correspondentie.
ten. Maar op 6 Juli kwam de scheepsmakelaar
Kroes te Groningen bij (ien commissaris van politie
aldaar vertellen, dat hg 's middags een persoon met
gestolen effecten op z|jn kantoor aou krijgenhij
was dien ochtend met hem in kennis gebracht, en
toen had de man hem coupons ter verzilvering aan
geboden met 10 pet. provisie.
De politie hield den man, P. van Rosmalen, na
tuurlijk aan, en deze gaf toen dadelijk op, dat de
coupons afkomstig waren van de te Kaarden gesto
len effecten. Hij had ze van v. W. ontvangon. Hoe
wel deze ook nu alle schuld outkennen bleef, heeft
h|j thans met v. R. voor de Amsterdamsche recht
bank ter»cht gestaan, beklaagd van heling. Van R.,
die eerst alles bekend had, begon ter terechtzitting
z\jne verklaringen gedeeltelijk te herroepen, en v.
W. hiold staahde dat allen Hogen, om hem er in te
helpen. Bij het getuigenverhoor was juffr. Sanders
natuurlijk veel vager in hare verklaringen, na zoo
veel tijd z|j durfde nu o. a. niet meer stellig zeggen,
dat zg het stuk, door v. W. aangeboden, zelf had
gezien.
Niettemin tischte het O. M. voor beido bekl. 18
maanden gevangenisstraf.
Niet zelden gebeurt het dat personen met een
donker verleden onder een valschen naam dionst
nemen bij de koloniale troepen, jaren ouder dien
naam dienen en soms sneuvelen.
Een varensgezel P. d. B., die eenige maanden ge
leden ook beproefde om zich onder een valschen
naam te Harderwijk te laien aauwerven, liep door
een eigeuaardigen samenloop van omstandigheden in
de val en had zich gisteren voor de arrond. rechtbank
te 's Gravenhage te verantwoorden.
P. d. B. was als marinier weggejaagd en kon du%
noch als koloniaal noch als plaatsvervanger, of hoe
dan ook, meer in militairen dienst komen. Het ge
luk of, als men wil het ongeluk diende hem.
Hij vond in de Gravenstraat te s-Gravenhage een
paspoort met certificaat van goed gedrag, eigende
zich dat toe, ging daarmede naar den commissaris
rau politie der Ie afdeoling, gaf aldaar voor C. S.
te heeteu te wiens naam het door hem gevonden
paspoort stond vroeg en verkreeg een bewijs van
goed gedrag van de burgerlijke autoriteit en ging
naar Harderwijk om zich te laten aanwerven.
Tot zoover ging alles goed. Daar echter de cho
lera te 's-Grarenhage heerschte, werd de beklaagde
te Harderwijk ter observatie in het hospitaal opge
nomen en daar herkend als iemand die uit don dienst
was weggejaagd. Na die ontdekking ontvluchtte
bekl. uit het hospitaal, ging te voet naar Frankrijk
om aldaar dienst te nemen, werd echter niet aange
nomen en keerde naar Nederland terug om een
bewijs te halen van vrijstelling voor den dienst om
te kunnen gaan varen. Hij werd toen gearresteerd
en had zich gisteren te verantwoorden.
De beklaagde bekende volkomen hot hiervoren
omschrevene.
Het O. M. vorderde, ter zake van diefstal en
valschheid in geschrifte, de veroordeeling van den
beklaagde tot l jaar gevangenisstraf.
De toegevoegde verdediger, mr. Ph. R. Feit, con
cludeerde wat den ten laste gelegden diefstal betreft
tot vrijspraak, omdat de elementen voor den diefstal
ontbreken. Wel zijn de elementen voor verduistering
aanwezig, maar die is niet ten laste gelegd.
Ten aanzien van het tweede punt der aanklacht
riep pleiter de clementie van de rechtbank in, daar
bekl. door eene onbezonnenheid ongelukkig was
geworden. Als marinier dieneudo ter Sumatra's-
westkust, had hg het ongeluk een korporaal met
wien hg een nacht aan het passagieren was geweest
een klap geven en was daarvoor door den krijgs
raad gestraft met 4 jaren gevangenisstraf, met ont-
z0gging va& ooit weer in Nederlandschen militairon
dienst to komen. Een toeval deed hem een goed
paspoort vinden en daarin tag hg een redmiddel om
zich er weer bovenop te werken en zijne vroegere
fout uit te wisschen.
Uitspraak Maandag e. k.
De orthodoxe aartsb. der Griekscho kerk teZanto
geeft der geestolgkheid een uitstekend voorbeeld
door aanhoudend te prediken tegen de aoti-somieti-
sche boweging. De aartsbisschop staat wegens zijno
groote godgeleerde kennis en welsprekendheid zeer
hoog bg de Grieken aangeschreven. lu een van zijn
laatste preeken, zeide de prelaat het volgende:
zr De vervolging tegen de Joden is zulk een zware
zonde, dat God haar nimmer zal vergeven. De
stichters van het Christendom stamden van Joden af.
In de tegenwoordige eeuw worden de Joden vervolgd
en verdrukt. Zij behooren tot de meest belangrijke
volken der wereld.
Welk een gruwelijke onrechtvaardigheid is het
de Joden te willen vervolgen, omdat zij getrouw
blijven aan het geloof hunner vaderen.
Wij zijn onze liefde - tot God, ons gevoel 70or
rechtvaardigheid, ouze naastenliefde, de heiligheid
van de banden van het familieven en den eerbied
voor de heilige schriften, aan de Joden verschuldigd.
//Eu in plaats van dankbaar te zijn, koesteren wij
bittere gevoelens te hunnen opzichte.
ffToonen wij onze dankbaarheid door de Joden
te dooden? In de toekomst willen ik en mgn ge-
loovige broederen de hoop koesteren, dat wij onzen
Schepper dankbaar zullen zgn van te hebben mogen
medewerken tot behoud vau dit deerlnk vervolgde
volk."
In het mail-overzicht van de yJava-Bode" wordt
het vermoeden uitgesproken, dat de minister van
Koloniën zich in min gunstigen zin zou uitlateu over
den Gouverneur-Generaal, en voorts op ironieken
loon de plannen van den ministor nagegaan.
Het besluit met de volgende zinsneden
/,Men ziet, redenen te over voor den minister
van Koloniën om alle schuld te werpen op de In
dische regeeringen even zoovele redenen om te
vermoeden, dat de verhouding tussclien dien mi
nister en den Gouverneur-Generaal uiterst gespan
nen is. Neemt men daarbij in aanmerking, dat de
geestverwanten van den heer Van Dedem in de
//Indische Gids" en in het ffAlgemeeri Handelsblad*
zich reeds fel tegen den landvoogd hebben verklaard,
en dat do nederlaag, door ons in Atjeh geleden, op
het oogenblik dat de scheep vaartregeling werd in
gevoerd, bet voor den minister moeilijk maakt te
beweren, dat de blokkade doel getroffen heeft en
daarom door eene scheopvaartregeling wordt ver
vangen, dan moet monywel verwachten, dat do mi
nister bij de openbare behandeling van do Indische
begrooting den Gouverneur-Generaal zal loslaten,
zoodat deze ongedekt daar zal staan.*
In 1898 zal een begin worden gemaakt met het
drukken van muntbiljetten van tien gulden naar een
nieuw model.
Do klachteu over de beworking der nieuwo gul
dens acht de minister van Finanoiën niet ongegrond.
De oorzaak is deze, dat de Munt niet over vol
doende werktuigen beschikt, wat verklaarbaar is,
omdat sedert lang geen zilveren stand ponningen
waren aangemunt. Daar echter nu vooreerst in de
behoefte aan guldens voor Indië en Nederland vol
doende is voorzien, heeft de minister gemeend, niet
tot da aanschaffing van kostbare nieuwe werktuigen
te moeten overgaan.
Voor de bezorgdheid omtrent den toestand van
het muntwezen bestaat geen aanleiding, zegt de mi
nister voorts hoogst onwaarschijnlijk is het, dat de
noodzakelijkheid tot uitvoering der ontmuntingswet
ooit ontstaan zal, en zeker niet in 1893.
Jay Gould is overleden. De kleine, onaanzien
lijke man met zijn langen neus en zgn dunnen grg-
zen baard, die door zijne landgenooten nu eens de
Napoleon van Wallstreet, dan weder do Mephistofe-
les van de effectenbeurs werd geuoemd, is tot zijn
vaderen vergadord voor hij zgu doel had beroiktde
rijkste man van Amerika te zgn. Astor en Van der
Bilt, mogelgk ook Rockefiller, waren hom nog ette-
lijke millioenon voor.
Veertig jaren geloden kwam Jay Gould, de zoon
van een armen landbouwer in een uithoek van den
staat New-York, de hoofdstad om daar een door hem
bedachte muizenval aan den man te brengen. Het
vallen zetten is zgn specinliteit geblevendaarvan
weten zgn duizenden slachtoffers mede te sprokeu 1
De leer «doe wel en zie niet om* was in zgne op-
vatting een „mank gold en zie niet om" geworden.
Zijn recopt loek eenvoudig genoeg hij kocht, wat
hg door allerlei manoevres zelf bijna waardeloos had
gemaakt, en hij verkocht het, wanneer hij er door
even vernuftige manoevres eene in den regel fictieve
waarde aan had weten te geven. Maar welk een
leven heeft deze man gehad 1 Aan de weelde, die
zijne talrgke millioenon hem konden bezorgen, hechtte
bij niet; voor kunsten en wetenschappen voelde hg
niets; hij at slecht, dronk weinig of niet, rookte
niet, las slechts rapporten van financieele onderne
mingen en beursnoteeringen, ontwoek elk gezelschap,
en voelde zich alleen tehuis op zijn kantoor, waar
vijf-en-twintig particuliere telegraaflijnen hem ten
dienste stonden. Mou had ontzag voor hem, dat
wist hij, want bij kon bgna iedereen //maken en bre
ken"; maar men haatte hem nog voel meer, en in
de straten van New-York liet hg zich vergezellen
door een lijfwacht van twee athleton. Medelijden
en sympathie waren dezen man van zaken te cenen-
male vreerad; voor zijno slachtoffers had hij slechts
eene stnadolgke minachting, zij waren immers
niet smart, niet 'cute genoeg geweest.
Men zegt, dat Jay Gould een goed echtgenoot en
vader is geweost, en men weet, dat hjj nooit een
enkele handeling verrichtte die in strijd was mot de
letter der wet. «Menschen als ik," zeide hij, *be-
hooven geen misdaden te begaan." Dat was ongeveer
al het goede wat men van hem getuigen kan.
De Daily News verhaalt, dat Jay Gou'd cenige
jaren geleden met moeite is overgehaald om een
reis naar Europa te maken, en dat hij ook te Am
sterdam kwam, waar men hem de musea liet zient
zaam en dralend, maar vast besloten en overtuigd
van hetgeen ik doen moest.
De korte zomeruacht was bijna voorbij toen ik den
tuin verliet en mij naar de stad bogaf.
De omtrek lag koud en stil voor mij, de laatste
sterren verbleekten en de dauw lag met groote drop
pels op het gras. In het oosten boven do dichtbe
groeide bergen vertoonde zich reeds eene zwakke
lichtschijn, die door de morgennevel heen al grooter
en grooter werd. Het wordt dag, zeide ik, en ver
snelde mijn stap.
De Jonker had zijne kamers in een hotel van een
der hoofdstraten. Ik bereikte hot huis en vond spoe
dig den portier, die rag eerst om mijne roode muts,
wantrouwénd aanzag, daar hij vau studenten niet veel
anders als plagerijen gewoon was, maar uit mgn
ernstig gezicht zeker spoedig opmaakte dat hot mij
niet om plagen te doen was. H|j sloot de deur open
on ik liep zaoht, om niemaud in de slaap te storen,
de trap op.
Do morgenschemering verlichtte de trappen juist
genoeg om den weg te kunnen vinden. Ik klom
verder tot ik naast een belknop het kaartje van dea
Jonker zag. Ik schelde voorzichtig om niemand te
wekken. Ik hoorde een haastige stap de deur
werd geopend en hij stond zelf voor mg.
Zijn bleek gezicht toonde eene greuzelooze verwon
dering toen hg mij zag.
(Slot volgt.)
den raad eener moeder, naar de troost en de hand
eener moeder op mijn gloeiend voorhoofd had mijn
hart nooit zoo heftig, nooit zoo hartstochtelijk be
wogen als nu, op het oogenblik dat ik overdacht dat
mijne wilde, ongebreidelde drift mij nooit zoo zou
hebbeu beheerscht, indieu zulk eene hand mij had
geleid.
Ik zocht mijzelven wijs te maken dat de brief met
bet opschrift//mijn geliefde, eenige zoon" aan mij was
gericht. Ik dacht niet aan discretie of recht en las
hem. Goddank ik las hem en hier is hij.
Het is een eenvoudige, korte brief, die de onbe
kende moeder schreefHoe heerlijk was de vacantie,
mijn beste jongen hoe dankbaar was ik dat ik u
weder bij mij had, voor u zorgen kon en u uwe lie
velinge spijzen kon voorzetten zooals in den goeden,
ouden tijd. Uwe vader plaagt mij dat ik slechts
leef van de eene vacantie tot de andere en, evenals
een schooljongon, eeno almanak heb genomen, waarin
ik nu eiken dag doorschrap tot gij in Mei weder
terug komt. Dat is wel niet goed van mg, want
wij oude raenseheu hebben niet zooveel dagen meer
om door te schrappeu tot de lievo God het geheelo
levensboek toeslaat, maar ik kan het niet laten uit
verlangen naar u.
Als ik 's avonds voor het raam zit e&de schepen
zie binnenkomen weet ge nog wel noe gaarno gij
ze telde toen gij nog oen kleine jongen waart
dan denk ik aan den tijd als gij voor goed bij ons
zult zijn. Uwe kamer heb ik voor mij zelve geno-
1 men. Daar doe ik mijn middagslaapje en laat er
j niemand binnen. Het stof noem ik ook zelf af, want
ik weet hoe gij op sommige kleine nesterijen gesteld
zijt aan welke trouwens ook voor mij herinneringen
zijn verbonden.
Gisteren bedacht ik dat gij met Kerstmis wel eene
schommelstoel kunt gebruiken. Papa zegt dat het
onnoodig verwennen is, maar ik wil het u zoo aan
genaam maken zoodat gij gaarne in uwe kamer zgt.
Wees maar verstandig en spaar uwo gezondheid,
wees bij het zwemmen en rijden niet zoo onvoorzich-
tig en, als het u onmannelijk toeschijnt om u te
ontzien, bedenk dan dat uw leven en mijn leven aan
denzelfden draad hangt. Ik schrijf u telkens alsof
gij nog een tienjarige jongon zijt, mijn oude jongen,
maar voor uwe moeder blijft gij steeds eeu kind en
gij laat u dat ook gaarne welgevallen, dat weet ik.
j Voor heden genoeg. Uwe vader schrijft u het
nieuws. Ik sluit dit briefje in omdat ik van daag
zoo bijzondor ongerust over u bon. God behoede u, j
mijn beste lieve zoon. Uwe trouwe oude moeder."
En daarop volgde de handteekening de naam
I van den jonker. Die brief was dus aan hem gericht,
voor hem zorgde die trouwe oude moeder en ik
wilde hem aan haar ontnemen.
Ik vouwde den brief langzaam op en lag hem in
mijne brieventasch en toen ze'de ik tot ragzelven
z/neen, dat gaat niet, gij rnoogt hem niet dooden."
I Ik bad zoo luid gesproken dat ik van mijnen stem
schrok. Ik stond op en ging heen nu niet lang-
De man verveelde zich verschrikkelijk, en vond het
een uitkomst, toen hij een bezoek kon brengen nan
de beurs, waar hij in een kwartiertje een wiust van
20.000 dollars mankte. Toen eerst smaakte hem
zgn lunch.
Het cijfer van Jay Goulds vermogen wordt zeer
verschillend opgegeven, maar minstens op 80 millioen
dollars geschat. Hg was de onbeperkte heorscher
over een spoorwegnet van 20.000 kilometer. Maar
het is zeer de vraag, of hot reusachtig vormoge.n
niet reeds alleen door den dood van dit onbeminne
lijk financieel genie aanmerkelijk in waarde zal dalen
Er werd verscheidene dagen een Beiersche Prins
vermist. Prins Karei, kleinzoon van den Regent.
Nasporiugen wafreu aanvankelijk to vergeefs, en men
verkeerde in niet geringe ongerustheid, totdat het
bleek, dat de Prins te Scliwnndorf in het ziekenhuis
lag. Hij had oen wandeltocht in het gebergte on
dernomen, alleen er. met zeer weinig geld op zak.
Te Schwandorff werd hg' ziek en hij lag daar vijf
dagon in het gasthuis voor men ontdekte wie hij
was. De verloren Prins is nu to Miïciien terug.
Men herkent in hem het avontuurlijke Wittelshacher
bloed.
De vereeniging ter bestriding der vervalschingen van
voedingsmiddelen waarvan als directeur-secretaris de
heer P. F. van Maarseveen zal optreden, vangt hare
werkzaamheden aan op den laten Januari 1898.
De vereeniging beoogt een tweeledig dool
le. Gegevens to verzamelen over de vervulschin-
gen van voedingsmiddelen, welke dan op practische
wijze zullen worden bestreden.
2e. Onder hare bescherming te nemen de voedings
middelen, welko door hare tussehtfjfkorast aan een
wetenschappelijk onderzoek zijn oudefcvorpen gewor
den en goodgekeurd zijn, alsook het onder hygiënisch
toezioht stellen van inrichtingen waar voedingsmidde
len worden geproduceord. De daarvoor benoodigde
door do Nederland8che wet erkende, deskundigen zijn
in een voldoend aantal over het geheelo land aan
wezig en de vereeniging heeft zich reeds met hen in
betrekking gesteld.
Als bestuurders zullen optreden de heoren Herman
F. Bultman, lid dor Eerste Kamerprofessor dr. J.
W. Gunning en D. Blooker te Amsterdam, waardoor
in het bestuur tevens vertegenwoordigd zyn, weten
schap, landbouw en industrie.
De Statuten en het reglement waarin de voorwaar
den zijn opgenomen waarop men lid of donateur der
voreeniging kan worden, wordeu op aanvraag franoo
toegezonden door den directeur-secretaris den heer
P. F. van Maarseveen, Nassaukade No. 446 te Am
sterdam.
Een passagier van hot stoomschip Spree, van de
Norddeutscho Lloyd, dat Zaterdag avond inet gebroken
schroef-as en ongeveer 30 voet water in het achter
schip te Queenstown is binnengesleept, verhaalt in
de Times zijn wedorvareu. Daaraan is het hier vol
gende ontleend
De Spree vertrok Woensdag 23 November jl. uit
Southampton naar New-York, met 134 eerste klasse,
121 tweede klasse en 151 voordeks-passagiers, en
405 mailpakken aan boord. Zaterdag morgen, den
26en, even vdor zessen, werd er een geweldigen
schok gevoold, waardoor de raachiue tot stilstand
gebracht word. Het bleek dat do schroefas gebroken
was, en spoedig daarna dat een vau de stukken onder
de twoede klasse-kajuit een gat in het schip gestoo-
ten had, waar het wator bij stroomen door naar
biunen stortte. Terstond werden do luiken der water
dichte afdeelingen gesloten en de stoompompen te
werk gezet, doch dit laatste baatte niet. Het achter
schip liep binnen weinige uren vol tot aan het derde
dok, en drong ook door in de afdeeling waar de
mailzakkon geborgen lagen. De andere afdeelingen
bleven echter droog en de gezagvoerder rond daarin
aanleiding om de passagiers, onder wie aauvankelijk
eene paniek ontstaan was, te doen weten dat er geen
dadelijk gevaar bestond. Het schip kon drijvende
gehouden worden, en aangezion zij zich in de l|jn
der mailstoomers bevonden, bestond er alle kans op
redding. Onder hooge zee en aanwakkerenden wind
hield het diep weggezonken schip het gedurende
twee etmalen gaande. Des nachts werden er voort
durend vuurpijlen opgelaten en teertonnon gebrand.
Zondag morgen werd er door den evangelist Moody
en door generaal Howard in de kajuit eene gods
dienstoefening gehouden. In den nacht van Zondag
op Maandag werden de seinen gezicu door de stoom
boot Huron, van de Beaverlijn, van Moutread naar
Liverpool bestemd. Deze nam de Spree op sleep
touw en bracht het schip in vier etmalen te Queen
stown.
Gezagvoerder en bemanning hebben zich voor-
ee dig gedragen. Van do passugiers hoeft er een
uit angst zelfmoord gopleegd en hebben enkele an
dere door het zware slingeren verwondigen bekomen.
Aan de mailpakken is veel schado toegebracht.
Bij het afdeelingsonderzoek van het ontwerp tot
wijziging van art. 469 van het Wetboek van Bur
gerlijke Rechtsvordering werd van meer dan ééne
zijde den minister van justitie hulde gebracht voor
den door hem gevolgden weg van partieele herziening
onzer wetgeving, den eouigen, naar veler oordeel,
waarlangs practische resultaten te verkrijgen waren.
Wel werd door sommige leden twijfel uitgesproken,
of het euvel, waarin dit wetsontwerp verbotering
wenscht te brengen, door de totstandkoming ervan
inderdaad zou wordou weggenomen. Immers men
kan aaunomen, dat bij een executorialen verkoop
steeds, althans meesttijds, door den nalatigen betaler
eene zoodanige combinatie tot stand gebracht is, dat
of de executie onmogelijk wordt gemaakt, öf wel
hij er zonder schade afkomt. Vindt hij zulk eene
combinatie niet, dan laat hij het niet tot executie
komen. En met het oog op den diepgewortelden
tegenzin, die bij een groot gedeelte van het publiuk
tegen een executorialen verkoop bestaat, vreesden
deze leden, dat er spoedig nieuwe middelen uitge
vonden zouden worden om dien te voorkomen.
Anderen daarentegen waren van meening, dat de
voorgestelde maatregel wel degelijk heil zou kunnen
aanbrengen en, daar bovendien goen juridisch be
zwaar er zich tegen verzot, waren zij tot de goed
keuring van het wetsontwerp bereid.
Sommige lcdeu, die het doel, waarmede dit ont
werp is ingediend, toejuichten, waren van oordeel,
dat het tot bereiking van dat doel in vele gevallen
voldoende zou zguden verkoop, in plaats van bij
opbod, bij afmguing te doen plaats hebben. Ook
in gevallen, waarin geene samenspanning plaats nceft
of verkeerde praktijken gevreesd worden, kon het
toch ter verkrijging vau eene opbrengst, met de
waarde der te verkoopeu goedoren overeenkomende,
won8chelijk zijn, verkoop bij afraijuing toe te laten.
Het plaatselijk gebruik brengt Jat in vele gemeen
ten van on9 land mede. Er bestaat dan ook geene
reden om te bepalen, dat de vprkoop uit9luiteud
bij opbod moet geschieden, evenmin als men eenig
bezwaar zag om als regel te stollen, dat bij de exe
cutoriale verkoopingen het plaatselijk gebruik voor
zijn vrijwillige verkoopingen geldende, gevolgd moet
worden, behoudens, dat in elk geval gereede betaling
voorgeschreven werd. In verband mot deze beschou
wing gaven de hierbedoekle leden in overweging, het
eerste lid van het gewijzigd art. 469 aldus te doen
luiden
Do verkoop zal geschieden overeenkomstig de ter
plaatse des verkoop geldende gebruiken bij vrij
willige verkoopingen van roeiende goederen en tegen
gereede betaling."
Wordt deze wijziging aangenomen, dan kunnen de
overige bepalingen van het voorstel, indien en voor
zoover de verkoop bij opbod plaats heeft, in de
door do regeering bedoelde gevallen toegepast
worden.
In verband met het bovenstaande wordt opgemerkt,
dat ook in Nederlandsoh-Indië bij executorialen
verkoop de betalingen op den vrij willigen verkoop
van roerende goederen, in de instructie voor de
vendukantoren voorgeschreven, opgevolgd worden.
Zondag heeft de heer Murray, inspecteur eener
levensverzekeringmaatschappij te 's Gravenhage, aan
de politie te Rotterdam kennisgegeven, dat, toen jl avond
de spoortrein waarin hij gezeten was, het station D.
P. alhier voorbijreed, de deur z|jner copé openwaaide,
en daardoor eenige papieren die hij bg zich had, en
waaronder eene enveloppe met 630 was, buiten den
wagen geraakteD. Hoewel hg aanhoudend gebruik
maakte van de noodrem, had dit geen gevolg, en kon hij
eerst bij aankomst te 's Gravenhage van de vermissing
kennis geven.
Laatstleden Zaterdag strandde nabij Scheveningen
een molensteenviscb, ook wel genoemd maanvisch,
zonnevisch, klompvisch of zwemmende kop. Werkelgk
ziet deze visch er uit alsof hij geen romp of staart
heeftZijn lichaam is eene rechtop staande eivor
mige schijfde punt van het ei is de snoetaan de
ronde zijde, den staart, bevinden zich de zeer gfroote
rug- en de even groote aarsvin, vlak boven elkan
der. De borstvinnen zijn betrekkelijk klein en be
vinden zich vlak achter de kieuwopening. De mond
is voor dezen grooten visoh zeer klein, en heeft zoo
wel in de boven- als in de onderkaak slechts één
grooten tand. De huid is met klenio, harde, scherpe
korrelvormige lichaampjes bezet, waaraan men al
zeer spoedig de hand stuk schaaft. Deze viseh heeft
geen zwemblaas. De kleur is aau den rug loodgrijs,
aan den buik wit. Zijn vloesch wordt niet gegeten.
Dezo soort komt voor in tropische en subtropische
zeeën, en wordt van rijjd tot tijd aan de kasten van
Nederland aangetroffen o. a, is ruim 30 jaar gele
den eeu exemplaar te Den Hélder aangespoeld, dat
158 kilo woog. Z|> voeden zich met wier, en
kunnen tot 2l/# Meter laug worden. Over de Je-
veu8w|jzo. is, weinig bekend. Hot exemplaar waar
van boven sprake is meet van neus tot staarteinde 1
Meter 35 centimeter on van de punt van de rugvin
htot aan de punt van de staartvin l Meter 62 centi
meter, en weegt ruim honderd kilo. Vier man waren
noodig om hem op een kar te ladeu en naar de dieren
tuin te 'sGraveuhage te >|jden, waar hg door deu
directeur vau het museum werd aangekocht.
De Regeering heeft hot afdeelingsverslag betr. de
Artseuwet beantwoord.
Uitdrukkelijk wijst zij er op, dat deze wotsvèor-
draebt hoegGnaamd niet de strekking heeft om een
zijweg te openen, waarlangs de aanstaande arts de
hooge eischon, hier te lande aan z|jne wetenschappe
lijke opleiding gesteld, zou kunnen ontgaan, uoch
eenigermate bevorderlijk kan zijn aan het gevaar voor
ouze universiteiten, dat onze jongelieden voor het
theoretisch gedeelto hunner siudiëu buiteulandsche
hoogescholen zullen gaan bezoeken, waar de studietijd
korter is, om vervolgens het practisch arts- of tand
meesters-examen hier af te leggen, hetgeen dan toch
in geen geval zoude kunueu geschieden, voordat zij
ook reeds in het buitenlaud de examens tot verkrij
ging van het recht tot uitoefening de/ geneeskundige
praktijk iu haren guheulen omvang met goed gevolg
hadden afgelegd.
Niet alleen dat zooals ook reeds in het Voor-
loopig Verslag is opgemerkt bij hot afnemen van
het practisch examen zelf, door rekening te houden
met het gehalte van het onderwijs bij de verschil
lende buiteulandsche hoogescholen, gewaakt kan wor
den tegen het toelaten van ongeschikte vreemdelin
gen; maar ook de wetsvoordracht, zooals die luidt,
geeft reeds op zich zelve don noodigen waarborg,
dat geen vreemde geneeskundige of tandmeester kan
worden toegelaten, tenzij hij de bowgzen levert \an
gelijke voorbereiding en gelijke geneps- of tandheel
kundige studiën als hier te lande zijn voorgeschreven.
Er wordt niets anders beoogd, dan om buitenland-
sche artsen en tandmeesters tot de praktijk ih Neder
land toe te laten, nadat zij getoond hebben, zoowel
wat voorbereidende als wat theoretische en praktische
geneeskundige of tandheelkundige studiën betreft,
op ééne lijn te staan met Nederlandsche artsen of
tandmeesters. Hoever bij hot daartoe in te stel
len onderzoek de, op grond van elders verkregen
getuigschriftentoe te stane vrijstelling vaa het
theoretisch geneeskundig en de daaraan voorafgaande
examens behoort te gaan, zal voor elk dier buiten-
landscho getuigschriften en diploma's afzonderlijk
worden aangewezen.
De roden, waarom de regeering zioh bij de behan
deling van het wetsontwerp in de Tweede Kamer
niet met het amendement van den heer Zaager, ra
kende de opleiding der tandmeesters, vereenigd heeft,
is de meening, dat aan de aanstaande tandmeesters
hoogere eischen van natuurkundige voorbereiding te
stellen, in strijd was met de strekking van het re-
geeringsvoorstel. Het regeeringsvoorstel beoogde niet
meer dan eene eenvoudige wijziging, waarvan de nood
zakelijkheid door de ervaring was aangetoond, name
lijk dat zij, die het theoretisch examen in de tand
heelkunde willon afleggeD, de bewijzen zullen over*
leggen viu vooraf die mate van algemeene kennis en
ontwikkeling te hebben verworven, zonder welke geen
enkel vak ernstig kan beoefend worden.
Evenmin echter kan de in het Verslag geuite
wensch, om op het gebied der tandheelkunst nog
meer vrijheid, ja zelfs algeheelo vrijheid toe te laten,
op instemming der regeering rekenen. De uitoefening
dor taudheelkuust toetestaan aan personen, die zich
niet in het Nedelandsch verstaanbaar kunnen maken,
zou tot gevaarlijke raoeiel|jkheden aanleiding kunnen
geven. Alleen de gelegenheid te openen lot het vor
men van bekwame tandmeesters eu verder de uitoe
fening der tandheelkunst vr|j te laten, zoude niet
verantwoord zijn wegens het groote gevaar, dat de
uitoefening dier kunst door onbekwame personen
na zich sleept.
De met Belgie en Duitschland gesloten overeen
komsten betreffende de wedmzijdsche toelating
geneeskundigen in de gronsgemeenten (commwfe^
limitropheskunneu inderdaad, wanneer het geütMrai
eener grensgemeente zich tot diep in het land i$fe
strekt, tot gevolg hebben, dat een vreemde geneest
kuudige vrij verover do grenzen de prakrijk uitoefent.
Men moet trouweDs ook niet uit het oog verliezen,
dat de voordeden, die de in de grensgemeenten ge
vestigde geneeskundigen door die ^overeenkomsten
genieten, wederkeerig zgn, dus ook komen ten btte
van de Nederlandsche geneeskundigen, die de praktijk
in de Belgische of Duitsohe grensgemeenten uitoefenen.
Het ingezonden stuk van K. wordt morgen ge-
plaatst. de Redactie.