ra.
IS
laan
BINNENLAND.
1893.
Donderdag 4 Mel.
N° 6037.
FEUILLETON.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken*
JEN.
^4
Afzonderlijke Nommera VIJF CENTEN.
ondergetee-
ILFF.
bedrag
II
II
II
II
H
II
n
commission, van welken aard ook,
de zuivere winsten, voortvloeiende uit beroe-
De prgs per drie maanden is 1.25. franco
per post 1.70.
u
II
II
n
u
500
600
700
800
900
1000
700
800
900
1000
1100
600 met
u
u
H
H
H
JERSTE
'den, van
□staande.
LREN.
enotene ver
ger bij hare
2
3
4
5
6
1.00
1.05
1.10
1.15
i.20
1.25
ide aan hare
m als buiten
oogergen en
wjjlen haar
ZELDEN-
GOUDSCHE COURANT.
TTER-
Eijsdbn.
wr
Het voorstel van het raadslid, don heer H. M.
Dercksen, dat wij in ons laatste raadsverslag korte
lijk mededeelden laten wij hier io zijn geheel
volgen
(Naar het Hoogduitse!*.)
IV.
Do inzending van advertenUön kan geaciiieden loi een uur des namiddags van den dag der uitgave.
voor 2.85
en 3 optie-
De uitgave dezer Courant geschiedt dageljjks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Voor een inkomen t
tot beneden
u
u
a
u
n
In de zitting der Rotterdamsche Arr. Rechtbank
van gisteren stond terecht voor op 5 April te Gouda
de tolgaardersvrouw de Bruin, aangegrepen en op
ddrf grond geworpen te hebben, J. in ’t V., oud 18
jaar, zonder beroep te Bleiswijk. Het O. M. eischte
3 weken gev.
Uitspraak Dinsdag e. k.
ADVERTENT1EN worden geplaatst
van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel
meer 10Centen. GROOTE LETTERS
worden berekend naar plaatsruimte.
Bovendien worden alle Advertentiën g r a t i s
opgenomen in het ADVERTENTIEBLAD
t welk des Maandags versch jjnt.
j, Woonhui-
grond, Tuin,
uwe Veer te
11. ten o ver
serenden No
teren, te
zgn in bod
ogist, Markt
it zijne zaak
GOUDA, 3 Mei 1893.
De dames Leopold en Posthumus, die Maandag
slaagden voor de acte als onderwijzeres, hebben gis
teren ook de acte voor nuttige handwerken verkregen.
f 2550.—
1500—
1150—
750—
50—
335
SATERDAG
re, ten her-
het Nieuwe
De perceelen
i daarna de
■rceelen nos.
i afgeslagen.
ZRIJDAG 5
gingen wor
den Notaris
EN, Wolfs-
e Rotterdam^
i percent.
EN en Erven
•ordrechtsche
180, 202 en
voor 1.—.
i, te weten
aude van 11
rkdagen vóór
de overige
rkdagen van
de perceelen
uren.
i zijn te be
lden Notaris
Gouda.
digde HÜI8
Gouda, wyk
rkocht.
onderstaande tabel
j Volgn. der klasse.
I 1 van
u
H
H
H
plotseling invallende gedachten, zyn vurige aard
bedieningen en
verbonden
k. t' wiw_
pen, bedrijven, neringen of arbeid, geene uitge
zonderd.
Bij de berekening van het inkomen, naar de in
dit artikel gestelde regelen, worden de voordeelen,
die niet in geld worden genoten, als vrye woningen
dergelyken, op de geldelijke wanrde daarvan begroot.
Abt. 5.
Van de onder letter a. tot en met genoemde in
komsten worden afgetrokken de uitgaven, welke tot
verkrijging dier inkomsten noodzakelyk zijn, waartoe
worden gerekend te behooren
de grond- en polderlasten der onroerende
goederen, benevens de op die goederen gevestigde ren
ten en uitkeeringen
de kosten van onderhoud van de in eigen
gebruik zynde woonhuizen, tuinen, buitenplaatsen,
alsmede die van verhuurde of verpachte goederen,
voor zooverre die ten laste des verhuurder» zijn;
c. de interesten van opgenomen kapitalen, alsmede
de verplichte uitkeeringen aan personen, die van het
gezin van den belastingschuldige geen deel uitmaken.
Kosten van opvoeding en onderwijs zyn onder de
hierby bedoelde aftrek niet begrepen.
Art. 6.
Van het overeenkomstig art. 4 verkregen zuiver
inkomen, wordt het belastbaar inkomen berekend
door vermenigvuldiging met een opklimmend cyfer
Aan den Raad der Gemeente
Gouda.
Ik heb de eer Uwe vergadering voor te stellen
de verordening op de heffing van een Plaatselyke
Directe Inkomsten-belasting te herzien, en te be
sluiten
mengeling van licht en schaduw, onder den indruk
van *t oogenblik voortgobracht. Een blonde snor
krulde over de in ’t oogvallende mooie tanden, en
de beide haargolven op den schedel vielen, een weinig
in wanorde geraakt, diep op het voorhoofd; scherts,
levenslust en drift flikkerden op 't smalle gelaat,
waarover nu de opgewondenheid van ’t spel haar
warmkleurigen gloed verspreidde.
Naast Nennderscheidt zat graaf Goseck. Zijn meest
intieme vriend, slank, onmerkbaar grijzend en tot in
de kleinste bijzonderheden den «dollen jonker” copi-
eerend. Een scherpe en geestige, uitdrukking lag op
zijn baardeloos gezicht, zijn blik van onder opkijkend,
had spoedig iets loerende en berekenends, en bij
tijden kon hij glimlachen alsof hy zijn tanden wou
laten zien.
Nennderscheidt zou voor hem door een vuur loopen
want ’l was toch maar altyd en alleen Goseck, die
op zijn wonderlijke gedachten inging, die geen wed
denschap, al was ze nog zoo gewaagd, kostbaar en
krankzinnig, afsloeg, en die met taaie volharding
de prikkelende mededinging bood, waaraan zich de
luimen en grillen van den baron schuren konden.
In de groote, vluchtige omtrekken van uiterlijk on
karakter hadden beiden in ’t oogvallend veel van
elkaar, in de fijnere schakeeringen kwam ’t scherpe
onderscheid des te duidelijker voor den dag.
Bij Nenndorscheidt was ieder woord en iedere daad
de uiting van innige overtuiging en I
geestdriftwat hij deed of ondernam was
van plotseling invallende gedachten, zyn vurige aard
joeg hem verblind in de gewaagdste toestanden, waar
hy zich met den overmoed van een kind, dat geen
gevaar kent, en met den eerzucht van don man die
’t voorgenomen doei bereiken wil het kostte wat
het wilde doorheen sloeg on zegepraalde I Wat
't ook was, een rit op leven of dood, oen daad van
liofde of roem, een weddenschap om have en goed
steeds was Nennderscheidt met ’t grootste vuur,
met hart en ziel er bij, en op zijn lachend gelaat
stond geschreven: «Ik doe’t, omdat ik ’t niet laten
kanen in zijn oog glansde«eu omdat ’t zoo
enorm grappig is I I”
Graaf Goseck was rustig, bedachtzaam, koud tot
gevoelloosheid toe. Hy lachte ook wel bij zijn dolle
streken, maar pas naderhand, en torwijl Nennder-
scheidt’s trekken donkerrood van opgewondenheid
waren, werden d® zijne bleek en strak en waar de
baron zou willen sterven van vroolijkheid en plezier,
poetste graaf Goseck do glazen van zijn lorgnet eerst
zeor schoon, om te zien, of ’t de moeite loonde om
te lachen. Maar altijd stond trots op zijn aangezicht
’t devies van zijn ijzeren wil, koel en berekenend
uit zyn schrandere oogen sprekend „Ik waag ’t,
want ik wil ’t I”
Langen tijd beschouwde de jonge zeeofficier de beide
heeren toon wendde hij zich weer tot den prins.
«Dus ook op het land zijn er mannon, bij wie’t zoo
zeggen acht glazen geslagen heeft, Uwe Hoog-
dsprak hij, op zyn frissche wijze lachend
18)
Zeer hoog en indrukwekkend, een waarlijk ridder-
lijke gestalte, zat hij op de meest achtelooze wijze
op zijn stoel. Beide ellebogen steunden op de tafel
uit zijn ver teruggeschoven mouwen kwamen
nieuwmodische bont gekleurde zijden manchetten te
voorschijn, waaronder een massief gouden zware arm
band met oen echten Georgedukaat schitterde. Zyn
zeer krachtige, maar vlekloos witte, goedverzorgde,
echt aristocratische handen steunden een oogenblik
zijn hoofd, of hielden een weinig achteloos de kaar
ten er lag in de geheele verschijning, zoowel als in
’tdoen en laten van den baron, een ongekunstelde
indrukwekkende welgemanierdheid en adel, eu tege
lijkertijd een achteloosheid die sterk aan de overdreven
losheid van Engelsche lords herinnerde. Hij kon
zoowat in de eerste helft van ('e dertig zijn. Zijn
gelaat had regelmatige, zeer soherpgeteekende tiek-
ken, met diepliggende blauwgrijze oogeu, groot, door-
gloeid van een bandeloos gevoel en toch lachend in
«en bijna kinderlijke onbezorgdheid, een eigenaardige
door den Raad bepaald, doch mag bet in art. 1
genoemde maximum uiet overschrijden.
Art. 3.
Met inachtneming van de voorschriften van art.
245 der gemeentewet, zooals dat gewyzigd is bij
art. 6 der wet van 7 Juli 1865 (SM. no. 79) zyn
belastingschuldig alle ingezetenen die een zuiver in
komen hebben van f 500 of meer ’sjaars.
Abt. 4.
Als grondslagen der heffing worden aangenomen
de inkomsten, welke door de belastingschuldigen,
over het jaar waarin de belasting wordt geheven,
vermoedelijk zulleu worden genoten, waaronder wor
den verstaan alle vruchten van goederen, bezoldigin
gen, winsten van handel, nijverheid, beroep, bedryf,
arbeid en onderneming of andere daarmede gelijk
staande voordeelen, van welkon aard zij zyn,
zooals
a. alle woek-, dag- en huurlonen, hetzij in geld
of op andere wijze genoten
b. do pensioenen, wachtgelden, lijf- en andere
renten, uitkeeringen uit weduwen-fondsen, levens
verzekeringen en dergelyke;
c. de renten on uitdeelingen van aaudeelen in
vennootschappen, reed or ij en of audere maatschappijen.
d. de renten van iulandsche en vreemde fondsen
en effecten en die van uitgezette kapitalen
e. alle uitkeeringen hetzij van ouders, hetzij van
anderen, zolfs onder dea naam van gift genoten;
(te huur en alle verdere voordeelen van ver
huurde of verpachte goederen i naar
g. do winsten, baten en voordeelen van onroo-
rende goederen, anders dan lot uitoefening van een vo
beroep, bedryf of nering in eigen gebruik1
h. de huur, welke van in eigen gebruik zijnde
woonhuizen, tuinen, buitenplaatsen en andere derge- i
lijke vaste goederen zouden kunnen worden geno-
ten, indien zij verhuurd waren
i. de bezoldigingen en voordoelen aan ambten,
Art. I.
In 1894 en vervolgens wordt jaarlijks in deze
Gemeente gohoven oene Plaatselijko Directe Belasting
op de Inkomsten, tot een bedrag van hoogstens
46000.
Dit bedrag mag met 5 ten honderd overschreden
worden, door den aanslag van hen, die in deu loop
van het dienstjaar belastingschuldig geworden, op
suppletoire kohieren gebracht zijn.
Art 2.
Het bedrag van de opbrengst dezer belasting
wordt jaarlijks bij het vaststellen der begrooting
den dag.
hartstochtelijkc te
’t gevolg heid