Buitenlandse!: Overzicht.
Be viltplakjes, waarop in vele bierhuizen de gla
zen worden neergezet, blyken gevaarlijk te zijn. De
Deutsche Reichsanzeiger waarschuwt er tegen als
broeinesten van bacteriën. Een officieel onderzoek
te Berlyn heeft aangetoond, dat die stukken vilt,
na een langdurig 'gebruik, van bier doorweekt wor
den zij zuigen soms wel 160 ku'o. centimeter
in en dat er zich in het bedorven vocht en het
vuil millioenen bacteriën ontwikkelen, die schadelijk
voor de gezondheid kuunen zijn.
Dikwijls zuiveren van het vilt in kokend water
wordt daarom aanbovolen.
Staten-Generaal. 2« Kamer. Zitting van
Woensdag 7 December 1892.
Aangezien de algemeene beraadslagingen van ouds
her gebruikt worden om over alles en nog wat te
praten, kan men het den kamerleden niet kwalijk
nemen, dat zij er ditmaal allerlei dingen in betrok
ken, die volstrekt niet do algemeene politiek raakten.
Toch was de discussie het levendigst, waar zij liep
over de groote zaken, dio aan de orde zijn of ko
men zullen.
Do min. van binnenl. zaken sprak niet veel en
hulde zich in orakeltaalhet duidelijkst in zijne
rede was, dat hij de staten- en de ge meen te raad s- 1
verkiezingeu bleet verschuiven tot de provinciale- en
de gemeentewet, die na de kieswet een beurt zullen
krijgen. De kieswet, het eeuig noodige en meer
licht daarover bij de aanstaando behandeling daar-
van dat was de korte inhoud van zijn eenigszins
stroeve rede.
Do Miuister van Financiën, die naast zijn zeer
gemakkelijk verdedigbaren en mei glans verdedig
den arbeid als hervormer, bovendien zijn beleid als
financier had goed te praten, moest daarbij natuur
lijk de uitgaven voor oorlog en marine ook vermel
den. Met hoeveel gloed en overtuiging hij dit ook
deed, scheen ons dit toch niet het gelukkigst deel
zijoer als altijd even geestige en opgewekte rede.
Met zekere warmte, naast het conciliante woord
van den heer Van Tienhoven en het leuke van den
heer Tak, mengdo de Minister Pierson, trouwens
daartoe van meer dan één zijde opgeroepen, zich in
het kiesrecht-debat, om te getuigen van zijn inge
nomenheid met een maatregel, dien hij van conser
vatief standpunt noodzakelijk keurde. Het bezorgde
hem bravo'8 wan de linkerzijde, en een woord van
hulde speciaal van den heer Kerdijk.
Het merkwaardigste dezer discussie is dan ook
wel, dat de beide ministers, die voor de conserva
tiefste elementen van het ministerie gehouden wor
den, zich homogeen verklaarden met hun collega
voor Binn. Zaken. Trouwens niemand kon anders
verwachten.
Toch bleek van liberale zijde (om van de anti
revolutionairen te zwijgen) dat er leden zijn, die
met bezorgdheid de kieswet zien naderenzoo de
heer Levy, wegens het gemis eener regeling voor
de gemeenteraden, zoo de heeren Van Delden en
Van Karnebeek, die geen zoo grooten sprong willen.
Het komt ons voor, dat de beteekenis der alge
meene beraadslagingen vooral hierin gezocht moet
worden, dat de noodzakelijkheid van een compromis
mot de droits der liberalen is gebleken, dat van
deze zijde de hand tot een dergelijk compromis is
uitgestoken en dat de regeering, alihaus het hoofd
van het kabinet, de noodzakelijkheid daarvan even-
toer inziet en zijne medowerkiug in deze richting
in uitzicht steil.
Ten slotte verliet men de onbegrensde wateren
der algemeene beraadslagingen om achtereenvolgens
het anker to laten vallen bij Hoofdstuk I en II,
die werden aangenomen. In Hoofdstuk III (Buit.
Zaken) bleef men steken.
Onlangs maakten wij melding van eene door don
Heer W. M. Houwing, lid der Tweede Kamer, bij
eengeroepen vergadering te Frederiksoord, om mid
delen te beramen ter voorzieuining in de werkeloos
heid gedurende de wintermaanden. De toen aan
wezigen hebben zich destijds geconstitueerd als comité
voor dat doel.
Thans heeft dit comPé besloten aan de Gemeen
teraden (van Havelte, Vledder, Oost- en West-Stol-
lingwerf) voor te stellen, als middel vap werkver
schaffing heidegronden te ontginnen tot denueubosch
met rinancieele hulp vun den Staat en zich daartoe
bij gemeenschappelijk adres tot de Eegeering to
wenden. Van don Staat wenscht raeu te vragen
renteloos voor te schieten do som, welke noodig is
tot bestrijding van de kosten van aaukoop en het in
cultuur brengen van den heidegroud.
Eene door eene deskundige opgemaakte en door
het comité den Gemeenteraden tevens aangeboden
berekening toont aan, dat het tijdstip van kappen
der bosschen op 40 jaar gerekend na verloop van
dat tijdperk uit de opbrengst de voorgeschoten som
met 8 procent samengestelde rente aan het Rijk kon
worden terugbetaald.
De Staat zou dus gewaarborgd zijn voor finan
cieels schade, de koston van armenzorg en alzoo
ook de behoefte aan financieele hulp van het llijk
zouden in do daarbij butrokken gemeenten zeer ver
minderen, terwijl bovendien door productieven ar
beid aan de nadeelen van het stolsel van bedoeling
een einde zou gemaakt*worden.
Een half treurig, half amusant staaltje van het
geen er in de Berlijnsche handelswereld omgaat is,
dat in dezen Kerstmistijd op do Spitelmarkt een
Eerste christelijke Duitsche bazar" geopend werd.
Het is een doodgewone goedkoope galanteriewinkel,
maar die het publiek trekt door to afficheoren, dat
al zijn goederen van niet-joodsche firma's afkomstig^ijn
Dr. Werner von Siemens, de beroemde Duitsche
electro-technicus en geleerde, stichter dor firma Sie
mens en Halske, te Borlijn, is overleden, m den
ouderdom van bijna 76 jaren.
Hij begon zijn loopbaan als artillerie-officier on
bleef in dienst tot 1849, twee jaren nadat hij met
Halske de telegrafonfabriek gesticht had, welke later
wereldberoemd zou worden. Hij had toen reeds
verscheidene uitvindingen gedaan, maar vari toen af
kwam eerst zijn heldere practische geest in zijn ele
ment en hij werd een der grondleggers van de mo
derne electro-techniek.
Siemens' vele uitvindingen en werken op te som
men gaat niet aan. Wy noemen slechts zijne dynamo-
machine, weike een zoo grooten invloed oefende op
de electro techniek, zijn gutta perchaisoleering, den
eersten duurzaam brv.ikbaren dhderzeeschen telegraaf
kabel (tusschen Cagliari en Bona), door hem gelegd,
den eersten electrischen spoortrein (op de Berlijnsche
tentoonstolling van 1879), enz. enz.
Na het work van Paul Göhre, »Drie maanden
fabrieksarbeider"hot boek van den candidaat in de
theologie, die zich in het werkmanspak stak om da*
leden en gewoonten, de behoeften en den gedaohteii-
gang van den arbeidor te loeren kennen, is onlangs
ook het verslug geschreven door een vrouw van haar
navolging van Göhre's voorbeeld. De Frankfurter
Latern heeft thans het derde verschijnsel van dezen
aard gevonden, zooals het volgende bericht te kennen
geeft. Onder den titel: Drie maanden ^«heimraad,
heeft zooeven een geschriftje het licht gezien, waar
van de schrijver een arme fabrieksarbeider is. Deze
heeft den moed gehad, als geheimraad verkleed, drie
maanden door te brengen bij de hoogste tienduizend
der maatschappij. Door de ervaringen die hij daar
hoeft opgodaan, is hij zoo sterk aangegrepen, dat
hij voorloopig ongeschikt is om te arbeiden en in
een ziekenhuis mot haringen en augurken weer op
geknapt moet worden. De tischen die hem als
geheimraad gestold werden, waren inderdaad van
dien aard, dut hij zich menigmaal me{ vrees afvroeg
wat hot einde zou zijn. Voorul zijn maag moest
een ontzaglijke werkzaamheid ontwikkolen. Op één
dag moest hij, om geen kwado vrienden te maken,
tweo diners, ieder roet een reusachtig menu, bijwonen,
en 's avouds vijf flesch champagne drinken. Hy
was ongehuwd, en dientengevolge werden hem ge
middeld dagelijks vijf huwelijksvoorstellen gedaan.
De schryvor ontrolt verder een zoo jammerlijk tooneel
van intriges, kruiperij en cynismo binuen den kring
waarin hij eeu tijdlang verkeerde, dat wij hem niet
lot in bijzouderhoden kunnen volgen, zonder het gevoel
van den lezer te kwetsen. Hij besluit met het voor
nemen uit te spreken, onder zijue oude standge-
nooten een voreeuiging te vormen «tot verbetering
van de hoogste tienduizend."
Vindt de lezer misschien iets onduidelijks of
onverklaarbaars in deze mededeeling? Laat hij dan
bedenken, dat de Frankfurter Latern een spotblad
is, on dit geheele bericht enn satvre.
Het Centraal-Bestuur van htt Algemeen Neder-
landsch Werklieden- Verbond hoeft een adres aan de
Tweede Kamer der 3taten-Generaal gezonden, waar
in het mededeelt met belangstelling kennisgenomen
te hebben van het by do Karror ingekomen wets
ontwerp tot goedkeuring van contracten met de
stoomvaartmaatschappijen Nederland en Rotterdam-
sche Lloyd, wegens het uitvoeren van een maildienst
tusschen Nederland en Nederlandsch-Indié, en eer
biedig raanr dringend verzoekt, dit wetsontwerp mot
den meesten spoed in behandeling te nemen, en
daaraan haar goedkeuring te schenken. Vooral
daarom daarom doet het dit verzoek wijl in art. 2,
al. 3, der beide contrakten wordt gelezen«stoom
schepen, die, tor vervanging van de in eerste alinea
bedoelde schepen of om audere redenen, voor goed
in de vaart worden gebracht, moeten, overeenkom
stig de daartoe vooraf door de voornoemde minis
ters goed te keuren plannen, in Nederland gebouwd
worden."
Te Rosolo Valfortore is een bejaarde, drie-en-
zeventigjarige, vermogende priester die geheel alleen
zijn voorvaderlijk kasteel bewoonde en alleeen over
dag een werkvrouw had, op wreedaardige wijze om
'tieren gebracht. De moordenaar heeft 9000 lire
aan contanten, een bedrag van 200.000 lire aan effec-
daarin steken en ze naar elkander toe laten loopen en
hij liet ze tegen elkander eeu buiging maken en de grap
pigste bewegingen uitvoeren en hij liet ze met elkander
praten, met een bijzondere spraak voor ieder van hen
en dan kibbelde hij of zong allerlei liedjes, zoodat het er
uitzag of zij het deden en allen, zoowel de knechts als
de meiden hadden dan een pret en lachten of ze zouden
stikken. Het was zulk een raar gevoel in de zijde, als
men dan opeens stil moest wezenja het kon soms
zulk een pijn doen, dat men het wel zou willen uit
schreeuwen en dan was het eenige middel beide handen
stijf tegen den mond aan te drukken en dan was
het op het prettigst!
Van de marktdagen bracht Nils bijna altyd iets voor
Bertha mede; en Lalla kreeg dan dikwijls een ulevel
of een uieuw sprookje. Iedereen was blijde als Nils
kwam; dan wist men, dat iets goeds te verwachten
was. Thans stapte hij de deur in en hield die wijd open
voor Bertha, die met de beide melkemmers volgde; slob
berend zette zij de volle emmers op de keukentafel.
Zij zag naar Lalla en grinnikte; en Nils keek ook naar
Lalla. Hij droeg een botervaatje onder zijn armdat
was het houten tonnetje, waarin hij zijn middagmaal
had medegekregen.
Wat bedoelden zij toch Zij zagen er zoo grappig uit.
Zij hadden zeker een geheimpje samen. Zou daar iets
in dat tonnetje zitten
Lalla voelde hoe haar ooren warm werden en zij wist
niet waar zij heen zou kijken, Het was zoo aardig, zoo
geheimzinnig, zoo vreeselijk aardig 1
Als hij in het tonnetje eens iets voor haar had!
Neen dat was niet mogelijk
Zij bloosde over die gedachte en toen zij merkte, dat
de anderen haar van terzijde aanzagen en weder be
gonnen te lachen, kroeg zij hoe langer zoo hooger
kleur. Zij nam haar catechismus op en deed alsof
zij las.
Bertha maakte zich gereed tot het ziften der melk,
maar gedurig zag zij toch naar het hoekje waar Lalla
zat.
Nils sloeg mot zijn vrije hand op het tonnetje.
«Wat denk-je, dat ik hier heb?"
Thans voelde Lalla, dat zij vuurrood werd en hoe het
in haar wangen klopte. Verlegen sloeg zij haar oogen
neer en gaf geen antwoord.
«Nu drong hij aan.
«Ik weet niet."
Zij fluisterde bijna onhoorbaar en het magere lichaam
wond zich in allerlei bochten in haar verlegenheid.
«Denk-je dat net iets voor jou is?"
Zij zag naar Nils op, lachend en schreiend tegelijk
zoo plechtig en ernstig, zoo oudvrouwtjesachtig twijfe
lend on toch met een onuitsprekelijke kinderlijke
nieuwsgierigheid en verwachting.
Zij zag dat een oude schort over het tonnetje was
vastgebondener moest dus wei iets in zitten. Maar
zij zweeg nog. Het mocht eens gekheid zijn
«Jawel; het is voor jou. Raad maar eens wat het
kan zijn."
De grijze oogen tintelden \an blijdschap, maar haar
gelaat bleef ernstig.
Zij gleed van de turfmand af, doch bleef by de
kachel staan.
Bertha was begonnen melk te ziften en Nils stapte,
de keuken door, naar de lange rechtbank en plaatst#
het tonnetje daarop.
«Wel, wil je niet eens komen zien?
Lalla wierp den catechismus op den grond en kwam
nader.
«Neen eerst raden!"
Hij hield met beide handen het schortje vast, dat
op een wonderbaarlijke manier begon op-en-neer te
gaan.
«lk kan niet raden," fluisterde zyhaar stem was
door de spanning ran het oogenblik gedempt en be
rend. Tranen stonden in de grooto oogen mot de don
kere schaduwen, tranen ran rerwachting, ran bod
schap, ran rrees, dat men haar fopte.
De knecht zag met zijn gul, goedhartig gezioht casr
het kind en lachte rriondelijk, terwijl hij don boozewr
losmaaktede spanning had nu lang genoeg geduurd,
vond hij.
Lalla wist niet wat zij deed, maar zy vouwde nare
handen samen alsof zij roor het eten moest gaan
bidden.
Op don bodem ran het tonnetje zat een wezen. Jat
haar klein rerlaten hart met onuitsprekelijke teederheid
en blijdschap rorrulde. Zij bleef steeds met gevouwen
handen staan kjjken.
Hordt vervolqi.)
ten eu een rekening-courantenboek met de Bank te
Sausevoro ten bedrage van 16.000 lire ontvreemd.
Men schrijft uit Amsterdam aan de Haart. CL:
Toen de heer Vening Meinesz als hoofd der Ara-
sterdamsche gemeente was opgetreden, vond hij daar
geldend de gewoonte, om de nachtvergunning tot
het openhouden van bier- eu koffiehuizen te verlooneu
tot half twee, met dien verstande dat wie om één
uur daar was tot dat uur mocht blijven, doch nie
mand er meer inkomen.
Dit vond Z.E.Achtb. blijkbaar al te lang eu hij
decretoerde sluiting eu verwijdering om een uur
voor de bierhuizen met vrouwelijko personen om 12
uur.
Maar er zijn een aantal Amsterdammers, die nu
eenmaal tot de «nachtpitten" belmoren en die als zij
van hun werk, vergadering of komedie komen graag
een uurtjo «aanpappen". Voor hou was die vroegere
sluiting, al scheelde hy maar een half uur, een ver
velende hindernis. Half twee is in den nacht; één
uur is nog avond voor hen, on zij hebben al hun
gewichtige zaken zoo vroeg niet afgehandeld.
En de houders van bier- en koffiehuizen vonden,
we kouden het dezer dagen in hun adres lezen, het
oven«ens een min aangename regeling, miDder om
gezelligheidsredenen dan wel om geldelijke overwe
gingen.
En aldus wer.l door velen toogepast, wat tot dien
tijd alleen nog in de Nes gebruikelijk «as geweest;
na één uur veranderde het koffiehuis in sociëteit.
•Hoe dit toegaat konden we heden ter openbare
strafzitting van ons tweede kantongerecht vernemen,
waar de bekende bierhuishouder uit do Warmoesstraat,
de heer Polman, voor den kantonrechter mr. Van
Ogtrop verscheen om zich te verantwoorden op de
dagvaarding, dat hij in den nacht van 12 op 13 Oc
tober te 1.45 u. n. ra. nog 25 bezoekers in zijn voor
het publiek toegankelijk café hoeft gehad zonder
daartoe de permissie van don burgemeester te hebben
verkregen. Als ambtenaar van het O. M. fuugeerdo
mr. D. E. Leoui, plaatsvervangend kantonrechter;
terwijl beklaagde werd bijgestaan door mr. D. Simons.
Zeven getuigen waren gedagvuard, waarvan drie leden
der balie.
Op do vraag van don kantonrechter geeft beklaagde
op, dat er na l uur in zijn lokaal sociëteit wordt
gehouden. Hijzelf is er voorzitter van, en er is ook
een penningmeester belast mot de inning der contri
buties De meesten personen die er komen zijn intro
ducés, wier namen in oon boekje wordon opgescfire-
von, hetwelk de verdediger overlogt.
Mr. Van Ogtrop. Wordon er ook wel vergaderin
gen van de loden gehouden ter besprekingen van de
belangen der sociëteit (gelach).
Beklaagde. Nog niet.
Mr. Van Ogtrop, En houd u overdag ook socië
teit
Beklaagde. Dan is het een bierhuis bij mij.
Na deze voorloopisre ondervraging van beklaagde,
waarbij hij erkent dat er in dien nacht 25 personen
bij hem waren, wier namen in hot boekje voorkomen,
wordt de eerste getuigen inspecteur Huber gehoord.
Hora was opgedragen inrichtingen te bezoekeo, waar
men sociëteiten gevestigd geloofde. Hij vond de bui
tendeur dicht en werd op zijn kloppen door beklaagde
die hem kent ingelaten. De personen zaten nog aan
tafeltjes en beklaagde gaf op dat er sociëteit was.
Mr. Van Ogtrop tot beklaagde. Waarom sluit u
uw deur als er sociëteit is? Dat doen ze bij de groote
club nooit 1 (Gelach.)
Beklaagde. Oin te beletten dat de menschen zoo
binnenkomen.
Mr. Leoni (tot getuige). Zag het er nu anders
uit dan gewoonlijk?
Getuige. Neen,
Mr. Van Ogtrop (tot beklaagde). En ia er ook
ballotage van nieuwe leden?
Beklaagde. Noen. De leden die er nu zijn, zijn
oprichters.
Mr. Van Ogtrop. Waarom ii die aocieteit onge
richt? l
Beklaagde. Voor de gezelligheid.
^n'. Tl" ®KtroP- Was het dan vroeger minder
gezellig bq u? (Gelach.) Beklaagde antwoordt niet.
eieteit Ogtrop. Welken naam draagt uw so-
Beklaagde. De Bijenkorf.
Mr. Van Ogtrop. Denzelfden naam als uw kof
fiehuis
Beklaagde. Ja.
Op de vraag van mr. Simons of hem ook de sta
tuten en het introductieboekj'e vertoond zijn, ant
woordt get. Huber ontkennend. Dit blijkt wel het
geval^ te zijn geweest met agent Egbert, die dien nacht
njn inspecteur vergezelde. Na de verklaring van
dezen getuige, die bevestigt wat .de le ons reeds heeft
medegedeeld vraagt
Mr. Van Ogtrop den beklaagde. Hoeveel is de
contributie
Beklaagde. Die is nog niet betaald.
Mr. Van Ogtrop. Dus dan betaalt u de onkosten
zelf?
Beklaagde. Voorloopig, ja.
Mr. Van Ogtrop. Dat is een goedkoope sociteit.
(Gelach).
Alsnu krijgen wij achtereenvolgens vijf bezoekers
vau do sociëteit. Drie hiervan wareu er dien nacht
vrij wel voor het eerst. Zij deelen mede dat tegen
een uur beklaagde aan hun tafeltje is gekomen en
hun zoowel verteld heeft hen te zullen introduceeron
(zij begrepen wel waartoe) tot welk doel hij van hen,
die hij niet kende, de namen vroeg. Zij zijn geen
leden van do sociëteit en hadden juist geen bepaald
plan gehad om naar een sociëteit te gaan. De vierde
getuige is al vroeger geïntroduceerd, hij heeft een
doorloopendo introductie.
Mr. Van Ogtrop (tot beklaagde). Voor hoe lang
duurt zoo'r. introductie
Beklaagde. Drie maanden.
Mr. Van Ogtrop (tot getuige). U was dus voor
3 maanden geïntroduceerd. Dat wist u misschien
niet eens. (Gelach).
Op vragen van mr. Leoni antwoordt getuige dat
hij het nu in het lokaal niot anders vond dan vrde*
gor en hij van de leden goen andere kende dan ba-
klaagdo en diens broeder.
Mr. Van Ogtrop. Vond u dat niot vreerad? Ge
woonlijk wordt men toch aan de leden van een
sociëteit voorgesteld. Beklaagde regt dat die sociëteit
moest dienen tot bevordering van de gezelligheid,
maar dan zult u hot er toch niet gezellig gevonden
hebben? (Gelach).
Getuige. Ja, onder de introducés.
Mr. Van Ogtrop. Dus de leden waren niet ge
zellig? (Gelach.)
vOok de laatste getuige' verkeert in ditzelfde ge
val. Hij is nooit aan eenig lid voorgesteld en kent
alleen beklaagde. Of de deur 's nachts om 1 uur
gesloten wordt weet hij niet. Maar wel dat het
woord «sociëteit" op de buitendeur geschilderd staat.
Mr. Van Ogtrop. O, ik dacht straks begrepen
te hebben dat het woord «sociëteit" er 's avonds op
bevestigd wordt.
Mr. Leoni (tot beklaagde). In welke verhouding
staat de sociëteit toi. uwe inrichting? Betaalt zij
pacht, of het licht
Beklaagde. Neen, dat betaal ik.
Mr. Leoni. Komen er op de ledenlijst niet ook
personen voor die bij u in botrekking zijn
Beklaagde. Ja een, mijn bediende.
Mr. Leoni. Die is dus nooit bezoeker. Kcmen
de andere leden er ook wel T
Beklaagde. Wel overdag. Nooit in do sociëteit.
Mr. Leoni. Waren alle personeu dien avond ge
ïntroduceerd
Beklaagde. Ja, allen, behalve mijn vrouw. (Ge
lach).
Mr. Leoni. Als iemand na 2 uur aan uw deur
klopt, een student dien u kent, wordt die dan toe
gelaten
Beklaagde. Ja, nadat hij ingeschreven is.
Alsnu krijgt Mr. Leoni het woord voor zijn requi
sitoir. Hij herinnert even de geschiedenis van deze
zaak, hoe het besluit van den burgemeester socië
teiten als nachtvlinders heeft noen verrijzen, wat in
de jongste revue «De groote Trom" is geïllustreerd,
't Is een plotselinge metamorphose van koffiehuis in
sociëteit, en deze vervolging is op touw gezet om de
beginselquaestie te doen uitmaken, niet over beklaag-
des inrichting zelf, die van dien aard is dat zij geen
der slechte gevolgen voor de zedelijkheid kan doen
vreezen, welke den burgemeester tot zijn besluit mogo
geleid hebben.
Spreker betoogt nu verder in hoofdzaak dat be-
klaagde's beroep op de gedaanteverwisseling in
sociëteit niet opgaat, en ontwerpt een definitie van
het begrip sociëteit om te doen uitkomen dat dit er
geon is In een sociëteit worden alleen leden en
introducés toegelaten de gehoorde getuigen zijn geen
leden en ook geen introducés omdat zij dat gemaakt
zyn buiten hun verlangen. Het inclusieve karakter
der sociëteit ontbreekt, 't Is alleen oen formaliteit
't is 's nachts na één niet anders dan te voren. En
met een beroep op een vonnis van den kantonrechter
te Hulst in 'tjaar 1870 eischt spr. bekl's schuldig
verklaring met veroordeeling tot 5.boete.
Mr. D. Simons wil het spreekwoord in herinne
ring brengen: «Al te scherp snijdt niet." De aarts
vaderlijke zorg van onzen nieuwen burgemeester,
wien noch geestkracht nog beslistheid te ontzeggen
valt, om de late Amsterdammers vroeger naar bed
te jagen, heeft verzet uitgelokt, vooral toen do burge
meester ook de beste oafé's in zijn strengheid begreep.
En de direct benadeelden zochten pl. wil het
niet bemantelen naar een middel om haar te
ontgaan. Do een is daarin gelukkiger geweest dan
de ander; bekl. was in den vorm misschien min ge
lukkig. Toch zal hij op deze dagvaarding niet kun
nen veroordeeld worden.
Immers er is ten laste 'gelegd dat de bezoekers
zich ra gezetten tijd hebben bevonden op eene too r
het publiek toegankelijke plaats. Het Openbaar
Ministerie heeft zich nu er toe bepaald, beklaagde'8
beroep op de sociëteit te trachtpu te weerleggen,
maar niot bewezen dat ziju café op dat uur publiek
toegankelijk was. Pleiter meent dat het tegendeel
is bewezen, want niemand werd toegelaten zonder de
formaliteit der introductie.
Nu zegt het Openbaar Ministerie wel, dat de ge
tuigen daarom niet gevraagd hebben, doch dit zegt
uiets. Immers het gebeurt vaak, dat wij iemand
introduceeren, al vraagt hij niet daarom en de soci
teit Momus te Maastricht stelt op zekeren tijd van
het jaar den toegang open voor allo vreemdelingen.
De getuigen hebben voor de aangeboden beleefdheid
niet bedankt; er ziju leden, al komen zij er zelden,
er is eeu reglement, al is het slecht, er is een intro-
ductieboekaan de vormelijke eischen is voldaan.
De kantonrechter heeft niet te beoordeelen of dit
wenschelijk is, zoomin of het besluit van den burge
meester dit is. Eu blijkt het, dat de bepaling in onze
politie-verordening eer. beperkter strekking heeft dan
men wenschen zou, welnu, dan moet men zoeken de
bepaling beter te maken. Het beroep op het vonnis
van 1870 doet niets af, daar de gevallen niet gelijk
zijn, en pleiter concludeert dus tot vrijspraak.
Na re- en dupliek wordt de uitspraak bepaald
op 19 dezer.
Naar men verzekert, zal de «verklaring" der Fran-
sche Regeering aan de Kamer en den Senaat, naast
de omschrijving vau de omschrijving van de be
voegdheid der wetgeveudo en die der rechterlijke
macht, tevens de betuiging bevtlteu van den ernstige
wil der Regeering, de enquête-commissie te helpen
in hare taak om licht te verspreiden over de aan
haar onderzoek onderworpen zaak, nl. bij eiken maat
regel welke bestaanbaar is met den wet. Men gelooft
dat deze gezindheid der regeering ver genoeg zal gaan,
om voldoening te geven, zoowel aan de commissie als
aan de Kamer.
De commissie handhaaft haar besluit betreffende
de opgraving van het lijk van baron De Rcinach en
het inbeslagnemon zijner papieren. Men gelooft, dat
de Regoering de onmiddel'ijke lijkschouwing zal ge
lasten en dit heden zal aankondigen.
De tcekomst zal moeten leeren of de Ameri-
kaansehe niet-optimistische beschouwing van den
uitslag dor rauutconferentie juist is. In de besprekingen
der conferentie, wier commissie nog beraadslaagt
over het voorstel van den Deenschen afgevaardigde
is zeer opmerkelijk,dat nu ook een der Engelsche
afgevaardigden, sirW. Houldswortb, voorgesteld
heeft, een internationale bimetalistische unie te vor
men. De Munten zqgden zilver in depot ontvangen
in ruil voor bewijzen, waarop een gelijko waarde in
goud is uitgedrukt.
Ook hierby zou de verhouding tusschen de beide
metalen wettelijk moeten worden vastgesteld.
Over het gesprek van Bismarck in de wacht
kamer te Berlijn wordon nog eenige bijzonderheden
meegedeeld. Hij verklaarde, dat hy zijn plicht als
lid van deu Rijksdag niet stipt nakwam, maar aan
een verblijf te Berlijn waren voor hem op zyn
leeftijd te veel moeilijkheden verbonden; hij had het
mandaat vooral aangenomen, omdat het anders in
radicale handen zou zyn gevallen. Over de nieuwe
legerwet sprekend, zeide hij, dat «die nieuwe schoen
nog lang zou drukken zonder daarom marschvaardi-
ger te maken". Over de waarschijnlijke verkiezing
van den anti-semietischen Ahlwardt sprekend, meende
Bismarck, dat men dit kon verklaren uit do toe
nemende algemeene ontevredenheid.
De Italiaansche Kamer heeft de begroetingen voor
marine en onderwijs aangenomon Pelloux, de Minis
ter van Oorlog, zal buitengewone credieten aanvragen
ten bedrage van 5.600.000 frs. voor de vervaar
diging van nieuwe geweren, de verbetering der veld
artillerie, de vervaardiging van het nieuwe rookvrije
kruit. Dadelijk nadat de kredieten verleend zyo,
zal de vervaardiging van nieuwe geweren krachtig
wordon voortgezet. Calajanni zal den Minister van
Oorlog interpelleeren over de middelen tot verde
diging van Sicilië.
In do Spaanscho Kamer vroeg de Afgevaardigde
Moret aan de Regoering inlichtingen betreffende do
jongste Ministerieele crisis en de wijze waarop zy
was opgelost. De premier Canovas antwoordde, dat
de crisis veroorzaakt was door verschil van meoning
tusschen de meerderheid der Regeoring en Villa-
verde, die ten onrechto ontbinding van het gemeen
tebestuur van Madrid gevraagd had, terwyl Canovas
van oordeel was, dat hij deu gemeenteraad tot ver
antwoording moest roepen voor den Raad van State.
Villaverde gaf denzel^len uitleg onder Toorbohcud.
Silvela, onder-voorzittjsi der Kamer, keurde Villa-
verde's zienswijze goed eu gaf aan Canovas alle schuld.
De liberale oud-Minister Sagasta hield in een