OS door eu Zn. uda, Lrukte Donderdag 16 Maart. N° 5096. 1893. I FEUILLETON. S T K IT D. 1 terij. ■n zijn Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, BINNENLAND. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. advertentiön kan geschieden tot eên uur des namiddags van den dag der uitgave. De inzending van 2209 100. Geldige 712 357 stemmen. H de stad bezorgd.) beboeren ook niet te haasten het zal de eenvoudige V. 631, No. 2657 KMA.N Zoon. e gevok >t haren Bovendien worden alle Advertentiön gratie opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD ’t welk des Maandags verschynt. 16265 18349 16299 18352 16319 18390 16338 18413 16366 1S45S 16374 18550 16392 18668 16447 18727 16486 18732 16517 18762 16653 18780 16746 18832 16760 18856 16765 19007 16807 19050 16817 19054 16818 19084 16837 19244 16871 19250 16913 19340 16960 19436 17020 19440 17043 19451 17086 19459 17089 19706 17096 19707 17138 19789 17162 19794 17212 19813 17298 19831 17355 19939 17438 19873 17464 19894 17497 19902 17607 20065 17614 20106 17619 20154 17662 20163 17667 20221 17719 20316 17750 20333 17754 20347 17777 20451 17805 20458 17901 20600 17946 20627 17948 20529 17966 20531 17988 20536 17989 20630 18000 20538 18075 20563 18113 20772 18151 20784 18193 20984 18211 20926 18249 20971 18277 20982 18306 20996 18319 20996 18346 20998 Volstrekte meerderheid Hiervan verkregen de h.h. Mr. D. J. van Heuade J. J. Grootendorat J. J. van der Sanden A. van Reedt Portland [aaartl893. GOUDSCHE COURANT. De prjj« per drie maanden in 1.25. franco per poet 1.70. ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10Centen. GROOTE LETTERS worden berekend .naar plaatsruimte. Nu de lento, zooal niet teruggekeerd, althana eer lang haar blijde inkomste vieren zal, zullen ook de Hedenmiddag had te Raadhuize alhier de aanbe steding plaats van het maken van 108 M. rasterwerk langs de Solonskade. Ingeschreven werd door C. P. W. Dessing voor 635.C. Luyendijk voor 615.C. W. den Hoed voor f 554.D. Amesz voor 437,50, H. J. Nederhorst voor 423.en W. Bokhoven voor 422. De heer C. W. van de Velde, alhier, schryft aan de N. Rott. Ct. het volgende In de circulaire No. 208 d°. 8 Augustus 1892, van wege het hoofdbestuur van het fonds ter aan moediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden, staat wederom als in die van vorige jaren„De departementen van oorlog, //koloniën en marine geven steeds met de meeste //bereidwilligheid gehoor aan de aanvragen om de het tegenovergestelde getuigde. Het wil my voorkomen, M. de R., dat het geen kwaad kan dat de betrokken autoriteiten van een dergelijk verloop worden in kennis gesteld en dat dit doei langs dezen weg wellicht het best wordt bereikttevens kan dan de een of ander requestrant er eventueel zijn voordeel mede doen. 371 stemmen. 338 2 1 Zoodat gekozen is Mr. D. J. van Heusde. (Heden morgen per bulletin aan onze abonnés binnen De uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering, van Zon- en Feestdagen. GOUDA, 15 Maart 1893. Uitslag der verkiezing voor een Lid van den Ge meenteraad, op Dinsdag 14 Maart 1893. Uitgebracht722 stemmen. Van onwaarde10 Het „Nieuwsblad v. Ned." geeft aan de dagblad pers den raad, voorloopig het gezeur over de Kieswet te staken, omdat er toch in ’t eerste jaar van be handeling geen sprake zal zijn. „Omtrent óéu punt kan men gerust zyn, van óón waarheid kan men zich verzekerd houden eindigt het blad van het beginsel, in dit ontwerp neer gelegd, uitbreiding van het kiesrecht tot do aller uiterste grens, komt men niet meer af. Als deze Kamer dit ontwerp niet zoo goed als ongewijzigd aanneemt, zal de volgende Kamer bovenaan haar werkprogram moeten schrijvenUitbreiding tot de alleruiterste grens. „Wijzigingen van ondergeschikt belang, toevoegin gen die ncodig worden geoordeeld om duidelijk te doen uitkomen, dat men aan der letter der Grond wet heeft voldaan, daargelaten, behoort het ontwerp in zijn geheel te worden aangenomen; vóórdi^ntyd geraakt het ontwerp niet meer aan de orde. Geen marchandeeren, geen loven en bieden om een paar duizend kiezers meer of minder kan baten. Do uiterste grens, zóó als die door mr. Tak van Poort vliet is gesteld, zal bet wachtwoord blijven, tot die werkelijk is bereikt. „Maar met die zekerheid kan men de beslissing dan ook rustig afwachten. Zij, die gelooven, haas ten niet en "h “ht *.z hzzz‘zz.—l komen.* I „sub. 2o. (Een extract uit bet stamboek of staat van „dienst) bedoelde extracten* enz. I Toen ik mij nu, als secretaris d'T plaatselijke com- missie voor genoemd fonds alhier, by missive van 4 Januari II. tot het eerstgenoemd departement wendde, I om een extract uit het stamboek van een oud-strijder, gerechtigd tot hot dragen van het Metalen Kruis, I die meende aanspraak te kunnen maken op de grati ficatie van 10, waartoe door de laatst gehouden algemeene vergadering bij het lie punt van be schrijving wederom besloten was, doch die door verloop van tijd zijne daartoe benoodigde stukken is kwijt geraakt; werd mij door het departement van oorlog, afd. VII no. 94, by zijne missive do. 28 Januari jl. bericht dat: „uit de aanteekeningen, welke ten aanzien van den daarin bedoelden persoon in het stamboek van de voormalige 9n afdeeling infanterie zijn gehouden, niet blijkt, dat hem het Metalen Kruis is uitgereikt, zoodat do toezending van een hem betreffend extract-stamboek wordt on- noodig geacht.” Iemand, die beter op de hoogte is dan ik van het regelmatig beheer van het dopartoment van oorlog, gaf onzen oud-strijder den raad, zich voor dezelfde zaak tot den minister van oorlog te wonden wplke raad door hem werd opgevolgd met het verrassende effect, dat hij bij missive van 7 dezer ’s ministers verklaring ontving, dal „blijkens de bescheiden, daaromtrent bij ‘het departement van oorlbg aanwezig, hij gerechtigd is tot het dragen van het bewijs van aandenken (Metalen-kruis), ingesteld bij Zr. Ms. Besluit van 12 September 1831, No. 70; welk eeroteeken hem indertijd is uitgereikt als milicien by de voormalige 9e afd. infanterie, als hebbende deelgenomen aan de krijgsverrichtingen van 1830 en 1881.” Wel merkwaardig, doch ook begrijpelijk is deze verklaring door denzolfden secret^ris-generaal onder- teekend, die nog geen twee maanden geleden juist •83) gr Kom, kom, dat meent ge niet. Ge hebt on getwijfeld talent om voor ’tvolk op te treden. Uw rede maakte op mij den indruk van een causerie ’t tweede deel vooral. Daar lag iets warms, iets hartelyks in, dat me aantrok en me verzoende met de hartstochtelijkheid van uw eerste volzinnen. Ge ^grijpt nietwaar? dat ik op de inleiding van uw rede de pijlen mijner kritiek richt? Maar vooraf een confidentie. f Ik hoü niet van de socialisten en van het socialisme •venmin. Ik weet van dokter Baabe in hoofdzaak Wat ze willen, maar opzettelyke studie heb ik nooit »an hun stelsel en van hun streven gemaakt; zelf 2ou ik niet in staat zyn de corypheën dier partij te noemen, Domela Nieuwenhuis patuurlijk uitgezonderd. Voorzoover ik er over oordeelen kan schijnt hun leer me noodlottig voor de volkswelvaart en het volksgeluk, niet alleen omdat ze de maatschappij met geweld ’t onderstboven willen keeren, maar omdat ze ’t volk een macht willen opdringen, die ’t niet begeert en 't niet vertrouwd is. ’t Hoeft me wel eens kwestie niet opgelost te worden, om reden, dat ze niet bestond. Humaniteit is een groot woord, freule! waarmee veel geschermd wordt in den tegenwoordigen tijd, maar de daad laat zich wachten. Onverschilligheid, liefdeloosheid, hardvochtigheid en egoïsme hebben de sociale kwestie in *t aanzijn geroepen, niet plotseling, niet onverhoeds, maar lang zaam, bij tusschenpoózen, zooals de delta zich vormt uit het slyk der rivier. Waarom is de humaniteit niet opgelroden, om de kwaal die de maatschappelijke welvaart bedreigde, te voorkomen, toon het nog tijd was? Goede, welmeenende, hartelijke menschen zijn er altyd geweest, freule! maar één zwaluw maakt nog geen lente! Willen we dit punt tot nader order laten rus ten? vroeg ze vriendelijk. We verdwalen op een terrein, waar ik niet wezen wilde, en ik acht me dus verplicht ons tot do orde te roepen. Kijk, ik lees hier in’t verslag van uw redevoering: Armoede en honger kweeken ontevredenheid, wrok en haat over en tegen de bestaande toe standen, en tegen de scheppers van die toestan den de kapitalisten. En vorder: Het volk heeft drie vijanden, het kapitaal d. i. de geldadel, de concurrentie en zich-zelf. De geldadel is van nature een vyand van ’t volk. Ge spreekt in die volzinnen krasse beschuldigingen toegeschenen, dat die hooggeroemde volkssoevereini teit ons in middeleeuwsche toestanden zou verplaatsen, toen *t recht van den sterkste z’n schoonste triomfen vierde en de beschaving vernietigd werd onder de tirannie van de domme kracht. Herinnert ge u nog uw vraag naar mijn philantropische liefhebberijen, eergisteren bij het jachthuis? Nu, ik heb sedert een jaar of vier omgang met het volk gezocht; ik heb hier en daai nijpende armoede gelenigd en ben er dus ook getuige van geweest, zoodat ik niet kan gerekend worden onder hen, die oordeelen in on wetendheid. Wat ik voor vier jaren als bij ingeving gevoelde heeft zich sedert gevestigd als een heilige overtuiging, die ik niet beter weet te formuleeren dan in deze woorden de sociale kwestie moet opgelost worden door humaniteit. Ge glimlacht? O, misschien beschouwt ge ’t als naïve goedhartigheid, wat me deze woorden in den mond geeft. Maar ge vergist u: ik spreek werkelijk een gevestigde overtuiging uit; gevestigd door eigen waarneming en in gesprekken met dokter Raabe, die in levenservaring on menschenkennis zeker ons bei der meerdere is. Ja, freule! ik glimlachte om de naïteteit van uw meeningmaar voor uw overtuiging heb ik eerbied, betuigde Jan ernstig. Beschouw ’t niet als een vleierij, freule! wanneer ik zeg: als ’t kapitalisme geen andere vertegenwoordigers had dan mannen en vrouwen naar uw hart, dan behoefde de sociale

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1893 | | pagina 1