichtig op zijn hoofd zettende. „Hoe vaart u, juffrouw?" „Goeden morgen," antwoordde Amanda beleefd. „Mooi weer, mijnheer." „Ja, dat is het, ja, ja," stemde William toe. „Is u in de stad gelogeerd, mijnheer?" vroeg de postdirectricezij was niets ver vonderd dat hij een praatje kwam maken in het pos'kantoor. Bestond er een prettiger of boteekenisvoller plaats dan dit? Amanda was altijd iuneraend, hoewel een weinig deftig,, voor vreeraden die haar kwamen bezoeken. Zij streelde Jimmy's kop, die op zijn achterpooten stond en de toonbank besuuffolde. De goedige oogen vau het hondje hadden veel van die van Amanda zelve. „Ja," zeide William kort en bondig, „dat ben ik; ja wel. Ik ik „Voor zaken hier, naaa ik onderstel Wat is uw vak zeide Amanda, die voorkomend wilde zijn. „Is u een tandmeester?" „Ik krijg een gevoel, alsof ik mij de tanden moet laten uittrokken," dacht de nieuwe postdirecteur; maar hij zeide slechts: „Eigenlijk, neen; ik kan niet zeggen, dat ik dat ben. Niet het tandmeesters vak precies beoefen ik. Neen. Ik ik kwam u een bezoek brengen, juffrouw. U is zeker juffrouw Dedge? Ik meen dat u dit kantoor waarneemt, niet waar li ordt vervol(jd.) het voorste en aohtorste gedeelte van don trein, en dat de achterste wagens zeker veel meer geleden zouden hebben, als dat rijtuig niet in den trein ware geweest. I)e oorzaak wordt toegeschreven aan het op „veilig0 staan van do signalen, terwijl de signaalwachter, die een ziek kind moest oppassen, sliep. De conducteur van den goederentrein werd ge dood. Tot de zwaar gekwetsten van den personentrein behoort Alexander Mackenzie, die in den wagon te genover zijn jenge vrouw zat, met wie hij pas ge huwd was. De overige gedooden zijn de heoren J. H. Boyle, Londenkapitein M'Lecd, van het 62o reg. Hooglanders; Hugh Brodie, vau Plyra Villa (Essex); H. Lee, LondenJames Anderson, Dun dee; J. Boswell Hill, Edinburg; George Petch, Middlesbrough miss M'Culloch Alexandrië (Dum bartonshire)iniss Lottie Hamilton, idem, en mevr. Mackenzie, Edinburg. Van do 12 gekwetsten zijn de meeste gelukkig slechts in lichten graad gekwetst. De eerst 30-jarigo Dunean M'Leod was een zoou van sir John M'Leod, laatstelijk gouverneur van Ceylon. Hij had de Soudan- eu Nijl-expeditiën meegemaakt en nam oen werkzaam deel aan de sla gen van El Teb, Tamai en Kirbekan. I)e Beroeps- en Bedrijfsbelasting. Een Ambtenaar bij de Belastingen bespreekt in het Sociaal Weekblad het thans ingediende ontwerp. Naar zijne meoning kunnen de vermogens- en bedrijfsbelasting nooit een goe'd geheel vormen, vooral niet daar twee aan el kander geheel vreemde administraties met de uitvoe ring zijn belast. En bovendien bevat de belastingwet nog zooveel gecompliceerde bepalingen, die het nood zakelijk maken dat b. v. in Amsterdam en Rotterdam (waar duizende aanslagen in do bedrijfsbelasting moe- teu worden geregeld, waar dus duizeude malen naar een partiële bron van inkomsten onderzoek moet worden gedaan) de ambtenaar nog bovendien ver plicht is in al die gevallen zich ter ul of niet toepassing eeuer ingewikkelde berekening af te vragen a. is de belastingplichtige iu de vermogensbelas ting aangeslagen? b. Zoo niet, heeft hij een vermogen van beneden 13000? „Verder moet telkens, als de eene aanslag foutief blijkt te zijn, de andere tevons wordon gewijzigd. Een werk zonder einde. Bedenken wij nu nog, dat de administratie, welke die vragen heeft te beantwoorden, de daartoe noo- dige keunis zelf niet bezit, maar deze steed* bij een tweede adrainistratio moet opdoen, dan hebben wij, voorwaar, niet te vragen, wat het resultaat van die omslachtige wijze van werken zal zgu. De uitvoering der gesplitste inkomstenbelasting zal dientengevolge tot vele administratieve onnauwkeurig heden, lot onoverkomelijke moeielijkhe<hn aanleiding gev -n." „ieder vakman begrijpt, dat èn de voortdurende besprekingen èn do voortdurende correspondentie, zoowel voor den registratie-inspecteur als voor den controleur, veelal op verschillend plaatsen gevestigd (1) niet doeulijk zijn. En dat is nog niet alles. Het contact, dat er tus schen beide belastingen bestaat, is oorzaak van do bepaling van art. 12 der bedrijfsbelasting: dat eerst uiterlijk in Juli de beschrijvingsbiljetten zullen worden uitgereikt. Waarom zco laat? Omdat de regeling der bedrijfs belasting onmogelijk kan beginuen, alvorens de aan slagen der vermogensbelasting zgu vastgesteld. Hieruit volgt dat bijv. in Amsterdam, dat ten be hoeve der plaatselijke inkomstenbelasting (2) in Mei zijne beschrijving begint on met hard werken eerst einde October de laatste aanslagbiljetten uitreikt in Januari nog aanslagbiljetten voor de bedrijfsbe lasting zullen worden rondgezonden.... negen maanden na het begin van het dienstjaar (art. 11). Wat moet van dat alles terecht komen? Wij kunnen verzekeren, nog weiuig hoofdambte- naren der belasting te hebben ontmoet, die niet hootd- schuddend van al deze dingen kennis nemen eu niet met schrik de toekomst te gemoet gaan." »Wij zullen naast controleurs en inspecteurs ook rijk gezegend worden met corporatiën en oommissiën lo. een raad van beroep voor de uitspraken ter zake de vermogensbelasting als hoogste ressort. o. een college van zetters voor de voorbereiding der bedrijfs- en beroepsaanslagen. 3o. een commissie tot vaststelling dier aanslagen, evens belast met de uitspraak in eersten aanleg op de bezwaarschriften. 4o. een raad van beroep in het hoogste ressort vooi bezwaren tegen de sub 2 bedoelde aanslagen, en bovendien behouden wij 5o. het college van Gedeputeerde Staten voor de eshssmg op reclames tegen de grond-, personeele on plaatselijke belasting. Aan welk een tal van colleges zal iemand ge noodzaakt kunnen zijn, opening van zaken te gevou. En dat verplicht herhaaldelijk uitleg geven kan niet anders* dan eene bittere stemming ouder de belasting schuldigen teweeg breugen." „Hoe anders zou het geweest zijn, indien een enkel voudige iukomsten-bela8ting was voorgesteld^:.... a. de moeielijkhedeu der splitsing waren ontgaan b. de ingewikkelde administratieve rechtsregeling zou niet noodig zijn geweest o. het rijk had van vele groote gemeenten de be lasting slechts behoeven over te nemen en te verbe teren en had zich zoodoende al den thans te maken omslag bespaard d. de gemeenten zouden op de rijksbelasting direct opcenten kunnen heffeu en waren mitsdien ontslagen van een voor haar veel te raoeielijke taak. Enkele optimisten zijn weliswaar van oordeel, dat opcenten-heffing op do vermogens- ea bedrijfsbelas ting door de gemeenten binnen onkeleiuren zal volgen, zoodat de plaatselijke inkomsten-belastingen spoedig zullen verdwijnen. Wij kunnen dit optimisme echter niet doelen." Dg schrijver kan zich moeielijk öan de zijde dier optimisten schareii. Dat ook de^ minister zelf niet aap opcenten-heffing door de gemeenten gelooft, jilijkt trouwens yoldoende uit art. 17 der bedrijfsbelasting, welk artikel zoo in gericht is, dat zonder ingrijpende wetswijziging, op- centeu-heffing totaal onmogelijk is. De sch. brengt daarna enkele punten van de wet ter sprake, o. a. het aanslaan van huiseigenaars, die aan meer dan tien gezinnen woningen verhurenhoewol meestal die eigendommen zoo zwaar belast zijn, dat geon steen den eigenaars toebehoort. Wij geven gaarne toe, dat enkele huiseigenaars niet voldoende door de vermogensbelasting worden gotroffeu, maar deze groote fout van die belasting kan door eeno bedrijfsbelasting niet hersteld worden. Op de wijze, die de miuister voorstelt, trett hij velen te zwaar om enkelen niet to licht te treffen. Voorts st' lt de minister voor, aflossingen van schul den van het inkomeu te laten aftrekken, voor zoover die uflossingen wegens gemis of te geringe waarde vau vermogen slechts uit gedurende het belastingjaar bestaande inkomsten kan geschieden. Wij vragen lo. wanneer is het vermogen te gering? wie moet dat beoordeelen? 2o. zal die bepaling er niet toe leiden, dat menig een, tot fraudeéfen gezind, zijn bedrijfskapitaal van anderen zal leonen en de aflossingen daarop, ten laste der interest- of onkosteijrekening zal brengen, om zijn effectentrommel buitën het bereik van den fiscus te knnnen houden? Hij slaat dan twee vliegen in dén klap. 3o. wordt dusdoende niet aan enkelen een privile ge verleend? de een raag de aflossing wèl, de andere niet aftrekken. Teu slotte; waarom worden de pensioenen zoo matig getroffen en slechts voor do helft belast? Moet een kantoorbediende in zijne betrekking en in zijn salaris dikwijls onvast in de schoenen staande genoodzaakt voor zijn gezin en bovendien voor den ouden dag to zorgen, hooger wordeu aan geslagen dan de veelal hoogbejaarde gepensioneerde, in het bezit van een vast inkomen gedurende zijn geheele leven? Had de minister niet juist andersom moeter. redeneeren? Een gepensioneerde met f 1199 zal niets betalen: een kantoor bediende met een gelijk iukomen daar entegen 15 in hoofdsom. Een gepensioneerde met ƒ1599 zal 6 bijdragen; een kantoorbediende met oen gelgk inkomen 23. De inkomsten uit vermogen, bedrijven en pensi oenen zullen, ah regel, belast worden in verhouding van ongeveer 32:1. Bij de lagere pensioenen wordt het cijfer 1 nog kleiner en bij pensioenen van beneden 1200 zelfs nihil. De sch. eindigt met de bekentenis, dat het hem ernstig loed doet, raaör dat hij geen opbouwende critiek heeft kunnen leveren. (1Iu Friesland, Groningen, Overijsul, Gelderland, Zeeland en Limburg, zijn resp. 6, 5, 6, 9, 5 en 6 controleurs en slechts 2, 1, 2, 3, 1 en 1 registratie inspecteurs. (2) Hierbij zijn werkzaam in hoofdzaak vier con troleurs en twaalf klerken, beneveus eenige schatters en andere ambtenaren. Bij de rijksadministratie te Amsterdam zijn slechts drie controleurs en drie kler ken. De nieuwe dynamietaanslag te Parijs, die een halt) dozijn onschuldiger) tot slachtoffer had, wekt aller verontwaardiging. De aanslag was blijkbaar bedoeld tegen dj mijn- maatschappij. De directeur baron Roille beweert zelfs dat het persoonlijk op hem gerauut was, daar hij op dien tgd steeds op de buroaux aanwezig is. Men is het oneens wie verdacht moeten worden. Do werklieden te Carmaux hebben thans allen weer werk, en zijn, behalve op den eersten dag dor grève niet zoo boosaardig opgetreden. De anarchisten hebben zich die werkstaking nist aangetrokken en juist heden bevat de Figaro een brief van hen aan den heer Loubet, waarbij zij beloven geene aanslagen te doen, als men hen vrijlaat ia hetgeeu zg de „wettelgke propaganda door het woord0 noemen. Toch kan de aanslag van niemand anders uitgaan dan van de genen die bntevreden dat do werkstaking te Carmaux zondor bloedvergieten is afgeloopen, op elke wijze trachten door wandaden den maatschappelijken strijd te verbitteren en hopen daardoor die algemeeue wan orde te scheppen waarbij zij in troebel water kunnen visschen.. Zij vergissen zich ten eenemaal als zij meenen dat bij deze misdadige aanslagen er slechts één fatsoenlijk meusch te vinden is, die niet de regeeriug zal toejuichen als zij met kracht hertaling daarvan onderdrukt jflp De troonrede, door den Koning van België lantaarn en duidelijk uitgesproken, is in volkomen stilte aange hoord, door geen enkel toeken van instemming of afkeuring onderbroken. ./Alleen, zegt de Réforme verwekte de zinsnede omtrent de ontwikkeling van het enderwijs gelach." Ouder de liberalen buiten de Kamer heeft deze zinsnode meer dan gelach, verontwaardiging gewekt, waaraan in de liberale pers uiting gegeven^ }vordt. „Anachronisme of uitdaging". Deze 'whorden, waarmede door een redenaar eens hot onverzoenlijke en fanatieke clericalisme in België werd gekenschetst, past de hidépendance Beige toe op het deel der troonrede, dat op de schoolwet betrekking heeft. Een anachronisme is die paragraaf, omdat in strijd met de eischeu des tijds de invloed der kerk behou den blijft op het gewichtigste van alle volksbelangen: het onderwijs eeu uitdaging, omdat oen reactionnaire wet op de „nationale onwetendheid" als een groot en vruchtbaar werk goroemd wordt. Het liberale blad acht deze paragraaf de eenige waarop het ministerie zijn stempel heeft gedrukt. Overigens is het met zoo veel diplomatieke handigheid te werk gegaan bij de samenstelling van de rede, dat men bijna vergeten zou dat een troon rede tevens een rede van het kabinet is en dat het te boven alle partijen staande souverein van het ge heele volk was, die sprak. Iu de troonrede worden maatregelen tot verbetering van den toestand der arbeidersklassen aaugekondigd. De lndép. Beige schijnt eenigszius beducht dat door ddifQ overigens gewenschte maatregelen do aandacht ztfi. •aarden afgeloid van het werk dor groudwetsher- zmqiujf. „Dit vóór alles!" zegt het blad. ijPw democraten hebben in de Vereenigde Staten d® overwinning behaald. Cleveland zal in het kiescollege 257 stemmen hebben of 34 meer dan noodig is. De democraten overwinnen in alle staten, /lie twijfelachtig stonden l en in vele andere die tot dusver republikeinsch waren. Stevenson, de kandidaat der democraten voor het vice-presidentsehap, wieus verkiezing verzekerd is, verklaart dat naar zijne raoeuing de schitterende overwinning dor democratische partij beteukent dat de landbouwers en arbeiders in opstand zijn geko men tegen het Mc Kin ley tarief en de protectionis tisch rcpublikeinsche staatkunde. Men gelooft dat de democratische meerderheid in de nieuwe Kamer van Afgevaardigden te Washington meer dan 100 zal bedragen. Dë meerderheid van het wetgevend lichaam in don staat New-York in den Senaat van Washington door 2 demacraten te verzekeren, iets wat in vele jaren niet is voorgekomen. Het regeeringsorgaan Batria geeft het volgende overzicht van den uitslag d,er verkiezingen in Italië. Op de 413 verkiezingen waren er 302 gunstig voor het ministerie, t. w. 261 candidaten der linkerzijde eu 41 gematigde radicalen. Er zijn 109 leden der oppositie verkozen, t. w. 68 van de rechterzijde, 26 onverzoenlijke radicaleu en 15 aanhangers van Nico- tera. De aanhangers van Crispi worden bij deze berekening bij de regeeringsgezinden gesteld, hoewel het zeker schijnt dat Crispi naar de oppositie zal overgaan. De Opinionehet orgaan van di Rudini, zegt dat de Fransch-gezinde richting van Cavalotti, lmbrlaui en anderen door het kiezerscorps veroordeeld is. Dit is volgens het blad een gewichtige gebeurtenis, welke in het buitenland wel de overweging verdient. Het belang van een nederlaag der vijanden van het Drievoudig Verbond moet niet onderschat worden, noch in Duitschlaud, noch in Oostenrijk, en vooral niet in Frankrijk. Cavalotti had immers plechtig jerklaard, dat de nieuwe verkiezingen eene veroor- ileeling van bet Drievoudig Verbond zouden uit spreken. In de troonrede ter opening der zitting van den Pruisischen Landdag wordt medegedeeld, dat de rekening ftvor het dienstjaar 1891/92 sluit met een

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2