Bultenlandsch Overzicht. O*J« 1W '1 ft k x Vaderland en in de overzeesche gewesten sal worden toevertrouwd, Zij wenschei* lopdpeqde tevens een bewyi waaIV deering te geven eau de hoogleeraren en leeraren der Polytechnische school, die, evenals hunne voetgangers aan de Delftsche Academie voortdurend hqf|ne zorgen hebben gewijd aan den bloei despr inrichtingen en steeds getoond hebben, hoezeer de belangen hunner leerlir.geu hun ter harte gaan. Het te stiohten fonds zal kunnen dienen om van tgd tot tyd gepromoveerden in staat te stellen tot het ondernemen van eene buitenlandsohe studiereis, tot vorming van eene beurs, of op eenige andere wijze ten bate der leerlingen kunuen worden aangewend, zulks op de wijze, die de raad van bestuur der Poly technische school daartoe het meest gesohikt zal oor- deelen. (-De Ingenieur.) In de werkplaatsen der Staatsspoorwegeu te Til burg heeft eeu werkman een vernuftig toestel uitge dacht om het gevaar op te heffen veiboadeu aan het tusschen de waggons kruipen bij het aan- en afkop pelen. Deskundigen verklaarden het toestel, tot auto matische draadkoppeling, als zeer doelmatig. Door do toepassing van dat toestel geschiedt de samen- on afkoppeling en het af- en aanhaken aau de bui tenzijde van den waggon zoodat de persoon zich niet tnsschen de wagens behoeft te begeven, wat bij bet rangeeren van goederentreinen en ook bg personen treinen van voel gemak en minder gevaarlijk is. Aan het gedobbel in Londen met het raden naar een weggelaten woord is door de justitie een eind gemaakt. Zij heeft beslag gelegd op een bedrag van niet minder dan 24,000 pond sterling, dat in de vorige week bg een der dobbelweekbladen was in gekomen. Op de Beurs te Londen is het spelletje van «het ontbrekende woord" nagebootst. Een beursman schreef den raadselachtigen zin op«N. N. is een N- N. was de naam van een niet zeer gunstig be kend dobbelaar aan de Beurs. De inzet bedroeg een shilling. Spoedig was er een aardige som bijeen. De ingezonden oplossingen werden gelezeno, wonder! niet één was juist. Het ontbrekende woord was: «Gentleman." Hieraan had niemand gedacht. Onze gewezen landgenoot, Prof. Moleschott, te Rome, heeft op zgn feest, een zeer zeldzame onder scheiding ontvangen, namelijk de ridderorde van Burgerverdienste. De Minister Martini overhandigde hem die, namens den Koning, met oen indrukwek kende toespraak. Het èerst werd de feestvierende geleerde en senator toegesproken door den senator Durante, die bem, namens de universiteit te Rome, een kostbaar album met de titels zijner werken aan bood en hem, hoewel een zoon van een ander be roemd volk in het Noorden, een sieraad der Itali sche wetenschap noemde. De rector Maurizi sprak in denzelfden geeat en verklaarde, onder luide toejuichingen, dat geheel Europa en in het bijzonder Italië trotsch is op Mo leschott. De Heer Paglisni, directeur van den Rgksgezond- heidsdienst, sprak dep hoogleeraar toe, namens de oud-studenten van Turin, en de Nederlandsche ge zant, de Heer Westenberg wenschte hem geluk uit saam vso zijn vaderland. Na het aanbieden van de zeer talrijke eeregeschen- *4» rr t - dokter met een lach: «Dus je deedt het niet uit chris telijke charitrit?" «Och watik heb me zeiven nog geen reken schap gevraagd over mijn handelen in deze zaak, dat wil ik je wel bekennen, dokteren ik zal er geen berouw van hebben ook, wat ook het eind zg. Ik kon niet anders.Als die vrouw voor mijn deur bezweken was in den aanbrekeoden nacht, had ik rust noch duur gehad.... en om je de waarheid te zeggen, aan 't gasthuis heb ik niet gedacht." «Nu, causaal verband of christelgke liefde of humaniteit, noem het zoo je 't wilt, mijn waarde!" zei de dokter: «Velen zullen zeggen dat je heel onverstandig hebt gedaanmaar ik noem het zoo niet..ik mag zulke excentriciteiten wel," en hij stak Bronrijp de hand toe. A!s het niet te donker ware geweest, zou men de oogen van den dokter hebben zien blinken van sympathie. Ik geloof zeker, dat de dokter deze en de andere visites, voor juffrouw Perra ten huize van Bronrijp ge bracht, niet aanteekeüde, en dat is nog geldiger be- #ijs voor het bestaan van sympathie dan het glinste ren van iemands oogen.gedurende een oogenblik. Doch al kwam de dokter in den latereu avond nog eens terug en daarna twee, driemalen daags de kranke bezoeken en al had misschien de beroemdste profes sor geen andere recepten geschroven dan hij, en nie mand ter wereld zorgvuldiger bereide geneesmiddelen geleverd dan de apotheker bieren al werd er poer Bronrijp en zijn vriend Reinaert trouw gewaakt ken, door Prof. Colasanti, volgde het overhandigen van de bovengenoemde ridderorde door deu Minister. Daarna hield Moleschott, ontroerd, eeue redevoe ring, waariu hg zijn dank betuigde voor de ontvangen eerbewijzen en ook zgn vaderland herdapht. De plechtigheid werd door een toevloed van hooggeplaatste personen m^; hunne dames bijge woond. De groote Aula was zqo vol, dat men er zelfs geen staanplaats meer kon krggen, en de geest drift, door allen betoond, was buitengewoon groot. Een eerewaobt deed Moleschott uitgeleide. De Italiaanse he bladen verklaren de hulde, aan dezen beroemden Nederlander bowezen, voor ongeë venaard in do jaarboeken der hoogeschool. Koningin Victoria, die ruim vgf-en-vgftig jaar rustig geregeerd heeft, zag Zaterdag haar kroon be dreigd door een pretendent, die zich aan haar paleis te Windsor vervoegde. Het was een werkman, die H. M. kwam vorsoeken, te zijnen behoeve afstand te doen van den troon. Het was hem in droom geopenbaard, dat hij een kleinzoon was van Koning Willem IV (van wien de Koningin een nicht is), en hg had dus meer recht op Eugeland's troon dan zg. De kroonpretendent, een electrioiteit-arbeider uit Birmingham, William Green genaamd, is naar een krankzinnigengesticht gebracht. Twee arme drommels te Charleroi, die vuur noch dak hadden, waren op oenen kalkoven gaan liggen om er den nacht door te brengen. Daags nadien vond men hen dood. Zij waren verstikt en met brand wonden overdekt. In Duitschland Is tegen een vrouw een vervolging ingesteld wegeus overtreding der...» jachtwetEn dat proces is eerst onlangs geëindigd door de uit spraak van het hoogste gerechtshof. De vrouw had, door een bosch loopeude, de overblijfselen gevonden van een hert, een gedeelte namelijk van het ge raamte, ruggegraat en kop. Zg sloeg het gewei af, en nam het mee naar huis maar kreeg weldra een dagvaarding wegens ongeoorloofde uitoefening van de jacht. De kantonrechter sprak haar echter vry» °P grond dat een bijna geheel vergaan hert niet meer ais «wild' was te beschouwen. Het openbaar ministerie hield echter vol, maar het rgksgerechtshof te Leipzig bekrachtigde het eerste vonnis. lo het arrest werd uitgemaakt dat «het begrip van een jaagbaar dier niet meer aanwezig is, wanoeer de ontbinding zoo ver ia gevorderd dat het Igk niet meer als wild kan beschouwd worden, en dparbij doet het er niet toe of nog enkele deelen, die niet spoedig vergaan, al dan niet nog voorhan den zijo." Den I4den Augustus 189 L kocht de gemeente Zandvoort van de firma Alberts te Middelburg oenige badkoetsjes en verschillende andere badbenoodigd- heden voor een som van 11915, onder beding dat de overeenkomst in werking zou treden op den dag dat een Raadsbesluit van 8 Augustus 1891, waarbij besloten was eeue geldleening uit te schrgven, welke hoofdzakelijk dienen moest tot betaling der gekochte voorwerpen, door Gedeputeerde Staten zoude zijn goedgekeurd. Toen het Raadsbesluit aan Ged. Staten ter goedkeuring werd gezonden, verlangden do 't mocht alles niet baten. De naam van de weduwe Perra werd ingeschreven in het register der dooden bier beneden en in dat der levenden bier bovenof wel in het laatste stond die reeds van haar geboorte af vermeld. Mijnheer Bronrijp zou wellicht bg deze treffende gelegenheid over dit vraagstuk lang hebben nagedacht, en het toch niet tot zekerheid voor zich zeiven hobben kuanen oplossen, indien hg er maar tgd- toe had gevonden; docli zoo'n doode in huis iaat een mensch niet met ruster moet nog zoo veel voor hem besteld worden, eer hij toelaat dat men hem langzamer hand vergete. En bier was meer dan een gewoon, dan een alle- daagseh sterfgeval't gaf heel wat moeite bij den bar- gerlgcon stand de administratie welteverstaau omdat de ovorledene bij haar dood ambulant was ze hoorde nergens t'huis. In P. van waar zij afkomstig was, werd haar zieltje, na het uitgereikt verhuisbillet, van het zielental afgeschreven, en in L. waar ze heen moest, maar niet aankwam, was dat vreemd individu ganschelijk onbekend. Maar daarhenen leidde de reis toch, en dientengevolge werd men bet ten laatste na velerlei correspondentie eens, dat L. het laatste wettig domicilium moest wezen, waar de weduwe Perra, spijt haar eeuwigdurende ontstentenis, verblijf had gekozen. Ze werd er dus met een paar pennestreken in 't leven geroepen en terstond weer gedood, en daarmee was 't uit. 'tGaf onzen Bronrgp heel wat moeite; hij blocf er toch getroost onder, maar er kwam iets bij, dat 4 -u Staten dat de heffing der rechten, die voor het gs» bruik der badkoetsen zouden gevorderd worden, ge. regeld werd volgens art. 288 der Gemeentewet. De gemeento Zandvoort, daardoor allo voordeel verloren ziende, besloot op bovengenoemd Raads besluit terug te komen. Toen ui) de firma Albers van de gemeente Zand voort de nakoming der overeenkomst vroeg, weigerde deze de betaling op grond dat de goedkeuring van Gedeputeerde Staten op hot genoemd besluit niet was kunnen verkregen worden. De firma Albers daagde daarop de gemeente Zandvoort voor de rechtbank aldaar, waarbg zij vroeg veroordeeliug der gemeente tot betaling eenor som van 11915. Na gewone behandeling werden den 22en Novem ber 11. de pleidooien gehouden voor de eischende firma door mr. Do Witt Hamer, advooaat te Mid delburg, voor de gemeente Zandvoort door mr. C. G. von Reeken, advocaat te Haarlem. Gisteren word door den officier van justitie, jhr. mr. Rethaan Macaré, in deze zaak geconcludeerd. De bovengenoemdo feiten stonden, merkte Z.E.A. op, tusschen partgen vast. Door het stellen der rooi waarde bij (1e overeen komst was de gemeente Zandvoort verplicht de goedkeuring der Ged. Staten op haar besluit te vra gen. Had zg indertgd besloten, dit niet te doen, dan zou zg He vervalling der voorwaarde hebben verhinderd, waardoor, volgens de bepaling der wet, de voorwaarde voor vervuld gehouden zou zgn. Wat is au geschied Bedoeld Raadsbesluit is aso Ged. Staten ter goedkeuring aangeboden, doch ns eenige opmerkingen van hen heeft de Raad zijn besluit teruggetrokken, waardoor vanzelf eene goed keuring door de Stalen verviel. Niets is er geschied, meeit Z.E.A., wat deze handelwijze billijkt. De Raad is op zijn eigen be sluit teruggekomen, heeft dit ingetrokken en daar door opzettelijk verhinderd, dat de voorwaarde ver vuld werd. De Raad staat dus op het standpunt, alsof het besluit niet ter goedkeuring was ingezon den. Neen, zeide de pleiter voor de gemeente, niet vrgwillig is het beslnit ternggonomendit is gedwongon geschiedt, toen bemerkt werd dat de Staten het niet wildeu goedkeuren. Aan deze bewering ontbreekt, volgens het 0. M., de feitelijke grondslag. De StAten hebben noch zijdelings, noch rechtstreeks de goedkeuring geweigord, doch alleen verlangd dat de heffing van rechten zou geschieden volgens art. 238 gemeentewet. Gedeputeerde 8taten wezen des weg aan. Na is het wel mogeigk, dat daardoor voor Zandvoort verloren ging het voordeel, dat z|j met de exploitatie der badkoetsen enz. op het oog had gehad cn dat dus deze zaak voor haar niet me$r begeerlgk was, toch is de gestelde voorwaarde geens- zius gelgk te stellen met eene bedekte weigering dis aan de gemeente geen anderen uitweg overliet das eene terugname van haAr verzoek, gepaard met ia- trekking van haar besluit. Integendeel, Gedeputeerde Staten wezen den wig dien do Raad te volgen had, om goedkeuring tl verkrijgen. Nu moge het eigenbelang verboden hebben asu Zandvoort dien weg in te slaan, aan den anderen kant had de Raad moeten bedenken, dat het tpt stand komen van de roet de firma Albers eo Co. gesloten overeenkomst niet afhankelijk was gesteld hij volstrekt niet had kunnen voorzien en d»t bijzon der geschikt was om zijn zorg in deze zaak des doodi om der wille van de levenden om hem heen, groo» tolijks te vermeerderen. Hij had natuurlijk aan den oenigen broêr der afgestorvene, in L. woonachtig, terstond kennis gegeven vau haar ziekte en daarna van het overlijden, en 't verwonderde hem du» tl recht, uu deze hom niet enkel do begrafenis alleen liet regelen, maar zijn brief zelfs onbeantwoord liet en zich ook niet vertoonde om de laatste eer aan zijn zuster te bewijzen. Iemand uit zijn huis «van den arme" te laten wegbrengen, dat streed tegen zijn eergevoel als soenlijk manbovendien kon hij zulk een armzalig* uitvaart moeielijk in overeenstemming brengen met da vroegere omstandigheden, de maatschappelijke P08^w» van de familie Perra; torwijl hij ten overvloede, wanneer hij Johan in de oogen zag, 't onmoCTPI over zich kon vorkrijgec om de moeder van no a konnelijk wèlopgevoeden jongen op de genoemd* wijze te laten begraven. Mijnheer Bronrijp getroost zich derhalve de kosten van de tor-aaTdebestelliog» altijd nog hopende dat de broeder der overleden! blijkon mocht in staat en* genegen te zijn hem die restitueeren, en ten einde zich te vergewissen of kans had (iié hoop verwezenlijkt te zien, besloot bij» den dag na de begrafenis naar het dorp L. te gM. en do zaak persoonlijk mot het familielid van ft weduwe Perra te behandelen. {Hordt vervolgd 4» *an dft ongehinderde gifvoering van $lé door (ten Raad met het oog op de exploitatie der zeebaden beraamde maatregelen,!maar alleen van tyet door Gedeputeerde Staten goedkeuren der geldleening. De Raad had dus de keus: of toegeven aan Ge deputeerde Staten en daardoor de voordooien der exploitatie missen, öf opgeven van het ^eheele plan, maar don ook het dragen der schade, daaraan onver mijdelijk verbonden. De Raad besloot het exploitatie-plan op te geven. Doch dit alleen op eigenbelang gegrond besluit, vrijwillig geuomen is, ten opzichte der firma Albers Coeene opzettelijke en rechtslreeksche verhinde ring der vervulling van de voorwaarde, waaronder de gemeente zich verbonden had. En dit opzet wettigt ten volle de toepassing van art. 1296 B. W., waarbij bepaald wordt dat de voorwaarde voor vervuld gehouden wojrdt, indien de schuldenaar dq vervulling daarvan verhiuderd heeft. pp déze gronden cpnpludeert de offtcjor aan de eischende firma hare vordering foe ie wijzen, met veroordeeling van gedaagde in do kosten. De correspondent van de Zuid-Afrikaan, die in Humpata verblijf houdt, schreef reeds meermalen belangwekkende brieven over den toestand van dat uitgebreide gewest, waarheen indertijd eeu groote Boeren- «trek' was getoogen, zonder zich door de groote bezwaren der langdurige reis te lateu afschrik ken. Dat de Booren het daar goed hebben, in die Portugeesche kolonie, meidon we vroeger reeds, al- tijd puttend uit de bron van voornoemden oorrespon dent, Zijn laatste brief in de Zuid-Afrikaan dateert van 29 Aug. en bevat o. a. het volgende In m|jn vorige correspondentie van 27 Juli schreef ik het een en auder over het r|jke veeland Dama- ralan', en over zgne brutale en schelmachtige inwo ners, de Damarn kaffers. Van afkomst zgn zg, vol gens hunne eigen verklaring, een stam der Zoeloe's wegens oorlogen met hunue staragenooten zijn zij, jaren geleden, uit Transvaal gevlucht, in westelijke richting hun weg nemende. Toon zij in het laad hunner tegenwoordige inwoning aankwaitioo, vonden zij dgt land bewoond door andere inboorlingen, die z|j vandaar verdreven. Die oorspronkelijke inwouers vluchten naar de ber gen en worden daarom door de Boeren Berg-Dama ras genoemd. De Damaras noemen heil Goudanap, maar zioh ze)ven noemen zij Karna Herero's of Karna Ho- re's menschoo. Met den naam Damaras willen z|j genoemd worden, wani zij rekenen dien naam als den naam «Goudanap', een soheldnaam I De Berg-Da maras zijn een luie en zwakke volksstam, klein van persoon, pikzwaart van kleur en levendig evenals de Boesman, en leven van «uintjes' die z|j uit don grond graven als andere wilde veldvruchten. De Hereo's zijn geheol anders. Deze zijn rijzig vau ge stalte, frisch gebouwd en hadden van hunZoeloesch voorgeslacht wreedheid en brutaalheid overgeërfd. Zg zijn niet bang, maar toch bezitten zij niet die groote (lapperhei!, onversaagdheid en bloeddoistig- heid, welke in de dageu van Moeelekatso en Din- gaan door de Zoeloe's in hunue meuigvuldige oor logen werden aau den dag gelegd. Behalve genoemde vindt men in dit land ook nog een menigte Hotteutotten, onder verscheiden kapiteins verdeeld de meest bekenden van hen z|jn Hendrik Kort en Corneles Zwartbooi. Zij zijn de schrik van Damar's en Ovambo's want zij zijn een krijgshaftig, maar zeer roofzuchtig volk. In het paardrijden en schieten zijn zij pikeurs, en boven dien dapperder dan de Damar's. Met landbouw of verteelt bemoeien zg zich volstrekt niet. Elk jaar maken zij strooptoohten naar de omliggende laad- streken, stelen een groote menigte van groot en klein vee, en keeren dan huiswaarts. Er is geen volk bekend, dat zoo onmatig eet als de hier wonende Hottentotten; en zoodra die groote kudden vee weldra opgegeten zijn, gaat men weer uit op een andereu rooftocht. Zeer dikwijls koraou zij zelfs tot nabg Humpata en wel doorgaaus in de maand September, want dan is het vee vet en hobben de kaffers al hun gezaaide geoogst. Nu zitten de kaffers weer met angst den t|jd af te wachten, wanneer de zoo zeer gevreesde Hottentotten hun verschoning zullen komen maken. Voortdurend hebben tusschen Damara's en Hottentotten hevige oorlogen plaats, maar daarbij moeten doorgaans eorstgenoemden het onderspit delven. Tusschen dezo beide volkeren bestaat zulk oen bittere nationale haat, dat, wanueer in een oorlog door de eene of do andere partij gevangenen worden gemaakt, deze op eeu vreosoiijke wijze worden dood gemarteld. Do eerste die daarmeé begonnen zijn, waren de Damara's, die een Hottentct krijgsgevangen gemaakt en met de hovigste pijnigingen hadden om het leven gebracht; en sedert dien tijd worden van weerszijden afschuwelijke wreedheden op de krijgs gevangenen gepleegd. Behalve door Damara's en Hottentotten wordteen gedeelte van het land ook bewoond door een aan zienlijk getal Bastaards, die uit de Kaapkolonie en Griqualand West hierheen gekomen zijn. Hun taal dio z|j onder elkander spreken, is het Hollandsoh; zg kunnen die taal bgua allen lezen en schrgven, zgn belgders van den Christelgken Godsdienst, hebben hun eigen predikanten, trachten zich nimmer op gelijken voet te stellen met de blanken, maar zgn steeds onderdanig en beleefd, en toonen in al hun doen en laten, dat zij hun uiterste best doen, om zich vele der goede hoedanigheden van de blanken eigen te maken. Door hun zorg voor de opvoeding hunner kindereu en vele onder hen heerschende ge woonten zullen zij stellig vele blanken kunnen be schaamd maken. In het Noordelijk deel van het land vindt men eene menigte zoutpannen, door de Boeren «Wit- pannen' genoemd, maar op de landkaarton veelal met de naam van «Etoscha" bestempeld. Zij strekken zich verscheidene mijlen in de lengte en breedte uit, en men vindt er de schoonste en helderste zout kristallen, die meo bedenken kan, in allerlei grootte, meer dan een duim dikte. Die «Witpannen' zijn de verzamelplaatsen van allerlei soort van wild, dat in ontelbare hoeveelheden hier te zamen komt, om van dat zout te vreten. Wegens zijn ligging diep in het binnenland, wordt van dat zout nog weinig gebruik gemaakt, maar wanneer er eenmaal een trein van daar naar de zee loopt, zal het Etosoha-zout oen voornaam artikel van uitvoer worden. De stalmeester Perzini die in den avond van den 29n November jl. in het cirfcus Carré le A rasterdam door een student met een bierglas naar het hoofd is geworpen, bij die gelegenheid vrij ernstig verwond werd, en sinds dien tyd steeds bedlegerig was, is gisterenavond tusschen zeven eu acht uur, vermoedelijk aan de gevolgen van die wonde overleden. De jus titie heeft beslag doen leggen op het lijk. De ge rechtelijke schouwing zal heden plaats hebben. Mevr. Perziui, dip bij het spoorwegongeluk in Han nover vreeselijk werd gewond, was juist eenige weken geleden, na een behandeling van anderhalf jaar in Duitschland, bij haar echtgenoot torug gekeerd. Zij mopst nog geheel worden verzorgd en is thans vol komen hulpeloos. De Duitsche spoorwegmaatschappij had tot nu toe nog niet eenige vergoeding uitgekeerd. In do Atjehiche Ct. van 5 Nov. lezen wij Vau de Noordkust kwam alhier het bericht, dat te Kampong Maneh, beboerende tot Passangan, de Nederlandsche vlag is gehesohen door den resident Soberer, waarbg pi. in. 2000 gewapende Atjehers geparadeerd hebben. Onder het vallen van het saltut hebben de Atjehers de geweren gepresenteerd. Door den radja van Passangan zijn de door hem destgds onderworpen staatjes Tjoenda, Bajoe en Nizam weder aan de rechthebbenden teruggegeven. Gisternamiddag is de «Condor' met den wd. ads.- resident van de westkust naar Poeloe Raja gestoomd. Toekoe Nanta Moeda, fyoeloebalang vanSle VI moekims, heeft onze vesto weder bezocht om zijn traktement te ontvangen; do man heeft echter gein cent ontvangen, en het traktement zal niet moer worden uith^aald. - Hedenmorgen om 7 uur werd op plechtige wijze de Militoire Willemsorde uitgereikt aan den sergeant der artillerie K. Ligthart. Die van den 9n meldt verder: iri Op den 31n October, 's ochtends 9l/s uur, hoorde men j,n,t de bentjn'g te Segli een heyig goweervuur en bemerkte men van. uit den obsorvatietoren, dat eenige Moslemin dj rivier overgestoken waren en wederom de Pedireesche passergangers vau hunne goederen wilden berooveo, Hoewel de Pedireezen dit niet goedschiks toelieten, hadden de Moslemin blykbaar toch sucoes, want men zag eenizen tgd daarna een prauwtje met goederen gaan naar den aan den reohteroever der rivier gelegen vijandelijke versterkiug, 't «Veertje* genaamd. Door schoten uit den observatietoren werd het vaartuig verdreven, dat weldra aau deu groud raakte. Door onzen wakkeren kapitein Van Heurn werd de le luitenant De Neve met 30 bajonnetten uitge zonden om in de nabijheid van onze benting (voor malige versterking Segli) post te vatten en den vijand te beletten, (1e prauw terug te halen. Toen luitenant De Neve veel vuur kreeg uit den Paug Bing (Pedir-Brug en daar voor gelegen vijan delijke loopgraven) gelastte de postcommandant den 2e luitenant Vester, mot 50 bajonetten het detache ment te versterken, terwijl kapitein Van Heurn zelf zich bij de eerstgenoemde troepenafdeeling voegde. Bij deze wederzijdsche wisseling van blauwe boonen kon de luitenant der artillerie Doyer niet nalaten, bet menu uit te breiden door den vijand eenige blikken volksspijs (granaten) toe te zouden. Na-lat de versterking op het terrein aangekomen was, vatte de kapitein het plan op, den vijand uit «'t Veertjete verdrijven. De luitenant De Newe kreeg daarom last, met zgn sectie op te rukken, terwijl de kapitein trachten zou, de aandacht dea vgands af te leiden. Begunstigd door het begroeide terrein, naderde voormelde sectie tot dicht bij de vyandelijke benting, toen mou plotseling op een open vlakte kwam; de secie-Do Neve kreeg daarop een hevig vuur. De Neve echter talmde geen oogenblik, commandeerde atta queeren, stormde zelf vooruit en was het eerst in de vijaudelijke benting; natuurlyk dat de v|janden de hielen hadden gelicht. Toen de geheele sectie binnen de veroverde ver sterking was, liet de sectie-commandant op de vluoh- tende Moslemin vuren en wachtte de komst van den kapitein met de overige troepen af; ondertusschen liet hij de goederen uit de prauw halen. Toen de kapitein in de benting aankwam, kreeg de sectie last, om een nabijgelegen vijandelijke versterking, waaruit men vuur kreog, to nemen, ter wijl de Sectie-Vester de xeroverde versterking bleef bezetten. Deze benting was echter niet zoo gemak kelijk te nemen als de eerste. Do versterking was omgeven door twee paggers, van 2 meters hoogte. Ondanks het hevig vuur achter de borstwering, werd de eerste pagger weldra beklommen, waarna het schiett n van deu vijand verminderdeen toon men daarna de tweede pagger en de borstwering over schreden had, was de vijand reeds verdwenen. Weder om was luitenant De Nevo de eerste in de veroverde versterking. De vijand had zich toen in een derde, verderop gelegen benting genesteld. Ook daaruit werd h|j door De Neve verjaagd. De kapitein besloot toen tot den terugtooht. Gedekt door de sectie van luitenant Vester en door het artillerie-vuur uit onze versterking, trok men, na achtereenvolgens de huizen in de veroverde versterkingen verbrand te hebben, langs den rechter rivieroever huiswaarts. Kalm als altijd heeft kapitein Van Heurn dit gevecht geleid eo, onder het hevige vuur van den vgaml, den troep met slechts twee lichtgewonden thnis gebracht, waar hij met een daverend hoerah werd ontvangen. De vijand zou bij die gelegenheid, volgens inge komen berichten, 4 dooden en 14 gewonden hebbon. Iu de zitting van den Franschen Senaat protes teerde Tüevenet tegen de vervolgingen en verklaarde dat deze niets met met de Panamazaak te maken hadden. Door den rapporteur Grive wordt voorgesteld de machtiging tot vervolging der vijf senatoren te ver- leeoen. Gisteren werd de senator Albert Grévy door den rechter van instructie gehoord. Het onderhoud duurde uur. De oud-minister Roche, tot wiens vervolging ver lof is gevraagd, betuigde ouder luid snikken zgn onschuld. De Kamer hervatte daarna de beraadslaging over het ontwerp op de dranken. Art. 52, waarbg op alcohol een surtaxe van 9 francs per hectoliter werd gelegd, is verworpen. Hit geheele ontwerp is daarna met 304 tegen 237 stemmen aangenoinon. De voorloopige taalfden werden met 436 tegen 55 stemmen toegestaan. De Knquête-commissio besloot heden Yves Guyot en Flopuet, den voorzitter der Kamer, te hooren. Kamer eu Senaat in Belgie houden zich met de behandeling der begrooting bezig, zonder dat de ge- dachtenwisseling tot belangrijke incidenten aanleiding geeft. Of men zou als zoodanig moeten aanmerken eene antimilitaristische redevoering van het Ant- werpsche senaatslid Van Put, tergelegenheid van de algemeene beraadslagingen over de begrooting van oorlog, die onder meer zeide«Ik acht de plaats vervanging die essentiëel democratische en popu laire instelling nog het beste wat w|j in ons leger hebben', en die zijne rede als volgt besloot: «De door de mogendheden gewaarborgde onzijdigheid moet voor ons land do beste bescherming zijn ik zal dus niet voor de begrootiug van oorlog stemmen.' Met den heer Van Put stemden nog 5 leden van den Senaat tegen die begrooting, terwgl de heer Poulet zioli onthield. De overige aanwezige leden (46) stemmen vóór. In de Kamer was nog steeds van de begrooting van binnenlandsche zaken het hoofdstuk onderwijs aan de orde, maar het waren alleen kleinere plaat selijke conflicten of handelingen van gemeentebesturen, waarover de discussie liep. De debatten zullen worden geschorst, ten einde de geJachtenwisseling voort te zetten over de wet op de middelen, welke in de vorige week werden afgebroken tengevolge van

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1892 | | pagina 2