Bulteiilandsci! Overzicht, i
4
aan een dochter, princes Gortsohakotf, uit zijn tweede
huwelijk.
Prins Gregorius nam met de verdeeling van het
fortuin geen genoegen, daar hij beweerde dat de
moeder van prinses Gortschakoff in 't geheel geen
vermogen mede ten huwelijk had gebracht en bij
gevolg de princes niet kon erven. De fransche
rechter deelde deze meening niet, maar erkende toch,
dat prins Gregorius te weiuig had gekregen, en ver
oordeelde daarom prinses Gortschakoff tot uitbetaling
van 200.000 frank van haar erfdeel, benevens 25,000
frank schadevergoeding. Hiermede verklaarde prins
Gregorius zich evenwel niet tevreden, en de zaak-
is thans in hooger beroep.
Ook in Ruraenië maakte prius Gregorius de zaak
aanhangig, en wel eerst voor de rechtbank van
Jassy. Deze stelde deu Prins in 't ongelijk, en door
het hof van Jassy werd dit vonnis bevestigd. Daar
door niet ontmoedigd, bracht do Prins de zaak voor
het hof van Bucharest, dat de zaak naar het hof
van Galatz verwees. Dit hof eindelijk besliste, dat
volgens het ruraeeusche reelat priusés Gortsjakoff
geen aanspraak kon maken op de erfenis, omdat haar
moeder geen huwelijksgift had modegekregen, en
veroordeelde de prinses tot overgave van haar ge-
heele aandeel in de erfenis, zijnde een huis to Pa
rijs, een paleis te Sorento, eene vorstelijke villa te
v Baden, uitgestrekte goederen in Rumenië, zoo groot
'als provinciën, zilverwerk, diamanten en zelfs den
salonwagen, waarin prins Micbeal door Europa reisde.
Dit alles te zamen bedraagt ongeveer 20,000,000 frs.
Aan het officieel verslag omtrent Atjeh, tot 26
September, is het volgende ontleend
Groot-Atjeh. De posten Boekit Karang, Siroeu,
Lambaroe, Lamreug en Laradjaraoe werden, evenals
de morgen- en middagtreinen op de tusschen die
posten gelegen baanvakken, nu en dan etn weinig
beschoten, terwijl ook do nabij Lambaroe uitgezonden
patrouilles door hot vijandelijk vuur werden veront
rust, dat echter in den regel door enkele salvo's
tot zwijgen word gebracht en ons gem verlies be
rokkende. v
Ook bij het opruimen vau het struikgewas eu de
alang-alang in het voorterrein vielen van 's vijands
zijde schote^i, zonder letsel te veroorzaken.
Op den !2n September word een Maleier, terwijl
hij bezig was hout op een grobak te laden, op
ongeveer 200 meters van de ringbaan nabij Ketapang-
Doea, doodelijk verwond.
De passer-gangers, die naar buiten de linie terug
keerden, hadden nabij Lamtih te lijden van kwaad
willigen, die hen van geld en goed beroofden.
In verband met hot invallen der regens is men
thans buiten de linie bezig met den sawahbouw, en
«fschoon dientengevolge onder de rondzwervende
benden verloop van volk viel waar te nemen, bloven
toch de opgeworpen versterkingen bezet.
Toekoe Nja Biutakg van Lhmbattang, die volgens
het vorig verslag door kwaadwilligen vermoord
4*ouden wezen, is blijkens nadere berichten niet gedood,
maar zwaar verwoud.
In den avond van den 24n September overviel
een patrouille nabij Lamdjamoe eeD 12 man sterke
bende, welke onder aanvoering van Toekoe Sjam van
Anak Paja reeds een paar dagen oin de linie had
gezworven, zonder iets te hebben kuunen ondernemen.
De vijand bekwam 3 dooden, waarvan er 2 in
onze handen bloven, terwijl aan onze zijde de le-
luitenant der inf. Doerleben en 1 mindere zwaar en
2 minderen zeer liobt gewond werden.
De versterking te Segli werd nu eu dan uitj Kota
Triëng besohoten, hetgeen beantwoord wer^l met
geweer- en geschutvuur.
Op deu I7n September vielen eenige /passer-
gangor8 in een hinderlaag vau den vijand teu Z.-O.
van kampong Krainat; een Chinees werd gedood,
een andere verwond. Toen uit do versterking hulp
kwam opdagen, wisteu de kwaadwilligen zich schuil
te houden.
Den 15n werd d^post te Segli bezocht door den
gouverneur.
De voorgenomen reis naar Kota Radja vau den
radja van Merdoo is uitgesteld, met het oog op den
gezondheidstoestand iu gemeld laudschap, waai thans
cholera, koortsen eu audere ziekten moeten heersctfen.
Op deu 15n September vertrok van Oleh-leh nog
een compaguie iufauterie naar Edi, hoofdzakelijk ter
vervauging van het detachement, dat iu Juli jl.
derwaarts was gezonden.
Van de aauwezigheid der troepen word zooveel
mogelijk partij getrokken om verkenningeu in den
omtrek van Edi tex maken, o. a. uaar het op ongoveer
11 paai van gemelde plaats gelegen Bagoe, waarbeen
een zeer goede weg leidt, en naar Seuehoeh-Atjeb,
waar, naar men meende, nog eenige volgelingen van
Toekoo Nja Makara zich zouden bevinden.
De bevolking, die allervvege een vriendschappelijke
gezindheid aan deu d.ig legde (tneu kwam do troepen
met versche klappers te gemoet), was rustig aan den
arbeid, terwijl overal vrouwen eu kinderen aanwezig
wareu.
Het weder was gedurende de eerste dagen van
den vurslagtijd zeer regenachtig, later droog en
warm. Hevige westenwinden vergezelden de regens.
De gezondheidstoestand was over het algemeen
guustiger.
Het gemiddeld ziektecijfer bedroeg per dag 21,
tegen 22.1, en dat van do beri-beri 8, tegen 8
gedurende deu vorigen verslagtijd. Het sterftecijfer
was Jagorl4
Het spoorwegongeluk bij Thirsk. Markies vau
Tweeddale, een van de passagiers iu de Pullman car
vau deu sneltrein, welken het vreeselijk ongeluk
overkwam, dat aan tien reizigers het leven kostte,
verhaalde omtrent zijn wedervaren o a. het volgende
^iau een redacteur van do Scotman
Wij maakteu ongeveer 60 mijlen in het uur, eu
met die vaart liepen wij op een met ijzer geladen
goederentrein. Gelukkig was ook deze troiu in be
weging. Zoo die trein stilgestaan bad, ware de ramp,
toch al erg genoeg, nog erger geiveest. Ik geloof
dat de reizigers in den Pullman-wagen allen sliepen.
Wij werden allen in 't rond geworpen. De lampen
gingen uit, en de ruiten rinkelden in scherven over
den vloer. Elke beweging iu de stikdonkere duis
ternis was gevaarlijk. De houteu afscheidingen iu
deu waggon waren allen gebroken eu door elkaar
gesmeten. Wonder boven wonder, bobben wij geen
van allen van die woest dooreengoworpen overblijf
selen vau den wagen ernstig letsel ondervonden.
Onze dagkleederen fladderden boven den wagen in
den wind.
Wel hadden wij allen kneuzingen, en generaal
Lambton nogal ernstig, maar gevaarlijke kwetsuren
hebben de reizigers van deu Pullman-wagen niet
gekregen.
Toen wij zoo goed en zoo kwaad als 't ging uit
onzen vernielden wagen geklauterd waren, vonden
wij verscheiden passagiers uit andere rijtuigen deer-,
lgk gekwetst, stervende en andoren reeds dood. Wij
deden wat wij op dat oogonblik konden. Een vau
die ongelukkigen stierf in mijn bauden. Toen wjj
het tooneel van de ramp verlieten, waren er zeven
reizigers gevonden, die het leven verloren hadden,
maar na ons vertrek werden er nog drie dood van
onder do puiuhoopen van den trein gehaald. Zoo
compleet was de vernieling vóór den Pullman, dat
locomotief, tender eu rijtuigen van dat gedeelte van
den trein een reusaehtigen hoop splinters geleken.
Het trok de aandacht, dat die vernielde massa zich
niet gevormd had vlak voor het ovorsohot van den
trein, maar aan weerszijden daarvan. Die massa
vatte vlam en dreigde ook het overige gedeelte van
deu trein in brand te steken. Gelukkig wus er niet
voel wind.
Wat het achtergedeelte van deu trein betreft
dat hetwelk zich achter deu Pullman-wagen bevond
daarvan reden twee rijtuigen iu den Pullman
wagen. De rest van deu trein bleef ongestoord op
de lijn staau. Er is geen twijfel aan. of wij hebben
ons leven te danken aan de stevigheid van bet ma
teriaal van deu Pullman.
De machinist van onzen- trein werd over een heg
in een void geworpen. Met gebroken beeu werd
hij opgenomen. Naast de ruïne zag ik een armen
korel zitten M'Culloch ernstig gekwetst. Hij
vertelde mij, dat zijn zuster en hij op reis waren
uaar Australië, eu dat hij tevergeefs naar haar had
uitgokeken. Voor ik het terrein verliet, vond ik
baar onder de dooden. Zij had naast haar broeder
iu een derde-klasse-wagen gezeten.
Mij werd nog medegedeeld een curieus incident,
dat uan twee beuren uit eon tweeden slaapwagen
overkwam. Hun wagen telescopeerde of reed in een
derde-klasse-rijtuig, waardoor bedoelde heoren in
dat rijtuig te land kwamen. De een ontkwam uit
het portier, de ander door den vloer van dat rijtui
Wat aangaat mijn persoonlijken indruk op he(j
oogeublik van de ramp, kan ik zeggen dat ik wak
ker geschud werd met het gevoel alsof ons stevig
Pullman-rijtuig een kaartouhuis was, dat dogr iemand
werd aangeraakt eu ineeuvid. Alles fladderde door
elkaar als ware het bordpapier, in plaats van hout
en ijzer, tiet was bet werk van een oogeublik. Ik
kan alleen ondorstellen dot de schok geweldig was,
want voelen deed ik dien niet.
Enkele tooneelen maakteu een onfzettenden in
druk. Achter in den Pullman was het een afgrij
selijk schouwspel. Daar zag men uit eeu verwarde
en vernielde massa een hand uitsteken, niets dan een
band. Het was vreeselijk om aan te zien. Ik
vroeg iemand of dat soms de hand van den stoker
was, maar men antwoordde: //Neon, daar moet
zeker het lijk van ecu passagier liggen, want de band
draagt een handschoen.0
Men vermoeddo toen dat het de hand was van
kapitein Duncan M'Leod, eeu der bij de ramp oin-
gekomeu eerste-klasse-passagiers. Een klein kind
was geheel omgord door ineengedraaide ijzeren ban
den. Het kostte veel moeite om liet kiud daarvan
te bevrijden, eu toen de ijzeren bandon verwijderd
wareu, was de kleine dood. Twee andere kindoren
werden gedood of verbrand.
Lord Tweeddale zegt ook nog dat het Pullman-
rijtuig als een soort buffer gediend heeft tusscbeu
„Vrij goed, vr/j goed," zeide William, met wel
willende opmerkzaamheid een wolk gadeslaande, wier
schaduw over het landschap gle d langs de hellende
heuvelen naar den boschrand toe, „ja, ik moet zeg
gen het ziet er heel goéd uit voor deze ^treken."
Zij hobbelden e*n poos voort zonder een woord
meer te zeggm, want William Sprague voelde zich
eensklaps bedrukt en niets op zijn gemak, toen Olly
uitviel„Wel kijk eens hier. Zij bezitten geen cent,
Maudy en haar moeder, als zij niet in bet postkan
toor waren dan zouden zij ten laste komen van de
stad. En dan praten ze er over om er andere raen-
schen in te zetten dan Mandy en de oude dame; ik
wed dat die nieuweliugen hard zouden verlangen,
dat ze er nooit in gezet waren geworden. Zij zouden
er even goed uitgezet kunnen worden
Olly lachte herhaaldelijk het eerste uur lang om
dezen kwinkslag. „Er in gezet, uitgezet," herhaalde
hij telkens weer, al lachende.
Maar William Spragne trok de schouders op, en
froosde de wenkbrauwen op onrustbarende wijze.
„Kijk sprak hij in zich zelf, „het spijt mij voor
die vrouwen, maar het is niet aan mij om iets te
zeggen. Ik zal mijn plicht vervullen, dat is alles
waarvoor ik hier ben. Die vrouwen gaan mij niet
aan. Maar het is vreemd, dat zij dezen man niets
van de verandering verteld hebben. Ik zou zéker
gedacht hebben, dat zij het hem verteld hadden aan
h^m nog wel, die de brievenmaal brengt."
Hij had nu geon lust om zich zelf bekend te ma-
ken aan Olly, wiens onwetendheid hem bevreemdde,
I en hem zelfs een beetje kregel maakte. Maar hij
wa9 spoedig weer goedmoedig gestemd, en vol be
langstelling en opgewondenheid tegen den tgd dat
zij de Hoofdstraat inreden en stil hielden voor het
postkantoor. Hij keek nieuwsgierig rond, terwijl
Olly de brievenihaal overreikte, en hij vond dat die
roode, witte en blauwe deur vau eeu goeden gee9t
i getuigde. Hij zou geen bezoek brengeu aan de post-
j directrice, zoo meende hij, dan nadat hij eerst in
het logement geweest was en zich wat opgefrischt
I had. Dit verricht zijnde en een hartig maal veror- i
berd hebbende, zette hij zijn breedgeranden vilten
j hoed op, waar eeu gouden koordje om heen gedraaid
was, dat vooraan met een' lus was vastgemaakt, en
toen stapte hij met een min of meer waggelenden of
hinkenden gang, er. Jimmy achter hem aan, naar het
postkantoor.
1 Het was drie uur en de Hoofdstraat geheel ver
laten; de deur van bet postkantoor stond gedeeltelijk
open, en menjcon dus uaar binneu zien. Een groote
1 beeuige vrouw, staande achter de toonbank, deed
zich aan zijne blikken voor; haar rug was hem toe
gekeerd, w int zij was bezig om te probeeren een
van de kartonnen doozen in het loketje te schuiven
zonder de zwakke samenvoegsels er vau to deuken.
Toen zij zijn stap hoorde, keerde zij zich om met
een vriendelijken blik.
„Hij heeft geen reistasch bij zicb, alleen maar
een houd," dacht Amanda in zich zelve, „wie kan
hij wezen?"
„Goedon morgen," sprak William Sprague, zijn
hoed afnemende, en dien weer omzichtig op zijn
hoofd zettende. „Hoe vaart u, juffrouw?"
„Goeden morgen," antwoordde Amanda beleefd.
„Mooi weer, mijnheer."
„Ja, dat is het, ja, ja," stemde William toe.
„Is u in de stad gelogeerd, mijnheer?" vroeg de
postdirectricezij was niets ver vonderd dat hij een
praatje kwam maken in het pos'kantoor. Bestond
er een prettiger of boteekenisvoller plaats dan dit?
Amanda was altijd iuneraend, hoewel een weinig
deftig,, voor vreeraden die haar kwamen bezoeken.
Zij streelde Jimmy's kop, die op zijn achterpooten
stond en de toonbank besuuffolde. De goedige oogen
vau het hondje hadden veel van die van Amanda zelve.
„Ja," zeide William kort en bondig, „dat ben ik;
ja wel. Ik ik
„Voor zaken hier, naaa ik onderstel Wat is uw
vak zeide Amanda, die voorkomend wilde zijn.
„Is u een tandmeester?"
„Ik krijg een gevoel, alsof ik mij de tanden moet
laten uittrokken," dacht de nieuwe postdirecteur;
maar hij zeide slechts: „Eigenlijk, neen; ik kan
niet zeggen, dat ik dat ben. Niet het tandmeesters
vak precies beoefen ik. Neen. Ik ik kwam
u een bezoek brengen, juffrouw. U is zeker juffrouw
Dedge? Ik meen dat u dit kantoor waarneemt, niet
waar
li ordt vervol(jd.)
het voorste en aohtorste gedeelte van don trein, en
dat de achterste wagens zeker veel meer geleden
zouden hebben, als dat rijtuig niet in den trein ware
geweest.
I)e oorzaak wordt toegeschreven aan het op „veilig0
staan van do signalen, terwijl de signaalwachter, die
een ziek kind moest oppassen, sliep.
De conducteur van den goederentrein werd ge
dood.
Tot de zwaar gekwetsten van den personentrein
behoort Alexander Mackenzie, die in den wagon te
genover zijn jenge vrouw zat, met wie hij pas ge
huwd was. De overige gedooden zijn de heoren
J. H. Boyle, Londenkapitein M'Lecd, van het
62o reg. Hooglanders; Hugh Brodie, vau Plyra Villa
(Essex); H. Lee, LondenJames Anderson, Dun
dee; J. Boswell Hill, Edinburg; George Petch,
Middlesbrough miss M'Culloch Alexandrië (Dum
bartonshire)iniss Lottie Hamilton, idem, en mevr.
Mackenzie, Edinburg.
Van do 12 gekwetsten zijn de meeste gelukkig
slechts in lichten graad gekwetst.
De eerst 30-jarigo Dunean M'Leod was een zoou
van sir John M'Leod, laatstelijk gouverneur van
Ceylon. Hij had de Soudan- eu Nijl-expeditiën
meegemaakt en nam oen werkzaam deel aan de sla
gen van El Teb, Tamai en Kirbekan.
I)e Beroeps- en Bedrijfsbelasting. Een Ambtenaar
bij de Belastingen bespreekt in het Sociaal Weekblad
het thans ingediende ontwerp. Naar zijne meoning
kunnen de vermogens- en bedrijfsbelasting nooit een
goe'd geheel vormen, vooral niet daar twee aan el
kander geheel vreemde administraties met de uitvoe
ring zijn belast. En bovendien bevat de belastingwet
nog zooveel gecompliceerde bepalingen, die het nood
zakelijk maken dat b. v. in Amsterdam en Rotterdam
(waar duizende aanslagen in do bedrijfsbelasting moe-
teu worden geregeld, waar dus duizeude malen naar
een partiële bron van inkomsten onderzoek moet
worden gedaan) de ambtenaar nog bovendien ver
plicht is in al die gevallen zich ter ul of niet
toepassing eeuer ingewikkelde berekening af te
vragen
a. is de belastingplichtige iu de vermogensbelas
ting aangeslagen?
b. Zoo niet, heeft hij een vermogen van beneden
13000?
„Verder moet telkens, als de eene aanslag foutief
blijkt te zijn, de andere tevons wordon gewijzigd.
Een werk zonder einde.
Bedenken wij nu nog, dat de administratie, welke
die vragen heeft te beantwoorden, de daartoe noo-
dige keunis zelf niet bezit, maar deze steed* bij een
tweede adrainistratio moet opdoen, dan hebben wij,
voorwaar, niet te vragen, wat het resultaat van die
omslachtige wijze van werken zal zgu.
De uitvoering der gesplitste inkomstenbelasting zal
dientengevolge tot vele administratieve onnauwkeurig
heden, lot onoverkomelijke moeielijkhe<hn aanleiding
gev -n."
„ieder vakman begrijpt, dat èn de voortdurende
besprekingen èn do voortdurende correspondentie,
zoowel voor den registratie-inspecteur als voor den
controleur, veelal op verschillend plaatsen gevestigd (1)
niet doeulijk zijn.
En dat is nog niet alles. Het contact, dat er tus
schen beide belastingen bestaat, is oorzaak van do
bepaling van art. 12 der bedrijfsbelasting: dat eerst
uiterlijk in Juli de beschrijvingsbiljetten zullen worden
uitgereikt.
Waarom zco laat? Omdat de regeling der bedrijfs
belasting onmogelijk kan beginuen, alvorens de aan
slagen der vermogensbelasting zgu vastgesteld.
Hieruit volgt dat bijv. in Amsterdam, dat ten be
hoeve der plaatselijke inkomstenbelasting (2) in Mei
zijne beschrijving begint on met hard werken eerst
einde October de laatste aanslagbiljetten uitreikt
in Januari nog aanslagbiljetten voor de bedrijfsbe
lasting zullen worden rondgezonden.... negen maanden
na het begin van het dienstjaar (art. 11).
Wat moet van dat alles terecht komen?
Wij kunnen verzekeren, nog weiuig hoofdambte-
naren der belasting te hebben ontmoet, die niet hootd-
schuddend van al deze dingen kennis nemen eu niet
met schrik de toekomst te gemoet gaan."
»Wij zullen naast controleurs en inspecteurs ook
rijk gezegend worden met corporatiën en oommissiën
lo. een raad van beroep voor de uitspraken ter
zake de vermogensbelasting als hoogste ressort.
o. een college van zetters voor de voorbereiding
der bedrijfs- en beroepsaanslagen.
3o. een commissie tot vaststelling dier aanslagen,
evens belast met de uitspraak in eersten aanleg op
de bezwaarschriften.
4o. een raad van beroep in het hoogste ressort
vooi bezwaren tegen de sub 2 bedoelde aanslagen,
en bovendien behouden wij
5o. het college van Gedeputeerde Staten voor de
eshssmg op reclames tegen de grond-, personeele
on plaatselijke belasting.
Aan welk een tal van colleges zal iemand ge
noodzaakt kunnen zijn, opening van zaken te gevou.
En dat verplicht herhaaldelijk uitleg geven kan niet
anders* dan eene bittere stemming ouder de belasting
schuldigen teweeg breugen."
„Hoe anders zou het geweest zijn, indien een enkel
voudige iukomsten-bela8ting was voorgesteld^:....
a. de moeielijkhedeu der splitsing waren ontgaan
b. de ingewikkelde administratieve rechtsregeling
zou niet noodig zijn geweest
o. het rijk had van vele groote gemeenten de be
lasting slechts behoeven over te nemen en te verbe
teren en had zich zoodoende al den thans te maken
omslag bespaard
d. de gemeenten zouden op de rijksbelasting direct
opcenten kunnen heffeu en waren mitsdien ontslagen
van een voor haar veel te raoeielijke taak.
Enkele optimisten zijn weliswaar van oordeel, dat
opcenten-heffing op do vermogens- ea bedrijfsbelas
ting door de gemeenten binnen onkeleiuren zal volgen,
zoodat de plaatselijke inkomsten-belastingen spoedig
zullen verdwijnen. Wij kunnen dit optimisme echter
niet doelen."
Dg schrijver kan zich moeielijk öan de zijde dier
optimisten schareii.
Dat ook de^ minister zelf niet aap opcenten-heffing
door de gemeenten gelooft, jilijkt trouwens yoldoende
uit art. 17 der bedrijfsbelasting, welk artikel zoo in
gericht is, dat zonder ingrijpende wetswijziging, op-
centeu-heffing totaal onmogelijk is. De sch. brengt
daarna enkele punten van de wet ter sprake, o. a.
het aanslaan van huiseigenaars, die aan meer dan tien
gezinnen woningen verhurenhoewol meestal die
eigendommen zoo zwaar belast zijn, dat geon steen
den eigenaars toebehoort.
Wij geven gaarne toe, dat enkele huiseigenaars
niet voldoende door de vermogensbelasting worden
gotroffeu, maar deze groote fout van die belasting
kan door eeno bedrijfsbelasting niet hersteld worden.
Op de wijze, die de miuister voorstelt, trett hij velen
te zwaar om enkelen niet to licht te treffen.
Voorts st' lt de minister voor, aflossingen van schul
den van het inkomeu te laten aftrekken, voor zoover
die uflossingen wegens gemis of te geringe waarde
vau vermogen slechts uit gedurende het belastingjaar
bestaande inkomsten kan geschieden. Wij vragen
lo. wanneer is het vermogen te gering? wie moet
dat beoordeelen?
2o. zal die bepaling er niet toe leiden, dat menig
een, tot fraudeéfen gezind, zijn bedrijfskapitaal van
anderen zal leonen en de aflossingen daarop, ten
laste der interest- of onkosteijrekening zal brengen,
om zijn effectentrommel buitën het bereik van den
fiscus te knnnen houden? Hij slaat dan twee vliegen
in dén klap.
3o. wordt dusdoende niet aan enkelen een privile
ge verleend? de een raag de aflossing wèl, de andere
niet aftrekken.
Teu slotte; waarom worden de pensioenen zoo
matig getroffen en slechts voor do helft belast?
Moet een kantoorbediende in zijne betrekking
en in zijn salaris dikwijls onvast in de schoenen
staande genoodzaakt voor zijn gezin en bovendien
voor den ouden dag to zorgen, hooger wordeu aan
geslagen dan de veelal hoogbejaarde gepensioneerde,
in het bezit van een vast inkomen gedurende zijn
geheele leven? Had de minister niet juist andersom
moeter. redeneeren?
Een gepensioneerde met f 1199 zal niets betalen:
een kantoor bediende met een gelijk iukomen daar
entegen 15 in hoofdsom.
Een gepensioneerde met ƒ1599 zal 6 bijdragen;
een kantoorbediende met oen gelgk inkomen 23.
De inkomsten uit vermogen, bedrijven en pensi
oenen zullen, ah regel, belast worden in verhouding
van ongeveer 32:1. Bij de lagere pensioenen
wordt het cijfer 1 nog kleiner en bij pensioenen van
beneden 1200 zelfs nihil.
De sch. eindigt met de bekentenis, dat het hem
ernstig loed doet, raaör dat hij geen opbouwende
critiek heeft kunnen leveren.
(1Iu Friesland, Groningen, Overijsul, Gelderland,
Zeeland en Limburg, zijn resp. 6, 5, 6, 9, 5 en 6
controleurs en slechts 2, 1, 2, 3, 1 en 1 registratie
inspecteurs.
(2) Hierbij zijn werkzaam in hoofdzaak vier con
troleurs en twaalf klerken, beneveus eenige schatters
en andere ambtenaren. Bij de rijksadministratie te
Amsterdam zijn slechts drie controleurs en drie kler
ken.
De nieuwe dynamietaanslag te Parijs, die een halt)
dozijn onschuldiger) tot slachtoffer had, wekt aller
verontwaardiging.
De aanslag was blijkbaar bedoeld tegen dj mijn-
maatschappij. De directeur baron Roille beweert
zelfs dat het persoonlijk op hem gerauut was, daar
hij op dien tgd steeds op de buroaux aanwezig is.
Men is het oneens wie verdacht moeten worden.
Do werklieden te Carmaux hebben thans allen weer
werk, en zijn, behalve op den eersten dag dor grève
niet zoo boosaardig opgetreden. De anarchisten hebben
zich die werkstaking nist aangetrokken en juist heden
bevat de Figaro een brief van hen aan den heer
Loubet, waarbij zij beloven geene aanslagen te doen,
als men hen vrijlaat ia hetgeeu zg de „wettelgke
propaganda door het woord0 noemen. Toch kan de
aanslag van niemand anders uitgaan dan van de
genen die bntevreden dat do werkstaking te Carmaux
zondor bloedvergieten is afgeloopen, op elke wijze
trachten door wandaden den maatschappelijken strijd
te verbitteren en hopen daardoor die algemeeue wan
orde te scheppen waarbij zij in troebel water kunnen
visschen.. Zij vergissen zich ten eenemaal als zij
meenen dat bij deze misdadige aanslagen er slechts
één fatsoenlijk meusch te vinden is, die niet de
regeeriug zal toejuichen als zij met kracht hertaling
daarvan onderdrukt jflp
De troonrede, door den Koning van België lantaarn
en duidelijk uitgesproken, is in volkomen stilte aange
hoord, door geen enkel toeken van instemming of
afkeuring onderbroken. ./Alleen, zegt de Réforme
verwekte de zinsnede omtrent de ontwikkeling van
het enderwijs gelach."
Ouder de liberalen buiten de Kamer heeft deze
zinsnode meer dan gelach, verontwaardiging gewekt,
waaraan in de liberale pers uiting gegeven^ }vordt.
„Anachronisme of uitdaging". Deze 'whorden,
waarmede door een redenaar eens hot onverzoenlijke
en fanatieke clericalisme in België werd gekenschetst,
past de hidépendance Beige toe op het deel der
troonrede, dat op de schoolwet betrekking heeft.
Een anachronisme is die paragraaf, omdat in strijd
met de eischeu des tijds de invloed der kerk behou
den blijft op het gewichtigste van alle volksbelangen:
het onderwijs eeu uitdaging, omdat oen reactionnaire
wet op de „nationale onwetendheid" als een groot
en vruchtbaar werk goroemd wordt.
Het liberale blad acht deze paragraaf de
eenige waarop het ministerie zijn stempel heeft
gedrukt. Overigens is het met zoo veel diplomatieke
handigheid te werk gegaan bij de samenstelling van
de rede, dat men bijna vergeten zou dat een troon
rede tevens een rede van het kabinet is en dat het
te boven alle partijen staande souverein van het ge
heele volk was, die sprak.
Iu de troonrede worden maatregelen tot verbetering
van den toestand der arbeidersklassen aaugekondigd.
De lndép. Beige schijnt eenigszius beducht dat door
ddifQ overigens gewenschte maatregelen do aandacht
ztfi. •aarden afgeloid van het werk dor groudwetsher-
zmqiujf. „Dit vóór alles!" zegt het blad.
ijPw democraten hebben in de Vereenigde Staten
d® overwinning behaald.
Cleveland zal in het kiescollege 257 stemmen
hebben of 34 meer dan noodig is. De democraten
overwinnen in alle staten, /lie twijfelachtig stonden
l en in vele andere die tot dusver republikeinsch
waren.
Stevenson, de kandidaat der democraten voor het
vice-presidentsehap, wieus verkiezing verzekerd is,
verklaart dat naar zijne raoeuing de schitterende
overwinning dor democratische partij beteukent dat
de landbouwers en arbeiders in opstand zijn geko
men tegen het Mc Kin ley tarief en de protectionis
tisch rcpublikeinsche staatkunde.
Men gelooft dat de democratische meerderheid in
de nieuwe Kamer van Afgevaardigden te Washington
meer dan 100 zal bedragen. Dë meerderheid van
het wetgevend lichaam in don staat New-York in
den Senaat van Washington door 2 demacraten te
verzekeren, iets wat in vele jaren niet is voorgekomen.
Het regeeringsorgaan Batria geeft het volgende
overzicht van den uitslag d,er verkiezingen in Italië.
Op de 413 verkiezingen waren er 302 gunstig voor
het ministerie, t. w. 261 candidaten der linkerzijde
eu 41 gematigde radicalen. Er zijn 109 leden der
oppositie verkozen, t. w. 68 van de rechterzijde, 26
onverzoenlijke radicaleu en 15 aanhangers van Nico-
tera. De aanhangers van Crispi worden bij deze
berekening bij de regeeringsgezinden gesteld, hoewel
het zeker schijnt dat Crispi naar de oppositie zal
overgaan.
De Opinionehet orgaan van di Rudini, zegt dat
de Fransch-gezinde richting van Cavalotti, lmbrlaui
en anderen door het kiezerscorps veroordeeld is. Dit
is volgens het blad een gewichtige gebeurtenis,
welke in het buitenland wel de overweging verdient.
Het belang van een nederlaag der vijanden van het
Drievoudig Verbond moet niet onderschat worden,
noch in Duitschlaud, noch in Oostenrijk, en vooral
niet in Frankrijk. Cavalotti had immers plechtig
jerklaard, dat de nieuwe verkiezingen eene veroor-
ileeling van bet Drievoudig Verbond zouden uit
spreken.
In de troonrede ter opening der zitting van den
Pruisischen Landdag wordt medegedeeld, dat de
rekening ftvor het dienstjaar 1891/92 sluit met een