correspondentie. ten. Maar op 6 Juli kwam de scheepsmakelaar Kroes te Groningen bij (ien commissaris van politie aldaar vertellen, dat hg 's middags een persoon met gestolen effecten op z|jn kantoor aou krijgenhij was dien ochtend met hem in kennis gebracht, en toen had de man hem coupons ter verzilvering aan geboden met 10 pet. provisie. De politie hield den man, P. van Rosmalen, na tuurlijk aan, en deze gaf toen dadelijk op, dat de coupons afkomstig waren van de te Kaarden gesto len effecten. Hij had ze van v. W. ontvangon. Hoe wel deze ook nu alle schuld outkennen bleef, heeft h|j thans met v. R. voor de Amsterdamsche recht bank ter»cht gestaan, beklaagd van heling. Van R., die eerst alles bekend had, begon ter terechtzitting z\jne verklaringen gedeeltelijk te herroepen, en v. W. hiold staahde dat allen Hogen, om hem er in te helpen. Bij het getuigenverhoor was juffr. Sanders natuurlijk veel vager in hare verklaringen, na zoo veel tijd z|j durfde nu o. a. niet meer stellig zeggen, dat zg het stuk, door v. W. aangeboden, zelf had gezien. Niettemin tischte het O. M. voor beido bekl. 18 maanden gevangenisstraf. Niet zelden gebeurt het dat personen met een donker verleden onder een valschen naam dionst nemen bij de koloniale troepen, jaren ouder dien naam dienen en soms sneuvelen. Een varensgezel P. d. B., die eenige maanden ge leden ook beproefde om zich onder een valschen naam te Harderwijk te laien aauwerven, liep door een eigeuaardigen samenloop van omstandigheden in de val en had zich gisteren voor de arrond. rechtbank te 's Gravenhage te verantwoorden. P. d. B. was als marinier weggejaagd en kon du% noch als koloniaal noch als plaatsvervanger, of hoe dan ook, meer in militairen dienst komen. Het ge luk of, als men wil het ongeluk diende hem. Hij vond in de Gravenstraat te s-Gravenhage een paspoort met certificaat van goed gedrag, eigende zich dat toe, ging daarmede naar den commissaris rau politie der Ie afdeoling, gaf aldaar voor C. S. te heeteu te wiens naam het door hem gevonden paspoort stond vroeg en verkreeg een bewijs van goed gedrag van de burgerlijke autoriteit en ging naar Harderwijk om zich te laten aanwerven. Tot zoover ging alles goed. Daar echter de cho lera te 's-Grarenhage heerschte, werd de beklaagde te Harderwijk ter observatie in het hospitaal opge nomen en daar herkend als iemand die uit don dienst was weggejaagd. Na die ontdekking ontvluchtte bekl. uit het hospitaal, ging te voet naar Frankrijk om aldaar dienst te nemen, werd echter niet aange nomen en keerde naar Nederland terug om een bewijs te halen van vrijstelling voor den dienst om te kunnen gaan varen. Hij werd toen gearresteerd en had zich gisteren te verantwoorden. De beklaagde bekende volkomen hot hiervoren omschrevene. Het O. M. vorderde, ter zake van diefstal en valschheid in geschrifte, de veroordeeling van den beklaagde tot l jaar gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger, mr. Ph. R. Feit, con cludeerde wat den ten laste gelegden diefstal betreft tot vrijspraak, omdat de elementen voor den diefstal ontbreken. Wel zijn de elementen voor verduistering aanwezig, maar die is niet ten laste gelegd. Ten aanzien van het tweede punt der aanklacht riep pleiter de clementie van de rechtbank in, daar bekl. door eene onbezonnenheid ongelukkig was geworden. Als marinier dieneudo ter Sumatra's- westkust, had hg het ongeluk een korporaal met wien hg een nacht aan het passagieren was geweest een klap geven en was daarvoor door den krijgs raad gestraft met 4 jaren gevangenisstraf, met ont- z0gging va& ooit weer in Nederlandschen militairon dienst to komen. Een toeval deed hem een goed paspoort vinden en daarin tag hg een redmiddel om zich er weer bovenop te werken en zijne vroegere fout uit te wisschen. Uitspraak Maandag e. k. De orthodoxe aartsb. der Griekscho kerk teZanto geeft der geestolgkheid een uitstekend voorbeeld door aanhoudend te prediken tegen de aoti-somieti- sche boweging. De aartsbisschop staat wegens zijno groote godgeleerde kennis en welsprekendheid zeer hoog bg de Grieken aangeschreven. lu een van zijn laatste preeken, zeide de prelaat het volgende: zr De vervolging tegen de Joden is zulk een zware zonde, dat God haar nimmer zal vergeven. De stichters van het Christendom stamden van Joden af. In de tegenwoordige eeuw worden de Joden vervolgd en verdrukt. Zij behooren tot de meest belangrijke volken der wereld. Welk een gruwelijke onrechtvaardigheid is het de Joden te willen vervolgen, omdat zij getrouw blijven aan het geloof hunner vaderen. Wij zijn onze liefde - tot God, ons gevoel 70or rechtvaardigheid, ouze naastenliefde, de heiligheid van de banden van het familieven en den eerbied voor de heilige schriften, aan de Joden verschuldigd. //Eu in plaats van dankbaar te zijn, koesteren wij bittere gevoelens te hunnen opzichte. ffToonen wij onze dankbaarheid door de Joden te dooden? In de toekomst willen ik en mgn ge- loovige broederen de hoop koesteren, dat wij onzen Schepper dankbaar zullen zgn van te hebben mogen medewerken tot behoud vau dit deerlnk vervolgde volk." In het mail-overzicht van de yJava-Bode" wordt het vermoeden uitgesproken, dat de minister van Koloniën zich in min gunstigen zin zou uitlateu over den Gouverneur-Generaal, en voorts op ironieken loon de plannen van den ministor nagegaan. Het besluit met de volgende zinsneden /,Men ziet, redenen te over voor den minister van Koloniën om alle schuld te werpen op de In dische regeeringen even zoovele redenen om te vermoeden, dat de verhouding tussclien dien mi nister en den Gouverneur-Generaal uiterst gespan nen is. Neemt men daarbij in aanmerking, dat de geestverwanten van den heer Van Dedem in de //Indische Gids" en in het ffAlgemeeri Handelsblad* zich reeds fel tegen den landvoogd hebben verklaard, en dat do nederlaag, door ons in Atjeh geleden, op het oogenblik dat de scheep vaartregeling werd in gevoerd, bet voor den minister moeilijk maakt te beweren, dat de blokkade doel getroffen heeft en daarom door eene scheopvaartregeling wordt ver vangen, dan moet monywel verwachten, dat do mi nister bij de openbare behandeling van do Indische begrooting den Gouverneur-Generaal zal loslaten, zoodat deze ongedekt daar zal staan.* In 1898 zal een begin worden gemaakt met het drukken van muntbiljetten van tien gulden naar een nieuw model. Do klachteu over de beworking der nieuwo gul dens acht de minister van Finanoiën niet ongegrond. De oorzaak is deze, dat de Munt niet over vol doende werktuigen beschikt, wat verklaarbaar is, omdat sedert lang geen zilveren stand ponningen waren aangemunt. Daar echter nu vooreerst in de behoefte aan guldens voor Indië en Nederland vol doende is voorzien, heeft de minister gemeend, niet tot da aanschaffing van kostbare nieuwe werktuigen te moeten overgaan. Voor de bezorgdheid omtrent den toestand van het muntwezen bestaat geen aanleiding, zegt de mi nister voorts hoogst onwaarschijnlijk is het, dat de noodzakelijkheid tot uitvoering der ontmuntingswet ooit ontstaan zal, en zeker niet in 1893. Jay Gould is overleden. De kleine, onaanzien lijke man met zijn langen neus en zgn dunnen grg- zen baard, die door zijne landgenooten nu eens de Napoleon van Wallstreet, dan weder do Mephistofe- les van de effectenbeurs werd geuoemd, is tot zijn vaderen vergadord voor hij zgu doel had beroiktde rijkste man van Amerika te zgn. Astor en Van der Bilt, mogelgk ook Rockefiller, waren hom nog ette- lijke millioenon voor. Veertig jaren geloden kwam Jay Gould, de zoon van een armen landbouwer in een uithoek van den staat New-York, de hoofdstad om daar een door hem bedachte muizenval aan den man te brengen. Het vallen zetten is zgn specinliteit geblevendaarvan weten zgn duizenden slachtoffers mede te sprokeu 1 De leer «doe wel en zie niet om* was in zgne op- vatting een „mank gold en zie niet om" geworden. Zijn recopt loek eenvoudig genoeg hij kocht, wat hg door allerlei manoevres zelf bijna waardeloos had gemaakt, en hij verkocht het, wanneer hij er door even vernuftige manoevres eene in den regel fictieve waarde aan had weten te geven. Maar welk een leven heeft deze man gehad 1 Aan de weelde, die zijne talrgke millioenon hem konden bezorgen, hechtte bij niet; voor kunsten en wetenschappen voelde hg niets; hij at slecht, dronk weinig of niet, rookte niet, las slechts rapporten van financieele onderne mingen en beursnoteeringen, ontwoek elk gezelschap, en voelde zich alleen tehuis op zijn kantoor, waar vijf-en-twintig particuliere telegraaflijnen hem ten dienste stonden. Mou had ontzag voor hem, dat wist hij, want bij kon bgna iedereen //maken en bre ken"; maar men haatte hem nog voel meer, en in de straten van New-York liet hg zich vergezellen door een lijfwacht van twee athleton. Medelijden en sympathie waren dezen man van zaken te cenen- male vreerad; voor zijno slachtoffers had hij slechts eene stnadolgke minachting, zij waren immers niet smart, niet 'cute genoeg geweest. Men zegt, dat Jay Gould een goed echtgenoot en vader is geweost, en men weet, dat hjj nooit een enkele handeling verrichtte die in strijd was mot de letter der wet. «Menschen als ik," zeide hij, *be- hooven geen misdaden te begaan." Dat was ongeveer al het goede wat men van hem getuigen kan. De Daily News verhaalt, dat Jay Gou'd cenige jaren geleden met moeite is overgehaald om een reis naar Europa te maken, en dat hij ook te Am sterdam kwam, waar men hem de musea liet zient zaam en dralend, maar vast besloten en overtuigd van hetgeen ik doen moest. De korte zomeruacht was bijna voorbij toen ik den tuin verliet en mij naar de stad bogaf. De omtrek lag koud en stil voor mij, de laatste sterren verbleekten en de dauw lag met groote drop pels op het gras. In het oosten boven do dichtbe groeide bergen vertoonde zich reeds eene zwakke lichtschijn, die door de morgennevel heen al grooter en grooter werd. Het wordt dag, zeide ik, en ver snelde mijn stap. De Jonker had zijne kamers in een hotel van een der hoofdstraten. Ik bereikte hot huis en vond spoe dig den portier, die rag eerst om mijne roode muts, wantrouwénd aanzag, daar hij vau studenten niet veel anders als plagerijen gewoon was, maar uit mgn ernstig gezicht zeker spoedig opmaakte dat hot mij niet om plagen te doen was. H|j sloot de deur open on ik liep zaoht, om niemaud in de slaap te storen, de trap op. Do morgenschemering verlichtte de trappen juist genoeg om den weg te kunnen vinden. Ik klom verder tot ik naast een belknop het kaartje van dea Jonker zag. Ik schelde voorzichtig om niemand te wekken. Ik hoorde een haastige stap de deur werd geopend en hij stond zelf voor mg. Zijn bleek gezicht toonde eene greuzelooze verwon dering toen hg mij zag. (Slot volgt.) den raad eener moeder, naar de troost en de hand eener moeder op mijn gloeiend voorhoofd had mijn hart nooit zoo heftig, nooit zoo hartstochtelijk be wogen als nu, op het oogenblik dat ik overdacht dat mijne wilde, ongebreidelde drift mij nooit zoo zou hebbeu beheerscht, indieu zulk eene hand mij had geleid. Ik zocht mijzelven wijs te maken dat de brief met bet opschrift//mijn geliefde, eenige zoon" aan mij was gericht. Ik dacht niet aan discretie of recht en las hem. Goddank ik las hem en hier is hij. Het is een eenvoudige, korte brief, die de onbe kende moeder schreefHoe heerlijk was de vacantie, mijn beste jongen hoe dankbaar was ik dat ik u weder bij mij had, voor u zorgen kon en u uwe lie velinge spijzen kon voorzetten zooals in den goeden, ouden tijd. Uwe vader plaagt mij dat ik slechts leef van de eene vacantie tot de andere en, evenals een schooljongon, eeno almanak heb genomen, waarin ik nu eiken dag doorschrap tot gij in Mei weder terug komt. Dat is wel niet goed van mg, want wij oude raenseheu hebben niet zooveel dagen meer om door te schrappeu tot de lievo God het geheelo levensboek toeslaat, maar ik kan het niet laten uit verlangen naar u. Als ik 's avonds voor het raam zit e&de schepen zie binnenkomen weet ge nog wel noe gaarno gij ze telde toen gij nog oen kleine jongen waart dan denk ik aan den tijd als gij voor goed bij ons zult zijn. Uwe kamer heb ik voor mij zelve geno- 1 men. Daar doe ik mijn middagslaapje en laat er j niemand binnen. Het stof noem ik ook zelf af, want ik weet hoe gij op sommige kleine nesterijen gesteld zijt aan welke trouwens ook voor mij herinneringen zijn verbonden. Gisteren bedacht ik dat gij met Kerstmis wel eene schommelstoel kunt gebruiken. Papa zegt dat het onnoodig verwennen is, maar ik wil het u zoo aan genaam maken zoodat gij gaarne in uwe kamer zgt. Wees maar verstandig en spaar uwo gezondheid, wees bij het zwemmen en rijden niet zoo onvoorzich- tig en, als het u onmannelijk toeschijnt om u te ontzien, bedenk dan dat uw leven en mijn leven aan denzelfden draad hangt. Ik schrijf u telkens alsof gij nog een tienjarige jongon zijt, mijn oude jongen, maar voor uwe moeder blijft gij steeds eeu kind en gij laat u dat ook gaarne welgevallen, dat weet ik. j Voor heden genoeg. Uwe vader schrijft u het nieuws. Ik sluit dit briefje in omdat ik van daag zoo bijzondor ongerust over u bon. God behoede u, j mijn beste lieve zoon. Uwe trouwe oude moeder." En daarop volgde de handteekening de naam I van den jonker. Die brief was dus aan hem gericht, voor hem zorgde die trouwe oude moeder en ik wilde hem aan haar ontnemen. Ik vouwde den brief langzaam op en lag hem in mijne brieventasch en toen ze'de ik tot ragzelven z/neen, dat gaat niet, gij rnoogt hem niet dooden." I Ik bad zoo luid gesproken dat ik van mijnen stem schrok. Ik stond op en ging heen nu niet lang- De man verveelde zich verschrikkelijk, en vond het een uitkomst, toen hij een bezoek kon brengen nan de beurs, waar hij in een kwartiertje een wiust van 20.000 dollars mankte. Toen eerst smaakte hem zgn lunch. Het cijfer van Jay Goulds vermogen wordt zeer verschillend opgegeven, maar minstens op 80 millioen dollars geschat. Hg was de onbeperkte heorscher over een spoorwegnet van 20.000 kilometer. Maar het is zeer de vraag, of hot reusachtig vormoge.n niet reeds alleen door den dood van dit onbeminne lijk financieel genie aanmerkelijk in waarde zal dalen Er werd verscheidene dagen een Beiersche Prins vermist. Prins Karei, kleinzoon van den Regent. Nasporiugen wafreu aanvankelijk to vergeefs, en men verkeerde in niet geringe ongerustheid, totdat het bleek, dat de Prins te Scliwnndorf in het ziekenhuis lag. Hij had oen wandeltocht in het gebergte on dernomen, alleen er. met zeer weinig geld op zak. Te Schwandorff werd hg' ziek en hij lag daar vijf dagon in het gasthuis voor men ontdekte wie hij was. De verloren Prins is nu to Miïciien terug. Men herkent in hem het avontuurlijke Wittelshacher bloed. De vereeniging ter bestriding der vervalschingen van voedingsmiddelen waarvan als directeur-secretaris de heer P. F. van Maarseveen zal optreden, vangt hare werkzaamheden aan op den laten Januari 1898. De vereeniging beoogt een tweeledig dool le. Gegevens to verzamelen over de vervulschin- gen van voedingsmiddelen, welke dan op practische wijze zullen worden bestreden. 2e. Onder hare bescherming te nemen de voedings middelen, welko door hare tussehtfjfkorast aan een wetenschappelijk onderzoek zijn oudefcvorpen gewor den en goodgekeurd zijn, alsook het onder hygiënisch toezioht stellen van inrichtingen waar voedingsmidde len worden geproduceord. De daarvoor benoodigde door do Nederland8che wet erkende, deskundigen zijn in een voldoend aantal over het geheelo land aan wezig en de vereeniging heeft zich reeds met hen in betrekking gesteld. Als bestuurders zullen optreden de heoren Herman F. Bultman, lid dor Eerste Kamerprofessor dr. J. W. Gunning en D. Blooker te Amsterdam, waardoor in het bestuur tevens vertegenwoordigd zyn, weten schap, landbouw en industrie. De Statuten en het reglement waarin de voorwaar den zijn opgenomen waarop men lid of donateur der voreeniging kan worden, wordeu op aanvraag franoo toegezonden door den directeur-secretaris den heer P. F. van Maarseveen, Nassaukade No. 446 te Am sterdam. Een passagier van hot stoomschip Spree, van de Norddeutscho Lloyd, dat Zaterdag avond inet gebroken schroef-as en ongeveer 30 voet water in het achter schip te Queenstown is binnengesleept, verhaalt in de Times zijn wedorvareu. Daaraan is het hier vol gende ontleend De Spree vertrok Woensdag 23 November jl. uit Southampton naar New-York, met 134 eerste klasse, 121 tweede klasse en 151 voordeks-passagiers, en 405 mailpakken aan boord. Zaterdag morgen, den 26en, even vdor zessen, werd er een geweldigen schok gevoold, waardoor de raachiue tot stilstand gebracht word. Het bleek dat do schroefas gebroken was, en spoedig daarna dat een vau de stukken onder de twoede klasse-kajuit een gat in het schip gestoo- ten had, waar het wator bij stroomen door naar biunen stortte. Terstond werden do luiken der water dichte afdeelingen gesloten en de stoompompen te werk gezet, doch dit laatste baatte niet. Het achter schip liep binnen weinige uren vol tot aan het derde dok, en drong ook door in de afdeeling waar de mailzakkon geborgen lagen. De andere afdeelingen bleven echter droog en de gezagvoerder rond daarin aanleiding om de passagiers, onder wie aauvankelijk eene paniek ontstaan was, te doen weten dat er geen dadelijk gevaar bestond. Het schip kon drijvende gehouden worden, en aangezion zij zich in de l|jn der mailstoomers bevonden, bestond er alle kans op redding. Onder hooge zee en aanwakkerenden wind hield het diep weggezonken schip het gedurende twee etmalen gaande. Des nachts werden er voort durend vuurpijlen opgelaten en teertonnon gebrand. Zondag morgen werd er door den evangelist Moody en door generaal Howard in de kajuit eene gods dienstoefening gehouden. In den nacht van Zondag op Maandag werden de seinen gezicu door de stoom boot Huron, van de Beaverlijn, van Moutread naar Liverpool bestemd. Deze nam de Spree op sleep touw en bracht het schip in vier etmalen te Queen stown. Gezagvoerder en bemanning hebben zich voor- ee dig gedragen. Van do passugiers hoeft er een uit angst zelfmoord gopleegd en hebben enkele an dere door het zware slingeren verwondigen bekomen. Aan de mailpakken is veel schado toegebracht. Bij het afdeelingsonderzoek van het ontwerp tot wijziging van art. 469 van het Wetboek van Bur gerlijke Rechtsvordering werd van meer dan ééne zijde den minister van justitie hulde gebracht voor den door hem gevolgden weg van partieele herziening onzer wetgeving, den eouigen, naar veler oordeel, waarlangs practische resultaten te verkrijgen waren. Wel werd door sommige leden twijfel uitgesproken, of het euvel, waarin dit wetsontwerp verbotering wenscht te brengen, door de totstandkoming ervan inderdaad zou wordou weggenomen. Immers men kan aaunomen, dat bij een executorialen verkoop steeds, althans meesttijds, door den nalatigen betaler eene zoodanige combinatie tot stand gebracht is, dat of de executie onmogelijk wordt gemaakt, öf wel hij er zonder schade afkomt. Vindt hij zulk eene combinatie niet, dan laat hij het niet tot executie komen. En met het oog op den diepgewortelden tegenzin, die bij een groot gedeelte van het publiuk tegen een executorialen verkoop bestaat, vreesden deze leden, dat er spoedig nieuwe middelen uitge vonden zouden worden om dien te voorkomen. Anderen daarentegen waren van meening, dat de voorgestelde maatregel wel degelijk heil zou kunnen aanbrengen en, daar bovendien goen juridisch be zwaar er zich tegen verzot, waren zij tot de goed keuring van het wetsontwerp bereid. Sommige lcdeu, die het doel, waarmede dit ont werp is ingediend, toejuichten, waren van oordeel, dat het tot bereiking van dat doel in vele gevallen voldoende zou zguden verkoop, in plaats van bij opbod, bij afmguing te doen plaats hebben. Ook in gevallen, waarin geene samenspanning plaats nceft of verkeerde praktijken gevreesd worden, kon het toch ter verkrijging vau eene opbrengst, met de waarde der te verkoopeu goedoren overeenkomende, won8chelijk zijn, verkoop bij afraijuing toe te laten. Het plaatselijk gebruik brengt Jat in vele gemeen ten van on9 land mede. Er bestaat dan ook geene reden om te bepalen, dat de vprkoop uit9luiteud bij opbod moet geschieden, evenmin als men eenig bezwaar zag om als regel te stollen, dat bij de exe cutoriale verkoopingen het plaatselijk gebruik voor zijn vrijwillige verkoopingen geldende, gevolgd moet worden, behoudens, dat in elk geval gereede betaling voorgeschreven werd. In verband mot deze beschou wing gaven de hierbedoekle leden in overweging, het eerste lid van het gewijzigd art. 469 aldus te doen luiden Do verkoop zal geschieden overeenkomstig de ter plaatse des verkoop geldende gebruiken bij vrij willige verkoopingen van roeiende goederen en tegen gereede betaling." Wordt deze wijziging aangenomen, dan kunnen de overige bepalingen van het voorstel, indien en voor zoover de verkoop bij opbod plaats heeft, in de door do regeering bedoelde gevallen toegepast worden. In verband met het bovenstaande wordt opgemerkt, dat ook in Nederlandsoh-Indië bij executorialen verkoop de betalingen op den vrij willigen verkoop van roerende goederen, in de instructie voor de vendukantoren voorgeschreven, opgevolgd worden. Zondag heeft de heer Murray, inspecteur eener levensverzekeringmaatschappij te 's Gravenhage, aan de politie te Rotterdam kennisgegeven, dat, toen jl avond de spoortrein waarin hij gezeten was, het station D. P. alhier voorbijreed, de deur z|jner copé openwaaide, en daardoor eenige papieren die hij bg zich had, en waaronder eene enveloppe met 630 was, buiten den wagen geraakteD. Hoewel hg aanhoudend gebruik maakte van de noodrem, had dit geen gevolg, en kon hij eerst bij aankomst te 's Gravenhage van de vermissing kennis geven. Laatstleden Zaterdag strandde nabij Scheveningen een molensteenviscb, ook wel genoemd maanvisch, zonnevisch, klompvisch of zwemmende kop. Werkelgk ziet deze visch er uit alsof hij geen romp of staart heeftZijn lichaam is eene rechtop staande eivor mige schijfde punt van het ei is de snoetaan de ronde zijde, den staart, bevinden zich de zeer gfroote rug- en de even groote aarsvin, vlak boven elkan der. De borstvinnen zijn betrekkelijk klein en be vinden zich vlak achter de kieuwopening. De mond is voor dezen grooten visoh zeer klein, en heeft zoo wel in de boven- als in de onderkaak slechts één grooten tand. De huid is met klenio, harde, scherpe korrelvormige lichaampjes bezet, waaraan men al zeer spoedig de hand stuk schaaft. Deze viseh heeft geen zwemblaas. De kleur is aau den rug loodgrijs, aan den buik wit. Zijn vloesch wordt niet gegeten. Dezo soort komt voor in tropische en subtropische zeeën, en wordt van rijjd tot tijd aan de kasten van Nederland aangetroffen o. a, is ruim 30 jaar gele den eeu exemplaar te Den Hélder aangespoeld, dat 158 kilo woog. Z|> voeden zich met wier, en kunnen tot 2l/# Meter laug worden. Over de Je- veu8w|jzo. is, weinig bekend. Hot exemplaar waar van boven sprake is meet van neus tot staarteinde 1 Meter 35 centimeter on van de punt van de rugvin htot aan de punt van de staartvin l Meter 62 centi meter, en weegt ruim honderd kilo. Vier man waren noodig om hem op een kar te ladeu en naar de dieren tuin te 'sGraveuhage te >|jden, waar hg door deu directeur vau het museum werd aangekocht. De Regeering heeft hot afdeelingsverslag betr. de Artseuwet beantwoord. Uitdrukkelijk wijst zij er op, dat deze wotsvèor- draebt hoegGnaamd niet de strekking heeft om een zijweg te openen, waarlangs de aanstaande arts de hooge eischon, hier te lande aan z|jne wetenschappe lijke opleiding gesteld, zou kunnen ontgaan, uoch eenigermate bevorderlijk kan zijn aan het gevaar voor ouze universiteiten, dat onze jongelieden voor het theoretisch gedeelto hunner siudiëu buiteulandsche hoogescholen zullen gaan bezoeken, waar de studietijd korter is, om vervolgens het practisch arts- of tand meesters-examen hier af te leggen, hetgeen dan toch in geen geval zoude kunueu geschieden, voordat zij ook reeds in het buitenlaud de examens tot verkrij ging van het recht tot uitoefening de/ geneeskundige praktijk iu haren guheulen omvang met goed gevolg hadden afgelegd. Niet alleen dat zooals ook reeds in het Voor- loopig Verslag is opgemerkt bij hot afnemen van het practisch examen zelf, door rekening te houden met het gehalte van het onderwijs bij de verschil lende buiteulandsche hoogescholen, gewaakt kan wor den tegen het toelaten van ongeschikte vreemdelin gen; maar ook de wetsvoordracht, zooals die luidt, geeft reeds op zich zelve don noodigen waarborg, dat geen vreemde geneeskundige of tandmeester kan worden toegelaten, tenzij hij de bowgzen levert \an gelijke voorbereiding en gelijke geneps- of tandheel kundige studiën als hier te lande zijn voorgeschreven. Er wordt niets anders beoogd, dan om buitenland- sche artsen en tandmeesters tot de praktijk ih Neder land toe te laten, nadat zij getoond hebben, zoowel wat voorbereidende als wat theoretische en praktische geneeskundige of tandheelkundige studiën betreft, op ééne lijn te staan met Nederlandsche artsen of tandmeesters. Hoever bij hot daartoe in te stel len onderzoek de, op grond van elders verkregen getuigschriftentoe te stane vrijstelling vaa het theoretisch geneeskundig en de daaraan voorafgaande examens behoort te gaan, zal voor elk dier buiten- landscho getuigschriften en diploma's afzonderlijk worden aangewezen. De roden, waarom de regeering zioh bij de behan deling van het wetsontwerp in de Tweede Kamer niet met het amendement van den heer Zaager, ra kende de opleiding der tandmeesters, vereenigd heeft, is de meening, dat aan de aanstaande tandmeesters hoogere eischen van natuurkundige voorbereiding te stellen, in strijd was met de strekking van het re- geeringsvoorstel. Het regeeringsvoorstel beoogde niet meer dan eene eenvoudige wijziging, waarvan de nood zakelijkheid door de ervaring was aangetoond, name lijk dat zij, die het theoretisch examen in de tand heelkunde willon afleggeD, de bewijzen zullen over* leggen viu vooraf die mate van algemeene kennis en ontwikkeling te hebben verworven, zonder welke geen enkel vak ernstig kan beoefend worden. Evenmin echter kan de in het Verslag geuite wensch, om op het gebied der tandheelkunst nog meer vrijheid, ja zelfs algeheelo vrijheid toe te laten, op instemming der regeering rekenen. De uitoefening dor taudheelkuust toetestaan aan personen, die zich niet in het Nedelandsch verstaanbaar kunnen maken, zou tot gevaarlijke raoeiel|jkheden aanleiding kunnen geven. Alleen de gelegenheid te openen lot het vor men van bekwame tandmeesters eu verder de uitoe fening der tandheelkunst vr|j te laten, zoude niet verantwoord zijn wegens het groote gevaar, dat de uitoefening dier kunst door onbekwame personen na zich sleept. De met Belgie en Duitschland gesloten overeen komsten betreffende de wedmzijdsche toelating geneeskundigen in de gronsgemeenten (commwfe^ limitropheskunneu inderdaad, wanneer het geütMrai eener grensgemeente zich tot diep in het land i$fe strekt, tot gevolg hebben, dat een vreemde geneest kuudige vrij verover do grenzen de prakrijk uitoefent. Men moet trouweDs ook niet uit het oog verliezen, dat de voordeden, die de in de grensgemeenten ge vestigde geneeskundigen door die ^overeenkomsten genieten, wederkeerig zgn, dus ook komen ten btte van de Nederlandsche geneeskundigen, die de praktijk in de Belgische of Duitsohe grensgemeenten uitoefenen. Het ingezonden stuk van K. wordt morgen ge- plaatst. de Redactie.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2