Bultenlandsch Overzicht.
O*J« 1W '1 ft k x
Vaderland en in de overzeesche gewesten sal worden
toevertrouwd,
Zij wenschei* lopdpeqde tevens een bewyi waaIV
deering te geven eau de hoogleeraren en leeraren der
Polytechnische school, die, evenals hunne voetgangers
aan de Delftsche Academie voortdurend hqf|ne zorgen
hebben gewijd aan den bloei despr inrichtingen en
steeds getoond hebben, hoezeer de belangen hunner
leerlir.geu hun ter harte gaan.
Het te stiohten fonds zal kunnen dienen om van
tgd tot tyd gepromoveerden in staat te stellen tot het
ondernemen van eene buitenlandsohe studiereis, tot
vorming van eene beurs, of op eenige andere wijze
ten bate der leerlingen kunuen worden aangewend,
zulks op de wijze, die de raad van bestuur der Poly
technische school daartoe het meest gesohikt zal oor-
deelen. (-De Ingenieur.)
In de werkplaatsen der Staatsspoorwegeu te Til
burg heeft eeu werkman een vernuftig toestel uitge
dacht om het gevaar op te heffen veiboadeu aan het
tusschen de waggons kruipen bij het aan- en afkop
pelen. Deskundigen verklaarden het toestel, tot auto
matische draadkoppeling, als zeer doelmatig. Door
do toepassing van dat toestel geschiedt de samen-
on afkoppeling en het af- en aanhaken aau de bui
tenzijde van den waggon zoodat de persoon zich niet
tnsschen de wagens behoeft te begeven, wat bij bet
rangeeren van goederentreinen en ook bg personen
treinen van voel gemak en minder gevaarlijk is.
Aan het gedobbel in Londen met het raden naar
een weggelaten woord is door de justitie een eind
gemaakt. Zij heeft beslag gelegd op een bedrag van
niet minder dan 24,000 pond sterling, dat in de
vorige week bg een der dobbelweekbladen was in
gekomen.
Op de Beurs te Londen is het spelletje van «het
ontbrekende woord" nagebootst. Een beursman schreef
den raadselachtigen zin op«N. N. is een
N- N. was de naam van een niet zeer gunstig be
kend dobbelaar aan de Beurs. De inzet bedroeg een
shilling. Spoedig was er een aardige som bijeen.
De ingezonden oplossingen werden gelezeno,
wonder! niet één was juist. Het ontbrekende woord
was: «Gentleman." Hieraan had niemand gedacht.
Onze gewezen landgenoot, Prof. Moleschott, te
Rome, heeft op zgn feest, een zeer zeldzame onder
scheiding ontvangen, namelijk de ridderorde van
Burgerverdienste. De Minister Martini overhandigde
hem die, namens den Koning, met oen indrukwek
kende toespraak. Het èerst werd de feestvierende
geleerde en senator toegesproken door den senator
Durante, die bem, namens de universiteit te Rome,
een kostbaar album met de titels zijner werken aan
bood en hem, hoewel een zoon van een ander be
roemd volk in het Noorden, een sieraad der Itali
sche wetenschap noemde.
De rector Maurizi sprak in denzelfden geeat en
verklaarde, onder luide toejuichingen, dat geheel
Europa en in het bijzonder Italië trotsch is op Mo
leschott.
De Heer Paglisni, directeur van den Rgksgezond-
heidsdienst, sprak dep hoogleeraar toe, namens de
oud-studenten van Turin, en de Nederlandsche ge
zant, de Heer Westenberg wenschte hem geluk uit
saam vso zijn vaderland.
Na het aanbieden van de zeer talrijke eeregeschen-
*4» rr t -
dokter met een lach: «Dus je deedt het niet uit chris
telijke charitrit?"
«Och watik heb me zeiven nog geen reken
schap gevraagd over mijn handelen in deze zaak, dat
wil ik je wel bekennen, dokteren ik zal er geen
berouw van hebben ook, wat ook het eind zg. Ik
kon niet anders.Als die vrouw voor mijn deur
bezweken was in den aanbrekeoden nacht, had ik
rust noch duur gehad.... en om je de waarheid te
zeggen, aan 't gasthuis heb ik niet gedacht."
«Nu, causaal verband of christelgke liefde
of humaniteit, noem het zoo je 't wilt, mijn
waarde!" zei de dokter: «Velen zullen zeggen dat
je heel onverstandig hebt gedaanmaar ik noem
het zoo niet..ik mag zulke excentriciteiten wel,"
en hij stak Bronrijp de hand toe. A!s het niet
te donker ware geweest, zou men de oogen van den
dokter hebben zien blinken van sympathie.
Ik geloof zeker, dat de dokter deze en de andere
visites, voor juffrouw Perra ten huize van Bronrijp ge
bracht, niet aanteekeüde, en dat is nog geldiger be-
#ijs voor het bestaan van sympathie dan het glinste
ren van iemands oogen.gedurende een oogenblik.
Doch al kwam de dokter in den latereu avond nog
eens terug en daarna twee, driemalen daags de kranke
bezoeken en al had misschien de beroemdste profes
sor geen andere recepten geschroven dan hij, en nie
mand ter wereld zorgvuldiger bereide geneesmiddelen
geleverd dan de apotheker bieren al werd er
poer Bronrijp en zijn vriend Reinaert trouw gewaakt
ken, door Prof. Colasanti, volgde het overhandigen
van de bovengenoemde ridderorde door deu Minister.
Daarna hield Moleschott, ontroerd, eeue redevoe
ring, waariu hg zijn dank betuigde voor de ontvangen
eerbewijzen en ook zgn vaderland herdapht.
De plechtigheid werd door een toevloed van
hooggeplaatste personen m^; hunne dames bijge
woond. De groote Aula was zqo vol, dat men er
zelfs geen staanplaats meer kon krggen, en de geest
drift, door allen betoond, was buitengewoon groot.
Een eerewaobt deed Moleschott uitgeleide.
De Italiaanse he bladen verklaren de hulde, aan
dezen beroemden Nederlander bowezen, voor ongeë
venaard in do jaarboeken der hoogeschool.
Koningin Victoria, die ruim vgf-en-vgftig jaar
rustig geregeerd heeft, zag Zaterdag haar kroon be
dreigd door een pretendent, die zich aan haar paleis
te Windsor vervoegde. Het was een werkman, die
H. M. kwam vorsoeken, te zijnen behoeve afstand
te doen van den troon. Het was hem in droom
geopenbaard, dat hij een kleinzoon was van Koning
Willem IV (van wien de Koningin een nicht is),
en hg had dus meer recht op Eugeland's troon dan
zg. De kroonpretendent, een electrioiteit-arbeider
uit Birmingham, William Green genaamd, is naar
een krankzinnigengesticht gebracht.
Twee arme drommels te Charleroi, die vuur noch
dak hadden, waren op oenen kalkoven gaan liggen
om er den nacht door te brengen. Daags nadien
vond men hen dood. Zij waren verstikt en met brand
wonden overdekt.
In Duitschland Is tegen een vrouw een vervolging
ingesteld wegeus overtreding der...» jachtwetEn
dat proces is eerst onlangs geëindigd door de uit
spraak van het hoogste gerechtshof. De vrouw had,
door een bosch loopeude, de overblijfselen gevonden
van een hert, een gedeelte namelijk van het ge
raamte, ruggegraat en kop. Zg sloeg het gewei af,
en nam het mee naar huis maar kreeg weldra
een dagvaarding wegens ongeoorloofde uitoefening
van de jacht. De kantonrechter sprak haar echter
vry» °P grond dat een bijna geheel vergaan hert
niet meer ais «wild' was te beschouwen.
Het openbaar ministerie hield echter vol, maar het
rgksgerechtshof te Leipzig bekrachtigde het eerste
vonnis. lo het arrest werd uitgemaakt dat «het
begrip van een jaagbaar dier niet meer aanwezig is,
wanoeer de ontbinding zoo ver ia gevorderd dat het
Igk niet meer als wild kan beschouwd worden, en
dparbij doet het er niet toe of nog enkele deelen,
die niet spoedig vergaan, al dan niet nog voorhan
den zijo."
Den I4den Augustus 189 L kocht de gemeente
Zandvoort van de firma Alberts te Middelburg oenige
badkoetsjes en verschillende andere badbenoodigd-
heden voor een som van 11915, onder beding
dat de overeenkomst in werking zou treden op den
dag dat een Raadsbesluit van 8 Augustus 1891,
waarbij besloten was eeue geldleening uit te schrgven,
welke hoofdzakelijk dienen moest tot betaling der
gekochte voorwerpen, door Gedeputeerde Staten zoude
zijn goedgekeurd. Toen het Raadsbesluit aan Ged.
Staten ter goedkeuring werd gezonden, verlangden do
't mocht alles niet baten. De naam van de weduwe
Perra werd ingeschreven in het register der dooden
bier beneden en in dat der levenden bier bovenof
wel in het laatste stond die reeds van haar geboorte
af vermeld. Mijnheer Bronrijp zou wellicht bg deze
treffende gelegenheid over dit vraagstuk lang hebben
nagedacht, en het toch niet tot zekerheid voor zich
zeiven hobben kuanen oplossen, indien hg er maar tgd-
toe had gevonden; docli zoo'n doode in huis iaat een
mensch niet met ruster moet nog zoo veel voor hem
besteld worden, eer hij toelaat dat men hem langzamer
hand vergete.
En bier was meer dan een gewoon, dan een alle-
daagseh sterfgeval't gaf heel wat moeite bij den bar-
gerlgcon stand de administratie welteverstaau
omdat de ovorledene bij haar dood ambulant was ze
hoorde nergens t'huis. In P. van waar zij afkomstig
was, werd haar zieltje, na het uitgereikt verhuisbillet,
van het zielental afgeschreven, en in L. waar
ze heen moest, maar niet aankwam, was dat
vreemd individu ganschelijk onbekend. Maar
daarhenen leidde de reis toch, en dientengevolge werd
men bet ten laatste na velerlei correspondentie eens,
dat L. het laatste wettig domicilium moest wezen,
waar de weduwe Perra, spijt haar eeuwigdurende
ontstentenis, verblijf had gekozen. Ze werd er dus
met een paar pennestreken in 't leven geroepen en
terstond weer gedood, en daarmee was 't uit.
'tGaf onzen Bronrgp heel wat moeite; hij blocf
er toch getroost onder, maar er kwam iets bij, dat
4 -u
Staten dat de heffing der rechten, die voor het gs»
bruik der badkoetsen zouden gevorderd worden, ge.
regeld werd volgens art. 288 der Gemeentewet.
De gemeento Zandvoort, daardoor allo voordeel
verloren ziende, besloot op bovengenoemd Raads
besluit terug te komen.
Toen ui) de firma Albers van de gemeente Zand
voort de nakoming der overeenkomst vroeg, weigerde
deze de betaling op grond dat de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten op hot genoemd besluit niet
was kunnen verkregen worden.
De firma Albers daagde daarop de gemeente
Zandvoort voor de rechtbank aldaar, waarbg zij vroeg
veroordeeliug der gemeente tot betaling eenor som
van 11915.
Na gewone behandeling werden den 22en Novem
ber 11. de pleidooien gehouden voor de eischende
firma door mr. Do Witt Hamer, advooaat te Mid
delburg, voor de gemeente Zandvoort door mr. C.
G. von Reeken, advocaat te Haarlem.
Gisteren word door den officier van justitie, jhr.
mr. Rethaan Macaré, in deze zaak geconcludeerd.
De bovengenoemdo feiten stonden, merkte Z.E.A.
op, tusschen partgen vast.
Door het stellen der rooi waarde bij (1e overeen
komst was de gemeente Zandvoort verplicht de
goedkeuring der Ged. Staten op haar besluit te vra
gen. Had zg indertgd besloten, dit niet te doen,
dan zou zg He vervalling der voorwaarde hebben
verhinderd, waardoor, volgens de bepaling der wet,
de voorwaarde voor vervuld gehouden zou zgn.
Wat is au geschied Bedoeld Raadsbesluit is aso
Ged. Staten ter goedkeuring aangeboden, doch ns
eenige opmerkingen van hen heeft de Raad zijn
besluit teruggetrokken, waardoor vanzelf eene goed
keuring door de Stalen verviel.
Niets is er geschied, meeit Z.E.A., wat deze
handelwijze billijkt. De Raad is op zijn eigen be
sluit teruggekomen, heeft dit ingetrokken en daar
door opzettelijk verhinderd, dat de voorwaarde ver
vuld werd. De Raad staat dus op het standpunt,
alsof het besluit niet ter goedkeuring was ingezon
den. Neen, zeide de pleiter voor de gemeente,
niet vrgwillig is het beslnit ternggonomendit is
gedwongon geschiedt, toen bemerkt werd dat de
Staten het niet wildeu goedkeuren.
Aan deze bewering ontbreekt, volgens het 0. M.,
de feitelijke grondslag.
De StAten hebben noch zijdelings, noch rechtstreeks
de goedkeuring geweigord, doch alleen verlangd dat
de heffing van rechten zou geschieden volgens art.
238 gemeentewet. Gedeputeerde 8taten wezen des
weg aan. Na is het wel mogeigk, dat daardoor
voor Zandvoort verloren ging het voordeel, dat z|j
met de exploitatie der badkoetsen enz. op het oog
had gehad cn dat dus deze zaak voor haar niet me$r
begeerlgk was, toch is de gestelde voorwaarde geens-
zius gelgk te stellen met eene bedekte weigering dis
aan de gemeente geen anderen uitweg overliet das
eene terugname van haAr verzoek, gepaard met ia-
trekking van haar besluit.
Integendeel, Gedeputeerde Staten wezen den wig
dien do Raad te volgen had, om goedkeuring tl
verkrijgen.
Nu moge het eigenbelang verboden hebben asu
Zandvoort dien weg in te slaan, aan den anderen
kant had de Raad moeten bedenken, dat het tpt
stand komen van de roet de firma Albers eo Co.
gesloten overeenkomst niet afhankelijk was gesteld
hij volstrekt niet had kunnen voorzien en d»t bijzon
der geschikt was om zijn zorg in deze zaak des doodi
om der wille van de levenden om hem heen, groo»
tolijks te vermeerderen. Hij had natuurlijk aan den
oenigen broêr der afgestorvene, in L. woonachtig,
terstond kennis gegeven vau haar ziekte en daarna
van het overlijden, en 't verwonderde hem du» tl
recht, uu deze hom niet enkel do begrafenis alleen
liet regelen, maar zijn brief zelfs onbeantwoord liet
en zich ook niet vertoonde om de laatste eer aan
zijn zuster te bewijzen.
Iemand uit zijn huis «van den arme" te laten
wegbrengen, dat streed tegen zijn eergevoel als
soenlijk manbovendien kon hij zulk een armzalig*
uitvaart moeielijk in overeenstemming brengen met da
vroegere omstandigheden, de maatschappelijke P08^w»
van de familie Perra; torwijl hij ten overvloede,
wanneer hij Johan in de oogen zag, 't onmoCTPI
over zich kon vorkrijgec om de moeder van no a
konnelijk wèlopgevoeden jongen op de genoemd*
wijze te laten begraven. Mijnheer Bronrijp getroost
zich derhalve de kosten van de tor-aaTdebestelliog»
altijd nog hopende dat de broeder der overleden!
blijkon mocht in staat en* genegen te zijn hem die
restitueeren, en ten einde zich te vergewissen of
kans had (iié hoop verwezenlijkt te zien, besloot bij»
den dag na de begrafenis naar het dorp L. te gM.
en do zaak persoonlijk mot het familielid van ft
weduwe Perra te behandelen.
{Hordt vervolgd
4»
*an dft ongehinderde gifvoering van $lé door (ten
Raad met het oog op de exploitatie der zeebaden
beraamde maatregelen,!maar alleen van tyet door
Gedeputeerde Staten goedkeuren der geldleening.
De Raad had dus de keus: of toegeven aan Ge
deputeerde Staten en daardoor de voordooien der
exploitatie missen, öf opgeven van het ^eheele plan,
maar don ook het dragen der schade, daaraan onver
mijdelijk verbonden.
De Raad besloot het exploitatie-plan op te geven.
Doch dit alleen op eigenbelang gegrond besluit,
vrijwillig geuomen is, ten opzichte der firma Albers
Coeene opzettelijke en rechtslreeksche verhinde
ring der vervulling van de voorwaarde, waaronder
de gemeente zich verbonden had.
En dit opzet wettigt ten volle de toepassing van
art. 1296 B. W., waarbij bepaald wordt dat de
voorwaarde voor vervuld gehouden wojrdt, indien de
schuldenaar dq vervulling daarvan verhiuderd heeft.
pp déze gronden cpnpludeert de offtcjor aan de
eischende firma hare vordering foe ie wijzen, met
veroordeeling van gedaagde in do kosten.
De correspondent van de Zuid-Afrikaan, die in
Humpata verblijf houdt, schreef reeds meermalen
belangwekkende brieven over den toestand van dat
uitgebreide gewest, waarheen indertijd eeu groote
Boeren- «trek' was getoogen, zonder zich door de
groote bezwaren der langdurige reis te lateu afschrik
ken. Dat de Booren het daar goed hebben, in die
Portugeesche kolonie, meidon we vroeger reeds, al-
tijd puttend uit de bron van voornoemden oorrespon
dent, Zijn laatste brief in de Zuid-Afrikaan dateert
van 29 Aug. en bevat o. a. het volgende
In m|jn vorige correspondentie van 27 Juli schreef
ik het een en auder over het r|jke veeland Dama-
ralan', en over zgne brutale en schelmachtige inwo
ners, de Damarn kaffers. Van afkomst zgn zg, vol
gens hunne eigen verklaring, een stam der Zoeloe's
wegens oorlogen met hunue staragenooten zijn zij,
jaren geleden, uit Transvaal gevlucht, in westelijke
richting hun weg nemende. Toon zij in het laad
hunner tegenwoordige inwoning aankwaitioo, vonden
zij dgt land bewoond door andere inboorlingen, die
z|j vandaar verdreven.
Die oorspronkelijke inwouers vluchten naar de ber
gen en worden daarom door de Boeren Berg-Dama ras
genoemd. De Damaras noemen heil Goudanap, maar
zioh ze)ven noemen zij Karna Herero's of Karna Ho-
re's menschoo. Met den naam Damaras willen z|j
genoemd worden, wani zij rekenen dien naam als den
naam «Goudanap', een soheldnaam I De Berg-Da
maras zijn een luie en zwakke volksstam, klein van
persoon, pikzwaart van kleur en levendig evenals
de Boesman, en leven van «uintjes' die z|j uit don
grond graven als andere wilde veldvruchten. De
Hereo's zijn geheol anders. Deze zijn rijzig vau ge
stalte, frisch gebouwd en hadden van hunZoeloesch
voorgeslacht wreedheid en brutaalheid overgeërfd.
Zg zijn niet bang, maar toch bezitten zij niet die
groote (lapperhei!, onversaagdheid en bloeddoistig-
heid, welke in de dageu van Moeelekatso en Din-
gaan door de Zoeloe's in hunue meuigvuldige oor
logen werden aau den dag gelegd.
Behalve genoemde vindt men in dit land ook
nog een menigte Hotteutotten, onder verscheiden
kapiteins verdeeld de meest bekenden van hen z|jn
Hendrik Kort en Corneles Zwartbooi. Zij zijn de
schrik van Damar's en Ovambo's want zij zijn een
krijgshaftig, maar zeer roofzuchtig volk. In het
paardrijden en schieten zijn zij pikeurs, en boven
dien dapperder dan de Damar's. Met landbouw of
verteelt bemoeien zg zich volstrekt niet. Elk jaar
maken zij strooptoohten naar de omliggende laad-
streken, stelen een groote menigte van groot en
klein vee, en keeren dan huiswaarts. Er is geen
volk bekend, dat zoo onmatig eet als de hier wonende
Hottentotten; en zoodra die groote kudden vee weldra
opgegeten zijn, gaat men weer uit op een andereu
rooftocht. Zeer dikwijls koraou zij zelfs tot nabg
Humpata en wel doorgaaus in de maand September,
want dan is het vee vet en hobben de kaffers al hun
gezaaide geoogst. Nu zitten de kaffers weer met
angst den t|jd af te wachten, wanneer de zoo zeer
gevreesde Hottentotten hun verschoning zullen komen
maken. Voortdurend hebben tusschen Damara's en
Hottentotten hevige oorlogen plaats, maar daarbij
moeten doorgaans eorstgenoemden het onderspit
delven.
Tusschen dezo beide volkeren bestaat zulk oen
bittere nationale haat, dat, wanueer in een oorlog
door de eene of do andere partij gevangenen worden
gemaakt, deze op eeu vreosoiijke wijze worden dood
gemarteld. Do eerste die daarmeé begonnen zijn,
waren de Damara's, die een Hottentct krijgsgevangen
gemaakt en met de hovigste pijnigingen hadden om
het leven gebracht; en sedert dien tijd worden van
weerszijden afschuwelijke wreedheden op de krijgs
gevangenen gepleegd.
Behalve door Damara's en Hottentotten wordteen
gedeelte van het land ook bewoond door een aan
zienlijk getal Bastaards, die uit de Kaapkolonie en
Griqualand West hierheen gekomen zijn. Hun taal
dio z|j onder elkander spreken, is het Hollandsoh;
zg kunnen die taal bgua allen lezen en schrgven,
zgn belgders van den Christelgken Godsdienst, hebben
hun eigen predikanten, trachten zich nimmer op
gelijken voet te stellen met de blanken, maar zgn
steeds onderdanig en beleefd, en toonen in al hun
doen en laten, dat zij hun uiterste best doen, om
zich vele der goede hoedanigheden van de blanken
eigen te maken. Door hun zorg voor de opvoeding
hunner kindereu en vele onder hen heerschende ge
woonten zullen zij stellig vele blanken kunnen be
schaamd maken.
In het Noordelijk deel van het land vindt men
eene menigte zoutpannen, door de Boeren «Wit-
pannen' genoemd, maar op de landkaarton veelal met
de naam van «Etoscha" bestempeld. Zij strekken
zich verscheidene mijlen in de lengte en breedte uit,
en men vindt er de schoonste en helderste zout
kristallen, die meo bedenken kan, in allerlei grootte,
meer dan een duim dikte. Die «Witpannen' zijn
de verzamelplaatsen van allerlei soort van wild, dat
in ontelbare hoeveelheden hier te zamen komt, om
van dat zout te vreten. Wegens zijn ligging diep in
het binnenland, wordt van dat zout nog weinig gebruik
gemaakt, maar wanneer er eenmaal een trein van daar
naar de zee loopt, zal het Etosoha-zout oen voornaam
artikel van uitvoer worden.
De stalmeester Perzini die in den avond van den
29n November jl. in het cirfcus Carré le A rasterdam
door een student met een bierglas naar het hoofd
is geworpen, bij die gelegenheid vrij ernstig verwond
werd, en sinds dien tyd steeds bedlegerig was, is
gisterenavond tusschen zeven eu acht uur, vermoedelijk
aan de gevolgen van die wonde overleden. De jus
titie heeft beslag doen leggen op het lijk. De ge
rechtelijke schouwing zal heden plaats hebben.
Mevr. Perziui, dip bij het spoorwegongeluk in Han
nover vreeselijk werd gewond, was juist eenige weken
geleden, na een behandeling van anderhalf jaar in
Duitschland, bij haar echtgenoot torug gekeerd. Zij
mopst nog geheel worden verzorgd en is thans vol
komen hulpeloos. De Duitsche spoorwegmaatschappij
had tot nu toe nog niet eenige vergoeding uitgekeerd.
In do Atjehiche Ct. van 5 Nov. lezen wij
Vau de Noordkust kwam alhier het bericht, dat
te Kampong Maneh, beboerende tot Passangan, de
Nederlandsche vlag is gehesohen door den resident
Soberer, waarbg pi. in. 2000 gewapende Atjehers
geparadeerd hebben.
Onder het vallen van het saltut hebben de Atjehers
de geweren gepresenteerd.
Door den radja van Passangan zijn de door hem
destgds onderworpen staatjes Tjoenda, Bajoe en Nizam
weder aan de rechthebbenden teruggegeven.
Gisternamiddag is de «Condor' met den wd. ads.-
resident van de westkust naar Poeloe Raja gestoomd.
Toekoe Nanta Moeda, fyoeloebalang vanSle VI
moekims, heeft onze vesto weder bezocht om zijn
traktement te ontvangen; do man heeft echter gein
cent ontvangen, en het traktement zal niet moer
worden uith^aald. -
Hedenmorgen om 7 uur werd op plechtige wijze
de Militoire Willemsorde uitgereikt aan den sergeant
der artillerie K. Ligthart.
Die van den 9n meldt verder: iri
Op den 31n October, 's ochtends 9l/s uur, hoorde
men j,n,t de bentjn'g te Segli een heyig goweervuur
en bemerkte men van. uit den obsorvatietoren, dat
eenige Moslemin dj rivier overgestoken waren en
wederom de Pedireesche passergangers vau hunne
goederen wilden berooveo, Hoewel de Pedireezen
dit niet goedschiks toelieten, hadden de Moslemin
blykbaar toch sucoes, want men zag eenizen tgd
daarna een prauwtje met goederen gaan naar den
aan den reohteroever der rivier gelegen vijandelijke
versterkiug, 't «Veertje* genaamd. Door schoten uit
den observatietoren werd het vaartuig verdreven, dat
weldra aau deu groud raakte.
Door onzen wakkeren kapitein Van Heurn werd
de le luitenant De Neve met 30 bajonnetten uitge
zonden om in de nabijheid van onze benting (voor
malige versterking Segli) post te vatten en den vijand
te beletten, (1e prauw terug te halen.
Toen luitenant De Neve veel vuur kreeg uit den
Paug Bing (Pedir-Brug en daar voor gelegen vijan
delijke loopgraven) gelastte de postcommandant den
2e luitenant Vester, mot 50 bajonetten het detache
ment te versterken, terwijl kapitein Van Heurn zelf
zich bij de eerstgenoemde troepenafdeeling voegde.
Bij deze wederzijdsche wisseling van blauwe boonen
kon de luitenant der artillerie Doyer niet nalaten,
bet menu uit te breiden door den vijand eenige
blikken volksspijs (granaten) toe te zouden.
Na-lat de versterking op het terrein aangekomen
was, vatte de kapitein het plan op, den vijand uit
«'t Veertjete verdrijven. De luitenant De Newe
kreeg daarom last, met zgn sectie op te rukken,
terwijl de kapitein trachten zou, de aandacht dea
vgands af te leiden.
Begunstigd door het begroeide terrein, naderde
voormelde sectie tot dicht bij de vyandelijke benting,
toen mou plotseling op een open vlakte kwam; de
secie-Do Neve kreeg daarop een hevig vuur. De Neve
echter talmde geen oogenblik, commandeerde atta
queeren, stormde zelf vooruit en was het eerst in
de vijaudelijke benting; natuurlyk dat de v|janden
de hielen hadden gelicht.
Toen de geheele sectie binnen de veroverde ver
sterking was, liet de sectie-commandant op de vluoh-
tende Moslemin vuren en wachtte de komst van den
kapitein met de overige troepen af; ondertusschen
liet hij de goederen uit de prauw halen.
Toen de kapitein in de benting aankwam, kreeg
de sectie last, om een nabijgelegen vijandelijke
versterking, waaruit men vuur kreog, to nemen, ter
wijl de Sectie-Vester de xeroverde versterking bleef
bezetten. Deze benting was echter niet zoo gemak
kelijk te nemen als de eerste. Do versterking was
omgeven door twee paggers, van 2 meters hoogte.
Ondanks het hevig vuur achter de borstwering, werd
de eerste pagger weldra beklommen, waarna het
schiett n van deu vijand verminderdeen toon men
daarna de tweede pagger en de borstwering over
schreden had, was de vijand reeds verdwenen. Weder
om was luitenant De Nevo de eerste in de veroverde
versterking.
De vijand had zich toen in een derde, verderop
gelegen benting genesteld. Ook daaruit werd h|j
door De Neve verjaagd.
De kapitein besloot toen tot den terugtooht.
Gedekt door de sectie van luitenant Vester en
door het artillerie-vuur uit onze versterking, trok
men, na achtereenvolgens de huizen in de veroverde
versterkingen verbrand te hebben, langs den rechter
rivieroever huiswaarts.
Kalm als altijd heeft kapitein Van Heurn dit
gevecht geleid eo, onder het hevige vuur van den
vgaml, den troep met slechts twee lichtgewonden thnis
gebracht, waar hij met een daverend hoerah werd
ontvangen.
De vijand zou bij die gelegenheid, volgens inge
komen berichten, 4 dooden en 14 gewonden hebbon.
Iu de zitting van den Franschen Senaat protes
teerde Tüevenet tegen de vervolgingen en verklaarde
dat deze niets met met de Panamazaak te maken
hadden.
Door den rapporteur Grive wordt voorgesteld de
machtiging tot vervolging der vijf senatoren te ver-
leeoen.
Gisteren werd de senator Albert Grévy door den
rechter van instructie gehoord. Het onderhoud
duurde uur.
De oud-minister Roche, tot wiens vervolging ver
lof is gevraagd, betuigde ouder luid snikken zgn
onschuld.
De Kamer hervatte daarna de beraadslaging over
het ontwerp op de dranken. Art. 52, waarbg op
alcohol een surtaxe van 9 francs per hectoliter werd
gelegd, is verworpen.
Hit geheele ontwerp is daarna met 304 tegen 237
stemmen aangenoinon.
De voorloopige taalfden werden met 436 tegen
55 stemmen toegestaan.
De Knquête-commissio besloot heden Yves Guyot
en Flopuet, den voorzitter der Kamer, te hooren.
Kamer eu Senaat in Belgie houden zich met de
behandeling der begrooting bezig, zonder dat de ge-
dachtenwisseling tot belangrijke incidenten aanleiding
geeft. Of men zou als zoodanig moeten aanmerken
eene antimilitaristische redevoering van het Ant-
werpsche senaatslid Van Put, tergelegenheid van de
algemeene beraadslagingen over de begrooting van
oorlog, die onder meer zeide«Ik acht de plaats
vervanging die essentiëel democratische en popu
laire instelling nog het beste wat w|j in ons leger
hebben', en die zijne rede als volgt besloot: «De
door de mogendheden gewaarborgde onzijdigheid
moet voor ons land do beste bescherming zijn ik
zal dus niet voor de begrootiug van oorlog stemmen.'
Met den heer Van Put stemden nog 5 leden van
den Senaat tegen die begrooting, terwgl de heer
Poulet zioli onthield. De overige aanwezige leden
(46) stemmen vóór.
In de Kamer was nog steeds van de begrooting
van binnenlandsche zaken het hoofdstuk onderwijs
aan de orde, maar het waren alleen kleinere plaat
selijke conflicten of handelingen van gemeentebesturen,
waarover de discussie liep. De debatten zullen
worden geschorst, ten einde de geJachtenwisseling
voort te zetten over de wet op de middelen, welke
in de vorige week werden afgebroken tengevolge van