Buitenlandse!: Overzicht. Be viltplakjes, waarop in vele bierhuizen de gla zen worden neergezet, blyken gevaarlijk te zijn. De Deutsche Reichsanzeiger waarschuwt er tegen als broeinesten van bacteriën. Een officieel onderzoek te Berlyn heeft aangetoond, dat die stukken vilt, na een langdurig 'gebruik, van bier doorweekt wor den zij zuigen soms wel 160 ku'o. centimeter in en dat er zich in het bedorven vocht en het vuil millioenen bacteriën ontwikkelen, die schadelijk voor de gezondheid kuunen zijn. Dikwijls zuiveren van het vilt in kokend water wordt daarom aanbovolen. Staten-Generaal. 2« Kamer. Zitting van Woensdag 7 December 1892. Aangezien de algemeene beraadslagingen van ouds her gebruikt worden om over alles en nog wat te praten, kan men het den kamerleden niet kwalijk nemen, dat zij er ditmaal allerlei dingen in betrok ken, die volstrekt niet do algemeene politiek raakten. Toch was de discussie het levendigst, waar zij liep over de groote zaken, dio aan de orde zijn of ko men zullen. Do min. van binnenl. zaken sprak niet veel en hulde zich in orakeltaalhet duidelijkst in zijne rede was, dat hij de staten- en de ge meen te raad s- 1 verkiezingeu bleet verschuiven tot de provinciale- en de gemeentewet, die na de kieswet een beurt zullen krijgen. De kieswet, het eeuig noodige en meer licht daarover bij de aanstaando behandeling daar- van dat was de korte inhoud van zijn eenigszins stroeve rede. Do Miuister van Financiën, die naast zijn zeer gemakkelijk verdedigbaren en mei glans verdedig den arbeid als hervormer, bovendien zijn beleid als financier had goed te praten, moest daarbij natuur lijk de uitgaven voor oorlog en marine ook vermel den. Met hoeveel gloed en overtuiging hij dit ook deed, scheen ons dit toch niet het gelukkigst deel zijoer als altijd even geestige en opgewekte rede. Met zekere warmte, naast het conciliante woord van den heer Van Tienhoven en het leuke van den heer Tak, mengdo de Minister Pierson, trouwens daartoe van meer dan één zijde opgeroepen, zich in het kiesrecht-debat, om te getuigen van zijn inge nomenheid met een maatregel, dien hij van conser vatief standpunt noodzakelijk keurde. Het bezorgde hem bravo'8 wan de linkerzijde, en een woord van hulde speciaal van den heer Kerdijk. Het merkwaardigste dezer discussie is dan ook wel, dat de beide ministers, die voor de conserva tiefste elementen van het ministerie gehouden wor den, zich homogeen verklaarden met hun collega voor Binn. Zaken. Trouwens niemand kon anders verwachten. Toch bleek van liberale zijde (om van de anti revolutionairen te zwijgen) dat er leden zijn, die met bezorgdheid de kieswet zien naderenzoo de heer Levy, wegens het gemis eener regeling voor de gemeenteraden, zoo de heeren Van Delden en Van Karnebeek, die geen zoo grooten sprong willen. Het komt ons voor, dat de beteekenis der alge meene beraadslagingen vooral hierin gezocht moet worden, dat de noodzakelijkheid van een compromis mot de droits der liberalen is gebleken, dat van deze zijde de hand tot een dergelijk compromis is uitgestoken en dat de regeering, alihaus het hoofd van het kabinet, de noodzakelijkheid daarvan even- toer inziet en zijne medowerkiug in deze richting in uitzicht steil. Ten slotte verliet men de onbegrensde wateren der algemeene beraadslagingen om achtereenvolgens het anker to laten vallen bij Hoofdstuk I en II, die werden aangenomen. In Hoofdstuk III (Buit. Zaken) bleef men steken. Onlangs maakten wij melding van eene door don Heer W. M. Houwing, lid der Tweede Kamer, bij eengeroepen vergadering te Frederiksoord, om mid delen te beramen ter voorzieuining in de werkeloos heid gedurende de wintermaanden. De toen aan wezigen hebben zich destijds geconstitueerd als comité voor dat doel. Thans heeft dit comPé besloten aan de Gemeen teraden (van Havelte, Vledder, Oost- en West-Stol- lingwerf) voor te stellen, als middel vap werkver schaffing heidegronden te ontginnen tot denueubosch met rinancieele hulp vun den Staat en zich daartoe bij gemeenschappelijk adres tot de Eegeering to wenden. Van don Staat wenscht raeu te vragen renteloos voor te schieten do som, welke noodig is tot bestrijding van de kosten van aaukoop en het in cultuur brengen van den heidegroud. Eene door eene deskundige opgemaakte en door het comité den Gemeenteraden tevens aangeboden berekening toont aan, dat het tijdstip van kappen der bosschen op 40 jaar gerekend na verloop van dat tijdperk uit de opbrengst de voorgeschoten som met 8 procent samengestelde rente aan het Rijk kon worden terugbetaald. De Staat zou dus gewaarborgd zijn voor finan cieels schade, de koston van armenzorg en alzoo ook de behoefte aan financieele hulp van het llijk zouden in do daarbij butrokken gemeenten zeer ver minderen, terwijl bovendien door productieven ar beid aan de nadeelen van het stolsel van bedoeling een einde zou gemaakt*worden. Een half treurig, half amusant staaltje van het geen er in de Berlijnsche handelswereld omgaat is, dat in dezen Kerstmistijd op do Spitelmarkt een Eerste christelijke Duitsche bazar" geopend werd. Het is een doodgewone goedkoope galanteriewinkel, maar die het publiek trekt door to afficheoren, dat al zijn goederen van niet-joodsche firma's afkomstig^ijn Dr. Werner von Siemens, de beroemde Duitsche electro-technicus en geleerde, stichter dor firma Sie mens en Halske, te Borlijn, is overleden, m den ouderdom van bijna 76 jaren. Hij begon zijn loopbaan als artillerie-officier on bleef in dienst tot 1849, twee jaren nadat hij met Halske de telegrafonfabriek gesticht had, welke later wereldberoemd zou worden. Hij had toen reeds verscheidene uitvindingen gedaan, maar vari toen af kwam eerst zijn heldere practische geest in zijn ele ment en hij werd een der grondleggers van de mo derne electro-techniek. Siemens' vele uitvindingen en werken op te som men gaat niet aan. Wy noemen slechts zijne dynamo- machine, weike een zoo grooten invloed oefende op de electro techniek, zijn gutta perchaisoleering, den eersten duurzaam brv.ikbaren dhderzeeschen telegraaf kabel (tusschen Cagliari en Bona), door hem gelegd, den eersten electrischen spoortrein (op de Berlijnsche tentoonstolling van 1879), enz. enz. Na het work van Paul Göhre, »Drie maanden fabrieksarbeider"hot boek van den candidaat in de theologie, die zich in het werkmanspak stak om da* leden en gewoonten, de behoeften en den gedaohteii- gang van den arbeidor te loeren kennen, is onlangs ook het verslug geschreven door een vrouw van haar navolging van Göhre's voorbeeld. De Frankfurter Latern heeft thans het derde verschijnsel van dezen aard gevonden, zooals het volgende bericht te kennen geeft. Onder den titel: Drie maanden ^«heimraad, heeft zooeven een geschriftje het licht gezien, waar van de schrijver een arme fabrieksarbeider is. Deze heeft den moed gehad, als geheimraad verkleed, drie maanden door te brengen bij de hoogste tienduizend der maatschappij. Door de ervaringen die hij daar hoeft opgodaan, is hij zoo sterk aangegrepen, dat hij voorloopig ongeschikt is om te arbeiden en in een ziekenhuis mot haringen en augurken weer op geknapt moet worden. De tischen die hem als geheimraad gestold werden, waren inderdaad van dien aard, dut hij zich menigmaal me{ vrees afvroeg wat hot einde zou zijn. Voorul zijn maag moest een ontzaglijke werkzaamheid ontwikkolen. Op één dag moest hij, om geen kwado vrienden te maken, tweo diners, ieder roet een reusachtig menu, bijwonen, en 's avouds vijf flesch champagne drinken. Hy was ongehuwd, en dientengevolge werden hem ge middeld dagelijks vijf huwelijksvoorstellen gedaan. De schryvor ontrolt verder een zoo jammerlijk tooneel van intriges, kruiperij en cynismo binuen den kring waarin hij eeu tijdlang verkeerde, dat wij hem niet lot in bijzouderhoden kunnen volgen, zonder het gevoel van den lezer te kwetsen. Hij besluit met het voor nemen uit te spreken, onder zijue oude standge- nooten een voreeuiging te vormen «tot verbetering van de hoogste tienduizend." Vindt de lezer misschien iets onduidelijks of onverklaarbaars in deze mededeeling? Laat hij dan bedenken, dat de Frankfurter Latern een spotblad is, on dit geheele bericht enn satvre. Het Centraal-Bestuur van htt Algemeen Neder- landsch Werklieden- Verbond hoeft een adres aan de Tweede Kamer der 3taten-Generaal gezonden, waar in het mededeelt met belangstelling kennisgenomen te hebben van het by do Karror ingekomen wets ontwerp tot goedkeuring van contracten met de stoomvaartmaatschappijen Nederland en Rotterdam- sche Lloyd, wegens het uitvoeren van een maildienst tusschen Nederland en Nederlandsch-Indié, en eer biedig raanr dringend verzoekt, dit wetsontwerp mot den meesten spoed in behandeling te nemen, en daaraan haar goedkeuring te schenken. Vooral daarom daarom doet het dit verzoek wijl in art. 2, al. 3, der beide contrakten wordt gelezen«stoom schepen, die, tor vervanging van de in eerste alinea bedoelde schepen of om audere redenen, voor goed in de vaart worden gebracht, moeten, overeenkom stig de daartoe vooraf door de voornoemde minis ters goed te keuren plannen, in Nederland gebouwd worden." Te Rosolo Valfortore is een bejaarde, drie-en- zeventigjarige, vermogende priester die geheel alleen zijn voorvaderlijk kasteel bewoonde en alleeen over dag een werkvrouw had, op wreedaardige wijze om 'tieren gebracht. De moordenaar heeft 9000 lire aan contanten, een bedrag van 200.000 lire aan effec- daarin steken en ze naar elkander toe laten loopen en hij liet ze tegen elkander eeu buiging maken en de grap pigste bewegingen uitvoeren en hij liet ze met elkander praten, met een bijzondere spraak voor ieder van hen en dan kibbelde hij of zong allerlei liedjes, zoodat het er uitzag of zij het deden en allen, zoowel de knechts als de meiden hadden dan een pret en lachten of ze zouden stikken. Het was zulk een raar gevoel in de zijde, als men dan opeens stil moest wezenja het kon soms zulk een pijn doen, dat men het wel zou willen uit schreeuwen en dan was het eenige middel beide handen stijf tegen den mond aan te drukken en dan was het op het prettigst! Van de marktdagen bracht Nils bijna altyd iets voor Bertha mede; en Lalla kreeg dan dikwijls een ulevel of een uieuw sprookje. Iedereen was blijde als Nils kwam; dan wist men, dat iets goeds te verwachten was. Thans stapte hij de deur in en hield die wijd open voor Bertha, die met de beide melkemmers volgde; slob berend zette zij de volle emmers op de keukentafel. Zij zag naar Lalla en grinnikte; en Nils keek ook naar Lalla. Hij droeg een botervaatje onder zijn armdat was het houten tonnetje, waarin hij zijn middagmaal had medegekregen. Wat bedoelden zij toch Zij zagen er zoo grappig uit. Zij hadden zeker een geheimpje samen. Zou daar iets in dat tonnetje zitten Lalla voelde hoe haar ooren warm werden en zij wist niet waar zij heen zou kijken, Het was zoo aardig, zoo geheimzinnig, zoo vreeselijk aardig 1 Als hij in het tonnetje eens iets voor haar had! Neen dat was niet mogelijk Zij bloosde over die gedachte en toen zij merkte, dat de anderen haar van terzijde aanzagen en weder be gonnen te lachen, kroeg zij hoe langer zoo hooger kleur. Zij nam haar catechismus op en deed alsof zij las. Bertha maakte zich gereed tot het ziften der melk, maar gedurig zag zij toch naar het hoekje waar Lalla zat. Nils sloeg mot zijn vrije hand op het tonnetje. «Wat denk-je, dat ik hier heb?" Thans voelde Lalla, dat zij vuurrood werd en hoe het in haar wangen klopte. Verlegen sloeg zij haar oogen neer en gaf geen antwoord. «Nu drong hij aan. «Ik weet niet." Zij fluisterde bijna onhoorbaar en het magere lichaam wond zich in allerlei bochten in haar verlegenheid. «Denk-je dat net iets voor jou is?" Zij zag naar Nils op, lachend en schreiend tegelijk zoo plechtig en ernstig, zoo oudvrouwtjesachtig twijfe lend on toch met een onuitsprekelijke kinderlijke nieuwsgierigheid en verwachting. Zij zag dat een oude schort over het tonnetje was vastgebondener moest dus wei iets in zitten. Maar zij zweeg nog. Het mocht eens gekheid zijn «Jawel; het is voor jou. Raad maar eens wat het kan zijn." De grijze oogen tintelden \an blijdschap, maar haar gelaat bleef ernstig. Zij gleed van de turfmand af, doch bleef by de kachel staan. Bertha was begonnen melk te ziften en Nils stapte, de keuken door, naar de lange rechtbank en plaatst# het tonnetje daarop. «Wel, wil je niet eens komen zien? Lalla wierp den catechismus op den grond en kwam nader. «Neen eerst raden!" Hij hield met beide handen het schortje vast, dat op een wonderbaarlijke manier begon op-en-neer te gaan. «lk kan niet raden," fluisterde zyhaar stem was door de spanning ran het oogenblik gedempt en be rend. Tranen stonden in de grooto oogen mot de don kere schaduwen, tranen ran rerwachting, ran bod schap, ran rrees, dat men haar fopte. De knecht zag met zijn gul, goedhartig gezioht casr het kind en lachte rriondelijk, terwijl hij don boozewr losmaaktede spanning had nu lang genoeg geduurd, vond hij. Lalla wist niet wat zij deed, maar zy vouwde nare handen samen alsof zij roor het eten moest gaan bidden. Op don bodem ran het tonnetje zat een wezen. Jat haar klein rerlaten hart met onuitsprekelijke teederheid en blijdschap rorrulde. Zij bleef steeds met gevouwen handen staan kjjken. Hordt vervolqi.) ten eu een rekening-courantenboek met de Bank te Sausevoro ten bedrage van 16.000 lire ontvreemd. Men schrijft uit Amsterdam aan de Haart. CL: Toen de heer Vening Meinesz als hoofd der Ara- sterdamsche gemeente was opgetreden, vond hij daar geldend de gewoonte, om de nachtvergunning tot het openhouden van bier- eu koffiehuizen te verlooneu tot half twee, met dien verstande dat wie om één uur daar was tot dat uur mocht blijven, doch nie mand er meer inkomen. Dit vond Z.E.Achtb. blijkbaar al te lang eu hij decretoerde sluiting eu verwijdering om een uur voor de bierhuizen met vrouwelijko personen om 12 uur. Maar er zijn een aantal Amsterdammers, die nu eenmaal tot de «nachtpitten" belmoren en die als zij van hun werk, vergadering of komedie komen graag een uurtjo «aanpappen". Voor hou was die vroegere sluiting, al scheelde hy maar een half uur, een ver velende hindernis. Half twee is in den nacht; één uur is nog avond voor hen, on zij hebben al hun gewichtige zaken zoo vroeg niet afgehandeld. En de houders van bier- en koffiehuizen vonden, we kouden het dezer dagen in hun adres lezen, het oven«ens een min aangename regeling, miDder om gezelligheidsredenen dan wel om geldelijke overwe gingen. En aldus wer.l door velen toogepast, wat tot dien tijd alleen nog in de Nes gebruikelijk «as geweest; na één uur veranderde het koffiehuis in sociëteit. •Hoe dit toegaat konden we heden ter openbare strafzitting van ons tweede kantongerecht vernemen, waar de bekende bierhuishouder uit do Warmoesstraat, de heer Polman, voor den kantonrechter mr. Van Ogtrop verscheen om zich te verantwoorden op de dagvaarding, dat hij in den nacht van 12 op 13 Oc tober te 1.45 u. n. ra. nog 25 bezoekers in zijn voor het publiek toegankelijk café hoeft gehad zonder daartoe de permissie van don burgemeester te hebben verkregen. Als ambtenaar van het O. M. fuugeerdo mr. D. E. Leoui, plaatsvervangend kantonrechter; terwijl beklaagde werd bijgestaan door mr. D. Simons. Zeven getuigen waren gedagvuard, waarvan drie leden der balie. Op do vraag van don kantonrechter geeft beklaagde op, dat er na l uur in zijn lokaal sociëteit wordt gehouden. Hijzelf is er voorzitter van, en er is ook een penningmeester belast mot de inning der contri buties De meesten personen die er komen zijn intro ducés, wier namen in oon boekje wordon opgescfire- von, hetwelk de verdediger overlogt. Mr. Van Ogtrop. Wordon er ook wel vergaderin gen van de loden gehouden ter besprekingen van de belangen der sociëteit (gelach). Beklaagde. Nog niet. Mr. Van Ogtrop, En houd u overdag ook socië teit Beklaagde. Dan is het een bierhuis bij mij. Na deze voorloopisre ondervraging van beklaagde, waarbij hij erkent dat er in dien nacht 25 personen bij hem waren, wier namen in hot boekje voorkomen, wordt de eerste getuigen inspecteur Huber gehoord. Hora was opgedragen inrichtingen te bezoekeo, waar men sociëteiten gevestigd geloofde. Hij vond de bui tendeur dicht en werd op zijn kloppen door beklaagde die hem kent ingelaten. De personen zaten nog aan tafeltjes en beklaagde gaf op dat er sociëteit was. Mr. Van Ogtrop tot beklaagde. Waarom sluit u uw deur als er sociëteit is? Dat doen ze bij de groote club nooit 1 (Gelach.) Beklaagde. Oin te beletten dat de menschen zoo binnenkomen. Mr. Leoni (tot getuige). Zag het er nu anders uit dan gewoonlijk? Getuige. Neen, Mr. Van Ogtrop (tot beklaagde). En ia er ook ballotage van nieuwe leden? Beklaagde. Noen. De leden die er nu zijn, zijn oprichters. Mr. Van Ogtrop. Waarom ii die aocieteit onge richt? l Beklaagde. Voor de gezelligheid. ^n'. Tl" ®KtroP- Was het dan vroeger minder gezellig bq u? (Gelach.) Beklaagde antwoordt niet. eieteit Ogtrop. Welken naam draagt uw so- Beklaagde. De Bijenkorf. Mr. Van Ogtrop. Denzelfden naam als uw kof fiehuis Beklaagde. Ja. Op de vraag van mr. Simons of hem ook de sta tuten en het introductieboekj'e vertoond zijn, ant woordt get. Huber ontkennend. Dit blijkt wel het geval^ te zijn geweest met agent Egbert, die dien nacht njn inspecteur vergezelde. Na de verklaring van dezen getuige, die bevestigt wat .de le ons reeds heeft medegedeeld vraagt Mr. Van Ogtrop den beklaagde. Hoeveel is de contributie Beklaagde. Die is nog niet betaald. Mr. Van Ogtrop. Dus dan betaalt u de onkosten zelf? Beklaagde. Voorloopig, ja. Mr. Van Ogtrop. Dat is een goedkoope sociteit. (Gelach). Alsnu krijgen wij achtereenvolgens vijf bezoekers vau do sociëteit. Drie hiervan wareu er dien nacht vrij wel voor het eerst. Zij deelen mede dat tegen een uur beklaagde aan hun tafeltje is gekomen en hun zoowel verteld heeft hen te zullen introduceeron (zij begrepen wel waartoe) tot welk doel hij van hen, die hij niet kende, de namen vroeg. Zij zijn geen leden van do sociëteit en hadden juist geen bepaald plan gehad om naar een sociëteit te gaan. De vierde getuige is al vroeger geïntroduceerd, hij heeft een doorloopendo introductie. Mr. Van Ogtrop (tot beklaagde). Voor hoe lang duurt zoo'r. introductie Beklaagde. Drie maanden. Mr. Van Ogtrop (tot getuige). U was dus voor 3 maanden geïntroduceerd. Dat wist u misschien niet eens. (Gelach). Op vragen van mr. Leoni antwoordt getuige dat hij het nu in het lokaal niot anders vond dan vrde* gor en hij van de leden goen andere kende dan ba- klaagdo en diens broeder. Mr. Van Ogtrop. Vond u dat niot vreerad? Ge woonlijk wordt men toch aan de leden van een sociëteit voorgesteld. Beklaagde regt dat die sociëteit moest dienen tot bevordering van de gezelligheid, maar dan zult u hot er toch niet gezellig gevonden hebben? (Gelach). Getuige. Ja, onder de introducés. Mr. Van Ogtrop. Dus de leden waren niet ge zellig? (Gelach.) vOok de laatste getuige' verkeert in ditzelfde ge val. Hij is nooit aan eenig lid voorgesteld en kent alleen beklaagde. Of de deur 's nachts om 1 uur gesloten wordt weet hij niet. Maar wel dat het woord «sociëteit" op de buitendeur geschilderd staat. Mr. Van Ogtrop. O, ik dacht straks begrepen te hebben dat het woord «sociëteit" er 's avonds op bevestigd wordt. Mr. Leoni (tot beklaagde). In welke verhouding staat de sociëteit toi. uwe inrichting? Betaalt zij pacht, of het licht Beklaagde. Neen, dat betaal ik. Mr. Leoni. Komen er op de ledenlijst niet ook personen voor die bij u in botrekking zijn Beklaagde. Ja een, mijn bediende. Mr. Leoni. Die is dus nooit bezoeker. Kcmen de andere leden er ook wel T Beklaagde. Wel overdag. Nooit in do sociëteit. Mr. Leoni. Waren alle personeu dien avond ge ïntroduceerd Beklaagde. Ja, allen, behalve mijn vrouw. (Ge lach). Mr. Leoni. Als iemand na 2 uur aan uw deur klopt, een student dien u kent, wordt die dan toe gelaten Beklaagde. Ja, nadat hij ingeschreven is. Alsnu krijgt Mr. Leoni het woord voor zijn requi sitoir. Hij herinnert even de geschiedenis van deze zaak, hoe het besluit van den burgemeester socië teiten als nachtvlinders heeft noen verrijzen, wat in de jongste revue «De groote Trom" is geïllustreerd, 't Is een plotselinge metamorphose van koffiehuis in sociëteit, en deze vervolging is op touw gezet om de beginselquaestie te doen uitmaken, niet over beklaag- des inrichting zelf, die van dien aard is dat zij geen der slechte gevolgen voor de zedelijkheid kan doen vreezen, welke den burgemeester tot zijn besluit mogo geleid hebben. Spreker betoogt nu verder in hoofdzaak dat be- klaagde's beroep op de gedaanteverwisseling in sociëteit niet opgaat, en ontwerpt een definitie van het begrip sociëteit om te doen uitkomen dat dit er geon is In een sociëteit worden alleen leden en introducés toegelaten de gehoorde getuigen zijn geen leden en ook geen introducés omdat zij dat gemaakt zyn buiten hun verlangen. Het inclusieve karakter der sociëteit ontbreekt, 't Is alleen oen formaliteit 't is 's nachts na één niet anders dan te voren. En met een beroep op een vonnis van den kantonrechter te Hulst in 'tjaar 1870 eischt spr. bekl's schuldig verklaring met veroordeeling tot 5.boete. Mr. D. Simons wil het spreekwoord in herinne ring brengen: «Al te scherp snijdt niet." De aarts vaderlijke zorg van onzen nieuwen burgemeester, wien noch geestkracht nog beslistheid te ontzeggen valt, om de late Amsterdammers vroeger naar bed te jagen, heeft verzet uitgelokt, vooral toen do burge meester ook de beste oafé's in zijn strengheid begreep. En de direct benadeelden zochten pl. wil het niet bemantelen naar een middel om haar te ontgaan. Do een is daarin gelukkiger geweest dan de ander; bekl. was in den vorm misschien min ge lukkig. Toch zal hij op deze dagvaarding niet kun nen veroordeeld worden. Immers er is ten laste 'gelegd dat de bezoekers zich ra gezetten tijd hebben bevonden op eene too r het publiek toegankelijke plaats. Het Openbaar Ministerie heeft zich nu er toe bepaald, beklaagde'8 beroep op de sociëteit te trachtpu te weerleggen, maar niot bewezen dat ziju café op dat uur publiek toegankelijk was. Pleiter meent dat het tegendeel is bewezen, want niemand werd toegelaten zonder de formaliteit der introductie. Nu zegt het Openbaar Ministerie wel, dat de ge tuigen daarom niet gevraagd hebben, doch dit zegt uiets. Immers het gebeurt vaak, dat wij iemand introduceeren, al vraagt hij niet daarom en de soci teit Momus te Maastricht stelt op zekeren tijd van het jaar den toegang open voor allo vreemdelingen. De getuigen hebben voor de aangeboden beleefdheid niet bedankt; er ziju leden, al komen zij er zelden, er is eeu reglement, al is het slecht, er is een intro- ductieboekaan de vormelijke eischen is voldaan. De kantonrechter heeft niet te beoordeelen of dit wenschelijk is, zoomin of het besluit van den burge meester dit is. Eu blijkt het, dat de bepaling in onze politie-verordening eer. beperkter strekking heeft dan men wenschen zou, welnu, dan moet men zoeken de bepaling beter te maken. Het beroep op het vonnis van 1870 doet niets af, daar de gevallen niet gelijk zijn, en pleiter concludeert dus tot vrijspraak. Na re- en dupliek wordt de uitspraak bepaald op 19 dezer. Naar men verzekert, zal de «verklaring" der Fran- sche Regeering aan de Kamer en den Senaat, naast de omschrijving vau de omschrijving van de be voegdheid der wetgeveudo en die der rechterlijke macht, tevens de betuiging bevtlteu van den ernstige wil der Regeering, de enquête-commissie te helpen in hare taak om licht te verspreiden over de aan haar onderzoek onderworpen zaak, nl. bij eiken maat regel welke bestaanbaar is met den wet. Men gelooft dat deze gezindheid der regeering ver genoeg zal gaan, om voldoening te geven, zoowel aan de commissie als aan de Kamer. De commissie handhaaft haar besluit betreffende de opgraving van het lijk van baron De Rcinach en het inbeslagnemon zijner papieren. Men gelooft, dat de Regoering de onmiddel'ijke lijkschouwing zal ge lasten en dit heden zal aankondigen. De tcekomst zal moeten leeren of de Ameri- kaansehe niet-optimistische beschouwing van den uitslag dor rauutconferentie juist is. In de besprekingen der conferentie, wier commissie nog beraadslaagt over het voorstel van den Deenschen afgevaardigde is zeer opmerkelijk,dat nu ook een der Engelsche afgevaardigden, sirW. Houldswortb, voorgesteld heeft, een internationale bimetalistische unie te vor men. De Munten zqgden zilver in depot ontvangen in ruil voor bewijzen, waarop een gelijko waarde in goud is uitgedrukt. Ook hierby zou de verhouding tusschen de beide metalen wettelijk moeten worden vastgesteld. Over het gesprek van Bismarck in de wacht kamer te Berlijn wordon nog eenige bijzonderheden meegedeeld. Hij verklaarde, dat hy zijn plicht als lid van deu Rijksdag niet stipt nakwam, maar aan een verblijf te Berlijn waren voor hem op zyn leeftijd te veel moeilijkheden verbonden; hij had het mandaat vooral aangenomen, omdat het anders in radicale handen zou zyn gevallen. Over de nieuwe legerwet sprekend, zeide hij, dat «die nieuwe schoen nog lang zou drukken zonder daarom marschvaardi- ger te maken". Over de waarschijnlijke verkiezing van den anti-semietischen Ahlwardt sprekend, meende Bismarck, dat men dit kon verklaren uit do toe nemende algemeene ontevredenheid. De Italiaansche Kamer heeft de begroetingen voor marine en onderwijs aangenomon Pelloux, de Minis ter van Oorlog, zal buitengewone credieten aanvragen ten bedrage van 5.600.000 frs. voor de vervaar diging van nieuwe geweren, de verbetering der veld artillerie, de vervaardiging van het nieuwe rookvrije kruit. Dadelijk nadat de kredieten verleend zyo, zal de vervaardiging van nieuwe geweren krachtig wordon voortgezet. Calajanni zal den Minister van Oorlog interpelleeren over de middelen tot verde diging van Sicilië. In do Spaanscho Kamer vroeg de Afgevaardigde Moret aan de Regoering inlichtingen betreffende do jongste Ministerieele crisis en de wijze waarop zy was opgelost. De premier Canovas antwoordde, dat de crisis veroorzaakt was door verschil van meoning tusschen de meerderheid der Regeoring en Villa- verde, die ten onrechto ontbinding van het gemeen tebestuur van Madrid gevraagd had, terwyl Canovas van oordeel was, dat hij deu gemeenteraad tot ver antwoording moest roepen voor den Raad van State. Villaverde gaf denzel^len uitleg onder Toorbohcud. Silvela, onder-voorzittjsi der Kamer, keurde Villa- verde's zienswijze goed eu gaf aan Canovas alle schuld. De liberale oud-Minister Sagasta hield in een

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2