IfflN, e ch, TOT IS )@1, taataspoor. DOOD? .nning terp. ten, .rukte jEN N° 5070. FEUILLETON. S T B IT D. en en. DER, i Kinderen. leuze LIJZEN. en Zn. Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. k 1893 Dinsdag 14 Februari. ;enveen. De inzending van advertentión kan geschieden tot een uur des namiddags van den dag der uitgave. een te roepen z. II. held vrjj thuis De prjjs per drie maanden is 1.25. franco per poet 1.70. ««ouderlijke Nommere VIJF CENTEN. De uitgave dezer Courant geschiedt dagelyks met uitsondering van Zon- en Feestdagen. i Gouda, jgraven Bovendien worden alle Advertentiën gratie opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD ’twelk des Maandags verschynt. TEN, 'an H00G- H, u acht 99 een 'kboeken ten. E tollen deren li AUGUR, n naven- men der door ADVEHTENT1EN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. GROOTE LETTE RS worden berekend naar plaatsruimte. gebeuren moet, haakt is. niet. Als weinig om nadat He overwinning Van de radicalen spreken wij maar partij beteekfitt die voorloopig te die reeds te verdenken van de eer zucht, binnen een niet te lang tijdsverloop te worden geroepen tot beheer van ’slands za ken. De vrees van sommige geavanceerd-libe- ralen, dat de meer behoudende elementen der regeeringspurty, de totstandkoming der kieswet-Tak zullen tegenhouden, geeft aan die ^vooralsnog kleine fractie van oorspronkelijk A msterdamsche ontevreden liberalen, tijdelijk een grooter beteekenis dan zij werkelijk heeft. Maar van de kerkeljika, par.tyen, die onlangs nog haar hoofden aan de regeeringstafel zagen, mocht men betere dingen verwachten. Vooral de antirevolutionaire party (van de katholieke bljjkt dit minder duidelijk) heeft bij de laatste verkiezing te Leeuwarden zich weder van de ongunstigste zyde doen kennen. Waar is de staatsman gebleven, die in isolement zjjn kracht vond Waar zyn dagen, dat men fier het eigen vaandel ontplooide en politiek eergevoel genoeg had om niet arm aan arm ter stem bus te gaan met hen, die den ondergang wil len niet alleen van ons koningshuis en onze instellingen, maar van de geheele maatschappij Tydelyk succes of lieverde dood aan de >ck eer weinig besluit hij vaderlyk, terwijl hij Jan trouwhartig op den schouder klopt. Jau laat lachend mat zich omsollen en vertelt on* derwijl een panr grappige episoden uit de geschiede nis van den dag. De opgewonden menschen om hem heen, die in *t vuur van *t eerste oogenblik hun enthousiasme uiten op de overdreven hartelijke ma nier aan burgennenschen eigen, laten hem rust noch duur, voor hij een menigte grogjes en glaasjes bran dewijn heeft geaccepteerd, waarvan ’t grootste deel natuurlijk, onaangeroerd blijft. Trouwens ’t is meer om 't aannemen dan om ’t uitdrinken te doen; de hartelijkheid van den kleinen man uit zich meest in goedgeefschheid en hij is be vredigd, wanneer z’n klein geschenk gulweg wordt aangenomen. Jan laat ‘t zich welgevallen, dat men hem „de held van den brand” noemt en verzet er zich niet tegen, dat de geringste zijner daden tot een roekeloos waagstuk wordt opgehemeld. Tegenspraak zou hier nis heiligschennis worden opgenomen. De stormen derhand veroverde volksgunst is hem dan ook een streelender genoegdoening dan het officieele eerbetoon van don burgemeester. 't Heeft vrij wat voeten in de aarde, om na een kwartiertje van gezellig, luidruchtig samenzijn te ont snappen uit den lustigen kring van half aangeschoten burgerim-nschcn. Z’n natte plunje is gelukkig een eerlijk excuus voor z’n verlangen nanr huis, maar wordt niet eer als zoodanig erkend, dan nadat hij GOUDSCHE COURANT. 8) De spuitgasten worden afgedankt; de nachtwakers betrekken hun posten op de puinhoopen, waar hun flikkerende lantaarns als dwaallichtjes heen en weer bewegen. Ook baas Holsma en z’n zoon Jan verlaten het terrein, nadat de burgemeester in eigen persoon den kloeken jonkman z’n erkentelijkheid heeft betuigd voor z’n kordate, belangeloos hulp. De heldef verlichte vensters van de hoofdherberg in het dorp, die ze onderweg voorbij komen, en het rumoer van luidruchtige stemmen, dat gonzend naar buiten dringt, wettigen het uitgesproken vermoeden van baas Holsma, dat de lui zeker nog een afzak kertje nemen, om den schrik weg te spoelen, voor ze onder de wol kruipen. Uit werkelijke of voorgewende bezorgdheid over het lichamelijk welzjjn van zijn zoon, die huiverend in z’n natte k keren stampvoetend naast hem voort loopt, slaat baas Holsma hem voor, nog een pikje te nemen, ook omdat ’t zoo goed voor de verkoue- nis is. libcjfljen, hoe dun ook, is thans het sum mum der politieke wysheid. Dinsdags zendt Jan, die een warm grogje op ’t oogunblik lang niet versmaadt, neemt den voorslag gunstig op en stapt met z’n vader de ruime gelagkamer binnen. Een luidruchtig hoorah stijgt op, zoodra de aan wezigen Jan in ’t vizier krijgen. Snijder, ook een haantje-de-voorste, maar bij voor keur onder een glaasje klare met suiker, omhelst hem' bijna en de anderen steken hem ais om strijd de hand toe uit respect voor z’n kranig gedrag, dat allerwegen opgemerkt en besproken is. Ook baas Holsma, <lio eigenlijk niet weet, wat hem overkomt, krijgt z’n deel van de eorbewijzingen. Gefeliciteerd roet je zoon, baas Kranig ge- houen Dat ’s nog-es een kerel I klinkt ’t in ver ward koor om hem heen, terwijl men van alle kan ten op hem aandringt met een glas in de opgeheven hand. Baas Holsma houdt zich wyselijk, alsof hij de hel denfeiten zijns zoons met eigen oogen heeft aan schouwd, hoewel hij in waarheid niet weet, wat z’n zoon na ’t toonreltje met de sleutels^un mevrouw Schriele heeft uitgevoerd. z Met de meeste welwillendheid accepteert hij een paar glaasjes klare, die hom van bevriende zijde worden aangeboden. Jezis, wat ben je nat, roept een dikke m’n- beer, die bezig is, Jan aan alle kanten te betasten. Kbrol, je moet een heete grog hebben.... Annétne I Kas-lein, een heete grog van.... van Cognac fina potssapperloot. ’k Zal eens roosteren, oue jongen I I het wil, en Zondags daarop sticht hij de godvruchtige schaar in de Heraut onder motto: Trekt niet één juk aan met de ongeloovigen Haat blijkt ook hier weder een slechte raadgeefster te zyn, want een verstandig politicus zou toch vragen: wat moet, wat kan er komen, als het ons werke lijk gehikt, met vereende kracht de liberalen er onder te krijgen. De liberalen moeten weg. Goed. Zjj zyn weg. Wat nu? Moet er een Regeering komen, samengesteld uit dat won derlijk allegaartje, dat te Leeuwarden één juk aantrok Een ministerieKeucheniusVer meulenGerritsen Domela Nieuwenhuis wel licht Bjj de antirevolutionairen schijnt thans als regel te gelden après nous le dé luge. Al thans kortzichtigheid voert daar op het oogen- blik den boventoon. Met kalmte kunnen wjj liberalen de toe komst afwachten, ondanks het te Leeuwarden geleden echec. Indien het Nederlandsche volk niet meer gediend is van een liberaal bewind, het zy zoo. Er zal dan een ander moeten komen, dat steunt op eene coalitie van minderheden. Wat dat zeggen wil, weet het vorige rainisterie- Mackay bjj ondervinding. Deze steun is niets dan een broze rietstaf. En nu zouden de so cialisten de derde in het verbond zjjn, Niets dan bittere teleurstelling van de natie ware er te wachten spoedig zouden de liberalen Uk i sturen dat behoort de bartewensch te zyn van ieder rechtgeaard antirevolutionair of ka- a w tholiek. Maar wat wy niet begrijpen, is dat Dr. Kuyper zjjne getrouwen onder eenzelfde eene party, die zich zeil respecteert, alles goed leus met de socialisten ter stembus omdat genoeg acht om een gehaten tegenstander God het wil, en Zondags daarop sticht hij afbreuk te doen, zonder te letten op hetgeen __l-- -a -I.* tl,. -|je_ Het De liberalen moeten weg. Zon sprak j.l. J)onderdag op de meeting een socialist. Nu, van die zijde kunnen wy der- gelyke uitlating begrypen. Geen» riij, die de socialisten zoo moedig tegenti t u dan de liberale, terwijl zjj aan den anderen kant zich wel wacht hen door verkorting hunner vryheid tot martelaren te maken. Op de rekening van onze partij staat geene verkiezing geboekt als die van Öchotierland, onzaliger gedachtenis, waar de volgelingen van Dr. Kuyper zich lie ten spannen voor do zegekar van Domela Nieuwenhuis. Met de andere partyen laten zich accoordjes sluiten, als gemeenschappelijke haat tegeu andersdenkenden dit mogel jjk maakt, maar die halstarrige liberalen willen niets te doen hebben met de socialisten, welke ze een- vondtg-Itrenrtmerketf aft -Re partij der wan orde, terwijl zij tegelyk hun het gras voor de voeten wegmaaien door oprecht sociale misstanden te erkennen en te zoeken naar herstel van grieven langs den wettigen weg. Reden genoeg voor de socialen om te roepen weg met de liberalen De liberalen moeten w'eg. ?oo zingen ook in koor de katholieken en de antirevolutionairen. Tot op zekere hoogte is dit ook te begrijpen; voor zoo ver namelijk iedere staatsparty er naar streeft haar eigen beginselen in toepassing te brengen. De liberalen weg en de onzen aan het roer om het schip van staat in onze richting te

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1893 | | pagina 1