-Jft Bultenlanüsch Overzicht. liet rapport over de liquidatie der Zuid-Hollandsche Leerboeve voor Zuivelbereiding wordt thans „nader toegelicht met het oog op feiten en waarheid" door de beeren C. J. van der Oudermeulen, H. P. De Kat van Hardinxveld, Th. J. Waller, P. B. J. Perf, J. Zijp Kz., D. T. A. Bauduin, Herman F. Bultman P. J. A. De Bruine, jhr. P. J. J. Bopelaer en P. F. L. Waldeok, die opzichters, leden en bestuurders waren van de voormalige Vereeniging .Zuid-Hol landsche Loerboeve voor Zuivelbereiding." Met nadruk komen die heeren op tegen dat rap port en de handelingen van jhr. J. B. Van Merlen, ook voor de nagedachtenis van wijlen mr. Visser v. H. „Waar vry bij diens leven," zoo schryven zij, .noch voor hem, noch voor zijn ook door ons hoog ge waardeerde echtgenooto de bezwaren hadden ver zwegen, die zijn wijze van handelen moest scheppen zoo voor de Vereeniging als voor (haar moeder) de Holl, Mij. van Landbouw, daar meenden wy, dat na zyn overlijden alles moest worden gedaan om de stichting, na reorganisatie, te behouden, als blijvende erkenning van de weergalooze offervaardigheid, waar mede de heer V. v. H. zyn belangstelling en do oprechtheid zyner bedoelingen staafde." Onder de vele aanmerkingen op hot liquidatie rapport betreft een de cyfers der liquidatie-rekening. Zij doen opmerken „Het resultaat der door jhr. J. B. Van Merlen als bewindvoerder der Erven mr. Visser van Hazers- woude doorgodrevon liquidatie van de Leerhoeve is dus, dat, voor die Erven to zamen genomen, tegen over een last van ruim f 31,000 een bate staat van bijna 37,000, dus een avance van pl. in. 6000; ongeacht de realisatie a pari vau ƒ67,000 aandeelen kapitaal in de ohligatie-leening." De italiaausche overheid heeft reeds sedert eeni gen tyd vermoeden gehad, dat Tanlongo, do direc teur der Banca Botnana, in de gevangenis» in ver standhouding was mot de buitenwereld. Dientengevolge heeft men nauwkeurig toezicht gehouden, en toen heeft men ontdekt dat zijn zoon in het brood, dat by hem eiken dag zond, brieven had weten binuen te smokkelen. Bij nader onderzoek in zijne oei zyn dan ook tal van brieven gevonden. Het Handelsblad vermeldt het overlyden van den heer Jac. Elion, don bekenden graveur. Elion stond iq hooge gunst bij wijlen Z.M. Koning \Villem Ill,ulie hem meermalen by zich op Het Loo ontviog. Talrijke medailles, door hem ontworpen, getuigen van zijn werkzaamheden en den kunstzin en smaak, die hij in zijn vak bozat. De heer Elion schiep o.a. hot ontwerp der Aljeh- medaille, die Z. M. Koning Willem III in 1874, na het nemen van de Kraton, liet slaande medaille ter hordenkiug van koning Willems 25jarig kro ningsfeest de medaille, geslagen ter gelegenheid van den intocht van Z. M. koning Willem III eu koningin Emma te Amsterdam op 24 April 1879 de raeduilles van Boerhaave en Const. Huygens ge slagen op last der Hollandsche Maatsohappij van Wetenschappen te Haarlem, en waarmee nog de door de Maatschappij uitgeschreven prijsvragen wor den bekroond. Deze laatste medailles werdon indtitijd in de Illustrated London Netos gunstig beoordeeld. Aan het verslag van den inspectour in de tveede inspectie (Friesland, Oroniogen, Drente, Overijscl en een deel van Gelderland) ovfcr de uitvoering der ar beidswet, ontleenen wij do volgende mededeelingen Een groot getal ongelukkeu had kunnen worden voorkomen door betore beveilingsmiddelen of door meer toezicht en leiding. Wel is waar waren velo ongelukkeu (50 pCt. zelfs) het gevolg van roeke loosheid .of onvoorzichtigheid, maar toch hadden ook vele plaats ten gevolge van gemis aan voorzorg by den patroon. Niet minder dan 82, allen bij name vermelde ongelukken, hadden door eenvoudige voor zorgsmaatregelen kunnen worden voorkomen. Zoo werdon alleen 87 ongelukken veroorzaakt door het reinigen, onderzoeken of herstellen van in gang zijnde werktuigen, 29 door den min gunstigen toestand van steigers en trappen en 9 door onvoldoend toezicht. Verscheidene van deze ongelukken hadden den dood ten gevolge. Naar aanleiding van deze mededeelingen heeft do commissaris der Koningin in Friesland de burge* meesters in zijn gewest aangeschreven, om streugelijk op de uitvoering der fabriekswet toe te tien. Tevens vestigt de Commissaris de aandacty op het gering aantal aanvragen om vergunning voor overwerk In het geheele jaar(t189l bedroeg dit getal in Friesland slechts drie en over het geheele land 608. Deze verhouding wekt het vermotdou bij den Commissaris dat men maar overwerk laat verrichten zonder aahvrage. Het Comité voor emigratie, bestaande uit de bh. Joh, van 't Lindenbout te Neerbosch; L. H. J. A. Roosraale Nepveu., te HoornH. Pierson, te Zetten; H. A. J. Leembrugge, te Zwolle; jhr. dr. L. de Geer, te Velp, en J. H. Gaugel Csz., te Harderwijk, deelt mede, dat ofschoon slechts veertien dagen zijn veriaopen, sedert do circulaire voor emigratie in de dagbladen werd opgenomen onder het opschrift s „Hulp voor onzo werkloozen", of van alle zijden stroomen de brieven toe. Brieven niet van hen, die hunne grootere of kleinere gaven komen aanbieden om den schreieudeu nood te lenigen, maar noodkreten van zoovelen, die begeeren te behooren tot het 40 of 6,0tal jonge mannen of tot de 1 of 2 huisgezinnen die men in April naar Canada wenscht te zenden. Door het comité wordt den inhoud van verschillende brieven medegedeeld, en uit deze brieven klinkt eohlor, zooals het comité juist opmerkt, dezelfde noodkreetholpt ous uit den tegenwoordigen onhoudbaron toestand. Het comité wekt allen, die iets vermogen uogmaals op haar plan te steunen. Dat plan is met April a. s. een 40 of 50 taf ongehuwde jonge mannen, en 2 of 3 gezinnen, te doen emigreeren nnur Canada. Kau het getal der gezinnen tienmaal grooter zijn, des te beter. De vertegenwoordiger in Canada, de heer B. Iusinger, heeft aan het comité gesohreven, dat hy reeds maatregelen neemt, om de jonge mannen als arbeiders te plaatsen. Voor do gezinnen, nu er sleehts 2 of 3 zullen zijn, zal hij in de nabyheid zjjner woonplaats, Yorton, plaats zoeken. Kwamen ze in grooteren getale, hij had reeds eene bij uitstek vruchtbare, geschetste streek gevonden, waar een Hollandsche nedorzetting kon gevestigd worden. Het comité vraagt. Doch zal het geschieden Zij wacht op uw antwoord, gy allen, die, meer of minder gegoed, een hart hebt voor den lijdenden broeder. Zijn uwe gitten niet voldoende voor het beoogde doel, wat kan het comité dan verder doen? Die geven kan en geven wil, geven spoedig. April is aanstaaude. De penningmeester van het comité, jhr. dr. L. de Geer te Velp, zal iedere gift, ook de kleinste met dankbaarheid in ontvangst nemon. liij ontving ïeeds eenige giften, doch lang niet^oldoende om het voornetaen uit te voeren. ng nietooldoe die ojy^et i Óe jonge Amerikaansche, die op^et zonderlinge denkbeeld kwam haar kamer te behangen met de buwelyksaauvragen, die haar door haar talrijke aan bidders werden gezonden, heeft zeker gedacht, dat zij do eerste was die een dergelijk fantastisch idee in toepassing bracht. Zij heeft echter eeu mededin ger gevonden in den heer Ktng te Ipswich, een hartstochtelijk postzegelverzamelaar. De heer King heeft zijn studeerkamer met postzegels behangen. Voor dit doel had hy noodig ruim 44000 postze gels, waarvan slechts 16 afgestempeld zyn. Boven dien zijn 43000 zogels verouderd en buiten gebruik gesteld, zoodat de verkoopwaarde, toen zy nieuw waren, 700 p. st., slechts een gering deel uitmaakt vau de reëele waarde, die zij thans vertegenwoordi gen. Het behangen is gescied met zoo groote zorg, dat de heer King niet alleen een zeer merkwaardige, maar ook de best en frauist behangen studeerkamer der wereld bezit. Het effect dat verkregen wordt door die duizende kleine verschillend gekleurde vier kanten, met grooten smunk bijeengevoegd, evenaart dat van de beste mozaïk werken. Op de visschersschepen te Vlaardingec en Maassluis is gowoonlyk gebrek aan Hollandsche bemanning, zoo dat het wel gebeurd is, dat onze visschersvloot aldaar bezet werd door Duitschers uit Lippe Detmold, dus met mannen die nooit de zee hadden gezien en dus ware landrotten konden genoemd worden. De haring vloot was vroeger Hollands roem en kan thans be zwaarlijk uitzeilen, als er geen vreemdeu in dienst willen treden. Hier ligt een werkkring voor krachtige jongelui, die een goed daggeld willen verdienep. Iemand uit de buurt van Kollum heeft op het zorg vuldigst naar deze vissoherij geïnformeerd en het in genoemde plaats verschijnende Nieuws- en Adverten tieblad deelt het resultaat daarvan mede. Bedoelde persoon deed in hoofdzaak 4 vragen: Je. Wanneer moeten de arbeiders (ter haringvangst varende) overkomen en hoe lang kunnen ze werk bekomen 2e. Wat werk wordt van hen verlangd? 3e. Hoe lang is de arbeidsduur per dag? 4e. Kan ik adressen van reeders van sohepen be komen Naar aanleiding van die vragen wordt nu het vol gende vermeld: le antwoord. Ze dienen aan den reeder te vragen of er plaats voor hen is en de reeder zal ingeval dat zoo is wel opgeven, wanneer ze over moeter. komen. Het werk begint als de schepen zeewaarts gaan, dat is ougeveer half Juni er. het houdt vol tot ongeveer half November. Daartoe moustert men op het politie bureau, wordt op de monsterrol ingeschreven. Tenzij buitengewone gevallen als b.v. ziekte belemmerend optreden, houdt het contract kracht eu is de overtraaer in termen van vervolging gevallen. De vangst duurt I ongeveer 5 maanden. om zich te kleeden voor eeta rijtoertje. Weinig mi* nuten later draafde ze in vroolyken draf do poor1 van 'tslot uit, do Hoofdatraat dwars over, een broe den zandweg op, die onder het lommer van zware eikenboomen recht voortliep naar een buitenwyk vau het dorp aan den zoom van een boschachtig land schap, een heerlyk jachtterrein en het dorado voor liefhebbers van een wandeltocht. Do zon scheen prettig aan don helderen hemel bet herfstwindje ritselde spelend tusschen het kleur rijke loover van het dichte kreupelhout, waarin tal van smalle voetpaden kronkeloud wegsohuilden. alle uitkomend op don zandigen rijweg, die het landschap in rechte lijn doorsneed. Een half uurtje rydens bracht de freule op oen open boaohpleiu, vanwaar vyf belommerde wogen uitstraalden naar alle hemelstreken, waarvan de mid delste uitzicht gaf op hel witgekalkte front van het jachthuia, dat in de verte mooi tusschen bet donkere geboomte uitkwam. De freule bracht, 't boschplein overstekend, haar paard in den stap om oen oogenblik te genietrn van het spboone panorama, dat zich voor haar oog ont rolde; een gezicht, waaraan ze zich bijna dagelykë vergastte, zonder oit verzadigd te worden van 't schil derachtig natuursohoon aan dit uitverkoren plokje «igeu- De plechtige stilte in haar omgoving stemde haar tot kalmen ernst. Droomerig leunde ze roet don arm op den slanken hals van haar telganger, don teugel los om de hand geslagen, in gedachten verdiept. En ze verheugde zich in haar jeugd, in haar onaf hankelijkheid, in haar rijkdom vooral; niet zoozeer omdat deze haar de verfijnde genietingen ran een weelderig leven schonk, maar omdat ze er door in staat gesteld werd wel ie doen naar de mate van haar begoeren en geluk rond te strooien op plaatsen, waar anders misschien de verbittering over geleden onrecht of onverdiende armoede zich geuesteld zou hebbeu. Was het goen onschatbaar voorrecht, als een goede genius te mogen rondwandelen op plaatsen, waar de wanhoop grijnzend rondwaarde en dreigend hroodsgebrek de hurteu oproerig stemde? Zoo vroeg zo zich af. Mnar plotseling sohoot haar een godachte door hot hoofd, baar beklemmend tot angstig wordens toe. Zo had op aanwijzing van dokter Raabo haar welda den rondgestrooid op plaatsen, waar de armoede zich onbedekt vertoonde, ze had duizenden gegeven om zichtbaren nood te lenigeu; maar een onde/zook in to stellen naar bedekten nood, verborgen armoede te lenigen, daaraan had ze nooit gedachtzoovoel to minder nog aan de mogelykheid, om het gebrek te weren van veler drempel door werkverschaffing; de eenige vorm van liefdadigheid, waarmee men de ge voeligheid der begunstigden ontzien kan. En terwijl ze berouwvol haar verzuim bedacht, drong zich 't besef aan haar op, dat ze nu, oubewust, ge- j hee! zonder opzet tien eersten stap doed in de goede j richting, al was 't haar voor ditmaal miqder te do«n om nijpende armoede te lenigen, dan om vergoeding te schenken voor geleden onrecht. Onwillekeurig richtte ze 't hoofd op, een blik werpend op het witte jachthuis, dat zich als in een krans van groen gevat soherp afteekende op den donkeren achtergrond van opgaand geboomte, waarbovou de zonnige herfst hemel «et een «molk) streep zichtbaar werd. En ze haalde oqderwyl haar horloge uit om te zien of ze nog tijdig ter bestemder plaatse kon zijn. Zo opende reeds de lippen om haar paard met een aanmoedigend woordje in den draf te brengen, toen eeu geritsel tusschen 't goboomte ter zijde van den weg haar deed omzien. Daar stond Jan Holsma, don hoed in de hand, den verrasten blik tot haar opgeslagen; half ver- scholen tusschen het kreupelhout, dat de passage langs bet voetpad, waarop bij zich bevond, vrywat belemmerde. Ze groette hem met een glimlach en een hoofd knikje; haar paard inhoudend om hem op.te wachten, zonder 't genoegen te verbergen, dat de onverwachte ontmoeting haar verschafte. Jan voldood dau ook zonder talmen aan de zwijgende uitnoodigmg om haar gezelschap te bonden. 't Toeval is me wel gunstig, dat t ""J1 Jff" noegen dezer ontmoeting verschaft, zei hy hoffelyk. Ik heb vader naar 't jachtbuis vergezeld, maar kon de verzoekiug niet weerstaan dit mooie plekje oeua. te doorkruisen. ff ordt vervolgd.) I 2e antwoord. „Wanneer men half Juni op de sche pen komt, dan gaat ge Daar zee, alwaar ge in de nabij heid van Ëngelaud haring gaat visschen, de netten daar de haring in gevangen wordt, worden 's middags in zee gelaten eu er weer des nachts uitgehaald. Heeft men nu haring gevangen, dau gaat men direct aan het haringkaken en zouten, in de tonuen leggen en als dat gedaan is, gaat ge wat slapen, verder ia er niets te doen als de zeilen hijschen, enz." 3u antwoord. De arbeidsduur is heel ongelijk/ want men heeft dagen, waarin men niets kan uitrichten, en men heeft er, waarin men dag en nacht werkt. Om nog meer te zeggeu: „Meu doet in die 5 maanden 4, 5, 6 reizen naar zee om haring. Wanneer men de eerste reis naar zee gaat, duurt hei wol 6 a 7 dagen eer men op de visscherij is, dus eer men kan visschen. In die dagen doet men niet dun de zeilen verzetten en 's nachts om de beurten de wacht op het dek van het schip houden. Wanneer men nu vischt en men vangt veel haring, dau is men ook weer spoedig aan land. Zulk eeue reis duurt ongeveer 4. 5, 6 weken en telkens wanneer men aan land is. wordt weer versch water ou eten aap boord van het schip genomen, om zoo tot half Novem ber ter hariogvisschery te varen. Men kau echter in die vijf mauuden nimmer naar z'n woonplaats gaan, want men is 8, hoogstens 4 dagen aan den wal, waarin veel werk moet gebeuren. Op de 4e vraag, komt hij zoo meteen, maar hy raadt do zaak aan, vooral voor Frieslaifd, uithoofde vau den gespannen toestand eu beveelt aan dat du burgemees ters de zaak behartigen. Voorts omdat hij minder gaarne ziet, dat altijd Duitschers de plaatsen in nemen. Voorts wijst hij er op, dat men fatsoenlijke gunstig bekende jongelieden sturu eu dal vlezen vry zijn van sterken drank, althans niet behept met het euvel tot zucht naar drank. Ten sloite 4o antwoord. Do namen der reeders en maatschappijen zijn: IJzer- mans Co. de Doggemaaischappy Maatsohappij de Noordzee A. den BreemsJr.Joost PotHoogorwerf Co. Al deze te Vlaardiugen. En te MaassluisDe maatschappij vau Zeevis- snherij te Maassluis. Officieren van het Indische leger hebben reeds meermalen gewezen op don misstand, dat sommige collega's van het leger hier to lande tien, twaalf of moer jaren gedetacheerd waren bij het Indischo leger, waardoor het pensioen dat voor ieder jaar verblijf in Indië met 75 moet worden verhoogd, aanmerkelijk grooter Word, dan dat van de Indische ranggenooten die hun geheele carrière in Indië doorbrachten. Veel acte schijnt van deze juiste opmerking niet geuomeu te zijn. Ouder de officieren toch, die, volgens het jongste kon. besluit, in den loop van 1893, voor vijf jaren zullen gedetacheord worden by het O.-I. leger, komt ook voor de kapitein Nieuwland, die als luitenant 6 of 7 jaren is gedetacheerd geweest bij het leger in West-Indië, daarna nog eens voor 5 jaren bij dat in O.-Indië eu nu weer voor 5 jaren zal gsan. Het maximum pensioen van dien kapitein kan dus wor den f 1560, plus 16 of 17 mnal f 75, terwijl dat van een kapitein van het Indische legor hoogstens 2000 kan bedragen. De verleden Zondag te Bsrly'n overleden bankier Von Bleichroeder heeft in de financieele wereld en achter de schermen ook in de politioko wereld eene groote rol gespeeld. Aan de Berlijnsche beurs was Von Bloi&chroeder de groote mau, maar zijn invloed •trekto zich ver buiten de grenzen van zijn vaderland uit, juist omdat hy zyne rulatiën even goed had onder de staatslieden als onder de financiers, eu omdat byna al zijne finaucioele ondememitige een politieken achtergrond hadden. Het huis Bleichroeder heeft zyn opkomst ie dan ken gebad aan de Rothsohilds, zijn grootsteu bloei en zyn machtigen invloed aan Bismarck. Het werd reeds in 1808 door den vader van den pas overleden bankier opgericht, en werkte aanvankolyk op zeer bescheiden schaal. In 1892 kwam Anselm von Roth schild te Berlijn om daar een vertegenwoordiger voor zyn huis te zoeken. Zijne keuze viel op do firma P. Bleichroeder, die wel over betrekkelijk ge ringe middelen beschikte, maar een uitstekenden naam had. Als vertegenwoordiger van de Rothsohilds werd het buis Bleichroeder in alle groote zaken betrokken, en verkreeg hot in de hoofdsteden der verschillende landen betrouwbare eu invloedrijke agenten. Het werd juist daardoor, ook nadat het opgehouden had tot de Rothschilds in afliankelyke betrekking te staan, van groote waarde voor de Pruisische Regeering, die op juiste en snelle inlich- tiugen omtrent zaken, die voor de groote menigte der oningewijden verborgen, bleven, hoogen prijs •telde. allen zal zioh heriuneren," schreef dezer dagen de Neue Freie Presse „dat nog ióót de periode van het antisemitisme, ongeveer vyftien jaren geleden, de conservatieve party in Pruisen in de Reichsglocke een storm tegen den rijkskanselier ondernam, die onder het motto HI)ie Aera BismarckBleichroeder1' werd begonnen. Toch was de verhouding (tusschen den rijkskanselier en den bankier) eene zeer natuur lijke. De Pruisische regeoriug in het algemeen en vorst Bismarck in 't byzonder hebben steeds hunne kracht daarin gezocht, dat zij ovor al hetgoon op politiek, militair en economisch gebied gebeurde zoo nauwkeurig mogelijk ingelicht waren. Do Prui sische spion is in Frankrijk tot eeu schrikbeeld gewordeu, maar achter dezen hatelyken naam moot men het gerechtvaardigde streven zoeken van de regeeriug. om alle belangrijke feiten, die invloed hebben op de ontwikkeling eu de machtsverhouding der volkeren, zoo nauwkeurig eu zoo spoedig moge lijk te weten te komen. De politiek is immers ten slotte eene ervaringswetenschap, en inductieve gevolg trekkingen kunnen slechts dan met zekerheid worden gemaakt, wanneer het materiaal dat de onderstelling vormt, betrouwbaar en groot genoeg ia. Nu is het zeker niet te outkeunen, dat juist de economische en fiuancieele feiten het vaakst met do politieke bewegingen zijn saaragewezou en daarvan dikwijls in 't geheel niet los te maken zijn. De Pruisische regeeriug had dus een man van 't vak noodig, die baar over de versohijnselen op dit ge bied der zake kundige inlichtingen kon geven, en misschien ook in enkele gevallen, als het belang der regeering dit medebracht, invloed op de financieele beweging kou -uitoefenen." Tegen alle verwachting zooals dit in Frankrijk meer het geval is hebben de vier republikeinsohe groepen, die samen ongeveer 250 leden tellen eu dus een groote meerderheid bezitten, Jules Ferry oandidaat gesteld voor het voarzittercliap van den Senant. Hot Journal des Débats zegt dat nn Jules Simon, dien het blad zou verkiezen, uiet in de termen valt Ferry ongetwijfeld de meerderheid van stemmen verdient. Jules Ferry's verleden maakt werkelijk zyue ver- kieziug, zocals de Figaro het uitdrukt, tot de belang rijkste politieke gebeurtenis, welke zioh sedert tal vau jaren heeft voorgedaan de Kamerzitting van 81 Miart 1885, welke, onder den iudruk van de nederlaag bij Laugson, Ferry deed vallei» als een slachtoffer van de koloniale politiek eu van de daarin ondervonden teleurstellingen, heeft den tegenwoordigen caudidaat voor den voorzitterstoel in den Senaat eeu zoo geweldigeu stoot toegebracht,, dat hy van dat oogenblik bijna als politiek dood is beschouwd, in ieder geval als eeue onmogelijke figuur voor oen in het oog loopeude plaats in de politieke wereld. Ieder znl zich nog de beweging herinneren, welko iu '66 alleen reeds de kans van Jules Ferry tot president der Republiek to krygen, te Parys veroorzaakte, en nu eensklaps zoo onverwacht hogelijk uit de vergetel heid waarin hy leefde, te voorBohijn gehaald en bestemd om naast Gamot, Ribot en Casimir Périer den vierden presideutszetel in te nemen De Senaat meent de Gaulois, bindt den strijd aan met iedoreeu, met het Elysée dat duidelyk don heer Magnin 'uad gepatroniseerd, met de regeeriug, met de Kumer, met het land, met do openbare meening. De Intran- sigeant is natuurlyk woedend. Bij de Lanterne is Ferry de meest impopulaire man van Frankryk, de mees gebate oaam by het volk, en volgens den Eclair is zyn naam synoniem met verdeeldheid. Hy is het die gezegd heeft, dat men moet regeeren tegen de helft der republikeinsohe party geen gevaarlijker keuze kon de Senaat doen dan Ferry op een oogen blik als dit tot voorzitter aan te wijzen. Do Soleil noemt Ferry als president van den Senaat een mededinger voor Carnot. Dit is de groote beteekeuis van de verkiezing. De openbare meening houdt zioh minder bezig met de vervanging van den voorzitter van den Senaat, dan met de aanstaande presidentsverkiezing. De 60-jarige Ferry komt weder te voorschijn uit de vergetelheid, waarin hij geraakte toen hij bij de jongste algemeone verkiezingen niet herkozen werd De impopulariteit van den „Totikinees" schijnt uit gesleten. De Duitsche Keizer ontving in togenwoordigheid van deu Minister van Landbouw een deputatie van de centrale landhoawvereenigingen der oostelijke provinciën, welke Z. M. de wenschen vaader.land- bouwstand tot bevordering var. deu landbouw kwam kenbaar maken. De**Keizer zeide gaarne het zijne te willen doen om de mooilyk heden, waaronder de landbouw vooral in de oostelijke provinciën leed, te verhelpen doch er zou geruime tyd noodig zijn, om het beoogde doel na Ier te komen en daartoe was met name het behoud van deu vrede noodzake- lijk, waarvoor een versterking van 's lands weer baarheid kon bijdragen. De kenbaar gemaakte voorstellen en wenschen zouden worden onderzocht en zooveel mogelijk iu aanmerking komen. Het- zou den Keizer verb 'iigen, zoo de blooi van den landbouw kou worden bevorderd, want de landbouw lag hem als steunpilaar vau het Koningschap na aan het hart. Binnenkort zal, volgens een Berlijnschen corres pondent, Caprivi iu den Rijksdag eene groote rede houden over Duitsolilaud's buitoDlandsche staatkunde. Uit Spanje, waar meu de drukte der algeraeene verkiezingen, die in het begiu dor .volgende maand plaats hebbeu, worden aan de Temps eenige interes sante bijzonderheden medegedeeld over de wijze, waarop deze raaadpleging der kiezers wordt gehouden. Men heeft er zich over beklaagd, dat het liberale mi nisterie met het besluit betrekkelijk het tijdstip der verkiezingen zoo lung getreuzeld heeft, maar als men verneemt welke toebereidseleu voor verkiezingen in Spanje noodzakelyk geacht worden, kan ruon zeer goed deze verlating hegrijpen. Het behoort nl. tot de gebruiken om het geheele amhtenaarspersoneel te voren te zuiveren. Dit was voor het kubiuet-Sagasta geen gemakkelijke taak, nu de conservatieven twee jaar aan de regeeriug waren geweest. Wanneer men in alle belangrijke ambten aanhan gers der regeering heeft geplaatst; wanneer men zioh overtuigd hoeft dat de prefecten, de maires, de rech ters iu eerste instantie, de vrederechters, tot de gen darmerie toe, alle takken vap adminsitratio in do pro vincie krachtig in do hand hond. n, gaat men tot een werkzaamheid over, zeer eigenaardig, zeer Castili- aansch, welke eenig denkbeeld geeft, van do parle mentaire gebruiken in Spanje, onverschillig of do liberalen of de conservatieven aan het bewind zyn. Dit heet de groote encasillado. Zoo noemt men de vordeeling van kiesdistricten eu de aanwijziug van candulaten door den minister van biuneulandsohe zaken te Madrid. Vooraf hebben de ministers onderling reeds vele beraadslagingen gehouden over de netoligo kwestie hoeveel dial rieten men aan do oppositie zal laten, ten einde deu sohyn te behouden of de verkiezingen onder volkomen vrijheid plaats vinden en voornumelyk ook tot het in stand houden van de traditioneele goede betrekkingen, welke er tusschen do Spaadsche poli tieke partijen bestaan, die altijd zooveel mogelijk zelfs linn onverzoeulykste tegenstandors sparen tenein de zich de weldaden van het do ut des te verzekeren, op den dag dat de politieke rollen zyn omgekeerd. De ministers komen dau overeen hoeveel zetels on geveer aan de verschillende groepen der oppositie zijn toe te kennen: zooveel aan de conservatieven (een vry aanzienlijk getal, voor het geval dat dezen aan de regeeriug weer komen), zoovoel aan de carlisten, zooveel aan de republikeinen, maar men draagt zorg dat deze heterogene partijen in geen geval to zamen meer dan 180 a 140 stemmen op de 437 erlangen. Dan komt een nog grootero moeielykhoid: de ver- doeliug der meerderheid onder de verschillende naanees van het liberale ministerie zelve. Elk minister stelt er prys op een greep van getrouwen oni zich te ver eenigen, ook moeten enkele personen, vrienden en gunstelingen worden bednoht. Is dit lastige werk oitinen het ministerio tot een goed einde gevoerd, dan beginnen eerst de eigeulyke werkzaamheden voor den „grooten verkwzer" den mi nister van binneoiatidache zeken. Er zijn ongeveor 800 zotels voor de ministrieele inde Kamer en circa 120 in don aeunat beschikbaar, terwyl men met ruim 2000 candidaten opgeschikt zit, die natuurlyk allen overtuigd zyn de beste rechten op een plaats ia de Cortes le kunnen doen gelden en die zeer genegen zyn een leelyke poets aan de regeering on haar verkiezings- agonten tu spelen, indion zij gewogen doch te lioht worden bevonden. Alle deze candidaten melden zich nan het depar tement van binnenlandsche zaken, dikwerf vergezeld door talryke en invloedrijke deputaties uit alle hoeken van het koninkrijk toegestroomd. Bij de jongste stormlooperij is het den armen minister Venancio Gonzalez zoo bang om het harte geworden dat hy de deuren van het departement ten laatste heeft deen sluiten en liet verklaren, dat hy alleen nog hen zou ontvangen, die schriftelijk, onder uiteenzetting der beweogredonen, een audiëntie hadden aangevraagd. Alleen door dit middel is het ten slotte den minister en zijn secretaris gelukt hun encasillado tot stand te brengen, d. w. z. de groote schifting van candidaten te houden onder de eud-ministers, de veteranen der vorschillonde ministerieele groepen, de invloedryke ambtenaren, om to besluiten met de zonen, ueven en andere gunstelingen der afzonderlijke ministers. Wanneer men ziet, boevele officieele toebereidse len de algemeene verkiezingen in Spanje voreisohen, zal men begrijpon, dat het kabiuet-Sagasta vrij veel tijd behoefde alvorens het den tijd der verkiezingen kou uitschoven. -•i— -

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1893 | | pagina 2