BUI
;e
lÜTÉS,
ZEN
n.
H
if I
1892.
N° 5008
Pa.
KET-
BINNENLAND.
Vrijdag 2 December.
en
FEUILLETON.
Eens in Zv£©ï._
ling
kolen,
KES
I
;@zx
TTEN.
TEN,
nliif/str.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
De insending van advertentlén kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave.
r en Kaas
ag.
!D,enz.
op ingericht om
De uitgave dezer Courant geschiedt dagelgka
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prjjs per drie maanden is 1.25, franco
per post 1.70.
Ifzonderlpke Nommers VIJF CENTEN.
11.85
11.7
H
H
II
II
II
H
n
ii
to
gai
RIEDRICH
daatschappjj
goudsche courant.
Vaagbrug.
lectie
heden
□HAPPEN,
voor
:aux,
FBAKKEN
idaards
i SCHEREN
th. 43.
Tot agenten der 3do klasse zijn benoemd B. C.
van Donselaar en Akkerman.
Als een
Lesseps was,
Naar het Hoogduitsch van
HANS ARNOLD.
Aan het antwoord van den minister Tak op hot
Verslag der Tweede Kamer over zijne begrooling
ontleenen wij de volgende mededeelingen:
De minister deelt ten volle de meening, dat het
ADVERTEN TIEN worden geplaatst
van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Bovendien worden alle Advertentiën grati»
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
t welk des Maandags verschijnt.
GOUDA, 1 December 1892.
Het onderzoek van het water der Waterleiding
had gedurende November het volgende resultaat
Gedurende de maand November zijn aan het
postkantoor te Gouda en de, daaronder ressortoe-
rende, hulpkantoren ingelegd 4168.05 terugbe
taald 2694.48®.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje 1
draagt het nummer 3263.
Heden morgen ten ongeveer Ö’/i uur i8 zekere
vrouw Luit, oud 70 jaar, wonende op de Raam door
een tot nog toe onbekenden boer overredengenoemde
vrouw hoeft daarby haar wang bezeerd en eveneens
hare beide boenen, zoodat ze niet meer kon loopen.
Zij is onder toezicht der politie per brancard naar
hare woning vervoerd.
Mijn verstand was genoeg ontwikkel^ om al het
schoone op te nemen, maar myn lichaam dat was
het hinkende paard. Een Apollo ben ik nooit ge
weest en het eenige, waarop ik mij beroemen kan,
is dat ik door de jaren niet leelyker geworden ben,
wat trouwens ook niet goed mogelijk zou zijn geweest.
Nu kan ik er over lachen dat er zulk een tegen-
oostelling zijn kan bij een jongeling van achttien jaren
bruikbaar, maar geen toen echter maakte het mij dikwyls diep onge-
i i en 8oms razend van toorn, als ik zag dat ik
alles miste, wat er toe noodig is, om, evenals die
half góden, door het leven te gaan aan wie, zooals
dichtkunst en ervaring mij leerde, alles toeviel, waar
naar zij de handen uitstrekten. Lomp en grof, als
ik was, stond mij de toen gebruikelijke studenten
kleeding, die mijne vrienden zoo goed kleedde, slecht
en nooit verliet mij een gevoel van verlegenheid,
dat zich dikwijls uitle door ruwheid en lompheid.
Dansen kon ik niet, manieren had ik niet en ik
begreep daarom spoedig dat ik myne overwinningen
niet in de balzaal zou moeten behalen.
Het noodlot wilde dat ik, door mijne ongelukkige
voorliefde voor wat elegant en schoon was, juist tot
het netste corps was toegetreden. Dat men mij,
niettegenstaande mijne lompheid, toen aannam kwam
alleen hierdoor dat ik bij do jougelui nog al gezien
en de beste vechter was. Hierin kon ik mij met
iedereen meten.
w i leven in het corps was dus zeer aangenaam
ik begon er mij reeds mee te verzoenen dat ik
Heden is weder een geval van cholera met doo-
delijken afloop voorgekomen bij een 12-jarig meisje
van de Jong, wonende in de Lazarussteeg. De
huisgenooten zijn naar de Hoerekade vervoerd, ter
wijl het lyk naar de begraafplaats is o ver gebracht
De voordracht ter benoeming van
met hoofdacto aan de le openb. school te Stolwijk
bestaat uit de heerenG. Den Toom, A. B. M.
Van Calmthout en L. Buurman, respectievelijk on
derwijzer te Wijk bij Duurstede, Moordrecht en
Scharmer (prov. Groningen).
De gemeenteraad van Haarlem heeft in zijn gister
gehouden zitting met 20 tegen 7 stemmen het vroe
ger reeds vermelde voorstel van den heer Tjeenk
Willink aangenomen, strekkende tot opdracht aan
B. en W., om in den loop van het volgend jaar de
herziening der gemeentebelasting ter hand te nemen,
in dien zin, dat de verteringsbelasting worde ver
vangen door een belasting naar het inkomen.
wanneer zij mijne kleeding netjes opknapte, mij goed
eten gaf en mijne opvoeding door ettelijke oorvijgen
op de geijkte hoogte bracht.
Alios was zooals hot behoorde in die huishouding;
er was geen enkel gebrek aan de machine, die alles
in gang hield eene vaste, verstandige levensop
vatting goede, eerwaardige menschen, maar het
was evenals een goed aangelegde groentetuin, alles
zeer nuttig, doeltreffend en l--a i
bloemen, geen hooilucht geen vogelengezang. En luzkig
voor elk, ook voor het kalmste, meest prozaische hart
komt een tijd waarop hij naar zoo iets verlangt.
Als eene natuurlijke reactie op deze koude, ver-
standige opvoeding, kwam er, nadat ik aan eene kleine
academie eenige jaren vlijtig had gestudeerd, plotse
ling een razend verlangen bij mij op naar het leven,
naar iets ongewoons. Ik ging op een goeden dag
naar mijnen oom en verklaarde beslist dat ik voor
een jaar naar de schoonste academie van Duitschland
wilde gaan om daar oens de proef te nemen of het
leven werkelijk zoo heerlijk en schoon was of zoo
verschrikkelijk vervelend als ik tot nu toe in wer-
keid ondervonden had.
Daar ik niet onbemiddeld was en zeer goed ge
studeerd had, was er tegen mijn besluit niet veel in
brengen. Mijn oom liet mij, schouderophalend
tan en ik trok, evenzoo belust op avonturen als een
jong ridder, naar Heidelberg, dat mij het ideaal van leoereer
alle academic’s toescheen en ook later werkelijk met j Mijn
Zijne vrouw geloofde reeds den hemel te verdienen, dal ideaal overeenstemde.
bewijs, hoe kloek en snelberaden De
waar het op handelen aankwam, verhaalt
Sarcey het volgende
Het was den avond voor de plechtige opening
van het Suez-kanaal, de eerste doorvaart, waaraan
de Onderkoning van Egypte, de vertegenwoordigers
van de verschillende mogendheden en een aantal
genoodigden zouden deelnemen. Er was een groot
feestmaal geweest en er werd een bal gegeven. Terwijl
De Lesseps daar een quadrille meedanste, kwam oen
zyner voornaamste ingenieurs zeer verschrikt naar
hem toe en fluisterde hem in, dat er midden in bet
kanaal een schip gezonken was en de doorvaart
versperde, zoodat de plechtigheid van den volgenden
dag ónmogelijk werd.
De Lesseps liet niets blijken van den indruk door
de Jobstijding op hem gemaakt. Glimlachend vol
bracht hij zyn plicht in de dansfiguur, waarmee men
bezig was.
„Wat moeten wij doen?" vroeg hem de ingenieur,
toen hij weer op ziju plaats stond. „„Laat het ge
zonken schip in de lucht vliegen.»» „Maar dat zal
minstens twee millioen kosten.» „„Laat het in de
lucht vliegen,»» herbaalde Do Lesseps, en daar de
een onderwijzer uist hot 8ein f hij ffejJr gü h d
innl t« StnlwiiK r
zijn passen maken als cavalier seul.
Zijn bevel werd opgevolgd en het succes van het
Suez-kanaa>, dat door een uitstel al was het vau
een paar dagen zeer geschaad zou zijn, was gered.
Do kalmte en vastberadenheid, waarmee de z/groote
Franschman" op die manier, zonder een oogenblik
bedenkens, een paar millioen in het water wierp,
ziju altyd algemeen bewonderd.
4)
De loop van eene rivier wordt door hare oevers
bepaald, heeft eens een wijs man gezegd en wat een
mensch beleefd en hoe hij het leven opvat, hangt
meestal af van do oevers, die zijn prille jeugd om
gaven.
Mijne geheele opvoeding was er op ingericht om
mij in alle opzichten in toom te houden en de om
geving, waarin ik opgroeide, maakte dat ik nooit
Just gevoelde om heen te zien over de grensmuur
die mijne jeugd omsloot en nog veel minder om er
over heen te klimmen.
Ouders heb ik nooit gekend. Toen ik dertien
jaar was, kwam ik in het buis van mijnen oom,
ide rector van een gymnasium in een der minst
schoongelegen steden in midden Duitschland.
Bij de vele jongens, die de göede man to huis en
in de school regeeren moest, had hij weinig lust om
zich met een enkelen van die soort nog bizonder be-
-zig te houden.
2 Nov. 9.9 Mg. permanganas kalicusper 1000 oo.
9 h B f n v
16 11.85 a 'u a
23 11.7 u n
Het ingezonden stuk van den heer T. Crebas over
de verkiezing voor de Kamer van Koophandel geeft
van onze zijde aanleiding tot een enkele opmerking,
waartoe ons gisteren de tijd ontbrak. Het vermoeden
van den heer C. is volkomen juist, dat wij niet be
kend waren met de motieven, die in de Voreeniging
zrGouda’s handelsbelang* gegolden hadden bij het
stellen der candidaten. Doch dit is de schuld van
deze Vereeniging zelve, die haar stel nieuwe candi
daten aanbeval, niet omdat zij geen leden van den
gemeenteraad, maar omdat zy tegenstanders der ver
bruikscoöperatie zyn. Daar geen ander motief ge
noemd was lag de conclusie voor de band Han
delsbelang bestrydt de aftredende loden, omdat zy
voorstanders zyn der verbruikscoöperatie. Toen nu
alle oppositio-mannen in koor op ditzelfde aanbeeld
hamerden, had Gouda’e handelsbelang moeten zorgen,
dat het waro motief, waarvoor inderdaad iets te
zeggen was en dat dus het licht mocht zien, vol-
'3 in het licht werd gesteld. De heer C. had
verstandiger gedaan, indien hij vóór de verkiezing
gesproken hadindien hij verklaard hadik hand
haaf mijne candidatuur, omdat leden van den raad niet
de gewenschte personen zijn om zitting in de K. v. K.
te nemen, niet omdat ik hen als trekpaarden van
Eigen Hulp of ongeschikte vertegenwoordigers van
den handel beschouw, dan ware zijne positie zuiver
geweest en zyne handelwyze ridderlyk. Thans niet.