-Jft
Bultenlanüsch Overzicht.
liet rapport over de liquidatie der Zuid-Hollandsche
Leerboeve voor Zuivelbereiding wordt thans „nader
toegelicht met het oog op feiten en waarheid" door
de beeren C. J. van der Oudermeulen, H. P. De
Kat van Hardinxveld, Th. J. Waller, P. B. J. Perf,
J. Zijp Kz., D. T. A. Bauduin, Herman F. Bultman
P. J. A. De Bruine, jhr. P. J. J. Bopelaer en P.
F. L. Waldeok, die opzichters, leden en bestuurders
waren van de voormalige Vereeniging .Zuid-Hol
landsche Loerboeve voor Zuivelbereiding."
Met nadruk komen die heeren op tegen dat rap
port en de handelingen van jhr. J. B. Van Merlen,
ook voor de nagedachtenis van wijlen mr. Visser v. H.
„Waar vry bij diens leven," zoo schryven zij, .noch
voor hem, noch voor zijn ook door ons hoog ge
waardeerde echtgenooto de bezwaren hadden ver
zwegen, die zijn wijze van handelen moest scheppen
zoo voor de Vereeniging als voor (haar moeder) de
Holl, Mij. van Landbouw, daar meenden wy, dat
na zyn overlijden alles moest worden gedaan om de
stichting, na reorganisatie, te behouden, als blijvende
erkenning van de weergalooze offervaardigheid, waar
mede de heer V. v. H. zyn belangstelling en do
oprechtheid zyner bedoelingen staafde."
Onder de vele aanmerkingen op hot liquidatie
rapport betreft een de cyfers der liquidatie-rekening.
Zij doen opmerken
„Het resultaat der door jhr. J. B. Van Merlen
als bewindvoerder der Erven mr. Visser van Hazers-
woude doorgodrevon liquidatie van de Leerhoeve is
dus, dat, voor die Erven to zamen genomen, tegen
over een last van ruim f 31,000 een bate staat van
bijna 37,000, dus een avance van pl. in. 6000;
ongeacht de realisatie a pari vau ƒ67,000 aandeelen
kapitaal in de ohligatie-leening."
De italiaausche overheid heeft reeds sedert eeni
gen tyd vermoeden gehad, dat Tanlongo, do direc
teur der Banca Botnana, in de gevangenis» in ver
standhouding was mot de buitenwereld. Dientengevolge
heeft men nauwkeurig toezicht gehouden, en toen
heeft men ontdekt dat zijn zoon in het brood, dat
by hem eiken dag zond, brieven had weten binuen
te smokkelen. Bij nader onderzoek in zijne oei zyn
dan ook tal van brieven gevonden.
Het Handelsblad vermeldt het overlyden van den
heer Jac. Elion, don bekenden graveur.
Elion stond iq hooge gunst bij wijlen Z.M. Koning
\Villem Ill,ulie hem meermalen by zich op Het Loo
ontviog. Talrijke medailles, door hem ontworpen,
getuigen van zijn werkzaamheden en den kunstzin
en smaak, die hij in zijn vak bozat.
De heer Elion schiep o.a. hot ontwerp der Aljeh-
medaille, die Z. M. Koning Willem III in 1874, na
het nemen van de Kraton, liet slaande medaille
ter hordenkiug van koning Willems 25jarig kro
ningsfeest de medaille, geslagen ter gelegenheid
van den intocht van Z. M. koning Willem III eu
koningin Emma te Amsterdam op 24 April 1879
de raeduilles van Boerhaave en Const. Huygens ge
slagen op last der Hollandsche Maatsohappij van
Wetenschappen te Haarlem, en waarmee nog de
door de Maatschappij uitgeschreven prijsvragen wor
den bekroond.
Deze laatste medailles werdon indtitijd in de
Illustrated London Netos gunstig beoordeeld.
Aan het verslag van den inspectour in de tveede
inspectie (Friesland, Oroniogen, Drente, Overijscl en
een deel van Gelderland) ovfcr de uitvoering der ar
beidswet, ontleenen wij do volgende mededeelingen
Een groot getal ongelukkeu had kunnen worden
voorkomen door betore beveilingsmiddelen of door
meer toezicht en leiding. Wel is waar waren velo
ongelukkeu (50 pCt. zelfs) het gevolg van roeke
loosheid .of onvoorzichtigheid, maar toch hadden ook
vele plaats ten gevolge van gemis aan voorzorg by
den patroon. Niet minder dan 82, allen bij name
vermelde ongelukken, hadden door eenvoudige voor
zorgsmaatregelen kunnen worden voorkomen. Zoo
werdon alleen 87 ongelukken veroorzaakt door het
reinigen, onderzoeken of herstellen van in gang zijnde
werktuigen, 29 door den min gunstigen toestand van
steigers en trappen en 9 door onvoldoend toezicht.
Verscheidene van deze ongelukken hadden den dood
ten gevolge.
Naar aanleiding van deze mededeelingen heeft do
commissaris der Koningin in Friesland de burge*
meesters in zijn gewest aangeschreven, om streugelijk
op de uitvoering der fabriekswet toe te tien.
Tevens vestigt de Commissaris de aandacty op
het gering aantal aanvragen om vergunning voor
overwerk In het geheele jaar(t189l bedroeg dit
getal in Friesland slechts drie en over het geheele
land 608. Deze verhouding wekt het vermotdou
bij den Commissaris dat men maar overwerk laat
verrichten zonder aahvrage.
Het Comité voor emigratie, bestaande uit de bh.
Joh, van 't Lindenbout te Neerbosch; L. H. J. A.
Roosraale Nepveu., te HoornH. Pierson, te Zetten;
H. A. J. Leembrugge, te Zwolle; jhr. dr. L. de
Geer, te Velp, en J. H. Gaugel Csz., te Harderwijk,
deelt mede, dat ofschoon slechts veertien dagen zijn
veriaopen, sedert do circulaire voor emigratie in de
dagbladen werd opgenomen onder het opschrift s
„Hulp voor onzo werkloozen", of van alle zijden
stroomen de brieven toe.
Brieven niet van hen, die hunne grootere of kleinere
gaven komen aanbieden om den schreieudeu nood te
lenigen, maar noodkreten van zoovelen, die begeeren
te behooren tot het 40 of 6,0tal jonge mannen of
tot de 1 of 2 huisgezinnen die men in April naar
Canada wenscht te zenden. Door het comité wordt
den inhoud van verschillende brieven medegedeeld,
en uit deze brieven klinkt eohlor, zooals het comité
juist opmerkt, dezelfde noodkreetholpt ous uit den
tegenwoordigen onhoudbaron toestand.
Het comité wekt allen, die iets vermogen uogmaals
op haar plan te steunen. Dat plan is met April a. s.
een 40 of 50 taf ongehuwde jonge mannen, en 2
of 3 gezinnen, te doen emigreeren nnur Canada.
Kau het getal der gezinnen tienmaal grooter zijn,
des te beter. De vertegenwoordiger in Canada, de
heer B. Iusinger, heeft aan het comité gesohreven,
dat hy reeds maatregelen neemt, om de jonge mannen
als arbeiders te plaatsen. Voor do gezinnen, nu er
sleehts 2 of 3 zullen zijn, zal hij in de nabyheid
zjjner woonplaats, Yorton, plaats zoeken. Kwamen
ze in grooteren getale, hij had reeds eene bij uitstek
vruchtbare, geschetste streek gevonden, waar een
Hollandsche nedorzetting kon gevestigd worden.
Het comité vraagt. Doch zal het geschieden
Zij wacht op uw antwoord, gy allen, die, meer of
minder gegoed, een hart hebt voor den lijdenden
broeder. Zijn uwe gitten niet voldoende voor het
beoogde doel, wat kan het comité dan verder doen?
Die geven kan en geven wil, geven spoedig. April
is aanstaaude.
De penningmeester van het comité, jhr. dr. L.
de Geer te Velp, zal iedere gift, ook de kleinste
met dankbaarheid in ontvangst nemon. liij ontving
ïeeds eenige giften, doch lang niet^oldoende om het
voornetaen uit te voeren.
ng nietooldoe
die ojy^et i
Óe jonge Amerikaansche, die op^et zonderlinge
denkbeeld kwam haar kamer te behangen met de
buwelyksaauvragen, die haar door haar talrijke aan
bidders werden gezonden, heeft zeker gedacht, dat
zij do eerste was die een dergelijk fantastisch idee
in toepassing bracht. Zij heeft echter eeu mededin
ger gevonden in den heer Ktng te Ipswich, een
hartstochtelijk postzegelverzamelaar. De heer King
heeft zijn studeerkamer met postzegels behangen.
Voor dit doel had hy noodig ruim 44000 postze
gels, waarvan slechts 16 afgestempeld zyn. Boven
dien zijn 43000 zogels verouderd en buiten gebruik
gesteld, zoodat de verkoopwaarde, toen zy nieuw
waren, 700 p. st., slechts een gering deel uitmaakt
vau de reëele waarde, die zij thans vertegenwoordi
gen. Het behangen is gescied met zoo groote zorg,
dat de heer King niet alleen een zeer merkwaardige,
maar ook de best en frauist behangen studeerkamer
der wereld bezit. Het effect dat verkregen wordt
door die duizende kleine verschillend gekleurde vier
kanten, met grooten smunk bijeengevoegd, evenaart
dat van de beste mozaïk werken.
Op de visschersschepen te Vlaardingec en Maassluis
is gowoonlyk gebrek aan Hollandsche bemanning, zoo
dat het wel gebeurd is, dat onze visschersvloot aldaar
bezet werd door Duitschers uit Lippe Detmold, dus
met mannen die nooit de zee hadden gezien en dus
ware landrotten konden genoemd worden. De haring
vloot was vroeger Hollands roem en kan thans be
zwaarlijk uitzeilen, als er geen vreemdeu in dienst
willen treden.
Hier ligt een werkkring voor krachtige jongelui,
die een goed daggeld willen verdienep.
Iemand uit de buurt van Kollum heeft op het zorg
vuldigst naar deze vissoherij geïnformeerd en het in
genoemde plaats verschijnende Nieuws- en Adverten
tieblad deelt het resultaat daarvan mede.
Bedoelde persoon deed in hoofdzaak 4 vragen:
Je. Wanneer moeten de arbeiders (ter haringvangst
varende) overkomen en hoe lang kunnen ze werk
bekomen
2e. Wat werk wordt van hen verlangd?
3e. Hoe lang is de arbeidsduur per dag?
4e. Kan ik adressen van reeders van sohepen be
komen
Naar aanleiding van die vragen wordt nu het vol
gende vermeld:
le antwoord. Ze dienen aan den reeder te vragen
of er plaats voor hen is en de reeder zal ingeval dat
zoo is wel opgeven, wanneer ze over moeter. komen.
Het werk begint als de schepen zeewaarts gaan, dat is
ougeveer half Juni er. het houdt vol tot ongeveer half
November. Daartoe moustert men op het politie
bureau, wordt op de monsterrol ingeschreven. Tenzij
buitengewone gevallen als b.v. ziekte belemmerend
optreden, houdt het contract kracht eu is de overtraaer
in termen van vervolging gevallen. De vangst duurt
I ongeveer 5 maanden.
om zich te kleeden voor eeta rijtoertje. Weinig mi*
nuten later draafde ze in vroolyken draf do poor1
van 'tslot uit, do Hoofdatraat dwars over, een broe
den zandweg op, die onder het lommer van zware
eikenboomen recht voortliep naar een buitenwyk vau
het dorp aan den zoom van een boschachtig land
schap, een heerlyk jachtterrein en het dorado voor
liefhebbers van een wandeltocht.
Do zon scheen prettig aan don helderen hemel
bet herfstwindje ritselde spelend tusschen het kleur
rijke loover van het dichte kreupelhout, waarin tal
van smalle voetpaden kronkeloud wegsohuilden. alle
uitkomend op don zandigen rijweg, die het landschap
in rechte lijn doorsneed.
Een half uurtje rydens bracht de freule op oen
open boaohpleiu, vanwaar vyf belommerde wogen
uitstraalden naar alle hemelstreken, waarvan de mid
delste uitzicht gaf op hel witgekalkte front van het
jachthuia, dat in de verte mooi tusschen bet donkere
geboomte uitkwam.
De freule bracht, 't boschplein overstekend, haar
paard in den stap om oen oogenblik te genietrn van
het spboone panorama, dat zich voor haar oog ont
rolde; een gezicht, waaraan ze zich bijna dagelykë
vergastte, zonder oit verzadigd te worden van 't schil
derachtig natuursohoon aan dit uitverkoren plokje
«igeu-
De plechtige stilte in haar omgoving stemde haar
tot kalmen ernst. Droomerig leunde ze roet don arm
op den slanken hals van haar telganger, don teugel
los om de hand geslagen, in gedachten verdiept.
En ze verheugde zich in haar jeugd, in haar onaf
hankelijkheid, in haar rijkdom vooral; niet zoozeer
omdat deze haar de verfijnde genietingen ran een
weelderig leven schonk, maar omdat ze er door in
staat gesteld werd wel ie doen naar de mate van
haar begoeren en geluk rond te strooien op plaatsen,
waar anders misschien de verbittering over geleden
onrecht of onverdiende armoede zich geuesteld zou
hebbeu. Was het goen onschatbaar voorrecht, als
een goede genius te mogen rondwandelen op plaatsen,
waar de wanhoop grijnzend rondwaarde en dreigend
hroodsgebrek de hurteu oproerig stemde? Zoo vroeg
zo zich af.
Mnar plotseling sohoot haar een godachte door hot
hoofd, baar beklemmend tot angstig wordens toe.
Zo had op aanwijzing van dokter Raabo haar welda
den rondgestrooid op plaatsen, waar de armoede zich
onbedekt vertoonde, ze had duizenden gegeven om
zichtbaren nood te lenigeu; maar een onde/zook in
to stellen naar bedekten nood, verborgen armoede te
lenigen, daaraan had ze nooit gedachtzoovoel to
minder nog aan de mogelykheid, om het gebrek te
weren van veler drempel door werkverschaffing; de
eenige vorm van liefdadigheid, waarmee men de ge
voeligheid der begunstigden ontzien kan.
En terwijl ze berouwvol haar verzuim bedacht, drong
zich 't besef aan haar op, dat ze nu, oubewust, ge- j
hee! zonder opzet tien eersten stap doed in de goede j
richting, al was 't haar voor ditmaal miqder te do«n
om nijpende armoede te lenigen, dan om vergoeding
te schenken voor geleden onrecht. Onwillekeurig
richtte ze 't hoofd op, een blik werpend op het
witte jachthuis, dat zich als in een krans van groen
gevat soherp afteekende op den donkeren achtergrond
van opgaand geboomte, waarbovou de zonnige herfst
hemel «et een «molk) streep zichtbaar werd.
En ze haalde oqderwyl haar horloge uit om te
zien of ze nog tijdig ter bestemder plaatse kon zijn.
Zo opende reeds de lippen om haar paard met een
aanmoedigend woordje in den draf te brengen, toen
eeu geritsel tusschen 't goboomte ter zijde van den
weg haar deed omzien.
Daar stond Jan Holsma, don hoed in de hand,
den verrasten blik tot haar opgeslagen; half ver-
scholen tusschen het kreupelhout, dat de passage
langs bet voetpad, waarop bij zich bevond, vrywat
belemmerde.
Ze groette hem met een glimlach en een hoofd
knikje; haar paard inhoudend om hem op.te wachten,
zonder 't genoegen te verbergen, dat de onverwachte
ontmoeting haar verschafte. Jan voldood dau ook
zonder talmen aan de zwijgende uitnoodigmg om
haar gezelschap te bonden.
't Toeval is me wel gunstig, dat t ""J1 Jff"
noegen dezer ontmoeting verschaft, zei hy hoffelyk.
Ik heb vader naar 't jachtbuis vergezeld, maar kon
de verzoekiug niet weerstaan dit mooie plekje oeua.
te doorkruisen.
ff ordt vervolgd.)
I
2e antwoord. „Wanneer men half Juni op de sche
pen komt, dan gaat ge Daar zee, alwaar ge in de nabij
heid van Ëngelaud haring gaat visschen, de netten daar
de haring in gevangen wordt, worden 's middags in
zee gelaten eu er weer des nachts uitgehaald. Heeft
men nu haring gevangen, dau gaat men direct aan het
haringkaken en zouten, in de tonuen leggen en als dat
gedaan is, gaat ge wat slapen, verder ia er niets te
doen als de zeilen hijschen, enz."
3u antwoord. De arbeidsduur is heel ongelijk/ want
men heeft dagen, waarin men niets kan uitrichten, en
men heeft er, waarin men dag en nacht werkt. Om
nog meer te zeggeu: „Meu doet in die 5 maanden 4,
5, 6 reizen naar zee om haring. Wanneer men de eerste
reis naar zee gaat, duurt hei wol 6 a 7 dagen eer men
op de visscherij is, dus eer men kan visschen. In die
dagen doet men niet dun de zeilen verzetten en 's nachts
om de beurten de wacht op het dek van het schip
houden.
Wanneer men nu vischt en men vangt veel haring,
dau is men ook weer spoedig aan land. Zulk eeue
reis duurt ongeveer 4. 5, 6 weken en telkens wanneer
men aan land is. wordt weer versch water ou eten aap
boord van het schip genomen, om zoo tot half Novem
ber ter hariogvisschery te varen. Men kau echter in
die vijf mauuden nimmer naar z'n woonplaats gaan,
want men is 8, hoogstens 4 dagen aan den wal, waarin
veel werk moet gebeuren.
Op de 4e vraag, komt hij zoo meteen, maar hy raadt
do zaak aan, vooral voor Frieslaifd, uithoofde vau den
gespannen toestand eu beveelt aan dat du burgemees
ters de zaak behartigen. Voorts omdat hij minder
gaarne ziet, dat altijd Duitschers de plaatsen in
nemen.
Voorts wijst hij er op, dat men fatsoenlijke gunstig
bekende jongelieden sturu eu dal vlezen vry zijn van
sterken drank, althans niet behept met het euvel tot
zucht naar drank. Ten sloite 4o antwoord.
Do namen der reeders en maatschappijen zijn: IJzer-
mans Co. de Doggemaaischappy Maatsohappij de
Noordzee A. den BreemsJr.Joost PotHoogorwerf
Co. Al deze te Vlaardiugen.
En te MaassluisDe maatschappij vau Zeevis-
snherij te Maassluis.
Officieren van het Indische leger hebben reeds
meermalen gewezen op don misstand, dat sommige
collega's van het leger hier to lande tien, twaalf of
moer jaren gedetacheerd waren bij het Indischo leger,
waardoor het pensioen dat voor ieder jaar verblijf in
Indië met 75 moet worden verhoogd, aanmerkelijk
grooter Word, dan dat van de Indische ranggenooten
die hun geheele carrière in Indië doorbrachten. Veel
acte schijnt van deze juiste opmerking niet geuomeu
te zijn.
Ouder de officieren toch, die, volgens het jongste
kon. besluit, in den loop van 1893, voor vijf jaren
zullen gedetacheord worden by het O.-I. leger, komt
ook voor de kapitein Nieuwland, die als luitenant
6 of 7 jaren is gedetacheerd geweest bij het leger
in West-Indië, daarna nog eens voor 5 jaren bij dat
in O.-Indië eu nu weer voor 5 jaren zal gsan. Het
maximum pensioen van dien kapitein kan dus wor
den f 1560, plus 16 of 17 mnal f 75, terwijl dat
van een kapitein van het Indische legor hoogstens
2000 kan bedragen.
De verleden Zondag te Bsrly'n overleden bankier
Von Bleichroeder heeft in de financieele wereld en
achter de schermen ook in de politioko wereld eene
groote rol gespeeld. Aan de Berlijnsche beurs was
Von Bloi&chroeder de groote mau, maar zijn invloed
•trekto zich ver buiten de grenzen van zijn vaderland
uit, juist omdat hy zyne rulatiën even goed had onder
de staatslieden als onder de financiers, eu omdat
byna al zijne finaucioele ondememitige een politieken
achtergrond hadden.
Het huis Bleichroeder heeft zyn opkomst ie dan
ken gebad aan de Rothsohilds, zijn grootsteu bloei en
zyn machtigen invloed aan Bismarck. Het werd
reeds in 1808 door den vader van den pas overleden
bankier opgericht, en werkte aanvankolyk op zeer
bescheiden schaal. In 1892 kwam Anselm von Roth
schild te Berlijn om daar een vertegenwoordiger
voor zyn huis te zoeken. Zijne keuze viel op do
firma P. Bleichroeder, die wel over betrekkelijk ge
ringe middelen beschikte, maar een uitstekenden
naam had. Als vertegenwoordiger van de Rothsohilds
werd het buis Bleichroeder in alle groote zaken
betrokken, en verkreeg hot in de hoofdsteden der
verschillende landen betrouwbare eu invloedrijke
agenten. Het werd juist daardoor, ook nadat het
opgehouden had tot de Rothschilds in afliankelyke
betrekking te staan, van groote waarde voor de
Pruisische Regeering, die op juiste en snelle inlich-
tiugen omtrent zaken, die voor de groote menigte
der oningewijden verborgen, bleven, hoogen prijs
•telde.
allen zal zioh heriuneren," schreef dezer dagen
de Neue Freie Presse „dat nog ióót de periode
van het antisemitisme, ongeveer vyftien jaren geleden,
de conservatieve party in Pruisen in de Reichsglocke
een storm tegen den rijkskanselier ondernam, die
onder het motto HI)ie Aera BismarckBleichroeder1'
werd begonnen. Toch was de verhouding (tusschen
den rijkskanselier en den bankier) eene zeer natuur
lijke. De Pruisische regeoriug in het algemeen en
vorst Bismarck in 't byzonder hebben steeds hunne
kracht daarin gezocht, dat zij ovor al hetgoon op
politiek, militair en economisch gebied gebeurde
zoo nauwkeurig mogelijk ingelicht waren. Do Prui
sische spion is in Frankrijk tot eeu schrikbeeld
gewordeu, maar achter dezen hatelyken naam moot
men het gerechtvaardigde streven zoeken van de
regeeriug. om alle belangrijke feiten, die invloed
hebben op de ontwikkeling eu de machtsverhouding
der volkeren, zoo nauwkeurig eu zoo spoedig moge
lijk te weten te komen. De politiek is immers ten
slotte eene ervaringswetenschap, en inductieve gevolg
trekkingen kunnen slechts dan met zekerheid worden
gemaakt, wanneer het materiaal dat de onderstelling
vormt, betrouwbaar en groot genoeg ia.
Nu is het zeker niet te outkeunen, dat juist de
economische en fiuancieele feiten het vaakst met do
politieke bewegingen zijn saaragewezou en daarvan
dikwijls in 't geheel niet los te maken zijn. De
Pruisische regeeriug had dus een man van 't vak
noodig, die baar over de versohijnselen op dit ge
bied der zake kundige inlichtingen kon geven, en
misschien ook in enkele gevallen, als het belang der
regeering dit medebracht, invloed op de financieele
beweging kou -uitoefenen."
Tegen alle verwachting zooals dit in Frankrijk
meer het geval is hebben de vier republikeinsohe
groepen, die samen ongeveer 250 leden tellen eu
dus een groote meerderheid bezitten, Jules Ferry
oandidaat gesteld voor het voarzittercliap van den
Senant.
Hot Journal des Débats zegt dat nn Jules Simon,
dien het blad zou verkiezen, uiet in de termen valt
Ferry ongetwijfeld de meerderheid van stemmen
verdient.
Jules Ferry's verleden maakt werkelijk zyue ver-
kieziug, zocals de Figaro het uitdrukt, tot de belang
rijkste politieke gebeurtenis, welke zioh sedert tal
vau jaren heeft voorgedaan de Kamerzitting van
81 Miart 1885, welke, onder den iudruk van de
nederlaag bij Laugson, Ferry deed vallei» als een
slachtoffer van de koloniale politiek eu van de daarin
ondervonden teleurstellingen, heeft den tegenwoordigen
caudidaat voor den voorzitterstoel in den Senaat eeu
zoo geweldigeu stoot toegebracht,, dat hy van dat
oogenblik bijna als politiek dood is beschouwd, in
ieder geval als eeue onmogelijke figuur voor oen in
het oog loopeude plaats in de politieke wereld.
Ieder znl zich nog de beweging herinneren, welko iu
'66 alleen reeds de kans van Jules Ferry tot president
der Republiek to krygen, te Parys veroorzaakte, en
nu eensklaps zoo onverwacht hogelijk uit de vergetel
heid waarin hy leefde, te voorBohijn gehaald en
bestemd om naast Gamot, Ribot en Casimir Périer
den vierden presideutszetel in te nemen De Senaat
meent de Gaulois, bindt den strijd aan met iedoreeu,
met het Elysée dat duidelyk don heer Magnin 'uad
gepatroniseerd, met de regeeriug, met de Kumer,
met het land, met do openbare meening. De Intran-
sigeant is natuurlyk woedend. Bij de Lanterne is
Ferry de meest impopulaire man van Frankryk, de
mees gebate oaam by het volk, en volgens den
Eclair is zyn naam synoniem met verdeeldheid. Hy
is het die gezegd heeft, dat men moet regeeren tegen
de helft der republikeinsohe party geen gevaarlijker
keuze kon de Senaat doen dan Ferry op een oogen
blik als dit tot voorzitter aan te wijzen.
Do Soleil noemt Ferry als president van den
Senaat een mededinger voor Carnot.
Dit is de groote beteekeuis van de verkiezing.
De openbare meening houdt zioh minder bezig met
de vervanging van den voorzitter van den Senaat,
dan met de aanstaande presidentsverkiezing. De
60-jarige Ferry komt weder te voorschijn uit de
vergetelheid, waarin hij geraakte toen hij bij de
jongste algemeone verkiezingen niet herkozen werd
De impopulariteit van den „Totikinees" schijnt uit
gesleten.
De Duitsche Keizer ontving in togenwoordigheid
van deu Minister van Landbouw een deputatie van
de centrale landhoawvereenigingen der oostelijke
provinciën, welke Z. M. de wenschen vaader.land-
bouwstand tot bevordering var. deu landbouw kwam
kenbaar maken. De**Keizer zeide gaarne het zijne
te willen doen om de mooilyk heden, waaronder de
landbouw vooral in de oostelijke provinciën leed, te
verhelpen doch er zou geruime tyd noodig zijn,
om het beoogde doel na Ier te komen en daartoe
was met name het behoud van deu vrede noodzake-
lijk, waarvoor een versterking van 's lands weer
baarheid kon bijdragen. De kenbaar gemaakte
voorstellen en wenschen zouden worden onderzocht
en zooveel mogelijk iu aanmerking komen. Het-
zou den Keizer verb 'iigen, zoo de blooi van den
landbouw kou worden bevorderd, want de landbouw
lag hem als steunpilaar vau het Koningschap na aan
het hart.
Binnenkort zal, volgens een Berlijnschen corres
pondent, Caprivi iu den Rijksdag eene groote rede
houden over Duitsolilaud's buitoDlandsche staatkunde.
Uit Spanje, waar meu de drukte der algeraeene
verkiezingen, die in het begiu dor .volgende maand
plaats hebbeu, worden aan de Temps eenige interes
sante bijzonderheden medegedeeld over de wijze,
waarop deze raaadpleging der kiezers wordt gehouden.
Men heeft er zich over beklaagd, dat het liberale mi
nisterie met het besluit betrekkelijk het tijdstip der
verkiezingen zoo lung getreuzeld heeft, maar als men
verneemt welke toebereidseleu voor verkiezingen in
Spanje noodzakelyk geacht worden, kan ruon zeer goed
deze verlating hegrijpen.
Het behoort nl. tot de gebruiken om het geheele
amhtenaarspersoneel te voren te zuiveren. Dit was
voor het kubiuet-Sagasta geen gemakkelijke taak, nu
de conservatieven twee jaar aan de regeeriug waren
geweest.
Wanneer men in alle belangrijke ambten aanhan
gers der regeering heeft geplaatst; wanneer men zioh
overtuigd hoeft dat de prefecten, de maires, de rech
ters iu eerste instantie, de vrederechters, tot de gen
darmerie toe, alle takken vap adminsitratio in do pro
vincie krachtig in do hand hond. n, gaat men tot een
werkzaamheid over, zeer eigenaardig, zeer Castili-
aansch, welke eenig denkbeeld geeft, van do parle
mentaire gebruiken in Spanje, onverschillig of do
liberalen of de conservatieven aan het bewind zyn.
Dit heet de groote encasillado. Zoo noemt men de
vordeeling van kiesdistricten eu de aanwijziug van
candulaten door den minister van biuneulandsohe zaken
te Madrid. Vooraf hebben de ministers onderling reeds
vele beraadslagingen gehouden over de netoligo kwestie
hoeveel dial rieten men aan do oppositie zal laten, ten
einde deu sohyn te behouden of de verkiezingen onder
volkomen vrijheid plaats vinden en voornumelyk ook
tot het in stand houden van de traditioneele goede
betrekkingen, welke er tusschen do Spaadsche poli
tieke partijen bestaan, die altijd zooveel mogelijk
zelfs linn onverzoeulykste tegenstandors sparen tenein
de zich de weldaden van het do ut des te verzekeren,
op den dag dat de politieke rollen zyn omgekeerd.
De ministers komen dau overeen hoeveel zetels on
geveer aan de verschillende groepen der oppositie zijn
toe te kennen: zooveel aan de conservatieven (een
vry aanzienlijk getal, voor het geval dat dezen aan
de regeeriug weer komen), zoovoel aan de carlisten,
zooveel aan de republikeinen, maar men draagt zorg
dat deze heterogene partijen in geen geval to zamen
meer dan 180 a 140 stemmen op de 437 erlangen.
Dan komt een nog grootero moeielykhoid: de ver-
doeliug der meerderheid onder de verschillende naanees
van het liberale ministerie zelve. Elk minister stelt
er prys op een greep van getrouwen oni zich te ver
eenigen, ook moeten enkele personen, vrienden en
gunstelingen worden bednoht.
Is dit lastige werk oitinen het ministerio tot een
goed einde gevoerd, dan beginnen eerst de eigeulyke
werkzaamheden voor den „grooten verkwzer" den mi
nister van binneoiatidache zeken. Er zijn ongeveor
800 zotels voor de ministrieele inde Kamer en circa
120 in don aeunat beschikbaar, terwyl men met ruim
2000 candidaten opgeschikt zit, die natuurlyk allen
overtuigd zyn de beste rechten op een plaats ia de
Cortes le kunnen doen gelden en die zeer genegen zyn
een leelyke poets aan de regeering on haar verkiezings-
agonten tu spelen, indion zij gewogen doch te lioht
worden bevonden.
Alle deze candidaten melden zich nan het depar
tement van binnenlandsche zaken, dikwerf vergezeld
door talryke en invloedrijke deputaties uit alle hoeken
van het koninkrijk toegestroomd. Bij de jongste
stormlooperij is het den armen minister Venancio
Gonzalez zoo bang om het harte geworden dat hy de
deuren van het departement ten laatste heeft deen
sluiten en liet verklaren, dat hy alleen nog hen zou
ontvangen, die schriftelijk, onder uiteenzetting der
beweogredonen, een audiëntie hadden aangevraagd.
Alleen door dit middel is het ten slotte den
minister en zijn secretaris gelukt hun encasillado tot
stand te brengen, d. w. z. de groote schifting van
candidaten te houden onder de eud-ministers, de
veteranen der vorschillonde ministerieele groepen,
de invloedryke ambtenaren, om to besluiten met de
zonen, ueven en andere gunstelingen der afzonderlijke
ministers.
Wanneer men ziet, boevele officieele toebereidse
len de algemeene verkiezingen in Spanje voreisohen,
zal men begrijpon, dat het kabiuet-Sagasta vrij veel
tijd behoefde alvorens het den tijd der verkiezingen
kou uitschoven.
-•i— -