Letterzetter IMIIII!! TEAl-MATSCiHAPPU. C. F. BUSCH ZOMEEÏAUTELS. GEVRAAGD: STEENKOLEN. A. KAPTIJÏÏ, 1 XDIETsTSTRBCS-ErjIISra- op de Lijn GOUDA—BODEGRAVEN 3^£s.x!k:t. A. BRINKMAN en 2a. Zomerdienst Posterijen. Het WOONHUIS c. a. STOFJASSEN. baandag I Mei 1895. AANVANGENDE 1 MEI 1893. TIJD "VA-lsT GBEEIsrWICH Dienstregeling aanvangende 1 Mei 1893. TIJD VAN GREENWICH Groote keuze Xieuwste Gekleurde KATOEXEN. tegen goed loon bij VOftoTER. Firma J. WELTER, Specialiteit in Corsetten. VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD. il TEAMNUMMERS. Aank. Staatssp. van Leiduu Vertrek ran Bodegraven. Reouwijk Aankomst te Gouda den Haag Rotterdam TRAMNUMMERS. Aank. Staatsap. v. den Haag nun Rotterdam 5.32 Vertrek van Gouda n Reen Wijk Aankomst te Bodegraven Vertr. Staatssp. naar Leiden Alléén des Maandags. Dinsdags. n Maandags en Donderdags, 12 uur Greenwich-tijd 12 uur 20 Minuten Amsterdamsohe tfld. TRAMNUMMERS. Aankomst S.S. v. Utrecht. Amsterd. den Haag. i, Rotterd. Vertrek van Gouda u Haastrecht I, Hekendorp Aankomst te Oudewater TRAMNUMMER8. Vertrek van Oudewater h Hekendorp. Haastrecht Aankomst te Gouda Vertrek 8.S. naar Utrecht. 7.55 a I, Araster. y y d. Haag. 7.30 y ii n Rotterd. 7.35 Alléén Donderdags. n Zondags. Ontvangen: NIEUWE ZEN DING om dadelijk in dienst te treden een De LIJSTEN der Zomerdienstrege- ling zfln aan Let Postkantoor ver krijgbaar of bij de bestellers te ontbieden. De Directeur vjtn Let Postkantoor, Mr. I. MOLENAAR. Notaris te Waddinx- veen zal op MAANDAG den 1° MEI 1893 's morgens ten 11 ure, te Goudain Let »Sch aak- bokd< publiek veilen en verkoopen wjjk 0 no. 70, staande en gelegen op de Lage Gouwe binnen Goudabelend door of strekkende aan Eigen dom van Brakbl en Brokaar. Om te aanvaarden 8 dagen na de toewijzing. Betaaldag 1 Juni 1893. Te zien op de gewone dagen en uren, waar toe men zich wende tot de Eigenaresse en be woonster Mejuffrouw de Wed. P. KLEIJNEN- BURG. Nadere informatiën bjj den Notaris MOLE- NAAR„ - Prima Kwaliteit VLAMKOLEN, geljjk aan Hibernia per waggon, franco alle stations der voormalige Ned. Rjjnspoorw. Maatsch. f JO - Prima Kwaliteit VETKOLEN, geljjk Scbamrockf 99.—' Voor Gouda vrjj aan huis O.- Gouda, April '98. Flnweelensingel 630. Ondergoed, Kousen, Handschoenen enz. Men wende xich voor Markt A 68 Goud» by M I'. JA l'I.VS. Gouda. Snelpersdruk w*. 3swkmas Moon. ("W Vrgdag 28 April. Voorzitter: Mr. A. A. van BERGEN IJZHN- *>OORN. Tegenwoordig: 14 leden. Afwezig zijn de hh. Straver en Oudijk. De notulen der vorige vergadering worden voor gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mod., dat op 19 April jl. de verificatie van de kas van den gemeente-ontvan ger heeft plaats gehad en dat de boeken en het geld in orde waren bevonden. Deze mededeeling wordt aangenomen voor kennisgeving. De Voorzitter deelt mede, dat de geloofsbrieven van het nieuw benoemde raadslid, den heer G. J. Steens Zijnen, zijn ingekomen. Deze «worden gesteld in handen van eene Commissie, waarin worden be noemd de hh. Fortuijn Droogleever, Koning en van Iterson, Deze Commissie adviseert tot goedkeuring der geloofsbrieven, waarop de vergadering besluit den heer Steeps Zjjnen toe te laten als raadslid, nadat de termijnen bij de wet gesteld, zullen zijn verstreken. De ingekomen stukken werden reeds in ons vorig nr. vermeld. Alleen op het voorstel van den heer Deroksen, ondersteund door de hh, van Vreuraingen on van der Garden, wenschen wij terug te komen. Aan de bij deze concept-verordening gevoegde Memorie van toelichting ontleenen wij het volgende: Zooals men bemerken zal is het verschil dezer concept-verordening met de thans bestaande veror dening in hoofdzaak het volgendedat de nu voor gestelde door middel van versohillende vennenigvul- dlgingojjfers eene progressieve heffing -voorschrijft, terwgl de thans bestaande voor olk inkomen, 't zij groot of klein, het procent der heffing gelijk stelt. Dat dit tegenover hen met een laag inkomen al leszins onbilljjk is, behoeft, dunkt den voorsteller, geen betoog. Een inkomen beneden de 500 .wanscht hg bjj deze verordening vrjj te stellen. Het doel van zijn streven is om den werkman en den njjveren middelstand, en verder alle met een betrekkeljjk laag inkomen, eenigszins te gemoet te komen en te verlichten alsmede bij eventueele ver hooging der belasting dezelve dragelijk ie maken. Wat de progressie door raiddel van de vermenig- vuldigingcjjfers betreft, hjj gelooft dat die zoo be scheiden mogeljjk is, vooral wanneer men verorde ningen van andere gemeenten, waar ook progressieve belastingen geheven werden, er bjj vergelijkt. Uit de bjjlage zal men bemerken, dat het verme nigvuldiging cijfer begint met 1.00, en voor elke volgende klasse opklimt met 0.05, doch niet boven 4.00 stjjgt. Het kohier dienst 1892 tot grondslag nemende krjjgt men bjj eene heffing a 1 °/0 een totaal bedrag aan belasting van 43260.70. Wat de verdeeliug naar het inkomen in klassen aanbetreft, zoo zal men bemerken dat van 500 tot 3000 elke honderd gulden meer inkomen eene andere klasse aanwijst, van 8000 tot f 4000 elke 200, van f 4000 tot 7000 elke 600, van 7000 tot f 20000 elke 1000, en van af 20000 elke 6000. Het vermenigvuldigingscijfer dat bjj 75000 op 4 is vastgesteld, wordt ook toegepast op alle hoogere klassen. Met dit voorste! gelooft hij de grenzen der billijk heid niet te overschrijden. Aan de orde waren daarop de versohillende adres sen tot afschaffing van de kermis. B. en W. had den voorgesteld daarop afwjjzend te besohikken. De heer Fortujjn Droogleevor verklaart zioh niet met het gevoelen van B en W. te kunnen vrnree- nigen. Reeds ineer dan 20 jaar jjverde spr. voor afschaffing der kermis, wjjl die de zedeloosheid be vordert en spr. acht nog steeds de kermis nadeelig, als aanleiding gerende tot dronkenschap, verkwis ting en losbandigheid. De kermis des Zondags alleen afteschaffen acht spr. verkeerd, wjjl da men- soben dan iu plaats van kramen en tenten te be- xoeken in koffiehuizen en 'kroegen gaan zitten in- plaats van thuis te bljjven. De heer Hoogenboom vereenigt zioh mat het gevoelen der adressanten. Vooral het adres van den Kerkeraad der Hervormde Gemeente bezigt zulke juiste argumenten voor de afschaffing, dat spr. die ten volle moet beamen. Sommigen neringdoenden verklaarden zich tegen do afschaffing daar deze voor hen schadelijk zou zijn, maar spr. meent dat die schade in werkelijkhoid niet bestaat, want tijdens de kermis is er wel drukke nering, maar na de kormisgroote stilstand en daardoor wordt het vorige voordeel verslonden. De heer Deroksen houdt daarop eeuo rede, waarin hjj o. a. het volgende zegt M. de Voorzitter I Nu verschillende Kerkeraden werderom het initia tief namen, aan den raad dezer gemeente eeu adres tot afschaffing der kermis te richten, zoo was dit voor mij een verblijdend teeken. Er blijkt toch uit, dat „in deze aangelegenheid eenige lerensteekenen openbaar worden, en er tal van burgers in Gouda zijn, wier oogen opengaan voor de bevelen des Hee- ren zoowel als voor het welayq des volks. Wij beleven een tjjd waarin brooddronkenheid en ontevredenheid als het ware hand aan hand gaan. Ieder, die het wel moent met ons volk, zal het voor een feest als de kermis niet opnemen. En het verwondert mjj dan ook, dat de raad der Ge meente Gouda al niet sinds lang, in navolging van andere grootare Gemeenten, het initiatief nam, dit Middeloeuwsohe kermisgenot af te schaffen. Wjj leven immers iu een eeuw van besohavingen vooruitgang an ook Gouda'a burgemeester heeft het onlangs nog gezegd dat zekere inrichting hier niet mocht ontbreken, wilde Gouda niet langzamerhand afdalen tot een gemeente van lageren rang. Welnu M. de V. zoo, maar in omgekeerde richting staat het ook met Gouda in betrekking tot de kermis. Wil Gouda niot langzamerhand afdalen tot eene gemeente van lageren rang dan roep ik mijnen ge- achten medeleden van Gouda'a raad toeschaft de kermis dan toch afl Ieder onzer weet bet, hoe laag het peil der kermisvreugde staat. Welk een dierlijk feest het is, maar ook hoe de strekking der wet tot beteugeling van dronkenschap door de kermisbaooha- naliën ten eenemale miskend wordt. Het kan immers nooit het prestige der overheid verhoogen, wanneer ze door middel van eene offioieele kermis de menschen in de gelegenheid stelt hunne offers te brengen aan Bacchus en Venus. Hoe menigeen is het slachtoffer gewordeu van dit officieele feest. Hoe menig jongeling deed juist op de kermis den eersten stap op den weg der dron kenschap. Hoe menige maagd trad op dergelijk feest voor het eerst op den duistereu weg der outuoht, om haar leven laag zioh to krommen onder het sla venjuk dier zonde. Hoevele vaders bobben bun gezin verwoest en verarmd door dergelijke kermispret en hoevele moe ders zuchten die week onder don druk der kermis vreugde wanneer de meubeltjes die met moeite bgeengosoharreld zijn, naar de bank v»n leening worden gebracht, wat natuurlijk den gehfelen winter gevoeld wordt. Doch er is meer M. de V. Er wordt tegenwoordig geklaagd over den treurigen tijd dien v^ij bel ven. Neringdoenden en werklieden, bijna ieder klaagt over de malaise die er hecracht op het gebied van handel en arbeid. En wanneer wg nu eens nagaan, wat er al in zoo'n kermisweek wordt verbrast en verkwist, en men weet dan, dat dit voor de helft zoo niet meer in handen van vreemden komt en het restantje on enkele Koffiehuishouders iu de environs der kermis, dan moet tooh elk weldenkende tot de conclusie komen, dat hel vo rdoel der kermis voor de nering* doenden geevoordeel is, vooral niet voor hen, die in buurten wonen, waar borgen aan de orde van den dag is. Dan komt het geld der klanten niet ia de lade der winkeliers wiea het toekwam, maar in de zakken van vreemden en kroeghouders en van a\ wie meer tot die catagorie behoort. H t verwoest ons volk niet alleen zedelijk maar i ook finantieel. Men streeft tegenwoordig naar voor uitgang en ontwikkeling mg dunkt M. de V. dat de kermis werkelijk ook oen van die uitspattingen is, die den vooruitgang, de beschaving en ontwikke ling in den weg staan. Immers, men is gedwongen die week allerlei lie derlijke en onzedelijke liederen, te hooren uitsohrsonwun en het oor, dat gaarue luistert nnar hetgeen lieflijk is en welluidt, moet de onaangename muziek van allerlei straatmuziekiustrumenten aanhooren. Ik wil niet uitweiden M. d. V. over de Godslas teringen, die noodig schijnen om het genot der feost- vreugde te verhoogen, ik geloof dat het genoeg is maar even dit aan te slippen en ieder, die nog eoni- gen eerbied hoeft voor God Almachtig, zal het mij toestemmen, dat het meer dan tjjd wordt dat er aan dergelgk bandeloosheid en ongerechtigheid hoe eer boe beter een einde wordt gemaakt. De Overheid is Gods dienaresse, en is gebonden in de- oonscientie aan Gods Woord, zij is van Gods wege verplieht te waken voor recht en orde, zg heeft te waken voor de gezondheid en welvaart des volks. f En nu geloof ik M. de V. niet onbescheiden te zjjn, wanneer ik u hieraan herinner. Vooral met oog op het rapport van B. en W. Spr. treedt daarop in eene uitvoerige weerlegging van de argumenten door B. en W. in hun rapport aangehaald, betoogt o, a. dat op hbt feest bij gele genheid van het ambtsjubileum van onzen Burge meester een ware feestelijke stemming heerschte zon der ongebondenheid en eindigt zijne rede aldus B. en W. zeggen daar, dat ondersoheidene nering doenden veel belang bg de kermis hebben. Ik heb de vrijheid genomen do adressen, die ingekomen zijn tot behoud van de kermis eens goed na te gaan, en zeer trof mij de naiviteit, waarmee het getal hand- teekemngec zoo hoog is opgevoerd. Ik heb o. a. twintig handteekeningen gezien, die op beide lijsten voorkomen, zoodat het aantal hand- teekoningen met twintig vermindertverder staan cr handteekeningen van particulieren op en van een zeer groot aantal koffiehuishouders of handelaars in sterke dranken en dan ook nog van winkeliers. Indien het nu zoo in het belang van neringdoenden is, begrijp ik mij niet M. d. V. dat zoo weinigen gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid om even hunne handteekening te plaatsen op een lgst, die bij twee stadgenooten ter teekening lag. Neen M. d. V. zooals ik in bet begin gezegd heb, is de kermis voor vele winkeliers sohade in plaats van voordeel, en ik gelotf, wanneer men eerlgk de zaAk beoordeelt, dat velen mij dit toestemmen zullen. Daarom hoop ik dan ook, dat de Raad gunstig zal beschikken op de adressen van versohillende kerken en voreenigingen tot afschaffing van de kermis, en dezen gruwel uit ons midden zal wegdoen I De heer van Veen vereenigt zich geheel met het voorstel van B. en W. Jaren lang heeft spr. op de kermis gewoond en spr. heeft daarover een andere en gunstiget beschouwing dan zg die afschaffing daarvan verzoeken. Steeds merkte spr. op, dat kwa men er klachten over een of ander, daaraan altijd werd tegemoet gekomen. Spr. gunt ook den min- gegoeden wel een jaarlijksche uitspanning en den neringdoende eene tegemoetkoming nis tijdens de kermis door vele vreemdeliugen hun deol is. De heer Deroksen kan zich niet begrijpen hoe een raadslid hier de kermis in verdediging kan ne men, met al hare walgelijke tooneelen van dronken schap en zedeloosheid. Spr. zou zioh schamen dat te doen I De Voorzitter neemt daarop het woord. Niemand zal 't ontkennen, zegt hij, dat de kermis in ons land, ook in haren gewijzigden vorm, diep wortel heeft geschoton in ons volksleven. Vroeger namen alle standen daaraan deel, ook de hoogste, doch later toen er meer gelegenheid kwam om zich naar elders te verplaatsen, deden de meergegoede dat niot meer. Zij gaven er de voorkeur aan de frische berglucht in Zwitserland in te ademen boven de minder aan gename geuren op de kermis. De mindere stand kan dat voorbeeld niet volgen, voor hem bestaat de gelegenheid niet nnar elders te gaan om kunstgenot of natuurschoon te smaken, voor hem, die toch ook soms ontspanning behoeft, ia niets dan de kermis I Om nu voor enkelen, die daarvan misbruik maken, haar af te schaffen voor allen, dat zou ik onbillijk vinden, zegt spr. De heer Deroksen gewaagde van de schandalen, die tijdeus de kermis voorvallen en de heer Droogleever van de zodeloosheid, die dan voorkomt, maar, hoewel spr. zulks zeer betreurt, moet hg er op wijzen dat dit ook op andere feesten voorvalt. De heer Deroksen wees op een feest, voor eenige jaren gevierd, waar volgens hem geen schart-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1893 | | pagina 3