VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD.
pende Luthersch diaconessehuis, waar juist de eerste
patiënt was opgenomen, en de gangen en trappen
weldra van het water en het vuil dropen.
Alles was tevergeefs. Wel scheen telkens het vuur
gedoofd, maar plotseling barstten de vlammeu weer
op eene andere plaats met nieuwe woede uit.
Te kwart over tweeën had een droevig ongeval
plaats. Een omvallende muur viel op een der brand-
wachts, die aan het been zwaar gekwetst werd en
naar het gasthuis moest worden gebracht.
Te halfdrie brandde het vuur uog ougetemd voort,
maar de genomen maatregelen waren van dien aard,
dat zonder buitengewone rampen geen der belendin
gen gevaar loopt.
Eerst later, toen het dak van het gebouw vernield
was, kon men boven in het gebouw zooveel water
werpen, dat het vuur eerst boven, later ook beneden
zichtbaar minderde.
Te vior uur kou een der vyf stoombrandspuiten
ophouden te werken.
Den geheelen nacht heeft de brandweer handen vol
werks gehad om den brand, kort na half een uitge
broken in het groote, aan alle zijden door perceelen
van Bloemstraat en Bloemgracht ingesloten pakhuis,
tot het aangetaste gebouw te beperken.
Ontzettende massa's water zijn gedurende al dien
tijd in het perceel geworpen, waarvan groote water
schade voor de belendende woningen het gevolg is.
De bewoners van een huis in de Bloemstraat moeston
hunne woning verlaten; het water staat een voet hoog
in de onderhuizen.
Het onderzoek van den Coroner betreffende het
noodlottig spoorwegongeluk te Thirsk is nu geëin
digd. De jury heeft den seinwachter Holmes die,
hoewel hij zich, uitgoput door het waken bij een
stervend kind, ongeschikt voor den dienst gevoelde,
geen vrijaf kon krijgen en op zijn post in slaap
viel schuldig verklaard aan het ongeluk, maar
ook de directie van den Noord-Oosterspoorweg ge
laakt wegens den langen dienst der wisselwachters.
Waarschijnlijk zal Holmes nu vervolgd worden
wegens manslag door onvoorzichtigheid. Maar de
spoorwegarbeiders en beambten hebben verklaard,
als hij gestraft wordt, het werk te zulleu staken.
Te Munchen vertoeft tegenwoordig een gezelschap
negerinnen uit West-Afrika. In vollen krijgsdos
geven zij onder den naatn van //Amazonen van Da
homey" daar het op het tooneel eenige voorstellingen.
Even noodlottig als voor de blanken in de tropen
de koorts is, schijnt de tering dit te zijn voor de
negerinnen die in Europa vertoeven. Van het ge
noemde gezelschap zyn reeds drie negerincon aan de
tering bezweken.
Het lyk van een harer werd 16 November j.l.
ter aarde besteld. Eerst had het een paar dagen in
het lijkenhuisje op het kerkhof bij de lijken der
armen gestaan en menigeen had een blik geworpen
op het stoffelijk overschot van de arme negeiin, die
ver van haar vaderland onder vreemden gestorven
was. Bij de begrafenis hadden treurige tooueeleu
plaats. De amazonen namen in vollen krijgsdos aan
die begrafenis deel en een groote menigte volgde
den lijkstoet.
Op het kerkhof gekomen, trokken de treurende
amazonen door hare waardige houding aller aandacht
en schril stak daarbij het onhebbelijk gedrag der
bevolkiug van Munchen af. Met geweld worden de
zegd. Lust of afkeer voor het een of ander kwam
bij die dame eerst later aan den dag.
Wie zou nu t'huis blijvenoom of tante Er
werd niet over beraadslaagd Vier personen door
het paard te laten trekkeo, al was het rytuigje ook
zoo ligt als een veer, dit mocht tante niet dulden.
Derhalve zou het gezelschap^uit den heer en mevrouw
de Gunst en mij bestaan. Oom bracht niets tegen
deze schikking in. Wie hem den vorigen dag had
voorspeld, dat hij er heden reeds genoegen in zou
nemen om zijn vriend te laten uitgaan zonder hem,
ware door hem met verontwaardiging voor een leuge
naar uitgemaakt.
Mevrouw de Gunst droeg een ochtendgewaad, be
staande uit een lange witte kabaai zonder fatsoen,
die bijna tot haar voeten afhing, welke in kleurige
pantoffels met breede zolen staken. Het kostte nog
al moeite haar te doen begrijpen dat men in zulke
kleeding niet uit rijden gaat. Toen zij dit eindelijk
vatte, keerde zy naar boven terug om een behoorlij
ken japon aan te trekken, hetgeen een goruimen tijd
duurde. Het paard stond intu»schen aangespannen
voor de deur. Ter zyner eer moet gezegd worden,
dat het geen teekenen van ongeduld gaf. Het krab*
belde niet met de pooten, noch rukte aan den toom;
maar stond doodstil. Alleen veroorloofde het zich
herhaaldelijk het hoofd om te draaien, ten einde te
zien, wat bij het huis en achter hem op den weg
voorviel.
Eindelijk kwam mevrouw beneden. Zij droeg een
politie-agentbn, dia het publiek Op eeh afstand
moesten houden, onder woest geschreeuw en getier
van het gepeupel, op zijde gedrongen.
Eenige ageuten werden zelfs tegen den grond ge
worpen. De menigte drong op het kerkhof en be
dreef allerloi baldadigheden. Verscheideno grafstee-
uen werdeu omgeworpen of beschadigd. Wie waren
hier de wilden, de Europeauen of de Afrikanen
Dinsdag 22 November.
Voorzitter Mr. A. A. van Bergen IJzendoorn.
Tegenwoordig 15 leden.
Afwezig zijn de hh. Hoefhamer en Uudijk, de
eerste wegens afwezigheid uit de gemeente, de
laatsto wegen ziekte.
Do notulen der vorige vergadering worden voor
gelezen en onveranderd goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat de gemeenteamb
tenaar T. Kruisheer op 7 November j. 1. is over
leden.
Ingekomen zyn
1. Een voorstel van Dr. H. IJasol de Schepper
(ondersteuod door de hb. van Itersou en van Vreu-
mingen) tot aanvulling van het raadsbesluit van 1
Juli in zake de reorganisatie der Tweede Burger
school voor meisjes ter tegemoetkoming aan do
bezwaren door Gedeputeerde Staten daartegen ge
opperd. De strekking van het voorstel is de wyzi-
ging in werking to doen treden by de eerstvolgende
inschrijving van leerlingen, evenwel zonder aan deze
bepaling eene terugwerkende kracht te geven ten
opzichte van de tegenwoordige leerlingen der school,
die den leeftijd van 12 jaar nog niet mochten heb
ben bereikt.
Ter visie.
2. Een voorstel van den heer A. K. van der
Garden (ondersteund door de bh. IJssel de Schepper
eD van Vreumiigen) tot het benoemen ecner Com
missie van 5 raadsleden, waaronder één lid van hel
Dag. Bestuur, om te onderzoeken in hoeverre eene
herziening der grondslagen der gemeente-belasting
noodig is.
Dit voorstel wordt door den heer van der Garden
nader toegelicht. Had spr. reeds in de vorige ver
gadering de wenschelykbeid van benoeming eener
dergelijke Commissie betoogd, hg voegde daaraan
nog toe, dat bet wenschelyk was dat dié Commissie
aanstonds aan het 'work kon gaan, opdat zy ook
zou kannen onderzoeken in hoeverre eene wyziging
der heffing der scheepvaartrechten wenschelijk was.
Men hoorde toch hier en daar de wenschelykheid
betoogen die scheepvaartrechten in '98 voor een
deel te verminderen en een onderzoek daaromtrent
zou ook tot de taak1 der Commissie kunnen behooren.
Op voorstel van den Voorzitter werd besloten bet
voorstel van den heer van der Garden in de vol- i
gende vergadering in behandeling te nemen.
3. Missives van verschillende besturen iuzendende
aanbeveliugen ter voorziening in vacaturen, veroor
zaakt door periodieke aftreding.
(Deze werden reed» in ons vorig nr. medegedeeld).
Ter visie.
4. Eene missive van de Commissie van toezicht
op de Stads-Muziokicbool, de raadsleden ukboódi-
gende tot het openbaar examen, dat gehouden zal
parasol in de hand waarschijnlijk om haar witten
hoed tegen sproeten te beveiligen. Dat die ooit op
haar gelaat zichtbaar zouden worden, hiervoor was
geen gevaar.
Wjj stapten in het rytuigje. ffNiet to hard ryden
neef, riep tante, //hy kan er niet goed tegen." Ik
knikte haar toe, sjorde even aan de teugels en reed
den Velperweg op. Dat wij reel bekyk hadden van
de voorbijgangers spreekt van zelf. Die zwarte dame
met haar witten hoed trok aller oogen. Wat toch
de roden mag zijn van die ingenomenheid der kleur
lingen voor wit? Hel is mevrouw de Gunst niet
alleen, welke haar donker vel bij voorkeur met witte
linten encadreert, ofschoon daardoor de onbehagelijke
tint nog meer uitkomt. De meeste oostersche dames
van gemengd bloed hebben dit zwak. Vraag bet
aan de eerste modemaakster de beste, welke haar
vak grondig verstaat, of zij niet altijd de witte hoe
den voor den dag haalt, als een dame, wier gelaat
door de zon der keerkringslanden met een certificaat
va oorsprong is voorzien, haar winkel binnentreedt.
Zou het zijn omdat uitersten elkander niet alleen
raken, maar ook zoeken?
Tante's verzoek, dat ik niet te hard rijden- zou,
was overbodig, waut het paard liep op een gemakkelijk
drafje, dat een voetganger zonder inspanning had
kunnen bijhouden, en dit scheen de eenige wijs van
loopen te zijn, waarvan het begrip had. Rukte ik
aan de teugels, don schudde het met wrevel zijn
kop, maar ging geen Stap sneller. Iets dat naar een
worden op Dinsdag 20 December e. k. in de So
ciëteit //Ons Genoegen."
De Voorzitter zegt dat die heeren, welke niet
verhiuderd zijn, dat examen zeker gaarne zullen
bijwonen.
De missive wordt aangenomen voor kennisgeving.
5. Een voorstel van B. en W. tot aanvulling
van de Instructie voor den geneesheer van het zie
kenhuis en daaraan de bepaling toe te voegen, dat
hy om de 4 jaren aftreedt, doch herkiesbaar is.
Ter visie.
6. Een voorstel van B. en W. om de Commissie
van Toezicht over de Stedelyke Zwemschool over
1892 een bedrag van 50 too te staan voor bureau-
en vergadering-kosten, en in het vervolg een bedrag
van 25 jaarlijks. Ter visie.
7. Een adres met verzoek om uitgifte van ge-
rioleerden grond en oen rapport vau B. en W.
Het voorstel strekt om gerioleerde grond te ver
huren aan N. Prins, A. Snelleman en C. Jaske.
Ter Visie.
8. Een adres van de Wed. Klarevan der Kleyn,
verzoekende ontslag als onderwijzeres in de hand
werken aan do 2e kostolooze school.
Wordt eervol verleend.
9. Een adres van den heer H. J. do Voogt, ver-
zookende benoemd te worden tot geneesheer vooi
het ziekenhui* in de plaats van Dr. A. Romeijn.
Ter visie.
De heer IJssel de Schepper vraagt naar aanleiding
van dit adres of er geen oproeping in do dagbladen
is geschied van sollicitauten naar die betrekking.
Nadat de Voorzitter daarop in onikennenden zin
heeft geantwoord, betoogt de heer IJssel de Schep
per de wenschelykheid dat alsnog te doen. De
Voorzitter brengt iu herinnering, dat bij een vorige
gelegenheid zich geen sollicitauten opdeden, spr.
vreest dat zulks wéér het geval zal zyn en daarom
meendeu B. en W. geen oproeping te moeten doen
wat te minder noodig is daar een der Goudsehe
artsen zich beschikbaar stelde. De heer IJssel de
Schepper zegt dat na dien tijd zoovele nieuwe artsen
zyn gepromoveerd dat het zeer good mogelijk is dat
zich thans wel sollicitanten zullen aanmelden.
Do Voorzitter vraagt of de vergadering zich ksn
veroenigen met het denkbeeld een oproeping te doen
van sollicitanten. Zulks is het geval en alzoo zal
eene oproeping geschieden.
10. Adressen van A. Groenendaal en P. Hornes,
solliciteerende naar de betrekking van marktmeester.
Ter visie.
11. Een adres van den heer P. Goedewaagen Tzn.,
te Kraliogen, die op 27 Juli verzoebt: ontheffing
van zyn aanslag in de pi. dir. belasting op het in
komen alhier, waarop 13 Sept. afwyzeod is beschikt,
onder mededeeling dat volgens de gemeente
wet ieder moet worden aangeslagen, die gedurende
3 maanden van het jaar in de gemeente verblijf houdt.
Deze bepaling is, meent Spr., niet op hem toepasse-
I lyk. Immers hij is nooit 's nachts in Gouds en
gebruikt daar nimmer zijn middagmaal, terwijl hjj
alleen daar komt op zijn kantoorlokalen, waarom hy
alsnog ontheffing verzoekt.
In handen van B. en Wr. om bericht en raad.
Aan de orde is daarop
Het voorstel om uitstel te vragen aan de Regee
ring voor de invoering van het onderwijs in de
vrije en orde-oefeningen op de openbare lagere
1 scholen.
zweep geleek wa3 in den stal van oom niet te vin
den, en ik houd mij stellig overtuigd dat het dier
dit wiet. Ik bracht met mijn tong tegen het verhe
melte bet geluid voort, waarmede voerliedon hun
paarden tot spoed aanmanen, doch maakte er niet
den minsten indruk mede. In vredesnaam trachtte ik
mijn geduld gelijken tred te doen houden met des
ejokkenden gang van het paard, en daar er geen
vrees wae dat hot aan het hollen zou slaan, hield ik
de teugels slap in de hand, keerde mij halverwege
om, en zeide tot den heer de Gunst:
»Gij zult hier wel veel veranderingen zien. Sedert
uwe afwezigheid heeft deze weg een geheel ander
uiterlyk gekregen: ook Arnhem is niet hetzelfde ge
bleven."
Geen antwoord volgde.
Voor iemand, dio zoo lang niet in het land ge-
woest ie," ging ik voort, //moeten de vele verande
ringen van de laatste jaren opvallend wezen. Alleen
de spoorwegen reeds moeten zeer zijne opmerkzaam
heid trekken."
«Wie bouwen al die nieuwe huizen?" vroeg de
Gunst.
Dit was een van die vragen, waarop men niet
recht weet wat to antwoorden, omdat men er onkun
dig van is wat daarmede eigenlijk, bedoeld wordt.
(Wordt vervolgd.)
De heer IJssel de Schepper zeït dat als hij zijn
stem geeft aan dit voorstel, hij niet gaarne daaruit
zou zien afgeleid dat hij geheel instemde met de
strekking daarvan. Uit het voorstel toch blijkt dat
de verpliohting om het onderwys in de vrije en
orde-oefeningen der gymnastiek op de scholen op 1
Januari 1893 in te voeren het gevolg is van de
Wet van 8 Dec. 1889 en nu verwondert het spr.,
met het oog op dien datum, dat eerst liu, d. i. in
het laatst van 1892, nu de wet 3 jaar oud is, ge
bruik wordt gemaakt van de bepaling dat gedu
rende 6 jaren, telkens voor hoogstens 2 jaren, ont
heffing kan worden verleend van die verplichting.
Spr. begrijpt volkomen, dat de wetgever een zeer
ruimen termijn heeft gesteld om aan die verplichting
te voldoen, maar nlfhder goed begrijpt spr. dat B.
en W. de zaak drie jaren lieten rusten alvorens een
voorstel te doen in deze. Te meer verwondert dit
spr., omdut op vele scholen geen inrichting moge
bestaan, die aan het doel beantwoordt, B. en W.
tooh één school noemen, die wollioht geschikt is om
bedoeld onderwijs te doen geven. Spr. zou gaarne
gezien hebben, dat B. en W. van hunne ingenomen
heid met bedoelde Wet hadden blyk gegeven door
voor te stellen op de le kostelooze school dat onder
wijs in te voeren. Spr. zou derhalve van B. en W.
gaarne eenige iulichtingeu ontvangen daaromtrent.
Spr. verklaart zich een groot voorstander van het
onderwys in do gymnastiek on betreurt hot dat niet
op alle scholen gelegenhoid bestaat dat te doen gevon,
terwijl spr. voorziening daarin wenschelyk acht. Spr.
acht uitstel in deze niet noodig. Wel erkent spr.
dat een dergelijk onderzoek in deze noodig was,
inaar B. en W. hebben 8 jaar daarvoor den tijd gehad.
De Voorzitter merkt op dat het onderwijs in de vrije
en orde-oefeningen der gymnastiek een der verplichte
vakken is op de scholen, met de invoering waarvan
de gemeenten tot l Jan. '93 tijd hadden. Maar de
gymnastiek, dot een onverplicht vak is, is hier reeds
ingevoerd. Nu kwam bet B. en W. voor dat waar
wij in deze gemeente uhet meerdere" hebben, er
geen reden bestond *)m met //het mindere' zooveel
haast te maken. Wij zijn toch, zegt spr., hier ver
der gegaan dan wy verplicht waren en het ware
slechts noodelooze kosten maken en tijdverzuim ook
het andere in te voeren. Spr. brengt in herinnering
dat de Minister van Binnenlandsche zaken aan de
Tweede Kamer een wetsontwerp heeft aangebodeu
om bedoelde termijn te verlengen. De Minister
ziet zelf dus in dat het moeilijkheden in heeft het
nu reeds verplichtend te stellen.
Do heer LLsel de Schepper zegt den Voorzitter
dank voor de gegeven inlichtingen, doch merkt op
dat niet op alle scholen onderwijs in de gymnastiek
gegeven wordt, nl. op de Ie burgerschool voor jongons
is dat in de eerste jaren niet het geval. En dan
zyn de jongens juist op een leeftijd, dut een regel
matige ontspanning noodig is tot afwisseling.
De Voorzitter merkt op dat hij niet gezegd heeft
dat in alle klassen gymnastiek-onderwijs werd ge
geven, maar op alle scholen.
De beer Noothoven van Goor merkt op naar aan
leiding van hetgeen de heer IJssel de Schepper zeide
van de Ie k0*t»kx>ze Sèhool, waar dat onderwys
wellicht zou ingevoerd hebben kunnen worden, dat
hy tfttooft dat ^genoemde heer het voorstel van «B.
en W. niet ïnet «ijn gtfvwne ««n'daaht Areaft ^Afeten.
Immers, jn dat voorstel staat ook, dat nog niet op
elke school het noodige onderwijzend personeel ver
bonden is, bevoegd om bedoeld ouderwijs te geven en
ofschoon na dien tyd (bet voorstel is gedateerd 26
October) nog verscheid ene onderwijzers die bevoegd
heid kregen, is 't nog niet met allen het goval, naar
spr. meent. Spr. leest daarop een gedeelte van het
wetsontwerp van don Minister voèr, waarin op ver
schillende gronden verlenging van den termyn wordt
voorgesteld. Spr. stelt vervolgeus in het litsht hoe
een eerste vereisohte voor dat onderwys isgoede
lokalen die voldoen aan de eischen van de yesonèkcids-
leerl Spr. hoopt dus dat de W»ad lïèt'Vüerstel aal
aannemen tot bet vragen van uitstel, hetwelk zelfs
niet noodig zal zyn als het wetsontwerp van den Mi
nister "Wordt aangenomen.
Het voorstel van B. en W. woïdt daarop aange
nomen met 14 stemmen, terwijl de heer IJssel de
8chepper buiten stemming blijft.
Aan de ordeHet' voorstel tot wijziging vau het
schoolgeld op <le Stads-Muzieksoheel. I)e strekking
daarvan is dat na 1 Januari 1893 voor ieder foeflliftg,
die de solozaug-klasse bezoekt, 12 per jaar zal
moeten worden betaald en voor het onderwijs op de
piano 25.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit
voorstel goedgekeurd.
Aan de ordeHet voorstel der Commissie voor
de Strafverordeningen tot wyziging der Verordening
regelende het Politie-toezicht op do huizen vau on
tucht en de publieke vrouwen, om te voldoen aan
het verlangeu van don Minister vao Binnenlauilsche
Zaken, die anders bedoelde bepalingen zou moeten
vernietigen.
De heer NoothoveÊ van Goor betuigt zijne ver
wondering over dit voorstel eu gelooft dat de Com
missie het deed contre coeur. Zij zegt toch dat be
doelde voorschriften op haar voorstel in de Verorde
ning zijn opgenomen eu nog steeds door haar hoogst
wenschelijk worden geacht om veuerische besmet
ting te voorkomen. Zij stelt dus wyziging daarvan
alleen voor om vernietiging daarvan te voorkomen,
maar spr. acht dit geen voldoeaden grond voor het
voorstel. Wil de Minister de bepalingen vornietigen,
gelyk hij elders ook deed, hij ga zijn gaug en moet
daarvan de verantwoordelijkheid dragen. Spr. acht
de bepalingen (spr. weusoht niet in détajls te treden
aangaande de zaak) zeer wenschelijk en hoopt dat
de Raud niet zat méégaan met het voorstel der
Commissie.
De heer Dercksen vraagt het woord en zegt, na
den heer van Goor te hebben hooren spreken, het
verklaarbaar, te achten waarom het vroeger inge
komen adres van de Middernachtzending hier nog
steeds niet behandeld is.
Spr. weet niet of er een termijn voor gesteld is,
binnen welken ingekomen adressen moeten worden be
handeld Wat nu het voorstel aangaat, dat thans
aan de orde is, spr. acht zich bezwaard voor of tegen
te stemmen en hij zal dus buiten stemming
Spr. verklaart zich tegen reglementeering der pro
stitutie. Waarom Spr. houdt het er voor, dat de
Raad zich daardoor mede verantwoordelijk stelt voor
het bedry veu van ontucht. Waarom Omdat daar
door zekere gerusiheid wordt gegeven om ongestraft
te zondigen. Toch is het, volgens het oordeel van
deskundigen, slechts een «cAi/a-geruststelling.
De medici verschillen van gevoelen over de vraag
in hoeverre de reglementeering een goede gezondheids
maatregel moet worden goacht. Sommigen zeggen
het is een nuttigemaatregel, anderen zeggen: het is
eer schadelijk dan goed. Spr. gelooft dat de raads
leden een zware verantwoordelijkheid op zich zouden
laden door in deze tot reglementoering te besluiten.
De heer van Iterson merkt op dat hij, die lid is
van de Commissie voor de Strafverordeningen, de
vergadering waarin besloten werd dit voorstel te
doen, niet bijwoonde. Spr., die verklaart tegen het
voorstel te zullen stemmen, meende dit om verkeerde
gevolgtrekkingen te voorkomen te moeten mededeelen.
De Voorzitter zegt in antwoord op hetgeen de
heer Dercksen opmerkte over het adres van de
Micdernaoht-zending, dat dit wel degelijk in deze
vergadering ter tafel is gebracht eu dat toen beslo
ten is het «ter visie" te leggen, om ieder raadslid
in de golegenheid te stellen naar aanleiding daarvan
een voorstel te doen. Gelder (leden schynt echter
daartoe roeping gevoeld te hebben. Mocht de heer
Dercksen dat willen doen, het staat hem volkomen
vry. Wat verder aangaat de door dien spr. geuite
meening over reglomenteeringder protitutie, die wordt
door spr. niet gedeeld. Het is wel een schaduwzijde
van de reglementeeriug dat bezoekers van dergelijke
huizen in de gelegenheid worden gesteld met zekere
gerustheid dat kwaad te plegen, maar daar staat te-
geuover, dat zondor do reglementeering de deur
wordt opengezet voor versproidiug vau een vreese-
lijke ziekte, die zelfs bij latere geslachten teekenen
van verwoesting kan nalaten. Spr. is het wel is waar
eens wet den heer van Goor, dat bedoelde bepalin
gen in kIe verordening nuttig zyn, maar als lid der
Commissie voor de Strafverordeningen was spr. thans
toch voor wyziging iu de stellige overtuigiug dat ae
Minister anders die zou vernietigen.
De heer Dercksen betoogt dat elke overheid zich
rékeosobèp heeft 'te /geven van zijde verantwoorde
lijkheid. Als wij wegrukken de souvereiniteit Gods,
wat blijft ons over Wij mogen den grond van het
geaflg niét wegnemen. God heeft gezegd gij zult
geen overspel doenEn boveudien de medici zelf
erkennen, dat het niet steeds te constateeren is of
iemand al dan niet besmet is. Spr. beroept zieh op
de brochure vau Dr. Hermaiiides en zou gaarne zien
dot hi#r geschiedde waartoe de gemeenteraad van
Harderwijk beslootverbod van alle openbare huizen
Het raadslid Gerritseu in Amsterdam heeft eenmaal
gezegdde olandestiene prostitutie is niet zoo ver
schrikkelijk als die in openbare huizen.
De heer Noothoven van Goor zegt dat hot on-
noodig is te verklaren dat hij m dergelijke medische
quaeslies evengoed een leek is als de heer Dercksen.
Spr. beroept zich echter op autoriteiten als Prof.
Fotekens en fcttcogt vervolgens dat «de reglemon-
teering het kwaad wei niet geheel maar toch ten
deele voorkomt Spr. hoorde met genoegen dat het
medische lid van 'deze vergadering zich ook tegen
bet voorstel verklaarde en hoopt dat de andere raads
leden zijn voorbeeld zullen volgen.
De heer Dercksen leest uit de brochure van Dr.
Hermauides eeu passage voor, waaruit blijkt dat er
groot verschd van gevoelen bestaat zelfs onder de
voorstanders ('er reglomenteering over de wijze waarop
zulks te regelen.
Na lat nog eenige discussie daarover gevoerd is
^.waarbij de heer Koning zyu leedwezen te kennen
geeft dat hij niet gevolg had gegeven aan zyn voor
nemen om daar straks voor te stellen deze zaak in
eene besloten vergadering te behandelen^ wordt het
voorstel der Commissie in stemming gebracht en iw-
worpen met 11 tegen 8 stemmen, die der hh. Prince,
Fortuijn Droogleever en de Voorzitter, terwijl de heer
Dercksen buiten stemming blijft.
Aan de orde is vervolgenshet adres vau J. van
de Putte e. a. houdende verzoek om te bepalen dat
in de Lange Groenendaal niet anders dan stapvoets
mag worden gereden.
De Commissie voor de Strafverordeningen stelde
voor daarop afwijzend te beschikken.
De heer Dercksen acht het wèl noodig dat derge
lijke bepaling, als adressanten verlangen, wordt ge
nomen. Op marktdagen toch is( er in de Groenendaal
veel gerij. De //kleine steentjes^ zijn daar niet breed,
wareu die breeder of was er een trottoir, het stap
voets rijden ware niet noodig. Thans is dat wol het
geval, meent spr., om ongelukken te voorkomen. De
Voorzitter merkt op, dat als dit verzoek wordt toe
gestaan, ook in de Keizerstraat, waar eveneens twee
scholen ziju, niet hard zal mogen worden gereden,
en zoo zijn er meer straten, de Groeneweg, de Jeru-
zalemstraat, enz'. Daar ovoral het hard rijden te
verbieden zou een groote belemmering geven in bet
verkeer en spr. is er daarom niet voor om het ver
zoek toe te staan.
De hoer Koning klaagt er over, dat er in deze
gemeente over 't algemeen veel te hard gereden
wordt. Sommige bleekers maken zich b.v. daaraan
schuldig. Met angst gaat men soms de Haven
over, als zij aankomen. Hij hoopt, dat daar voor
taan op zal gelet worden. De heer Dercksen merkt,
in antwoord op hetgeen de Voorzitter zeide, op dat
in den Groenendaal veel raeor wordt gereden dan in
die andere straten. De heer van Veen verklaart
zich voor het voorstel der Commissie. Begonnen
wij in den Groenendaal //stapvoets ryden" te be
velen, voor vele andere straten zou met betzelfde
recht dat ook gevorderd kunnen worden. Op markt
dagen toch is het overal in de stad druk met gerij.
De heer van Iterson zou willen bepalen dat des
Donderdags tot zeker uur alleen stapvoets gere
den mag worden, mot het oog op de schooljeugd,
niet alleen van de soholen in de Groenendaal,
maar ook van de school van Mej. Bender, die gedeel
telijk kortheidshalve door de Groenendaal gaat. De
Voorzitter zegt dat de opmerking van den heer Ko
ning juist is, dat er va^k to hard wordt gereden,
maar het is voor de politie-agenten soms moeilijk
uit te makeu wat of isharder rijden dan in ma
tigen draf. Vroeger werd nogal eens proces-verbaal
opgemaakt, maar meestal worden de personen in
quae8tie vrijgesproken, daar het niet bewezen kon
worden. Spr. zegt dit omdat men niet de gevolg
trekking zou maken, dat de agenten hun plicht ver
zuimden. De heer Koning vreest dat voortaan, na
hetgeen do Voorzitter zeide, nog wat harder zal wor
den gereden dan tot nog toe. Nu de zaak hier ter
sprako is gebraoht en de personen in qunestie hooren
dat or niets aan te doen is, zullen zy in het ver
volg nog harder gaan ryden. Spr. zou naraeu kunnen
noemen van persoueu, die steeds te hard ryden. By
de stoomboot van den heer van der Garden komt
somtijds een rijtuig voorbij met 2 paarden uit eene
andere gemeente, waarvan de koetsier geregeld hard
door rijdt bijna over je teenen heenVoorts
kaaswagens, bleekerswagens enz. Gisteren nog is
spr. bijna overreden op de Haven. Van twee zyden
kwam een bleekers wagen en slechts met moeite kon
spr. er nog tusschen uit vliegen. Spr. hoopte dat
er cp gelet zou worden, maar na de opmerking van
den Voorzitter vreest spr. er voor.
^De Voorzitter merkt op dat hij niet heeft gezegd
dat er niets tegen dat harde ryden te doen is, maar
tot verdediging der agenten zeide hij dat het niet
steeds te bewijzen is dat er te hard gereden werd.
De heer van der Garden betoogt de wenschelijkheid
van het maken van trottoirs ia de Groenendaal en
hoopt dat B en W. binnen een niet al te lang
tijdsverloop daartoe het voorstel zullen willen doen.
De Voorzitter zegt dat B. en W. zulks gaarne in
overweging zullen willen nemen.
Het voorstel om afwijzend te beschikken op het
adres wordt aangenomen met 13 tegen 2 stemmen,
die der hh. Dercksen en van Iterson.
De heer Dercksen vraagt, alvorens de vergadering
gesloten wordt, om te wyzen op eene onjuistheid in
het Verslag van het verhanhelde in den Gemeenteraad
in de zitting vau 28' October. -
De Voorzitter merkt op dat dit Verslag geen offi
cieel verslag is zoodat opmerkingen dienaangaande
aan den uitgever moeten worden medegedeeld.
De heer Derckseu betuigt zijn verwondering er
over, dat in weerwil dat de Raad het verslag sub
sidieert, deze daarover niets te zeggen heeft.
De heer IJssel de Schepper vraagt daarop oog het 1
woord en verzoekt even terug te mogen komen op zijn
voorstel van straks om sollicitanten op te roepen voor
de betrekking van geneesheer voor hot Ziekentfeis